BE1029465B1 - Lanswiel voor een lansweefmachine - Google Patents

Abstract

Een lanswiel voor een lansweefmachine met een binnenring (20), een buitenring (21), en een aantal spaken (22, 23), waarbij de spaken (22, 23) zich tussen de binnenring (20) en de buitenring (21) uitstrekken en de binnenring (20) met de buitenring (21) verbinden, waarbij de spaken (22, 23) kruiselings in spakenparen (24) bevattende een eerste spaak (22) en een tweede spaak (23) zijn aangebracht, en waarbij de eerste spaak (22) en de tweede spaak (23) zich in tegengestelde richtingen uitstrekken en elkaar aan een kruispunt (25) tussen de binnenring (20) en de buitenring (21) kruisen, en waarbij de eerste spaak (22) en de tweede spaak (23) elk convex gekromd zijn naar de buitenring (21) toe, en een lansweefmachine met een dergelijk lanswiel.

Description

1 BE2022/0033

Lanswiel voor een lansweefmachine.

Technisch gebied en stand van de techniek.

[0001] De uitvinding betreft een lanswiel voor een lansweefmachine en een lansweefmachine met een dergelijk lanswiel.

[0002] Zoals algemeen gekend, bij lansweefmachines, is een grijper aan het voorste uiteinde van een lans bevestigd om de grijper doorheen een weefvak te bewegen. De lans wordt door een lanswiel aangedreven dat naast het weefvak is aangebracht. De lans kan een flexibele grijperband of een meer starre grijperstang zijn.

[0003] Een lanswiel wordt bijvoorbeeld getoond in

EP 3 262 222 Bi, waarbij het lanswiel een aantal spaken heeft, die in paren zijn aangebracht, waarbij elk spakenpaar twee kruiselings aangebrachte rechte spaken bevat.

Samenvatting van de uitvinding.

[0004] Het is het doel van de uitvinding te voorzien in een lanswiel met een laag traagheidsmoment rond zijn aandrijfas dat een hoge stijfheid en duurzaamheid heeft. Het is een verder doel van de uitvinding te voorzien in een lansweefmachine met een dergelijk lanswiel.

[0005] Deze doelstellingen worden opgelost door het lanswiel en de lansweefmachine met de kenmerken van conclusies 1 en 15.

2 BE2022/0033

Voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden in de afhankelijke conclusies gedefinieerd.

[0006] Volgens een eerste aspect wordt een lanswiel voor een lansweefmachine voorzien, het lanswiel met een binnenring, een buitenring, en een aantal spaken, waarbij de binnenring geconfigureerd en aangepast is voor het monteren van de binnenring op een aandrijfas, waarbij de buitenring voorzien is van tanden geconfigureerd en aangepast voor het ingrijpen met een lans voor het aandrijven van de lans, waarbij de spaken zich tussen de binnenring en de buitenring uitstrekken en de binnenring met de buitenring verbinden, waarbij de spaken kruiselings in spakenparen bevattende een eerste spaak en een tweede spaak zijn aangebracht, waarbij de eerste spaak en de tweede spaak zich in tegengestelde richtingen uitstrekken en elkaar aan een kruispunt tussen de binnenring en de buitenring kruisen, en waarbij de eerste spaak en de tweede spaak elk convex gekromd zijn naar de buitenring toe.

[0007] Met andere woorden, in tegenstelling tot stand van de techniek EP 3 262 222 B1, volgens de uitvinding, zijn de eerste spaken en de tweede spaken elk convex gekromd naar de buitenring.

[0008] In de context van de aanvraag worden gekromde spaken, die zich geheel of gedeeltelijk uitstrekken langs een pad dat, gezien in een buitenwaartse radiale richting van het bijhorende spakenpaar, zich boven een virtuele rechte lijn bevindt die de uiteinden van de spaken bij de binnenring en de buitenring verbindt, als “convex gekromd naar de buitenring” aangeduid. Als gevolg van de convexe kromming ligt het kruispunt van de eerste spaak en de tweede spaak dichter bij de buitenring dan een kruispunt van twee virtuele rechte lijnen die elkaar kruisen, waarbij elke virtuele rechte

3 BE2022/0033 lijn een eindpunt van een spaak van een spakenpaar bij de binnenring en een eindpunt van die spaak bij de buitenring verbindt.

[0009] Doorheen deze beschrijving en de conclusies betekent het onbepaalde lidwoord "een" namelijk "een of meer". Verwijzing naar “een eerste element” houdt niet in dat "een tweede element" aanwezig moet zijn. Verder worden de uitdrukkingen “eerste” en “tweede” enkel gebruikt om elementen van elkaar te onderscheiden en mogen niet worden geïnterpreteerd als aanduiding van een volgorde.

[0010] De eerste spaken en de tweede spaken worden ook samen aangeduid als spaken.

[0011] Het voorzien van convex gekromde spaken laat toe om zowel tangentiële krachten als radiale krachten uitgeoefend op de buitenring door de lans tegen te gaan, waarbij resulterende buigspanningen op de spaken ten gevolge van externe krachten verminderd of zelfs vermeden kunnen worden. Hierdoor werken in een ideale configuratie enkel drukkrachten of trekkrachten op de spaken.

[0012] Het lanswiel draait heen en weer. Hierdoor, voigens de uitvinding, zijn de spaken voorzien in paren, waarbij de twee spaken van elk paar in tegengestelde richtingen gekromd zijn. De spaken die in tegengestelde richtingen gekromd zijn laten toe om krachten tegen te gaan ongeacht de draairichting van het lanswiel.

[0013] De eerste spaak is bijvoorbeeld gekromd in wijzerzin gekromd, dit betekent, zijn eindpunt bij de buitenring is verdraaid in wijzerzin van zijn eindpunt bij de binnenring. In dit geval is de

4 BE2022/0033 tweede spaak gekromd in tegenwijzerzin, dit betekent, zijn eindpunt bij de buitenring is verdraaid in tegenwijzerzin van zijn eindpunt bij de binnenring. De uitdrukkingen eerste en tweede in deze context zijn enkel bedoeld om de spaken van elkaar te onderscheiden en niet om enige relevantie of volgorde van de spaken aan te duiden. De vorm van de spaken wordt zo gekozen, dat de eerste spaak van elk spakenpaar geen enkele andere eerste spaak kruist, en de tweede spaak van elk spakenpaar geen enkele andere tweede spaak kruist.

[0014] Het lanswiel wordt bijvoorbeeld door spuitgieten, frezen, waterstraalsnijden of ponsen vervaardigd.

[0015] In een uitvoeringsvorm heeft elke spaak een constante krommingsradius, waarbij de krommingsradius voor alle spaken gelijk is.

[0016] In andere uitvoeringsvormen start een kromming van elk van de spaken aan een center van het lanswiel en neemt toe naar de buitenring toe. Met andere woorden, de spaken zijn spiraalvormig gekromd. In een uitvoeringsvorm neemt de kromming continue toe naar de buitenring toe. De spaken strekken zich uit tussen een buitenrand van de binnenring en een binnenrand van de buitenring.

Echter, een kromming van de spaken start aan een denkbeeldige lijn aan het center van het lanswiel. De uitdrukking “start aan een center” dient niet zo te worden geïnterpreteerd dat de denkbeeldige lijn zijn center van oorsprong aan het center van het lanswiel heeft.

In een uitvoeringsvorm wordt de kromming zo gekozen dat de kromming het center van het lanswiel asymptotisch nadert.

[0017] In een uitvoeringsvorm worden spaken die in vorm verschillen voorzien. In andere uitvoeringsvormen hebben de eerste spaken en de tweede spaken eenzelfde vorm, waarbij de eerste spaak en de tweede spaak van elk spakenpaar symmetrisch tot een radiale richting doorheen het kruispunt van dit spakenpaar zijn 5 aangebracht. Bij het voorzien van spaken met eenzelfde vorm zijn de kruispunten van alle spakenparen op een eerste denkbeeldige cirkel aangebracht.

[0018] In een uitvoeringsvorm, in aanvulling op een kromming naar de buitenring toe, zijn de spaken ook in een richting van een rotatieas van het lanswiel gekromd. In een andere uitvoeringsvorm zijn de eerste spaken en de tweede spaken in twee parallelle vlakken aangebracht, waarbij in een uitvoeringsvorm de spaken van elk paar aan de kruispunten met elkaar verbonden zijn. In bijzondere uitvoeringsvormen is het lanswiel vlak, waarbij de eerste spaken en de tweede spaken in een gemeenschappelijk vlak zijn aangebracht.

[0019] In uitvoeringsvormen zijn de spakenparen gelijkmatig verdeeld over het lanswiel. Afhankelijk van het aantal spaken, de grootte van het lanswiel en de grootte van de spaken, kruist de eerste spaak van elk spakenpaar enkel de tweede spaak van het bijhorende spakenpaar, of kruist bovendien een of meer tweede spaken van andere spakenparen.

[0020] In een uitvoeringsvorm zijn de kruispunten van de spakenparen op een eerste denkbeeldige cirkel aangebracht, waarbij de eerste spaken en de tweede spaken van twee direct aangrenzende spakenparen aan tweede kruispunten kruisen, waarbij de tweede kruispunten op een tweede denkbeeldige cirkel met een kleinere radius dan de eerste denkbeeldige cirkel zijn aangebracht. In de context van de uitvinding worden spakenparen

6 BE2022/0033 die opeenvolgend langs de omtrek van de buitenring zijn aangebracht aangeduid als direct aangrenzende spakenparen.

[0021] In een uitvoeringsvorm kruisen enkel de eerste spaken s en de tweede spaken van direct aangrenzende spakenparen elkaar.

In dit geval, in een uitvoeringsvorm, bevindt de tweede denkbeeldige cirkel zich in een gebied van de binnenring, waarbij verbindingszones tussen de binnenring en de eerste spaken en de tweede spaken van de twee spakenparen gevormd zijn.

[0022] In een uitvoeringsvorm kruist elke eerste spaak de tweede spaken van twee of meer spakenparen. Ingeval de eerste spaken de tweede spaken van meer dan één ander spakenpaar kruisen, neemt een denkbeeldige cirkel van de kruispunten af met de afstand tussen de spakenparen bij de buitenring.

[0023] In een uitvoeringsvorm bevindt een denkbeeldige cirkel van kruispunten zich tussen de eerste spaak en de tweede spaak die het verst van de eerste spaak verwijderd is in een omtrekrichting van het lanswiel, maar nog steeds de eerste spaak kruist, in een gebied van de binnenring, waarbij verbindingszones tussen de binnenring en de eerste spaken en de tweede spaken van de twee bijhorende spakenparen gevormd zijn.

[0024] De verbindingszones aan de binnenring zijn in bijzondere uitvoeringsvormen gesloten. In de context van de aanvraag, wordt de uitdrukking “zone … is gesloten” gebruikt om te beschrijven dat de zone gevuld is met materiaal. Wanneer de eerste spaken en de tweede spaken van verschillende spakenparen elkaar kruisen in een gebied dicht bij een buitenrand van de binnenring, worden wezenlijk driehoekige verbindingszones gevormd, waarbij bij het vullen van de

7 BE2022/0033 verbindingszone een binnenring met een stervormige buitenrand wordt gevormd.

[0025] In een uitvoeringsvorm worden steunstangen voorzien die zich tussen de kruispunten van de spakenparen en de buitenring uitstrekken. De steunstangen strekken zich uit in de radiale richting van het spakenpaar om een bijkomende steun van de buitenring te voorzien. In een uitvoeringsvorm worden rechte steunstangen voorzien. De steunstangen worden bijvoorbeeld gecentreerd tussen de eerste spaken en de tweede spaken aangebracht. Aldus is in een omtrekrichting van de buitenring een afstand tussen de eerste spaak en de steunstang van elk spakenpaar gelijk aan een afstand tussen de tweede spaak en de steunstang van voornoemd spakenpaar. In andere uitvoeringsvormen worden Y-vormige steunstangen voorzien.

[0026] In een uitvoeringsvorm worden rechte steunstangen voorzien die zich in radiale richting tussen het kruispunt van elk spakenpaar en de buitenring uitstrekken. De spakenparen zijn bij voorkeur gelijkmatig verdeeld, zodat in de omtrekrichting van de buitenring de afstand tussen de eerste spaak en de steunstang van elk spakenpaar gelijk is aan een afstand tussen de eerste spaken en de tweede spaken van direct aangrenzende spakenparen. Hierdoor laten de steunstangen toe dat de buitenring op meerdere minstens wezenlijk op gelijke afstand van elkaar aangebrachte gebieden wordt ondersteund in de omtrekrichting.

[0027] In een uitvoeringsvorm zijn overgangsgebieden tussen de eerste spaken en de buitenring en tussen de tweede spaken en de buitenring verstevigd. Door het ontwerp van het lanswiel met convex gekromde spaken treden alleen plaatselijke spanningen op

8 BE2022/0033 die niet over een groot gebied van het lanswiel verdeeld zijn.

Hierdoor, door enkel een overgangsgebied tussen de spaken en de buitenring te verstevigen, kan een duurzaamheid van het lanswiel worden verhoogd zonder of althans zonder een aanzienlijke toename van het traagheidsmoment rond de aandrijfas en/of het gewicht van het lanswiel.

[0028] In een uitvoeringsvorm is het aantal spakenparen oneven, waarbij in het bijzonder het aantal elf, dertien of vijftien is.

Het voorzien van een oneven aantal spaken heeft de voorkeur om kromtrekkende effecten te minimaliseren tijdens het vervaardigen van het lanswiel en/of tijdens de werking van het lanswiel.

[0029] Volgens een tweede aspect wordt een lansweefmachine voorzien met een lanswiel met spakenparen bevattende een eerste spaak en een tweede spaak, waarbij de eerste spaak en de tweede spaak zich in tegengestelde richtingen uitstrekken en elkaar aan een kruispunt tussen de binnenring en de buitenring kruisen, en waarbij de eerste spaak en de tweede spaak elk convex gekromd zijn naar de buitenring.

Korte beschrijving van de tekeningen.

[0030] Hierna worden uitvoeringsvormen van de uitvinding in detail beschreven met verwijzing naar de tekeningen. Doorheen de tekeningen worden dezelfde elementen aangeduid door dezelfde referentienummers.

Figuur 1 toont een deel van een weefmachine met een lanswiel voor een lans.

Figuur 2 toont het lanswiel van figuur 1 afzonderlijk.

9 BE2022/0033

Figuur 3 toont een perspectiefaanzicht van het lanswiel van figuur 2.

Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van een lanswiel.

Figuur 5 toont een derde uitvoeringsvorm van een lanswiel.

Figuur 6 toont een vierde uitvoeringsvorm van een lanswiel.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen.

[0031] Figuur 1 toont een deel van een weefmachine 1 met een lanswiel 2 voor het aandrijven van een lans 6. Aan de buitenkant van het lanswiel 2 zijn twee geleidingsblokken 3, 4 en een gebogen geleidingsgedeelte 5 voorzien voor de geleiding van de lans 6 aan het lanswiel 2. Het lanswiel 2 van figuur 1 wordt in figuur 2 afzonderlijk getoond.

[0032] Het lanswiel 2 getoond in figuren 1 en 2 heeft een binnenring 20, een buitenring 21, en een aantal spaken 22, 23 die zich tussen de binnenring 20 en de buitenring 21 uitstrekken en de binnenring 20 met de buitenring 21 verbinden.

[0033] De binnenring 20 is geconfigureerd voor het monteren van het lanswiel 2 via de binnenring 20 op een aandrijfas 10. In de uitvoeringsvorm getoond in figuren 1 en 2, voor dit doel, wordt een aantal schroefgaten 200 (zie figuur 2) voorzien in het lanswiel 2, in het bijzonder worden zes gelijkmatig verdeelde schroefgaten 200 voorzien, voor een schroefverbinding 7 tussen de binnenring 20 en de aandrijfas 10. Hiertoe wordt bijvoorbeeld een verbindingsring 11

10 BE2022/0033 voorzien waarop het lanswiel 2 is bevestigd door zes bouten 8 die zich doorheen de schroefgaten 200 uitstrekken en worden vier bouten 9 voorzien om de verbindingsring 11 op de aandrijfas 10 te bevestigen.

[0034] De buitenring 21 is voorzien van tanden 210 die geconfigureerd zijn om in te grijpen met de lans 6 om de lans 6 heen en weer aan te drijven.

[0035] De spaken 22, 23 zijn kruiselings aangebracht en vormen spakenparen 24, elk spakenpaar 24 bevattende een eerste spaak 22 en een tweede spaak 23. De eerste spaak 22 en de tweede spaak 23 van elk spakenpaar 24 kruisen elkaar aan een kruispunt 25 tussen de binnenring 20 en de buitenring 21. Een radiale richting 240 (getoond door de gestippelde pijl) doorheen het kruispunt 25 van een spakenpaar 24 wordt als de radiale richting 240 van voornoemd spakenpaar 24 aangeduid. De eerste spaken 22 en de tweede spaken 23 zijn allemaal hellend of gekanteld ten opzichte van de radiale richting 240, waarbij de eerste spaken 22 en de tweede spaken 23 zich in tegengestelde richtingen uitstrekken.

[0036] In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de spaken 22, 23 identiek van vorm, waarbij de eerste spaak 22 en de tweede spaak 23 van elk spakenpaar 24 symmetrisch ten opzichte van de radiale richting 240 van dat spakenpaar 24 zijn aangebracht. Hierdoor zijn de kruispunten 25 van alle spakenparen 24 op een eerste denkbeeldige cirkel 250 (getoond door een stippellijn) aangebracht.

[0037] De eerste spaken 22 en de tweede spaken 23 zijn elk convex gekromd naar de buitenring 21 toe. Zoals schematisch getoond in figuur 2, strekken de spaken 22, 23 zich volledig uit langs

11 BE2022/0033 een pad dat gezien in de radiale richting 240 van het bijhorende spakenpaar 24 zich boven virtuele rechte lijnen 220, 230 (getoond als stippellijnen in figuur 2) bevindt, die de uiteinden van de spaken 22, 23 bij de binnenring 20 en de buitenring 21 verbinden. Zoals getoond in figuur 2, als gevolg van de convexe kromming, ligt het kruispunt 25 van de eerste spaak 22 en de tweede spaak 23 dichter bij de buitenring 21 dan een kruispunt 252 van de twee virtuele rechte lijnen 220, 230 die elkaar kruisen.

[0038] In de getoonde uitvoeringsvorm start een kromming 222 (getoond door stippellijnen) van de spaken 22 aan een center 205 van het lanswiel 2 en neemt toe naar de buitenring 21 toe. In de getoonde uitvoeringsvorm neemt de kromming 222 continue toe naar de buitenring 21 toe. Een kromming 223 (getoond door stippellijnen) van de spaken 23 is gelijkaardig aan de kromming 222 van de spaken 22.

[0039] In gebruik oefent de lans 6 aangedreven door het lanswiel 2 krachten uit op de buitenring 21. De convex gekromde spaken 22, 23 aangebracht in spakenparen 24 laten toe om zowel tangentiële krachten als radiale krachten uitgeoefend op de buitenring 21 door de lans 6 tegen te gaan, waarbij resulterende buigspanningen op de spaken 22, 23 ten gevolge van externe krachten verminderd kunnen worden.

[0040] De spakenparen 24 zijn gelijkmatig over het lanswiel 2 verdeeld. In de getoonde uitvoeringsvorm in figuren 1 en 2 zijn elf spakenparen 24 voorzien, waarbij eerste spaken 22 en tweede spaken 23 van twee direct aangrenzende spakenparen 24 aan tweede kruispunten 26 kruisen. De tweede kruispunten 26 zijn op een tweede denkbeeldige cirkel 260 (getoond door een stippellijn)

12 BE2022/0033 met een kleinere radius dan de eerste denkbeeldige cirkel 250 aangebracht.

[0041] In de getoonde uitvoeringsvorm ligt de tweede denkbeeldige cirkel 260 in een gebied van de binnenring 20, waarbij driehoekige verbindingszones 27 zijn gevormd tussen de binnenring 20 en de eerste spaken 22 en de tweede spaken 23 van twee direct aangrenzende spakenparen 24. De verbindingszones 27 in de getoonde uitvoeringsvorm zijn gesloten. Met andere woorden, driehoeken gevormd door de spaken 22, 23 van de aangrenzende spakenparen 24 en de binnenring 20 zijn gevuld met materiaal.

[0042] In de getoonde uitvoeringsvorm zijn overgangsgebieden 212 tussen de spaken 22, 23 en de buitenring 21 verstevigd, hebben bijvoorbeeld een toenemend oppervlak nabij de buitenring 21.

[0043] Zoals getoond in figuur 3 is de axiale breedte van de spaken 22, 23, aldus de breedte in de richting van de rotatieas van het lanswiel 2, variabel van de binnenring 20 naar de buitenring 21 toe. De axiale breedte neemt bijvoorbeeld af van de binnenring 20 naar de buitenring 21 toe, waarbij in het bijzonder de axiale breedte van de spaken 22, 23 continue afneemt van de binnenring 20 naar de buitenring 21 toe. Zoals getoond in figuur 3 is de axiale breedte van de binnenring 20 constant, de axiale breedte van de spaken 22, 23 neemt af in de radiale richting 240 naar de buitenring 21 toe, en nabij de buitenring 21 neemt de axiale breedte van het lanswiel 2 terug toe via een afschuining 34 naar de buitenring 21 toe.

[0044] Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van een lanswiel 2 met een binnenring 20, een buitenring 21, en een aantal convex gekromde eerste spaken 22 en tweede spaken 23 die zich

13 BE2022/0033 tussen de binnenring 20 en de buitenring 21 uitstrekken. De eerste spaken 22 en de tweede spaken 23 zijn in spakenparen 24 met een kruispunt 25 aangebracht, waarbij in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4, dertien spakenparen 24 zijn voorzien. In vergelijking met figuren 1 en 2 wordt het aantal spakenparen 24 verhoogd, terwijl een diameter van het lanswiel 2 minstens wezenlijk onveranderd blijft, worden de spakenparen 24 dichter bij elkaar aangebracht.

Hierdoor, in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4, kruist elke eerste spaak 22 tweede spaken 23 van twee andere spakenparen 24 aan respectievelijk tweede kruispunten 26 en derde kruispunten 28.

De derde kruispunten 28 zijn op een derde denkbeeldige cirkel 280 (getoond door een stippellijn) aangebracht.

[0045] Driehoekige verbindingszones 27 worden gevormd tussen de binnenring 20 en de eerste spaken 22 en de tweede spaken 23 van twee verschillende spakenparen 24 die elkaar aan het derde kruispunt 28 kruisen. De verbindingszones 27 in de getoonde uitvoeringsvorm zijn gesloten, dit betekent gevuld met materiaal.

[0046] In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4 wordt een rechte steunstang 29 voorzien die zich in radiale richting 240 tussen het kruispunt 25 van elk spakenpaar 24 en de buitenring 21 uitstrekt. In een omtrekrichting van de buitenring 21 is een afstand

Dl tussen de eerste spaak 22 en de steunstang 29 van elk sSspakenpaar 24 gelijk aan een afstand D2 tussen de tweede spaak 23 en de steunstang 29 van voornoemd spakenpaar 24. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4 zijn de spakenparen 24 gelijkmatig verdeeld en kan een aantal spakenparen 24 ten opzichte van een diameter van het lanswiel 2 worden gekozen, zodat in de omtrekrichting van de buitenring 21 de afstand D1 tussen de eerste spaak 22 en de steunstang 29 van elk spakenpaar 24 gelijk is aan

14 BE2022/0033 een afstand D3 tussen de eerste spaken 22 en de tweede spaken 23 van direct aangrenzende spakenparen 24.

[0047] Figuur 5 toont een derde uitvoeringsvorm van een lanswiel 2 met een binnenring 20, een buitenring 21, en een aantal convex gekromde eerste spaken 22 en tweede spaken 23 die zich tussen de binnenring 20 en de buitenring 21 uitstrekken. De eerste spaken 22 en de tweede spaken 23 zijn in spakenparen 24 met een kruispunt 25 aangebracht, waarbij in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4, vijftien spakenparen 24 zijn voorzien. In vergelijking met figuur 4 wordt het aantal spakenparen 24 verder verhoogd, terwijl een diameter van het lanswiel 2 minstens wezenlijk onveranderd blijft, worden de spakenparen 24 dichter bij elkaar aangebracht.

Hierdoor, in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4, kruist elke eerste spaak 22 tweede spaken 23 van vier andere spakenparen 24 aan respectievelijk tweede kruispunten 26, derde kruispunten 28, vierde kruispunten 30 en vijfde kruispunten 32. De vijfde kruispunten 32 zijn op een vierde denkbeeldige cirkel 320 (getoond door een stippellijn) aangebracht.

[0048] Driehoekige verbindingszones 27 worden gevormd tussen de binnenring 20 en de eerste spaken 22 en de tweede spaken 23 van verschillende spakenparen 24 die elkaar aan het vijfde kruispunt 32 kruisen. De verbindingszones 27 in de getoonde uitvoeringsvorm zijn gesloten, dit betekent gevuld met materiaal.

[0049] In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4 worden steunstangen 29 voorzien die zich tussen de kruispunten 25 van de spakenparen 24 en de buitenring 21 uitstrekken.

[0050] De lanswielen 2 getoond in de hierboven beschreven

15 BE2022/0033 uitvoeringsvormen zijn allemaal vlak, dit betekent dat zowel alle spaken 22, 23 als alle kruispunten 25, 26, 28, 30, 32 in een gemeenschappelijk vlak zijn aangebracht.

[0051] Figuur 6 toont een vierde uitvoeringsvorm van een lanswiel 2 gelijkaardig aan het lanswiel getoond in figuur 5 en met een binnenring 20, een buitenring 21, en een aantal convex gekromde eerste spaken 22 en tweede spaken 23 die zich tussen de binnenring 20 en de buitenring 21 uitstrekken. Zoals te zien is, neemt de dikte van de spaken 22, 23 langs het vlak van het lanswiel 2 af naar de buitenring 21 toe, waarbij in het bijzonder de dikte van de spaken 22, 23 continue afneemt naar de buitenring 21 toe. Y- vormige steunstangen 33 worden bijvoorbeeld voorzien die zich tussen de kruispunten 25 van de spakenparen 24 en de buitenring 21 uitstrekken.

[0052] De lanswielen getoond in de figuren zijn slechts bij wijze van voorbeeld. Verdere uitvoeringsvormen kunnen worden bereikt door combinatie van kenmerken en elementen die zijn beschreven in associatie met verschillende uitvoeringsvormen.

Claims (15)

16 BE2022/0033 Conclusies.

1. Lanswiel voor een lansweefmachine met een binnenring (20), een buitenring (21), en een aantal spaken (22, 23), waarbij de binnenring (20) geconfigureerd is voor het monteren van de binnenring (20) op een aandrijfas (10), waarbij de buitenring (21) voorzien is van tanden (210) geconfigureerd voor het ingrijpen met een lans (6) voor het aandrijven van de lans (6), waarbij de spaken (22, 23) zich tussen de binnenring (20) en de buitenring (21) uitstrekken en de binnenring (20) met de buitenring (21) verbinden, waarbij de spaken (22, 23) kruiselings in spakenparen (24) bevattende een eerste spaak (22) en een tweede spaak (23) zijn aangebracht, en waarbij de eerste spaak (22) en de tweede spaak (23) zich in tegengestelde richtingen uitstrekken en elkaar aan een kruispunt (25) tussen de binnenring (20) en de buitenring (21) kruisen, daardoor gekenmerkt dat de eerste spaak (22) en de tweede spaak (23) elk convex gekromd zijn naar de buitenring (21)

toe.

2. Lanswiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat een kromming (222) van de eerste spaken (22) en een kromming (223) van de tweede spaken (23) telkens start aan een center (205) van het lanswiel (2) en toeneemt naar de buitenring (21) toe, waarbij in het bijzonder de kromming (222) continue toeneemt naar de buitenring (21) toe.

3. Lanswiel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de eerste spaken (22) en de tweede spaken (23) eenzelfde vorm hebben, waarbij de eerste spaak (22) en de tweede spaak (23) van elk spakenpaar (24) symmetrisch tot een radiale richting (240) doorheen het kruispunt (25) van dit spakenpaar (24) zijn

17 BE2022/0033 aangebracht.

4. Lanswiel volgens conclusie 1, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het lanswiel (2) vlak is, waarbij de eerste spaken (22) en de tweede spaken (23) in een gemeenschappelijk vlak zijn aangebracht.

5. Lanswiel volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de spakenparen (24) gelijkmatig verdeeld zijn over het lanswiel (2).

6. Lanswiel volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de kruispunten (25) van de spakenparen (24) op een eerste denkbeeldige cirkel (250) zijn aangebracht, waarbij de eerste spaken (22) en de tweede spaken (23) van twee direct aangrenzende spakenparen (24) aan tweede kruispunten (26) kruisen, waarbij de tweede kruispunten (26) op een tweede denkbeeldige cirkel (260) met een kleinere radius dan de eerste denkbeeldige cirkel (250) zijn aangebracht.

7. Lanswiel volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de tweede denkbeeldige cirkel (260) zich in een gebied van de binnenring (20) bevindt, waarbij verbindingszones (27) tussen de binnenring (20) en de eerste spaken (22) en de tweede spaken (23) van de twee spakenparen (24) gevormd zijn.

8. Lanswiel volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat elke eerste spaak (22) de tweede spaken (23) van twee of meer spakenparen (24) kruist.

9. Lanswiel volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat een denkbeeldige cirkel (280, 320) van kruispunten (28, 32) tussen de

18 BE2022/0033 eerste spaak (22) en de tweede spaak (23) die het verst van de eerste spaak (22) verwijderd is in een omtrekrichting van het lanswiel (2), maar nog steeds de eerste spaak (22) kruist, zich in een gebied van de binnenring (20) bevindt, waarbij verbindingszones (27) tussen de binnenring (20) en de eerste spaken (22) en de tweede spaken (23) van de twee bijhorende spakenparen (24) zijn gevormd.

10. Lanswiel volgens één van de conclusies 7 of 9, daardoor gekenmerkt dat de verbindingszones (27) aan de binnenring (20) gesloten zijn.

11. Lanswiel volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat steunstangen (29, 33) zijn voorzien die zich tussen de kruispunten (25) van de spakenparen (24) en de buitenring (21) uitstrekken, in het bijzonder zijn rechte steunstangen (29) voorzien die zich in radiale richting (240) tussen het kruispunt (25) van elk spakenpaar (24) en de buitenring (21) uitstrekken.

12. Lanswiel volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat rechte steunstangen (29) zijn voorzien die zich in radiale richting (240) tussen het kruispunt (25) van elk spakenpaar (24) en de buitenring (21) uitstrekken, waarbij in een omtrekrichting van de buitenring (21) een afstand (D1) tussen de eerste spaak (22) en de steunstang (29) van elk spakenpaar (24) gelijk is aan een afstand (D2) tussen de tweede spaak (23) en de steunstang (29) van voornoemd spakenpaar (24), waarbij in het bijzonder de spakenparen (24) gelijkmatig verdeeld zijn, zodat in de omtrekrichting van de buitenring (21) de afstand (D1) tussen de eerste spaak (22) en de steunstang (29) van elk spakenpaar (24) gelijk is aan een afstand (D3) tussen de eerste spaken (22) en de

19 BE2022/0033 tweede spaken (23) van direct aangrenzende spakenparen (24) en de afstand (D2) tussen de tweede spaak (23) en de steunstang (29) van elk spakenpaar (24) gelijk is aan een afstand (D3) tussen de eerste spaken (22) en de tweede spaken (23) van direct aangrenzende spakenparen (24).

13. Lanswiel volgens één van de conclusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat overgangsgebieden (212) tussen de buitenring (21) en de eerste spaken (22) en tussen de buitenring (21) en de tweede spaken (23) verstevigd zijn.

14. Lanswiel volgens één van de conclusies 1 tot 13, daardoor gekenmerkt dat het aantal spakenparen (24) oneven is, waarbij in het bijzonder het aantal elf, dertien of vijftien is.

15. Lansweefmachine met een lanswiel (2) volgens één van de conclusies 1 tot 14.