BE1029735B1 - Recessed mounting piece for lighting module - Google Patents

Recessed mounting piece for lighting module Download PDF

Info

Publication number
BE1029735B1
BE1029735B1 BE20215695A BE202105695A BE1029735B1 BE 1029735 B1 BE1029735 B1 BE 1029735B1 BE 20215695 A BE20215695 A BE 20215695A BE 202105695 A BE202105695 A BE 202105695A BE 1029735 B1 BE1029735 B1 BE 1029735B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
valve piece
wall
module
ventilation
built
Prior art date
Application number
BE20215695A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1029735A1 (en
Inventor
Paul Jozef Cornelius Ameloot
Maarten Robrecht Michel Demunster
Peter Omer Hubert Ameloot
Original Assignee
Delta Light N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Delta Light N V filed Critical Delta Light N V
Priority to BE20215695A priority Critical patent/BE1029735B1/en
Priority to PCT/EP2022/073982 priority patent/WO2023025968A1/en
Priority to PCT/EP2022/073981 priority patent/WO2023025967A1/en
Priority to EP22769947.7A priority patent/EP4392708A1/en
Priority to EP22769945.1A priority patent/EP4392706A1/en
Priority to EP22769946.9A priority patent/EP4392707A1/en
Priority to PCT/EP2022/073983 priority patent/WO2023025969A1/en
Publication of BE1029735A1 publication Critical patent/BE1029735A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1029735B1 publication Critical patent/BE1029735B1/en

Links

Classifications

    • F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21—LIGHTING
    • F21V—FUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V33/00—Structural combinations of lighting devices with other articles, not otherwise provided for
    • F21V33/0088—Ventilating systems
    • F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21—LIGHTING
    • F21S—NON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
    • F21S8/00—Lighting devices intended for fixed installation
    • F21S8/02—Lighting devices intended for fixed installation of recess-mounted type, e.g. downlighters
    • F21S8/026—Lighting devices intended for fixed installation of recess-mounted type, e.g. downlighters intended to be recessed in a ceiling or like overhead structure, e.g. suspended ceiling
    • F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00—Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02—Ducting arrangements
    • F24F13/06—Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser
    • F24F13/078—Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser combined with lighting fixtures

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)

Abstract

Inbouwmontagestuk (60) bedoeld om in een wand ingebouwd te worden, voor het monteren van een module (300), zoals een verlichtingsmodule, omvattende een buitenmantel (61), en een daarin opgenomen binnenmantel (62); waarbij de buiten- en binnenmantel zodanig zijn afgemeten en aangebracht dat een opening tussen een eerste einde van de buitenmantel en een eerste overeenstemmend einde van de binnenmantel een ventilatiemond (63) vormt; waarbij het inbouwmontagestuk een verbindingswand (64) omvat tussen de binnenmantel en de buitenmantel, op een afstand van het eerste einde; waarbij de buitenmantel tussen het eerste einde en de verbindingswand voorzien is van ten minste één ventilatieopening (65) voor het aansluiten van een ventilatiebuis (VB).Flush mount (60) intended to be built into a wall, for mounting a module (300), such as a lighting module, comprising an outer shell (61), and an inner shell (62) received therein; wherein the outer and inner shells are sized and arranged such that an opening between a first end of the outer shell and a first mating end of the inner shell forms a vent (63); wherein the flush mount includes a connecting wall (64) between the inner shell and the outer shell spaced from the first end; wherein the outer casing between the first end and the connecting wall is provided with at least one ventilation opening (65) for connecting a ventilation pipe (VB).

Description

Inbouwmontagestuk voor verlichtingsmoduleRecessed mounting piece for lighting module

VakgebiedDiscipline

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verlichtingssamenstel, meer in het bijzonder een verlichtingssamenstel met verlichtings- en verluchtingseigenschappen. De uitvinding heeft verder betrekking op een inbouwmontagestuk voor een module, in het bijzonder een verlichtingsmodule.The present invention relates to a lighting assembly, more particularly a lighting assembly with lighting and ventilation properties. The invention furthermore relates to a built-in mounting piece for a module, in particular a lighting module.

AchtergrondBackground

Verluchting van een ruimte wordt sinds lange tijd gedaan. Het is belangrijk om de lucht in een gebouw gezond te houden waarbij lucht wordt afgevoerd en/of toegevoerd. Om een dergelijke verluchting te voorzien in cen gebouw maakt men vaak gebruik van gecontroleerde ventilatiesystemen en verluchtingsroosters. Dit heeft als nadeel dat deze verluchtingsroosters esthetisch gezien als minderwaardig geacht worden, met name wanneer er stofvlokken aan de roosters blijven hangen. Daarnaast nemen de roosters een deel van het oppervlak van een muur of plafond in beslag waarin de verluchtingsroosters zijn gemonteerd. Dit heeft als nadeel dat minder ruimte beschikbaar is voor het plaatsen van meubels, decoratiestukken of een andere functionele module.Ventilation of a room has been done for a long time. It is important to keep the air in a building healthy, with air being extracted and/or supplied. Controlled ventilation systems and ventilation grilles are often used to provide such ventilation in a building. The disadvantage of this is that these ventilation grilles are regarded as inferior from an aesthetic point of view, especially when dust flakes stick to the grilles. In addition, the grilles occupy part of the surface of a wall or ceiling in which the ventilation grilles are mounted. The disadvantage of this is that less space is available for placing furniture, decorative items or another functional module.

Er zijn reeds pogingen ondernomen om een verborgen verluchtingssysteem te voorzien.Attempts have already been made to provide a concealed ventilation system.

Een eerste voorbeeld hiervan is een voorziening van een verluchtingsrooster boven een kast en uit het zicht. Een ander voorbeeld is om de verluchting te combineren met een verlichtingsarmatuur teneinde een verlichtingsverluchtingsarmatuur te voorzien.A first example of this is the provision of a ventilation grille above a cupboard and out of sight. Another example is to combine the ventilation with a lighting fixture in order to provide a lighting ventilation fixture.

De bestaande verlichtingsverluchtingsarmaturen hebben echter nadelen: ze zijn niet alleen complex te monteren aan het plafond maar zijn productietechnisch ook moeilijk te vervaardigen, bijvoorbeeld omwille van een groot aantal aan onderdelen. Daarnaast zijn ze ook moeilijk af te stellen om een goed verdeelde verluchting van een ruimte te voorzien. Enkele gekende verlichtingsverluchtingsarmaturen maken gebruik van een elektrische ventilator waarmee de verluchtingsstroom geregeld kan worden. Een dergelijk samenstel heeft echter als nadeel dat de elektrische ventilator een ongewenst geluid maakt.However, the existing lighting and ventilation fixtures have disadvantages: they are not only complex to mount on the ceiling, but are also difficult to manufacture from a production point of view, for example because of the large number of parts. In addition, they are also difficult to adjust to provide a well-distributed ventilation of a room. Some well-known lighting and ventilation fixtures use an electric fan with which the ventilation flow can be regulated. However, such an assembly has the disadvantage that the electric fan makes an undesirable noise.

SamenvattingResume

Het doel van uitvoeringsvormen van de uitvinding is om de hierboven genoemde problemen te verminderen of op te lossen. Meer in het bijzonder is het doel van uitvoeringsvormen van de uitvinding om een vereenvoudigd verlichtingssamenstel met verluchtingsmogelijkheid te voorzien, dat bijvoorbeeld een gemakkelijke regeling van de luchtdoorstroming toelaat, en dat productietechnisch eenvoudig te produceren en te monteren is.The purpose of embodiments of the invention is to reduce or solve the problems mentioned above. More in particular, the object of embodiments of the invention is to provide a simplified lighting assembly with ventilation option, which, for instance, allows easy regulation of the air flow, and which is simple to produce and install from a production point of view.

Hiertoe voorziet een uitvoeringsvorm van de uitvinding een verlichtingssamenstel met een verlichtingsmodule, een eerste klepstuk, een tweede klepstuk, en bevestigingsmiddelen voor het koppelen van de verlichtingsmodule aan het eerste en/of het tweede klepstuk. Het eerste klepstuk is bedoeld om vast in een wand, zoals een plafond, te worden bevestigd en om te worden aangesloten op een ventilatiebuis voor het toelaten van een luchtstroom door en/of langs het eerste klepstuk.To this end, an embodiment of the invention provides a lighting assembly with a lighting module, a first valve piece, a second valve piece, and fastening means for coupling the lighting module to the first and/or the second valve piece. The first valve piece is intended to be fixedly mounted in a wall, such as a ceiling, and to be connected to a ventilation pipe for admitting an airflow through and/or along the first valve piece.

Het tweede klepstuk is beweegbaar ten opzichte van het eerste klepstuk gemonteerd een en ander zodanig dat een luchtdoorstroming door en/of langs het eerste en tweede klepstuk regelbaar is door het bewegen van het tweede klepstuk ten opzichte van het eerste klepstuk. De bevestigingsmiddelen omvatten een asdeel dat bij voorkeur een onderlinge koppeling van het eerste klepstuk, het tweede klepstuk en de verlichtingsmodule realiseert.The second valve piece is mounted movably relative to the first valve piece, all this in such a way that an air flow through and/or along the first and second valve piece can be controlled by moving the second valve piece relative to the first valve piece. The fastening means comprise a shaft part which preferably realizes mutual coupling of the first valve piece, the second valve piece and the lighting module.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn gebaseerd op het inzicht dat het belangrijk is om cen ruimte van een gewenste hoeveelheid aan zuivere lucht te voorzien. Hiervoor dient men het luchtdebiet van de lucht die naar de ruimte toegevoerd en/of uit de ruimte afgevoerd wordt op correcte wijze te kunnen regelen. Door het hierboven beschreven verlichtingssamenstel te voorzien in een wand van de ruimte, bijvoorbeeld in een muur en/of een plafond, kan men het debiet op cenvoudige wijze regelen.Embodiments of the invention are based on the insight that it is important to provide a room with a desired amount of clean air. To this end, it is necessary to be able to correctly regulate the air flow rate of the air supplied to and/or discharged from the room. By providing the lighting assembly described above in a wall of the room, for instance in a wall and/or a ceiling, the flow rate can be regulated in a simple manner.

Verder zijn uitvoeringsvormen gebaseerd op het inzicht dat men de debietregeling kan voorzien met een eenvoudig verlichtingssamenstel met een klein aantal onderdelen, waarbij complexe onderdelen vermeden worden. Hierdoor kan men niet alleen het productieproces van de onderdelen van het verlichtingssamenstel vergemakkelijken maar ook het montageproces van het samenstel in een wand vereenvoudigen.Furthermore, embodiments are based on the insight that the flow control can be provided with a simple lighting assembly with a small number of parts, avoiding complex parts. This not only facilitates the production process of the components of the lighting assembly, but also simplifies the mounting process of the assembly in a wall.

Bij voorkeur steekt het asdeel door of in het eerste en tweede klepstuk en bevestigt deze op die manier. Op deze manier kunnen de onderdelen van het samenstel eenvoudig verbonden worden.Preferably, the shaft part protrudes through or into the first and second valve piece and thus fixes them. In this way, the parts of the assembly can be easily connected.

In een mogelijke uitvoering is het tweede klepstuk ter hoogte van het asdeel geklemd is tussen het eerste klepstuk en de verlichtingsmodule of is het eerste klepstuk ter hoogte van het asdeel geklemd is tussen het tweede klepstuk en de verlichtingsmodule.In a possible embodiment, the second valve piece is clamped between the first valve piece and the lighting module at the height of the shaft part, or the first valve piece is clamped at the height of the axle part between the second valve piece and the lighting module.

Bij voorkeur heeft het eerste en/of het tweede klepstuk een mantel heeft die tenminste gedeeltelijk de verlichtingsmodule omgeeft.Preferably, the first and/or second valve piece has a shroud that at least partially surrounds the lighting module.

Bij voorkeur is het eerste klepstuk voorzien van ten minste één eerste ventilatiegat en is het tweede klepstuk voorzien van ten minste één tweede ventilatiegat, en is het tweede klepstuk zodanig beweegbaar ten opzichte van het eerste klepstuk gemonteerd dat een overlap tussen het ten minste één eerste ventilatiegat en het ten minste één twee ventilatiegat regelbaar is. Op deze wijze kan men de luchtdoorstroming die via de overlap doorheen de ventilatiegaten stroomt op een correcte manier afstellen, bijvoorbeeld in functie van het volume en/of grondoppervlak van de te verluchten ruimte.Preferably, the first valve piece is provided with at least one first ventilation hole and the second valve piece is provided with at least one second ventilation hole, and the second valve piece is mounted movably relative to the first valve piece such that an overlap between the at least one first ventilation hole and the at least one two ventilation hole is adjustable. In this way, the air flow that flows through the ventilation holes via the overlap can be correctly adjusted, for example in function of the volume and/or floor surface of the room to be ventilated.

In een uitvoeringsvorm is het tweede klepstuk roteerbaar gemonteerd rond een centrale as die samenvalt met een as van het asdeel. Door het samenstel zo te ontwerpen, zorgt men ervoor dat men met een eenvoudige rotatie van het tweede klepstuk het luchtdebiet door en/of langs het eerste klepstuk eenvoudig kan regelen. In een voorkeursuitvoeringsvorm blijft de axiale positie van het tweede klepstuk tijdens een rotatie daarvan nagenoeg constant.In one embodiment, the second valve member is rotatably mounted about a central axis that coincides with an axis of the shaft member. By designing the assembly in this way, it is ensured that the air flow rate through and/or along the first valve piece can be easily controlled with a simple rotation of the second valve piece. In a preferred embodiment, the axial position of the second valve piece remains virtually constant during a rotation thereof.

In een uitvoeringsvorm heeft het tweede klepstuk een tweede wand die contact maakt met cen daarmee geassocieerde eerste wand van het eerste klepstuk, waarbij het ten minste één tweede ventilatiegat in de tweede wand is gelegen, en het ten minste één eerste ventilatiegat in de eerste wand is gelegen. Hierdoor zorgt men ervoor dat er geen ruimte is voor tochtgaten en/of tochtpaden waarlangs lucht op een ongeregelde wijze kan stromen. Bij voorkeur is het samenstel ingericht zodat het eerste klepstuk en het tweede klepstuk langs de tweede en eerste wand over elkaar kunnen schuiven.In one embodiment, the second valve piece has a second wall that contacts an associated first wall of the first valve piece, wherein the at least one second vent is located in the second wall, and the at least one first vent is in the first wall. convenient. This ensures that there is no room for draft holes and/or draft paths along which air can flow in an unregulated manner. The assembly is preferably arranged so that the first valve piece and the second valve piece can slide over each other along the second and first wall.

In cen uitvoeringsvorm is het tweede klepstuk voorzien is van een eerste einddeel dat tegen of nabij het eerste klepstuk is gelegen, een zich vanaf het eerste einddeel uitstrekkende mantel die tenminste gedeeltelijk de verlichtingsmodule omgeeft, en een open tweede einde. Het tweede klepstuk is roteerbaar door manipulatie van de mantel door een operator. Doordat het samenstel zo is ontworpen, kan de operator het luchtdebiet eenvoudig afstellen doordat de operator een gemakkelijke toegang heeft tot de mantel. Hierdoor kan het luchtdebiet aangepast worden zowel vóór het plaatsen van het samenstel in een wand als na het in de wand plaatsen van het samenstel.In an embodiment, the second valve piece includes a first end portion that abuts or proximate the first valve piece, a shroud extending from the first end portion and at least partially surrounding the lighting module, and an open second end. The second valve piece is rotatable by manipulation of the skirt by an operator. This assembly design allows the operator to easily adjust the air flow rate by providing the operator with easy access to the shroud. As a result, the air flow rate can be adjusted both before placing the assembly in a wall and after placing the assembly in the wall.

In een uitvoeringsvorm omvat de verlichtingsmodule een behuizing, een in de behuizing aangebrachte lichtbron en een verbindingselement voor het verbinden van de behuizing met het asdeel omvat.In one embodiment, the lighting module comprises a housing, a light source arranged in the housing and a connecting element for connecting the housing to the axle part.

In een uitvoeringsvorm is omvat het verbindingselement een scharnier zodanig dat de behuizing richtbaar is. Op deze manier kan men de richting van een lichtbundel die door de lichtmodule wordt uitgestraald aanpassen.In one embodiment, the connecting element comprises a hinge such that the housing is orientable. In this way one can adjust the direction of a light beam emitted by the light module.

In cen uitvoeringsvorm loopt het asdeel door het midden van het eerste en tweede klepstuk.In an embodiment, the shaft portion passes through the center of the first and second valve pieces.

Door het asdeel zo doorheen het samenstel te laten lopen kan men deze onderdelen van het samenstel op eenvoudige wijze verbinden zonder gebruik te maken van complexe onderdelen.By letting the shaft part run through the assembly in this way, these parts of the assembly can be connected in a simple manner without using complex parts.

In een uitvoeringsvorm heeft het eerste klepstuk een manteldeel dat zicht uitstrekt rond het tweede klepstuk, waarbij het manteldeel een doorgang met een variabele doorsnede begrenst, bij voorkeur een doorsnede met een oppervlakte die afneemt, bijvoorbeeld geleidelijk of in stappen, in functie van de afstand tot de verlichtingsmodule. Het tweede klepstuk is langs een as van het manteldeel beweegbaar. Door het eerste klepstuk met het manteldeel zo te ontwerpen dat het manteldeel het tweede klepstuk omgeeft, zorgt men ervoor dat de luchtdoorstroming tussen het manteldeel en het tweede klepstuk aangepast kan worden door het tweede klepstuk te bewegen.In one embodiment, the first valve piece has a jacket part that extends around the second valve piece, the jacket part delimiting a passage with a variable cross-section, preferably a cross-section with an area that decreases, for example gradually or in steps, as a function of the distance to the lighting module. The second valve piece is movable along an axis of the jacket part. By designing the first valve piece with the jacket part in such a way that the jacket part surrounds the second valve piece, it is ensured that the air flow between the jacket part and the second valve piece can be adjusted by moving the second valve piece.

Aangezien het manteeldeel vernauwt, bijvoorbeeld schuin of trapsgewijs en bijvoorbeeld naar boven toe, kan men de effectieve luchtdoorstromingsruimte tussen het tweede klepstuk en het manteldeel aanpassen. De vakman begrijpt dat de beweging van het tweede klepstuk gekozen kan worden uit: een translatie of een combinatie van een translatie en cen rotatie, bijvoorbeeld een translatiebeweging in een richting evenwijdig aan de centrale as, bijvoorbeeld met behulp van een schroefdraad.Since the casing part narrows, for instance obliquely or stepwise and for instance upwards, the effective air flow space between the second valve piece and the casing part can be adjusted. The skilled person understands that the movement of the second valve piece can be selected from: a translation or a combination of a translation and a rotation, for instance a translational movement in a direction parallel to the central axis, for instance with the aid of a screw thread.

In een uitvoering omvat het asdeel een draadstang. Bij voorkeur is het zo dat de verlichtingsmodule voorzien is van een boring die ingericht is om samen te werken met de draadstang. Bij voorkeur is het tweede klepstuk voorzien van een boring die ingericht is om samen te werken met de draadstang, zodanig dat het tweede klepstuk omhoog/omlaag beweegbaar is langs de draadstang. Hierbij begrijpt de vakman dat omhoog refereert aan de richting naar de wand toe en omlaag de richting weg van de wand. In een uitvoering is het zo dat de zijwand van het manteldeel schuin of trapsgewijs toeloopt in centrale richting en naar een boveneind van het eerste klepstuk, waarbij het boveneind bedoeld is om naar de wand gericht te zijn.In one embodiment, the shaft part comprises a threaded rod. Preferably, the lighting module is provided with a bore that is adapted to cooperate with the threaded rod. Preferably, the second valve piece is provided with a bore that is adapted to cooperate with the threaded rod, such that the second valve piece can be moved up/down along the threaded rod. Hereby the skilled person understands that up refers to the direction towards the wall and down the direction away from the wall. In one embodiment, the side wall of the jacket part tapers obliquely or stepped in a central direction and towards an upper end of the first valve piece, the upper end being intended to face the wall.

In een uitvoering is het asdeel een hol asdeel met een doorvoerkanaal dat bijvoorbeeld is ingericht om elektrische bekabeling op te nemen. Op deze manier kan men de verlichtingsmodule voorzien van stroom die men via de elektrische bekabeling kan aanleveren.In one embodiment, the shaft part is a hollow shaft part with a feed-through channel that is designed, for example, to receive electrical cabling. In this way, the lighting module can be supplied with power that can be supplied via the electrical wiring.

In een uitvoering omvat het samenstel een inbouwmontagestuk. Bij voorkeur heeft het inbouwmontagestuk een mantel die, bij voorkeur aan een uiteinde daarvan, voorzien is van ten minste één naar buiten gerichte flens ter vorming van tenminste één aanslagvlak dat bedoeld is om tegen een wand, zoals een plafond, gelegen te zijn in de in de wand gemonteerde stand van het inbouwmontagestuk. Hierdoor kan een installateur het samenstel eenvoudig en op een netjes afgewerkte wijze inbouwen in een wandopening.In one embodiment, the assembly comprises a built-in mounting piece. The built-in mounting piece preferably has a shell which, preferably at one end thereof, is provided with at least one outwardly directed flange to form at least one stop surface which is intended to rest against a wall, such as a ceiling, in the the wall mounted position of the flush mount. As a result, an installer can easily and neatly install the assembly in a wall opening.

Bij voorkeur is het eerste klepstuk voorzien van een verbindingsmiddel om het eerste klepstuk met het inbouwmontagestuk te verbinden, waarbij bij voorkeur het verbindingsmiddel is geselecteerd uit: een klik-fit systeem, een afdichtingsring. Een klik-fit systeem zorgt ervoor dat het eerste klepstuk snel en eenvoudig is in te bouwen in het inbouwmontagestuk. De afdichtingsring zorgt ervoor dat het eerste klepstuk zich in het inbouwmontagestuk kan klemmen en heeft als voordeel dat er geen ongewenste luchtstroom tussen eerste klepstuk en inbouwmontagestuk kan stromen.The first valve piece is preferably provided with a connecting means for connecting the first valve piece to the built-in mounting piece, wherein the connecting means is preferably selected from: a click-fit system, a sealing ring. A click-fit system ensures that the first valve piece can be installed quickly and easily in the concealed mounting piece. The sealing ring ensures that the first valve piece can clamp itself in the built-in mounting piece and has the advantage that no unwanted airflow can flow between the first valve piece and built-in mounting piece.

Bij voorkeur omvat het verbindingsmiddel ten minste twee verende elementen die bij voorkeur in één stuk gevormd zijn met het eerste klepstuk, welke verende elementen ingericht zijn om samen te werken met overeenstemmende nokken van het inbouwmontagestuk. Op die manier kan een installateur de het eerste klepstuk snel en eenvoudig in het inbouwmontagestuk inbrengen zonder gereedschap te gebruiken.Preferably, the connecting means comprises at least two spring elements preferably formed in one piece with the first valve piece, which spring elements are adapted to cooperate with corresponding cams of the recessed mounting piece. In this way, an installer can quickly and easily insert the first valve piece into the flush mount without using any tools.

In een uitvoeringsvorm is het tweede klepstuk voorzien van een vernauwing, bijvoorbeeld om de luchtstroom in de richting van de verlichtingsmodule te voeren. Op deze wijze kan de luchtstroom ook bijdragen aan het afvoeren van warmte van de verlichtingsmodule. Zo kan een koeling voorzien worden aan de verlichtingsmodule waardoor de levensduur daarvan kan worden verlengd.In one embodiment, the second valve piece is provided with a constriction, for example to direct the air flow in the direction of the lighting module. In this way, the airflow can also contribute to dissipating heat from the lighting module. For example, cooling can be provided to the lighting module so that its lifespan can be extended.

Bij voorkeur is het eerste klepstuk ingericht om een luchtstroom van een 5 verluchtingssysteem toe of af te voeren, waarbij het eerste en tweede klepstuk bij voorkeur nagenoeg volledig zijn verborgen in een wand, bijvoorbeeld een plafond, en bijvoorbeeld in een inbouwmontagestuk dat aangebracht is in de wand.Preferably, the first valve piece is adapted to supply or exhaust an airflow from a ventilation system, wherein the first and second valve piece are preferably almost completely hidden in a wall, for instance a ceiling, and for instance in a built-in mounting piece arranged in the wall.

In een uitvoeringsvorm is het tweede klepstuk voorzien van een centraal deel en één of meer beweegbare bladen, waarbij het asdeel bij voorkeur door het centraal deel loopt. Bij voorkeur zijn het centraal deel en de één of meer beweegbare bladen voorzien van een koppelmechanisme, bijvoorbeeld met tandwielen, dat zodanig is ingericht dat de stand van de één of meer beweegbare bladen regelbaar is door het centraal deel te roteren, bij voorkeur rond het asdeel. Op deze manier kan men het luchtdebiet aanpassen door de stand van de één of meer beweegbare bladen aan te passen.In one embodiment, the second valve piece is provided with a central part and one or more movable blades, the shaft part preferably running through the central part. Preferably, the central part and the one or more movable blades are provided with a coupling mechanism, for instance with gear wheels, which is designed such that the position of the one or more movable blades can be adjusted by rotating the central part, preferably around the shaft part. . In this way, the air flow rate can be adjusted by adjusting the position of the one or more movable blades.

In een mogelijke uitvoeringsvorm is het tweede klepstuk ofwel een integraal gevormd deel.In a possible embodiment, the second valve piece is either an integrally formed part.

In een andere mogelijke uitvoeringsvorm omvat het tweede klepstuk meerdere onderling gekoppelde delen.In another possible embodiment, the second valve piece comprises several mutually coupled parts.

In cen uitvoeringsvorm blijft, gezien langs een as van het asdeel, een axiale positie van het tweede klepstuk nagenoeg constant tijdens het bewegen daarvan.In an embodiment, viewed along an axis of the shaft part, an axial position of the second valve piece remains substantially constant during its movement.

In andere varianten kan in plaats van een verlichtingsmodule een andere functionele module, en in het bijzonder een andere elektrische module, voorzien zijn in het samenstel. De functionele module kan bijvoorbeeld één of meer van de volgende elementen omvatten: een camera, een luidspreker, een lichtbron, een sensor, zoals bijvoorbeeld een bewegingssensor of een rookdetector, een filter.In other variants, instead of a lighting module, another functional module, and in particular another electrical module, can be provided in the assembly. The functional module can for instance comprise one or more of the following elements: a camera, a loudspeaker, a light source, a sensor, such as for instance a motion sensor or a smoke detector, a filter.

In een uitvoeringsvorm is de verlichtingsmodule onafhankelijk roteerbaar gemonteerd, waarbij de rotatie van de verlichtingsmodule geen rotatie veroorzaakt van het tweede klepstuk, en waarbij de functionele module dus zonder de positie van het tweede klepstuk te beïnvloeden in een gewenste stand worden geroteerd.In one embodiment, the lighting module is independently rotatably mounted, wherein the rotation of the lighting module does not cause rotation of the second valve piece, so that the functional module can be rotated into a desired position without influencing the position of the second valve piece.

In een uitvoeringsvorm is het ten minste één eerste ventilatiegat begrensd door een omtrekswand met een hoogte hl, waarbij de hoogte h1 kleiner is dan 2 cm, bij voorkeur kleiner dan 1,5 cm, nog meer bij voorkeur kleiner dan 1 cm, nog meer bij voorkeur kleiner dan 0,5 cm en/of is het ten minste één tweede ventilatiegat begrensd door een omtrekswand met een hoogte h2, waarbij de hoogte h2 kleiner is dan 2 cm, bij voorkeur kleiner dan 1,5 cm, nog meer bij voorkeur kleiner dan 1 cm, nog meer bij voorkeur kleiner dan 0,5 cm.In one embodiment, the at least one first ventilation hole is bounded by a circumferential wall with a height h1, the height h1 being less than 2 cm, preferably less than 1.5 cm, even more preferably less than 1 cm, even more so when preferably smaller than 0.5 cm and/or is the at least one second ventilation hole bounded by a circumferential wall with a height h2, the height h2 being smaller than 2 cm, preferably smaller than 1.5 cm, even more preferably smaller than 1 cm, even more preferably less than 0.5 cm.

Een verder aspect van de uitvinding voorziet een methode om verluchting in een ruimte (R) te voorzien, waarbij de methode de volgende stappen omvat: het voorzien van een verlichtingssamenstel met één of meer kenmerken zoals hierin beschreven en het samenstellen en monteren van het verlichtingssamenstel in een wand, zoals een plafond, van de ruimte; het aansluiten van het eerste klepstuk op een ventilatiebuis voor het toevoeren of afvoeren van een luchtstroom; het afstellen van een luchtdoorstroming door en/of langs het eerste en tweede klepstuk van het verlichtingssamenstel door het bewegen van het tweede klepstuk ten opzichte van het eerste klepstuk.A further aspect of the invention provides a method for providing ventilation in a room (R), the method comprising the following steps: providing a lighting assembly with one or more features as described herein and assembling and mounting the lighting assembly in a wall, such as a ceiling, of the room; connecting the first valve piece to a ventilation pipe for supplying or exhausting an air stream; adjusting an air flow through and/or along the first and second valve piece of the lighting assembly by moving the second valve piece relative to the first valve piece.

In een uitvoering van de methode wordt de luchtstroom voorzien door een luchtstroom- generatiemiddel dat is gelegen buiten het verlichtingssamenstel en omvat de stap van het afstellen het afstellen van de luchtdoorstroming op basis van een afstand tussen het luchtstroom- generatiemiddel en het verlichtingssamenstel en/of op basis van een volume van de ruimte en/of op basis van een grondoppervlakte van de ruimte. Dit heeft als voordeel dat de ruimte minder onderworpen wordt aan geluid afkomstig van het luchtstroom-generatiemiddel.In an embodiment of the method, the airflow is provided by an airflow generating means located outside the lighting assembly and the step of adjusting comprises adjusting the airflow based on a distance between the airflow generating means and the lighting assembly and/or on based on a volume of the room and/or based on a floor area of the room. This has the advantage that the space is less subject to noise originating from the airflow generating means.

Een verder aspect van de uitvinding betreft een inbouwmontagestuk bedoeld om in een wand, zoals cen plafondwand, ingebouwd te worden, voor het monteren van een module, zoals een verlichtingsmodule. Het inbouwmontagestuk omvat een buitenmantel, en een daarin opgenomen binnenmantel. De buiten- en binnenmantel zijn zodanig afgemeten en aangebracht dat een opening tussen een eerste einde van de buitenmantel en een eerste overeenstemmend einde van de binnenmantel een ventilatiemond vormt; waarbij het inbouwmontagestuk een verbindingswand omvat tussen de binnenmantel en de buitenmantel, op een afstand van het eerste einde; waarbij de buitenmantel tussen het eerste einde en de verbindingswand voorzien is van ten minste één ventilatieopening voor het aansluiten van een ventilatiebuis.A further aspect of the invention relates to a built-in mounting piece intended to be built into a wall, such as a ceiling wall, for mounting a module, such as a lighting module. The recessed mounting piece comprises an outer shell and an inner shell received therein. The outer and inner shells are sized and arranged such that an opening between a first end of the outer shell and a first mating end of the inner shell forms a vent; wherein the flush mount includes a connecting wall between the inner shell and the outer shell spaced from the first end; wherein the outer casing between the first end and the connecting wall is provided with at least one ventilation opening for connecting a ventilation pipe.

Het verder aspect is gebaseerd op het inzicht dat men de installatie van een module in een wand, met name een functionele module zoals bijvoorbeeld een verlichtingsmodule, een cameramodule, een geluidsmodule, kan vergemakkelijken en tegelijkertijd verluchting kan voorzien.The further aspect is based on the insight that the installation of a module in a wall, in particular a functional module such as a lighting module, a camera module, a sound module, can be facilitated and ventilation can be provided at the same time.

De ventilatiemond kan zo lucht toevoeren en/of afvoeren naar/van een ruimte. Deze lucht wordt aangevoerd/afgevoerd via de ventilatiebuis. Bij voorkeur bouwt men het inbouwmontagestuk in de wand van een verlaagd plafond (VP) ook gekend als een “vals” plafond of een “lowered/dropped ceiling”. Hieronder wordt een plafond begrepen waarbij door middel van plafondplaten en/of plafondprofielen en een ophangsysteem een ruimte tussen de bovenliggende vloer en het plafond wordt gemaakt. Het verlaagd plafond bevindt zich op een afstand van de bovenliggende vloer.The ventilation mouth can thus supply and/or exhaust air to/from a room. This air is supplied/exhausted via the ventilation pipe. Preferably, the recessed mounting piece is built into the wall of a suspended ceiling (VP), also known as a “false” ceiling or a “lowered/dropped ceiling”. This includes a ceiling in which a space is created between the floor above and the ceiling by means of ceiling plates and/or ceiling profiles and a suspension system. The suspended ceiling is located at a distance from the floor above.

Bij voorkeur is de binnenmantel ingericht voor het daarin opnemen van de module. Op die manier kan een installateur de module eenvoudig monteren in het inbouwmontagestuk. Onder “monteren” wordt hierin verstaan dat: het geheel of gedeeltelijk opnemen van een module in het inbouwmontagestuk, maar ook het ophangen van de module onder het inbouwmontagestuk bijvoorbeeld via een ophangkabel die doorheen het inbouwmontagestuk loopt. Men kan de module bijvoorbeeld inrichten om rechtstreeks opgenomen te worden in het inbouwmontagestuk, bijvoorbeeld om via een snap-fit mechanisme. Volgens een alternatief kan de binnenmantel ingericht zijn met een ophangmiddel waaraan een installateur de module kan bevestigen.The inner casing is preferably adapted to receive the module therein. That way, an installer can easily mount the module in the flush mount. In this context, “mounting” is understood to mean: the full or partial inclusion of a module in the flush-mounting piece, but also the suspension of the module under the flush-mounting piece, for example via a suspension cable that runs through the flush-mounting piece. For example, the module can be designed to be incorporated directly into the flush-mounting piece, for example via a snap-fit mechanism. According to an alternative, the inner shell can be arranged with a suspension means to which an installer can fix the module.

Bij voorkeur is het zo dat de binnenmantel, de buitenmantel en de verbindingswand integraal vervaardigd zijn uit één stuk. Hierdoor wordt de productie van het inbouwstuk vereenvoudigd en hoeft men de onderdelen van het inbouwmontagestuk niet apart samen te stellen.Preferably, the inner casing, the outer casing and the connecting wall are integrally manufactured in one piece. This simplifies the production of the built-in piece and eliminates the need to assemble the components of the flush-mounting piece separately.

In uitvoeringsvorm begrenst de binnenmantel cen ruimte waarin de module ten minste gedeeltelijk opneembaar is.In one embodiment, the inner casing delimits a space in which the module can be accommodated at least partially.

In uitvoeringsvorm is de buitenmantel voorzien van een naar buiten gerichte flens ter vorming van een aanslagvlak bedoeld om tegen een wand, zoals een plafond, aangelegen te zijn.In one embodiment, the outer casing is provided with an outwardly directed flange to form a stop surface intended to rest against a wall, such as a ceiling.

In uitvoeringsvorm is de flens voorzien van meerdere openingen. Dergelijke openingen, bijvoorbeeld gevormd als radiaal gerichte langwerpige sleuven, kunnen gebruikt worden om doorvoerelementen, bijvoorbeeld een schroef, in door te voeren zodanig dat men het montagestuk aan het plafond kan bevestigen.In one embodiment, the flange is provided with several openings. Such openings, for instance formed as radially directed elongate slots, can be used to feed through elements, for instance a screw, in such a way that the mounting piece can be attached to the ceiling.

In een uitvoeringsvorm wijkt een oppervlakte van de ventilatiemond minder dan 20% af van een oppervlakte van de ten minste één ventilatieopening in de buitenmantel.In one embodiment, an area of the ventilation opening deviates less than 20% from an area of the at least one ventilation opening in the outer shell.

In een uitvoeringsvorm strekt een omtreksrand van de ventilatieopening zich uit in een eerste vlak; en strekt een omtreksrand van de ventilatiemond zich uit in een tweede vlak. Het eerste vlak en tweede vlak zijn nagenoeg loodrecht op elkaar gericht. Dit heeft als voordeel dat de afstand tussen het verlaagd plafond en bovenliggende vloer niet groot moet zijn.In one embodiment, a peripheral edge of the ventilation opening extends in a first plane; and a peripheral edge of the vent mouth extends in a second plane. The first plane and second plane are oriented substantially perpendicular to each other. This has the advantage that the distance between the lowered ceiling and the floor above does not have to be large.

In een uitvoeringsvorm heeft de binnenmantel en/of de buitenmantel een nagenoeg cilindrische vorm heeft. De binnemantel en/of de buitenmantel kunnen echter ook een andere vorm hebben, bijvoorbeeld een prisma vorm, een kegelvorm, etc. De doorsnede van de binnen en/of buitenmantel kan constant zijn of variabel, gezien langs een as van respectievelijk de binnen en/of buitenmantel.In one embodiment, the inner casing and/or the outer casing has a substantially cylindrical shape. However, the inner shell and/or the outer shell can also have a different shape, for instance a prism shape, a cone shape, etc. The cross-section of the inner and/or outer shell can be constant or variable, viewed along an axis of the inner and/or outer shell, respectively. or outer jacket.

Bij voorkeur zijn in het verlichtingssamenstel en/of inbouwmontagestuk geen van de volgende elementen aanwezig: cen ventilator, cen elektrisch aangestuurd luchtstroomgeneratiemiddel. Een dergelijk middel kan echter wel aangesloten worden op de ventilaticopening in de buitenmantel.Preferably none of the following elements are present in the lighting assembly and/or built-in mounting piece: a fan, an electrically controlled airflow generating means. However, such a means can be connected to the ventilation opening in the outer casing.

Bij voorkeur komen de binnenafmetingen van het inbouwmontagestuk tenminste gedeeltelijk overeen met buitenafmetingen van de module om een luchtstroom daartussen te verhinderen of te voorkomen.Preferably, the interior dimensions of the flush-mounting piece correspond at least in part to exterior dimensions of the module to prevent or prevent airflow therebetween.

Een verder aspect van de uitvinding betreft een methode voor het inbouwen van een module in een wand, zoals een plafondwand, waarbij de methode de volgende stappen omvat: het voorzien van cen wandopening; het monteren van het inbouwmontagestuk zoals hierboven beschreven in de wand; en het monteren van een module in het inbouwmontagestuk, bijvoorbeeld door bevestiging in de binnenmantel of door ophanging waarbij een ophangmiddel door de binnenmantel loopt.A further aspect of the invention relates to a method for building a module into a wall, such as a ceiling wall, the method comprising the following steps: providing a wall opening; mounting the flush mount into the wall as described above; and mounting a module in the flush mount, for example by mounting in the inner shell or by suspension with a suspension means extending through the inner shell.

Bij voorkeur is de wand een plafondwand van een verlaagd plafond. Op die manier kan men de functionaliteit van de module, bijvoorbeeld verlichting en/of detectie en/of monitoring, voorzien in een ruimte in combinatie met een aanvoer en/of afvoer van lucht, en dit op een compacte wijze.The wall is preferably a ceiling wall of a lowered ceiling. In this way, the functionality of the module, for example lighting and/or detection and/or monitoring, can be provided in a space in combination with a supply and/or exhaust of air, and this in a compact manner.

Uitvoeringsvormen volgens de eerste twee hierboven besproken aspecten worden beschreven in de clausules hieronder. 1. Verlichtingssamenstel (1000) omvattende een verlichtingsmodule (300), een eerste klepstuk (100), een tweede klepstuk (200), en bevestigingsmiddelen (400) voor het koppelen van de verlichtingsmodule aan het eerste en/of het tweede klepstuk; waarbij het eerste klepstuk bedoeld is om vast in een wand, zoals een plafond, te worden bevestigd en om te worden aangesloten op een ventilatiebuis voor het toelaten van een luchtstroom door en/of langs het eerste klepstuk; waarbij het tweede klepstuk beweegbaar ten opzichte van het eerste klepstuk is gemonteerd een en ander zodanig dat een luchtdoorstroming door en/of langs het eerste en tweede klepstuk regelbaar is door het bewegen van het tweede klepstuk ten opzichte van het eerste klepstuk; waarbij de bevestigingsmiddelen een asdeel (401) omvatten dat bij voorkeur een onderlinge koppeling van het eerste klepstuk, het tweede klepstuk en de verlichtingsmodule realiseert. 2. Verlichtingssamenstel volgens clausule 1, waarbij het asdeel door of in het eerste en tweede klepstuk steekt en deze op die manier bevestigt. 3. Verlichtingssamenstel volgens clausule 1 of 2, waarbij het tweede klepstuk ter hoogte van het asdeel geklemd is tussen het eerste klepstuk en de verlichtingsmodule of waarbij het eerste klepstuk ter hoogte van het asdeel geklemd is tussen het tweede klepstuk en de verlichtingsmodule. 4. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het eerste en/of het tweede klepstuk een mantel heeft die ten minste gedeeltelijk de verlichtingsmodule omgeeft. 5. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het eerste klepstuk voorzien is van ten minste één eerste ventilatiegat (122) en het tweede klepstuk voorzien is van ten minste één tweede ventilatiegat (222), en waarbij het tweede klepstuk zodanig beweegbaar ten opzichte van het eerste klepstuk is gemonteerd dat een overlap tussen het ten minste één cerste ventilatiegat en het ten minste één tweede ventilatiegat regelbaar is.Embodiments according to the first two aspects discussed above are described in the clauses below. A lighting assembly (1000) comprising a lighting module (300), a first valve piece (100), a second valve piece (200), and attachment means (400) for coupling the lighting module to the first and/or second valve piece; wherein the first valve piece is intended to be fixedly fixed in a wall, such as a ceiling, and to be connected to a ventilation pipe for admitting an airflow through and/or along the first valve piece; wherein the second valve piece is mounted movably relative to the first valve piece, all this in such a way that an air flow through and/or along the first and second valve piece can be controlled by moving the second valve piece relative to the first valve piece; wherein the fastening means comprise a shaft part (401) which preferably realizes mutual coupling of the first valve piece, the second valve piece and the lighting module. 2. The lighting assembly according to clause 1, wherein the shaft part extends through or into the first and second valve pieces and so secures them. 3. Lighting assembly according to clause 1 or 2, wherein the second valve piece is clamped at the level of the shaft part between the first valve piece and the lighting module or wherein the first valve piece is clamped at the level of the shaft part between the second valve piece and the lighting module. 4. A lighting assembly according to any one of the preceding clauses, wherein the first and/or the second valve piece has a shroud that at least partially surrounds the lighting module. A lighting assembly according to any one of the preceding clauses, wherein the first valve piece is provided with at least one first vent hole (122) and the second valve piece is provided with at least one second vent hole (222), and wherein the second valve piece is movable with respect to the first valve piece is mounted such that an overlap between the at least one first ventilation hole and the at least one second ventilation hole is adjustable.

6. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het tweede klepstuk roteerbaar gemonteerd is rond een centrale as die samenvalt met een as van het asdeel.6. Lighting assembly according to any of the preceding clauses, wherein the second valve piece is rotatably mounted about a central axis that coincides with an axis of the shaft part.

7. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het tweede klepstuk een tweede wand heeft die contact maakt met een daarmee geassocieerde eerste wand van het eerste klepstuk, waarbij het ten minste één tweede ventilatiegat in de tweede wand is gelegen, en het ten minste één eerste ventilatiegat in de eerste wand is gelegen.7. The lighting assembly of any preceding clause, wherein the second valve piece has a second wall contacting an associated first wall of the first valve piece, the at least one second vent hole being located in the second wall, and the at least one first ventilation hole is located in the first wall.

8. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het tweede klepstuk voorzien is van een eerste einddeel (201) dat tegen of nabij het eerste klepstuk is gelegen, een zich vanaf het eerste einddeel uitstrekkende mantel (203) die ten minste gedeeltelijk de verlichtingsmodule omgeeft, en een open tweede einde (202); en waarbij het tweede klepstuk roteerbaar is door manipulatie van de mantel door een operator.A lighting assembly according to any one of the preceding clauses, wherein the second valve piece includes a first end portion (201) located against or near the first valve piece, a shroud (203) extending from the first end portion and at least partially surrounding the lighting module , and an open second end (202); and wherein the second valve piece is rotatable by manipulation of the shroud by an operator.

9. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij de verlichtingsmodule een behuizing (301), een in de behuizing aangebrachte lichtbron (302) en een verbindingselement (303) voor het verbinden van de behuizing met het asdeel omvat.A lighting assembly according to any one of the preceding clauses, wherein the lighting module comprises a housing (301), a light source (302) arranged in the housing and a connecting element (303) for connecting the housing to the shaft part.

10. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het verbindingselement een scharnier (304) omvat zodanig dat de behuizing richtbaar is.A lighting assembly according to any one of the preceding clauses, wherein the connecting element comprises a hinge (304) such that the housing is orientable.

11. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het asdeel door het midden van het eerste en tweede klepstuk loopt.11. Lighting assembly according to any of the preceding clauses, wherein the shaft part passes through the middle of the first and second valve pieces.

12. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het eerste klepstuk een manteldeel (150) heeft dat zich uitstrekt rond het tweede klepstuk, waarbij het manteldeel een doorgang met een variabele doorsnede begrenst, bij voorkeur een doorsnede met een oppervlakte die afneemt, bijvoorbeeld geleidelijk of in stappen, in functie van de afstand tot de verlichtingsmodule; en waarbij het tweede klepstuk langs een as (Ca) van het manteldeel beweegbaar is.A lighting assembly according to any one of the preceding clauses, wherein the first valve piece has a skirt portion (150) extending around the second valve piece, the skirt portion defining a passage of variable cross-section, preferably a cross-section of area that decreases, e.g. gradually or in steps, depending on the distance to the lighting module; and wherein the second valve piece is movable along an axis (Ca) of the shell portion.

13. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het asdeel een draadstang omvat.13. Lighting assembly according to one of the preceding clauses, wherein the shaft part comprises a threaded rod.

14. Verlichtingssamenstel volgens de vorige clausule, waarbij de verlichtingsmodule voorzien is van een boring die ingericht is om samen te werken met de draadstang.14. Lighting assembly according to the previous clause, wherein the lighting module is provided with a bore adapted to cooperate with the threaded rod.

15. Verlichtingssamenstel volgens clausule 13 of 14, waarbij het tweede klepstuk voorzien is van cen boring die ingericht is om samen te werken met de draadstang, zodanig dat het tweede klepstuk omhoog/omlaag beweegbaar is langs de draadstang.15. A lighting assembly according to clause 13 or 14, wherein the second valve piece is provided with a bore adapted to cooperate with the threaded rod such that the second valve piece is movable up/down along the threaded rod.

16. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het asdeel een hol asdeel is met een doorvoerkanaal (402) dat bijvoorbeeld is ingericht om elektrische bekabeling op te nemen.16. Lighting assembly according to any of the preceding clauses, wherein the shaft part is a hollow shaft part with a feed-through channel (402) which is arranged, for example, to receive electrical cabling.

17. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het samenstel een inbouwmontagestuk (600) omvat.A lighting assembly according to any of the preceding clauses, wherein the assembly comprises a recessed mount (600).

18. Verlichtingssamenstel volgens de vorige clausule, waarbij het inbouwmontagestuk een mantel (650) heeft die, bij voorkeur aan een uiteinde daarvan, voorzien is van ten minste één naar buiten gerichte flens (601) ter vorming van tenminste één aanslagvlak dat bedoeld is om tegen cen wand, zoals een plafond, gelegen te zijn in de in de wand gemonteerde stand van het inbouwmontagestuk.18. A lighting assembly according to the preceding clause, wherein the flush mount has a shroud (650) provided, preferably at one end thereof, with at least one outwardly facing flange (601) to form at least one abutment surface intended to abut against a wall, such as a ceiling, in the flush-mounted position of the flush mount.

19. Verlichtingssamenstel volgens clausule 17 of 18, waarbij het eerste klepstuk is voorzien van een verbindingsmiddel (110) om het eerste klepstuk met het inbouwmontagestuk (600) te verbinden, waarbij bij voorkeur het verbindingsmiddel is geselecteerd uit: een klik-fit systeem en/of een afdichtingsring.19. A lighting assembly according to clause 17 or 18, wherein the first valve piece is provided with a connection means (110) for connecting the first valve piece to the recessed mounting piece (600), preferably the connection means being selected from: a click-fit system and/or or a sealing ring.

20. Verlichtingssamenstel volgens de vorige clausule, waarbij het verbindingsmiddel ten minste twee verende elementen (110) omvat die bij voorkeur in één stuk gevormd zijn met het eerste klepstuk, welke verende elementen ingericht zijn om samen te werken met overeenstemmende nokken (667) van het inbouwmontagestuk.20. Lighting assembly according to the preceding clause, wherein the connecting means comprises at least two spring elements (110) preferably formed in one piece with the first valve piece, the spring elements being adapted to cooperate with corresponding cams (667) of the recessed mounting piece.

21. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het tweede klepstuk voorzien is van een vernauwing (230), bijvoorbeeld om de luchtstroom in de richting van de verlichtingsmodule te voeren.21. Lighting assembly according to one of the preceding clauses, in which the second valve piece is provided with a constriction (230), for example to direct the airflow in the direction of the lighting module.

22. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het tweede klepstuk voorzien is van een centraal deel (20024) en één of meer beweegbare bladen (200b), waarbij het asdeel bij voorkeur door het centraal deel loopt.22. Lighting assembly according to any of the preceding clauses, wherein the second valve piece comprises a central part (20024) and one or more movable blades (200b), the shaft part preferably passing through the central part.

23. Verlichtingssamenstel volgens de voorgaande clausule, waarbij het centraal deel (20024) en de één of meer beweegbare bladen (200b) voorzien zijn van een koppelmechanisme, bijvoorbeeld met tandwielen, dat zodanig is ingericht dat de stand van de één of meer beweegbare bladen23. Lighting assembly according to the preceding clause, wherein the central part (20024) and the one or more movable blades (200b) are provided with a coupling mechanism, for example with gears, which is arranged such that the position of the one or more movable blades

(200b) regelbaar is door het centraal deel te roteren, bij voorkeur rond het asdeel.(200b) is controllable by rotating the central part, preferably about the shaft part.

24. Verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules, waarbij het tweede klepstuk een integraal gevormd deel is of meerdere onderling gekoppelde delen omvat.24. A lighting assembly according to any one of the preceding clauses, wherein the second valve piece is an integrally formed part or comprises a plurality of interlinked parts.

25. Methode voor het voorzien van verluchting in een ruimte (R), waarbij de methode de volgende stappen omvat:25. Method for providing ventilation in a room (R), the method comprising the following steps:

— het voorzien van een verlichtingssamenstel volgens één der voorgaande clausules en het samenstellen en monteren van het verlichtingssamenstel in een wand, zoals een plafond, van de ruimte;- providing a lighting assembly according to one of the preceding clauses and assembling and mounting the lighting assembly in a wall, such as a ceiling, of the room;

— het aansluiten van het eerste klepstuk op een ventilatiebuis voor het toevoeren of afvoeren van een luchtstroom (LS);- connecting the first valve piece to a ventilation pipe for supplying or exhausting an air stream (LS);

— het afstellen van een luchtdoorstroming door en/of langs het eerste en tweede klepstuk van het verlichtingssamenstel door het bewegen van het tweede klepstuk ten opzichte van het eerste klepstuk. 26. Methode volgens de vorige clausule, waarbij de luchtstroom (LS) wordt voorzien door een luchtstroom-generatiemiddel (LB) dat is gelegen buiten het verlichtingssamenstel en waarbij de stap van het afstellen omvat: het afstellen van de luchtdoorstroming op basis van een afstand tussen het luchtstroom-generatiemiddel en het verlichtingssamenstel en/of op basis van een volume van de ruimte en/of op basis van een grondoppervlakte van de ruimte.- adjusting an air flow through and/or along the first and second valve piece of the lighting assembly by moving the second valve piece relative to the first valve piece. 26. Method according to the previous clause, wherein the airflow (LS) is provided by an airflow generating means (LB) located outside the lighting assembly and the step of adjusting comprises: adjusting the airflow based on a distance between the airflow generating means and the lighting assembly and/or based on a volume of the room and/or based on a floor area of the room.

Korte figuurbeschrijvingShort figure description

De onderhavige uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvoorbeelden van samenstellen volgens de uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage.The present invention will be further elucidated on the basis of a number of non-limiting exemplary embodiments of assemblies according to the invention with reference to the appended drawings.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een verlichtingssamenstel in samengestelde stand, gezien vanaf een onderzijde.Figure 1 shows a perspective view of an embodiment of a lighting assembly in assembled position, viewed from below.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van het verlichtingssamenstel van figuur 1 in samengestelde stand, gezien vanaf een bovenzijde.Figure 2 shows a perspective view of the lighting assembly of Figure 1 in assembled position, viewed from a top.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht van het verlichtingssamenstel van figuur 1 in samengestelde stand.Figure 3 shows a top view of the lighting assembly of figure 1 in assembled position.

Figuur 4 toont een doorsnede van het verlichtingssamenstel getoond in figuur 3 volgens sectielijnFigure 4 shows a sectional view of the lighting assembly shown in Figure 3 along the section line

AA.AA.

Figuur 5 toont een opengewerkt perspectivisch aanzicht van het verlichtingssamenstel van figuur 1.Figure 5 shows an exploded perspective view of the lighting assembly of Figure 1.

Figuren 6-8 tonen een tweede uitvoeringsvorm van een verlichtingssamenstel. Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een verlichtingssamenstel. Figuur 7 toont een onderaanzicht van het verlichtingssamenstel getoond in figuur 6. Figuur 8 toont een opengewerkt perspectivisch aanzicht van het verlichtingssamenstel van figuur 7.Figures 6-8 show a second embodiment of a lighting assembly. Figure 6 shows a perspective view of an embodiment of a lighting assembly. Figure 7 shows a bottom view of the lighting assembly shown in Figure 6. Figure 8 shows an exploded perspective view of the lighting assembly of Figure 7.

Figuren 9-11 tonen een derde uitvoeringsvorm van een verlichtingssamenstel. Figuur 9 toont een opengewerkt perspectivisch aanzicht van een verlichtingssamenstel. Figuren 10 en 11 tonen onderdelen van verlichtingssamenstel van figuur 9 in meer detail.Figures 9-11 show a third embodiment of a lighting assembly. Figure 9 shows an exploded perspective view of a lighting assembly. Figures 10 and 11 show parts of the lighting assembly of Figure 9 in more detail.

Figuur 12 toont een doorsnede aanzicht van het verlichtingssamenstel getoond in figuur 9 in samengestelde stand en ingebouwd in een wand.Figure 12 shows a sectional view of the lighting assembly shown in Figure 9 in assembled position and built into a wall.

Figuur 13 toont een schematische illustratie van een verlichtingsverluchtingssysteem dat verluchting aan een ruimte R voorziet.Figure 13 shows a schematic illustration of a lighting ventilation system providing ventilation to a room R.

Figuur 14 toont een perspectivisch aanzicht van een inbouwmontagestuk.Figure 14 shows a perspective view of a flush mount.

Figuur 15 toont een onderaanzicht van het inbouwmontagestuk van figuur 14.Figure 15 shows a bottom view of the flush mount of Figure 14.

Figuur 16 toont een doorsnede aanzicht van het inbouwmontagestuk van figuur 15 volgens sectielijn AA en een ventilatiebuis.Figure 16 shows a cross-sectional view of the flush mount of Figure 15 taken along section line AA and a vent tube.

Figuur 17 toont het inbouwmontagestuk getoond in figuur 14 ingebouwd in een vals plafond, waarbij een module en ventilatiebuis aan het inbouwmontagestuk zijn verbonden.Figure 17 shows the recessed mount shown in Figure 14 installed in a false ceiling, with a module and vent pipe connected to the recessed mount.

Figuur 18 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoering van een verlichtingssamenstel.Figure 18 shows a perspective view of one embodiment of a lighting assembly.

Figuur 19 toont een foto van perspectivisch aanzicht van het verlichtingssamenstel van figuur 18, gezien vanaf een bovenzijde.Figure 19 shows a photographic perspective view of the lighting assembly of Figure 18 viewed from a top.

Figuur 20 toont een opengewerkt perspectivisch aanzicht van het verlichtingssamenstel van figuur 18. Figuur 20A toont een detail weergave van het verlichtingssamenstel van figuur 20.Figure 20 shows an exploded perspective view of the lighting assembly of Figure 18. Figure 20A shows a detailed view of the lighting assembly of Figure 20.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvoorbeeldenDetailed description of working examples

Overeenkomstige elementen met dezelfde of gelijkaardige eigenschappen en voordelen zijn aangeduid met dezelfde referentiecijfers.Corresponding elements with the same or similar properties and advantages are designated with the same reference numerals.

Figuren 1-5 illustreren een eerste uitvoeringsvorm van een verlichtingssamenstel 1000. Het verlichtingssamenstel 1000 omvat een verlichtingsmodule 300, een eerste klepstuk 100, een tweede klepstuk 200, bevestigingsmiddelen 400 voor het koppelen van de verlichtingsmodule 300 aan het eerste klepstuk 100 en/of aan het tweede klepstuk 200, en een inbouwmontagestuk 600 dat bedoeld is om vooraf in een wand aangebracht te worden en ingericht is om het eerste klepstuk 100, het tweede klepstuk 200 en de verlichtingsmodule 300 op te nemen. Figuren 1 en 2 tonen het verlichtingssamenstel in samengestelde stand, respectievelijk kijkend naar een onderzijde waar de verlichtingsmodule zichtbaar 300 is en naar een bovenzijde waar een deel van het eerste en tweede klepstuk 100, 200 zichtbaar zijn. Figuur 5 toont het samenstel 1000 in de gedemonteerde stand.Figures 1-5 illustrate a first embodiment of a lighting assembly 1000. The lighting assembly 1000 comprises a lighting module 300, a first valve piece 100, a second valve piece 200, attachment means 400 for coupling the lighting module 300 to the first valve piece 100 and/or to the second valve piece 200, and a flush mount 600 that is intended to be preinstalled in a wall and adapted to receive the first valve piece 100, the second valve piece 200 and the lighting module 300 . Figures 1 and 2 show the lighting assembly in assembled position, looking at a bottom side where the lighting module is visible 300 and at a top side where part of the first and second valve piece 100, 200 are visible, respectively. Figure 5 shows the assembly 1000 in the disassembled position.

Het eerste klepstuk 100 is bedoeld om vast in een wand, zoals een plafond, te worden bevestigd, hier door middel van het inbouwmontagestuk 600, en om te worden aangesloten op een ventilatiebuis voor het toelaten van een luchtstroom door het eerste klepstuk 100. Het tweede klepstuk 200 is beweegbaar ten opzichte van het eerste klepstuk 100 gemonteerd een en ander zodanig dat een luchtdoorstroming door het eerste en tweede klepstuk 100, 200 regelbaar is door het roteren van het tweede klepstuk 200 ten opzichte van het eerste klepstuk 100. Zoals het best te zien is in Figuren 4 en 5 omvatten de bevestigingsmiddelen 400 een asdeel 401 dat hier een onderlinge koppeling van het eerste klepstuk 100, het tweede klepstuk 200 en de verlichtingsmodule 300 realiseert.The first valve piece 100 is intended to be fixedly mounted in a wall, such as a ceiling, here by means of the recessed mounting piece 600, and to be connected to a ventilation duct for allowing air flow through the first valve piece 100. The second valve piece 100 valve piece 200 is mounted movably relative to the first valve piece 100, all this in such a way that an air flow through the first and second valve piece 100, 200 can be controlled by rotating the second valve piece 200 relative to the first valve piece 100. As best described can be seen in Figures 4 and 5, the fastening means 400 comprise a shaft part 401 which here realizes a mutual coupling of the first valve piece 100, the second valve piece 200 and the lighting module 300.

Het asdeel 401 steekt door het eerste en tweede klepstuk 100, 200 en bevestigt op die manier het eerste klepstuk 100 aan het tweede klepstuk 200. Het tweede klepstuk 200 is ter hoogte van het asdeel 401 geklemd is tussen het eerste klepstuk 100 en de verlichtingsmodule 300. In de geïllustreerde uitvoering loopt het asdeel 401 door het midden van het eerste en tweede klepstuk 100, 200, en wordt de doorstroming geregeld door het roteren van het tweede klepstuk 200 ten opzichte van het eerste klepstuk 100. Het is echter ook denkbaar dat het tweede klepstuk 200 verschuifbaar aangebracht wordt ten opzichte van eerste klepstuk 100, en dat het asdeel 401 bijvoorbeeld doorheen een langwerpige sleuf in het tweede klepstuk 200 steekt, een en ander zodanig dat de positie van het asdeel 401 ten opzicht van de sleuf instelbaar is door het tweede klepstuk 200 ten opzicht van het asdeel 401 te verschuiven. In de geïllustreerde uitvoering omvat het asdeel 401 een draadstang 410 en een kop 411, en is de verlichtingsmodule 300 voorzien van een boring 310 die ingericht is om samen te werken met de draadstang 410, zie Figuur 5. Optioneel kan het asdeel 401 een hol asdeel zijn met een doorvoerkanaal 402 dat bijvoorbeeld is ingericht om cen elektrische draad of een controlekanaal (bijvoorbeeld een datakabel) op te nemen, zie Figuur 4.The shaft part 401 protrudes through the first and second valve piece 100, 200 and thus fixes the first valve piece 100 to the second valve piece 200. The second valve piece 200 is clamped at the height of the shaft part 401 between the first valve piece 100 and the lighting module 300. In the illustrated embodiment, the shaft portion 401 passes through the center of the first and second valve pieces 100, 200, and the flow is controlled by rotating the second valve piece 200 relative to the first valve piece 100. However, it is also conceivable that the second valve piece 200 is arranged slidably relative to first valve piece 100, and that the shaft part 401 protrudes, for example, through an elongate slot in the second valve piece 200, all this in such a way that the position of the shaft part 401 relative to the slot can be adjusted by second valve piece 200 relative to the shaft part 401. In the illustrated embodiment, the shaft portion 401 includes a threaded rod 410 and a head 411, and the lighting module 300 is provided with a bore 310 that is adapted to cooperate with the threaded rod 410, see Figure 5. Optionally, the shaft portion 401 may have a hollow shaft portion. with a feed-through channel 402 arranged, for example, to receive an electrical wire or a control channel (for example, a data cable), see Figure 4.

De vakman begrijpt echter dat het asdeel 401 ook zonder kop uitgevoerd kan zijn, en dat bijvoorbeeld moeren kunnen voorzien zijn voor het bevestigen van het boven- en/of ondereinde van het asdeel 401.However, the skilled person understands that the shaft part 401 can also be designed without a head, and that, for example, nuts can be provided for fastening the upper and/or lower end of the shaft part 401.

In de geïllustreerde uitvoering heeft het tweede klepstuk 200 een mantel 203 die ten minste gedeeltelijk de verlichtingsmodule 300 omgeeft. Hier steekt de verlichtingsmodule 300 gedeeltelijk naar onder uit de mantel 203 en is de verlichtingsmodule 300 richtbaar. Daartoe is de nodige ruimte voorzien tussen de mantel 203 en een buitenwand van de verlichtingsmodule 300. Het is cchter ook mogelijk dat de verlichtingsmodule in een vaste positie wordt aangebracht en hierbij gedeeltelijk of volledige omgeven is door de mantel 203. In nog een andere mogelijke uitvoering wordt de verlichtingsmodule 300 opgehangen op een afstand van een plafond en lopen enkel een deel van de ophangmiddelen door de mantel 203.In the illustrated embodiment, the second valve piece 200 has a shroud 203 that at least partially surrounds the lighting module 300 . Here, the lighting module 300 protrudes partially downward from the shroud 203 and the lighting module 300 is orientable. To this end, the necessary space is provided between the casing 203 and an outer wall of the lighting module 300. However, it is also possible for the lighting module to be arranged in a fixed position and to be partially or completely surrounded by the casing 203. In yet another possible embodiment the lighting module 300 is suspended at a distance from a ceiling and only part of the suspension means passes through the shell 203.

In de in Figuren 1-5 geïllustreerde uitvoering is het eerste klepstuk 100 voorzien van ten minste één eerste ventilatiegat 122, bij voorkeur meerdere ventilatiegaten 122, en is het tweede klepstuk 200 voorzien van ten minste één overeenstemmend tweede ventilatiegat 222. Het tweede klepstuk 200 is zodanig beweegbaar ten opzichte van het eerste klepstuk 100 gemonteerd dat een overlap tussen het ten minste één eerste ventilatiegat 122 en het ten minste één tweede ventilatiegat 222 regelbaar is, zie Figuren 2, 3 en 5. Meer bepaald is het tweede klepstuk 200 roteerbaar gemonteerd rond een centrale as die samenvalt met een as van het asdeel 401, en kan het debiet dus op eenvoudige wijze geregeld worden door het verdraaien van het tweede klepstuk 200. Het tweede klepstuk 200 heeft een tweede wand 223 die contact maakt met een daarmee geassocieerde eerste wand 123 van het eerste klepstuk, waarbij het ten minste één tweede ventilatiegat 222 in de tweede wand 223 is gelegen, en het ten minste één eerste ventilatiegat 122 in de eerste wand 123 is gelegen.In the embodiment illustrated in Figures 1-5, the first valve piece 100 is provided with at least one first vent hole 122, preferably multiple vent holes 122, and the second valve piece 200 is provided with at least one corresponding second vent hole 222. The second valve piece 200 is Mounted movably relative to the first valve piece 100 such that an overlap between the at least one first vent hole 122 and the at least one second vent hole 222 is adjustable, see Figures 2, 3 and 5. More specifically, the second valve piece 200 is mounted rotatably about a central axis that coincides with an axis of the shaft part 401, and the flow rate can thus be regulated in a simple manner by turning the second valve piece 200. The second valve piece 200 has a second wall 223 that contacts an associated first wall 123 of the first valve piece, wherein the at least one second vent hole 222 is located in the second wall 223, and the at least one first vent hole 122 is located in the first wall 123.

Het tweede klepstuk 200 is voorzien van een eerste einddeel 201, hier gevormd door de hierboven genoemde tweede wand 223, dat tegen of nabij het eerste klepstuk 100 is gelegen, de zich vanaf het eerste einddeel 201 uitstrekkende mantel 203 die hier gedeeltelijk de verlichtingsmodule 300 omgeeft, en een open tweede einde 202. Het tweede klepstuk 200 is roteerbaar door manipulatie van de mantel 203, en met name het tweede einde 202 daarvan, door een operator/installateur.The second valve piece 200 is provided with a first end part 201, here formed by the above-mentioned second wall 223, which is located against or near the first valve piece 100, the casing 203 extending from the first end part 201, which here partly surrounds the lighting module 300. , and an open second end 202. The second valve piece 200 is rotatable by manipulation of the shroud 203, in particular the second end 202 thereof, by an operator/installer.

Inde in Figuren 1-5 geïllustreerde uitvoering omvat de verlichtingsmodule 300 een behuizing 301, een in de behuizing 300 aangebrachte lichtbron 302 en een verbindingselement 303, hier voorzien van een boring 310, voor het verbinden van de behuizing 301 met het asdeel 401. In een mogelijke uitvoering omvat het verbindingselement 303 een scharnier 304 zodanig dat de behuizing 301 richtbaar is.In the embodiment illustrated in Figures 1-5, the lighting module 300 comprises a housing 301, a light source 302 arranged in the housing 300 and a connecting element 303, here provided with a bore 310, for connecting the housing 301 to the shaft part 401. In a possible embodiment, the connecting element 303 comprises a hinge 304 such that the housing 301 is orientable.

Het eerste klepstuk 100 heeft een manteldeel 150 dat zich gedeeltelijk uitstrekt rond het tweede klepstuk 200, waarbij het manteldeel 150 een as heeft die hier samenvalt met de as van de mantel 203 van het tweede klepstuk 200.The first valve piece 100 has a jacket part 150 that extends partly around the second valve piece 200, the jacket part 150 having an axis which here coincides with the axis of the jacket 203 of the second valve piece 200.

Het inbouwmontagestuk 600 heeft een mantel 650 die, bij voorkeur aan een uiteinde daarvan, voorzien is van ten minste één naar buiten gerichte flens 601 ter vorming van tenminste één aanslagvlak dat bedoeld is om tegen een wand, zoals een plafond, gelegen te zijn in de in de wand gemonteerde stand van het inbouwmontagestuk 600. Het eerste klepstuk 100 is voorzien van een verbindingsmiddel 110 om het eerste klepstuk 100 met het inbouwmontagestuk 600 te verbinden, waarbij bij voorkeur het verbindingsmiddel 110 is geselecteerd uit een klik-fit systeem en/of een afdichtingsring. Hier omvat het verbindingsmiddel 110 meerdere verende elementen 110 die bij voorkeur in één stuk gevormd zijn met het eerste klepstuk 100 en die ingericht zijn om samen te werken met overeenstemmende nokken 667 die voorzien zijn aan een boveneinde van het inbouwmontagestuk 600. De nokken 667 zijn hier gevormd door uitsparingen aan te brengen in een bovenrand van de mantel 650 van het inbouwmontagestuk 600.The flush mount 600 has a shroud 650 which is provided, preferably at one end thereof, with at least one outwardly directed flange 601 to form at least one abutment surface intended to be seated against a wall, such as a ceiling, in the in the wall-mounted position of the flush-mounting piece 600. The first valve piece 100 is provided with a connecting means 110 for connecting the first valve piece 100 to the flush-mounting piece 600, wherein the connecting means 110 is preferably selected from a click-fit system and/or a sealing ring. Here, the connecting means 110 comprises a plurality of spring elements 110 preferably formed in one piece with the first valve piece 100 and adapted to cooperate with corresponding cams 667 provided at an upper end of the recessed mount 600. The cams 667 are here formed by making recesses in an upper edge of the shroud 650 of the recessed mount 600.

Doordat men toegang heeft tot het ondereinde 202 van de mantel 230 kan men het tweede klepstuk 200 roteren rond het centraal asdeel 401 om een overlap tussen de ventilatiegaten 122, 222 van het eerste klepstuk 100 en tweede klepstuk 200 aan te passen waardoor het debiet van een luchtstroomHaving access to the lower end 202 of the shroud 230 allows the second valve piece 200 to be rotated about the central axis member 401 to adjust an overlap between the vent holes 122, 222 of the first valve piece 100 and second valve piece 200 thereby increasing the flow rate of a airflow

LS geregeld kan worden. De eerste wand 123 waarin de ventilatiegaten 122 zijn voorzien maakt bij voorkeur contact met tweede wand 223 waarin de ventilatiegaten 222 van het tweede klepstuk 200 zijn voorzien. Op deze manier stuurt men de luchtstroom doorheen de ventilatiegaten 122, 222 zonder dat verliesstromen optreden. Figuur 2 toont een open stand die een maximaal luchtdebiet toelaat. De luchtstroom kan in beide richtingen stromen, zodat het verlichtingssamenstel 1000 gebruikt kan worden om zowel een luchttoevoer in een ruimte als een luchtafvoer te voorzien. Het luchtdebiet kan men verminderen door het tweede klepstuk 200 te roteren waardoor de tweede wand 223 van het tweede klepstuk 200 schuift over de eerste wand 123 van het eerste klepstuk 100.LS can be arranged. The first wall 123 in which the ventilation holes 122 are provided preferably contacts second wall 223 in which the ventilation holes 222 of the second valve piece 200 are provided. In this way the air flow is directed through the ventilation holes 122, 222 without loss flows occurring. Figure 2 shows an open position that allows maximum airflow. The airflow can flow in both directions, so that the lighting assembly 1000 can be used to provide both an air supply to a room and an air exhaust. The air flow rate can be reduced by rotating the second valve piece 200, causing the second wall 223 of the second valve piece 200 to slide over the first wall 123 of the first valve piece 100.

Door de verschuiving wordt de overlap van de ventilatiegaten 122, 22 kleiner zodat er typisch minder lucht doorheen kan stromen. Het tweede klepstuk 200 kan gemakkelijk geroteerd worden doordat het onderste gedeelte 202 toegankelijk is, zelfs nadat dat het samenstel 1000 in een wand is gemonteerd.The offset reduces the overlap of the vent holes 122, 22 so that typically less air can flow through them. The second valve piece 200 can be easily rotated by having the bottom portion 202 accessible even after the assembly 1000 has been mounted in a wall.

Voor de montage kan men het tweede klepstuk, het eerste klepstuk en de verlichtingsmodule 300 via de bevestigingsmiddelen 400 aan elkaar koppelen en kan het aldus gevormde samenstel eenvoudig in het inbouwmontagestuk 600 geklikt worden met behulp van de geïntegreerde verbindingsmiddelen 110, 667. Door de verbindingsmiddelen 110, 667 van het eerste klepstuk 100 en/of inbouwmontagestuk 600 slim te ontwerpen kan het eerste klepstuk 100 zich gemakkelijk in het inbouwmontagestuk 600 vastzetten, en kan een installateur het verlichtingssamenstel 1000 op cen eenvoudige wijze samenstellen en voorzien aan of in een wand W. Een ander voorbeeld van een geschikt verbindingsmiddel 110 is het klik-fit systeem dat getoond is in Figuur 10, en hieronder nader zal worden besproken. Het inbouwmontagestuk (niet getoond in Figuur 10) kan daarbij overeenkomstig ontworpen zijn om één of meer verende armen 110, die zijn aangebracht aan het eerste klepstuk 100, te ontvangen, een en ander zodanig dat het eerste klepstuk 100 zich kan vastklemmen in het inbouwmontagestuk 600. Het inbouwmontagestuk 600 is verder ontworpen om eenvoudig te worden ingebracht in een wandopening, waarbij de flens 601 is voorzien om te worden aangelegd tegen een wandvlak.For mounting, the second valve piece, the first valve piece and the lighting module 300 can be coupled together via the fastening means 400 and the assembly thus formed can simply be clicked into the flush-mounting piece 600 using the integrated connecting means 110, 667. Through the connecting means 110 By cleverly designing 667 of the first valve piece 100 and/or recessed mount 600, the first valve piece 100 can easily be secured in the recessed mount 600, and an installer can easily assemble the lighting assembly 1000 and provide it on or in a wall W. A another example of a suitable connecting means 110 is the click-fit system shown in Figure 10, which will be discussed in more detail below. The built-in mounting piece (not shown in Figure 10) can be correspondingly designed to receive one or more resilient arms 110, which are arranged on the first valve piece 100, such that the first valve piece 100 can clamp itself in the built-in mounting piece 600. The recessed mount 600 is further designed to be easily inserted into a wall opening, the flange 601 being provided to be seated against a wall face.

Figuur 3 toont een onderaanzicht van het verlichtingssamenstel 100 en laat zien dat de flens 601 is ingericht met sleuven 602. De flens 601 omringt de mantel 650 van het inbouwmontagestuk 600 aan een onderrand daarvan en is in één stuk met de mantel 650 gevormd. In een alternatieve uitvoeringsvorm, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 8, is de flens 601 een apart onderdeel dat verbonden kan worden met de mantel 650 met een verbindingsmiddel 6014, zoals bijvoorbeeld een schroef. In nog andere uitvoeringen is er geen flens voorzien, maar is het inbouwmontagestuk 600 ingericht om een afwerkingsring (niet getoond) te ontvangen die men na het plaatsen van het inbouwmontagestuk 600 aanbrengt. Optioneel kunnen afwerkingen met afwerkingsmateriaal zoals verf en pleister aangebracht worden. Figuur 12 illustreert hoe een afwerkingsmateriaal Wp voorzien kan zijn dat na het inbrengen van inbouwmontagestuk 600 aangebracht wordt om het geheel netjes af te werken. In andere uitvoeringen wordt het verlichtingssamenstel 1000 rechtstreeks, al dan niet naadloos, in cen wandopening aangebracht, al dan niet met verdere afwerking.Figure 3 shows a bottom view of the lighting assembly 100 and shows that the flange 601 is arranged with slots 602. The flange 601 surrounds the shroud 650 of the recessed mount 600 at a lower edge thereof and is formed integrally with the shroud 650 . In an alternative embodiment, as shown, for example, in Figure 8, the flange 601 is a separate component that can be connected to the shell 650 with a connecting means 6014, such as, for example, a screw. In still other embodiments, no flange is provided, but the recessed mount 600 is configured to receive a trim ring (not shown) that is applied after insertion of the recessed mount 600. Optionally, finishes with finishing material such as paint and plaster can be applied. Figure 12 illustrates how a finishing material Wp can be provided, which is applied after the insertion of the flush mounting piece 600 to finish the whole neatly. In other embodiments, the lighting assembly 1000 is fitted directly, whether or not seamlessly, in a wall opening, with or without further finishing.

Figuur 4 toont dat de mantel 203 is ingericht met een vernauwing 230 die de lucht richting de verlichtingsmodule 300 stuurt waardoor tevens warmteafvoer kan plaatsvinden, met name een warmteafvoer via convectie naast de typisch reeds aanwezige warmtegeleiding door thermisch geleidende materialen van onderdelen van de verlichtingsmodule 300. De afmetingen van de buitenmantel 150 van het eerste klepstuk 100 stemmen bij voorkeur nagenoeg overeen met de afmetingen van het de binnenwand 604 van de mantel 650 van het inbouwmontagestuk 600 zodat er tussen deze wanden 150, 604 geen ruimte is voor een ongewenste luchtstroom. In bepaalde uitvoeringen kan verder een afdichting (niet getoond) voorzien worden, bijvoorbeeld een rubberen afdichtingsring.Figure 4 shows that the jacket 203 is equipped with a constriction 230 that directs the air towards the lighting module 300, so that heat dissipation can also take place, in particular heat dissipation via convection in addition to the heat conduction typically already present through thermally conductive materials of parts of the lighting module 300. The dimensions of the outer shell 150 of the first valve piece 100 preferably substantially correspond to the dimensions of the inner wall 604 of the shell 650 of the flush mount 600 so that there is no space between these walls 150, 604 for an undesired airflow. In certain embodiments, a seal (not shown) can furthermore be provided, for instance a rubber sealing ring.

Zoals getoond in Figuur 4 is het inbouwmontagestuk 600 in één stuk gevormd met de flens 601. De flens 601 kan ook modulair verbonden worden met het inbouwmontagestuk 600 bijvoorbeeld met behulp van een verbindingselement 6014, bijvoorbeeld een schroef zoals getoond in figuur 8. De flens 601 wordt typisch gebruikt om tegen de wand aan te liggen tijdens het inbrengen van het inbouwmontagestuk 600 in een wandopening van een wand W en/of in een ventilatiebuis VB. Bij voorkeur zijn de afmetingen van het inbouwmontagestuk 600 nagenoeg gelijk aan de afmetingen van de wandopening en/of van ventilatiebuis zodanig dat het inbouwmontagestuk 600 daarin past en/of zodanig dat het inbouwmontagestuk 600 daarin kan vastgeklemd worden. Bij voorkeur heeft het tweede klepstuk 200 een hoogte h3, gemeten langs een as van het asdeel 401, en een diameter d3 die is gemeten aan een ondereinde van het tweede klepstuk 200 loodrecht op de as van het asdeel, waarbij de hoogte h3 > 0.4 * diameter d3. Nog meer bij voorkeur geldt dat h3 > 0.5 * d3, of h3>0.6*d3.As shown in Figure 4, the flush mount 600 is formed in one piece with the flange 601. The flange 601 can also be modularly connected to the flush mount 600, for example using a connecting element 6014, for example a screw as shown in Figure 8. The flange 601 is typically used to rest against the wall during insertion of the recessed mount 600 into a wall opening of a wall W and/or into a ventilation duct VB. Preferably, the dimensions of the recessed mount 600 are substantially equal to the dimensions of the wall opening and/or vent pipe such that the recessed mount 600 fits therein and/or such that the recessed mount 600 can be clamped therein. Preferably, the second valve piece 200 has a height h3, measured along an axis of the shaft part 401, and a diameter d3, measured at a lower end of the second valve piece 200 perpendicular to the axis of the shaft part, the height h3 > 0.4 * diameter d3. Even more preferably, h3 > 0.5 * d3, or h3>0.6*d3.

Figuur 5 toont dat het eerste klepstuk 100 en tweede klepstuk 200 kunnen worden bevestigd met de bevestigingsmiddelen 400. Het asdeel 401 loopt langs een centrale as van het verlichtingssamenstel 1000 en verbindt zo het eerste klepstuk 100 met het tweede klepstuk 200 en de verlichtingsmodule 300 via verbindingselement 303. Optioneel kunnen monteerhulpstukken zoals rondellen 403a en 403b, zijn voorzien. Verder kunnen de monteerhulpstukken zorgen voor afdichting tussen het centraal asdeel 401 en de centrale openingen in de eerste en tweede klep 100, 200, zodat de luchtstroom niet via de centrale opening stroomt en enkel via de overlap van de ventilatiegaten 122, 222.Figure 5 shows that the first valve piece 100 and second valve piece 200 can be attached with the fasteners 400. The shaft part 401 runs along a central axis of the lighting assembly 1000 and thus connects the first valve piece 100 to the second valve piece 200 and the lighting module 300 via a connecting element. 303. Mounting aids such as washers 403a and 403b can optionally be provided. Furthermore, the mounting accessories can provide sealing between the central shaft part 401 and the central openings in the first and second valves 100, 200, so that the air flow does not flow through the central opening and only through the overlap of the ventilation holes 122, 222.

De verlichtingsmodule 300 omvat typisch één of meer van de volgende elementen: een lichtbron 302, zoals één of meerdere licht emitterende diodes LED, een optisch element zoals een lens, een reflector, een collimator, etc. In verdere uitvoeringen kan de verlichtingsmodule 300 vervangen worden door een andere functionele module, of aangevuld worden met andere functies dan verlichting. De functionele module kan bijvoorbeeld één of meer van de volgende elementen omvatten: een sensor, zoals cen beeld- of geluidsensor, een bewegingssensor, een rookdetector, een luidspreker, cen camera, etc.The lighting module 300 typically includes one or more of the following elements: a light source 302, such as one or more LED light emitting diodes, an optical element such as a lens, a reflector, a collimator, etc. In further embodiments, the lighting module 300 may be replaced by another functional module, or supplemented by functions other than lighting. For example, the functional module may include one or more of the following elements: a sensor, such as an image or sound sensor, a motion sensor, a smoke detector, a loudspeaker, a camera, etc.

Figuren 6-8 tonen een tweede uitvoering van een verlichtingssamenstel 1000. Het verlichtingssamenstel 1000 omvat een verlichtingsmodule 300, een eerste klepstuk 100, een tweede klepstuk 200, bevestigingsmiddelen 400 voor het koppelen van de verlichtingsmodule 300 aan het eerste klepstuk 100 en/of aan het tweede klepstuk 200, en een inbouwmontagestuk 600 dat bedoeld is om vooraf in een wand aangebracht te worden en ingericht is om het eerste klepstuk 100, het tweede klepstuk 200 en de verlichtingsmodule 300 op te nemen. Figuren 6 en 7 tonen het verlichtingssamenstel in samengestelde stand, respectievelijk kijkend naar een zijkant en naar onderzijde. Figuur 8 toont het samenstel 1000 in de gedemonteerde stand.Figures 6-8 show a second embodiment of a lighting assembly 1000. The lighting assembly 1000 comprises a lighting module 300, a first valve piece 100, a second valve piece 200, attachment means 400 for coupling the lighting module 300 to the first valve piece 100 and/or to the second valve piece 200, and a flush mount 600 that is intended to be preinstalled in a wall and adapted to receive the first valve piece 100, the second valve piece 200 and the lighting module 300 . Figures 6 and 7 show the lighting assembly in assembled position, looking to a side and to the bottom, respectively. Figure 8 shows the assembly 1000 in the disassembled position.

Het eerste klepstuk 100 is bedoeld om vast in een wand, zoals een plafond, te worden bevestigd, hier door middel van het inbouwmontagestuk 600, en om te worden aangesloten op een ventilatiebuis VB voor het toelaten van een luchtstroom door het eerste klepstuk 100. Het tweede klepstuk 200 is beweegbaar ten opzichte van het eerste klepstuk 100 gemonteerd een en ander zodanig dat een luchtdoorstroming door het eerste en tweede klepstuk 100, 200 regelbaar is door het roteren van het tweede klepstuk 200 ten opzichte van het eerste klepstuk 100. Zoals het best te zien is in Figuur 8 omvatten de bevestigingsmiddelen 400 een asdeel 401 dat hier een onderlinge koppeling van het eerste klepstuk 100, het tweede klepstuk 200 realiseert.The first valve piece 100 is intended to be fixed in a wall, such as a ceiling, here by means of the recessed mounting piece 600, and to be connected to a ventilation duct VB for allowing air flow through the first valve piece 100. The second valve piece 200 is mounted movable relative to the first valve piece 100 in such a way that an air flow through the first and second valve piece 100, 200 can be controlled by rotating the second valve piece 200 relative to the first valve piece 100. As best can be seen in Figure 8, the fastening means 400 comprise a shaft part 401 which here realizes a mutual coupling of the first valve piece 100 and the second valve piece 200 .

Het asdeel 401 steekt door het eerste en tweede klepstuk 100, 200 en bevestigt op die manier het eerste klepstuk 100 aan het tweede klepstuk 200. In de geïllustreerde uitvoering loopt het asdeel 401 door het midden van het eerste en tweede klepstuk 100, 200, en wordt de doorstroming geregeld door het roteren van het tweede klepstuk 200 ten opzichte van het eerste klepstuk 100. In de geïllustreerde uitvoering omvat het asdeel 401 een draadstang 410 en een kop 411. De draadstang kan vastgezet worden voor een moer (niet getoond) of kan samenwerken met een boring in de verlichtingsmodule 300 zoals in de variant van Figuren 1-5. Het is echter ook mogelijk dat de verlichtingsmodule 300 op een andere manier bevestigd wordt in het inbouwmontagestuk 600. Optioneel kan het asdeel 401 een hol asdeel.The shaft member 401 extends through the first and second valve members 100, 200, thereby securing the first valve member 100 to the second valve member 200. In the illustrated embodiment, the shaft member 401 passes through the center of the first and second valve members 100, 200, and the flow is controlled by rotating the second valve piece 200 relative to the first valve piece 100. In the illustrated embodiment, the shaft part 401 comprises a threaded rod 410 and a head 411. The threaded rod can be secured for a nut (not shown) or can be cooperating with a bore in the lighting module 300 as in the variation of Figures 1-5. However, it is also possible that the lighting module 300 is mounted in a different way in the recessed mounting piece 600. Optionally, the shaft part 401 can be a hollow shaft part.

Het eerste klepstuk 100 heeft een eerste ventilatiegat 122 en het tweede klepstuk 200 heeft een tweede ventilatiegat 222. Het debiet afkomstig van de ventilatiebuis VB kan men regelen door het tweede klepstuk te roteren, zodat de overlap tussen de ventilatiegaten 122, 222 aangepast wordt.The first valve piece 100 has a first vent hole 122 and the second valve piece 200 has a second vent hole 222. The flow rate from the vent tube VB can be controlled by rotating the second valve piece, so that the overlap between the vent holes 122, 222 is adjusted.

Het eerste klepstuk 100 is ingericht met verbindingsmiddel 110 voor het verbinden van het eerste klepstuk 100 met het inbouwmontagestuk 600. In de getoonde uitvoering is het eerste klepstuk 100 voorzien van lippen 110 met afmetingen die overeenstemmen met afmetingen van kanalen 667 die voorzien zijn in de mantel 650 van het inbouwmontagestuk 650.The first valve piece 100 is arranged with connecting means 110 for connecting the first valve piece 100 to the built-in mounting piece 600. In the embodiment shown, the first valve piece 100 is provided with lips 110 with dimensions corresponding to dimensions of channels 667 provided in the casing. 650 of the recessed mounting piece 650.

Figuren 9-12 tonen een derde uitvoeringsvorm van een verlichtingssamenstel 1000. Het verlichtingssamenstel 1000 omvat een verlichtingsmodule 300, een eerste klepstuk 100, een tweede klepstuk 200, bevestigingsmiddelen 400 voor het koppelen van de verlichtingsmodule 300 aan het eerste klepstuk 100 en/of aan het tweede klepstuk 200, en een inbouwmontagestuk 600 dat bedoeld is om vooraf in een wand aangebracht te worden en ingericht is om het eerste klepstuk 100, het tweede klepstuk 200 en de verlichtingsmodule 300 op te nemen. Figuren 10 en 12 tonen het verlichtingssamenstel in samengestelde stand. Figuur 9 toont het samenstel 1000 in de gedemonteerde stand.Figures 9-12 show a third embodiment of a lighting assembly 1000. The lighting assembly 1000 comprises a lighting module 300, a first valve piece 100, a second valve piece 200, attachment means 400 for coupling the lighting module 300 to the first valve piece 100 and/or to the second valve piece 200, and a flush mount 600 that is intended to be preinstalled in a wall and adapted to receive the first valve piece 100, the second valve piece 200 and the lighting module 300 . Figures 10 and 12 show the lighting assembly in assembled position. Figure 9 shows the assembly 1000 in the disassembled position.

Het eerste klepstuk 100 is bedoeld om vast in een wand, zoals een plafond, te worden bevestigd, hier door middel van het inbouwmontagestuk 600, en om te worden aangesloten op een ventilatiebuis (niet getoond) voor het toelaten van een luchtstroom door het eerste klepstuk 100.The first valve piece 100 is intended to be fixed in a wall, such as a ceiling, here by means of the recessed mount 600, and to be connected to a vent pipe (not shown) for allowing air flow through the first valve piece. 100.

Het tweede klepstuk 200 is beweegbaar ten opzichte van het eerste klepstuk 100 gemonteerd een en ander zodanig dat een luchtdoorstroming door het eerste en tweede klepstuk 100, 200 regelbaar is door het roteren en transleren van het tweede klepstuk 200 ten opzichte van het eerste klepstuk 100. Zoals het best te zien is in Figuur 12 omvatten de bevestigingsmiddelen 400 een asdeel 401 dat hier een onderlinge koppeling van het eerste klepstuk 100, het tweede klepstuk 200 en de verlichtingsmodule 300 realiseert.The second valve piece 200 is mounted movably relative to the first valve piece 100, all this in such a way that an air flow through the first and second valve piece 100, 200 can be controlled by rotating and translating the second valve piece 200 relative to the first valve piece 100. As best seen in Figure 12, the mounting means 400 comprise a shaft portion 401 which here realizes mutual coupling of the first valve piece 100, the second valve piece 200 and the lighting module 300 .

Het asdeel 401 steekt door het eerste en tweede klepstuk 100, 200 en bevestigt op die manier het eerste klepstuk 100 aan het tweede klepstuk 200. In de geïllustreerde uitvoering loopt het asdeel 401 door het midden van het eerste en tweede klepstuk 100, 200, en wordt de doorstroming geregeld door het roteren en transleren van het tweede klepstuk 200 ten opzichte van het eerste klepstuk 100. In de geïllustreerde uitvoering omvat het asdeel 401 een draadstang 410 die samenwerkt met een boring in de verlichtingsmodule 300 zoals in de variant van Figuren 1-5 en die eveneens samenwerkt met een boring in het tweede klepstuk 200, zodanig dat het tweede klepstuk 200 omhoog/omlaag beweegbaar is langs de draadstang. De module 300 heeft een verbindingselement 303 dat is ingericht met een boring om met het onderste deel van het asdeelThe shaft member 401 extends through the first and second valve members 100, 200, thereby securing the first valve member 100 to the second valve member 200. In the illustrated embodiment, the shaft member 401 passes through the center of the first and second valve members 100, 200, and the flow is controlled by rotating and translating the second valve piece 200 relative to the first valve piece 100. In the illustrated embodiment, the shaft part 401 comprises a threaded rod 410 that cooperates with a bore in the lighting module 300 as in the variant of Figures 1- 5 and which also cooperates with a bore in the second valve piece 200, such that the second valve piece 200 is movable up/down along the threaded rod. The module 300 has a connecting element 303 which is arranged with a bore to connect with the lower part of the shaft part.

401 te worden verbonden. Het eerste klepstuk 100 kan verbonden worden via verbindingsmiddel 110 met het inbouwmontagestuk 600.401 to be connected. The first valve piece 100 can be connected via connector 110 to the flush mount 600.

Het eerste klepstuk 100 heeft een manteldeel 150 dat zich gedeeltelijk uitstrekt rond het tweede klepstuk 200, zie Figuur 12, waarbij het manteldeel 150 een doorgang met een variabele doorsnede begrenst, bij voorkeur een doorsnede met cen oppervlakte die afneemt, bijvoorbeeld geleidelijk of in stappen, in functie van de afstand tot de verlichtingsmodule 300. Het tweede klepstuk 200 is langs een as (Ca) van het manteldeel 150 beweegbaar, waardoor het debiet geregeld kan worden.The first valve piece 100 has a skirt portion 150 that extends partially around the second valve piece 200, see Figure 12, with the skirt portion 150 defining a passageway of variable cross-section, preferably a cross-section with an area that decreases, e.g. gradually or in steps, in function of the distance to the lighting module 300. The second valve piece 200 is movable along an axis (Ca) of the casing part 150, so that the flow rate can be regulated.

Door het omhoog/omlaag bewegen van het tweede klepstuk 200, kan immers de effectieve doorstromingsruimte D tussen tweede klepstuk 200 en manteldeel 150 aangepast kan worden.After all, by moving the second valve piece 200 up/down, the effective flow space D between second valve piece 200 and jacket part 150 can be adjusted.

Figuur 12 toont het verluchtingssamenstel in samenstelde stand na inbouw in de wand W.Figure 12 shows the ventilation assembly in assembled position after installation in wall W.

Optioneel kan het geheel afgewerkt zijn met afwerkingsmaterialen Wp zoals verf en pleister.Optionally, the whole can be finished with finishing materials Wp such as paint and plaster.

Een methode om een gewenste verluchting in een ruimte R te voorzien zal uitgelegd worden aan de hand van Figuur 13. Een luchtstroom generatiemiddel LB voorziet een luchtstroom LS en deze stroom wordt via een netwerk van ventilatiebuizen naar de verlichtingssamenstellen gevoerd zodat zuivere lucht via de verlichtingssamenstellen aan de ruimte afgeleverd kan worden. Het luchtgeneratiemiddel is bijvoorbeeld een elektrische ventilator en bij voorkeur is deze buiten de behuizing van het verlichtingssamenstel geplaatst. Bij voorkeur is er geen elektrische ventilator aanwezig in of nabij het verlichtingssamenstel, aangezien deze voor een geluid zorgt dat typisch als onprettig ervaren wordt. Het netwerk aan ventilatiebuizen kan worden ingebouwd in het plafond, boven en doorheen het plafond of in een verlaagd plafond, ook gekend als een vals plafond. De luchtdoorstroming door verluchtingssamenstellen 1000a,1000b,1000c,1000d wordt afgesteld op basis van beslissingsfactoren die zijn gekozen op basis van bijvoorbeeld: het volume van de ruimte, het grondoppervlak van de ruimte, de afstand van verlichtingssamenstel 1000 tot aan het luchtstroomgeneratiemiddel. Het debiet van de luchtdoorstroming wordt bijvoorbeeld in functie van het grondoppervlak en/of volume van de ruimte ingesteld.A method for providing a desired ventilation in a room R will be explained with reference to Figure 13. An air flow generation means LB provides an air flow LS and this flow is fed to the lighting assemblies via a network of ventilation pipes so that pure air is supplied to the lighting assemblies via a network. space can be delivered. The air generating means is, for example, an electric fan and is preferably placed outside the housing of the lighting assembly. Preferably, no electric fan is present in or near the lighting assembly, as this generates a noise that is typically experienced as unpleasant. The network of ventilation pipes can be built into the ceiling, above and through the ceiling or in a suspended ceiling, also known as a false ceiling. The airflow through ventilation assemblies 1000a,1000b,1000c,1000d is adjusted based on decision factors selected based on, for example: the volume of the room, the floor area of the room, the distance from lighting assembly 1000 to the airflow generating means. The flow rate of the air flow is set, for example, in function of the floor surface and/or volume of the room.

Figuren 14-17 illustreren een uitvoeringsvorm van een inbouwmontagestuk 600 bedoeld om in een wand ingebouwd te worden, voor het monteren van een module 300, zoals een verlichtingsmodule.Figures 14-17 illustrate an embodiment of a flush mount 600 intended to be built into a wall for mounting a module 300, such as a lighting module.

In deze uitvoering voorziet het inbouwmontagestuk 600 zelf in een ventilatiekanaal en typisch niet het samenstel met de module 300, dat in het inbouwmontagestuk 600 is ingebouwd.In this embodiment, the recessed mount 600 itself provides a ventilation duct and typically not the module 300 assembly that is built into the recessed mount 600 .

Het inbouwmontagestuk 600 heeft een buitenmantel 61, en een daarin opgenomen binnenmantel 62, en een verbindingswand 64 tussen de binnenmantel 62 en de buitenmantel 61. De buiten- en binnenmantel 61, 62 zijn zodanig afgemeten en aangebracht dat een opening tussen een eerste einde 614 van de buitenmantel 61 en een eerste overeenstemmend einde 624 van de binnenmantel 62 een ventilatiemond 63 vormt. De verbindingswand 64 strekt zich uit tussen de binnenmantel 62 en de buitenmantel 61, op een afstand van het eerste einde 61a. De buitenmantel 61 is tussen het eerste einde en de verbindingswand 64 voorzien is van ten minste één ventilatieopening 65 voor het aansluiten van een ventilatiebuis VB. De binnenmantel 62 is bij voorkeur ingericht voor het ten minste gedeeltelijk daarin opnemen van de module 300. De binnenmantel 62 kan bijvoorbeeld een binnenwand hebben die is voorzien van verbindingsmiddelen 67 die zijn ingericht om de module te verbinden met het inbouwmontagestuk. Bij voorkeur zijn de binnenmantel 62, de buitenmantel 61 en de verbindingswand 64 integraal vervaardigd zijn uit één stuk.The flush mount 600 has an outer shell 61, and an inner shell 62 received therein, and a connecting wall 64 between the inner shell 62 and the outer shell 61. The outer and inner shells 61, 62 are sized and arranged to form a gap between a first end 614 of the outer shell 61 and a first mating end 624 of the inner shell 62 form a ventilation mouth 63 . The connecting wall 64 extends between the inner shell 62 and the outer shell 61, at a distance from the first end 61a. Between the first end and the connecting wall 64, the outer casing 61 is provided with at least one ventilation opening 65 for connecting a ventilation pipe VB. The inner shell 62 is preferably adapted to at least partially receive the module 300 therein. The inner shell 62 may, for example, have an inner wall provided with connection means 67 adapted to connect the module to the flush mount. Preferably, the inner shell 62, the outer shell 61 and the connecting wall 64 are integrally made in one piece.

De buitenmantel 61 is bij voorkeur voorzien van een naar buiten gerichte flens 601 ter vorming van een aanslagvlak bedoeld om tegen een wand, zoals een plafond, aangelegen te zijn. De flens 601 is bij voorkeur voorzien is van meerdere openingen 602. Bij voorkeur heeft de binnenmantel 62 een nagenoeg cilindrische vorm heeft, maar ook andere vormen zijn mogelijk.The outer shell 61 is preferably provided with an outwardly directed flange 601 to form a stop surface intended to abut against a wall, such as a ceiling. The flange 601 is preferably provided with several openings 602. The inner shell 62 preferably has a substantially cylindrical shape, but other shapes are also possible.

De ventilatiemond 63 is begrensd door de onderste rand 62a van binnenmantel 62 en de onderste rand 6la van de buitenmantel 61. De functionele module kan zich in ruimte 68 vastzetten met behulp van verbindingsmiddelen 390, bij voorkeur tenminste één verend element, nog meer bij voorkeur drie verende elementen. Bij voorkeur is de binnenwand 62b van de binnenmantel 62 overeenkomstig ontworpen aan de verbindingsmiddelen 390 van de functionele module 300 zodat de module 300 in de ruimte 68 opgenomen kan worden en zich daarin kan vastzetten. Onder “vastzetten” valt te verstaan dat de module niet naar beneden kan vallen. Bijkomend of als alternatief kan de binnenwand 62b ook voorzien worden van aangrijpingsmiddelen (niet getoond) die op de functionele module kunnen aangrijpen zodat deze in de ruimte 68 gemonteerd kan worden. Bij voorkeur is een en ander zodanig ontworpen dat de functionele module 300 verwijderbaar te verbinden is met het inbouwmontagestuk 600. In de getoonde uitvoering is de functionele module 300 voorzien van een verend element 390 dat zich achter een nok 67 kan aangrijpen. In een andere uitvoering kan eerst een bevestigingsstuk worden vastgezet in de ruimte begrensd door binnenmantel 62 en waarbij één en ander is ontworpen zodat de functionele module op het bevestigingsstuk bevestigbaar is.The ventilation mouth 63 is bounded by the lower edge 62a of inner casing 62 and the lower edge 61a of outer casing 61. The functional module can be fixed in space 68 using connecting means 390, preferably at least one resilient element, even more preferably three. spring elements. Preferably, the inner wall 62b of the inner shell 62 is designed similarly to the connecting means 390 of the functional module 300 so that the module 300 can be received in the space 68 and secured therein. “Securing” means that the module cannot fall down. Additionally or alternatively, the inner wall 62b can also be provided with engagement means (not shown) which can engage the functional module so that it can be mounted in the space 68 . This is preferably designed in such a way that the functional module 300 can be removably connected to the built-in mounting piece 600. In the embodiment shown, the functional module 300 is provided with a resilient element 390 that can engage behind a cam 67. In another embodiment, a mounting piece can first be fixed in the space bounded by inner shell 62 and the various features are designed so that the functional module can be mounted on the mounting piece.

Door de ventilatiemond 63 kan lucht stromen die bijvoorbeeld afkomstig is van de ventilatiebuisAir can flow through the ventilation mouth 63, which originates, for example, from the ventilation tube

VB. De ventilatiebuis VB kan men aansluiten aan de ventilatieopening 65 van het inbouwmontagestuk 600. De koppeling van ventilatiebuis VB aan inbouwmontagestuk 600 kan men voorzien door de ventilatiebuis over randen 65a van de ventilatieopening 65 te schuiven, al dan niet in combinatie met het gebruik van één of meer van de volgende: een klemring, een afdichtingsring, een tussenmontagestuk. De vakman begrijpt dat de ventilatiebuis op verschillende manieren aan de ventilatieopening 65 gekoppeld kan worden.VB. The ventilation pipe VB can be connected to the ventilation opening 65 of the built-in mounting piece 600. The coupling of ventilation pipe VB to built-in mounting piece 600 can be provided by sliding the ventilation pipe over edges 65a of the ventilation opening 65, whether or not in combination with the use of one or more of the following: a clamping ring, a sealing ring, an intermediate mounting piece. The skilled person understands that the ventilation tube can be coupled to the ventilation opening 65 in various ways.

Het inbouwstuk 600 is verder voorzien van een flens 601 waarbij de kenmerken, voordelen en mogelijke alternatieven hiervan reeds zijn besproken hierboven.The insert 600 is further provided with a flange 601, the features, advantages and possible alternatives of which have already been discussed above.

Figuur 17 toont hoe een inbouwmontagestuk 600 in de vrije ruimte van een verlaagd plafond is aangebracht. De functionele module 300 is via ophangmiddel / bevestigingsstuk 330 verbonden met de binnenwand 62b van de binnenmantel 62. De module 300 is voorzien van bekabeling 57 waarbij de bekabeling door de ruimte 68 loopt. De bekabeling kan gekozen zijn uit: elektrische draden, datakabels, ophangkabels en dergelijke. Het verlaagd plafond VP bevindt zich op een afstand d1 van de bovenliggende vloer VL.Figure 17 shows how a recessed mount 600 is installed in the free space of a suspended ceiling. The functional module 300 is connected via suspension means / attachment piece 330 to the inner wall 62b of the inner casing 62. The module 300 is provided with cabling 57, the cabling running through the space 68 . The cabling can be chosen from: electrical wires, data cables, suspension cables and the like. The lowered ceiling VP is located at a distance d1 from the upper floor VL.

Bij voorkeur wijkt een oppervlakte van de ventilatiemond 63 minder dan 20% af van een oppervlakte van de ten minste één ventilatieopening 65 in de buitenmantel 61. Een omtreksrand van de ventilatieopening 6 strekt zich bij voorkeur uit in een eerste vlak, en een omtrekrand van de ventilatiemond 63 strekt zich bij voorkeur uit in een tweede vlak, waarbij het eerste vlak en het tweede vlak nagenoeg loodrecht op elkaar staan. Dit heeft als voordeel dat men de afstand d1 tussen het verlaagd plafond VP en bovenliggende vloer VL klein kan houden. Hierdoor kan men de beschikbare hoogte van de ruimte R vergroten.Preferably, an area of the ventilation mouth 63 deviates less than 20% from an area of the at least one ventilation opening 65 in the outer shell 61. A circumferential edge of the ventilation opening 6 preferably extends in a first plane, and a circumferential edge of the ventilation mouth 63 preferably extends in a second plane, the first plane and the second plane being substantially perpendicular to each other. This has the advantage that the distance d1 between the lowered ceiling VP and the floor above VL can be kept small. This allows the available height of the room R to be increased.

Figuren 18 tot 20 tonen nog een andere uitvoeringsvorm van een verlichtingssamenstel 1000. Het tweede klepstuk 200 is hier voorzien van een centraal deel 2004 en beweegbare bladen 200b. De beweegbare bladen 200b worden gekoppeld met het eerste klepstuk 100 door de bladen met het centraal gedeelte 2004 en drukplaat 420 aan te drukken door de schroeven 420a aan te draaien. Bij voorkeur hebben de één of meer beweegbare bladen 200b elk een rotatieas Ra die zich uitstrekt in een richting die ongeveer loodrecht staat op de centrale as Ca. Het eerste klepstuk 100 is ontworpen om een rotatieasdeel 280 van het beweegbaar blad 200b te ontvangen in een overeenkomstig ontworpen opening 283. Op deze wijze staat de rotatieas van het beweegbaar blad 200b loodrecht op de richting van de luchtstroom.Figures 18 to 20 show yet another embodiment of a lighting assembly 1000. The second valve piece 200 here is provided with a central part 2004 and movable blades 200b. The movable blades 200b are coupled to the first valve piece 100 by pressing the blades with the central portion 2004 and pressure plate 420 by tightening the screws 420a. Preferably, the one or more movable blades 200b each have an axis of rotation Ra extending in a direction approximately perpendicular to the central axis Ca. The first valve piece 100 is designed to receive a rotational axis portion 280 of the movable blade 200b in a correspondingly designed opening 283. In this way, the rotational axis of the movable blade 200b is perpendicular to the direction of the airflow.

De beweegbare bladen zijn ingericht met tandwielen 250 waarop de tanden 251 van het centraal deel 2004 kunnen aangrijpen. Op die manier kan men de stand van de beweegbare bladen aanpassen waardoor het debiet van de luchtstroom LS regelbaar is. Het centraal deel 2004 is verder voorzien van een knop 210, bij voorkeur ingericht met een indicator die de stand van de beweegbare bladen kan aanduiden. Het draaien aan de knop 210 zorgt ervoor dat de tanden 251 van het centraal deel 200a de tandwielen 250 van de beweegbare bladen laten roteren zodat de stand van de bladen 200b wordt aangepast. De knop 210 is verder ingericht met een doorvoerkanaal 211 waarin het centraal asdeel 401 van bevestigingsmiddel 400 kan worden opgenomen om het eerste klepstuk en tweede klepstuk bijeen te houden en daartussen een koppeling te voorzien.The movable blades are arranged with gears 250 on which the teeth 251 of the central part 2004 can engage. In this way, the position of the movable blades can be adjusted, so that the flow rate of the air flow LS is adjustable. The central part 2004 is further provided with a button 210, preferably equipped with an indicator which can indicate the position of the movable blades. Turning the knob 210 causes the teeth 251 of the central part 200a to rotate the gears 250 of the movable blades so that the position of the blades 200b is adjusted. The button 210 is further arranged with a feed-through channel 211 in which the central shaft part 401 of fastener 400 can be received to hold the first valve piece and second valve piece together and to provide a coupling therebetween.

De module 300 kan via een verbindingselement 303 verbonden worden met het centraal asdeel 403.The module 300 can be connected to the central shaft part 403 via a connecting element 303.

Zoals getoond in Figuur 20 is het verbindingselement 303 ontworpen om te worden verbonden met het centraal asdeel 401. Figuur 20A toont de beweegbare bladen 200b in meer detail. Het blad 200b heeft een bladwand 280 die zich in een gesloten stand in hoofdzaak uitstrekt in een vlak loodrecht op de luchtstroom. Het roteren van het blad rond zijn rotatiecas Ra loodrecht op de luchtstroom zorgt ervoor dat de ruimte in het ventilatiegat 122 waardoor de luchtstroom kan stromen aangepast wordt.As shown in Figure 20, the connecting element 303 is designed to be connected to the central shaft portion 401. Figure 20A shows the movable blades 200b in more detail. The blade 200b has a blade wall 280 which, in a closed position, extends substantially in a plane perpendicular to the air stream. Rotating the blade about its rotational axis Ra perpendicular to the airflow causes the space in the vent hole 122 through which the airflow can flow to be adjusted.

De vakman begrijpt dat vele modificaties en varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding, dat enkel bepaald wordt door de hierna volgende conclusies.Those skilled in the art understand that many modifications and variants are conceivable within the scope of the invention, which is defined only by the appended claims.

Claims (14)

ConclusiesConclusions 1. Inbouwmontagestuk (60) bedoeld om in een wand ingebouwd te worden, voor het monteren van een module (300), zoals een verlichtingsmodule, omvattende een buitenmantel (61), en een daarin opgenomen binnenmantel (62); waarbij de buiten- en binnenmantel zodanig zijn afgemeten en aangebracht dat een opening tussen een eerste einde van de buitenmantel en een eerste overeenstemmend einde van de binnenmantel een ventilatiemond (63) vormt; waarbij het inbouwmontagestuk een verbindingswand (64) omvat tussen de binnenmantel en de buitenmantel, op een afstand van het eerste einde; waarbij de buitenmantel tussen het eerste einde en de verbindingswand voorzien is van ten minste één ventilatieopening (65) voor het aansluiten van een ventilatiebuis (VB).A flush mount (60) intended to be built into a wall, for mounting a module (300), such as a lighting module, comprising an outer shell (61), and an inner shell (62) received therein; wherein the outer and inner shells are sized and arranged such that an opening between a first end of the outer shell and a first mating end of the inner shell forms a vent (63); wherein the flush mount includes a connecting wall (64) between the inner shell and the outer shell spaced from the first end; wherein the outer casing between the first end and the connecting wall is provided with at least one ventilation opening (65) for connecting a ventilation pipe (VB). 2. Inbouwmontagestuk volgens de vorige conclusie, waarbij de binnenmantel ingericht is voor het daarin opnemen van de module.2. Built-in mounting piece according to the previous claim, wherein the inner casing is adapted to receive the module therein. 3. Inbouwmontagestuk volgens conclusie 1 of 2, waarbij de binnenmantel, de buitenmantel en de verbindingswand integraal vervaardigd zijn uit één stuk.A built-in mounting piece according to claim 1 or 2, wherein the inner shell, the outer shell and the connecting wall are integrally manufactured in one piece. 4. Inbouwmontagestuk volgens één der vorige conclusies, waarbij de binnenmantel een ruimte begrensd waarin de module ten minste gedeeltelijk opneembaar is.A built-in mounting piece according to any one of the preceding claims, wherein the inner casing delimits a space in which the module can be accommodated at least partially. 5. Inbouwmontagestuk volgens één der vorige conclusies, waarbij de buitenmantel (61) is voorzien van een naar buiten gerichte flens (601) ter vorming van een aanslagvlak bedoeld om tegen een wand, zoals een plafond, aangelegen te zijn.A recessed mounting piece according to any one of the preceding claims, wherein the outer casing (61) is provided with an outwardly directed flange (601) to form an abutment surface intended to abut against a wall, such as a ceiling. 6. Inbouwmontagestuk volgens de vorige conclusie, waarbij de flens (601) voorzien is van meerdere openingen (602).A flush mount according to the preceding claim, wherein the flange (601) has a plurality of openings (602). 7. Inbouwmontagestuk volgens één der vorige conclusies, waarbij de binnenmantel een binnenwand heeft die is voorzien van verbindingsmiddelen (67) die zijn ingericht om de module te verbinden met het inbouwmontagestuk.A flush mount according to any one of the preceding claims, wherein the inner shell has an inner wall provided with connecting means (67) adapted to connect the module to the flush mount. 8. Inbouwmontagestuk volgens één der vorige conclusies, waarbij een oppervlakte van de ventilatiemond minder dan 20% afwijkt van een oppervlakte van de ten minste één ventilatieopening in de buitenmantel, bij voorkeur minder dan 15%, nog meer bij voorkeur minder dan 10%.A built-in mounting piece according to any one of the preceding claims, wherein an area of the ventilation mouth deviates less than 20% from an area of the at least one ventilation opening in the outer casing, preferably less than 15%, even more preferably less than 10%. 9. Inbouwmontagestuk volgens één der vorige conclusies, waarbij een omtreksrand van de ventilatieopening (65) zich uitstrekt in een eerste vlak; en waarbij een omtreksrand van de ventilatiemond (63) zich uitstrekt in een tweede vlak; en waarbij het eerste vlak en tweede vlak nagenoeg loodrecht op elkaar staan.A flush mount according to any one of the preceding claims, wherein a peripheral edge of the vent (65) extends in a first plane; and wherein a peripheral edge of the vent mouth (63) extends in a second plane; and wherein the first plane and second plane are substantially perpendicular to each other. 10. Inbouwmontagestuk volgens één der vorige conclusies, waarbij de binnenmantel een nagenoeg cilindrische vorm heeft.A built-in mounting piece according to any one of the preceding claims, wherein the inner shell has a substantially cylindrical shape. 11. Inbouwmontagestuk volgens één der vorige conclusies, waarbij de buitenmantel een vorm heeft die bij een bovenzijde tegenover de ventilatieopening (65) meer afgerond is dan aan een bovenzijde waar de ventilatieopening is voorzien.A flush mount according to any one of the preceding claims, wherein the outer shell has a shape that is more rounded at a top opposite the vent (65) than at a top where the vent is provided. 12. Inbouwmontagestuk volgens één der vorige conclusies, waarbij de binnenmantel en de module ingericht zijn om de module door middel van een snap-fit mechanisme te bevestigen in de binnenmantel.A built-in mounting piece according to any one of the preceding claims, wherein the inner shell and the module are adapted to fix the module in the inner shell by means of a snap-fit mechanism. 13. Methode voor het inbouwen van een module in een wand, zoals een plafondwand, waarbij de methode de stappen omvat van: het voorzien van een wandopening; het monteren van het inbouwmontagestuk volgens één der vorige conclusies in de wand; en het monteren van een module, bijvoorbeeld door bevestiging in de binnenmantel of door ophanging waarbij een ophangmiddel (330) door de binnenmantel loopt.13. A method for building a module into a wall, such as a ceiling wall, the method comprising the steps of: providing a wall opening; mounting the built-in mounting piece according to any one of the preceding claims in the wall; and mounting a module, for example by mounting in the inner casing or by suspension with a suspension means (330) passing through the inner casing. 14. Methode volgens de vorige conclusie, waarbij de wand een plafondwand is van een verlaagd plafond.A method according to the preceding claim, wherein the wall is a ceiling wall of a suspended ceiling.
BE20215695A 2021-08-27 2021-09-07 Recessed mounting piece for lighting module BE1029735B1 (en)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215695A BE1029735B1 (en) 2021-09-07 2021-09-07 Recessed mounting piece for lighting module
PCT/EP2022/073982 WO2023025968A1 (en) 2021-08-27 2022-08-29 Lighting assembly
PCT/EP2022/073981 WO2023025967A1 (en) 2021-08-27 2022-08-29 Mounting piece for lighting module
EP22769947.7A EP4392708A1 (en) 2021-08-27 2022-08-29 Assembly for a light fixture system
EP22769945.1A EP4392706A1 (en) 2021-08-27 2022-08-29 Mounting piece for lighting module
EP22769946.9A EP4392707A1 (en) 2021-08-27 2022-08-29 Lighting assembly
PCT/EP2022/073983 WO2023025969A1 (en) 2021-08-27 2022-08-29 Assembly for a light fixture system

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215695A BE1029735B1 (en) 2021-09-07 2021-09-07 Recessed mounting piece for lighting module

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029735A1 BE1029735A1 (en) 2023-03-29
BE1029735B1 true BE1029735B1 (en) 2023-04-03

Family

ID=78077948

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215695A BE1029735B1 (en) 2021-08-27 2021-09-07 Recessed mounting piece for lighting module

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1029735B1 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3181450A (en) * 1962-03-08 1965-05-04 Smithcraft Corp Ventilation and lighting
US3448675A (en) * 1968-02-23 1969-06-10 Charles Davies Air diffuser
US3677165A (en) * 1970-10-23 1972-07-18 Connor Eng Corp Adjustable air pattern air diffuser
DE2608252A1 (en) * 1976-02-28 1977-09-08 Krantz H Fa Air conditioning lamp with concentric air inlet and outlet pipes - has ring of guide vanes for deflecting air into horizontal direction

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3181450A (en) * 1962-03-08 1965-05-04 Smithcraft Corp Ventilation and lighting
US3448675A (en) * 1968-02-23 1969-06-10 Charles Davies Air diffuser
US3677165A (en) * 1970-10-23 1972-07-18 Connor Eng Corp Adjustable air pattern air diffuser
DE2608252A1 (en) * 1976-02-28 1977-09-08 Krantz H Fa Air conditioning lamp with concentric air inlet and outlet pipes - has ring of guide vanes for deflecting air into horizontal direction

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029735A1 (en) 2023-03-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10557622B2 (en) Recessed lighting fixture with orientation adjusting apparatus
US11391442B2 (en) Polymer housing for a recessed lighting system and methods for using same
CA1264158A (en) Sloped ceiling recessed light fixture
CA2945763C (en) Adjustable dual optic directional lamp assembly
CA2910051C (en) Hinge-mounted rotating base spotlight
US8814513B2 (en) Ceiling mounted ventilation fan with illumination
US8636389B2 (en) Projection street lamp
US6991534B2 (en) Adjustable vent
CA3081613A1 (en) Combined ventilation and illumination system
US9705301B2 (en) Electrical device mounting assembly
US11629844B2 (en) Lighting device module trim member
BE1029735B1 (en) Recessed mounting piece for lighting module
BE1029732B1 (en) Lighting assembly
US11441768B1 (en) Adjustable lighting device module and system
US9404643B2 (en) One piece LED module with rotatable face
US11736842B2 (en) Speaker horn with rotatable radiation characteristic, speaker arrangement and speaker box
EP4392707A1 (en) Lighting assembly
US11466848B1 (en) Light engine module mates with heat sink
WO2008150288A1 (en) Lighting fixture assembly with track-extending rotation arm
BE1028676B1 (en) ELECTRICAL DEVICE PROVIDED IN OR ON A VENTILATION DUCT
WO2023186989A1 (en) A plenum device and a plenum system
JP2017016743A (en) Lighting apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230403