BE1029251B1 - Verbindingsset voor een gevelstructuur, gevelbouwsysteem, gevelstructuur, en werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur - Google Patents

Verbindingsset voor een gevelstructuur, gevelbouwsysteem, gevelstructuur, en werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur Download PDF

Info

Publication number
BE1029251B1
BE1029251B1 BE20215247A BE202105247A BE1029251B1 BE 1029251 B1 BE1029251 B1 BE 1029251B1 BE 20215247 A BE20215247 A BE 20215247A BE 202105247 A BE202105247 A BE 202105247A BE 1029251 B1 BE1029251 B1 BE 1029251B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
receiving element
end part
facade
shaped
adjusting
Prior art date
Application number
BE20215247A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029251A1 (nl
Inventor
Patrick Brants
Original Assignee
Patrick Brants
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Patrick Brants filed Critical Patrick Brants
Priority to BE20215247A priority Critical patent/BE1029251B1/nl
Priority to EP22719622.7A priority patent/EP4314436A1/en
Priority to PCT/IB2022/052946 priority patent/WO2022208387A1/en
Publication of BE1029251A1 publication Critical patent/BE1029251A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029251B1 publication Critical patent/BE1029251B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0832Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • E04F13/0853Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements adjustable perpendicular to the wall
    • E04F13/0855Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements adjustable perpendicular to the wall adjustable in several directions, one of which is perpendicular to the wall

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Abstract

Verbindingsset voor een gevelstructuur, omvattende: een doosvormig opname-element dat is ingericht voor het daarin opnemen van een einddeel van een verbindingsarm van een gevelsamenstel, waarbij het doosvormige opname-element een rugzijde heeft die is ingericht om constructief met een opstaande wand van een gebouw te worden verbonden, alsmede een tegenover de rugzijde gelegen voorzijde waarin een doorgang is voorzien waardoorheen de verbindingsarm zich kan uitstrekken wanneer het einddeel daarvan in het opname-element is opgenomen; en een stelmiddel voor het stellen van een positie van het opgenomen einddeel ten opzichte van het opname-element.

Description

Verbindingsset voor een gevelstructuur, gevelbouwsysteem, gevelstructuur, en werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur
ONDERWERP De uitvinding heeft betrekking op een verbindingsset voor een gevelstructuur, alsmede op een gevelbouwsysteem, een gevelstructuur, en een werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur.
ACHTERGROND Gevelstructuren zijn in diverse vormen bekend. Een gevelstructuur kan één of meer verschillende functies hebben, waaronder bescherming van een achterliggende wand en architectonische verfraaiing. Bekende gevelstructuren omvatten bijvoorbeeld een gevelplaat, bijvoorbeeld van steen of beton, die aan een opstaande wand is bevestigd.
Bekende werkwijzen voor het realiseren van gevelstructuren worden bemoeilijkt door elkaar tegenwerkende eisen en wensen. Zo gaat een eis voor nauwkeurige positionering van een gevelplaat vaak ten koste van bouwsnelheid en/of bouwgemak. Verdere complicaties vloeien voort uit steeds strenger wordende eisen op het gebied van thermische en akoestische isolatie, bijvoorbeeld tussen een interieur en een exterieur van een gebouw waaraan de gevelstructuur is voorzien. Aldus is er behoefte aan verbeteringen op het gebied van gevelstructuren.
SAMENVATTING Een doel van de huidige uitvinding is om gevelstructuren gemakkelijker en/of sneller te kunnen realiseren, in het bijzonder met goede isolatie-eigenschappen en/of met nauwkeurige positionering, in het bijzonder voor relatief zware gevelstructuren die bijvoorbeeld een zware stenen of betonnen gevelplaat omvatten.
Volgens een aspect wordt daartoe een verbindingsset voor een gevelstructuur verschaft.
De verbindingsset omvat een doosvormig opname-element dat is ingericht voor het daarin opnemen van een einddeel van een verbindingsarm van een gevelsamenstel. Het doosvormige opname-element heeft een rugzijde die is ingericht om constructief met een opstaande wand van een gebouw te worden verbonden. Het opname-element heeft verder een tegenover de rugzijde gelegen voorzijde. In de voorzijde is een doorgang voorzien waardoorheen de verbindingsarm zich kan uitstrekken wanneer het einddeel daarvan in het opname-element is opgenomen.
De verbindingsset omvat verder een stelmiddel voor het stellen van een positie van het opgenomen einddeel ten opzichte van het opname- element.
Het stelmiddel is, althans tijdens gebruik, bij voorkeur bij het opname-element voorzien, bijvoorbeeld in, aan, en/of doorheen het opname- element, zoals elders in deze beschrijving nader wordt toegelicht.
De rugzijde kan op diverse wijzen constructief met de opstaande wand worden verbonden, bijvoorbeeld via staalbouten, door verankering, en/of door een uitharding van een constructief materiaal. Afgezien van de rugzijde kunnen optioneel nog één of meer verdere zijden met de opstaande wand worden verbonden. Als alternatief of aanvulling kunnen één of meer zijden van het opname-element met een andere basisstructuur, bijvoorbeeld met een vloer of een dak van een gebouw, worden verbonden. Het opname- element wordt op voordelige wijze met de rugzijde tegen de opstaande wand van het gebouw gemonteerd. Dit in tegenstelling tot vele conventionele verbindingsset, waarbij een deel gewoonlijk in of doorheen de muur is vastgezet. Hier hoeven er geen uitsparing in de wand voorzien te worden voor het monteren van het opname-element, het verbinden met verankeringselementen, zoals bouten of ankers, kan voldoende zijn.
Een gevelsamenstel, bijvoorbeeld omvattende een gevelplaat, kan zo voordeligerwijze via het doosvormige opname-element met een gebouw of andere basisconstructie worden verbonden. Door het verschafte stelmiddel is slechts een matig nauwkeurige positionering van het opname-element ten opzichte van het gebouw vereist, terwijl alsnog een gewenste nauwkeurige positionering van het gevelsamenstel, bijvoorbeeld de gevelplaat, ten opzichte van het gebouw kan worden bereikt. Het gevelbouwproces kan hierdoor worden vergemakkelijkt en/of versneld vergeleken met thans bekende gevelbouwwerkwijzen. Door het verschafte stelmiddel, kan de verbindingsarm in de juiste positie gesteld worden ten opzichte van het opname-element. Zo kan het opname-element gemonteerd worden aan een wand van het gebouw, en kan de precieze positionering van de verbindingsarm van het gevelsamenstel gebeuren door de arm te stellen ten opzichte van het opname-element. Dit in tegenstelling tot de bekende gevelbouwwijzen, waarbij het opname-element precies gepositioneerd dient te worden.
Om het genoemde stellen van de positie met gebruik van het stelmiddel mogelijk te maken, wordt het einddeel bij voorkeur met speling in het opname-element opgenomen, liefst met speling rondom, meer bij voorkeur met een ruimte om te stellen die meer is dan de gebruikelijke speling. Het opname-element en het einddeel kunnen ten opzichte van elkaar zijn gedimensioneerd om dit mogelijk te maken, zoals elders in deze beschrijving nader wordt toegelicht.
In thans bekende gevelbouwwerkwijzen wordt dergelijke speling doorgaans juist vermeden, waardoor stellen niet mogelijk is. Het gevolg daarvan is dat hoge eisen moeten worden gesteld aan de positionering van bijvoorbeeld een opname-element ten opzichte van een respectief gebouw en/of een verbindingsarm ten opzichte van een respectief gevelsamenstel, waardoor het gevelbouwproces relatief complex en traag wordt. Bij de bekende gevelbouwwerkwijzen, dient het opname-element heel nauwkeurig te worden gemonteerd, hetgeen veel tijd en vaardigheden vergt van de bouwvakker. Bij de bekende gevelbouwwerkwijzen wordt het einddeel van de verbindingsarm gewoonlijk passend in het opname-element opgenomen, zodat een, veelal, vormgesloten verbinding tot stand komt. Dit geeft weliswaar een goede krachtoverdracht, maar geeft geen mogelijkheden tot stellen, en resulteert ook in een koudebrug waardoor de isolatiewaarde van het gebouw in zijn geheel daalt.
Wanneer het einddeel in het opname-element is opgenomen, is het einddeel in het opname-element omgeven door een zogenaamde stelruimte, een ruimte waarin het einddeel kan worden gesteld ten opzichte van het opname-element. De stelruimte wordt bepaald door de afstand tussen het einddeel en het opname-element in de lengterichting en/of de breedterichting en/of de hoogterichting van het opname-element. De stelruimte kan overeenkomen met voorziene speling, maar kan ook groter zijn dan gebruikelijke speling. Door de stelruimte kan het einddeel, en daarmee de constructieve arm, in de gewenste positie worden gesteld ten opzichte van het opname-element. De gewenste positie kan zowel een gewenste hoogte, gewenste diepte of een gewenste oriëntatie of hoek zijn.
Wanneer het einddeel in het opname-element is opgenomen en de positie daarvan naar wens is gesteld, wordt het einddeel bij voorkeur in het opname-element gefixeerd, zoals elders in deze beschrijving nader wordt toegelicht. Met dergelijke fixatie kan voordeligerwijze een sterke en stabiele gevelstructuur worden verkregen nadat het voornoemde stellen is voltooid. Overigens hoeft een dergelijke fixatie niet uit te sluiten dat het einddeel na verloop van tijd nog kan worden na-gesteld.
Ook kan het mogelijk blijven om het gevelsamenstel na verloop van tijd te vervangen, bijvoorbeeld wanneer een gevelplaat beschadigd is geraakt. Een vervangend gevelsamenstel kan dan, nadat het oude is verwijderd, in hoofdzaak op dezelfde wijze via het opname-element worden verbonden en gesteld. De blijvende stelmogelijkheid maakt het aldus mogelijk dat een vervangend gevelsamenstel geen exacte kopie is van het te vervangen gevelsamenstel, terwijl dan alsnog een gewenste nauwkeurige positionering kan worden bereikt. Het opname-element en/of het einddeel kunnen bijvoorbeeld in 5 hoofdzaak van staal zijn vervaardigd.
Optioneel omvat de verbindingsset verder een in het doosvormige opname-element aangebracht isolatiemiddel voor het verminderen van overdracht van warmte en/of geluid tussen het opname-element en het daarin opgenomen einddeel. Op voordelige wijze is de isolatie aan meerdere zijden, bijvoorbeeld volledig rondom, in het doosvormige opname-element aangebracht, omheen het daarin opgenomen einddeel.
Zo kunnen voordeligerwijze verbeterde isolatie-eigenschappen van de gerealiseerde gevelstructuur worden verkregen, terwijl de bovengenoemde voordelen worden behouden.
Optioneel is het isolatiemiddel vervaardigd van een rubberachtig materiaal. Het rubberachtige materiaal is of bevat bijvoorbeeld neopreen.
Neopreen heeft als bijzonder voordeel dat het niet alleen thermische en/of akoestische isolatie kan verschaffen, maar ook een relatief gelijkmatige krachtoverbrenging tussen de betreffende constructiedelen.
Optioneel zijn ten minste twee onderling beweegbare delen van de verbindingsset van staal vervaardigd, waarbij het isolatiemiddel is ingericht om direct contact tussen genoemde stalen delen tegen te gaan. Het isolatiemiddel is daartoe bijvoorbeeld tussen genoemde stalen delen aangebracht, eventueel maar niet noodzakelijk gehecht aan één van die delen, zodanig dat de delen onderling beweegbaar, bijvoorbeeld stelbaar, blijven. Zo kunnen genoemde delen onderling krachten doorgeven, in het bijzonder via het isolatiemiddel, terwijl onderlinge overdracht van warmte en/of geluid kan worden tegengegaan.
Optioneel heeft het doosvormige opname-element een in hoofdzaak open bovenzijde. Zo kan een binnenste van het opname-element gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf de bovenzijde, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van een intern stelmiddel en/of een isolatiemiddel en/of een vulmiddel. Ook kan het einddeel langs de bovenzijde worden aangebracht in het doosvormige opname-element.
Optioneel maken de doorgang en de in hoofdzaak open bovenzijde beide deel uit van eenzelfde doorlopende opening in het doosvormige opname-element.
Zo kan het einddeel van de verbindingsarm gemakkelijk, bijvoorbeeld van bovenaf, in het opname-element worden geplaatst, waardoor de arm zich vervolgens doorheen de doorgang uitstrekt. Optioneel omvat het stelmiddel ten minste één stelelement voor gebruik als interne afstandhouder tussen een bodem en/of zijwand van het doosvormige opname-element en het ontvangen einddeel. Op voordelige wijze is het stelmiddel voorzien tussen een wand van het opname-element en het einddeel. Het stelmiddel kan ten minste één stelelement omvatten, waarbij het stelelement zich bij voorkeur uitstrekt van de wand van het opname-element naar het einddeel toe. Op voordelige wijze strekt het stelelement zich doorheen de wand van het opname-element uit, zodat het stelelement van buitenaf bediend kan worden om het einddeel, en de daarmee verbonden verbindingsarm in de gewenste stand te stellen. Wanneer het einddeel en de daarmee verbonden verbindingsarm in de gewenste stand gesteld zijn met behulp van het ten minste ene stelelement, kan het ten minste ene stelelement tevens fungeren als fixatie-element om het einddeel en de daarmee verbonden verbindingsarm in de gewenste positie te houden. Hierdoor kan een apart fixatiemiddel, bijvoorbeeld gietbeton, achterwege worden gelaten. Aldus kan bijvoorbeeld de resterende stelruimte tussen het einddeel en de binnenwanden van het opname- element worden opgevuld met isolatiemateriaal. Een dergelijk stelelement kan op compacte en toch stabiele wijze, en met weinig materiaalgebruik, een stelmiddel verschaffen.
Optioneel omvat het ten minste ene stelelement ten minste één stelplaat en/of ten minste één stelbout voor gebruik als afstandhouder tussen het doosvormige opname-element en een nabij gelegen deel van het ontvangen einddeel. Een dergelijke stelplaat en/of stelbout kan op een gebruiksvriendelijke en doelmatige wijze een stelelement verschaffen. Optioneel is het ten minste ene stelelement ingericht om een gestelde afstand tussen een zijwand van het opname-element en het ontvangen einddeel in hoofdzaak te fixeren.
Het ten minste ene stelelement omvat daartoe bijvoorbeeld ten minste twee stelelementen die in tegengestelde richtingen krachten uitoefenen op het einddeel, bijvoorbeeld vanaf weerszijden van het opname- element. Het einddeel kan aldus in hoofdzaak fixerend op een gewenste positie worden ingeklemd tussen stelelementen en/of tussen een stelelement en een wand van het opname-element. Dergelijk klemmen is echter niet strikt noodzakelijk: een nauwe bewegingsbegrenzing kan voldoende zijn.
Optioneel is het isolatiemiddel ten minste bij het ten minste ene stelelement voorzien om overdracht van warmte en/of geluid tussen opname-element en einddeel via het ten minste ene stelelement tegen te gaan. Het isolatiemiddel is daartoe bijvoorbeeld tussen een stelelement en het einddeel en/of tussen een stelelement en het opname-element voorzien, al dan niet gehecht aan één of meer van genoemde delen.
Bij voorkeur is het einddeel gedimensioneerd om met speling oftewel stelruimte in het doosvormige opname-element van de verbindingsset te worden opgenomen, in het bijzonder terwijl de verbindingsarm zich doorheen de doorgang uitstrekt.
Door dergelijke speling, die zoals genoemd ontbreekt in thans bekende gevelbouwwerkwijzen, kan een positie van het opgenomen einddeel ten opzichte van het opname-element worden gesteld, bijvoorbeeld door middel van een interne afstandhouder tussen opname-element en einddeel en/of door externe actuatie van het gevelsamenstel.
De genoemde stelruimte of speling betreft bij voorkeur speling rondom, dat wil zeggen zodanige speling dat het einddeel, althans qua afmetingen, zwevend in het opname-element opneembaar is.
Het moge duidelijk zijn dat het stelmiddel aldus in één of meer van diverse mogelijke vormen kan worden verschaft. De concrete vorm of vormen van het stelmiddel kan, zoals duidelijk moge zijn, worden gekozen afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de te realiseren gevelstructuur en/of randvoorwaarden van het gevelbouwproces.
Optioneel is de doorgang in hoofdzaak centraal in de voorzijde van het doosvormige opname-element voorzien.
Het opname-element is daarmee in het bijzonder geschikt voor het opnemen van een einddeel dat in hoofdzaak symmetrisch verbreed is ten opzichte van een deel van de verbindingsarm ter plaatse van de doorgang. Een dergelijk einddeel is bijvoorbeeld T-vormig, Y-vormig of ankervormig, zoals elders in deze beschrijving nader wordt toegelicht.
Als alternatief of aanvulling kan de doorgang decentraal worden voorzien. Een dergelijke variant is bijvoorbeeld geschikt voor opname van een L-vormig einddeel, hoewel een L-vormig einddeel ook in combinatie met een centrale doorgang zou kunnen worden toegepast.
Volgens een verder aspect wordt een gevelbouwsysteem verschaft. Het gevelbouwsysteem omvat een verbindingsset zoals hierin beschreven; en het gevelsamenstel omvattende de verbindingsarm met het einddeel, waarbij het einddeel is gedimensioneerd om met speling in het doosvormige opname-element van de verbindingsset te worden opgenomen.
Met het gevelbouwsysteem kunnen bovengenoemde voordelen worden bereikt. Zoals eerder genoemd kan de speling in het bijzonder het stellen van de positie van het einddeel in het opname-element vergemakkelijken, waarbij een dergelijk stellen een minder nauwkeurige positionering van de verbindingsset ten opzichte van het gebouw toelaatbaar maakt, waardoor het gevelbouwproces kan worden vergemakkelijkt en/of versneld.
Optioneel is het einddeel voorzien van een isolatiemiddel voor het verminderen van overdracht van warmte en/of geluid tussen het opname- element en het daarin opgenomen einddeel.
Een dergelijk isolatiemiddel van het einddeel kan bijvoorbeeld als aanvulling of alternatief voor het eerder genoemde isolatiemiddel worden voorzien, met in hoofdzaak overeenkomstige voordelen.
Optioneel is het einddeel in hoofdzaak haakvormig, bijvoorbeeld L- vormig, T-vormig, Y-vormig en/of ankervormig.
Een haakvorm van het einddeel maakt een bijzonder stevige verbinding mogelijk, in het bijzonder met een relatief geringe diepte ten opzichte van de opstaande wand. Wanneer de doorgang in de voorzijde van het opname-element relatief nauw is ten opzichte van een breedte van het haakvormige einddeel, kan bovendien worden tegengegaan dat de verbindingsarm onverhoopt zijwaarts uit het opname-element beweegt, bijvoorbeeld tijdens het opnemen of het stellen.
Optioneel zijn het opname-element en het einddeel zodanig gedimensioneerd dat het einddeel in het opname-element kan worden opgenomen met speling in drie onderling orthogonale translatierichtingen en/of om drie onderling orthogonale rotatie-assen.
Het eerder genoemde voordeel van het kunnen stellen van de positie van het einddeel kan daarmee in bijzonder grote mate worden benut, bijvoorbeeld in hoofdzaak voor alle vrijheidsgraden, althans voor enig niet- triviaal bereik binnen elke respectieve vrijheidsgraad.
Optioneel bedraagt de speling tussen het einddeel en het opname- element ten minste 1 cm, bijvoorbeeld circa 2 cm, of meer dan 2 cm. Meer bij voorkeur is het einddeel opneembaar in het opname-element waarbij een stelruimte voorzien is tussen het opname-element en het einddeel. De stelruimte is de ruimte die er omheen het einddeel is tussen het einddeel en de wanden van het opname-element. Die ruimte kan gebruikt worden om het einddeel in de Juiste positie te stellen ten opzichte van het opname- element, alsook, kan deze ruimte optioneel gevuld worden met isolatiemateriaal en/of ander vulmateriaal.
Dergelijke speling kan een goede balans bieden tussen enerzijds minder strenge eisen aan de positionering van het opname-element in het gebouw en anderzijds een relatief compacte constructie. De speling bedraagt bijvoorbeeld in één richting, maar meer bij voorkeur in twee of drie onderling orthogonale richtingen, ten minste een dergelijke afstand.
Optioneel omvat het gevelsamenstel een gevelplaat, waarbij de verbindingsarm zich vanaf de gevelplaat uitstrekt, in het bijzonder vanaf een rugzijde van de gevelplaat.
Zo kan met bovengenoemde voordelen een gevelstructuur met een dergelijke gevelplaat worden gerealiseerd. De gevelplaat is bijvoorbeeld vervaardigd van een stenig materiaal, bijvoorbeeld natuursteen en/of beton. Als alternatief of aanvulling kunnen één of meer andere materialen worden toegepast in een gevelplaat, bijvoorbeeld metaal, glas, hout, kunststof, etc.
Een gevelsamenstel, bijvoorbeeld een gevelplaat, kan optioneel zijn voorzien van een zonnepaneel, een windturbine, een warmtewisselaar, een zonwering, een lichtbron, een beeldscherm, een planthouder, een afwatering, een afdichting, en/of een andere inrichting of voorziening die op zich bekend is voor toepassing in of aan gevelstructuren. Een gevelsamenstel, bijvoorbeeld een gevelplaat, kan diverse vormen en afmetingen hebben, en kan eventueel zijn voorzien van één of meer openingen daardoorheen, bijvoorbeeld voor doorzicht en/of ventilatie.
Volgens een verder aspect wordt een gevelstructuur verschaft omvattende een gevelbouwsysteem zoals hierin beschreven, waarbij het einddeel in het opname-element is opgenomen, en bij voorkeur daarin in hoofdzaak is gefixeerd.
Een dergelijke gevelstructuur kan, zoals hierboven reeds toegelicht, relatief gemakkelijk en/of snel worden gerealiseerd, in het bijzonder met grote positienauwkeurigheid en/of met een hoge isolatiewaarde.
Bij voorkeur strekt de verbindingsarm zich daarbij vanaf de rugzijde van de gevelplaat tot in het opname-element uit.
De verbindingsarm kan zo in een aanzicht van de gevelstructuur in hoofdzaak aan het zicht onttrokken zijn, in het bijzonder door de gevelplaat.
Volgens een verder aspect wordt een werkwijze verschaft voor het realiseren van een gevelstructuur, in het bijzonder aan een gebouw, met andere woorden een gevelbouwwerkwijze. De werkwijze omvat: het verschaffen van een gevelbouwsysteem zoals hierin beschreven; het constructief met een opstaande wand van een gebouw of andere basisconstructie verbinden van ten minste de rugzijde van het doosvormige opname-element van de verbindingsset; het in het opname-element met speling opnemen van het einddeel van de verbindingsarm, waardoor de arm zich doorheen de doorgang uitstrekt; en het stellen van een positie van het opgenomen einddeel ten opzichte van het opname-element.
Een dergelijke gevelbouwwerkwijze kan bijzonder gemakkelijk en/of snel worden uitgevoerd, zoals hiervoor reeds toegelicht in het kader van eerdere aspecten en opties.
Bij het stellen kan, zoals hiervoor beschreven, gebruik worden gemaakt van het stelmiddel.
Bij voorkeur wordt de gestelde positie in hoofdzaak gefixeerd, om zo een bijzonder stabiele gevelstructuur te realiseren.
Optioneel omvat de werkwijze het aanbrengen van een thermisch en/of akoestisch isolerend vulmiddel in het opname-element, in het bijzonder naast het opgenomen einddeel. Een eventueel na het stellen resterende ruimte in het opname-element kan aldus worden benut voor verbetering van isolatie. Het isolerende vulmiddel omvat bijvoorbeeld schuim en/of wol.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Hierna zal de uitvinding met verwijzing naar tekeningen nader worden toegelicht aan de hand van voorbeelden van uitvoeringsvormen. De tekeningen zijn schematisch en tonen slechts voorbeelden. In de tekeningen worden overeenkomstige elementen aangeduid met overeenkomstige verwijzingstekens. In de tekeningen toont: Fig. 1A een gedeeltelijk opengewerkt en gedeeltelijk doorzichtig vooraanzicht van een gevelstructuur volgens een uitvoeringsvorm; Fig. 1B een bovenaanzicht van de gevelstructuur van Fig. 1A in een dwarsdoorsnede langs lijn B-B in Fig. 1A; Fig. IC een zijaanzicht van de gevelstructuur van Fig. 1A-B in een dwarsdoorsnede langs lijn C-C in Fig. 1A; Fig. 2A een gedeeltelijk opengewerkt en gedeeltelijk doorzichtig vooraanzicht van een gevelbouwsysteem volgens een verdere uitvoeringsvorm; Fig. 2B een bovenaanzicht in van het gevelbouwsysteem van Fig.
2A;en Fig. 2C een zijaanzicht van het gevelbouwsysteem van Fig. 2A-B in een dwarsdoorsnede langs lijn C-C in Fig. 2A.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De figuren tonen voorbeelden van een verbindingsset 1 voor een gevelstructuur 2. De verbindingsset omvat een doosvormig opname-element 3 dat is ingericht voor het daarin opnemen van een einddeel 4 van een verbindingsarm 5 van een gevelsamenstel 30. Het doosvormige opname- element 3 heeft een rugzijde 6 die is ingericht om constructief met een opstaande wand 7 van een gebouw 8 te worden verbonden, alsmede een tegenover de rugzijde 6 gelegen voorzijde 9 waarin een doorgang 10 is voorzien waardoorheen de verbindingsarm 5 zich kan uitstrekken wanneer het einddeel 4 daarvan in het opname-element 3 is opgenomen. De verbindingsset 1 omvat verder een stelmiddel 11 voor het stellen van een positie van het opgenomen einddeel 4 ten opzichte van het opname-element
3.
De figuren tonen eveneens (delen van) voorbeelden van een gevelbouwsysteem 20 omvattende: de verbindingsset 1; en het gevelsamenstel 30 omvattende de verbindingsarm 5 met het einddeel 4, waarbij het einddeel 4 is gedimensioneerd om met speling S in het doosvormige opname-element 3 van de verbindingsset 1 te worden opgenomen.
De figuren tonen eveneens (delen van) voorbeelden van een gevelstructuur 2 omvattende het gevelbouwsysteem 20, waarbij het einddeel 4in het opname-element 3 is opgenomen, en bij voorkeur daarin in hoofdzaak is gefixeerd.
In Fig. 2A-C wordt van het gevelsamenstel ten minste de verbindingsarm 5 met einddeel 4 getoond, waarbij het gevelsamenstel volgens het voorbeeld van Fig. 2A-C verder een gevelplaat 31 kan omvatten, bijvoorbeeld overeenkomstig Fig. 1B-C.
De figuren illustreren bovendien een werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur 2, in het bijzonder aan een gebouw 8. De werkwijze omvat: het verschaffen van het gevelbouwsysteem 20; het constructief met een opstaande wand 7 van een gebouw 8 of andere basisconstructie verbinden van ten minste de rugzijde 6 van het doosvormige opname- element 3 van de verbindingsset 1; het in het opname-element 3 met speling S opnemen van het einddeel 4 van de verbindingsarm 5, waardoor de arm 5 zich doorheen de doorgang 10 uitstrekt; en het stellen van een positie van het opgenomen einddeel 4 ten opzichte van het opname-element 3, in het bijzonder met gebruik van het stelmiddel 11. Bij voorkeur wordt de gestelde positie in hoofdzaak gefixeerd. In de figuren wordt genoemde speling oftewel stelruimte aangegeven met pijlen S. Het moge duidelijk zijn dat de getoonde speling bijvoorbeeld kan worden benut voor translatie, of rotatie, of een combinatie daarvan, van het einddeel 4 binnen het opname-element 3. De in de figuren getoonde positie van het einddeel 4 binnen het opname-element 3 moet aldus steeds worden begrepen als slechts één van vele mogelijke posities, met name afhankelijk van toepassing van het stelmiddel 11.
De rugzijde 6 kan bijvoorbeeld met bouten (niet getoond) aan de opstaande wand 7 worden gemonteerd. Daartoe kunnen gaten en/of andere aangrijpingsstructuren worden voorzien, bijvoorbeeld in de rugzijde 6 en/of in één of meer delen 33 die ten opzichte van het opname-element naar buiten uitsteken, in het bijzonder in het vlak van de aan de rugzijde 6 gelegen zijwand 28. Dergelijke optionele uitstekende delen, oftewel Lippen, 33 kunnen, zoals te zien in Fig. 1B en 1C, bijvoorbeeld horizontaal en/of verticaal uitsteken, bijvoorbeeld aan één of meer zijden, en kunnen bijvoorbeeld uit één stuk met genoemde wand 28 zijn gevormd of anderszins daaraan vast zijn verbonden.
Een bijzonder stevige verbinding kan bijvoorbeeld worden bereikt ter plaatse van een koppeling tussen opstaande wand 7 en een binnenvloer van het gebouw 8.
In uitvoeringsvormen omvat het gevelsamenstel 30 een gevelplaat 31, die bijvoorbeeld van een stenig materiaal zoals natuursteen of beton is vervaardigd en aldus relatief zwaar kan zijn. De verbindingsarm 5 kan zich daarbij vanaf de gevelplaat 31 uitstrekken, in het bijzonder vanaf een rugzijde 32 van de gevelplaat 31.
De verbindingsarm 5 is bij voorkeur van staal vervaardigd, en kan op diverse op zich bekende wijzen met de gevelplaat 31, in het bijzonder aan de rugzijde 32 daarvan, zijn verbonden, bijvoorbeeld door schroeven, door lijmen, en/of door koppeling aan een optionele wapeningsstructuur of andere verstevigingsstructuur van de gevelplaat 31.
In uitvoeringsvormen strekt de verbindingsarm 5 zich, althans na verbinding, vanaf de rugzijde 32 van de gevelplaat 31 tot in het opname- element 3 uit, in het bijzonder doorheen de doorgang 10.
In uitvoeringsvormen heeft het doosvormige opname-element 3 een in hoofdzaak open bovenzijde 13 (zie bijv. Fig. 1C, 2C).
In uitvoeringsvormen maken de doorgang 10 en de in hoofdzaak open bovenzijde 13 beide deel uit van eenzelfde doorlopende opening 10, 13 in het doosvormige opname-element 3.
In uitvoeringsvormen is de doorgang 10 in hoofdzaak centraal in de voorzijde 9 van het doosvormige opname-element 3 voorzien.
In uitvoeringsvormen is het einddeel 4 in hoofdzaak haakvormig, bijvoorbeeld L-vormig, T-vormig (zie Fig. 1B, 2B), Y-vormig en/of ankervormig.
In uitvoeringsvormen omvat de verbindingsset 1 verder een in het doosvormige opname-element 3 aangebracht isolatiemiddel 12 voor het verminderen van overdracht van warmte en/of geluid tussen het opname- element 3 en het daarin opgenomen einddeel 4. Het isolatiemiddel 12 kan op diverse plaatsen worden aangebracht, zoals bijvoorbeeld te zien is in de tekeningen, en zoals elders in deze beschrijving nader wordt toegelicht.
In uitvoeringsvormen is het isolatiemiddel 12 vervaardigd van een rubberachtig materiaal, in het bijzonder neopreen. Als alternatief of aanvulling kunnen één of meer andere materialen worden toegepast om isolatie en/of krachtverdeling tussen opname-element 3 en einddeel 4 te bevorderen, bijvoorbeeld een schuimmateriaal en/of een vezelig materiaal.
In uitvoeringsvormen zijn ten minste twee onderling beweegbare delen van de verbindingsset 1 van staal vervaardigd, waarbij het isolatiemiddel 12 is ingericht om direct contact tussen genoemde stalen delen tegen te gaan.
Zo is in het voorbeeld van Fig. 1A-C 1s0latiemiddel 12 aangebracht tussen het einddeel 4 en de bodem 18 van het opname-element 3 (zie Fig. 1A en 1C), alsmede tussen het einddeel 4 en stelelementen 17 (zie Fig. 1B en 1C).
In uitvoeringsvormen is het einddeel 4 voorzien van een isolatiemiddel 12 voor het verminderen van overdracht van warmte en/of geluid tussen het opname-element 3 en het daarin opgenomen einddeel 4.
In Fig. 2B wordt voor eenvoud van de tekening een dergelijk isolatiemiddel 21 slechts langs enkele oppervlaktesecties van het einddeel 4 getoond. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijk isolatiemiddel 12 zich als alternatief of aanvulling langs verdere, eventueel zelfs alle, oppervlaktesecties van het einddeel 4 kan uitstrekken, zie bijvoorbeeld Fig. 1B-C.
Het moge duidelijk zijn dat diverse combinaties en variaties van isolatiemiddelen mogelijk zijn, waarmee in het bijzonder staal-op-staal contact en/of andere vormen van koudebruggen kunnen worden tegengegaan.
In uitvoeringsvormen omvat het stelmiddel 11 ten minste één stelelement 17, bijvoorbeeld een stelplaat en/of een stelbout, voor gebruik als interne afstandhouder tussen een bodem 18 en/of zijwand 27-29 van het doosvormige opname-element 3 en het ontvangen einddeel 4.
In Fig. 1A-C worden diverse typen stelelementen 17 getoond, waaronder stelplaten bij de rugzijde 6 (zijwand 28) en de bodem 18, en stelbouten bij de rugzijde 6 (zijwand 28) en de zijwanden 27 en 29. Het moge aldus duidelijk zijn dat diverse typen stelelementen, al dan niet in combinatie, kunnen worden toegepast. Stelelementen 17, bijvoorbeeld stelbouten, kunnen zijn voorzien van een respectief borgingsmiddel, bijvoorbeeld een borgingsmoer.
In Fig. 2A-C zijn met cijfers 11 diverse gaten voor aldaar niet getoonde stelbouten aangeduid, welke gaten aldus als alternatief of aanvullend stelmiddel 11 kunnen worden beschouwd.
In uitvoeringsvormen is het ten minste ene stelelement 17 ingericht om een gestelde afstand tussen een zijwand 27-29 van het opname-element 3 en het ontvangen einddeel 4 in hoofdzaak te fixeren.
Zo is in Fig. 1B-C bijvoorbeeld te zien dat het einddeel 4 in hoofdzaak in zijn gestelde positie wordt gefixeerd door stelelementen 17 rondom het einddeel 4, waarbij een fixerende klemming van het einddeel 4 ten opzichte van het opname-element 3 kan optreden, in het bijzonder met gebruik van een veerkrachtig (zoals in het geval van neopreen) tussenliggend isolatiemiddel 12.
Als alternatief wordt het einddeel 4 niet of nauwelijks geklemd, maar wordt alsnog een met de speling S in het opname-element 3 geassocieerde bewegingsvrijheid van het einddeel 4 in hoofdzaak teniet gedaan door het ten minste ene stelelement 17.
Afhankelijk van te verwachten krachtuitoefening op de gevelstructuur 2 kan het acceptabel zijn om een dergelijke bewegingsvrijheid aan één of meer zijden van het einddeel 4 niet of slechts weinig te beperken. Wanneer bijvoorbeeld geen of slechts weinig opwaartse kracht op het einddeel 4 wordt verwacht, kan het voldoende zijn om een verticale positie van het einddeel 4 slechts door het eigen gewicht van het gevelsamenstel 30 te laten stabiliseren, dat wil zeggen zonder een verdere bewegingsbegrenzing aan de bovenzijde 13 van het opname-element 3.
Wanneer echter, bijvoorbeeld door wind, dergelijke begrenzing aan de bovenzijde 13 wel gewenst is, kan daartoe bijvoorbeeld een blokkeerelement in de vorm van een deksel (niet getoond) aan de bovenzijde 13 van het opname-element 3 worden gemonteerd, nadat het einddeel 4 daarin is opgenomen en gesteld. Tussen een dergelijk blokkeerelement en het einddeel 4 kan eventueel ook nog een stelmiddel worden voorzien.
In uitvoeringsvormen (zie bijv. Fig. 1A-C) is het isolatiemiddel 12 ten minste bij het ten minste ene stelelement 17 voorzien om overdracht van warmte en/of geluid tussen opname-element 3 en einddeel 4 via het ten minste ene stelelement 17 tegen te gaan.
In de getoonde voorbeelden is het einddeel 4 gedimensioneerd om met speling S in het doosvormige opname-element 3 van de verbindingsset 1 te worden opgenomen, in het bijzonder terwijl de verbindingsarm 5 zich doorheen de doorgang 10 uitstrekt. Daardoor kan een positie van het opgenomen einddeel 4 ten opzichte van het opname-element 3 worden gesteld, bijvoorbeeld door middel van een stelbare interne afstandhouder 17 tussen opname-element 3 en einddeel 4.
In uitvoeringsvormen zijn het opname-element 3 en het einddeel 4 zodanig gedimensioneerd dat het einddeel 4 in het opname-element 3 kan worden opgenomen met speling S in drie onderling orthogonale translatierichtingen en/of om drie onderling orthogonale rotatie-assen.
In uitvoeringsvormen bedraagt de speling S tussen het einddeel 4 en het opname-element 3 ten minste 1 cm bedraagt, bijvoorbeeld circa 2 cm of meer.
De verbindingsset 1 kan bijvoorbeeld op een bijzonder compacte wijze in een gevelstructuur 2 van een gebouw 8 worden toegepast, bijvoorbeeld tussen een binnenschil en een buitenschil van een gebouw, bijvoorbeeld in hoofdzaak in een isolatielaag tussen genoemde binnenschil en buitenschil. De verbindingsset 1 omvat de verbindingsarm 5 die aan een uiteinde voorzien is van het einddeel 4. Aan het overstaande uiteinde van de verbindingsarm 5, is de verbindingsarm 5 ingericht om een gevelelement op te nemen. Het gevelelement kan een gevelpaneel of een gevelplaat zijn, bijvoorbeeld een betonnen gevelplaat. De gevelelementen kunnen samen de buitenschil van de buitenwand van het gebouw vormen, of de gevelelementen kunnen zich bevinden buiten de buitenschil van de buitenwand van het gebouw.
In uitvoeringsvormen omvat de werkwijze het aanbrengen van een thermisch en/of akoestisch isolerend vulmiddel 16, bijvoorbeeld wol en/of schuim, in het opname-element 3, in het bijzonder naast het opgenomen einddeel 4. Een dergelijk vulmiddel 16 kan eventueel ook buiten het opname-element 3 worden aangebracht, bijvoorbeeld wanneer het opname- element 3 in een isolatielaag van een gebouw 8 is gepositioneerd. Daarbij kan het vulmiddel 16 via de open bovenzijde 13 en/of via de doorgang 10 in hoofdzaak doorlopen tussen binnen en buiten het opname-element 3 (zie bijv. Fig. 1B).
Aldus kunnen gevelstructuren, bijvoorbeeld aan gebouwen, gemakkelijker en/of sneller worden gerealiseerd, in het bijzonder met goede isolatie-eigenschappen, in het bijzonder met nauwkeurige positionering.
Hoewel de uitvinding hierin is toegelicht aan de hand van voorbeelden van uitvoeringsvormen, vormen deze voorbeelden geen beperking van de uitvinding, die is gedefinieerd in de conclusies. Vele variaties, combinaties en uitbreidingen zijn mogelijk, zoals voor de vakman duidelijk zal zijn. Zo kunnen in een enkel opname-element en/of verbindingsset bijvoorbeeld tegelijkertijd twee of meer einddelen worden opgenomen, bijvoorbeeld twee L-vormige of T-vormige einddelen, bijvoorbeeld via eenzelfde doorgang of elk via een respectieve doorgang. Een enkel gevelsamenstel en/of een enkele gevelplaat kan zijn geassocieerd met, bijvoorbeeld zijn voorzien van, een veelvoud aan verbindingsarmen. Een enkel gevelsamenstel en/of een enkele verbindingsarm kan zijn geassocieerd met, bijvoorbeeld zijn voorzien van, een veelvoud aan gevelplaten. Verdere voorbeelden van mogelijkheden zijn op diverse plaatsen in de beschrijving aangegeven.
Ten behoeve van duidelijkheid en een bondige beschrijving worden maatregelen hierin beschreven als deel van dezelfde of afzonderlijke uitvoeringsvormen, echter, het zal duidelijk zijn dat het bereik van de uitvinding uitvoeringsvormen kan omvatten met combinaties van alle of sommige van de beschreven maatregelen.
Het moge worden begrepen dat de getoonde uitvoeringvormen dezelfde of gelijkende componenten hebben, afgezien van waar zij worden beschreven als zijnde verschillend.
Het enkele feit dat zekere maatregelen worden genoemd in onderling verschillende conclusies geeft niet aan dat een combinatie van deze maatregelen niet ten voordele kan worden gebruikt.
Vele varianten zullen duidelijk zijn voor de vakman.
Alle varianten worden geacht inbegrepen te zijn binnen het bereik van de uitvinding die is gedefinieerd is de volgende conclusies.
LIJST VAN VERWIJZINGSTEKENS
1. Verbindingsset
2. Gevelstructuur
3. Doosvormig opname-element
4. Einddeel van verbindingsarm
5. Verbindingsarm
6. Rugzijde van opname-element
7. Opstaande wand van gebouw
8. Gebouw
9. Voorzijde van opname-element
10. Doorgang
11. Stelmiddel
12. Isolatiemiddel
13. Bovenzijde van opname-element
16. Isolerend vulmiddel
17. Stelelement
18. Bodem van opname-element
20. Gevelbouwsysteem 27-29. Zijwanden van opname-element
30. Gevelsamenstel
31. Gevelplaat
32. Rugzijde van gevelplaat
33. Lap S. Speling, stelruimte

Claims (20)

CONCLUSIES
1. Verbindingsset (1) voor een gevelstructuur (2), omvattende: - een doosvormig opname-element (3) dat is ingericht voor het daarin opnemen van een einddeel (4) van een verbindingsarm (5) van een gevelsamenstel (30), waarbij het doosvormige opname-element (3) een rugzijde (6) heeft die is ingericht om constructief met een opstaande wand (7) van een gebouw (8) te worden verbonden, alsmede een tegenover de rugzijde (6) gelegen voorzijde (9) waarin een doorgang (10) is voorzien waardoorheen de verbindingsarm (5) zich kan uitstrekken wanneer het einddeel (4) daarvan in het opname-element (3) is opgenomen; en - een stelmiddel (11) voor het stellen van een positie van het opgenomen einddeel (4) ten opzichte van het opname-element (3).
2. Verbindingsset volgens conclusie 1, verder omvattende een in het doosvormige opname-element (3) aangebracht isolatiemiddel (12) voor het verminderen van overdracht van warmte en/of geluid tussen het opname- element (3) en het daarin opgenomen einddeel (4).
3. Verbindingsset volgens conclusie 2, waarbij het isolatiemiddel (12) is vervaardigd van een rubberachtig materiaal, in het bijzonder neopreen.
4. Verbindingsset volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het doosvormige opname-element (3) een in hoofdzaak open bovenzijde (13) heeft.
5. Verbindingsset volgens conclusie 4, waarbij de doorgang (10) en de in hoofdzaak open bovenzijde (13) beide deel uitmaken van eenzelfde doorlopende opening (10, 13) in het doosvormige opname-element (3).
6. Verbindingsset volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het stelmiddel (11) ten minste één stelelement (17) omvat voor gebruik als interne afstandhouder tussen een bodem (18) en/of zijwand (27-29) van het doosvormige opname-element (3) en het ontvangen einddeel (4).
7. Verbindingsset volgens conclusie 6, waarbij het ten minste ene stelelement (17) is ingericht om een gestelde afstand tussen een zijwand (27-29) van het opname-element (3) en het ontvangen einddeel (4) in hoofdzaak te fixeren.
8. Verbindingsset volgens conclusie 6 of 7 wanneer afhankelijk van conclusie 2, waarbij het isolatiemiddel (12) ten minste bij het ten minste ene stelelement (17) is voorzien om overdracht van warmte en/of geluid tussen opname-element (3) en einddeel (4) via het ten minste ene stelelement (17) tegen te gaan.
9. Verbindingsset volgens een van de conclusies 2 — 8, waarbij ten minste twee onderling beweegbare delen van de verbindingsset (1) van staal zijn vervaardigd, waarbij het isolatiemiddel (12) is ingericht om direct contact tussen genoemde stalen delen tegen te gaan.
10. Verbindingsset volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het einddeel (4) is gedimensioneerd om met speling (S) in het doosvormige opname-element (3) van de verbindingsset (1) te worden opgenomen, in het bijzonder terwijl de verbindingsarm (5) zich doorheen de doorgang (10) uitstrekt, waardoor een positie van het opgenomen einddeel (4) ten opzichte van het opname-element (3) kan worden gesteld, bijvoorbeeld door middel van een interne afstandhouder (17) tussen opname-element (3) en einddeel (4).
11. Gevelbouwsysteem (20) omvattende: - een verbindingsset (1) volgens een van de voorgaande conclusies; en - het gevelsamenstel (30) omvattende de verbindingsarm (5) met het einddeel (4), waarbij het einddeel (4) is gedimensioneerd om met speling (S) in het doosvormige opname-element (3) van de verbindingsset (1) te worden opgenomen.
12. Gevelbouwsysteem volgens conclusie 11, waarbij het einddeel (4) is voorzien van een isolatiemiddel (12) voor het verminderen van overdracht van warmte en/of geluid tussen het opname-element (3) en het daarin opgenomen einddeel (4).
13. Gevelbouwsysteem volgens conclusie 11 of 12, waarbij het einddeel (4) in hoofdzaak haakvormig is, bijvoorbeeld L-vormig, T-vormig, Y-vormig en/of ankervormig.
14. Gevelbouwsysteem volgens een van de conclusies 11-13, waarbij het opname-element (3) en het einddeel (4) zodanig zijn gedimensioneerd dat het einddeel (4) in het opname-element (3) kan worden opgenomen met speling (S) in drie onderling orthogonale translatierichtingen en/of om drie onderling orthogonale rotatie-assen.
15. Gevelbouwsysteem volgens een van de conclusies 11-14, waarbij de speling (S) tussen het einddeel (4) en het opname-element (3) ten minste 1 cm bedraagt, bijvoorbeeld circa 2 cm of meer.
16. Gevelbouwsysteem volgens een van de conclusies 11-15, waarbij het gevelsamenstel (30) een gevelplaat (31) omvat, die bijvoorbeeld van een stenig materiaal is vervaardigd, waarbij de verbindingsarm (5) zich vanaf de gevelplaat (31) uitstrekt, in het bijzonder vanaf een rugzijde (32) van de gevelplaat (31).
17. Gevelstructuur (2) omvattende een gevelbouwsysteem (20) volgens een van de conclusies 11-16, waarbij het einddeel (4) in het opname-element (3) is opgenomen, en bij voorkeur daarin in hoofdzaak is gefixeerd.
18. Gevelstructuur volgens conclusie 17 wanneer afhankelijk van conclusie 16, waarbij de verbindingsarm (5) zich vanaf de rugzijde (32) van de gevelplaat (31) tot in het opname-element (3) uitstrekt.
19. Werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur (2), in het bijzonder aan een gebouw (8), omvattende: - het verschaffen van een gevelbouwsysteem (20) volgens een van de conclusies 11-16;
- het constructief met een opstaande wand (7) van een gebouw (8) of andere basisconstructie verbinden van ten minste de rugzijde (6) van het doosvormige opname-element (3) van de verbindingsset (1); - het in het opname-element (3) met speling (S) opnemen van het einddeel (4) van de verbindingsarm (5), waardoor de arm (5) zich doorheen de doorgang (10) uitstrekt; en - het stellen van een positie van het opgenomen einddeel (4) ten opzichte van het opname-element (3), in het bijzonder met gebruik van het stelmiddel (11), waarbij bij voorkeur de gestelde positie in hoofdzaak wordt gefixeerd.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, verder omvattende: - het aanbrengen van een thermisch en/of akoestisch isolerend vulmiddel (16) in het opname-element (3), in het bijzonder naast het opgenomen einddeel (4).
BE20215247A 2021-03-30 2021-03-30 Verbindingsset voor een gevelstructuur, gevelbouwsysteem, gevelstructuur, en werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur BE1029251B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215247A BE1029251B1 (nl) 2021-03-30 2021-03-30 Verbindingsset voor een gevelstructuur, gevelbouwsysteem, gevelstructuur, en werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur
EP22719622.7A EP4314436A1 (en) 2021-03-30 2022-03-30 Connection sets, building systems, building construction, facade structure, and methods
PCT/IB2022/052946 WO2022208387A1 (en) 2021-03-30 2022-03-30 Connection sets, building systems, building construction, facade structure, and methods

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215247A BE1029251B1 (nl) 2021-03-30 2021-03-30 Verbindingsset voor een gevelstructuur, gevelbouwsysteem, gevelstructuur, en werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029251A1 BE1029251A1 (nl) 2022-10-24
BE1029251B1 true BE1029251B1 (nl) 2022-11-03

Family

ID=75396625

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215247A BE1029251B1 (nl) 2021-03-30 2021-03-30 Verbindingsset voor een gevelstructuur, gevelbouwsysteem, gevelstructuur, en werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1029251B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1905053A1 (de) * 1969-02-01 1970-10-08 Beton Element Bau H Klein Verankerung fuer vorgehaengte Stahlbeton-Fassadenplatten od.dgl.
EP1156170A1 (en) * 2000-05-19 2001-11-21 Sergio Zambelli Supporting device for prefabricated units, in particular for constructions having a metallic structure
EP1548196A1 (de) * 2003-12-20 2005-06-29 SCHÖCK BAUTEILE GmbH Verbindungselement zum biegesteifen Anschluss von Bauelementen
DE102004024316A1 (de) * 2004-05-15 2005-12-15 Fischerwerke Artur Fischer Gmbh & Co. Kg Mehrteiliger Verbinder zur Befestigung eines Wandelements auf einem Betonuntergrund und Verbindungsanordnung mit einem derartigen Verbinder
WO2018189123A1 (en) * 2017-04-10 2018-10-18 Sapphire Balconies Limited Balcony fixing

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1905053A1 (de) * 1969-02-01 1970-10-08 Beton Element Bau H Klein Verankerung fuer vorgehaengte Stahlbeton-Fassadenplatten od.dgl.
EP1156170A1 (en) * 2000-05-19 2001-11-21 Sergio Zambelli Supporting device for prefabricated units, in particular for constructions having a metallic structure
EP1548196A1 (de) * 2003-12-20 2005-06-29 SCHÖCK BAUTEILE GmbH Verbindungselement zum biegesteifen Anschluss von Bauelementen
DE102004024316A1 (de) * 2004-05-15 2005-12-15 Fischerwerke Artur Fischer Gmbh & Co. Kg Mehrteiliger Verbinder zur Befestigung eines Wandelements auf einem Betonuntergrund und Verbindungsanordnung mit einem derartigen Verbinder
WO2018189123A1 (en) * 2017-04-10 2018-10-18 Sapphire Balconies Limited Balcony fixing

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029251A1 (nl) 2022-10-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6427410B1 (en) Device for fixing facing slabs
US7213376B2 (en) Bracket for supporting structural element to support structure
AU2001284048B2 (en) Support beam
BE1029251B1 (nl) Verbindingsset voor een gevelstructuur, gevelbouwsysteem, gevelstructuur, en werkwijze voor het realiseren van een gevelstructuur
CN203924348U (zh) 一种装配式墙板与叠合梁三维可调安装连接结构
EP3272959B1 (en) Building wall
EP1468161B1 (en) Glazing system for buildings
KR102493121B1 (ko) 단열성능 향상 및 외벽마감재 시공을 위한 조적앵글시스템
GB2441379A (en) A structure to support panels
KR102104428B1 (ko) 외부벽돌벽에 형성되는 개구부 상단연결용 벽돌구조체 및 그 시공방법
EP3056620A1 (en) A mounting system and a method for mounting a cantilever building element to an edge of a floor construction of a building
CN216127438U (zh) 一种装配式桥梁防撞护栏模板
CN116945335A (zh) 一种预制箱梁模板及箱梁
JPH0651994B2 (ja) カーテンウォール支持装置
CN217168940U (zh) 一种桥梁曲线段用t型梁的成型模具
WO2022208387A1 (en) Connection sets, building systems, building construction, facade structure, and methods
KR102533105B1 (ko) 열교차단재를 이용한 창호공간 단열성능 향상 및 외벽마감재 시공을 위한 조적앵글시스템
JP7339107B2 (ja) 外壁パネルの取付方法
CN220058053U (zh) 一种工具式阶形独立基础吊模固定装置
CN211816419U (zh) 一种沉管倒角振捣装置
KR20220144190A (ko) 회전 거푸집 일체형 가로보 연결구조 및 이를 이용한 가로보의 연결방법
JP7290940B2 (ja) 免震装置据付用部材、免震装置架台構造及び免震装置架台の構築方法
NL2023159B1 (nl) Werkwijze en bevestigingselement voor het aan een nieuwbouwgevel bevestigen van een uitkragend element
JP2562625Y2 (ja) パネル取付け構造
JP3146328B2 (ja) 外壁パネルの取付方法

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20221103