BE1029245B1 - Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw - Google Patents

Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw Download PDF

Info

Publication number
BE1029245B1
BE1029245B1 BE20215225A BE202105225A BE1029245B1 BE 1029245 B1 BE1029245 B1 BE 1029245B1 BE 20215225 A BE20215225 A BE 20215225A BE 202105225 A BE202105225 A BE 202105225A BE 1029245 B1 BE1029245 B1 BE 1029245B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
manifolds
feed
channels
block
installation
Prior art date
Application number
BE20215225A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029245A1 (nl
Inventor
Eynde Carl Gustaaf Gabriel Van
Original Assignee
Cbo Elektro
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cbo Elektro filed Critical Cbo Elektro
Priority to BE20215225A priority Critical patent/BE1029245B1/nl
Publication of BE1029245A1 publication Critical patent/BE1029245A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029245B1 publication Critical patent/BE1029245B1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/04Protective tubing or conduits, e.g. cable ladders or cable troughs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)

Abstract

Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw, daardoor gekenmerkt dat het is uitgevoerd in de vorm van een doorvoerblokje (2) voor het doorvoeren van de elektrische bekabeling van één eerste zijde (10a) van het doorvoerblokje (2) naar een tweede zijde (10b) van het doorvoerblokje (2), waarbij hiertoe het doorvoerblokje (2) op de eerste en op de tweede zijde 10 is voorzien van een aantal spruitstukken (11) voor de verbinding met een stijve of flexibele installatiebuis 4, waarbij een aantal spruitstukken (11a) op de eerste zijde (10a) via doorvoerkanalen (12) in het doorvoerblokje (2) in verbinding staan met één enkel spruitstuk (11b) op de tweede zijde (10b) en waarbij de doorvoerkanalen (12) minstens over een zekere lengte van elkaar gescheiden zijn door een scheiding (13).

Description

Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een hulpstuk voor de elektrische bekabeling van een gebouw, Meer speciaai heeft de uitvinding betrekking op een huipstuk voor opbouw van een elektrische bekabeling van een gebouw, waarbij elektrische kabels of draden doorheen instaliatiebuizen zijn getrokken die door middel van kiembeugels tegen de wanden van het gebouw zijn bevestigd, zij het in opbouw of in inbouw in muren, beton chape of dergelijke,
Het betreft meer bepaald elektrische kabels voor de elektrische installatie van een gebouw, voor telefonie, voor parlofonie of videofonie, voor internet en voor transmissie van allerhande elektrische of digitale signalen via kabels met inbegrip van glasvezelkabels en andere,
Klassiek wordt dergelijke bekabeling aangebracht in stijve af fiexibele kunststof installatiebuizen met sen buitendiameter van standaard 20 mm of 16 mm die door middel van beugels Legen de wand worden bevestigd of worden ingewerkt in de muur of op de vloer waar later chape en/of isolatie wordt aangebracht, alsook andere vloerafwerking.
De installatiebuizen worden in de beugels ingeklemd en hebben daartoe de gepaste afmetingen voor het inklemmen van buizen van 20 of van 16 mm op een afstand van de wand of in
- BE2021/5225 zen grotere versie voor buizen met een diameter van 32 en 25 MM, Er zijn ook dubbele beugels voor het bevestigen van twee S evenwijdige \installatiebuizen cp een korte aftand naast [ elkaar en op voornoemde afstand van de wand, | In het geval de bekabeling moet doorgetrokken worden | docrheen de wand worden gaten geboord doorheen de wand en worden de installatiebuizen doorheen deze gaten aangebracht.
Het kom: vaak voor dat twee instaliatiebuizen die naast elkaar in dubbele beugels naast elkaar zijn vastgeklemd doorheen een wand mosten doorlopen, waarbij in dat geval twee gaten op gepaste afstand van elkaar en van de wand worden geboord, Uit de praktijk blijkt echter dat het boren van twee evenwijdige galen doorheen een wand mocellijk is, vooral in het geval van een betonnen of stenen muur, aangezien de voor bij het boren vaak van zijn evenwijdige koers afwijkt, vooral wanneer de boor bij het boren cop een betonijzer of kei of dergelijke terechtkomt, waardoor de boorgaten aan de andere zijde van de wand uitmonden in gaten die niet op een gepaste afstand van elkaar en/of van een aan de andere zijde doorlopende wand terechtkomen.
Op die manier kan het voorkomen dat de boorgaten in elkaar terechtkomen en uitmonden in een gat aan de andere zijde van de wand waar de twee installatiebuizen niet samen doorheen kunnen, met de nodige probiemen en extra werk tot gevolg om de boorgaten groter te maken. Evengoed kan het voorkomen dat de Dboorgaten uit elkaar lopen met als gevolg dat de boorgaten uitmonden in gaten op een afstand van elkaar die niet overkom: met de standaard afstand van de beugels, waardoor ook weer de nodige corrigerende maatregelen moeten worden genomen, Het gebeurt zelden dat de twee boorgaten precies evenwijdig aan elkaar lopen, waardoor er meestal breekwerk nodig is om de boorgaten groter te maken.
Vooral bij een dcorgang dcorheen een buitenmuur kunnen te grote doorgangen voor de installatiebuizen zorgen voor een koudebrug waarlangs warmte bijvoorbeeld door tocht naar buiten kan ontsnappen, wat een relatisf groot probleem is bij passiefwoningen.
Evengoed vormen te grote doorgangen een risico on waterinfiltratie, Vaak worden veriichtingsarmaturen en andere gebruikers in parallel doorgelust van de ene armatuur naar de volgende, waarbij bij elke armatuur of andere gebruiker die oo die manier elektrisch is aangeslcten twee installatiebuizen vanuit de muur of het plafond achter het armatuur toekomen en bij voorkeur door het armatuur onzichtbaar bedekt worden. De huidige armaturen worden echter steeds kleiner, waardoor men er steeds meer zorg voor moet dragen dat de installatiebuizen dicht bij mekaar uit de muur komen of is à BE2021/5225 men beperkt in zijn keuzevrijheid tot armaturen die groot genoeg zijn om de uitgangen van beide installatiebuizen te bedekken.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de | voornocemde en andere nadelen sen oplossing te bieden. Hiertoe betreft de uitvinding een hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw, waarbij het hulpstuk is uitgevoerd in de vorm van een doorvoerbiokje voor het doorvoeren van de elektrische bekabeling van één eerste zijde van het huipstuk naar een Lweede zijde van het hulpstuk, waarbij hiertoe het hulpstuk op de eerste en op de Lweede zijde is voorzien van een aantal spruitstukken voor de verbinding met gen stijve oË flexibele installatiebuis, waarbij een aantal spruitstukken op de eerste zijde via doorvoerkanalen in het doorvoerbiokje in verbinding staan met één enkel spruitstuk op de tweede zijde en waarbij de doorvoerkanalen minstens over een zekere lengte van elkaar gescheiden zijn door een scheiding, Dankzij de uitvinding kan de pekabeling vanuit installatiebulzen aan één zijde van het dcorvoerblokje worden gebundeld naar één installatiebuis aan de andere zijde van het doorvoerblokie, zodat voor de doorgang doorheen een wand slechts één enkel gat dient ceboord te worden voor de enkele buis met de gebundelde bekabeling.
Doordat slechts één enkel boorgat nodig is docrheen de wand dient men ook geen rekening te houden met de evenwijdige uitiijning van de boorgaten doorheen de wand, Een gevolg hiervan is dat cok geen corrigerend breekwerk nodig is en dat er dus voor gezorgd kan worden dat het ; boorgat nauw aansluit rond de installatiebuis zodat tocht en varmteverliezen maximaal worden voorkomen.
Aan de andere zijde van de wand kan evengoed, door gebruik van een doorvoerbiokje volgens de uitvinding, de gebundelde bekabeling terug opgesplitst worden over meerdere installatiebuizen.
Een doorvoerblokje volgens de uitvinding heeft ook zijn nut bij een parallel doorlussing van lichtarmaturen of andere gebruikers waarbij men er kan voor zorgen dat de twee instaliatiebuizen die normaal aan het armatuur toekomen, herleid worden tot één enkele installatiebuis die achter het armatuur toekomt en men verlost is van de nadelen van twee buizen zoals hierboven uitgelegd, Door de scheiding tussen de doorvoerkanalen kan de bexabeling gemakkelijk van de ane zijde van het doorvoerblokie naar de andere zijde doorgevoerd worden.
Bij voorkeur zijn de doorvoerkanalen hoofdzakelijk recht en dus zonder bochten voor de gemakkelijkheid van het doorvoeren van de bekabeling met weinig weerstand.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de eerste en de tweede zijde evenwijdig aan elkaar en dis het doorvoerbiokje voorzien van slechts twee spruitstukken op de eerste zijde en van slechts één spruitstuk op de tweede zijde dat met elk van de spruitstukken aan de eerste zijde in verbinding staat via een doorvoerkanaal.
De scheiding tussen de doorvoerkanalen wordt in dat geval bijvoorbeeld eenvoudig gevormd door een wig russen de doorvoerkanalen.
Deze wig kan voorzien zijn van een schroefgat voor de bevestiging van het doorvoerblokje tegen de wand met een schroef of van een indicatie waar dergelijke boring kan worden aangebracht zonder in aanraking te komen met doorvoerkanalen.
Op die manier is men ervan verzekerd dat de schroef voor de bevestiging zich niet doorheen de doorvoerkanalen uitstrekt waar ze een obstructie zou kumen vormen voor het doorvoeren van de bekabeling of zou kunnen zorgen voor een beschadiging van de isolerende mantel van de bekabeling.
De soruitstukken zijn pij voorkeur gevormd als cilindrische ringen die met een zekere lengte uit de betreffende eerste en tweede zijde naar buiten uitsteken en een buitendiameter hebben van ongeveer 20 mm en een binnendiameter van ongeveer 16 mm in éên uitvoeringsvorm en een buitendiameter hebben van ongeveer 32 mm en een binnendiameter van ongeveer 253 mm in een grotere Uitvoeringsvorm.
39
- BE2021/5225 ; Zodoende kunnen co de spruitstukken gangbare installatiebuizen worden aangesloten met een buitendiameter van 20 of 16 mm, respectievelijk buizen met buitendiameter van 32 of 25 mm, waarbij de installatiebuizen van 20 mn, 3 respectievelijk 32 mm, via een mof met een binnendiameter van 20 mm, respectievelijk 32 mm, kunnen aangesloten worden en de installatiebuizen van 16 mm, respectievelijk 25 mm, gewoon in het spruitstuk passen, Zodoende is het doorvoerbiokje geschikt voor de meest courante maten van instaliatiebuizen. Bij voorkeur siuiten de doorvoerkanalen naadloos aan op de binnendiameter van de spruitstukken, ; 15 Cp die manier zijn er geen hinderlijke naden die het doorvoeren van de bekabeling zouden kunnen hinderen. Bij voorkeur is het doorvoerblokje ééndelig uitgevoerd in kunststof met een vol massief wigvormige kern als scheiding. Zuik doorvoerblokje is gemakkelijk en goedkoop te verwezeniijken door spuitgieten of dergelijke.
Volgens een praktische voorkeurdragende uitvoering komt de afstand van de spruitstukken tot het steunvlak van het doorvoerbiokje overeen met de installatieafstand waarop de installatiebuizen van de wand worden gemonteerd met standaardbeugels voor installatiebuizen van 20 of 16 mm,
respectievelijk 32 of 25 mm voor de grotere maten van buizen, Op analoge wijze geniet het de voorkeur dat de hartafstand 9 5 tussen de spruitstukken op de eerste zijde van het hulpstuk cyversenkomt met de standaard hartafstand tussen de klemopeningen van dubbele beugels, gebruikt voor de vevestiging van Lwee installatiebuizen van 20 of 16 mm buitendiameter naast elkaar en op een afstand van elkaar, Gp die manier liggen de spruitstukken steeds in Lijn met de installatiebuizen waardoor het doorvoerhiokje zonder wringen kan gemonteerd worden op vooraf gemonteerde installatiebuizen.
De uitvinding heeft ook betrekking op het gebruik van een mulpstuk zoals hiervoor beschreven voor het samenbundelen of opsplitsen van een aantal kabels van een elektrische bekabeling van een gebouw, Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig bererkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een hulpstuk volgens de uitvinding voor een elektrische bekabeling van een gebouw, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een elektrische bekabeling van een gebouw weergeeft waarin gebruik is gemaakt van een hulpstuk voigens de uitvinding;
> BE2021/5225 figuur 2 een vooraanzicht weergesft van het hulpstuk volgens de uitvinding aangeduid met pijl F2 in figuur 1; figuur 3 een zijaanzicht weergeeft volgens pijl F3 in figuur 2d: figuur 4 een doornede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3; figuur 5 de doorsnede van figuur 4 weergeeft maar in de gemonteerde toestand van figuur 13; de figuren 6 en 7 een doorsnede weergeven, respectievelijk volgens de lijnen VI-VI en VII-VII in figuur 1; figuur 3 een zicht weergeeft volgens pijl F8 in f{iguur 43 figuur 3 een andere installatie toont waarin doorvoerbickjes volgens de uitvinding zijn toegepast, De elektrische installatie 1 van figuur 1 bevat een huipstuk volgens de uitvinding in de vorm van een doorvoerbiokje 2 voor kabels 3 komende van twee stijve installatiebuizen da met een buitendiemeter van Z0 mm naar een enkele flexibele installatiebuis 4b met buitendiameter van 16 mm die via een geboorde doorgang 5 doorheen een plafond 6 van een gebouw is aangebracht. 25 De stijve installatiebuizen da zijn, zoals weergegeven in figuur 7, door middel van dubbele beugels 7 tegen een wand aangebracht, bijvoorbeeld door middel van schroeven 8. In het weergegeven voorbeeld zijn de dubbele beugels 7 gevormd door twee helften 7a en 7b die bijvoorbeeld op eikaar worden geklipst en die samen twee kiemzittingen 9 definiëren waardoorheen de installatiebuizen 4a van 20 mm zijn aangebracht op een gekende hartafstand A van elkaar en op een afstand B van de wand zoals aangegeven in figuur 7.
Het doorvoerblokje 2 is uitgevcerd met twes evenwijdige zijden 10, respectievelijk een eerste zijde 10a met daarop twee cilindrische ringvormige sprultstukken lila en een tweede zijde 10b met daarop één enkel spruitstuk 1ib, waarbij de spruitstukken 11 zijn voorzien voor de aansluiting op de installatiebuizen 4, Het docrvoerblokie 2 bezit in het voorbeeld een symmetrievlak © loodrecht op de zijden 10 en in het midden russen spruitstukken lila op de eerste zijde 10a. De spruitstukken lla op de eerste zijde 10a zijn door middel van interne doorvoerkanalen 12 in het doorvoerblokje 2 verbonden met het spruitstuk 11b op de tweede zijde 10b, waarbij de doorvoerkanalen 12 over een zekere lengte van eikaar geschelden zijn door een in dit geval volkernen wigvormige scheiding 13 die met haar basis 14 samenvalt met de eerste zijde 10a en die met haar punt 15 gericht is in de richting van het spruitstuk 1lb op de tweede zijde 10b 23 en zich uitstrekt tot cp een afstand ervan. De doorvoerkanalen 12 zijn in dit geval rechte kanalen die naadloos aansluiten op de binnendiameter van de spruitstukken 11.
De spruitstukken 11 hebben bijvoorbeeld een buitendiameter D van 20 mm en een binnendiameter E van 16 mn, waardoor zowel installatiebuizen met een buitendiameter van 20 mn als installatiebuizen met een buitendiameter van 16 mm gemakkelijk kunnen worden aangesloten, bijvoorbeeld zoals weergegeven in de figuren ! en 5 door middel van moffen 16 met een binnendiameter van 20 mn voor de installatiebuizen 4a van 20 mm en door, voor de installatiebuis db van 16 mm, de buis 4b met een uiteinde in het spruitstuk 11b te duwen.
De zijden 10 met de spruitstukken 11 zijn met elkaar verbonden door een steunvlak 17 waarmee het doorvoerblokje 2 Legen een wand wordt bevestigd en door een van dit steunvlak 17 afgekeerd zichtvlak 18 waarop een indicatie 19 is voorzien waar de wigvormige scheiding 13 zich onder het zichtviak 18 Devindt om aan te geven waar eventueel een schroef 20 kan tYoegepast worden zonder de doorvoerkanalen 12 te raken voor de bevestiging van het doorvoerblokje 2 Legen de wand.
In het voorbeeld wordt deze indicatie 15 gevormd door een driehoekige aftekening van de contouren van de wigvormige scheiding 13.
De spruitstukken 11 bevinden zich op een afstand B’ van het steunvlak 17 die overseenkom: met de installatieafstand B waarop de installatiebuizen 4 van de wand worden gemonteerd met standaardbeugels voor installatiebuizen van 20 of 16 Mm.
38 dé De hartafstand A’ tussen de spruitstukken 1la op de eerste zijde 10a van het doorvoerblokje 2 komt hoofdzakelijk overeen mel de standaard hartafstand A tussen de kiemzittingen 9 van de ducbele beugels 7 zoals gebruikt voor de bevestiging van twee installatiebuizen da van 20 cf 16 mm buitendiameter maast elkaar en op een afstand van eikaar. De eerste en tweede zijde 10 zijn met elkaar verbonden door zijvlakken 21 die in de richting van de tweede zijde 10b schuin naar elkaar toelcpen en zich evenwijdig met de voornoemde doorvoerkanalen 12 uitstrekken, Het doorvoerblokje 2 is bijvoorbeeld ééndelig uitgevoerd uit één stuk in kunststof gegoten of geperst met een vol massief wigvormige kern als scheiding 13, Het kan in alle beschikbare RAL kleuren worden gemaakt, cljvoorbeeid in de kleuren van de installatiebuizen 4.
In elk van de twee installatiebuizen da zijn in dit geval drie elektrische kabels 3 voorzien die via de doorvoerkanalen 12 in het doorvoerblokie 2 samen doorheen ge flexibele buis 4b doorheen het plafond 6 worden geleid, maar evengoed door een muur cf beton kunnen worden geleid, Boven het plafond 6 kunnen de zes samengebundelde kabels 3 door middel van een tweede doorvoerblokje 2 eventueel terug opgesplitst worden in iwee bundels van drie kabels 3,
In figuur 2 is schematisch een elektrische installatie weergegeven waarin verschillende lichtarmaturen 22 in parallel op het stadsnet zijn aangesloten docr een dooriussing van de bekabeling tussen de armaturen, waarbij telkens de bekabeling van twee installatiebuizen 4a worden ; samengebundeld in éen installatiebuis 4b waarop het | lichtarmatuur 22 dan is aangesloten, bijvoorbeeld via één enkel gat in de zijkant van het armatuur 22 of vanachter uitkomend uit de muur.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een hulpstuk volgens de uitvinding voor een elektrische bekabeling van een gebouw kan in alierlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder vuiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims (1)

  1. 4 A BE2021/5225 Conclusies.
    1.- Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een
    5. gebouw, daardoor gekenmerkt dat het is uitgevcerd in de vorm van een doorvoerbiokie {2} voor het doorvoeren van de elektrische bekabeling van éen eerste zijde {10a} van het doorvoerblokje {2} naar een tweede zijde (10b) van het doorvoerblokie (2), waarbij hiertoe het doorvoerblokie (2) op de eerste en oo de tweede zijde 10 is voorzien van een aantal spruitstukken {11} voor de verbinding met een stijve of flexibele installatiebuis 4, waarbij een aantal spruitstukken {ila) op de serste zijde (ida) via doorvoerkanalen (12) in het doorvoerblokie (2} in iS verbinding staan met één enkel spruitstuk (llb} op de tweede zijde (10b) en waarbij de doorvoerkanalen {12} minstens over een zekere lengte van elkaar gescheiden zijn door een scheiding (13).
    2.- Hulpstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de doorvoerkanalen (12) hoofdzakelijk recht zijn.
    3. Bulpstux voigens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de eerste en de tweede zijde {10a en 10b) evenwijdig zijn en dat het doorvoerblokje (2) is voorzien van slechts twee spruitstukken (lila) op de eerste zijde (10a) en van slechts eén spruitstuk (11b) op de tweede zijde (10b) dat met eik van de spruitstukken (lla) aan de eerste zijde {10a} in verbinding staat via een doorvoerkanaal (12,
    4.- Hulpstuk volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de scheiding (13) tussen de doorvoerkanalen (12} wordt ; gevormd door een wig tussen de doorvoerkanalen {12}.
    3, Hulpstuk voigens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat | de wig driehoekig is en zich met haar basis (14) uitstrekt | vanaf de eerste zijde (10a) en met haar punt (15) gericht is naar het midden van de opening van het spruitstuk {11b) op de tweede zijde (10b}. 9 10
    6.- Hulpstuk volgens eén van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerbiokje {2} een symmetrievlak {C} bezit loodrecht op de eerste en tweede zijde {10} en in het midden tussen de spruitstukken lla} op | 15 de eerste zijde (l0a).
    7. Huipstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste en tweede zijde (10a en | ib} met elkaar verbonden zijn door een steunvlak (17) waarmee het doorvoerblokje {2} tegen een wand wordt bevestigd en een tegenoverliggend zichtvlak {18}.
    8.- Hulpstuk volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat doorheen de scheiding {13} een schroefdoorgang is voorzien die het steunvlak {17} en het zichtvlak {18} met elkaar verbindt of het zichtvlak (18) voorzien is van een indicatie (19) waar deze scheiding {13} zich onder het zichtvlak (18) bevindt ter indicatie waar een schroef (20) doorheen de scheiding (13} kan worden tcegepast zonder in aanraking te komen met de doorvoerkanalen {12}.
    3, Hulpstuk voigens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de indicatie (19) wordt gevormd door een driehoekige aftekening waaronder de voornoemde wigvormige scheiding (19) zich bevindt, 1G.- Hulpatuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de spruitstukken (11) zijn gevormd als cilindrische ringen die met een zekere lengte uit de betreffende eerste en tweede zijde (10a en Ob} naar buiten 30 uitsteken en een buitendiameter (D) hebben van ongevesr 20 mm en een binnendiameter (E) van ongeveer 16 mm in één uitvoeringsvorn, respectievelijk een buitendiameter (D) hebben van ongeveer 32 mm en een binnendiameter (E} van ongeveer 25 mn in een andere uitvoeringsvorm.
    11.- Hulpstuk volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat doorvoerkanalen (12) naadloos aansluiten OD de binnendiameter van de spruitstukken {11},
    12.- Hulpstuk volgens éen van de conclusies 7 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de afstand {B” van de spruitstukken {113 tot het steunvlak (17) van het doorvoerbiokje (2) overeen komt met de Installatieafstand (B) waarop de installatiebuizen (4} van de wand worden 253 gemonteerd met standaardbeugels voor installatiebuizen (4) van 20 of 16 mm in één uitvoeringsvorm, respectievelijk voor installatiebuizen (4) van 32 of 25 mm in een andere uitvoeringsvorm, i3.- Hulpstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hartafstand {A} tussen de soruitstukken illa} cp de eerste zijde {10a} van het doorvoerblokje (23) overeenkomt met de standaard hartafstand {A} zussen de klemzittingen (5) van dubbele beugels (7) | zoals gebruikt voor de bevestiging van twee 9 5 installatiebuizen {4} van 20 of 16 mm buitendiameter naast elkaar en op een afstand van elkaar in één uitvoeringsvorm, respectievelijk van 32 en 25 mn in een andere uitvoeringsvorm. l14.- Huipstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de serste en de tweede zijde (10a en 10b} met elkaar zijn verbonden door zijvlakken (21) die | in de richting van de tweede zijde schuin naar elkaar toelopen en zich evenwijdig met de voornoemde doorvoerkanaien {12} uitstrekken,
    15.- Hulpstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het ééndelig is uitsevoerd in Q kunststoË met een vol massief wigvormige kern als scheiding (13), l6.- Gebruik van een hulpstuk volgens éên van de voorgaande conclusies voor het samenbundelen of cpsplitsen van een aantal kabels {3} van een elektrische bekabeling van een gebouw.
BE20215225A 2021-03-25 2021-03-25 Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw BE1029245B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215225A BE1029245B1 (nl) 2021-03-25 2021-03-25 Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215225A BE1029245B1 (nl) 2021-03-25 2021-03-25 Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029245A1 BE1029245A1 (nl) 2022-10-19
BE1029245B1 true BE1029245B1 (nl) 2022-10-24

Family

ID=75277769

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215225A BE1029245B1 (nl) 2021-03-25 2021-03-25 Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1029245B1 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3599711A (en) * 1969-07-07 1971-08-17 Rockwell Mfg Co Diverter
US5265547A (en) * 1990-10-04 1993-11-30 Daws Gregory R Diverting valve usable in apparatus for selectively creating tramlines
JP2002034141A (ja) * 2000-07-13 2002-01-31 Asahi Electric Works Ltd 低電圧分岐装置
US6497286B1 (en) * 1998-03-27 2002-12-24 Cooper Cameron Corporation Method and apparatus for drilling a plurality of offshore underwater wells
US20070158078A1 (en) * 2006-01-09 2007-07-12 Boyd's Bit Service, Inc. Dual entry apparatus for a subterranean borehole
WO2014066283A1 (en) * 2012-10-24 2014-05-01 United States Gypsum Company Slurry distributor with a wiping mechanism, system, and method for using same
US20140318802A1 (en) * 2010-05-28 2014-10-30 David Randolph Smith Method and apparatus to control fluid flow from subsea wells

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3599711A (en) * 1969-07-07 1971-08-17 Rockwell Mfg Co Diverter
US5265547A (en) * 1990-10-04 1993-11-30 Daws Gregory R Diverting valve usable in apparatus for selectively creating tramlines
US6497286B1 (en) * 1998-03-27 2002-12-24 Cooper Cameron Corporation Method and apparatus for drilling a plurality of offshore underwater wells
JP2002034141A (ja) * 2000-07-13 2002-01-31 Asahi Electric Works Ltd 低電圧分岐装置
US20070158078A1 (en) * 2006-01-09 2007-07-12 Boyd's Bit Service, Inc. Dual entry apparatus for a subterranean borehole
US20140318802A1 (en) * 2010-05-28 2014-10-30 David Randolph Smith Method and apparatus to control fluid flow from subsea wells
WO2014066283A1 (en) * 2012-10-24 2014-05-01 United States Gypsum Company Slurry distributor with a wiping mechanism, system, and method for using same

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029245A1 (nl) 2022-10-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7635009B1 (en) Unified conduit array
US6426462B1 (en) Device for the connection of a multiple-tube structure and method of access to this device
US5788414A (en) Fiber optic saddle
US6291767B1 (en) Data/communications distribution box
US20020114595A1 (en) Efficient method and system for the installation of data conduit in pre-existing structures
BE1029245B1 (nl) Hulpstuk voor een elektrische bekabeling van een gebouw
US5437087A (en) Method of attaching an interduct to aduct
US20060272242A1 (en) Multi-Passage Guide System
US4878653A (en) Apparatus and method for pre-wire routing for buildings
US8385392B2 (en) Network and method for transmitting data in a system of pipes
KR101876820B1 (ko) 천정 전선관 정렬 장치
KR20190083063A (ko) 라이팅 부스웨이용 복합 커넥터
JP2003324815A (ja) ケーブル挿通用鞘管
JP2007228772A (ja) 電線通線用器具及び電線通線方法
JP2007113197A (ja) マンホール構造及びケーブル敷設方法
US9160152B2 (en) Transmission cable installation device
US286950A (en) Conduit for electric wires
JP3226006U (ja) ケーブル収容用管
KR20020006395A (ko) 전선, 통신선용 케이블 덕트관
NL1025649C2 (nl) Gasaansluiting.
KR20220015728A (ko) 다용도 파지고정구
US20050258410A1 (en) Air blown assisted data transmission cables installation system and methods
KR20090077310A (ko) 케이블 포설용 관로
JP3326449B2 (ja) 配線・配管材の布設用シュータ及び布設用シュータ付受け具並びに配線・配管材の布設方法
JP2000209757A (ja) 情報ボックス用管路構造

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20221024