BE1027821B1 - Beschot voor het met wanden bekleden van een houten geraamte van een gebouw en werkwijze voor het aanbrengen van zulk beschot op een houten geraamte - Google Patents

Abstract

Beschot (9) dat de volgende elementen omvat: - één of meerdere sandwichpanelen (11) die minstens een eerste, warmte-isolerende laag (12) omvat(ten) en een tweede laag (13), die de stabiliteit van de wand verzekert; en, - één of meerdere rubberen stroken (15) voor het bedekken van een zijde (16) van de balken (2) en palen (3) waartegen zulk sandwichpaneel (11) wordt aangebracht.

Description

Beschot voor het met wanden bekleden van een houten geraamte van een gebouw en werkwijze voor het sanbrencen van zulk ceschot op een houten geraamte, : 5 De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op 9 een beschot voor het met wanden bekleden van een houten 9 geraamte van sen gebouw, | 10 Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op zulk beschot | dat bedoeld is voor het langs buiten en/of langs binnen met warden bekieden, het thermisch isoleren en/of afdichten van sen houten geraamte van een gebouw.

In het bijzonder is het beschot volgens de uitvinding ontworpen voor Loepassing op een houten geraamte dat opgetrokken is volgens de zogenaamde balken en palenmethode, waarbij het houten geraamte bestaat uit een verstevigde haakse structuur van grote zware palen en draagbalken, Het is echter niet van de uitvinding uitgesloten om zulk beschot op andere structuren aan te brengen.

De paal- en balkmethode, ook zwaar raamwerk genoemd, bestaat uit een verstevigde, haakse structuur van grote zware palen en draagbalken, In tegensteiling tot lichte houtskeletbouw laat dit systeem Loe om grote open ruimtes, grotere vensteropeningen en hoge verdiepingen Le creëren,

| Het is ook heel bruikbaar voor hallen, grote collectieve ruimtes en dergelijke meer. 9 Dit bouwsysteem kent een eeuwenlange geschiedenis en werd 9 5 oorspronkelijk ontwikkeld door de Kelten. 9 Vanaf de jaren 1950 werd het geperfectioneerd in Japan en | recentelijk werd het systeem aangepast aan de Europese : normen en werd de techniek opnieuw geïntroduceerd in Euroga. 9 12 9 Voor het assembleren van het houten geraante wordt gebruik gemaakt van pennen en andere koppelstukken waarmee verbindingen tussen de balken en palen gerealiseerd kunnen worden zonder gebruik te maken van verlijming, spijkers en dergelijke meer.

Uiteraard is het niet van de uitvinding uitgeslcten zulk beschot volgens de uitvinding co andere structuren toe te passen die met andere technieken zijn geassembleerd en/of uit andere materialen zijn vervaardigd.

Het bouwen met hout kent een grote opgang omwille van de wens op cen ecologische, duurzame en recyclebare manier te kunnen bouwen,

De huidige uitvinding beoogt een oplossing aan te bieden voor het op efficiënte wijze aanorengen van wanden, vloeren, daken aan zulk uit houten balken en palen opgetrokken veraamte of skelet,

Hierbij is het een doel van de uitvinding een Leschot aan te reiken dat Levens hoofdzakelijk uit hout vervaardigd is

| en waarbij het beschot gerealiseerd wordt met geprefabriceerde wand-, vicer- en dakelementen, 9 In serste instantie wordt hierbij gedacht aan | 3 geprefabriceerde elementen die geschikt zijn voor het | zanbrengen van buitenwanden, hellende en platte daken en 9 woning-scheidende viseren aan het houten ceraamte van het | te construeren gebouw.

# LO in tweede instantie is het Levens de bedoeling dat de . geprefabriceerde wanden die het beschot vormen tevens geschikt zijn voor het verwezenlijken van binnenmuren en binnenvloeren en woningscheidende wanden, is Aangezien het een hernieuwde techniek is, zijn er volgens de stand van de techniek weinig of geen vergelijkbare geprefabriceerde elementen voor het vervaardigen van een beschot bekend, waarmee een uit houten balken en palen opgetrokken geraamte kan bekleed worden op een manier waarbij het beschot geschikt is voor de hierboven voornoemde doeleinden en zeker niet voor rechtstreekse toepassing zoals wand, vloer of dak in moderne gebouwen die voorzien zijn van zulk houten geraamte en die aan alle technische vereisten en vereisten van comfort voor de bewoners of gebruikers voldoen, De meeste bekende beschotten vormen siechts een klein deel van de wanden, viseren ol daken waarin ze toegepast worden, in andere gevallen bieden ze onvoldoende bescherming tegen vegen en wind, dient een aparte thermische en/of akoestische

; isolatie voorzien te worden of wordt zulke isclatie | gewoonweg niet toegepast, | Voorts zijn de bekende beschotten dcorgaans structureel 9 5 onvoldoende stevig om rechtstreeks als vloer, dak of [ buitenwand zonder bijkomende structurele middelen oc een { houten geraamte toegepast te worden, : De bekende beschotten zijn over het algemeen ook slechts ruw 9 10 afgewerkt en kunnen geen dienst doen als binnenafwerking | voor een modern gebouw, De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/cË andere is nadelen, Meer bepaald heeît de uitvinding als doel een beschot aan te reiken dat hoofdzakelijk is samengesteld uit geprefabriceerde elementen, met uitzondering van kleinere bijkomende hulpmiddelen, waarmee een hierboven beschreven houten skelet kan worden bekleed en dat voldoet aan de algemene technische bouwvereisten, zoals bijvoorbeeld op het viak van thermische en akoestische isolatie, brandveiligheid en dat goede hygroscopische eigenschappen heeft.

Nog een doel van de uitvinding bestaat erin een oplossing te Dieden die toelaat gedeelten van het beschoot op zenvoudige wijze te recupereren of te recycleren en waarbij de aangereikte oplossing hoofdzakelijk is samengesteld uit materialen die ecologisch verantwoord zijn.

9 Nog een ander doel van de uitvinding bestaat erin een beschot te ontwerpen waarin toe Le passen technieken gemakkelijk kunnen geïntegreerd worden, waarbij bijvoorbeeld leidingen voor elektriciteit, domotica, water, das en dergelijke meer 9 3 op eenvoudige wijze in het beschot weggewerkt kunnen worden, { Nog een doel van de uitvinding bestaat erin een zo 9 kostenefficiënt mogelijke oplossing aan te reiken, waarbij | naast het zo laag mogelijk houden van de kost van het beschot 9 16 zelf er ook zoveei mogelijk getraäacht wordt de bewerkingen | tijdens het bouwproces zelf zoveel mogelijk te beperken en 9 het bouwproces te versnellen.

Nog een ander doel van de uitvinding bestaat erin sen beschot te ontwerpen dat zeer breed inzetbaar is in verschillende architecturale bouwstijlen en dat toegepast kan worden voor het verwezenlijken van zeer uiteenlopende esthetische voorkeuren.

Hiertoe betreft de uitvinding een beschot dat bedoeld is voor het langs buiten en/of langs binnen met wanden pekieden, het thermisch isoleren en/of afdichten van een houten geraamte van een gebouw dat cogetrokken is volgens de balken- en palenmethode, waarbij het houten geraamte bestaat uit een verstevigde haakse structuur van grote zware palen en draagbalken, waarbij het beschoot minstens een eerste bekleding omvat die als buitenbekleding kan dienst doen en die minstens de volgende elementen omvat: - één of meerdere sandwichpanelen die minstens een eerste, warmte-iscierende laag omvat{ten), die bestaat uit een houtvezeiplaat en een tweede laag, die de stabiliteit van de wand verzekert, die dampdicht en luchtdicht is; en

- éên of meerdere langwerpige, rubberen stroken voor het : bedekken van een zijde van de balken en palen waartegen zulk 9 sandwichpaneel wordt aangebracht: en die dienen aangebracht 9 te worden tussen de bweede laag van de sandwichpanelen en | 5 deze balken en palen. # Zen grool voordeel van zulk beschot volgens de uitvinding, 9 in het bijzonder van zulke eerste bekleding van zulk beschot 9 die ais buitenbekleding kan dienst doen, is dat het uit eenvoudige, ecologische elementen is opgebouwd in de vorm van sandwichpanelen die voorzien zijn van enkele bijkomende afdichtingselementen. 4ulke sandwichpanelen kunnen zeer gemakkelijk aan het houten 153 geraamte bevestigd worden, meer bepaald door ze erop vast te schroeven met hiertoe speciaal ontworpen zelftappende schroeven, Bovendien zorgen de rubberen stroken voor een goede afdichting tussen het beschot en het houten geraamte, Hierbij wordt er bijvoorbeeld geen tand- en groefverbinding tussen naast elkaar gelegen sandwichpanelen tcegepast, waardoor bijvoorbeeld een demontage voor het terug wegnemen van een sandwichpaneel van het houten geraamte probleemloos kan gebeuren, Hierbij is zulke eerste bekleding van zulk beschot volgens de uitvinding tevens bijzonder geschikt voor toepassing in het reiatief koude en vochtige Europese klimaat.

9 Immers, de sandwichpanelen zijn bedoeld om aan de bultenzijde van het houten geraamte van het Le construeren | gebouw vastgemaakt te worden, zodat het houten geraamte 9 waarop het beschot wordt aangebracht mee thermisch [ 5 geïsoleerd is. 9 Een interessante eigenschap van zulk beschot is dat de 9 thermische isolatie, die gevormd wordt door de eerste laac 9 uit een houtvezeiplaat, zover mogelijk naar de buitenzijde 9 i0 van het beschot is voorzien en dat deze thermische isolatie : dampopen en vochtregulerend uitgevoerd is. in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een beschot volgens de uitvinding omvat de eerste bekleding Levens een rubberdichting die aangebracht is of aangebracht wordt op de kopse kanten van de sandwichpanelen tussen aan elkaar aansiuitende sandwichpanelen. zulke rubberen afdichting zorgt voor een goede afdichting tussen naast elkaar gelegen sandwichpanelen van het beschot zelf. in nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een beschot volgens de uitvinding bevatten de sandwichpanelen 22 van de eerste bekleding een tweede laag, die de stabiliteit van de wand verzekert, die dampdicht en luchtdicht is en die bestaat uit een miltiplexplaat, uit een OSB-plaat (“Oriented Strand Board“) of uit een LVL-plast (“Laminated Veneer Lumber”}.

Het is echter niet van de uitvinding uitgesicten nog andere materialen toe te passen voor het vervaardigen van deze | tweede Laag van de sandwichpanelen, | 5 in nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een beschot 9 voigens de uitvinding omvatten de sandwichpanelen van de | eerste bekleding een derde, beschermende laa die bedoeld | is als buitenste bescherming tegen wind en regen en die ook een dragende functie kan hebben, waarbij deze derde, | ij beschermende laag bestaat uit een houtvezelplaat die tegen 9 de eerste, thermisch isolerende laag aangebracht is.

Zulke uitvoeringsvorm van een beschot volgens de uitvinding is bijzonder geschikt voor toepassing als buitenwand aan de met wanden te bekleden houten structuur uit balken en palen, De beschermende Laag heeft hierbij uiteraard een beschermende functie en zorat er meer bepaald voor dat de koude zijde van de thermische isclatie, gevormd door de eerste laag uit een houtvezelplaat, water-, wind- en stofdicht is afgedekt, Hierbij is het belangrijk te noteren dat volgens de uitvinding de koude zijde van de thermische isolatie anderzijds dampopen uitgevoerd is, zodat het geheel gevormd door de eerste, thermisch isolerende laag en de derde, beschermende laag, als het ware kan ademen, De derde, beschermende laag van de eerste bekleding van het beschot is voorts bij voorkeur structureel gezien stevig genceg uitgevoerd, zodat het geschikt is cn een hangvoorgevel, dakbedekking of bepleistering of dergelijke

| te kunnen dragen,

| In typische uitvoeringsvormen van een beschort volgens de

[ 5 uitvinding heeft de derde, beschermende laag van de eerste

| bekleding van het beschot, die bestaat uit een

9 houtvezelplaat, een dichtheid van 265 kg/m? of nagenoeg 265

F kg/m? of die liefst toch binnen een bereik van 250 kg/m? en

9 280 kg/m? ligt,

9 Op analoge wijze heeft in typische uitvoeringsvormen van sen beschoot voicens de uitvinding de eerste, thermisch isolerende laag van de eerste bekleding van het beschot, die tevens bestaat uit een houtvezelplaat, een dichtheid van 160 kg/m? of nagenoeg 160 kg/m’ of die liefst toch binnen een bereik van 145 kg/m? en 175 kg/m’ liet.

Zuike houtvezeipiaten met de vernoemde dichtheden blijken de Juiste eigenschappen te hebben om hun functie in de eerste bekleding van het beschot te vervullen. in nog een voorkeurdragende uilvoeringsvorm van een beschot voigens de uitvinding is de eerste bekleding van het beschot tevens voorzien van sen dampscherm dat op de iweede laag is aangebracht.

Het is immers voigens de uitvinding de bedoeling de warme zijde van de thermische isolatie lucht- en dampdicht uit te Voeren, Nog een belangrijk aspect van een beschot volgens de uitvinding is dat de lagen van de sandwichpanelen en eventueel bijkomend regelwerk dat erop voorzien is mel elkaar verbonden zijn door middel van zel£ftappende houtschroeven die DBij voorkeur uit koolstofstaal of | roestvrij staal vervaardigd zijn. 9 5 2ulks draagt opnieuw bij aan een eenvoudige montage en | demontage van verschillende onderdelen van de 9 sandwichpanelen zelf, 9 In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een beschot 9 10 voigens de uitvinding is het beschot Levens voorzien van een 9 tweede bexleding, die dienst kan doen als binnenbekleding en die minstens de volgende elementen omvat: - een thermisch isolerende laag die gevormd wordt door één of meerdere houtvezelpiaten en die bedoeld is om tussen de is balken en palen van het geraamte tegen de sandwichpanelen van de eerste bexleding aangebracht te worden: en, - een afwerkingslaag die bestaat uit éên of meerdere gipskarton platen die aan de zijde van de balken en palen dient aangebracht Le worden die tegenoverliggend is aan de zijde van deze balken en claten waartegen de sandwichpanelen van de eerste bekleding van het beschot aangebracht zijn of worden. zulk beschot met een eerste bekleding en een tweede bekleding is uitermate geschikt voor het bekleden van een houten structuur van balken en palen, waarbij tegen sandwichpanelen van de eerste bekleding een bijkomende thermisch isolerende laag wordt aangebracht die een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan de totale thermische isolatie van het beschot.

Li BE2019/5869 Bovendien is met zulk beschot het houten geraamte tevens aan ; de zijde van de tweede bekleding volledig afgewerkt met | behulp van de aïwerkingslaag die uit gipskartonplaten | bestaat, ; 5 | in sen voorxeurdragende uitvoeringsvorm van een beschot | volgens de uitvinding ls tussen de thermisch iscierende laag : en de afwerkingslaag van de tweede bekleding een Spouw 9 gelaten, die kan dienst doen als tussenliggende ruimte voor | 10 het installeren en wegwerken van leidingwerk. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een beschot volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven werd, voor het langs buiten en/of langs binnen met wanden bekleden, het thermisch isoleren en afdichten van een houten geraamte van een gebouw dat cpgetrokken is volgens de balken- en palenmethode, waarbij het houten geraamte bestaat uit een verstevigde haakse structuur van orote zware palen en draagbalken.

Het is kenmerkend voor deze werkwijze volgens de uitvinding dat de werkwijze minstens de stap omvat de sandwichpanelen van de eerste bekleding van het beschot met de rubberen stroken tegen het uit balken en palen gevormde geraamte aan te brengen en vast te schroeven met behulp van zelftappende schroeven, waarbij, in het geval geen tweede bekleding toegepast wordt, de schroeven vanaf de zijde van de betreffende sandwichpanelen naar het geraamte toe worden geschroefd, terwijl, in het geval wel een tweede bekleding toegepast wordt, de schroeven vanaf de zijde van het geraamte naar de betreffende sandwichpanelen toe worden geschroefd,

ken groot voordeel van zulke werkwijze volgens de uitvinding 9 is dat het aanbrengen van het beschot louter met zelf- 9 tappende schroeven kan gebeuren en dus zeer snel kan | gebeuren en dat het hele beschot tevens gemakkelijk terug | > gedemonteerd kan worden, 9 Nog een groot voordeel van zulke werkwijze volgens de { uitvinding is dat, naargelang een tweede bekleding al dan 9 niet wordt Loegepast, de schroeven vanaf een andere zijde worden ingeschroefd, zodat in elk van beide gevallen de koppen van de ingeschroefde schroeven van het oog onttrokken zijn.

Met Het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een beschoot volgens de uitvinding beschreven, evenals van sen werkwijze volgens de uitvinding voor het aanbrengen van zulk dbeschot op een houten geraamte van een gebouw, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuren 1 tot 3 in perspectief enksle voorbeelden weergeven van mogelijk houten geraamtes, opgetrokken uit balken en palen waarop een beschot volgens de uitvinding kan aangebracht worden: figuur 4 schematisch een geheel van elementen weergeeft waarmee een beschot volgens de uitvinding kan cerealiseerd worden; figuren 5 tot en met 12 in doorsnede schematisch verschiliende uitvosrinosvormen van een beschot volgens de uitvinding weergeven, dat is Loegepasl op cen gedeelte van een houten ceraamte;

{ figuren 13 en 14 respectievelijk in zijaanzicht en in bovenaanzicht een schroef weergeven die in sen werkwijze volgens de uitvinding bij voorkeur toegepast # wordt; | 5 figuur 15 schematisch zoals in figuur 4 een ander 9 geheel van elementen weergesit waarmee een aantal | alternatieve uitvoerinosvormen van een beschot volgens 9 de uitvinding kunnen gerealiseerd worden; { figuren 16 tot en met 18 in doorsnede schematisch 9 10 verschillende uitvoeringsvormen vari aen beschot voigens de uitvinding weergeven, die gerealiseerd kunnen worden met het geheel van elementen dat in figuur 15 is weergegeven: figuur 19 schematisch zoals in de figuren 4 en 15 nog een andere set van elementen weergeeft waarmee een aantal alternatieve uitvoeringsvormen van een beschot voigens de uitvinding kunnen gercaliseerd worden; en, figuren 20 tot en met 22 in doorsnede schematisch verschillende uitvoeringsvormen van seen = beschot volgens de uitvinding weergeven, die gerealiseerd kunnen worden met het geheel van elementen dat in fiquur 19 is weergegeven, In figuren 1 tot 3 zijn een aantal voorbeelden weergegeven 23 van een houten gersante 1 voor een gebouw, waarbij het houten geraamte 1 opgetrokken is volgens de zogenaamde balken- en palenmelhode, Het houten geraamte 1 bestaat uit een verstevigde haakse structuur van graagbalken 2 en palen 3, die aan elkaar gekoppeid zijn met koppelstukken en pennen, die niet in de figuren zijn weergegeven, maar typisch doeh niet noodzakelijk zonder toepassing van bouten, schroeven en/of : nagels of dergelijke meer. i Het is duidelijk dat, om tot een bruikbaar gebouw te komen, : 5 zulk houten geraamte 1 dient bekleed Le worden met wanden, bijvoorbeeld met buitenwanden ter plaatse van gedeelten 4 | van het geraamte 1 of met binnenwanden bijvoorbeeld ter | plaatse van gedeelten 5 van het geraamte 1. | 10 Andere gedeelten 6 van het geraamte 1 dienen voorzien te worden van een vicer en nog andere gedeelten 7 van een schuine dakbedekking, terwijl gedeelten 8 van een platte dakbedekking dienen te worden voorzien.

Hierbij kan nog een onderscheid gemaakt worden tussen gedeelten waar de aan te brengen wanden of vloeren een scheiding vormen tussen twee aparte woningen of slechts wanden of vineren zijn binnen eenzelfde woning.

Er kan van uitgegaan worden dat aan woningscheidende wanden of vloeren grotere eisen gesteld worden, bijvoorbeeld cp het viak van geluidsisolatie en dergelijke meer.

Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op seen beschot gat bedoeld is voor het langs buiten en/of langs binnen met wanden bekleden, het thermisch isoleren en/of afdichten van zulk houten geraamte ] van een gebouw, De huidige uitvinding voorziet in een beschot 9 dat typisch ontworpen is voor toepassing op zulk een houten geraamte 1.

In figuur 4 zijn schematisch een aantal elementen weergegeven waaruit zulk beschot 9 voigens de uitvinding kan worden samengesteld. Hierbij omvat het beschot 3 minstens elementen voor een serste bekieding 10, die als buitenbekleding kan dienst doen, | Deze eerste bekieding 10 wordt gevormd door geprefabriceerde | 10 sandwichpanelen 11 die minstens een eerste, warnte- | isolerende laag 12 omvatten en een tweede laag 13, die de stabiliteit van de betreffende te vervaardigen wand verzekert, De eerste, warmte-isolerende laag 12 bestaat uit een houtvezeiplaat, die typisch een dichtheid heeft van 160 kg/m? De Uweede iaag 13 die de stabiliteit verzekert, is dampdicht en luchtdicht uitgevoerd en bestaat bij voorkeur uit een multiplexplaat, uit een OSB-plaat {Oriented Strand Board”) of uit een IVLrplaat (“Laminated Veneer Lumber”*.

De sandwichpanelen 11 kunnen volgens de uitvinding een derde, beschermende laag 14 omvatten die bedoeld is als buitenste bescherming tegen wind en regen en die cok een dragende functie kan hebben, zulke beschermende laag 14 zal volgens de uitvinding typisch worden Loegepast bij gedeelten van het beschot 9 die de buitenwanden aan het geraamte 1 vormen,

; in andere gedeelten van het beschot 3 kan de beschermende | iaag 14 eventueel ook achterwege gelaten worden of door een | nog andere laag vervangen worden. | 3 Deze derde, beschermende laag 14 bestaat Tevens uit een : houtvezelplaat die aangebracht is tegen de eerste, warmte- 9 isolerende iaag 12. 9 De houtvezeiniaat van deze beschermende laag 14 heeft : 18 volgens de uitvinding echter een grotere dichtheid dan de noutvezeiplaat van de warmte-isclerende laag 12 en heeft bij voorkeur meer bepaald een dichtheid van 2605 kg/m: of nagenoeg 265 kg/m?.

De eerste bekleding 10 van het beschot 93 omvat voorts een aantal langwerpige, rubberen stroken 15 die moeten dienen voor het bedekken en afdichten van een zijde 16 van de balken 2 en valen 3 waartegen zulk sandwichpaneel 11 aangebracht wordt, Deze langwervpige, rubberen stroken 15 dienen hierbij aangebracht te worden tussen de tweede, stabiliteit verzekerende laag 13 van de sandwichpanelen 11 en deze balken 2 en palen 3.

Voorts is de eerste bekleding 10 van het beschot 3 tevens voorzien van een rubberen afdichting of rubberen afdichtingen 17 die aangebracht is of zijn op de kopse kanten 15 van de sandwichpanelen 11.

Met deze rubberdichtingen 17 worden aan elkaar aansluitende sandwichpanelen 11 ten opzichte van elkaar afgedicht.

Om de eerste bekleding 10 aan de binnenzijde, cf, wat ; hetzelfde is, aan de zijde van het geraamte là waartegen ze | wordt aangebracht, dampdicht af te schermen, is het beschot | 3 volgens de uitvinding bij voorkeur ook voorzien van een | 4 dampscherm 19 dat cp de tweede laag 13 van de eerste | bekleding 19 aangebracht wordt. 9 In gevallen waarbij de eerste bekieding 10 van het beschot 9 + gebruikt wordt cm een buitenwand of dakbedekking te 9 LO verwezeniijken, kan het soms nodig zijn de sandwichpanelen 11 bijkomend te voorzien van regelwerk 20, dat bestaat uit houten Latten 20 die aan weerszijden 21 en 22 en in het midden 23 van zuik sandwichpaneel 11 zijn aangebracht volgens de lengte van de sendwichpanelen 11.

Zulk regeiwerk 20 kan dienst doen om er een voorhanggevel aan op Le hangen of om er een dakbedekking op te voorzien Of dergelijke meer, 40 De lagen 12, 13 en 14 van de sandwichpanelen 11 en het eventueel aanwezige regelwerk 20 zijn met elkaar verbonden door middel van zelftappende houtschroeven 24 die speciaal hiertce ontworpen zijn, zoals verder nog zal besproken worden, Om allerlei redenen, bijvoorbeeld om een esthetische afwerking aan de binnenzijde van het ceraamte 1 te verwezenlijken, om een nog betere thermische en/of akoestische isolatie te verwezenlijken of bijvoorbeeld com alierhande soorten leidingen 25 weg te werken, kan een beschot 3 volgens de uitvinding Levens voorzien worden van

| 18 BE2019/5869 een tweede bekleding 26 die dienst kan doen als 9 binnenbekleding.

Deze tweede bexleding 26 omvat eerst en vooral een thermisch | > isolerende laag 27 die gevormd wordt door één of meerdere | houtvezelplaten en die bedoeld is om tussen de balken 2 en 9 palen 3 van het geraamte 7 tegen de sandwichpanelen 11 van 9 de eerste bekleding 10 aangebracht Le worden, Deze thermisch isolerende laag 27 van de tweede bekleding 46 van het beschot 9, die gevormd wordt door één of meerdere hourvezeiplaten, heeft volgens de uitvinding bij voorkeur sen dichtheid van 160 kg/m? of nagenoeg 160 kg/m?, net zoals de eerste thermisch isolerende laag 12 van de eerste bekieding 10, Volgens de uitvinding heeft de thermisch isolerende laag 27 van de tweede bekleding 26 echter liefst een dikte D die maximaal de helft bedraagt van de dikte D’ van de thermisch Lecierende, eerste laag 12 van de eerste bekleding 10 van het beschot 9, al zijn uiteraard afwijkingen hiervan niet uitgesloten van de uitvinding.

De tweede bekleding 26 omvat voorts nog een afwerkingslaag 28 die bestraat uit één of meerdere gipskarton platen die typisch aan de zijde 253 van de balken 2 en palen 3 dient aangebracht te worden, die tegenoverliggend is aan de zijde 16 van deze balken 2 en palen 3 waartegen de sandwichpanelen 11 van de eerste bekleding 10 van het beschot 9 aangebracht zijn.

| BE2019/5869 Tussen de thermisch isclerende laag 27 en de aïwerkingslaag 28 van de tweede bekleding 26 wordt volgens de uitvinding 9 typisch sen spouw 30 gelaten, die kan dienst doen als | tussenliggende ruimte 30 voor het installeren en wegwerken | S van leidingwerk 25. 9 in een andere uitvoeringsvorm is het eventueel mogelijk de 9 zeerste bekleding 10 en de tweede kleding 26 als één geheel $ uit Le voeren, waarbij geprefabriceerde sandwichpanelen 9 iD worden gevormd waarin een afwerkingslaag 28 die bestaat uit gipskartonpiaten reeds verwerkt is, Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door geen spouw 30 Loe te passen en de tussenruimte tussen de gipskartonplaten en de is eerste bekleding 10 en/of de thermisch isolerende laag 27 co te vallen met een thermisch en/of akvestisch isolatiemateriaal, dat tevens dienst doet als bindende laag voor de verbinding ussen de gipskartonplaten en de eerste bekleding 10 en/of de thermisch isolerende laag 27.

Hierbij is het de bedoeling dat in zulk geval de tweede pekieding 26 volledig tussen de balken 2 en calen 3 kont te Liggen, waarbij de naden die hierbij gevormd worden tussen de gipskartoncpliaten en deze balken 2 en palen 3 nadien kunnen afgekit worden, De balken 2 en palen 3 blijven dan in het zicht, wat ock wel de “Japanse look ” gencemd wordt. De gipskartonplaten dienen met andere woorden niet steeds tegen de zijde 29 geplaatst te worden,

Als alternatief kunnen de naden in een later stadium eventueel OOK weggewerkt worden met een bijkomend gipspaneelt-e. 9 35 Een middenspijler kan mee verwerkt zitten in de 9 geprefabriceerde cassette, | Wanneer er geen tweede bekleding Z6 toegepast wordt, kan als : alternatief sen uitsparing 31 voorzien worden in de eerste, 9 10 thermisch isolerende laag 12 van de eerste bekleding 10, | meer bepaald aan de zijde daarvan die aanliggend is tegen | de twee laag 13. De sandwichpanelen 11 van de eerste bekleding 10, evenals de tweede bekleding 26 worden in een mcgelijke toepassing voigens de uitvinding cecen het houten geraamte 1! of aan elkaar bevestigd door middel van schroeven 24, 32 en/cf 33, die volgens de uitvinding liefst zelftappende schroeven met een speciaal design zijn, die verder nog zullen uiteengezet worden, en die bi? voorkeur uit koolstofstaal of roestvrij staal vervaardigd zijn. in figuur 5 is sen eerste praktisch voorbeeld geïllustreerd waarbij zowel de eerste bekleding 12 als de tweede bekleding 26 van een beschot 9 volgens de uitvinding zijn aangebracht met denuip van zelftappende schroeven 33 tegen balken 2 en calen 3 van een houten gersamte 1 voor een gebouw, Hierbij doet het heschot 9 dienst als buitenwand aan het geraamte 1 en tevens is de binnenzijde ervan aïgewerkt met de tweede bekleding 26,

: 21 BE2019/5869 De sandwichpanelen 11 van de eerste bekleding zijn aan de buitenzijde van het geraamte 1 aangebracht, waarbij de breedte B ervan correspondeert: met de tussenafstand tussen | de hartlijnen van de balken 2 of palen 3 van het geraamte | 5 1, 9 De sandwichpanseien 11 hebben typisch een breedte B van 125 | cm en een iengte die typiscoh 250 cm, 280 cm of 300 cm kan 9 bedragen, al is het niet van de uitvinding uitgesicten # 12 andere dimensies Loe te passen.

9 Het beschot 59 is in dit geval evens voorzien van regelwerk 20, bijvoorbesid voor het aanbrengen van een hangvoorgevel.

Dit regelwerk 20 bestaat uit houten latten met vierkante doorsnede waarvan de dikte T typisch 40 mm bedraagt, dach regelwerk 20 met andere dimensies is opnieuw niet van de uitvinding uitgesloten, De thermisch isolerende, eerste Laag 12 van de sandwichpanelen ll, evenals de thermisch isolerende laag 27 van de tweede bekleding 26 kunnen een dikte D’ en D hebben die erg kan verschillen naargelang de toepassing en dit in functie van de gewenste te realiseren isoclatiewaarde.

Hierbij kan de totale dikte D + D’ bijvoorbeeld variëren tussen li cm en 40 cm, doch cpnieuw zijn andere waarden niet uitgesloten van de uitvinding.

De derde beschermende Laag 14 van de sandwichpanelen 11 hebben in dit geval, waarbij de sandwichpanelen 11 als een

; cuitenwand dienst doen die een gcede bescherming Legen regen { en wind moet bieden, typisch een dikte E, die 60 mm bedraagt, / De tweede, stabiliteit verzekerende laag 13 van de | 5 sandwvichpanelen il, die typisch bestaat uit een : multiplexpliaat, een OSB-plaat cf een LVL-plaat, heeft { typisoh een dikte F van 33 mm of 39 mm, respectievelijk 9 naargelang sen tweede bekleding 26 of ceen tweede bekleding # 26 wordt tcegepast.

Het laatste geval is bij wijze van voorbeeld weergegeven in figuur 6. De toestand in figuur 6 is volledig analocg aan deze van figuur 5, doch er werd geen tweede bekleding 26 toegepast, de dikte F van de tweede laag 13 is in dit geval 39 mm en de schroeven 13 waarmee de sandwichpanelen 11 tegen het houten geraamte 1 zijn geschrcefd, zijn vanaf de buitenzijde naar het geraamte 1 toe geschrvefd, terwijl in figuur 5 deze schroeven vanal de binnenzijde, doorheen de balken Z en palen 3 in de sandwichpanelen il zijn geschroefd, alvorens de tweede bekleding 26 aan te brengen. De figuren 7 en 8 iliustreren nog twee andere mogelijke praktische voorbeelden van het toepassen van een beschot 59 volgens de uitvinding, die respectievelijk analcog zijn aan de situaties van de figuren 5 en 5, omdal de figuren 7 en 8 tevens een ccepassing mel Lweede bekleding 26 en een toepassing zonder tweede bekleding 26, beiden ook met de bedoeling ais buitenwand te kunnen dienst doen.

| Het grote verschil met de voorgaande voorbeelden is echter | dat de sandwichpanelen 11 dit keer niet voorzien zijn van regelwerk 2C en het is de bedoeling dat aan de buitenzijde | 34 van de sandwichpanelen 11, rechtstreeks op de # S beschermende derde Laag 14 sen pisisteriaag wordt 9 aangebracht. 9 Volgens de uitvinding is het mogelijk in dit geval de ‘ beschermende, derde laag 14 van de sandwichpanelen 11 ietwat 128 gunner uit Le voeren, waarbij het volgens de uitvinding kan volstaan hiervoor een houtvezelplaat Loe te passen die een dikte E heeft van 40 mm.

Net zoals in de figuren 5 en 6 bedraagt de dikte P van de tweede laag 13 van de sandwichpanelen 11 in de figuren 7 en 8, respectievelijk 33 mm en 392 mm, De figuren 3 en 10 illustreren op analcge wijze als in de vorige figuren nog seen andere toepassing van een beschot 3 volgens de uitvinding, waarbij het beschot 9 ditmaal dienst doet als element van sen plat dak of van een woning- scheidende vloer, In beide gevallen is opnieuw een eerste bekleding 10 met geprefabriceerde sandwichplaten 11 op de balken 2 en/of ralen 3 van het houten geraamte 1 aangebracht, waarbij deze de sandwichpanelen 1i ditmaal evenwel enkel een eerste laag 12 en een tweede laag 13 omvatten, In het geval van figuur 9 is aan de andere zijde 35 van het geraamte 1 ook nog een tweede bekleding 26 voorzien, net zoals in de gevalien van de figuren 5 en 7, waarbij deze à BE2019/5869 tweede bekieding 26 voorts volledig identiek aan deze uit 9 de voorgaande gevallen is.

| In het geval van {[iguur 10 is er geen tweede bekleding 26 9 3 aangebracht en de wijze waarop de schroeven 33 worden | ingeschroefd is nog steeds dezelfde als voordien werd 9 uiteengezet en verschilt naargelang een tweede bekleding 26 9 al dan niet wordt toegepast.

De dikte © van de eerste laag 12 en van de thermisch isolerende laag 27 van de tweede bekleding 26 kunnen net als voordien variëren in functie van de te verwezenlijken vereisten, De tweede laag 13 bestaat nog steeds uit een multiplexplaat of een SBO-plaat die een dikte F heeft, die in het geval van figuur 9, dat met een tweede bekleding 26 uitgerust is, 33 mm bedraagt en in het geval van figuur 10, dat zonder tweede bekleding 26 uitgerust is, 33 mm bedraagt, In de figuren il en 12 zijn voor eenzelfde tcepassing, namelijk voor platte daken en woningscheidende vloeren, nog twee andere uitvoeringsvormen van een beschot 2 volgens de uitvinding weergegeven, respectievelijk met tweede bekleding 26 en zonder tweede bekleding 26.

In dit geval zijn de sandwichplaten 11 net, zoals in de figuren 5 en 6, opnieuw vcorzien van een derde, beschermende Laag 14, die evenwel ietwat anders kan uitgevoerd zijn omwille van de specifieke toepassing als dakbedekking of als woningscheidencd vlioerelement.

: BE2019/5869 | De dimensies of diktes zijn evenwel volledig hetzelfde als | vesproken met betrekking tot de gevallen wsergegeven in de figuren 5 en 6. 3 S In een werkwijze voigens de uitvinding worden de 9 sandwichpaneien 11 van het beschot 9 met de rubberen stroken 9 15 tegen het uit houten balken en palen gevormde geraamte 1 9 aangebracht en vastgeschroefd met behulp van zelftappende # schroeven 33, waarbij, in het geval geen iweede bekleding 9 ij 26 Loegepast wordt, de schroeven 33 vanaf de zijde 34 van 9 de betreffende sandwichpanelen 11 naar het geraamte il toe worden geschroefd, terwijl, in het geval een tweede bekieding 26 toegepast wordt, de schroeven 33 vanaf de zijde 34 van het gersamte 1 naar de betreffende sandwichpanelen in ll toe worden geschroefd.

Een zelirtappende schroef 33 die speciaal ontwikkeld is voor deze bewerkingen, is weergegeven in de figuren 13 en 14. Zuike zelftappende schroeven 33 en ook de andere schroeven 24 en 32 die gebruikt kunnen worden om de sandwichpanelen li te assembleren en om bijvoorbeeld tevens de tweede bekieding 26 Le bevestigen, omvatten volgens de uitvinding verschillende secties met een verschillend profiel, die als voigt cpgedeeld kunnen worden: - een Lip 36 in de vorm van een boor; - sen aaniiggend gedeelte 37 dat voorzien is van schroefdraad; - een glad, centraal gedeelte 38 dat niet voorzien is van sen schroefdraad; - sen kop 39; en,

= een gedeelte 40 sanliggend aan de kop 39 dat voorzien is van schroefdraad en dat zich uitstrekt tot aan het giad, centraal gedesite 38, 3 Bij voorkeur zijn de schroeven 24, 32 en 33 vervaardigd uit ; roestvrij staal of kocolstofstaal, ; De kop 395 is Liefst uitgevoerd als een gedeelte met inbus | 41, die bijvoorbeeld de vorm van een zeskant of ster | 1G sanneemt. | in principe zijn de in figuur 4 weergegeven schroeven 33 bedoeld voor het tegen het geraamte 1 bevestigen van de bekledingen 10 en 26, terwijl de schroeven 24 en 32 bedoeld zijn voor het assembleren van de bekledingen 10 en 26, Uiteraard is dit slechts een schematische voorstelling en kunnen hiertoe allerlei andere scorten schroeven of andere soorten bevestigingemiddelen of assemblagemiddelen gebruikt worden met andere afmetingen en vormen, Hetzelfde geldt voor de rubberen afdichting 17, die aan de kopse zijden 18 van de sandwichpanelen il worden aangebracht, voor het verwezenlijken van een waterdichte afdichting tussen aanliggende sandwichpanelen 11. Deze afdichtingen 17 hebben in de uitvoeringsvormen die in de figuren 4 tot 12 zijn weergegeven, steeds de vorm van sen rubberen slab of mat 42 met afmetingen die overeenstemmen ci nagenoeg overeenstemmen met de afmelingen van de kopse zijden 18 van de sandwichpanelen 11.

9 Aar de ene zijde 43 is de rubberen mat of slab 47 vlak uitgevoerd om goed te kunnen aansluiten bij de kopse zijden 18, terwijl de tegenoverliggende zijde 44 geribbeld is 9 uitgevoerd met de bedoeling twee zulke rubberen matten 42 | SS van aangrenzende sandwichpanelen 11 nauw Legen elkaar te | kunnen doen aansluiten, 9 Aldus wordt het volledige oppervlak aan deze kopse zijden 9 18 op efficiënte wijze aïgedicht, terwijl er tussen de # 10 sandwichpanelen 11 onderling tevens een zeer betrouwbare # afdichting ontstaat. Uiteraard ls het volgens de uitvinding niet uitgesloten ook deze rubberen afdichtingen 17 anders uit te voeren.

In figuur 15 is een alternatieve set van elementen 45 weergegeven waarmee andere uitvoeringsvormen van een beschot 2 volgens de uitvinding kunnen gerealiseerd worden door aiternatieve werkwijzen volgens de uitvinding Loe Le passen.

De set van elementen 45 bevat hierbij een andere soort rubberen afdichtingen 17 die bestaan uit langwerpige, rubberen afdichtingaprofielen 46 met vierkante doorsnede 47, Zoals meer in detail is weergegeven in fiquur 16, is het de bedoeling dat telkens één exemplaar van zulk rubberen afdichtingsprofiei 46 wordt aangebracht tussen Lwee aangrenzende sandwichpanelen 11, meer bepaald ter olaatse van de betreffende meest naar buiten gelegen randen 48 van deze sandwichpanelen 11, Bij voorkeur wordt de structuur op voorhand afgekleefd,

Het is in de uitvoeringsvorm van figuur 16 de bedoeling de | rubberen afdichtingsprofieien 16 slechts aan te brengen, of | meer bepaald in de voeg tussen twee sandwichpanelen li in 9 te brengen, nadat deze reeds Legen het houten geraamte 1 | 5 bevestigd zijn. 9 Dit is nog een andere verschil ten opzichte van wat het { geval was bij de uitvoeringsvormen die geïllustreerd werden 9 aan de hand van de figuren 4 tot en met 12. 9 10 De sandwichpanelen 11 zijn met schroeven 33 op het houten geraamte 1 vastgemaaxt, waarbij de schroeven 33 vanaf de zijde 34 van de betreffende sandwichpanelen 11 naar het geraamte 1 toe zijn geschroefd,

De zet elementen 45 weergegeven in figuur 15 bevat tevens nog een andere soort rubberen afdichting onder de vorm van afdichtingsstroken 49 die bedoeld zijn voor het samenstellen van pregeïabriceerde sandwichpanelen 11 die tijdens de 290 fabricatie tevens voorzien worden van een rubberen afdichting 17, vergelijkbaar met wat het geval was bij de voorbeelden weergegeven in de figuren 5 tot en met 14. Deze rubberen afdicohtingsstroken 49 hebben echter sen volledig andere vorm en zijn meer bepaald uitgevoerd als een lange, smalle strook 49, waarvan één zijde 50 vlak uitgevoerd is en waarvan de tegenoverliggende zijde 51 bol uitgevoerd is.

Hierbij is het de bedoeling dat tijdens de prefabricatie elke kopse zijde 12 van sen sandwichpaneel 11 voorzien wordt van een paar zuike rubberen afdichtingsstroken 43, meer bepaald op de iatten van het regelwerk 20 en ter plaatse van de meest naar binnen gelegen randen 52 van het { sandwichpaneei 11, | 5 Dit is gedetailleerder geïllustreerd in figuur 17. 9 De sandwichpanelen 11 worden opnieuw met schroeven 233 aan | het houten geraamte 1 vastgemaakt door de schroeven vanaf 9 de buitenzijde 35 in de richting van de binnenzijde 35 te # 10 schroeven, Paren rubberen afdichtingsstroken 42 van aangrenzende sandwichpanelen 11 drukken hierbij tegen elkaar ter vorming van een aïdichting tussen de betreffende aangrenzende sandwichpanelen 11. Figuur 18 geeft nog een alternatieve toepassing weer, die zeer gelijkaardig is aan de voorgaande, omdat dezelfde paren rubberen afdichtingsstroken 49 gebruikt worden voor de tussenliggende afdichting tussen twee saanorenzende, geprefabriceerde sandwichpanelen 11, Ditmaal wordt er echter voor het bevestigen van de sandwichpanelen 11 op het houten geraamte 11 geen gebruik gemaakt van bevestigingsmiddelen 53 onder de vorm van schroeven 33, maar wordt gebruik gemaakt Var bevestigingsmiddelen 53 die enerzijds bestaan uit fNaakvormige elementen 54, zoals weergegeven in figuur 15, en pennen 55.

Het is duidelijk dat naargelang de tcoepassing andere sets van elementen 45 kunnen gebruikt worden en andere methodes î/ kunnen toegepast worden voor het samenstellen van het heschot 9 of het aanbrengen van het beschot 9 op een houten geraamte 1. 9 3 In figuur 19 is bijvoorbeeld nog een alternatieve set van 9 elementen 45 weergegeven waarmee andere uitvoeringsvormen 9 van een beschot 9 volgens de uitvinding kunnen gerealiseerd 9 worden door alternatieve werkwijzen volgens de uitvinding # toe Le passen, | iet verschil met voorgaande sets van elementen 45 is eerder subriei, aangezien alle gebruikte elementen ervan op Sen of andere manier reeds beschreven zijn, omdat ze cock in de andere uitvoeringsvormen toegepast worden.

De tweede bekleding 26 is voliedig ideniiek uitgevoerd als in de voorgaande gevalien en zelfs de eerste bekleding 10 bestaat opnieuw uit geprefabriceerde sandwichganelen 11 die samengesteld zijn uit een eerste thermische isolerende laag 12, die de kern vormt, een iweede stabiliteit verzekerende Laag 13, die de binnenzijde vormt: en een derde beschermende iaag 14 die de buitenzijde vormt, De derde beschermende laag 14 is tevens nog steeds met een breedte B uitgevoerd die gelijk is aan de breedte B van de thermische isolerende iaag 12 en van de tweede stabiliteit verzekerende laag 13. Het grote verschil met voorgaande sets van elementen 45 is dat ditmaal de eerste bekleding 10 uit geprefabriceerde sandwichpanelen 11 bestaat, waarbij de derde beschermende iaag Là niet meer uitgelijnd is met de andere lagen 12 en

| BE2019/5869 9 13, doch over een afstand A verschoven is ten opzichte van deze lagen 12 en 13 alvorens de sandwichpanelen 11 samen te | steilen en de iagen 12 tot 14 ervan met elkaar te verbinden, | > Bijgevolg zijn de kopse zijden 18 van de geprefabriceerde | sandwichpanelen 11 in dit geval niet meer vlak, zoals wel | het geval was hij de voorgaande uitvosringsvormen, maar 9 hebben deze kopse zijden 18 in een dwarsdoorsnede een 9 getrapt profiel 56, | 10 Dit betekent dat aan de ene zijde 21 van het aldus verkregen gandwichpaneel 11 de derde beschermende laag 14 de eerste thermische isolerende laag 12 niet volledig afdekt, waarbij sen uitsparing 57 gevormd wordt,

Aan de andere zijde 21 van het aldus verkregen sandwichpaneel il daarentegen strekt een gedeelte van de derde beschermende laag 14 zich uit tot voorbij de rand van de eerste thermische isclerende laag 12, waarbij een aanslag ZU 58 gevormd wordt.

Het is duidelijk dat aan elkaar aangrenzende, op dezelfde wijze vervaardigde sandwichpanelen 11 nog steeds vassend tegen elkaar aangebracht kunnen worden, aangezien een aanslag 55 van een eerste sandwichpaneel 11 uiteraard even groot en complementair is aen een uitsparing 57 van het aangrenzende sandwichpaneel 11 en omgekeerd. ben groot voordeel van deze uitvoeringsvorm van een set van elementen 45 voor een beschot 9 volgens de uitvinding is dat er bij het naast elkaar plaatsen van verschillende geprefabriceerde sandwichpanelen 11 automatisch seen goede afsluiting ter plaatse van de tussenligcende naden wordt à verkregen omwille van het getrapte profiel 56 ter plaatse | van de kopse zijden 18. 3 5 Deze vorm van aansluiten is dubbel interessant. 9 inderdaad, ondanks dat er volgens de uitvinding liefst geen 9 gebruik gemaakt wordt van een tand- en groefverbinding omdat | dit problemen opievert bij het demonteren en het hergebruik 9 10 van het materiaal, worden in dit geval de voordelen van sen # tand- en groefverbinding benut, zoals een goede aansluiting en afscherming, terwijl de getrapte vorm van de kopse zijden 18 van de sandwichpanelen 11 geenszins de demontage en het hergebruik van de sandwichpanelen 11 in de weg staat, zodat de nadelen van een tand- en groefverbinding worden vermeden.

In figuur 20 is een eerste mogelijke toepassing weergegeven die in zekere zin vergelijkbaar is met de toepassing weergegeven in figuur 18, omdat er opnieuw gebruik gemaakt wordt van Levestigingemiddelen 53 die bestaan uit haakvormige elementen 54 en pennen 55 om de sandwichganelen 11 tegen het houten geraamte 1 te bevestigen, Ock is er aan de buitenzijde 34 regelwerk 20 in de vorm van iange latten voorzien.

Een eerste groot verschil met het geval van figuur 18 is dat in figuur 20 er geen rucberen afdichtingen 17 toegepast worden,

in dit geval wordt een afdichting verkregen doordat de structuur bij voorkeur op voorhand afgekleefd wordt en

9 doordat het getrapt profiel 56 van de kopse zijden 18 van de aaneensluitende sandwichpanelen Ll een voldoende | bijkomende afscherming vormen. 3 3 Nog een verschil met voorgaande uitvosrinosvormen bestaat 9 erin dat de drie latten van het regelwerk 20 niet meer aan 9 weerszijden 21 en 22 van het betreffende sandwichpaneel 11 : zijn voorzien, doch op een tussenafstand U van elkaar en 9 parallel aan elkaar op het betreffende sandwichpaneel 11 | 10 zijn bevestigd, waarbij deze tussenafstand U substantieel kleiner is dan de halve breedte B/2 van het sandeichpaneel

11. Meer bepaald is ervoor gezorgd dat na het aansluitend aan is elkaar plaatsen van gelijkvormige sandwichpanelen 11 de latten van het regelwerk 20 op gelijke tussenafstand U van elkaar liggen, Hierbij is een lat van het regelwerk 20 aan de ene zijde 21 van het sandwichpaneel 11 op een afstand V van de rand van de derde beschermende laag 14 geplaatst en is een lat van het regelwerk 20 aan de ene zijde Zi van het sandwichpaneel ll op een grotere afstand W van de rand van de derde beschermende laag 14 geplaatst, Hierbij is de afstand V gelijk san de helft van de tussenafstand U ussen de latten van het regelwerk 20 verminderd met de afstand À die gellik is aan de breedte van de uitsparing 57.

| De afstand W is gelijk aan de helft van de tussenafstand U à tussen de latten van het regelwerk 20 vermeerderd met de [ afstand À die gelijk is aan de breedte van de aanslag 58. | in figuur 21 is nog een toepassing weergegeven die volledig | 5 vergelijkbaar is aan de toestand die in figuur 20 | weergegeven is, maar waarbij ditmaal geen regelwerk 20 is # toegepast. 9 in fiquur 22 18 een toepassing weergegeven die enigszins 9 10 beschouwd kan worden ais sen combinatie van de 9 uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 18 en de uiLVOeringsvorm weergegeven in figuur 20. Enerzijds is aan de binnenste randen 52 aan weerszijden 21 en 22 van de sandwichpanelen il san rubberen aïdichtingsstrook 49 met een vlakke zijde 50 en een bolle zijde 51 aangebracht, net zoals in het geval van figuur 18. Het verschil met figuur 18 is echter dat de buitenste randen 45 niet van zulke rucberen afdichtingsstroken 49 voorzien zijn.

De reden is dat de sandwichpanelen 11 zijn uitgevoerd zoals in de set van elementen 45 die is weergegeven in figuur 19,

Kortom, anderzijds, wordt aan de buitenste randen 48 van de sandwichpanelen 11 een afdichting verkregen door het cetrapt dwarsprofiel 56 van de sandwichpanelen 11. De combinatie van het getrapt profiel 56 en de rubberen afdichtingsstroken 49 resulteert in een zeer betrouwbare afdichting tussen de sandwichpanelen 11.

; 35 BE2019/5869 De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld ; beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde { uitvoeringsvormen van een beschot 3 volgens de uitvinding, | doch zuike beschotten 9 kunnen op allerlei andere manieren : 3 worden verwezenlijkt zonder tuiten het kader van de | uitvinding te treden, 9 De uitvinding is Levens geenszins benverkt tot de als # voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren 9 10 geïliustreerde uitvoeringsvormen van een werkwijze volgens de uitvinding, doch zulke werkwijze kan op allerlei andere manieren worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. 9 Conclusies. [ Ll. Beschot {9} dat bedoeld is voor het langs buiten en/of : 5 langs binnen met wanden bekleden, het thermisch isclieren | en/of afdichten van een houten geraamte (1) van een 9 gebouw dat opgelrokken is volgens de balken en 9 pailenmethode, waarbij het houten ceraamte (1) bestaat # uit een verstevigde haakse Structuur van grote zware 20 palen (3) en draagbalken (23, daardoor gekenmerkt dat het beschot (9) minstens een eerste bekleding (10) omvat die als buitenbekleding kan dienst doen en die minstens de volgende slementen omvat: - één of meerdere sandwichpanelen {li} die minstens een eerste, warmte-isolerende laag (12) omvat (ten), die bestaat uit een houtvezeipiaat en sen tweede laag (153, die de stabiliteit van de wand verzekert, die dampdicht en luchtdicht is; en, - één of meerdere langwerpige, rubberen stroken {15} voor het bedekken van een zijde {16} van de balken (2) en paien {3) waartegen zulk sandwichpaneel (113 wordt aangebracht en die bedoeld zijn om aangebracht te worden tussen de tweede laag {13} van de sandwichpanelen (11) en deze balken (2) en palen (33.

   2, Beschot (9) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de sandwichpanelen {11} van de serste bekleding (10) een tweede lsag (13) bevatten, die de stabiliteit van de wand verzekert, die dampdicht en luchtdicht is en die bestaat Uit een multiplexpiast, uit een OSB-plaat (“Oriented Strand Board”) of uit een LVLenlaat {“Laminated Veneer Lumber”*.

   | 3, Beschot {23 volgens conciusie 1 of £, daardoor | gekenmerkt dat de sandwichpanelen (11) van de eerste | bekleding (10) een derde, ceschermende laag {14} 9 onvatten die bedoeld is als buitenste bescherming Legen | 5 wind en regen en die cok een dragende functie kan hebben, 9 waarbij deze derde, beschermende laag (14) bestaat uit | sen houtvezeiniaat die tegen de eerste, warnmte- 9 isolerende laag {12} aangebracht is. 9 16 4, Beschot (5) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat 9 de derde, beschermende laag (14) van de eerste bekieding {10} van het beschot (35, die bestaat Uit een houtvezelplaat, sen dichtheid heeft die tussen 250 kg/m: en 280 kg/m: ligt en die bij voorkeur 265 kg/m? is.

   LE 5, Beschot {9} volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste bekleding (10) tevens voorzien is van een dampscherm (19) dat op de tweede laag {13} is aangebracht,

   ZC &, Beschot {9} volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sandwichpanelen {11} bijkomend voorzien zijn van regelwerk (20} dat bestaat uit houten latten die aan weerszijden (Zi, ZE) en centraal (23) op zulk sandwichçanee!l {11} zijn aangebracht volgens de lengte ervan, waarbij het regelwerk (20) kan dienst doen om er sen voorhanggevel aan co te hangen of om er een dakbedekking op te voorzien.

   7, Beschot {9} volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekermerkt dat de lagen (12-14) van

   : 38 BE2019/5869 de sandwichpanelen {11} en het eventueel aanwezige | regelwerk (20) met elkaar verbonden zijn door middel van 9 zelftappende Houtschroeven (24), die bi) voorkeur uit | koolstofstaal of roestvrij staal vervaardigd zijn. 9 5 9 $. Beschot (9} volgens één cf meerdere van de voorgaande # conciusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste bekleding | {10} een rubberen afdichting (17) omvat die aangebracht 9 is of aangebracht wordt op de kopse kanten (18) van de 9 10 sandwichpanelen (11) tussen aan elkaar aansluitende 9 sandwichpanelen {21}. 5, Beschot (9) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de rubberen afdichting (17) één of meerdere van de volgende vormen aanneemi: = een rubberen slab of mat (42) op elke kopse zijde {18} van een sandwichpaneel (11) met afmetingen die cverseenstemen of nagenoeg overeenstemmen met de zfmetingen van de betreffende kopse zijde (18) van het sandwichpaneel (11); - langwerpige, rubberen afdichtingeprofielen (46) met vierkante doorsnede (47) waarvan telkens éên exemplaar aangebracht is tussen Lwee aangrenzende sandwichpanelen (11), meer bepaald ter plaatse van de betreffende meest naar buiten gelegen randen {48} van deze sandwichpanelen (lij: - rubberen afdichtingsstroken {49} waarvan één zijde {50} vlak uitgevoerd is en waarvan de tegenoveriiggende zijde (51) bol uitgevoerd is en waarbij elke kopse zijde (18) van een betreffende sandwichpaneel {11} voorzien is van een paar zulke rubberen afdichtingsstroken (49), meer bepaald op de latten van regelwerk {20} en ter î BE2019/5869 plaatse van de meest naar binnen gelegen randen (52) van ; het sandwichpaneel {11}; - rubberen afdichtingsstroken (49) waarvan één zijde | (50) viak uitgevoerd is en waarvan de Legenoverliggende 9 5 zijde (51) Lol uitgevoerd is en waarbij elke kopse zijde 9 (18) van een betreffende sandwichpaneel (11) voorzien is van één zulke rubberen afdichtinosstrook (49), meer 9 vepaald ter plaatse van de meest naar binnen gelegen [ vanden (92) van het sandwichpaneel {11}. 9 10

   10. Beschot (9) volgens één of meerdere van de voorgaande conciusies, daardoor gekenmerkt dat ze een derde veschermende laag {14} omvat die uitgevoerd is met sen breedte {B} die gelijk is aan de bresdte (B) van de thermische isolerende laag (17} en van de tweede stabiliteit verzekerende laag {13} en waarbij de eerste bekleding {10} uit geprefabriceerde sandwichpanelen 11 bestaan, waarbij de derde beschermende laag {14} niet Vitgelijnd is met de andere lagen (17, 13), doch over een afstand (A) verschoven is ten opzichte van deze lagen {12, 13}, il. Beschot (5) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het beschot (9) tevens Le voorzien van een tweede bekleding (26) die dienst kan doen als cinnenbekleding en die minstens de volgende elementen omvat: - een thermisch isolerende laag {27} die gevormd wordt door sen of meerdere houtvezelplaten en die bedoeld is om tussen de balken (2) en palen (3) van het geraamte {13 Legen de sandwichpanelen {15} van de eerste bekleding {10} aangebracht te worden; en,

   â0 | BE2019/5869 9 - een afwerkingslaag {28} die bestaat uit één of | meerdere gipskarton platen die aan de zijde van de Daiken {2} en palen (3) dient aangebracht te worden die 9 tegenvverliggend is aan de zijde {29} van deze balken 9 5 {2) en palen (3) waartegen de sandwichpanelen {11} van : de eorste bekiedina {10} van het heschot {33 { aangebracht zijn of worden. | 12. Beschot (9) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste, thermisch isolerende iaag (12) van de eerste bekleding (10) van het beschoot (9), die bestaat uit een houtvezelplaat, en/oË de thermisch isclerende laag {27} van de tweede bekieding (26) van het beschot (9), die gevormd wordt door één of meerdere houtvezelplaten, een dichtheid heeït of hebben die tussen 145 kg/m? en 175 kg/m? ligt en die bij voorkeur 160 kg/m) is.

   13. Beschot {9} volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat tussen de thermisch isclierende laag (27) en de afwerkingslaag {238} van de tweede bekleding (26) een Spouw (30 gelaten is, die kan dienst doen als tusseniiggende ruimte voor het installeren en wegwerken van leidingwerk (25),

   14. Beschot (9) volgens één of meerdere van de conclusies 11 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de thermisch iscierende Laag (27) van de tweede bekleding {27} een dikte (D) heeft die maximaal de helft bedraagt van de dikte {D’} van de thermisch isolerende, eerste laag (12! van de eerste bekieding (19).

   : BE2019/5869 | 15, Werkwijze voor het aanbrengen van een hbeschot (9) volgens éên of meerdere van de voorgaande conclusies voor het langs buiten en/of langs binnen met wanden | bekleden, het thermisch isoleren en afdichten van een 9 5 houten geraamte (1) van een gebouw dat ongetrokken is | volgens de balken- en palenmethode, waarbij het houten 9 geraamie (1) bestaat uit een verstevigde haakse | structuur van grote zware palen (3) en draagbalken {2}, 9 daardoor gekenmerkt dat de werkwijze minstens de stap | LG omvat om de sandwichnanelen (11) van het beschot (9: met de rubberen stroken {15} tegen het uit balken (23 en valen {3} gevormde geraamte (13 aan te brensen door midcdei van één van de volgende methodes: - door ze vast te schroeven met behuip van zelitappende schroeven (33); of, - door een schroefloze bevestiging. 16, Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de sandwichpanelen (11) met schroeven (33) bevestigd worden en waarbij, in het geval geen tweede bekleding (26) tcegepast wordt, de schroeven (33) vanaf de zijde (34) van de betreffende sandwichpanelen {113 naar het geraamte (1; Loe worden geschroefd, terwijl, in het geval een tweede bekleding (26) toegepast wordt, de schroeven (33) vanaf de zijde van het geraamte (1} naar de betreffende sandwichpanelen {123} toe worden geschrvefd.

   17. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de sandwichpanelen (11) schroefloos op het geraamte (1) bevestigd worden en waarbij gebruik gemaakt wordt van haakvormige elementen (54) en pennen {55}.

   | 42 BE2019/5869

   18. Werkwijze volgens één of meerdere van de conclusies 15 9 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de strap 9 omvat: Legen de iweede laag (13} van de sandwichpanelen : (11) van de eerste beklieding (10) een dampscherm (13) 9 5 te voorzien. 19, Werkwijze volgens één of meerdere van de conclusies 15 | tot 18, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stappen omvat een tweede bekieding (26) aan te brengen door een thermisch isolerende laag (27) die gevormd wordt door éen DÉ meerdere houtvezeloliaeten tussen de balken (2) en palen {3} van het geraamte (1) tegen de sandwichpansien {11} van de eerste bekleding (10) aan te brengen en vast te schroeven met behulp van zelftappende schroeven (32, 33) en een afwerkingslaag (28) die bestaat uit één of mesrdere ginskartonplaten aan de zijde (25; van de balken {2} en palen (3) aan te brengen, die tegenoveriiggend is aan de zijde {16} van deze balken (2) en palen {3} waartegen de sandwichpanelen {11} van de eerste bekleding (10) aangebracht zijn.

   20. Werkwijze volgens één of meerdere van de conciusies 15 tot 19, daardoor gekenmerkt dat, bij het plaatsen van de eerste bekleding (10), sandwichpanelen (11) toegepast worden die voorzien zijn van regelwerk {20}, waarbij nadien een hancvoorgevel aan dit regelwerk (20) wordt opgehangen of een dakbedekking op het regelwerk (20) wordt voorzien.

   21, Werkwijze volgens één of meerdere van de conclusies 15 tot 20, daardoor gekenmerkt dat voor het zanbrengen van het beschoot (9) gebruik vemaakt wordt van zelftappende schroeven (33), die de volgende gedeelten omvatten: - sen tip (36) in de vorm van een bcor; | - een aanliggend gedeelte (37) dat voorzien is van | schroefdraad: 9 5 - gen glad, centraal gedeelte (38) dat niet voorzien is | van een schroefdraad: | - een kop (398); en, - een gedeelte (40) aanliggend aan de kop (39) dat 9 voorzien is van schroefdraad en dat zich uitstrekt tot 9 16 aan het giad, centraal gedeelte (28),