BE1028688B1 - Inrichting en werkwijze voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het drogen van samengeperst gas, met een inlaat (2), een uitlaat (3), minstens twee vaten (4a, 4b) met een regenereerbaar droogmiddel (5) en een regelbaar kleppensysteem (7) dat de inlaat (2) en uitlaat (3) verbindt met een ingang (8) en uitgang (9) van de vaten (4a, 4b), waarbij het kleppensysteem (7) zodanig is dat steeds minstens één vat (4b) geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten (4a) het samengeperste gas drogen, waarbij de inrichting (1) voorzien is van een regeneratieleiding (13) die een deel van het gedroogde samengeperste gas afsplitst en naar het vat (4b) dat geregenereerd wordt, voert, daardoor gekenmerkt dat de regeneratieleiding (13) zich via een opening (14) tot in de vaten (4a, 4b) uitstrekt zodanig dat het regeneratiegas vanuit het vat (4a) afgesplitst kan worden en dat in de vaten (4a, 4b) een verwarming (16a, 16b) is voorzien die zich in de regeneratieleiding (13) situeert voor het opwarmen van het regeneratiegas.

Description

inrichting en werkwijze voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het drogen van samengeperst gas, Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het drogen van samengeperst gas dat afkomstig is van een compressor, Men kent reeds dergelijke inrichtingen, ook wel drogers genaamd, welke twee of meer afzonderlijke vaten comvatten die elk een hoeveelheid regenereerbaar droogmiddel of desiccant omvatten, waarbij de vaten elk alternatief en afwisselend in werking zijn om samengeperst gas te drogen door het te drogen samengeperst gas er doorheen te leiden en om geregenereerd Le worden waarbij het droogmiddel wordt geregenereerd door het in contact te brengen met een warm gas, ook wel regeneratiegas genaamd.

Met regeneratie wordt hier het proces bedoeld waarbij een met vocht verzadigd of bijna verzadigd droogmiddel ontdaan wordt van het geabsorbeerde of geadsorbeerde vocht door het in contact te brengen met een regeneratiegas dat het vocht zal afvoeren uit het droogmiddel. Het droogmiddel zal dan opnieuw kunnen worden aangewend voor het drogen, Door middel van een gepast systeem van leidingen en kleppen kan geschakeld worden tussen de twee vaten,

Men kent reeds inrichtingen waarbij men een gedeelte van het gedroogde, samengeperst gas aftakt via een regeneratieleiding en gebruikt als regeneratiegas.

Vaak plaatst men in deze regeneratieleiding een verwarming om het regeneratiegas op te warmen.

Alhoewel men door het opwarmen van het regeneratiegas, minder regeneratiegas nodig heeft en dus minder verlies heeft van gedroogd, samengeperst gas, vertoont dergelijke opstelling een aantal nadelen, Ten eerste zal de verwarming niet alleen het regeneratiegas opwarmen, maar door veriiezen ook de omgevingslucht en zo onrechtstreeks ook de vaten, wat natuurlijk ongewenst is voor de vaten die niet aan het regenereren zijn.

Door de voornoemde verliezen, dient de verwarming ook op een hogere temperatuur te werken teneinde een voldoende hoge temperatuur van het regeneratiegas te krijgen of zal men meer regeneratiegas moeten aftakken, om er voor te kunnen zorgen dat het droogmiddel voldoende geregenereerd kan worden in een aanvaardbare tijdsspanne.

Een nader bijkomend nadeel is dat het warme gas, na opwarming door de verwarming in de regeneratieleiding, nog via kieppen of ventielen moet passeren, alvorens het in het vat dat geregenereerd wordt, terechtkomt.

Dit heeft tot gevolg dat deze kleppen speciale warmtebestendige klsppen moeten zijn.

De huidige uitvinding heeït tot doel aan minstens één van de voorncemde en andere nadelen een oplossing te bieden,

De nuidige uitvinding heeft een inrichting als voorwerp voor het drogen van samengeperst gas, met een inlaat voor te drogen samengeperst gas en een uitlaat voor gedroogd samengeperst gas, welke inrichting minstens twee vaten cmvat die gevuld zijn met een regenerserbaar droogmiddel en een regelbaar kleppensysteem dat de voornoemde inlaat en uitiaat verbindt met een ingang en uitgang van de voornoemde vaten, waarbij het voornoemde kleppensysteem zodanig is dat steeds minstens &én vat geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten het samengeperst gas drogen,

waarbij door regeling van het klepvensysteem de varen elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden waarbij de inrichting voorzien is van een regeneratieleiding die een deel van het gedroogd samengeperst gas afsplitst als regeneratisgas en naar het minstens één val dat geregenereerd wordt, voert voor de receneratie van dit voornoemde minstens één vat dat dgeregenereerd wordt, met als kenmerk dat de regeneratieleiding zich via een daartoe voorziene opening in de vaten voor regeneratiegas minstens gedeeltelijk tot in de vaten uitstrekt zodanig dat het regeneratiegas vanuit het vat dat samengeperst gas droogt, afgesplitst kan worden en dat in de varen een verwarming is voorzien die zich in de regeneratieleiding situeert voor het opwarmen van het regeneratiegas alvorens het regeneratiegas doorheen het droogmiddel in het vat dat geregenereerd wordt, wordt gestuurd,

Het regeneratiegas wordt dus in het betreffende vat zelf afgetakt, i.e, vanuit het inwendige van het vat en via de regeneratieleiding naar het vat dat geregenereerd wordt gebracht.

Omdat de vaten elk op hun beurt zuilen drogen en geregenereerd worden, zal de regyeneratieleiding zich in elk var minstens gedeeltelijk uitstrekken om het mogelijk te maken dat in elk vat regeneratiegas kan afgetakt worden.

Een voordeel is dat de warmteverliezen van de voornoemde verwarming zullen terechtkomen in het vat dat regenereert, dus exact op de locatie waar dere warmte gewenst en nuttig 18, De warmte die normaal verloren gaat bij een verwarming die zich buiten het vat bevindt, zal nu het droogmiddel en het regeneratiegas dat zich in het betreffende vat bevindt bijkomend opwarmen, Als gevolg hiervan, kan de temperatuur van de verwarming lager ingesteld worden en/of is er minder regeneratiegas nodig.

Het is belangrijk om op te merken dat enkel de verwarming in het vat dat geregenereerd wordt, aangeschakeld zal worden, In de vaten die samengeperst gas drogen cf die gekoeld worden, zal de verwarming uitgeschakeld zijn.

zen ander voordeel is dat het opgewarmde gas onmiddellijk in het vat terechtkomt, zonder dat het via kleppen of ventielen moel passeren. Er dienen dus geen speciale warmtebestendige kleppen voorzien te worden.

5 In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is tussen elk vat en het kleppensysteem een tussenblok aangebracht met | een doorgang voor te drogen gas die aansluit op de ingang van het betreffende vat en op het kleppenbiok en een doorgang voor regeneratiegas die aansluit op de voornoemde opening voor regeneratiegas in de vaten, welke doorgang VOOr regeneratiegas deel uitmaakt van de regeneratieleidina.

Het te drogen gas komt het vat binnen aan dezelfde kant als waar het regeneratiegas het vat binnen of buiten gaat, zodat het gedeelte van de regeneratieleiding welke zich uitstrekt in het vat lang wordt uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het te drogen gas doorheen het droogmiddel is gegaan en dus gedroogd is, alvorens het afgetakt wordt via de regeneratieleiding, Hierdoor zal in het voornoemde gedeelte van de regeneratieleiding voldoende plaats zijn om de verwarming in aan te brengen.

Het is belangrijk om op te merken dat de geometrie, locatie en vormgeving van de ingang voor te drogen gas en de doorgang voor regeneratiegas in het vat, en dus ook de geometrie, locatie en vormgeving van de doorgang voor te drogen gas en de doorgang voor regeneratiegas van het tussenbiok geschikt gekozen kan worden.

In een praktische uitvoeringsvorm is in de vaten aan één 3 van hun uiteinden, een lege ruimte voorzien die vrij is van droogmiddel, waarbij net open uiteinde van de regeneratieieiding zich in deze lege ruimte situeert, Dit zal ervoor zorgen dat er efficiënt en vlot regeneratiegas kan afgetakt worden en dat het open uiteinde van de regeneratieleiding niet geblokkeerd is door of verstopt geraakt met drocomiddel.

Bovendien zal dit er ook voor zorgen dat het regeneratiegas dat in het vat dat geregenereerd wordt, terecht komt, goed verdeeld kan worden over het droogmiddel.

De uitvinding betreft ook een compressorinstallatie VOOrZien van een comressor met een inlaat voor samen Le persen gas en een uitlaat met een persleiding voor samengeperst gas, met ais kenmerk dat de compressorinstallatie voorzien is van een inrichting volgens de uitvinding voor het drogen van het door de compressor geleverde debiet samengeperst gas dat doorheen de inrichting wordt geleid voor levering van gedroogd gas aan een verbruikersnet via de uitlaat van de inrichting, waarbij hiertoe de persleiding aansluit op de inlaat van de inrichting.

ben dergelijke compressorinstallatie zal de overeenkomstice voordelen bezitten van een inrichting volgens de uitvinding.

De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het drogen van samengeperst gas, gebruikmakende van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de werkwijze de stap omvat van te drogen samengeperst gas doorheen seen vat te sturen en het andere vat Le regenereren, waarbij de werkwijze erin bestaat om de vaten elk op hun beurt achtereenvolgens te regenereren, waarbij de werkwijze de stap omvat van het afsplitsen van een gedeelte van het gedroogde samengeperste gas, dit afgesplitste gas naar het vat dat geregenereerd wordt te sturen, met als kenmerk dat de werkwijze de stap omvat van het afsplitsen van het dgedrcogde samengeperste gas in het vat dat droost zelf en de stap van het verwarmen van dit gas in het val dat geregenereerd wordt zelf gebruikmakende van een verwarming welke in het vat aangebracht is, Bij voorkeur omvat de werkwijze de stap van het koelen van de varen voor of nadat ze geregenereerd worden, waarbij elk val achtereenvolgens ofwel: - droogt, geregenereerd wordt en gekoeld wordt; ofwel - droogt, gekoeld wordt en geregenereerd wordt; en waarbij de werkwijze zodanig is dat steeds één vat het samengeperste gas droogt, De voordelen van dergelijke werkwijze zijn gelijkaardig als deze aan een inrichting volgens de uitvinding.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen ; beschreven van een inrichting en werkwijze volgens de ; 5 uitvinding voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een inrichting volgens de 19 uitvinding weergeeft; figuur 2 een variant weergeeft van Figuur 1. De in figuur 1 weergeven inrichting 1 volgens de uitvinding omvat een inlaat Z voor te drogen samengeperst gas, dat bijvoorbeeld afkomstig is van een compressor en een uitlaat 3 voor gedroogd samengeperst gas.

De inrichting 1 omvat in dit geval twee vaten 4a, 4b, welke een regeneerbaar droogmiddel 5 bevatten, Het regenereerbaar droogmiddel 5 is in dit geval korrelvormig.

Het regenereerbaar droogmiddel 5 kan de vorm aannemen van korrels silicagel, Een andere mogelijkheid is geactiveerd aluminium {‘activated alumina’) ol moleculaire zeef materiaal {molecular sieve’), Het is ook mogelijk dat het droogmiddel een vaste vorn heeft, waarbij het een vaste drager omvat uit keramisch materiaal, uit papier, uit glasvezel of uit wire mesh.

Cok een combinatie van alle voorgaande is mogelijk. Het is voor de uitvinding niet uitgesloten dat er meer dan twee vaten 4a, £4b zijn, De vaten Aa, Ab zijn bij voorkeur vervaardiod uit geëxtrudeerde profielen, In dit geval, maar niet noodzakelijk voor de uitvinding, zijn de vaten 4a, 4b rondom rond aan hun buitenzijde bekleed met een isolatiemateriaal 6.

Het is bijkomend of als alternatief ook mogelijk dat de vaten da, 4b aen hun binnenzijde rondom rond bekleed zijn met een isolatiemateriaal 6, Het is tevens ook mogelijk dat de vaten 4a, 4b dubbelwandig zijn uitgevoerd, waarbij tussen de dubbele wand van een vat da, 4b isolatiemateriaal is aangebracht en/of dat de vaten 4a, 4b aan hun buitenzijde en/of binnenzijde gecoat zijn met een isolerende coating.

Ook een combinatie van twee of meer van de voornoemde isolatiemogelijkheden is niet uitgesloten.

Verder omvat de inrichting 1 een regelbaar kleppensysteem

7. Het regeibaar kleppensysteem 7 zorgt voor de verbinding russen de voornoende inlaat 2 en uitlaat 3 van de inrichting 1, enerzijds, met een ingang B en een uitgang 9 van de vaten da, 4b, anderzijds.

In dit voorbeeld is het regelbaar kleppensysteem 7 uitgevoerd onder de vorm van twee kleppenblokken 10a, 10b die met de vaten da, 4b verbonden worden, welke elk bestaan uit een netwerk van leidingen 11 met kleppen 12 of afsluiters, In dit geval zijn er twee kleppenblokken 10a, 10b die aan de tegenoverliggende uiteinden van de vaten da, 4b, waar de 12 ingang 8 en de uitgang 9 van de vaten £a, 4b gelegen zijn, verbonden worden. Het voornoemde kleppensysteem 7 is zodanig dat steeds minstens één vat da geregenereerd wordt, terwijl het ander vatáhb het samengeperst gas droogt, waarbij door regeling van het kleppensysteem 7 de vaten 4a, 4b elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden. Dit wordt gedaan bijvoorbeeld door het gepast schakelen van de kleppen 12 in de kleppenblokken 10a, 10b. Dit wordt in het weergegeven voorbeeld mogelijk gemaakt doordat de kieppen 12 schakelbaar zijn tussen twee verschillende stangen. Hiertoe is de inrichting 1 voorzien van een niet op de figuren weergegeven controle-eenheid.

in het weergegeven voorbeeld is er ook isolatiemateriaal 6 voorzien tussen de vaten da, 4b en het kleppensysteem 7, Verder is de inrichting 1 voorzien van een regeneratieleiding 13 die een deel van het gedroogd samengeperst gas afsplitst als regeneraliegas en naar het minstens éên vat 4b dat geregenereerd wordt, voert voor de regeneratie van dit voornoemde minstens één vat 4b dat geregenereerd wordt, Volgens de uitvinding strekt de regeneratieleiding 13 zich 3 via een daartoe voorziene opening 14 in de vaten Ada, 4b voor regeneratiegas minstens gedeeltelijk tot in de vaten 48a, 4b uit. Met andere woorden: het chen uiteinde 15 van de LD regeneratieleiding 13 situeert zich in het inwendice van de vaten da, 4b, Op deze manier zal het regensratiecas vanuit het vat da dat samengeperst gas droogt, afgesplitst worden, 7 5 Het open uiteinde 15 van de regeneratieleiding 13 situeert zich nabij de uitgang 9 van de vaten da, db, Verder is in beide vaten een verwarming 16a, 16b voorzien die zich in de regeneratieleiding 13 situeert voor het opwarmen van het regeneratiegas alvorens het regeneratiegas doorheen het droogmiddel 5 in het vat 4b dat geregenereerd wordt, wordt gestuurd.

In de vaten 4a, 4b is aan één van hun uiteinden een lege ruimte 17 voorzien die vrij is van droogmiddel 5. De vaten zijn met andere woorden niet volledig gevuld met droogmiddel 5.

Het open uiteinde 15 van de regeneratieleiding 13 situeert zich in deze Lege ruimte 17, Hierdoor zal het regeneratiegas gemakkelijk afgesplitst kunnen worden van het vat da dat samengeperst gas droogt en ook zorgen voor een optimale verdeling van het regeneratiegas doorheen het drcogmiddei 5 van het vat 4b dat gerecenereerd wordt.

Het creëren van een vrije ruimte 17 in de vaten da, 4b, kan op verschillende manieren gebeuren.

In het weergegeven voorbeeld, waarbij het droogmiddel 5 19 losse korrels omvat, wordt dit gerealiseerd met behulp van sen zeef 18 of raster dat in het vat 4a, 4b is aangebracnt, waarbij al het droogmiddel 5 zich aan één zijde van de zeef 1€ bevindt.

is Ue openingen in de zeef 16 zijn kleiner dan de korrels, zodat gas wel door de zeef 18 kan maar de korrels niet en de zeef 13 strekt zich uit over de volledige dwarsdoorsnede van het vat da, dp, Dit alles heeft tot gevolg dat de korrels zich steeds allemaal aan dezelfde zijde van de zeef 18 bevinden en dat de andere zijde van de 18 aitijd vrij zal zijn van korrels.

Tevens is er een veer 19 die de zeef 18 tegen de korrels drukt. De zeef 18 is hierbij heweegbaar opgesteld in het val da, Ab.

Met behulp van de zeef 18 zullen volumeveranderingen van het droogmiddel 5 opgevangen kunnen worden, bijvoorbeeld wanneer het droogmiddel 5 verzadicd is met vocht,

Ook zal de zeef 18 ds korrels samendrukken, zodat de adsorptie en regeneratie efficiënt verlopen omdat het gas optimaal contact zal maken met de korrels.

| In dit geval ZLjT in een gedeelte 13b van de | regeneratieleiding 13 dat zich niet in de vaten da, éb uitstrekt middelen 20 voorzien voor het expanderen van het gas.

Deze middelen 20 kunnen een stroombegrenzer of een expansieventiel omvatten. In dit geval is de inrichting 1 voorzien van een afblassventiel Zi voor het afblazen van het regeneratiegas nadat het door het vat 4b dat geregenereerd wordt, is gestroonmd. Het is ook mogelijk dat het regeneratiegas nadat het door het vat 4b dat geregenereerd wordt, is gestroomd, terug naar de inlaat 2 van de inrichting ! wordt gestuurd. In het weergegeven voorbeeld, is tussen elk vat 4a, db en het kleppensysteem 7 een tussenbiok 22a, 22b aangebracht.

In dit geval is er tussen het kleppenblok 10b van het kleppensysteem 7 en elk vat da, 4b een dergelijk tussenblok 22a, 22b aangebracht, Elk tussenblok 22a, 220 heeft een doorgang 23 voor te drogen gas die aansluit op de ingang 8 van het betreffende

N BE2020/5702 vat da, 4b en op het kleppenblok 10b en een doorgang 24 voor regeneratiegas die aansluit op de voornoemde opening 14 voor regeneratiegas in de varen 4a, 4b.

& Deze doorgang 24 voor rvegeneratiegas maakt deel uit van de regeneralieleiding 13 of, alternatief, de regeneratieleiding 13 loopt doorheen deze doorgang 24 voor regeneratiegas.

Het te drogen gas komt het vat da, 4b binnen aan dezelfde kant als waar het regeneratiegas het val £a, 4b binnen of buiten gaat, zodat het gedeelte 138 van de regeneratieleiding 13 welke zich uitstrekt in het vat 4e, 4o lang wordt uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het te drogen gas doorheen het droogmiddel 5 is gegaan en dus gedroogd 15, alvorens het afgetakt wordt via de regeneratieleiding 13, Hierdoor zal in het voornoemde gedeelte 13a van de regeneratieleiding 23 voldoende plaats zijn om de verwarming 16a, 16b in aan te brengen.

Tevens zijn in de tussenblokken 22a, 22b elektrische aansluitingen 25 voorzien voor de verwarmingen 16a, 16b voorzien, De elektrische sansluitingen 25 worden verbonden met de verwarmingen 16a, 16b, meer bepaald met daartoe voorziene aansluitingen voor voeding, zodat de verwarmingen 16a, 16b voorzien kunnen worden van de nodige voeding, in dit geval elektriciteit.

in dit geval, maar niet noodzakelijk voor de uitvinding, worden de verwarmingen 16a, 16b aangestuurd, dit wil zeggen aan- en uitgeschakeld, door de voornoemde controle-eenheid S welke de kleppen 12 aanstuurt. Het is uiteraard niet uitgesloten dat er een aparte controle-eenheid voorzien is specifiek voor de verwarmingen l6a, 16b.

Voor de aansturing of controle van de verwarmingen 163, 165, kan de voornoemde controle-eenheid verbonden zijn met de verwarmingen 16a, 16b zelf, of met de voornoemde elektrische aansluitingen 25, Tot siot zijn in dit geval de gedeelten 1Za van de regeneratieleiding 13 welke zich in de vaten da, 4b uitrekken voorzien aan de buitenzijde van vinnen 26 welke zich uitstrekken tot in het droogmiddel 5.

Deze vinnen 26 zijn in dit geval radiaal gericht en strekken zich in de axiale richting uit over een gedeelte van de regeneratieleiding 13.

De vinnen 26 zorgen ervoor dat de warmte, gegenereerd door de verwarming 16a, 16b, optimaal in het vat verspreid kan worden, De werking van de inrichting 1 is zeer senvoudig en als 39 volgt.

__ BE2020/5702 16 Te drogen samengeperst gas, afkomstig van een compressor, zal via de inlaat 2 de inrichting 1 binnen komen, Het gaat via het kleppenblok 105 naar de vaten £a, 4b 2 geleid worden. Hierbij zijn de kleppen 12 in het blok 10b zodanig geregeld dat het gas enkel in het val da kan terechtkomen dat droogt.

Tijdens de doorgang in dit vat da komt het cas in nauw contact met bet droogmiddel 5, waardoor het vocht aanwezig in dit gas zal geabsorbeerd of geadsorbeerd worden door het droogmiddel 5.

Het gedroogde samengeperste gas zal het vat da verlaten en zal via de leidingen 11 en kleppen 12 van het blok 1Da naar de uitlaat 3 stromen om afgevoerd te worden naar bijvoorbeeld een verbruikersnet dat niet is weergegeven in de figuren. Tegelijkertijd met het droogprcces dat zich afspeelt in het voornoemde vat da, zal er ook een vat 4b zijn dat geregensreerd wordt, welk vat 4b een verzadigd of bijna verzadigd droogmiddel 5 zal bevatten. Dit vat zal voorheen gas gedroogd hebben. Om dit vat 40 te regenereren, wordt er gebruik gemaakt van een regeneratiegas, welk gas in dit geval afgetakt wordt goor middel van de regeneratieleiding 13.

Deze regeneratieleiding 13 zal een gedeelte van het vedroogde samengeperste gas aftakken vanuit het vat £a dat aan het drogen is.

Door de locatie van het open uiteinde 15 van de regeneratieleiding 13 in de voornoemde open ruimte 17 zal het gedroogde samengeperste cas pas afgetakt kunnen worden, nadat het samengeperste gas doorheen het droogmiddel 5 is gegaan, De regeneratieleiding 13 zal het afgesplitste regeneratiegas naar het vat 4b leiden dat geregenereerd wOrot.

De verwarming 16b in het vat 4b zal aangeschakeld zijn, zodat het aïgesplitste regeneratiegas opgewarmd wordt in het gedeelte 133 van de regeneratieleiding 13 die zich in het vat 4b uitstrekt, Merk op dat de verwarming 16a in het vat 4a uitgeschakeld is.

Doordat het vat 4b geïsciserd is, zal de warmte opgewekt door de verwarming 16b, niet of nauwelijks kunnen ontsnappen uit het vat 4b. Er zullen met andere woorden geen verliezen optreden, zodat het andere vat da niet onbedoeld cpgewarmd wordt en zodat de verwarming niet hoger moet worden ingesteld om deze verliezen op te vangen.

Het aidus opgewarmde gas komt in het vat 4b terecht, zal doorheen dit val 4b stromen en zal het droogmiddel 5

== BE2020/5702

LE regenereren door het geadsorbeerde of geabsorbeerde vocht af te voeren, Na zijn doortocht doorheen het vat 4b, wordt het gas via > het kleppenblok 10b naar het afblaasventiel 21 gestuurd om te worden afgeblazen.

Na het regenereren van het vat 4b, zal het geregenereerde droogmiddel 5 een relatief hoge temperatuur bezitten, Aangezien een koud drocomiddel 5 beter kan drogen dan een warm droogmiddel 5, is het beter voor de efficiëntie van de inrichting 1 om het droogmiddel 5 eerst af te koelen alvorens het betreffende vat 4b terug in te zetten voor het drogen, Bij voorkeur worden de vaten da, 4b daarom gekoeld voor of nadat ze geregenereerd worden waarbij door regeling van het kieppensysteem 7 elk vat 4a, 4b achtereenvolgens ofwel: - droogt, geregenereerd wordt en gekceld wordt; ofwel - droogt, gekoeld wordt en geregenereerd wordt; waarbij het kleppensysteem 7 zodanig is dat steeds één vat 4a, 4b het samengeperst gas droogt.

Het koeien zal gebeuren op dezelfde manier als het regenereren, doch waarbij de voornoemde verwarming 16b in het vat db wordt uitgeschakeld.

Het aïgesplitste gedroogd samengeperst gas uit het vat da wordt nu niet opgewarmd maar gebruikt als koelsas cm het vat 4b te koelen,

Het afgesplitste gas zal dcorheen dit vat 46 stromen, waarbij dit gas het droogmiddel 5 zal afkoelen. Na zijn doortocht doorheen het vat 4b, wordt het gas eveneens afgeciazen.

Wanneer het vat 4b gekoeld is, en wanneer het valt Aa verzadigd is met vocht, zal het nodig zijn om dit vat da te regenersren, Door het omschakelen van de kleppen 12, kan ervoor gezorgd worden dat naar dit var 4a regeneratiegas wordt gebracht waardoor de regeneratie volgens het hoger beschreven proces kan gebeuren en dat het te drogen samengeperst gas naar het mnu geregenereerde en gekoelde vat 4b wordt gebracht, om dit gas te drogen, De hierboven beschreven omschakeicyclus zal continu herhaald worden, zodat elk vat 4a, 4b achtereenvolgens zal drogen, dan geregenereerd worden om vervolgens gekoeld te worden waarna het opnieuw aangewend kan worden om gas te drogen, Het is belangrijk om op te merken dat de sturing van de kieppen 12 kan aangerast worden in functie van de werkingsparameters en/of de Delastingsegraad van de inrichting 1 om het proces te optimaliseren.

Bijvoorbeeld op basis van de vochtigheid van het samengeperst gas dat de compressor verlaat,

Het is duidelijk dat deze sturing automatisch kan gebeuren, bijvoorbeeld door de nodige senscren en controllers te voorzien, Alhoewel de vaten da, 4b zoals hierboven beschreven na de 9 regeneratie gekceld worden, is het niet uitgesioten dat de varen eerst gekoeld worden alvorens geregenereerd te worden, In figuur 2 is een variante weergegeven volgens figuur 1, waarbij in dit geval vier vaten da, 4b, do, 4d aanwezig zijn, Deze zijn per twee gegroepeerd en geschakeld zoals de vaten da, db in figuur 1.

13 De eerste twee vaten 4a, 4b zijn parallel geschakeld met de andere twee vaten 4c, dd.

In deze figuur is ook een compressor 27 weergegeven met een iniaat 23 en een uitlaat 29 en een op de uitlaat 29 aangesloten persleiding 30 welke naar de inlaat 2 van de inrichting 1 leidt.

De werking is zeer analoog als deze in figuur |, waarbij nu steeds Lwes vaten da, fc zuilen drogen, terwijl de andere twee vaten db, 4d geregenereerd worden of gekoeld worden. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeid beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding voor het drogen van samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichtin

2l kunnen in allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader var de uitvinding te treden,

Claims (1)

1. =2 conclusies,

   1.- Inrichting voor het drogen van samengeperst gas, met sen inlaat {2} voor te drogen samengeperst: gas en een uitiaat {3} voor gedroogd samengeperst Gas, welke inrichting (1} minstens twee vaten (4a, db} omvat met daarin aangebracht een regenereerbaar droogmiddel (5) en sen regelbaar kleppensysteem {7} dat de voornoemde inlaat: 30 {2} en uitlaat (3) verbindt met een ingang (8) en uitgang {9} van de voornoemde vaten (da, 4b), waarbij het voornoemde kleppensysteem(7} zodanig is dat steeds minstens gen vat (4b) geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten {da} het samengeperst gas drogen, waarbij door regeling van het kieppensysteem (7) de vaten(da, 4b} elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden waarbij de inrichting {1} voorzien is van een regeneratieleiding (13) die een deel van het gedrcogd samengeperst gas afsplitst als regeneratiegas en naar het minstens één vat (4b) dat geregenereerd wordt, voert voor de regeneratie van dit voornoemde minstens één vat (4b) dat geregenereerd wordt, daardoor gekenmerkt dat de regeneratieleiding (13) zich via cen daartoe voorziene opening (14) in de vaten(da, 4b} voor regeneratiegas minstens gedeeltelijk Lot in de vaten (da, 4b}uitstrekt zodanig dat het regeneratiegas vanuit het vat (da) dat samengeperst gas droogt, afgesplitst kan worden en dat in de vaten {4a, 4b} een verwarming (16a, 16b} is voorzien die zich in de regeneratieleiding {13} situeert voor het opwarmen van het rsgeneratiegas alvorens het regeneratiegas docrheen het droogmiddel (5) in het vat {46} dat geregenereerd wordt, wordt gestuurd.

   2.- Inrichting volgens conclusies 1, daardoor gekenmerkt dat russen elk vat (da, 4b) en het kieppensysteem {7} een Lussenbliok (22a, 225} is aangebracht met een doorgang (23) voor te drogen gas die aansluit op de ingang (8) van het betreffende vat (4a, 4b) en op het kleppenblok (105) en een doorgang (24) voor regeneratiegas die aansluit op de voornoemde opening {14} voor regeneratiegas in de vaten (da, 45), welke doorgang {24} voor regeneratiegas deel 19 uitmaakt van de regeneratieleiding (13).

   3. Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat in de tussenblokken (22a, 22b) elektrische aansluitingen {25} voorzien zijn voor de verwarming (16a, 16b}.

   4, Inrichting volgens éèn van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de vaten (da, 4b) aan één van nun uiteinden, een lege ruimte (17) is voorzien die vrij is van droogmiddel (5), waarbij het open uiteinde (15) van de regeneratieleiding (13) zich in deze lege ruimte {17} situeert, 5,” Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in een gedeelte (13b) van de regeneratieleiding (13) dat zich niet in de vaten (da, db} uitstrekt middelen {20} voorzien zijn voor het expanderen van het cas.

   6.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting {1} voorzien is van een aïblaasventiel {21} voor het afblazen van het regeneratiegas nadat het door het val (4D) dat geregenereerd wordt, is gestroomd.

   7.7 Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vaten (da, 4b) rondom rond aan ; hun buitenzijde en/of aan hun binnenzijde bekleed zijn met sen isolatiemateriaal (6). 8B,- inrichting volgens éên van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat isolatiemateriaal (6) voorzien is tussen de vaten (4a, db} en het kleppensysteem (7).

   4. inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt: dat de vaten (da, 4b} dubbelwandig zijn, waarbij tussen de wanden van een vat (4a, 46) isolatiemateriasi (6) is aangebracht. 10,- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vaten da, 46} aan hun buitenzijde en/cf binnenzijde gecoat zijn met een isolerende coating. il, Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de gedeelten {13a} van de regeneratieleiding {13} welke zich in de vaten (da, 4b} uitstrekken minstens gedeeltelijk voorzien zijn aan de buitenzijde van vinnen (26) welke zich uitstrekken tot in het droogmiddel,

   lZ.- Inrichting volgens eén van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de varen (da, 4b} gevormd worden door geëxtrudeerde profielen, & 13.- Inrichting volgens één van de vcorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het regenereerbaar droogmiddel de vorm aanneemt van korreis silicagel, geactiveerd aluminium {’activated alumina”) oï moleculaire zeef materiaal (‘molecular sieve’), of dat het droogmiddel een vaste vorm heeft, waarbij het een vaste drager cmval uit keramisch materiaal, uit papier, uit glasvezel of uit wire mesh, of sen combinatie daarvan.

   id, - Compressorinstallatie voorzien van een compressor (27) met een inlaat (28) voor samen Le persen gas en een uitlaat (25) met een persleiding (30) voor samengeperst gas, daardoor gekenmerkt dat de compressorinstallatie voorzien is van een inrichting {1} volgens één van de voorgaande conclusies voor het drogen van het door de compressor (27) geleverde debiet samengeperst gas dat doorheen de inrichting {1} wordt geleid voor levering van gedroogd cas aan een verbruikersnet via de uitlaat {3} van de inrichting {1}, waarbij hiertoe de persleiding (30) aansluit op de inlaat {2} van de inrichting {1},

   15.- Werkwijze voor het drogen van samengeperst gas, gebruikmakende van een inrichting volgens één van voorgaande conclusies 1 tot 13, waarbij de werkwijze de stap omvat van te drogen samengeperst gas doorheen een val {da} te sturen en het andere vat (4b) te regenereren, waarbij de werkwijze erin bestaat om de vaten (4a, 4b} elk op hun beurt schtereenvolgens Le regenereren, waarbij de werkwijze de stap omvat van het afsplitsen van een gedeelte van het gedroogde samengeperste gas, dit afgesplitste gas naar het vat (4b) dat geregenereerd wordt te sturen, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stap omvat van het afaplitsen van het gedroogde samengeperste gas in het vat {2a} dat droogt zelf en de slap van het verwarmen van dit gas in het vat (4b) dat oeregenereerd wordt zelf gebruikmakende van een verwarming {l6a, 16b) welke in het vat (da, db} aangebracht is.

   16.- Werkwijze volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stap omvat van het koelen van de vaten (da, 4b} voor of nadat ze gersgenereerd worden, waarbij elk vat {4a, 4b} achtereenvolgens ofwel: - droogt, geregenereerd wordt en gekoeld wordt: ofwel - droogt, gekoeld wordt en geregenereerd wordt; en waarbij de werkwijze zodanig is dat steeds één vat (4a) het samengeperste gas droogt.