BE1030638A1 - Optimalisatie van ballaststuring voor het lossen van een binnenschip - Google Patents

Optimalisatie van ballaststuring voor het lossen van een binnenschip Download PDF

Info

Publication number
BE1030638A1
BE1030638A1 BE20225779A BE202205779A BE1030638A1 BE 1030638 A1 BE1030638 A1 BE 1030638A1 BE 20225779 A BE20225779 A BE 20225779A BE 202205779 A BE202205779 A BE 202205779A BE 1030638 A1 BE1030638 A1 BE 1030638A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
ballast
maneuver
vessel
container
containers
Prior art date
Application number
BE20225779A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030638B1 (nl
Inventor
Peter Geirnaert
Original Assignee
Opleidingscentrum Voor Hout En Bouw
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Opleidingscentrum Voor Hout En Bouw filed Critical Opleidingscentrum Voor Hout En Bouw
Publication of BE1030638A1 publication Critical patent/BE1030638A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030638B1 publication Critical patent/BE1030638B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B43/00Improving safety of vessels, e.g. damage control, not otherwise provided for
    • B63B43/02Improving safety of vessels, e.g. damage control, not otherwise provided for reducing risk of capsizing or sinking
    • B63B43/04Improving safety of vessels, e.g. damage control, not otherwise provided for reducing risk of capsizing or sinking by improving stability
    • B63B43/06Improving safety of vessels, e.g. damage control, not otherwise provided for reducing risk of capsizing or sinking by improving stability using ballast tanks
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06QINFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES; SYSTEMS OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G06Q10/00Administration; Management
    • G06Q10/08Logistics, e.g. warehousing, loading or distribution; Inventory or stock management
    • G06Q10/083Shipping
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B25/00Load-accommodating arrangements, e.g. stowing, trimming; Vessels characterised thereby
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/28Barges or lighters
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G67/00Loading or unloading vehicles
    • B65G67/60Loading or unloading ships

Landscapes

  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Economics (AREA)
  • Marketing (AREA)
  • Quality & Reliability (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Development Economics (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Entrepreneurship & Innovation (AREA)
  • Human Resources & Organizations (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Operations Research (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Strategic Management (AREA)
  • Tourism & Hospitality (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Business, Economics & Management (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)
  • Management, Administration, Business Operations System, And Electronic Commerce (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een optimalisatie van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip die het selecteren omvat van een container om uit een vaartuig te worden gelost, en het bepalen van een ballastmanoeuvre om na het verwijderen een vastgesteld niveau van het vaartuig te handhaven. Het bepaalde ballastmanoeuvre wordt vervolgens uitgevoerd en daarna kan een groep mogelijke volgende containers om te worden gelost worden geïdentificeerd. Voor elk van de mogelijke volgende containers kan een overeenkomstig ballastmanoeuvre worden bepaald. Vervolgens wordt de ene van de mogelijke volgende containers geselecteerd die geassocieerd is met een overeenkomstig ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is. Ten slotte wordt het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is uitgevoerd. Op die manier wordt een ballaststuring geoptimaliseerd om de nodige ballastmanoeuvres te minimaliseren door het kiezen van een strategische volgorde voor het lossen van de containers op het vaartuig.

Description

1 BE2022/5779
OPTIMALISATIE VAN BALLASTSTURING VOOR HET LOSSEN VAN EEN
BINNENSCHIP
STAND VAN DE TECHNIEK
[0001] Vakgebied van de uitvinding
[0002] De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het vakgebied van het aanleggen van een binnenschip en het laden en lossen van een lading op binnenwateren.
[0003] Beschrijving van gerelateerde techniek
[0004] Het besturen van een vaartuig op een waterweg hangt nauw samen met de ligging van het vaartuig en met het vermogen dat wordt toegepast op een krachtbron die het vaartuig aandrijft volgens een vector die bepaald wordt door de ligging ervan. Anders dan bij andere vormen van transport vereist het besturen van een drijvend vaartuig echter ook een aanpassing aan de diepte van de waterweg, aangezien de diepte van de waterweg een invloed heeft op de bevaarbaarheid van de waterweg voor bepaalde types vaartuigen met een bijzonder grote diepgang. Bovendien is het zo dat, in het geval van een binnenschip of een containerschip, zwaardere ladingen aan boord van het vaartuig leiden tot een kleinere speling van de romp van het vaartuig ten opzichte van de bodem van de waterweg. Zo heeft het gewicht van de lading aan boord van het vaartuig een rechtstreekse invloed op het vermogen van het vaartuig om te navigeren in een waterweg met beperkte diepte, evenals de aanwezigheid van ballasttanks.
[0005] Navigeren in binnenwateren kan een ingewikkelde opgave zijn.
Stromingen die overheersen langs een stromingsrichting van de waterweg kunnen worden verstoord door wervelingen die veroorzaakt worden door variaties in het bodemoppervlak van de waterweg, variaties in de richting
> BE2022/5779 van de waterweg en de invloed van de verplaatsing van andere vaartuigen en de bediening van sluizen langs de waterweg. Voor een vaartuig met handmatige bediening kan de variabele impact van de stroming op het gevoel worden opgevangen, maar voor moderne autonome vaartuigen kan het vereiste rekenwerk een grote uitdaging vormen.
[0006] De moeilijkheid van de bediening van een autonoom vaartuig in het centrale deel van een waterweg valt echter in het niet vergeleken met de uitdaging om een vaartuig vanuit een centraal gedeelte van een binnenwaterweg over te brengen naar een aanlegpositie ter hoogte van een kade van de waterweg, en vervolgens de lading te lossen die zich op het binnenschip bevindt. Het probleem van het aanleggen van een binnenschip op een binnenwaterweg kan worden bemoeilijkt door de volgende onafhankelijke factoren: het waterpeil van de waterweg ten opzichte van de hoogte van het bovenste oppervlak van de kaai, en de hoogte van het bovenste oppervlak van het binnenschip ten opzichte van het waterpeil van de waterweg. De mogelijkheid om een lading op het binnenschip te lossen hangt grotendeels af van die twee onafhankelijke factoren.
BONDIGE SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
[0007] De uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding hebben tot doel een oplossing te bieden voor technische lacunes in de stand van de techniek op het vlak van het aanleggen van een binnenschip.
Daartoe betreffen de vitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een nieuwe en niet-vanzelfsprekende werkwijze voor het optimaliseren van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip. De
Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding betreffen tevens een nieuwe en niet-vanzelfsprekende computerinrichting die ontwikkeld is om
3 BE2022/5779 de genoemde werkwijze uit te voeren. Ten slotte betreffen de
Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een nieuw en niet- vanzelfsprekend systeem voor gegevensverwerking waarvan de genoemde inrichting deel uitmaakt, om de genoemde werkwijze uit te voeren.
[0008] In een Uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat een optimalisatie van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip het selecteren van een container om uit een vaartuig te worden gelost, en het bepalen van een ballastmanoeuvre om na het verwijderen een vastgesteld niveau van het vaartuig te handhaven. Het bepaalde ballastmanoeuvre wordt vervolgens uitgevoerd en daarna kan een groep mogelijke volgende containers om te worden gelost worden geïdentificeerd. Voor elk van de mogelijke volgende containers kan een overeenkomstig ballastmanoeuvre worden bepaald. Vervolgens wordt
Uit de mogelijke volgende containers die ene geselecteerd die geassocieerd is met een overeenkomstig ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is. Ten slotte wordt het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is uitgevoerd. Op die manier wordt een ballaststuring geoptimaliseerd om de nodige ballastmanoeuvres te minimaliseren door het kiezen van een strategische volgorde voor het lossen van de containers op het vaartuig.
[0009] Volgens een aspect van de uitvoeringsvorm wordt de uitvoering van het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is, onderbroken vóór het verwijderen van de geselecteerde container wanneer een drempelafwijking wordt gedetecteerd van een ligging in het zvlak van het vaartuig. Volgens een ander aspect van de
Uitvoeringsvorm wordt de bepaling van het ballastmanoeuvre uitgevoerd op grond van een opzoeking in een tabel waarin een correlatie tot stand wordt gebracht tussen een locatie en een gewicht van een container op
4 BE2022/5779 het vaartuig. In dat opzicht kan de tabel zelflerend zijn op basis van een handmatige bijsturing van het ballastmanoeuvre in plaats van een instelling die wordt gesuggereerd in de tabel. Bovendien kan de tabel een correlatie tot stand brengen tussen de locatie en het gewicht van de container op het vaartuig, in combinatie met een woeligheid van het water rond het vaartuig.
[0010] Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is een systeem voor gegevensverwerking ontwikkeld voor het optimaliseren van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip. Het systeem omvat een hostcomputerplatform dat een of meer computers omvat, die elk beschikken over geheugen en een of meer verwerkingseenheden die een of meer verwerkingskernen omvatten. Het systeem omvat tevens een ballaststuringsmodule. De module omvat computerprogramma- instructies die het mogelijk maken om, wanneer ze worden uitgevoerd in het geheugen van ten minste één van de verwerkingseenheden van het hostcomputerplatform, een container te selecteren om uit een vaartuig te worden gelost, een ballasimanoeuvre te bepalen om na het verwijderen een vastgesteld niveau van het vaartuig te handhaven, en het bepaalde ballastmanoeuvre uit te voeren. De programma-instructies identificeren voorts een groep mogelijke volgende containers om te worden gelost en bepalen een overeenkomstig ballastmanoeuvre voor elk van de mogelijke volgende containers. De programma-instructies selecteren vervolgens uit mogelijke volgende containers de ene die geassocieerd is met een overeenkomstig ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is, en voeren het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is Uit.
[0011] Op die manier worden de technische lacunes van het aanleggen van een binnenschip op een binnenwaterweg en van het lossen van een lading vit het binnenschip op een kaai verholpen, rekening houdend met de variabele ballaststuring om ervoor te zorgen dat de losapparatuur en de configuratie van de loshellingen goed afgestemd zijn in functie van het waterpeil.
[0012] Verdere aspecten van de uitvinding zullen deels worden 5 uiteengezet in de hiernavolgende beschrijving, en deels duidelijk op ie maken zijn vit de beschrijving, of kunnen worden ondervonden door de toepassing in de praktijk van de uitvinding. De aspecten van de uitvinding kunnen worden verwezenlijkt en verkregen door middel van de elementen en combinaties die in het bijzonder aangegeven zijn in de bijgevoegde conclusies. Het dient duidelijk te zijn dat zowel de voorgaande algemene beschrijving als de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving enkel bij wijze van voorbeeld en uitleg worden gegeven, en de uitvinding zoals die door de conclusies wordt bepaald, niet beperken.
BONDIGE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE WEERGAVEN IN DE
TEKENINGEN
[0013] De bijgevoegde tekeningen, die opgenomen zijn in en deel uitmaken van de specificatie, illustreren uitvoeringsvormen van de
Uitvinding en dienen, samen met de beschrijving, om de basisconcepten van de uitvinding uiteen te zetten. De hier geïllustreerde
Uitvoeringsvormen krijgen op dit moment de voorkeur, met dien verstande dat de uitvinding niet beperkt is tot de specifieke opstelingen en middelen zoals gepresenteerd, waarbij:
[0014] [Fig. 1] een beeldende illustratie is die verschillende aspecten weergeeft van een proces voor het optimaliseren van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip;
[0015] [Fig. 2] een functieschema is dat een systeem voor gegevensverwerking voorstelt dat ontwikkeld is voor het uitvoeren van
6 BE2022/5779 één van de aspecten van het proces uit Figuur 1; en,
[0016] [Fig. 3] een organigram is dat één van de aspecten van het proces Uit Figuur 1 illustreert.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
[0017] De uitvoeringsvormen van de uitvinding betreffen een optimalisatie van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip. Volgens een vitvoeringsvorm van de uitvinding omvat een binnenschip dat aangelegd heeft voor het lossen van zijn lading, een ballastkamer die naar believen fluidum kan opnemen of fluidum kan uitstoten door middel van een klep- en pompinrichting. Vervolgens wordt een eerste cargocontainer geselecteerd om te worden gelost uit het binnenschip en wordt bepaald hoeveel ballast dient te worden opgenomen in de ballastkamer teneinde het vastgestelde niveau van het binnenschip ten opzichte van het waterpeil van de rivier te handhaven.
Naargelang de ballastkamer samengesteld is uit meerdere verschillende ballastkamers, respectievelijk op verschillende locaties van het binnenschip, wordt een gecoördineerd ballastmanoeuvre uitgevoerd bij de opname de ballast in elk van de verschillende kamers zodanig dat het vastgestelde niveau van het binnenschip wordt gehandhaafd, zowel verticaal als horizontaal. Vervolgens worden verschillende ballastmanoeuvres berekend met betrekking Tot de overwogen verwijdering van verschillende containers uit de overige containers die nog aanwezig zijn op het binnenschip. Vervolgens wordt één container geselecteerd om te worden verwijderd, die geassocieerd is met het kleinste, meest minimale ballasimanoeuvre dat nodig is om het vastgestelde niveau te handhaven. Op die manier kan de lading van het binnenschip op de snelste en meest energiezuinige manier worden gelost door het geheel aan ballastmanoeuvres te minimaliseren.
7 BE2022/5779
[0018] Ter illustratie van een aspect van de uitvoeringsvorm toont
Figuur 1 op beeldende wijze een proces voor het optimaliseren van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip. Zoals te zien is in
Figuur 1 kan een binnenschip 100 in het water 130 aanleggen naast een kaai 120 waarop containers 170 die zich op het binnenschip 100 bevinden kunnen worden gelost met een kraan 1 10. Het binnenschip 100 omvat een of meer ballasttanks 140 waarin en waaruit een fluidum, zoals water 130, kan worden gepompt door middel van pompen 150. Een ballaststuringsinrichting 180 die gekoppeld is aan een gyroscoop 160 kan de pompen 150 aansturen om ballast te pompen naar en Uit verschillende ballasttanks 140 teneinde een vastgesteld niveau van het binnenschip 100 in het water 130 te handhaven.
[0019] Daartoe zijn verschillende ballastmanoeuvres gedefinieerd in een ballastmanoeuvregegevensstructuur 190. In de ballasimanoeuvregegevensstiructuur 190 zijn verschillende gegevenseenheden opgeslagen die overeenstemmen met verschillende containers onder de containers 170 die zich op verschillende locaties op het binnenschip 100 bevinden. ledere gegevenseenheid geeft de locatie aan van een overeenkomstige container onder de containers 170, en een daarmee geassocieerd gewicht van de overeenkomstige container onder de containers 170. ledere gegevenseenheid geeft vooris een variatie aan in de een of meer van de ballasttanks 140 die nodig zijn om een vastgesteld niveau van het binnenschip 100 in het water te handhaven nadat de overeenkomstige container onder de containers 170 door de kraan 110 op de kaai 120 is verwijderd. Zo kan bijvoorbeeld de variatie in elk van de ballasttanks 140 worden aangegeven aan de hand van een volume water 130 dat naar een overeenkomstige tank onder de ballasttanks 140 wordt gepompt, of een volume water 130 dat
Uit de overeenkomstige tank onder de ballasttanks 140 wordt gepompt.
8 BE2022/5779
Bij de uitvoering van een van ballasimanoeuvres in de ballastmanoeuvregegevensstructuur 190 signaleert de traagheidsmeeteenheid (IMU) 160 een vastgesteld niveau in elk van het x-vlak, het y-vlak en het z-vlak nadat een overeenkomstige container onder de containers 170 van het binnenschip 100 is verwijderd.
[0020] IN werking identificeert de ballaststuringsinrichting 180 een groep containers 170 die toegankelijk zijn om door de kraan 110 te worden verwijderd van het binnenschip 100. Voor elk van de containers 170 in de groep vindt de ballaststuringsinrichting 180 in de ballasimanoeuvregegevenssiructuur 190 een ermee geassocieerde gegevenseenheid die een vooraf bepaald ballastmanoeuvre aangeeft om een vastgesteld niveau van het binnenschip 100 te bereken nadat een overeenkomstige container onder de containers 170 in de groep van het binnenschip 100 is verwijderd. De ballaststuringsinrichting 180 selecteert vervolgens, uit de containers 170 in de groep, een geprefereerde container onder de containers 170 waarmee in de ballastmanoeuvregegevensstructuur 190 een ballastmanoeuvre is geassocieerd waarvoor een minimaal volume water 130 naar of uit de ballasttanks 140 dient te worden gepompt - wat een minimaal ballasimanoeuvre wordt genoemd. De ballaststuringsinrichting 180 geeft vervolgens het commando tot het verwijderen van de geprefereerde container onder de containers 170 van het binnenschip 100 terwijl het minimale ballastmanoeuvre wordt uitgevoerd.
[0021] Nadat de geprefereerde container onder de containers 170 van het binnenschip 100 is verwijderd, raadpleegt de ballaststuringsinrichting 180 de IMU 160 om te bepalen of het binnenschip 100 waterpas ligt binnen een vooraf bepaalde drempelwaarde voor de hellingshoek en een vooraf bepaalde drempelwaarde voor de declinatiehoek in elk van het x-vlak, het y-vlak en het z-vlak. De drempelhoeken houden specifiek
9 BE2022/5779 rekening met de periodieke verticale beweging van het binnenschip 100 als gevolg van de wateromstandigheden 130, zonder dewelke de declinatiehoek in ieder vlak anders binnen een spelingwaarde nul zou liggen. Wanneer de IMU 160 aan de ballaststuringsinrichting 180 signaleert dat het binnenschip 100 zich op een vastgesteld niveau bevindt, kan een volgende groep van de resterende containers 170 op het binnenschip worden verwerkt om, onder de containers 170 die dienen te worden verwijderd, een volgende container te identificeren waarvoor het minimale ballastmanoeuvre vereist is. Wanneer de IMU 160 echter aan ballaststuringsinrichting 180 signaleert dat het binnenschip 100 zich niet op het vastgestelde niveau bevindt, kan een handmatige bijsturing worden opgelegd aan de pompen 150 om het volume water 130 in de ballasttanks 140 aan te passen teneinde het vastgestelde niveau te bereiken. De handmatige bijsturing wordt vervolgens in de gegevenseenheid weggeschreven voor de geprefereerde container onder de containers 170 in de ballastmanoeuvregegevensstructuur 190, zodanig dat de ballastmanoeuvregegevensstructuur 190 zelflerend is.
[0022] De aspecten van het proces dat is beschreven in verband met
Figuur | kunnen worden uitgevoerd in een systeem voor gegevensverwerking. Bij wijze van bijkomende illustratie toont Figuur 2 op schematische wijze een systeem voor gegevensverwerking dat ontwikkeld is om een optimalisatie van een ballaststuring tot stand te brengen tijdens het lossen van een binnenschip. In het systeem voor gegevensverwerking dat te zien is in Figuur 1, is een hostcomputerplatform 200 voorzien. Het hostcomputerplatform 200 omvat een of meer geïntegreerde computersystemen 210, die elk beschikken over geheugen 220 en een of meer verwerkingseenheden 230. De computersystemen 210 van het hostcomputerplatform (teneinde de illustratie eenvoudig te houden is slechts één computersysteem afgebeeld) kunnen zich samen
10 BE2022/5779 naast elkaar bevinden en met elkaar in verbinding staan op een lokaal netwerk, of op een gegevenscommunicatiebus, of de computers kunnen zich op afstand van elkaar bevinden en met elkaar in verbinding staan door middel van een netwerkinterface 260 op een gegevenscommunicatienetwerk 240. Voorts kan het hostcomputerplatform 200 zich op afstand van het binnenschip of aan boord van het binnenschip bevinden.
[0023] In het bijzonder kan een computerinrichting 250 die een niet- vluchtig opslagmedium omvat dat leesbaar is door een computer, opgenomen zijn in het systeem voor gegevensverwerking 200 en toegankelijk zijn voor de verwerkingseenheden 230 van een of meer computer onder de computers 210. Daarin wordt door de compuierinrichting een programmamodule 300 opgeslagen 250 of bewaard die computerprogramma-instructies omvat die, wanneer ze worden uitgevoerd door de een of meer van de verwerkingseenheden 230, een programmatisch uitvoerbaar proces ten uitvoer brengen voor het optimaliseren van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip. Specifiek selecteren de programma-instructies, wanneer ze worden uitgevoerd, een groep containers die opgelijst zijn in een coniainermanifest 290 in het geheugen 220 en die toegankelijk zijn om te worden verwijderd wanneer het binnenschip aangelegd heeft, en gegevenseenheden met kruisreferentie in een tabel van ballastmanoeuvres 270, die zich tevens in het geheugen 220 bevindt. Elk van de gegevenseenheden omvat een overeenkomstig ballasimanoeuvre dat het pompen inhoudt van een volume water naar of uit de overeenkomstige ballasttanks 280 die worden gemonitord en aangestuurd door de programmamodule 300.
[0024] De programma-instructies selecteren een gegevenseenheid in de tabel van ballastmanoeuvres 270 die geassocieerd is met een
11 BE2022/5779 minimaal volume water, bijvoorbeeld een minimaal ballastmanoeuvre, en identificeert in de groep een daarmee geassocieerde container.
Vervolgens geven de programma-instructies aan de pompen voor elk van de ballasttanks 280 het commando om water te pompen in overeenstemming met het minimale ballastmanoeuvre. Nadat het ballastmanoeuvre is voltooid, raadplegen de programma-instructies consultent de communicatief gekoppelde IMU 235 om te bepalen of het binnenschip zich al dan niet op het vastgestelde niveau bevindt, binnen een drempelwaarde, als gevolg van het minimale ballastmanoeuvre en van het verwijderen van de ermee geassocieerde container in de groep.
Wanneer de IMU 235 een ligging van het binnenschip signaleert die buiten de drempelwaarde van het vastgestelde niveau valt, kunnen handmatige ballastoompinstructies worden toegepast op de ballasttanks 280, hetzij intern, hetzij op afstand vanaf een server aan wal 245 op het gegevenscommunicatienetwerk 240. Wanneer de IMU 235 een vastgesteld niveau signaleert dat binnen de drempelwaarde valt als gevolg van de handmatige ballastpompinstructies, updaten de programma-instructies de gegevenseenheid die geselecteerd werd in de tabel van ballastmanoeuvres 270 met geïpdatete waarden waarin de handmatige ballastpompinstructies in rekening zijn gebracht.
[0025] Als bijkomende illustratie van een bij wijze van voorbeeld aangehaalde werking van de module is Figuur 3 een organigram dat één van de aspecten van het proces uit Figuur 1 illustreert. Beginnend bij blok 305 wordt een manifest van containers aan boord van het binnenschip in een geheugen geladen en een gegevenseenheid in wordt in blok 310 het manifest voor een gespecifieerde container geselecteerd. In blok 315 wordt een positie en een gewicht van de container bepaald op basis van de gegevenseenheid in het manifest en in blok 320, en wordt de woeligheid van het water gemeten, bijvoorbeeld door het monitoren van
12 BE2022/5779 periodieke variaties van de ligging van het binnenschip die in de loop van de tijd door de gyroscoop worden gesignaleerd, zodanig dat grotere variaties van de ligging wijzen op woeligere wateromstandigheden, en kleinere variaties in ligging wijzen op minder woelge wateromstandigheden. Vervolgens wordt in blok 325 een ballastmanoeuvre berekend om het verwijderen van de gespecifieerde container met het vastgestelde gewicht op de vastgestelde locatie in rekening te brengen, rekening met de vastgestelde woeligheid van het water. Daartoe kan een tabel van ballastmanoeuvres een vooraf bepaalde ballasttankafstemming omvatten in termen van watervolume in overeenstemming met een bekende locatie van een container, een bepaald gewicht van een container en een bepaalde woeligheid van het water. In een variant kan de tabel een vooraf bepaalde basisafstemming omvatten voor iedere ballasttank van het binnenschip, uitgaande van een bepaald gewicht en geen woeligheid van het water, en een formule om de vooraf bepaalde basisafstemming aan te passen in functie van een afwijking van het gewicht en van de woeligheid van het water.
[0026] Nadat het ballastmanoeuvre is bepaald, kan in blok 330 het ballostmanoeuvre worden opgestart door een of meer aan de ballasttanks gekoppelde pompen het commando te geven om water te pompen naar of uit de ballasttanks om in elk van de ballasttanks het aangegeven volume water te bereiken in overeenstemming met het ballastmanoeuvre. In blok 335 kan de gyroscoop worden geraadpleegd om te bepalen of het binnenschip op dat moment al dan niet waterpas ligt. In beslissingsblok 340 wordt met name bepaald of zich al dan niet een drempelafwijking voordoet in de ligging in het z-vlak van het binnenschip wat wijst op een toestand van overbelasting aan de boeg of aan de achtersteven van het binnenschip. In dat geval wordt de uitvoering van
13 BE2022/5779 het ballastmanoeuvre onderbroken in blok 340 en wordt het proces herhaald tot de afwijking van de ligging in het z-vlak verdwijnt.
[0027] Wanneer geen drempelafwijking van de ligging in het z-vlak wordt vastgesteld in beslissingsblok 340, wordt in beslissingsblok 350 bepaald of het ballastmanoeuvre voltooid is of niet. Indien niet, dan wordt in blok 355 het ballastmanoeuvre voortgezet en wordt vervolgens en de peiloestand opnieuw geverifieerd in blok 335, en wordt tevens de bepaling van de drempelafwijking van de ligging in het z-vlak uitgevoerd.
Wanneer in beslissingsblok 350 is vastgesteld dat het ballastmanoeuvre is voltooid, wordt in blok 360, door het raadplegen van de gyroscoop, bepaald of het binnenschip zich al dan niet binnen een drempelwaarde van het vastgestelde niveau bevindt. Indien niet, dan wordt het proces voortgezet in blok 365.
[0028] In blok 365 wordt een handmatige bijsturing van de ballast opgelegd teneinde een vastgesteld niveau te bereiken. Vervolgens wordt in blok 370 de handmatige bijsturing toegevoegd aan de gegevenseenheid in de tabel van ballastmanoeuvres. Vervolgens wordt in blok 375 bepaald of de gespecifieerde container al dan niet van het binnenschip is verwijderd. Als dat het geval is, wordt in blok 380 de gegevenseenheid in het containermanifest geüpdatet om aan te geven dat de container zich niet langer op het binnenschip bevindt. Vervolgens wordt in beslissingsblok 385 bepaald of er nog bijkomende containers overblijven op het binnenschip, en of ze al dan niet toegankelijk zijn om te worden verwijderd. Als dat het geval is, wordt in blok 390 een groep bepaald van alle de containers die toegankelijk zijn om te worden verwijderd van het binnenschip, en wordt in blok 395 een ballastmanoeuvre geïdentificeerd in de tabel voor elk van de containers in de groep.
14 BE2022/5779
[0029] In blok 400 wordt onder de in de tabel geïdentificeerde ballastmanoeuvres een minimaal ballastmanoeuvre geïdentificeerd, en in blok 405 wordt een overeenkomstige container onder de containers in de groep geselecteerd om te worden verwijderd. Het proces keert vervolgens terug naar blok 315 voor het verfijnen van het minimale ballastmanoeuvre op basis van het gewicht en de positie van de overeenkomstige container onder de containers en de woeligheid van het water, die gelijktijdig bepaald wordt. Wanneer in beslissingsblok 385 geen container meer toegankelijk is om te worden verwijderd van het binnenschip, wordt het proces in blok 410 beëindigd en kan het binnenschip van een laadtoestand overgaan naar een vaartoestand.
[0030] Belangrijk op te merken is dat het hier vermelde organigram en het hier vermelde functieschema de architectuur, de functionaliteit en de werking illustreren van mogelijke uitvoeringvormen van systemen, werkwijzen en computerinrichtingen volgens verschillende
Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. In die zin kan ieder blok in het organigram of de functieschema's staan voor een module, een segment of een groep instructies die een of meer instructies omvat die uitvoerbaar zijn voor het uitvoeren van de aangegeven logische functie(s). In bepaalde uitvoeringsvarianten kunnen de in het blok aangegeven functies in een andere volgorde worden uitgevoerd dan is aangeduid in de Figuren. Zo kunnen bijvoorbeeld twee blokken die opeenvolgend zijn afgebeeld, in de praktijk vrijwel gelijktijdig worden uitgevoerd, of kunnen de blokken soms in omgekeerde volgorde worden
Uitgevoerd, afhankelijk van de betreffende functie. Tevens dient opgemerkt dat ieder blok van de functieschema’s en/of van de organigramtekening, evenals combinaties van blokken in de functieschema's en/of de organigramtekening, kan/kunnen worden uitgevoerd door systemen op basis van hardware voor speciale
15 BE2022/5779 doeleinden die de gespecificeerde functies of handelingen uitvoeren, of die gebruikmaken van combinaties van programma-instructies en hardware voor speciale doeleinden.
[0031] Meer specifiek kan de onderhavige uitvinding worden verwezenlijkt als een op programmatische wijze uitvoerbaar proces.
Tevens kan de onderhavige uitvinding worden verwezenlijkt in een computerinrichting waarop programma-instructies zijn opgeslagen en waaruit de programma-instructies in het geheugen kunnen worden geladen van een systeem voor gegevensverwerking en op basis daarvan worden uitgevoerd teneinde het hierboven beschreven programmatisch uitvoerbare proces uit te voeren. Daarnaast kan de onderhavige
Uitvinding worden verwezenlijkt in een systeem voor gegevensverwerking dat ontwikkeld is om de programma-instructies te laden uit een computerinrichting en om vervolgens de programma-instructies uit te voeren teneinde het hierboven beschreven programmatisch uitvoerbare proces Uit te voeren.
[0032] Daartoe is de computerinrichting uitgevoerd als een niet-vluchtig opslagmedium of als niet-vluchtige opslagmedia dat leesbaar is of die leesbaar zijn door een computer, waarop programma-instructies zijn opgeslagen of worden bewaard die leesbaar zijn door een computer.
Wanneer die instructies vanuit het geheugen worden uitgevoerd door een of meer verwerkingseenheden van een systeem voor gegevensverwerking, brengen ze de verwerkingseenheden ertoe verschillende programmaprocessen uit te voeren, bijvoorbeeld de verschilende aspecten van het programmatisch uitvoerbare proces.
Daartoe omvatten de verwerkingseenheden elk een instructie- vitvoerinrichting, zoals een centrale verwerkingseenheid of ‘CPU’ van een computer. Een of meer computers kunnen voorzien zijn als deel van een systeem voor gegevensverwerking. Merk op dat, terwijl de CPU een CPU
16 BE2022/5779 met één kern kan zijn, ook meerdere CPU-kernen actief kunnen zijn in de
CPU, en dat in beide gevallen de instructies rechtstreeks uit het geheugen in de een of meer kernen van de een of meer CPU's worden geladen om te worden uitgevoerd.
[0033] Naast het rechtstreeks inladen van de instructies uit een geheugen om te worden uitgevoerd door een of meer kernen van een
CPU of van meerdere CPU's, kunnen de hier beschreven programma- instructies die leesbaar zijn door een computer in een variant ook worden verkregen op een computercommunicatienetwerk in het geheugen van een computer van het systeem voor gegevensverwerking om daarin te worden uitgevoerd. Overigens kan ook slechts een deel van de programma-instructies in het geheugen worden verkregen op het computercommunicatienetwerk, terwijl andere delen kunnen worden geladen uit een niet-vluchtig geheugen van de computer. Nog een andere mogelijkheid is dat slechts een deel van de programma-instructies kan worden uitgevoerd door een of meer verwerkingskernen van een of meer CPU's van een van de computers van het systeem voor gegevensverwerking, terwijl andere delen kunnen samenwerkend worden uitgevoerd op een andere computer van het systeem voor gegevensverwerking, die zich ofwel op dezelfde locatie bevindt als de computer, , ofwel zich op afstand van de computer bevindt in het computercommunicatienetwerk, waarbij de resultaten van de berekeningen door de twee computers tussen beide worden gedeeld.
[0034] De structuren, materialen, handelingen en bijbehorende equivalenten van alle middelen of stappen-plus-functie-elementen in de conclusies hierna, worden geacht alle structuren, materialen of handelingen te omvatten om de werking te realiseren, in combinatie met andere in de conclusies gespecifieerde elementen, zoals specifiek gespecifieerd in de conclusies. De onderhavige uitvinding is voor
17 BE2022/5779 illustratieve en descriptieve doeleinden beschreven, maar de beschrijving wordt niet geacht exhaustief te zijn, of de uitvinding te beperken tot de geopenbaarde vorm. Tal van aanpassingen en variaties zullen voor vaklieden vanzelfsprekend zijn zonder af te wijken van de beschermingsomvang en de geest van de uitvinding. De uitvoeringsvorm is gekozen en beschreven met het doel de basisconcepten van de
Uitvinding en de praktische toepassing ervan zo goed mogelijk te beschrijven, en om andere vaklieden in staat te stellen de uitvinding te begrijpen voor diverse uitvoeringsvormen, met diverse aanpassingen zoals vereist voor de specifieke beoogde toepassing.
[0035] Nu de uitvinding van de onderhavige octrooiaanvraag in detail en aan de hand van uitvoeringsvormen ervan is beschreven, dient duidelijk te zijn dat aanpassingen en variaties mogelijk zijn zonder af te wijken van de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde hiernavolgende conclusies.

Claims (15)

18 BE2022/5779 CONCLUSIES
1. Werkwijze voor het optimaliseren van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip die de stappen omvat die bestaan in: het selecteren van een container om uit een vaartuig te worden gelost; het bepalen van een ballastmanoeuvre om na het verwijderen een vastgesteld niveau van het vaartuig te handhaven; het uitvoeren van het bepaalde ballastmanoeuvre; het identificeren van een groep mogelijke volgende containers om te worden gelost en het bepalen van een overeenkomstig ballastmanoeuvre voor elk van de mogelijke volgende containers; het selecteren van de ene van de mogelijke volgende containers die geassocieerd is met een overeenkomstig ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is; en, het uitvoeren van het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is terwijl het vaartuig zich onder een containerloskraan bevindt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de uitvoering van het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is, wordt onderbroken vóór het verwijderen van de geselecteerde container wanneer een drempelafwijking wordt gedetecteerd van een ligging in het z-vlak van het vaartuig.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de bepaling van het ballastmanoeuvre wordt uitgevoerd op grond van een opzoeking in een tabel waarin een correlatie tot stand wordt gebracht tussen een locatie en een gewicht van een container op het vaartuig.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de tabel zelflerend is op basis van een handmatige bijsturing van het ballastmanoeuvre in plaats van een instelling die wordt gesuggereerd in de tabel.
19 BE2022/5779
5. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de tabel een correlatie tot stand brengt tussen de locatie en het gewicht van de container op het vaartuig in combinatie met een woeligheid van het water rond het vaartuig.
6. Systeem voor gegevensverwerking dat ontwikkeld is voor het optimaliseren van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip, waarbij het systeem omvat: een hostcomputerplatform dat een of meer computers omvat, die elk beschikken over geheugen en een of meer verwerkingseenheden die een of meer verwerkingskernen omvatten; en, een bdallaststuringsmodule die computerprogramma-instructies omvat die het mogelijk maken om, wanneer ze worden uitgevoerd in het geheugen van ten minste één van de verwerkingseenheden van het hostcomputerplatform, de stappen uit te voeren die bestaan in: het selecteren van een container om uit een vaartuig te worden gelost; het bepalen van een ballastmanoeuvre om na het verwijderen een vastgesteld niveau van het vaartuig te handhaven; het uitvoeren van het bepaalde ballastmanoeuvre; het identificeren van een groep mogelijke volgende containers om te worden gelost en het bepalen van een overeenkomstig ballasimanoeuvre voor elk van de mogelijke volgende containers; het selecteren van de ene van de mogelijke volgende containers die geassocieerd is met een overeenkomstig ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is; en, het uitvoeren van het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is terwijl het vaartuig zich onder een
20 BE2022/5779 containerloskraan bevindt.
7. Systeem volgens conclusie 6, waarbij de uitvoering van het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is, wordt onderbroken vóór het verwijderen van de geselecteerde container wanneer een drempelafwijking wordt gedetecteerd van een ligging in het z-vlak van het vaartuig.
8. Systeem volgens conclusie 6, waarbij de bepaling van het ballastmanoeuvre wordt uitgevoerd op grond van een opzoeking in een tabel waarin een correlatie tot stand wordt gebracht tussen een locatie en een gewicht van een container op het vaartuig.
9. Systeem volgens conclusie 8, waarbij de tabel zelflerend is op basis van een handmatige bijsturing van het ballastmanoeuvre in plaats van een instelling die wordt gesuggereerd in de tabel.
10. Systeem volgens conclusie 6, waarbij de tabel een correlatie tot stand brengt tussen de locatie en het gewicht van de container op het vaartuig in combinatie met een woeligheid van het water rond het vaartuig.
11. Computerinrichting die een niet-vluchtig opslagmedium omvat dat leesbaar is door een computer en waarop programma-instructies opgeslagen zijn, waarbij de instructies uitvoerbaar zijn door ten minste één verwerkingskern van een verwerkingseenheid om de verwerkingseenheid ertoe te brengen een werkwijze vit te voeren voor het optimaliseren van een ballaststuring tijdens het lossen van een binnenschip, waarbij de werkwijze de stappen omvat die bestaan in: het selecteren van een container om uit een vaartuig te worden gelost; het bepalen van een ballastmanoeuvre om na het verwijderen een vastgesteld niveau van het vaartuig te handhaven; het uitvoeren van het bepaalde ballastmanoeuvre;
21 BE2022/5779 het identificeren van een groep mogelijke volgende containers om te worden gelost en het bepalen van een overeenkomstig ballastmanoeuvre voor elk van de mogelijke volgende containers; het selecteren van de ene van de mogelijke volgende containers die geassocieerd is met een overeenkomstig ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is; en, het uitvoeren van het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is terwijl het vaartuig zich onder een containerloskraan bevindt.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de uitvoering van het overeenkomstige ballastmanoeuvre dat het minst veeleisend is, wordt onderbroken vóór het verwijderen van de geselecteerde container wanneer een drempelafwijking wordt gedetecteerd van een ligging in het z-vlak van het vaartuig.
13. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de bepaling van het ballastmanoeuvre wordt uitgevoerd op grond van een opzoeking in een tabel waarin een correlatie tot stand wordt gebracht tussen een locatie en een gewicht van een container op het vaartuig.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de tabel zelflerend is op basis van een handmatige bijsturing van het ballastmanoeuvre in plaats van een instelling die wordt gesuggereerd in de tabel.
15. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de tabel een correlatie tot stand brengt tussen de locatie en het gewicht van de container op het vaartuig in combinatie met een woeligheid van het water rond het vaartuig.
BE20225779A 2022-06-17 2022-09-30 Optimalisatie van ballaststuring voor het lossen van een binnenschip BE1030638B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR2205924A FR3136741B1 (fr) 2022-06-17 2022-06-17 Optimisation de commande de ballast pour déchargement de péniche

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030638A1 true BE1030638A1 (nl) 2024-01-18
BE1030638B1 BE1030638B1 (nl) 2024-01-22

Family

ID=84245795

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225779A BE1030638B1 (nl) 2022-06-17 2022-09-30 Optimalisatie van ballaststuring voor het lossen van een binnenschip

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1030638B1 (nl)
FR (1) FR3136741B1 (nl)
NL (1) NL2033738B1 (nl)

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1569564A (en) * 1976-11-11 1980-06-18 Seafarm Design Ltd Floating platform for loading and unloading cargoships
US4276849A (en) * 1978-08-14 1981-07-07 Bloxham Roger W Ballast control system for submersible vessel
JPH0976985A (ja) * 1995-09-14 1997-03-25 Mitsubishi Heavy Ind Ltd 積載甲板昇降式バージ船
WO2016139701A1 (ja) * 2015-03-04 2016-09-09 芝海株式会社 荷役方法
JP6919962B2 (ja) * 2017-06-29 2021-08-18 株式会社三井E&Sマシナリー クレーンの制御システム及びクレーンの制御方法

Also Published As

Publication number Publication date
FR3136741B1 (fr) 2024-05-10
BE1030638B1 (nl) 2024-01-22
FR3136741A1 (fr) 2023-12-22
NL2033738B1 (en) 2024-01-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN102906538A (zh) 容错的船舶减摇装置控制***
BE1030638B1 (nl) Optimalisatie van ballaststuring voor het lossen van een binnenschip
Fan et al. Stowage planning of large containership with tradeoff between crane workload balance and ship stability
CN107264728B (zh) 一种船舶过驳中的加水方法
JP4721169B2 (ja) パラメトリック横揺れ防止用可変周期型減揺水槽装置
US9499239B2 (en) Integrated heavy lift and logistics vessel
JP7442356B2 (ja) アンローダ
JP4897450B2 (ja) 船舶用自動操舵装置
KR101052532B1 (ko) 선박의 횡동요 저감장치
KR20110139870A (ko) 중력을 이용한 안티 힐링 시스템
US20020078873A1 (en) System for the collection and distribution of ocean cargo
KR20130074134A (ko) 선박 건조를 위한 블록 운반 방법
EP2977310B1 (fr) Système et procédés de mise en attente de bateaux à flot sur un plan d'eau, après leur mise à l'eau et/ou avant leur sortie de l'eau
US5095836A (en) Emergency bulk liquid handling system for vessels
KR101263247B1 (ko) 이동 항구
US8915203B2 (en) Transporting liquefied natural gas (LNG)
KR101224912B1 (ko) 회전식 해상크레인 설계방법 및 그에 의해 제조된 회전식 해상크레인
KR101089285B1 (ko) 이동 항만 크레인의 운영 계획 방법 및 장치
EP3209545B1 (en) Marine lift for multi-hull vessels
JP6666219B2 (ja) 船舶、船舶の復原性確保方法
Pawłowski et al. Effect of watertight subdivision on damage stability of ro-ro ferries
CN118206028A (zh) 一种船舶重物转移***及转移方法
CN115083210A (zh) 船舶控制***
KR20240024552A (ko) 선박 및 인양부가 구비된 선박의 무게중심 제어방법
JPS6220790A (ja) 入渠船の陸揚げ用浮ドツクのバラステイング制御方法

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20240122