BE1030642B1 - Inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting. Download PDF

Info

Publication number
BE1030642B1
BE1030642B1 BE20225476A BE202205476A BE1030642B1 BE 1030642 B1 BE1030642 B1 BE 1030642B1 BE 20225476 A BE20225476 A BE 20225476A BE 202205476 A BE202205476 A BE 202205476A BE 1030642 B1 BE1030642 B1 BE 1030642B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
regeneration
gas
vessel
valve
vessels
Prior art date
Application number
BE20225476A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030642A1 (nl
Inventor
Hans Maria Karel HERMANS
Original Assignee
Atlas Copco Airpower Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Atlas Copco Airpower Nv filed Critical Atlas Copco Airpower Nv
Priority to BE20225476A priority Critical patent/BE1030642B1/nl
Priority to CN202321521886.5U priority patent/CN220310110U/zh
Priority to CN202310711187.5A priority patent/CN117244367A/zh
Priority to PCT/IB2023/056180 priority patent/WO2023242785A1/en
Publication of BE1030642A1 publication Critical patent/BE1030642A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030642B1 publication Critical patent/BE1030642B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/26Drying gases or vapours
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/26Drying gases or vapours
    • B01D53/261Drying gases or vapours by adsorption
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/02Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography
    • B01D53/04Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography with stationary adsorbents
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/02Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography
    • B01D53/04Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography with stationary adsorbents
    • B01D53/0407Constructional details of adsorbing systems
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/02Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography
    • B01D53/04Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography with stationary adsorbents
    • B01D53/0462Temperature swing adsorption
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04BPOSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
    • F04B39/00Component parts, details, or accessories, of pumps or pumping systems specially adapted for elastic fluids, not otherwise provided for in, or of interest apart from, groups F04B25/00 - F04B37/00
    • F04B39/16Filtration; Moisture separation
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40003Methods relating to valve switching
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40083Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption
    • B01D2259/40088Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption by heating
    • B01D2259/4009Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption by heating using hot gas
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/402Further details for adsorption processes and devices using two beds

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Drying Of Gases (AREA)

Abstract

Inrichting voor het drogen van samengeperst gas, met een drogerinlaat (2) en een drogeruitlaat (3), welke inrichting (1) minstens twee vaten (4a, 4b) omvat met daarin aangebracht een regenereerbaar droogmiddel (5) en een regelbaar kleppensysteem (8) bestaande uit een eerste kleppenblok (9a) dat de drogerinlaat (2) verbindt met een ingang (6) van de voornoemde vaten (4a, 4b) en een tweede kleppenblok (9b) dat de drogeruitlaat (3) verbindt met een uitgang (7) van de vaten (4a, 4b), waarbij het kleppensysteem (8) zodanig is dat steeds minstens één vat (4b) geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten (4a) het samengeperst gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem (8) de vaten (4a, 4b) achtereenvolgens geregenereerd worden, daardoor gekenmerkt dat elk vat (4a, 4b) voorzien is van een input (11) voor een regeneratiegas waarbij de inrichting (1) voorzien is van een blower (23) voor het aanvoeren van omgevingslucht als regeneratiegas.

Description

Inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het drogen van samengeperst gas.
Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het drogen van
Samfngeperst gas dat afkomstig is van een COMpPressor. 19
Men kent reeds dergelijke inrichtingen, ook wel drogers genaamd, welke twee of meer afzonderiijke vaten omvatten die elk een hceveelheid regenereerbaar droogmiddel of desiccant comvatten, waarbij de vaten elk alternatief en iò afwisselend in werking zijn om samengegerst gas te drogen dour het te drogen samengeperst: Gas er doorheen te leiden en CM gersgenereerd te worden waarbij het droogmiddel wordt
Geregenereerd door het in contact te brengen met een warm gas, ook wel regeneratiegas genaamd.
Met regeneratie wordt hier het proces bedosid waarbij een
MEL vocht verzadigd of bijna verzadigd droogmiddel ontdaan wordt van het geabsorbeerde of geadsorbeerde vocht door het in contact te brengen met een regeneratiegas dat het vocht zal afvoeren uit het droogmiddel, Het droogmiddel zal dan opnieuw kunnen worden zangewend voor het droger.
Door middel van sen gepast Systeem van ieidingen en kleppen kan geschakeld worden tussen de twee vaten.
- BE2022/5476 €
Men kent reeds inrichtingen waarbij men een gedeelte van het gedroogde, samengeperst JAS aftakt via een regeneratieleiding er gebruikt ais regonsratliegas,
Dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit 3 WO2003/043123 Al,
Vaak plaast men in deze regeneratieleiding een Verwarming om het regeneratiegss op te warmen. Dit is gekend uit bijvoorbeeld W0202i/137176 Al,
LE
Alhoewel men door het opwarmen van het regeneratiegas, minder regeneratiegas nodig heeft en dus minder verlies heeft van gedroogd, samengeperst gas, vertoont dergelijke opsteliing een aantal nadelen.
Ten eerste zal de verwarming niet alleen het regenersatiegas opwarmen, maar door verliezen ook de cmgevingslucht en zo onrechtstreeks ook de varen, wat natuurlijk ongewenst is voor de vaten die niet aan het regenereren zijn.
Door de voornoemde verliezen, dient de verwarming ook OD een hogere temperatuur Le werken teneinde een voldoende hoge temperatuur van het recgeneratiegas te krijgen of zal men meer regeneratiegas moeten aftakken, om er voor te kunnen zorgen dat het droogmiddel voldoende geregenereerd kan worden in een aanvaardbare tijdsspanne,
Bovendien wordt dit regeneratiegas na doorgang doorheen het vat afgeblazen wat een verlies inhoudt van gedroogd samengeperst gas.
Men kent ook drogers waarbij de voornoemde verwarming in claats van in de regeneratieleiding in de vaten wordt geplaatst, Dit is evensens bekend uit W02009/043173 Al, 9 5 Een voordeel is dat de warmteverliezen van de voornoemde : verwarming zullen terechtkomen in het vat dat regenereert, 9 dus exact op de locatie waar deze warmte gewenst en nuttig ig,
Een nadeel van deze drogers blijft dat er gedroogd samengeperst: gas wordt gebruikt als regeneratiegas.
Men veriiest dus een deel van het rendement om het droogmiddel te regenereren.
Alhoewel dergelijk type van droger er in slaagt om het samengeperst gas op een voldoende wijze te drogen, is het verbruik van gedroogd samengeperst gas als regeneratiegas te hoog om dergelijke droger als efficiënt te beschouwen,
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
De huidige uitvinding betreft een inrichting voor het drogen van samengeperst gas, met een drcoerinlaat voor te drogen samengeperst gas en een drcgeruitlaat voor gedroogd samengeperst gas, welke inrichting minstens twee vaten omvat met daarin aangebracht een regenereerbaar droogmiddel en een regelbaar kleppensysteem bestaande uit twee kleppenblokken, te weten een eerste kleppenblok dat de voornoemde drogerinlaat verbindt met een ingang van de voornoemde vaten en een twee kleppenblok dat de voornoemde drogeruitlaat verbindt met een uitgang van de voornoemde varen, waarbij het voornoemde kleppensysteem zodanig is dat steeds minstens één vat geregenereerd wordt, terwijl de > andere vaten het samengeperst gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem de vaten elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden, met als kenmerk dat elk vat voorzien is van een input voor een regeneratiegas met daarop aangesloten een regeneratieleiding voor het
LG aanvoeren van het regeneratiegas naar het vat dat geregenereerd wordt, waarbij de regeneratieleiding zich via de input voor regeneratiegas minstens gedeeltelijk tot in de varen uitstrekt, waarbij in de vaten een verwarming is voorzien die zich in de regeneratieleiding situeert voor het copwarmen var het regeneratiegas alvorens het regeneratiegas doorheen het droogmiddel in het vat dat geregenereerd wordt, wordt gestuurd, waarbij de inrichting eveneens voorzien is van een afvoerleiding voor het afvoeren van het regeneratiegas nadat het doorheen het vat 2G dat geregenerserd wordt gepasseerd is, welke afvoerleiding via het kleppensysteem verbonden is met de ingang van de voornoemde vaten, waarbij de inrichting voorzien is van een blower VOOr het aanvoeren van omgevingslucht ais regeneratiegas, 7e ven voordeel is dat voor de regeneratie geen samengeperst gedroogd gas wordt afgesplitst en nadien wordt afgeblazen.
Dit wil zeggen dat al het te drogen samengeperst gas effectief gedroogd = wordt en dat al het gedroogde samengeperst gas aan de eindverbruiker geleverd kan worden.
_ BE2022/5476
Een bijkomend voordeel is dat door het gebruik van de blower het mogelijk is om omgevingslucht aan te zuigen als het regeneratiegas, 5 9 Door middel van de biower kan bovendien het debiet van het ; regeneratiegas geregeld worden door het simpelweg regelen van het debiet van de blower. i0 Dit laat toe om de mate waarin de regeneratie van het droogmiddei gebeurt te regelen door het debiet van de blower te verhogen indien betere regeneratie van het droogmiddel nodig is,
Bij voorkeur is tussen elk vat en het eerste kleppenblok sen tussenblok aangebracht met een eerste doorgang voor te drogen gas die aansluit op de ingang van het betreffende ; var en op het eerste kieppenblok en een tweede doorgang voor regeneratiegas die aansluit op de voornoemde input voor regencratiegas in de vaten, welke doorgang voor regeneraliegas deel uitmaakt van de regeneratieleiding.
Een voordeel van dergelijk tussenblok is dat dit de modulariteit van de droger vergroot waardoor één of meer extra vaten gemakkelijk Loegevoegd kunnen worden omdat in dergeiijke tussenblokken de nodige doorverbindingen voorzien kunnen worden voor te drogen gas, regeneratiegas en eventueel Koslgas. 320 Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding worden de vaten gevormd door geëxtrudeerde profielen,
Dit heeft als voordeel dat de vaten op eenvoudigere wijze en goedkoper geproduceerd kunnen worden in vergelijking met ketels, welke al dan niet voorzien zijn van isolatie langs 5 een binnenzijde en/oË buitenzijde van de geëxirudeerde ; profielen,
Uiteraard is de uitvinding hiertoe niet beperkt, en kunnen de vaten ook op een andere manier vervaardigd worden, 16
Het voorzien van isolstie aan de cginnenzijde en/of buitenzijde van de geëxtrudeerde proïielen zal de efficiëntie aanzienlijk verbeteren aangezien er minder warmte-uitwisseling met de omgeving is, 35
In een persie praktische uitvoeringsvorm komen de regeneratieleidingen samen in een gezamenlijke regeneratieleiding waarop de bloweruitlaat is aangesloten,
In dit geval zal de blower de cmgevingslucht doorheen het vat dat geregenereerd wordt blazen, in een tweede praktische uitvoeringsvorm is de blowerinlaat aangesioten op de afvoerleiding. in dit geval zal de biower omgevingslucht aanzuigen dat eerst doorheen het vat dat geregenereerd wordt zal stromen alvorens door de blower Le passeren,
De uitvinding betreft OOk een compressorinstaliatie voorzien van een compressor met een inlaat voor samen te
_ BE2022/5476 7 persen gas en een uitlaat met een rersleiding voor samengeperst gas, daardoor gekenmerkt dat de compressorinstallatie voorzien is van een inrichting voigens één van de voorgaande conclusies voor het drogen 3 van het door de compressor geleverde debiet samengeperst gas dat doorheen de inrichting wordt geleid voor levering van gedrcogd gas aan gen verbruikersnet via de drogeruitiaat van de inrichting, waarbij hiertoe de persleiding aansluit op de drogerinlaat van de inrichting.
De voordelen van dergelijke compressorinrichting zijn gelijkaardig aan de voordelen van de inrichting volgens de uitvinding.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, ais voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkeie voorkeurdragende uitvoeringsvormern beschreven van een inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding voor het drogen van een samengeperst gas weergeelt volgens het principe van droge lucht koeling, en drukregeneratie;
Figuur 2 een variant van figuur 1 weergeeft, volgens het princine van droge tucht koeling, en vacuimregeneratie; figuur 3 een alternatieve uitvceringsvorm weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding voor het drogen van cen samengeperst gas volgens het principe van blower lucht open lus koeling, en drukregeneratie: : fiquur 4 de uitvoeringsvorm van figuur 3 weergeeft, # doch in een andere stand: { 5 figuur 5 een variant van figuur 3 weergeeft, volgens # hetzelfde principe; { Figuur © een tweede variant van figuur 2 weergeeft, volgens het principe van blower lucht open Ius koeling, en vacuümnregeneratie: : 49 figuur 7 een tweede alternatieve uitvoeringgvorm weergeelt van een inrichting volgens de uitvinding voor het drogen van een sanenceperst gas volgens het principe blower lucht gesloten lus koeling, en vacuünregeneratie; figuur 8 een variant van [figuur 7 weergeeft voigens het principe blower lucht gesloten lus koeling, en drukregeneratie: figuur 3 een derde alternatieve uitvoeringsvorm weergeelt van een inrichting volgens de uitvinding voor het drogen van een samengeperst gas, volgens het principe droge lucht drukkoeling, en droge lucht drukregeneratie; figuur 10 een variant van figuur 9% weergeeft, volgens het principe droge lucht vacuïmkoeling, en droge lucht vacuinregeneratie: figuur 11 een tweede variant van figuur 9 weergeeft, volgens het principe droge lucht drukkoeling, en droge lucht vacuümregeneratie.,
De in figuur 1 schematisch weergegeven inrichting 1 voor het drogen van ssmengeperst gas omvat een drogeriniaat 2 a voor te drogen samengeperst gas en een drogeruitlaat 3 voor gedroogd samengeperst gas.
De inrichting 1 is voorzien van twee vaten da, 4b met 3 daarin aangebracht een regenereerbaar droogmiddel 5.
Het is voor de uitvinding echter niet uitgesloten dat de ; inrichting L meer dan twee vaten da, 4b omvat. Zo kan de inrichting 1 bijvoorbeeld ook vier, zes, acht of tien vaten lj omvatten.
Elk val 4a, 4b is voorzien van een ingang 6 voor gas en een uitgang 7 voor gas.
Verder is de inrichting 1 voorzien van een kleppensysteem 8,
Dit kleppensysteem & bestaat in dit geval uit twee xleppenbiokken 9a, 9b, te weten sen eerste kieppenblok Ja dat de voornoemde drogerinlaat 2 verbindt met de ingang 6 van de voorncemde vaten da, db en een tweede kleppenblok 2b dat de voornoemde drogeruitiaat 3 verbindt met de uitgang 7 van de voornoemde varen da, db, 23 Bet eerste kleppenblok Sa is in dit geval voorzien van twee drie-tweeventielen 10. iet voornoemde kleppensysteem 8 is zodanig dat steeds één vat 40 geregenerserd wordt, terwijl het andere vat Aa het samengeperst gas droogt. Bij meer dan twee vaten £a, 4b zal steeds minstens één val geregenereerd worden terwijl de andere vaten drogen.
Door regeling van het kleppensysteem 8 worden de vaten da, ; 5 46 elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd. î/ In dit geval zal het bovendien zo ziijn dat het voorncemde kleppensysteem 8 zodanig is dat steeds minstens één vat 4b 9 geregenereerd wordt en vervolgens gekoeld wordt, terwiji de
LG andere vaten 4a het samengeperst gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem 8 de vaten Aa, 4b elk cp hun beurt achtereenvolgens geregenereerd en gekoeld worden,
Deze koelstap is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding.
Volgens de uitvinding is elk vat da, db is voorzien van een input 11 voor een regeneratiegas met daarop aangesloten een regeneratieleiding 12 voor net aanvoeren van het regeneratiegas naar het vat da, 4b dat geregenerserd wordt. 22
In dit geval is er tussen elk vat da, 4b en het eerste kleppenblok 9a een tussenblok 13 aangebracht met sen eerste doorgang 14 voor te drogen gas die aansluit op de ingang 6 van het betreffende vat 4a, 4b en op het eerste kleppenblok
Sa en een tweede doorgang 15 voor regeneratiegas die aansiuit op de voornoemde input 11 voor regeneratiegas in de vaten èa, 4b, weike tweede doorgang 15 voor regeneratiegas deel uitmaakt van de regeneratieleiding 12.
Voor elk vat 4a, €b is er een aparte regeneratieleiding 12 voorzien,
N BE2022/5476
In dit geval is in de regeneratieleidingen 12 een regelbare xlep of terugslagklep 16 voorzien, Deze terugslagklep 16 ; laat een gas toe om via de input 11 in de vaten da, 4b te stromen en verhindert dat een gas uit de vaten £a, 4b ; ontsnapt via de input 11, 9 De regeneratieleidingen 12 strekken zich via de input 11 voor regeneratiegças minstens met het gedeelte 12a uit tot 20 in de vaten da, db,
In de vaten da, 4b is een verwarming 17a, 17b voorzien die zich in de regeneratieleiding 12, meer bepaald in het gedeelte 12a van de regeneratieleiding 12, situeert voor het cowarmen van het regeneratiegas aivorens het regeneratiegas doorheen het droogmiddel 5 in het vat 4b dat veregenereerd wordt, wordt gestuurd,
Zoals in de figuren duidelijk blijkt, zijn de vaten da, 4b langs een van hun uiteinden voorzien van een vrije ruinte 18 waarin zich geen droogmiddel 5 bevindt, Het vrije uiteinde 19 van de regeneratieleidingen 12 situeert zich in deze vrije ruimte 18,
Dit verzekert dat de regeneratielucht vrij en zonder hindernissen in het vat 4b kan stromen.
In dit geval wordt deze vrije ruimte 18 gerealiseerd door middel van een rooster 20 dat door sen veer Zl og een 32 afstand van het uiteinde van het vat Za, 4b wordt gehouden,
Dit rooster 20 is doorlaatbaar voor gas maar niet voor droogmiddel 5,
De inrichting 1 is eveneens voorzien van een afvoerleiding 22 voor het aïvoeren van het regeneratiegas nadat het doorheen het vat 4b dat geregenereerd wordt gepasseerd is.
Deze afvoerleiding 22 is via het kleppensysteem 8 en meer cepaald het cerste kleppenblok Sa verbonden met de ingang 6 130 van de voornoemde vaten Áa, 4b,
De inrichting 1 is tevens voorzien van een blower 23 voor net aanvoeren van omgevingslucht als regeneratiegas. in dit geval komen de regeneratieleidingen 12 samen in een : gezamenlijke regeneratieleiding 12 waarop de bloweruitlaat 24 is aangesloten,
Verder is de inrichting 1 in dit geval voorzien van een aftakieiding 25, In dit geval zijn er twee dergelijke aftakieidingen 25 voorzien,
Door middel van de aftakleiding 25 kan een gedeelte van het samengeperste gedroogd gas aan de drogeruitlaat 3 afgetakt worden, Dit afgetakte gas wordt toegepast als koelgas zoals
Later zal uitgelegd worden,
De aftakleiding 25 sluit met één uiteinde aan op de voornoemde drogeruitlaat 3 en met zijn andere uiteinde siuit de aftakleiding 23 aan op de betreffende regeneratieleiding 12 en dit op een punt: gelegen tussen de
_ BE2022/5476 13 voornoemde input 11 en de voornoemde regelbare klep of terugslagklep 16,
In de aftakieidingen 25 zijn expansiemiddelen 28 voorzien voor het expanderen van het gedroogde samengeperst: gas ; alvorens het vis de input 11 in het vat 4b dat op dat
Moment gekveid wordt, terechtkomt.
De werking van de inrichting 1 zoals weergegeven in figuur 30 à is zeer eenvoudig en als volgt.
Tijdens de werking van de inrichting 1 zal via de drogeriniaat 2 te drogen samengeperst Gas aangevoerd worden. Dit gas wordt via het eerste kleppenblok Sa en de zerste doorgang 14 van het tussenblok 13 naar het vat 4a geleid dat zel drogen, in figuur 1 het linkse vat da.
Bij doorgang doorheen dit vat 4a zal het cas gedroogd worden waarbij het droogmiddel 5 in dit var 43 het vocht zal adsorberen uit het gas,
Het gedroogde samengeperste gas kan via het tweede kieppenbick Sb en de drogeruitiaat 3 de inrichting 1 veriaten en geleverd worden aan de eindgebruiker,
Tegelijkertijd zal het andere vat 4b, in figuur 1 het rechte val 4b, in een eerste fase geregenerserd worden waarbij door middel van een regeneratiegas het drcogmiddel 5 gedroogd wordt. 32
De blower 23 zal hiertoe omgevingslucht aanzuigen en via de regeneratieleiding 12 naar het vat 4b dat geregenereerd wordt leiden, 3 De aangezogen omgevingslucht kan hierbij niet naar het vat da dat aan het drogen is stromen zangezien ofwel de druk # van de aangezogen omgevingslucht te laag is om de # terugslagklep 15 te openen tegen de druk van het vat 4a dat { aan het drogen las ofwel omdat de regelbare klec 16 in de fegeneratieleiding 12 gesloten is.
Wanneer de aangezogen omgevingslucht in het gedeelte 12a van de regeneratieleiding 12 komt dat zich uitstrekt in het var 4b zal het opgewarmd worden door de verwarming 176 die cop dit moment is aangeschakeld,
Deze verwarmde omgevingslucht zal als regeneratiegas doorheen het vat 4b stromen en hierbij het droogmiddel 5 van vocht ontdoen,
Vervoigens verlaat dit regeneratiegas via de eerste doorgang 14 van het tussenblok 13 en het eerste kieppenblok
Za de inrichting 1 via de afvoerleiding 22.
Na deze eerste fase wordt het vat 4b gekceld. Hiertoe wordt via de betreffende aftakleiding 25 een klein gedeslte van net gedroogde samengeperste gas afgetakt en geëzpandeerd waardoor het gekoeld wordt.
Via de regeneratieleiding 12 komt dit koele of koude koelgas in het val db terecht alwaar het warmte val ontirekken van het droogmiddei 5. De verwarming 17b is nierbij uitgeschakeld,
Vervolgens verlast ook dit koelgas via de eerste doorgang 14 van het tussenblok 13 en het eerste kleppenblok Ja de inrichting 1 via de afvoerleiding 22,
Figuur 2 geeft een variant weer van figuur 1, waarbij in dit geval de bioweriniaat 31 is aangesloten op de afvoerleiding 22. Tevens is de inrichting 1 voorzien van cen afplaasopening 27 voor het koelgas welke afblaascpening 27 via het eerste kleppenblok Ja verbonden is met de ingang 6 van de vaten 4a, 4b,
De werking van de inrichting 1 uit figuur 2 is zeer analoog aan de werking van de inrichting 1 uit figuur 1. in dit geval zal het regeneratiegas aangesugen worden via de biower 23 waarbij de omgevingslucht door de aanzuigende werking van de blower 23 via de regeneratieleiding 12 de inrichting 1 binnenkomt en vervoigens via het vat Ab en het eerste kleppenblok Ja verder naar de afvoerleiding 22 en de blower 23 Loe gezogen wordt.
Dit principe van regeneratie wordt ook vacuûnregeneratie genoemd. Het regeneratieprinoipe uit figuur 1 wordt drukregeneratie genoemd,
Merk op dat het voor de uitvoeringsvorm van figuur 1 mogelijk is om een vacuûmregeneratie Le realiseren door simpeiweg de blower 23 om te draaien, waarbij de blowerinlaat 31 aangesloten is op de regeneratieleiding 12.
Gp geiijkaardige wijze kan in de uitvoeringavorm van figuur 2 een drukregeneratie gerealiseerd worden door de blower 23 om te draaien, waarbij de bloweruitlaat 23 aangesloten 3 wordt on de afvcerleiding 22,
Terugkerende naar de uitvoeringsvorm van figuur 2, zal voor de koeling van het vat 4b in dit geval het koelgas na doorgang doorheen de hele inrichting ! deze verlaten via de ; 10 voornoemde aftciaasopening 27 in plaats van via de : afvoerleiding 22,
Um dit te realiseren is in de afvoerleiding 22 Lussen de slower 23 en het eerste kleppenblok 9a een afsluitbare klep 28 voorzien die tijdens de koelfase afgesloten wordt zodat het koelgas via de afblaasopening 27 ontsnapt.
De in figuur 3 weergegeven alternatieve uitvoeringsvorm verschilt van figuur 1 in het feit dat de aftakleiding 25 alwezig is. Verder zijn de terugslagkleppen 16 in de regeneratieleidingen 12 vervangen door afsluitbare klep 28.
Het grote verschil van deze uitvoeringsvorm is dat nu als koelgas omgevingslucht zal gebruikt worden in plaats van afgetakt gedroogd samengeperst gas, Dit wordt hieronder verduidelijkt. Het koelprincipe van deze uitvoeringsvorm is volgens het blower lucht principe, waarbij door de blower aangevoerde omgevingslucht gebruikt wordt voor de koeling terwijl het koelprincipe van de vorige twes uitvoeringsvormen via het droge lucht kvelprincipe verloopt waarbij gedroogd samengeperst gas wordt aangewend voor de koeling,
Hiertoe is de inrichting 1 voorzien van een kleppeninrichting 29 die het mogelijk maakt om de { voornoemde biower 22 op verschillende manieren aan te { siuiten op de inrichting 1. In fiquren 3 en 4 zijn de twee standen van deze kleppeninrichting 29 weergegeven,
Figuur 3 toont de stand van de xleppeninrichting 29 waarbij de bloweruitliaat 24 verbonden is met de regeneratie:eidingen 12 voor het aanvoeren van een regeneratiegas naar het vat 4b dat geregenereerd wordt, en tegelijkertijd de afvoerleiding 22 verbonden is met een 9 15 afblaasopening 27 voor het fegeneratiegas. 9 in deze stand zal het rechtse vat db geregenereerd worden : waarbij het regeneratiegas aangezogen wordt door de blower ; 23 via de regeneratieleiding 12 en de geopende afsluitbare kiep 28 in het vat 4b terechtkomen. Net zoals in de vorige
Uitvoeringsvorm van de figuren 1 en 2 zal hierbij de verwarming 17b aangeschakeld zijn om het: regeneratiegas te verwarmen,
Na doorgang doorheen dit vat 4b zal het regeneratiegas vie de eerste doorgang 14 van het tussenblok 13, het eerste xieppenoiok Sa, de afvoerleiding 22 en de kieppeninrichting 23 de inrichting 1 verlaten Langs de vocornoemde afblaasopening 27,
Figuur 4 toont de stand van de kleppeninrichting 29 waarbij de bloweruitlaat Z4 verbonden is met de afvoerleiding 22 voor het aanvoeren van een koelgas naar het var 4b dat gekoeld wordt en tegelijkertijd de regeneratieleidingen 12 9 verbonden zijn met de voornoemde afbisasopening 27 voor het { 5 koeigas. in deze stand zal het rechtse vat 4b gekoeld worden waarbij # het koeigas aangezogen wordt door de blower 23 en via de { afvoerleiding 22 en het eerste klegpenblok Sa in het vat 4b { 10 terechtkomen, Net zoals in de vorige uitvoerinosvorm van de # figuren 1 en 2 zal hierbij de verwarming 17b uitgeschakeld zijn.
Na docorgang doorheen dit vat 4b zal dit koelgas vie de regeneratieleiding 12 an de gecpende betreffende afsiuithare klep 28 en de kleppeninrichting 29 de inrichting 1 verlaten langs de voornoemde afblaascoening 27.
In figuren 3 en 4 is de kleppeninrichting 29 voorzien van een vierwegklep 30, Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding hiertoe echter niet beperkt is en dat de kieppeninrichting 2% op veel verschillende manieren gerealiseerd kan worden zolang zij maar de hoger beschreven functies vervult.
Ais voorbeeld en zonder enig beperkend karakter is in figuur 5 een variant van figuur 3 weergegeven waarbij in dit geval het kleppensysteem 8 een aantal afsluitbare kiepcen 28 omvat,
Merk op dat het in de uitvoeringsvormen van figuren 3, 4 en mogelijk is om het principe van vacuïmregeneratie toe te passen door de blower 23 om te draaien, waarbij de biowerinlaat 31 verbonden wordt met de regeneratieleidingen 5 12 of de afvoerleiding 22. Merk op dat het omdraaien van de ciower 23 ook in hieronder besproken uitvoeringsvormen ; mogelijk is,
In de uitvoeringsvormen van figuren 3 tot 5 werd de id regeneratie gerealiseerd door middel van drukregeneratie.
Piguur 6 geeft een variant weer van figuur 3 waarbij de regeneratie gerealiseerd wordt door middel van vacuimregenerarie,
Hiertoe is de inrichting 1 voorzien van een kleppeninrichting 29 die toelaat om ofwel de blowerinlaat 31 te verbinden met de afvoerleiding 22 voor het aanzuigen var een regeneratiegas doorheen het var 4b dat geregenerserd wordt ofwel de bloweruitlaat 24 te verbinden met de afvoerleiding 22 voor het aanvoeren van een kcelgas voor het vat db dat gekoeld wordt,
Zoals uit deze figuur duidelijk blijkt zal tijdens regeneratie de blower 23 ongevingalucht aanzuigen die via de regeneratieleiding 12, het vat 4b dat geregenereerd wordt, het eerste kleppenblok Za en de afvoerleiding 22 tot aan de blower 23 aangezogen wordt en via de bloweruitlaat 24 de inrichting 1 verlaten. Ook hier weer ral de verwarming 17b in het betreffende vat db aangeschakeld zijn.
In de andere stand van de kleppeninrichting 29, niet in de figuren weergegeven Maar zeer analoog aan de uitvoeringsvorm van figuren 3 en 4, zal de blower 73 omgevirngslucht kunnen aanzuigen als xoelgas dat via de & afvoerleiding 22 en het eerste kleppenblok Ja in het vat 4b dat gekceld wordt terechtkomt: alvorens dit de inrichting 1 verlaat vla de afvoerleiding 22. In dit gevai zal de verwarming 17b uitgeschakeld zijn. Dit principe wordt open ius koeling genoemd.
Figuur 7 geeft een tweede alternatieve uitvoeringsvorm weer van sen inrichting 1 volgens de uitvinding, welke verschilt van Ïiguur 6 in het feit dat er een terugkoppelleiding 32 is voorzien die loopt vanaf de blowerinlaat 31 tot een punt op de regeneratieleiding 12 zodanig dat een gesloten circuit gevormd wordt voor troelgas bestaande uit de regeneratieleidingen 12, de Lerugkoppelleiding 32 en de aivoerleiding 22 wanneer de bloweruitlaat 24 verbonden is met de afvoerleiding 22 voor het aanvoeren van een koeligas naar het var 4b dat gekoeld wordt, Waarbij in deze terugkoppelleiding 32 een afsluitbare kleo 28 is voorzien en een koeler 33 voor het koelen van regeneratiegas. in dit geval zal tijdens de regeneratie het regeneratiegas hetzelfde pad volgen als beschreven voor figuur 6, Hierbij zai de safsluitbare klep 28 in de terugkopopelleiding 32 gesloten zijn en zal eveneens de verwarming 17b in het betreffende vat 4b dat veregenereerd wordt aangeschakeld zijn.
N BE2022/5476 21
Voor wat petreit de koeling van het vat 4b zal het door de blower 23 aangezogen kcelgas na regeneratie nu een gesloten pad doorlopen dcorheen de inrichting 1 zoals hoger ; beschreven, ; In plaats van steeds nieuwe omgevingslucht aan te zuigen ais koelgas, zoals het geval in figuur 6, zel nu een 9 hergebruik of recyclage van het kvelgas gebeuren waarbij na doorgang doorheen het vat Ab net kcelgas in de terugkoppelieiding 32 gekceld wordt alvorens het door de biower 23 terug naar dit vat 4b gestuurd wordt. Dit principe wordt gesloten lus koeling genoemd, ; Zen voordeel is dat door niet steeds verse of nieuwe omgevingslucht aan te zuigen ook niet steeds bijkomende vochticheid, welke onvermijdelijk aanwezig is in omgevingslucht, wordt geïntroduceerd in dit vat 4b,
Figuur 8 is een variant van figuur 7 waarbij ook hier weer het kcelgas een gesloten pad doorloopt. Het verschil zit in het eit dat daar waar figuur 7 de regeneratie cebeurde door middel van het principe van vacuimregeneratie dit in figuur 8 gebeurt door middel van drukregeneratie net zoals in figuur 3. 25 .
Hiertoe is de kleppeninrichting 29 zoels weergegeven in figuur 3 aangepast en voorzien van sen terugslagklep 16 die verhindert dat cas via de afblaasopening 27 de inrichting 1 kan veriaten wanneer de xleppgeninrichting 29 de regeneratieleiding 12 verbindt met de Voornocemde afbia@sopening 27, en dat de inrichting 1 voorzien is van een Lerugkoppelleiding 32 die loopt vanaf de blowerinlaat 31 tot een punt op de regeneratieleiding 12 zodanig dat een gesloten circuit gevormd wordt voor koelgas bestaande uit de regeneratieleldingen 12, de terugkoppelleiding 32 en de ; 5 afvoerleiding 22 wanneer de blowerultlaat 24 verbonden is met de afvoerleiding 22 voor het aanvoeren van een koelgas naar het var 4b dat gekoeld wordt, waarbij in deze ; Yerugkopnpelleiding 32 een afsluitbare klep 28 is voorzien en een koeler 33 voor het koelen van regeneratiegas.
Voor de regeneratie zal de blower 23 omgevingslucht aanzuigen die doorheen ce terugslagklep 16 in de regeneratieleiding 12 en het vat 4b dat geregenereerd wordt kan terecht komen zoals de situatie in figuur 3.
Voor de koeling zal de door de blower 23 aangezogen omgevingslucht doorheen de inrichting 1 kunnen circuleren dankzij de terugkoppelleiding 32, zoals de situatie in figuur 7,
Figuur 9 geeft een derde alternatieve uitvoeringsvorm weer, welke zeer gelijkaardig is aan de uitvoeringevorm van figuur 3 en waarbij bijkomend de inrichting 1 is voorzien van een ketel 34 gevuld met een regenereerbaar droogmiddel 5 die is opgenomen tussen de regeneratieleidingen 12 en de kieppeninrichting 29 zodanig dat wanneer de bloweruitlaat
ZA door de kleppeninrichting 29 verbonden is met de regeneratieleidingen 12, het regeneratiegas doorheen de kerel 34 moet passeren en zodat wanneer de regeneratieleidingen 12 verbonden zijn met de afblassopening 27 het koelcas doorheen de ketel 34 moet passeren,
Bi} voorkeur is het inwendig volume van de ketel 34 maximaal 1/3 of maximaal 1/4 van het inwendig volume van één van de voornoemde minstens twee vasten da, 4b.
De voorkeurdragende maximale afmetingen van de ketel 34, zuilen afhangen van de verwachtte omgevingsparameters.
Indien de relatieve vochtigheid 100% bedraagt, is het inwendig volume van de ketel 34 bij voorkeur 1/3 van het inwendig volume van de voornoemde vaten da, db.
Indien de relatieve vochtigheid 70% bedraagt, is het inwendig volume van de ketel 34 bij voorkeur 1/4 van het inwendig volume van de voornoemde vaten Aa, Ab,
Dergelijk volume van de ketel 34 voorziet in voldoende droogmiddel 5 om het hieronder beschreven droog- en regeneratieproces goed te kunnen uitvoeren of realiseren,
Tijdens regeneratie zal het door de blower 23 aangezogen regeneratiegas doorheen de vcornoemde ketel 34 passeren en dus gedroogd worden, waardoor de regeneratie van het vat 4b optimaal en efficiënt zal verlopen. De regeneratie van het vat 4b is verder zoals beschreven zoals figuur 3.
Bijkomend zal tijdens de regeneratie het droogmiddel 5 uit de ketel 34 verzadigd worden met vocht uit de omgevingslucht.
Tijdens het koelen van het vat 4b zal de door de blower 23 zangezogen omgevingslucht na passage door het vat 4b dat gekoeld wordt de inrichting 1 verlaten na passage door de 9 5 xetel 34. De koeling van het vat 4b is verder zoals 9 beschreven voor fiquur 4.
Het koelgas is na passage door het vat 4b dat gekoeld wordt ; opcewarmd en zal daardoor het droogmiddel 5 in de ketel 34 regenereren,
Dit wil zeggen dat de ketel 34 in een volgende fase opnieuw regeneratiegas kan drogen, à 15 Piguur 10 is een variant van figuur 9, Daar waar figuur © drukregeneratie betrof en ook voor de koeling een drukkoeiing betrof aangezien de blower 23 zangezogen omgevingslucht doorheen de inrichting 1 duwde, betreft figuur 10 een vacuûmregeneratie en ook vacuûmkoeling waarbij de blower 23 omgevingslucht aanzuigt via de inrichting 1. Met andere woorden de lucht die de blower 23 aanzuigt is door de inrichting 1 gepasseerd alvorens door de blower 23 te stromen,
Om dit te realiseren zijn een aantal wijzigingen aangebracht aan de inrichting 1 en meer specizal aan de oriëntatie van de blower 23 en de kleppeninrichting 29.
Deze wijzigingen komen er op neer dat de kieppeninrichting 29 toelaat om ofwel: - de bloweriniaat 31 te verbinden met de afvoerieiding 22 voor het aanvoeren van een regeneratiegas naar het vat 4b dat gerecenereerd wordt, en tegelijkertijd de regeneratieleidingen 12 te verbinden met een aanzuigopening 35 voor het regeneratiegas: ofwel om: ; 5 - blioweriniaat 31 te verbinden met de regeneratieleidingen 12 voor het aanvoeren van een koelgas naar het vat 4b dat gekoeld wordt en tegelijkertijd de afvoerleiding 22 te verbinden met de voornoemde aanzuigopening 35 voor het koslcas. 12
Verder omvatten de voornoemde wijzigingen dat de ketel 34 is opgenomen tussen de receneratieleidingen 12 en de # kleppeninrichting 29 zodanig dat wanneer de blowerinlaat 31 { door de kleppeninrichting 29 verbonden is met de afvoerleiding 22, het regeneratiegas doorheen de ketel 34 # moet passeren alvorens naar het vat da, 4b gestuurd te { worden dat geregenereerd wordt en zodat wanneer de { bioweriniaat 31 door de kieppeninrichting 29 verbonden is [ met de regeneratieleidingen 12 het koelgas dcorheen de
ZU ketel 34 moet passeren alvorens het de inrichting 1 verlaat.
De regeneratie en de koeling gebeurt gelijkaardig als in figuur 3,
Figuur 11 geeft een tweede variant weer van figuur 9, die nauw samenhangt met de uilvoeringsvorm van [figuur 56. Het komt er cp neer dat de ketel 34 uit figuur 9 is toegevoegd aan de variant van figuur 6,
Hiertoe is de ketel 34 éangesioten op de regeneratieleidingen 12 zodanig dat wanneer de blowerinlaat 31 verbonden is met de afvoerleiding 22 het aangevoerde regeneratiegas doorheen de ketel 34 moet passeren en zodaniq dat wanneer de bloweruitlaat 24 verbonden is met de afvoerleiding 22 het koeigas via de ketel 34 moet passeren om de inrichting ! te verlaten.
In dit geval is de regeneratie gebaseerd op het principe van vacuûmregeneratie en is de koeling gebaseerd op het principe van drukkoeling.
De regeneratie en de xoeling wordt cerealiseerd op zeer gelijkaardige wijze als in figuur €, Eet princige van het 25 drogen van de omgevingslucht van de ketel 34 en het regenereren van het droogmiddel 5 in de ketel 34 door het koelgas, is zoals beschreven voor figuren 9 en 10.
Zoals te zien is in de figuren, zijn de vaten da en 4b elk uitgerust met een temgeratuursensor 36. Deze temperatuursensoren 36 zuilen de Lemperatuur van het regensratiegas meten, Tijdens de regeneratie van een vat da of 4b, zal de betreffende verwarming 178, 175 aangeschakeld zijn in dit vat da of db. De verwarming 17a, 175 zal aangeschakeld of uitgeschakeld worden tot de temperatuursensor 36 de gewenste Lemperakuur opmeet.
De huidige uitvinding is geenszins begerkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder tuiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims (1)

  1. Conclusies,
    9 1.- Inrichting voor het drogen van samengeperst gas, met ; 5 zen drogerinlaat {2} voor te drogen samengeperst gas en een drogeruitlaat (3) voor gedroogd samengeperst gas, welke inrichting {1} minstens twee vaten (da, 4b} omvat met daarin aangebracht een regenereerbaar droogmiddel (5) en cen regelbaar kleppensysteem (83 bestaande uit twee kleppenblokken (Da, 9b), te weten een eerste kieppenblok {9a) dat de voornoemde drogerinlaat (2) verbindt met een ingang (6} van de voornoemde vaten (da, 4b} en een tweede kleppenblok {9b} dat de voornoende drogeruitlaat (3) verbindt met een uitgang {7} van de voornoemde vaten (da, 4h}, waarbij het voornoemde kleppensysteem{&} zodanig is ; dat steeds minstens eén vat (4b) geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten (da) het samengeperst gas drogen, waarpij door regeling van het kleppensysteem (8) de vaten ida, 4b} eik op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden, daardoor gekenmerkt dat elk vat (4a, 4b} voorzien is van een input (11) voor een regeneratiegas met daarop aangesioten een regeneratieleiding (12) voor het aanvoeren van het regeneratiegas naar het vat (4b) dat geregenereerd wordt, waarbij de regeneratieleiding {12} zich via de input {11} voor regeneratiegas minstens gedeeltelijk tot in de vaten (da, 4D) uitstrekt, waarbij in de vaten (da, db} een verwarming {17a, 17b) is voorzien die zich in de regeneratieleiding (12) situeert vcor het opwarmen van het regeneratiegas alvorens het regeneratiegas doorheen het 38 droogmiddel {5} in het vat (4b) dat geregenereerd wordt, wordt gestuurd, waarbij de inrichting {1} eveneens voorzien is van een afvoerleiding (22) voor het afvoeren van het regeneratiegas nadat het doorheen het vat {4b) dat geregenerserd wordt gepasseerd is, welke afvoerleiding (22) via het kleppensysteem {8} verbonden is met de ingang (6) van de voornoemde vaten (4a, 40), waarbij de inrichting {1} voorzien is van een blower (23) voor het aanvoeren van { omgevingslucht als regeneratiegas, waarbij de à regeneratielsidingen (12) samenkomen in een gezamenlijke regeneratieleiding {12} waarop de bloweruitlaat (24) of 9 to Lbloweriniaat {31} is aangesloten, waarbij voornoende kleppensysteem (€) zodanig is dat steeds minstens één vat (40) geregenereerd wordt en vervolgens uekoeld wordt, terwijl de andere vaten (4a) het samengeperst gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem (8) de varen (da, 40) elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd en gekceld worden en waarbij de inrichting (13 voorzien is van een kleppeninrichting (29) die toelaat om ofwel: - de bioweruitlaat (24}, respectievelijk de blowerinlaat (321) te verbinden met de regeneratieleidingen {12} voor het aanvoeren van een regeneratiegas naar het vat (db} dat geregenereerd wordt, en Legelijkertijd de afvoerleiding (22) te verbinden met een afblaasopening (27) voor het reçeneratiegas; ofwel om: - de bioweruitlaat {24}, respectievelijk de blowerinlaat (31) te verbinden met de afvoerleiding {22} voor het aanvoeren van een koelgas naar het var {db} dat gekoeld wordt en tegelijkertijd de regeneratieleidingen {12} te verbinden met de voornoemde afblaasopening (27) voor het zoelgas, waarbij voorncemde inrichting {1} voorzien is van een ketel 134} gevuld met een regenereerbaar droogmiddel {5} die is opgenomen tussen de regeneratieleidingen (12} en de kieppeninrichting (29) zodanig dat wanneer de bloweruitliaat (24) door de kieppgeninrichting {23} verbonden is met de regeneratieleidingen (12), het regeneratiegas doorheen de ketel {34} moet passeren en zodat wanneer de ; 3 regeneratieleidingen (22) verbonden zijn met de afblaasopening {27} het koelgas doorheen de ketel (343 moet : passeren,
    2. Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat tussen elk vat {4a, 4b) en het eerste kleppenhlok ({59a) een tussenbiok {13} is aangebracht met een serste doorgang (14) voor te drogen gas die aansluit op de ingang (6) van het betreffende vat (da, 4b} en op het eerste kleppenblok {a} en een tweede doorgang {15} voor regeneratiegas die aansluit op de voornoemde inout {11} voor regeneratiegas in de vaten (4a, db}, welke doorgang {24} voor regeneratiegas deel uitmaakt van de regeneratieleiding (12),
    3. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vaten (4a, 4b} gevormd worden door geëztrudeerde profielen, welke al dan niet voorzien zijn van isolatie langs een binnenzijde en/of buitenzijde van de geëxtrudeerde profielen,
    4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de regeneratieleidinsgen (12) een regelbare klep of terugslacklep (16) is voorzien.
    3. inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de inrichting {1} een aftakleiding {25} omvat voor het aftakken van samengeperst gedroogd gas aan de voornoemde drogeruitlaat {3} van de inrichting (1), welke aftakleiding {25}; aansluit op de vcorncemde regeneratieleidingen (12) co een punt gelegen tussen de input {11} van de vaten {da, 4b3 en de regelbare klep of de terugslagklep {16} voorzien in ; 5 de regeneratieleidingen (123, waarbij in de aftakleiding { (25) expansiemiddelen (256) zijn voorzien voor het 9 expanderen van het gedroogd samengeperst gas alvorens het ; via de input (11) in het vat {4b} dat gekoeld wordt terechtkomt als een koelgas, 9 20
    : G.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, î daardoor gekenmerkt dat de voorncemde kieppeninrichting ; (29) voorzien LE van een terugslagklep (16) die verhindert dat gas via de afblaasopening (27) de inrichting {1} kan verlaten Wanneer de kleppeninrichting (29) de : regeneratieleiding (12) verbindt met de voornoemde afblaasopening {27}, en dat de inrichting {1} voorzien is van een Lerugkoppelleiding (32) die loopt vanaf de bioweriniaat (31) tot een punt op de regeneratieleiding {12} zodanig dat een gesloten circuit gevormd wordt voor koelgas bestaande uit de regeneratieleidingen 12, de terugkoppelieiding (32) en de afvoerleiding (22) wanneer de bioweruitlaat {24} verbonden is met de afvoerieiding (22) voor het aanvoeren van een koelgas maar het vat {4b} dat gekoeld wordt, waarbij in deze terugkoppelleiding (32) een afsluinbare klep (28) is voorzien en een koeler {33}; voor het koelen van regeneratiegas.
    f. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde inrichting {1} voorzien is van een kieppeninrichting (29) die toelaat om
    _ BE2022/5476 ofwel: - de blowerinlaat {31} Le verbinden met de afvoerleiding {22} voor het aanvoeren van een regeneratiegas naar het vat db} dat geregenereerd wordt, en tegelijkertijd de regeneratieleidingen (12) te verhinden met gan aanzuigopening (35) voor het regeneratiegas; ofwel om: - blowerinlaat {313 te verbinden met de regeneratieleidingen (L2} voor het aanvoeren van een koeligas naar het vat (4b) dat gekoeld wordt en tegelijkertijd de afvoerleiding (27) te verbinden met de voornoemde aanzuigopening (35) voor het koelgas; waarbij de voornoemde inrichting {1} voorzien is van een ketel (34) gevuld met een regenerserbaar drvogmiddel (5) die is cpgenomen tussen de regeneratieleidingen (123 en de : is kleppeninrichting (29) zodanig dat wanneer de bloweriniaat (31) door de kleppeninrichting (29) verbonden is met de afvoerleiding (22), het regeneratiegas doorheen de ketel {34} moet passeren alvorens naar het vat (4b) gestuurd te ; worden dat geregenereerd wordt en zodat wanneer de { 20 Liowerinlaat (31} door de kleppeninrichting (29) verbonden is met de regeneratieleidingen {12} het kcelgas doorheen de ketel (34; moet passeren alvorens het de inrichting {1} veriaat.
    8. Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kleppeninrichting {29} een vierwegkiep {30} omvat en/of dat de kleppeninrichting (29) een aantal afsluitbare kleppen (26) omvat. 3,- Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het inwendig volume van de ketel
    {34} maximaal 1/3 of maximaal 1/4 is van het inwendig volume van èèn van de voornoemde minstens twee vaten (4a,
    40). id, Compressorinstaillatie voorzien van een compressor met { een inlaat voor samen te persen gas en een uitlaat (293 met ; sen persleiding voor samengeperst gas, daardoor gekenmerkt: dat de compressorinstallatie voorzien is van een inrichting {1} volgens één van de voorgaande conclusies voor het drogen van het door de compressor geleverde debiet samengeperst gas dat doorheen de inrichting (1) wordt geleid voor Levering van gedroogd gas aan een verbruikersnet via de drogeruitlaat (33 van de inrichtine (1), waarbij hiertoe de persleiding aansluit op de drogeriniaat (2) van de inrichting {1}.
BE20225476A 2022-06-16 2022-06-16 Inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting. BE1030642B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225476A BE1030642B1 (nl) 2022-06-16 2022-06-16 Inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting.
CN202321521886.5U CN220310110U (zh) 2022-06-16 2023-06-15 用于干燥压缩气体的装置和压缩机设备
CN202310711187.5A CN117244367A (zh) 2022-06-16 2023-06-15 用于干燥压缩气体的装置和压缩机设备
PCT/IB2023/056180 WO2023242785A1 (en) 2022-06-16 2023-06-15 Device for drying compressed gas and compressor installation provided with such device.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225476A BE1030642B1 (nl) 2022-06-16 2022-06-16 Inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030642A1 BE1030642A1 (nl) 2024-01-18
BE1030642B1 true BE1030642B1 (nl) 2024-01-22

Family

ID=82218456

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225476A BE1030642B1 (nl) 2022-06-16 2022-06-16 Inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting.

Country Status (3)

Country Link
CN (2) CN220310110U (nl)
BE (1) BE1030642B1 (nl)
WO (1) WO2023242785A1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2205340A1 (en) * 2007-10-04 2010-07-14 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Method for drying a compressed gas
EP3075433A1 (en) * 2015-04-03 2016-10-05 Ingersoll-Rand Company Blower purge dryer with cooling apparatus and methology
US9744496B1 (en) * 2016-04-15 2017-08-29 Beko Technologies Gmbh Method for controlling an adsorption dryer for the treatment of compressed gas
WO2021137126A1 (en) * 2020-01-02 2021-07-08 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Drying device and method for drying compressed gas
WO2022074507A1 (en) * 2020-10-09 2022-04-14 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Device and method for drying compressed gas and a compressor installation provided with such device

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2205340A1 (en) * 2007-10-04 2010-07-14 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Method for drying a compressed gas
EP3075433A1 (en) * 2015-04-03 2016-10-05 Ingersoll-Rand Company Blower purge dryer with cooling apparatus and methology
US9744496B1 (en) * 2016-04-15 2017-08-29 Beko Technologies Gmbh Method for controlling an adsorption dryer for the treatment of compressed gas
WO2021137126A1 (en) * 2020-01-02 2021-07-08 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Drying device and method for drying compressed gas
WO2022074507A1 (en) * 2020-10-09 2022-04-14 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Device and method for drying compressed gas and a compressor installation provided with such device

Also Published As

Publication number Publication date
CN117244367A (zh) 2023-12-19
CN220310110U (zh) 2024-01-09
WO2023242785A1 (en) 2023-12-21
BE1030642A1 (nl) 2024-01-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1023062A1 (nl) Inrichting voor het drogen van een samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting.
JP2005315570A (ja) 乾燥装置
BE1022637B1 (nl) Droger voor samengeperst gas compressorinstallatie voorzien van zulke droger en werkwijze voor het drogen van gas
CN101405070A (zh) 一种用于干燥压缩气体的装置和使用该装置的方法
US5925169A (en) Method and device for drying a gas which has been compressed by a compressor
NO323887B1 (no) Hoytrykkskammer og anordning for gassbehandling av produkter.
JP2011242126A (ja) 少なくとも1つの貯留容器内でばら材を乾燥させるための装置
CN105492852A (zh) 利用温差的干燥方法、干燥设备和干燥***
BE1030642B1 (nl) Inrichting voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting.
US11745134B2 (en) Device and method for drying compressed gas and a compressor installation provided with such device
WO2005038369A3 (de) Vorrichtung und verfahren zum trocknen von behandlungsgut
RU2007141916A (ru) Конвейерная сушилка многоярусного типа, в часности для плитообразных изделий
BE1027364B1 (nl) Drooginrichting en werkwijze voor het drogen van een samengeperst gas
BE1027958B1 (nl) Drooginrichting en werkwijze voor het drogen van samengeperst gas
BE1027361B1 (nl) Compressorinstallatie en werkwijze voor het leveren van samengeperst gas
US20090158615A1 (en) Method for Drying Wood Combined Into Stacks
BE1029596B1 (nl) Regeneratiemiddelen en drooginrichting voor het drogen van samengeperst gas.
BE1023062B1 (nl) Inrichting voor het drogen van een samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting.
JP4421235B2 (ja) 乾燥パスボックス
KR20130104868A (ko) 식품 건조기의 베이스
KR102389852B1 (ko) 진동타입 진공 건조 시스템
BE1030816B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het drogen van een samengeperst gas afkomstig van een compressor
BE1027873B1 (nl) Werkwijze voor het drogen van samengeperst gas
KR20130078828A (ko) 중온건조장비
RU2158805C1 (ru) Устройство управления подъемно-копающими механизмами

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20240122