BE1027818B1 - Dak- of raamsamenstel met inzetstuk - Google Patents

Dak- of raamsamenstel met inzetstuk Download PDF

Info

Publication number
BE1027818B1
BE1027818B1 BE20195847A BE201905847A BE1027818B1 BE 1027818 B1 BE1027818 B1 BE 1027818B1 BE 20195847 A BE20195847 A BE 20195847A BE 201905847 A BE201905847 A BE 201905847A BE 1027818 B1 BE1027818 B1 BE 1027818B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
roof
window assembly
insert
frame
assembly according
Prior art date
Application number
BE20195847A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027818A1 (nl
Inventor
Jean Marc Gilles Glorieux
Original Assignee
Skylux Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Skylux Nv filed Critical Skylux Nv
Priority to BE20195847A priority Critical patent/BE1027818B1/nl
Priority to EP20210742.1A priority patent/EP3828361A1/en
Publication of BE1027818A1 publication Critical patent/BE1027818A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027818B1 publication Critical patent/BE1027818B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/03Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights
    • E04D13/0305Supports or connecting means for sky-lights of flat or domed shape
    • E04D13/0315Supports or connecting means for sky-lights of flat or domed shape characterised by a curb frame

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Abstract

Dak- of raamsamenstel omvattende een frame (100) en één of meer daarin opgenomen plaat- en/of koepelelementen (200), waarbij in het frame ten minste één inzetstuk (300) is opgenomen, en waarbij ten minste één functioneel stuk (400) mechanisch bevestigd is in het inzetstuk. Het inzetstuk heeft een eerste gedeelte (301) dat verzonken aangebracht is in het frame, en een tweede gedeelte (302) dat uitsteekt uit het frame, waarbij het tweede gedeelte een eerste zijwand (310) en een daartegenover gelegen tweede zijwand (320) omvat die via het eerste gedeelte met elkaar zijn verbonden. De eerste en tweede zijwanden vergrendelen in hoofdzaak het functioneel stuk (400) in een eerste en tweede richting (X, Y). Een verend element (500) werkt samen met ten minste één van de eerste en twee zijwand en met het functioneel stuk om het functioneel stuk vast te zetten in het inzetstuk.

Description

DAK- OF RAAMSAMENSTEL MET INZETSTUK Vakgebied De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dak- of raamsamenstel omvattende een frame en één of meer daarin opgenomen plaat- en/of koepelelementen. Meer in het bijzonder betreft de onderhavige uitvinding cen dak- of raamsamenstel met een frame waarin ten minste één inzetstuk is opgenomen. Achtergrond Dakinrichtingen waarin één of meerdere vlakke en/of koepelvormige kunststof- of glaselementen gecombineerd worden, zijn bekend. Zo zijn bijvoorbeeld meerwandige kunststofkoepels bekend waarin een aantal koepelschalen op een afstand van elkaar aangebracht worden. Ook zijn koepelinrichtingen bekend waarin een vlakke transparante kunststofplaat gecombineerd wordt met cen koepelschaal. Voorbeelden hiervan worden beschreven in de volgende octrooipublicaties op naam van Aanvraagster: Belgische octrooiaanvrage nr. 2016/5645, Belgisch octrooi nr. 1020769 en Belgisch octrooi nr. 1019311. De tekst van deze octrooipublicaties is hier opgenomen door verwijzing. Dergelijke dakinrichtingen worden typisch voorzien van een frame of omtrekskader voor montage op een opstand of op een andere geschikte steunstructuur. Europese octrooiaanvraag EP 3 460 160 A1 op naam van Aanvraagster beschrijft een daksamenstel met ten minste twee plaat- en/of koepelelementen, die langs hun omtrek met elkaar zijn verbonden door middel van een frame uit kunststof, bij voorkeur een uitgehard dichtingsmateriaal, zoals een polyurethaanmateriaal. In dit frame kunnen functionele elementen zoals een inzetstuk zijn opgenomen.
Samenvatting van de uitvinding Uitvoeringsvormen van de uitvinding hebben als doel een dak- of raamsamenstel van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, dat toelaat om op een eenvoudige en robuuste wijze functionele stukken, zoals scharnieren, beugels, sensoren etc, te bevestigen aan het frame.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een dak- of raamsamenstel verschaft met een frame en één of meer daarin opgenomen plaat- en/of koepelelementen. In het frame is ten minste één inzetstuk opgenomen, waarbij ten minste één functioneel stuk mechanisch bevestigd is in het inzetstuk. Het inzetstuk heeft een eerste gedeelte dat verzonken aangebracht is in het frame, en een tweede gedeelte dat uitsteekt uit het frame. In het geval van een daksamenstel kan het tweede gedeelte bijvoorbeeld uitsteken aan een onderzijde van het daksamenstel. De uitvinding laat echter ook toe om een inzetstuk te voorzien in een omtrekswand van het frame of aan een buitenzijde van het frame. Het tweede gedeelte omvat een eerste zijwand en een daartegenover gelegen tweede zijwand. De eerste zijwand is bij voorkeur parallel aan de tweede zijwand voorzien. De eerste en tweede zijwanden zijn ingericht om het functioneel stuk in een eerste richting, gericht van de eerste naar de tweede zijwand, en in een tweede richting parallel aan de eerste en/of tweede zijwand, in hoofdzaak te vergrendelen. Verder omvat het dak- of raamsamenstel een verend element dat samenwerkt met ten minste één van de eerste en tweede zijwand en met het functioneel stuk om het functioneel stuk vast te zetten in het inzetstuk.
Door een combinatie van een inzetstuk met tweede aangepaste zijwanden enerzijds, en een verend element anderzijds, kan een functioneel stuk stevig verankerd worden in het inzetstuk. Daarnaast laat het gebruik van een verend element een eenvoudige bevestiging toe van het functioneel stuk in het inzetstuk.
Het functioneel stuk is een separaat stuk en kan elke willekeurige functie hebben, bijvoorbeeld de functie van een bevestigingsplaat, een scharnierstuk, etc.
In een voordelige uitvoeringsvorm is de eerste en/of de tweede zijwand voorzien van een aantal uitsparingen of openingen waarin overeenstemmende flenzen van het functioneel stuk opgenomen zijn.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm is de eerste en/of de tweede zijwand voorzien is van een vleugel die gericht is naar respectievelijk de overstaande tweede en/of de eerste zijwand, en is het functioneel stuk ingericht is om aan één kant onder de vleugel aangebracht te worden. De vleugel van de eerste of tweede zijwand zorgt dan mede voor een verankering loodrecht op de eerste en tweede richting, samen met het verend element.
De uitsparingen kunnen ten minste gedeeltelijk voorzien zijn in de vleugel. Het functioneel stuk kan dan voorzien zijn van een eerste en tweede overeenstemmende flens die in hoofdzaak loodrecht op de eerste en tweede richting zijn gericht en door een eerste en tweede uitsparing in de vleugel steken. Op die manier wordt gezorgd voor een vergrendeling in de tweede richting.
In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede zijwand voorzien van respectievelijk cen eerste en tweede vleugel die respectievelijk gericht is naar de overstaande tweede en eerste zijwand, en is het functioneel stuk ingericht om aan een eerste kant onder de eerste vleugel aangebracht te worden en aan een tweede tegenoverliggende kant boven de tweede vleugel aangebracht te worden.
In een andere voordelige uitvoeringsvorm is de eerste zijwand voorzien van een aantal openingen waardoor overeenstemmende flenzen van het functioneel stuk steken.
De openingen zijn bij voorkeur gevormd als langwerpige sleuven, die zich bij voorkeur in hoofdzaak parallel aan een vlak van het frame uitstrekken.
Het functioneel stuk heeft bij voorkeur een plaatvormig deel dat zich tussen de eerste en tweede zijwand bevindt, en een dergelijk plaatvormig deel kan eenvoudig voorzien worden van flenzen die passen in overeenkomstig gevormde sleuven.
De tweede zijwand is dan bij voorkeur voorzien van een uitsparing, bij voorkeur tegenover één of meer openingen van het aantal openingen in de eerste zijwand, waarbij een deel van het functioneel stuk door de uitsparing doorheen de tweede zijwand steekt.
Verder grijpt het verend element aan in de uitsparing om het functioneel stuk vast te zetten.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het verend element een eerste verend been en een tweede verend been, welke respectievelijk aangrijpen op een eerste en tweede aanslaglocatie van het functioneel stuk en/of van het inzetstuk.
De eerste en tweede aanslaglocaties zijn in de tweede richting op een afstand van elkaar gelegen.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm zijn het eerste en het tweede verend been gekoppeld met de eerste en tweede overeenstemmende flens.
Het verend element kan dan verbonden worden met het functioneel stuk, en dit samenstel kan dan eenvoudig in een verankerd worden in het inzetstuk.
Hierbij heeft het verend element bij voorkeur een middengedeelte dat het eerste en het tweede verend been met elkaar verbindt, en is het middengedeelte ingericht om gedeeltelijk onder de vleugel aan te grijpen.
Het functioneel stuk met het verend element kan aangebracht worden door eerst de eerste kant van het functioneel stuk onder de eerste vleugel aan te brengen in een schuine stand van het functioneel stuk en door vervolgens de tweede kant van het functioneel stuk naar onder te bewegen tussen de eerste en tweede zijwand.
Het eerste been grijpt aan tussen een eerste rand van de uitsparing en het functioneel stuk.
Het tweede been grijpt aan tussen een tweede rand van de uitsparing en het functioneel stuk.
Op die manier wordt het functioneel stuk dus op twee plaatsen vastgezet door respectievelijk het eerste en tweede been van het verend element.
In een voordelige uitvoeringsvorm is het verend element in hoofdzaak U-vormig, waarbij het eerste verend been dus verbonden is met het tweede verend been door een middendeel.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm kan het eerste been en/of het tweede been aan een vrij uiteinde daarvan voorzien zijn van een U-vormig gedeelte.
Het U-vormig gedeelte aan een vrij uiteinde van het eerste been strekt zich uit onder de eerste bovenrand van de uitsparing, uit het inzetstuk, en vervolgens over een bovenrand van de tweede zijwand. Het U- vormig gedeelte aan een vrij uiteinde van het tweede been strekt zich uit over de tweede bovenrand van de uitsparing, uit het inzetstuk, en vervolgens over een bovenrand van de tweede zijwand. Op die manier wordt het functioneel stuk nog steviger verankerd in het inzetstuk.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat het dak- of raamsamenstel verder een veerhouder waarin het verend element is opgenomen. De veerhouder strekt zich bij voorkeur uit tussen de eerste en de tweede zijwand. Optioneel kan de eerste zijwand voorzien zijn van een bovenrand die zich over de veerhouder uitstrekt. Bij voorkeur is de veerhouder aan een naar het functioneel stuk gerichte zijde voorzien van een aantal uitstekende delen, zoals pinnen of ribben, waarbij het verend element aangebracht is rond en/of tussen deze uitstekende delen. Deze uitstekende delen vergemakkelijken dus de montage van het verend element in de veerhouder. Optioneel kunnen een aantal uitstekende delen zich uitstrekken tot in gaten in het functioneel stuk. Op die manier wordt de veerhouder verder verankerd in het functioneel stuk.
Bij voorkeur is het functioneel stuk aan tegenoverliggende zijden telkens voorzien van een inkeping die samenwerkt met een wanddeel van de tweede zijwand. Op die manier kan een verankering in de tweede richting parallel aan de tweede zijwand worden verkregen.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is het frame vervaardigd uit een kunststofmateriaal, bij voorkeur een uitgeharde polymeersamenstelling, bijvoorbeeld een uitgehard polyurethaan materiaal. Het eerste gedeelte van het inzetstuk is bij voorkeur voorzien van meerdere openingen waarin zich kunststofmateriaal uitstrekt.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is het inzetstuk langwerpig en strekt dit zich uit over ten minste 20% van een lengte van een zijde van het frame, en/of over ten minste 10% van een omtrek van het frame. Hierbij wordt opgemerkt dat het frame een willekeurige vorm kan hebben. Zo kan het frame veelhoekig zijn, bijvoorbeeld rechthoekig, of rond zijn.
Het inzetstuk is bij voorkeur vervaardigd uit metaal of uit een vezel-versterkt materiaal. Het inzetstuk kan bijvoorbeeld een gestanst en gerold profiel zijn.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvatten de één of meer plaat- en/of koepelelementen ten minste twee plaat- en/of koepelelementen die evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht in het frame.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen worden beschreven in de conclusies in bijlage.
De uitvinding betreft verder een inzetstuk met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken, in het bijzonder voor gebruik in een uitvoeringsvorm van een dak- of raamsamenstel zoals hierboven beschreven. 5 Daarnaast betreft de uitvinding een samenstel van een inzetstuk, een functioneel stuk en een verend element met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken, in het bijzonder voor gebruik in cen dak- of raamsamenstel volgens één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.
Korte figuurbeschrijving Bovenstaande en andere voordelige eigenschappen en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze wordt gelezen in combinatie met de tekeningen in bijlage, waarin Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een daksamenstel toont; Figuur 2A een opengewerkt schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een samenstel van een inzetstuk, een functioneel stuk en een verend element, toont, kijkend naar de bovenzijde van het inzetstuk; Figuur 2B een schematisch perspectivisch aanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 2A toont, in de geassembleerde toestand; Figuur 3A een schematisch perspectivisch aanzicht toont van de uitvoeringsvorm van figuur 2A kijkend naar de onderzijde van het inzetstuk; Figuur 3B een schematisch perspectivisch aanzicht toont van de uitvoeringsvorm van figuur 3A, in de geassembleerde toestand; Figuur 4A een opengewerkt schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel van een inzetstuk, een functioneel stuk en een verend element, toont, kijkend naar de bovenzijde van het inzetstuk; Figuur 4B een schematisch perspectivisch aanzicht van de tweede uitvoeringsvorm van figuur 4A toont, in de geassembleerde toestand; Figuur 5A een schematisch perspectivisch aanzicht toont van de uitvoeringsvorm van figuur 4A kijkend naar de onderzijde van het inzetstuk; Figuur 5B een schematisch perspectivisch aanzicht toont van de uitvoeringsvorm van figuur 5A, in de geassembleerde toestand; Figuur 6 een doorsnede toont van een uitvoeringsvorm van een daksamenstel dat aangebracht is op een opstand en dat voorzien is van een scharnier en een beugel,
Figuur 7 een doorsnede toont van een andere uitvoeringsvorm van een daksamenstel dat aangebracht is op cen opstand en dat voorzien is van een scharnier, en Figuur 8 een doorsnede toont van nog een andere uitvoeringsvorm van een daksamenstel dat aangebracht is op een opstand.
Gedetailleerde uitvoeringsvormen Figuur 1 illustreert een daksamenstel met een frame 100 en één of meer daarin opgenomen plaat- en/of koepelelementen 200. Hoewel de uitvoering van figuur 1 hier beschreven wordt als een daksamenstel, begrijpt de vakman dat dit samenstel ook gebruikt kan worden als een raamsamenstel in een verticale of schuine wand. Wanneer de uitvoering van figuur 1 gebruikt wordt als daksamenstel kijkt men in figuur 1 naar de onderzijde van het daksamenstel. Het daksamenstel omvat één of meer plaat- en/of koepelelementen, zoals één of meer glasplaten, één of meer glaskoepels, één of meer kunststofplaten zoals polycarbonaatplaten, één of meer kunststofkoepels zoals polycarbonaatkoepels. In een daksamenstel worden bij voorkeur meerdere plaat- en/of koepelelementen gecombineerd. Om een eenvoudige montage van de één of meer plaat- en/of koepelelementen toe te laten, worden deze opgenomen in een gemeenschappelijk frame 100 dat zich uitstrekt langs een omtrek van de één of meer plaat- en/of koepelelementen. Het aanbrengen van het frame 100 rond de één of meer plaat- en/of koepelelementen kan bijvoorbeeld gebeuren zoals beschreven in de Europese octrooiaanvraag EP 3 460 160 op naam van Aanvraagster, of zoals beschreven in de Belgische octrooiaanvraag BE 2018/5805 op naam van Aanvraagster, welke octrooiaanvragen hier door verwijzing zijn opgenomen. In het frame 100 is ten minste één inzetstuk 300 opgenomen, bij voorkeur een langwerpig inzetstuk 300 dat zich uitstrekt lans een deel van de omtrek van het frame 100, bijvoorbeeld langs één of meer zijden van het frame 100 wanneer dit een veelhoekig frame is. In figuur 1 zijn twee inzetstukken 300 getoond, aan weerszijden van een frame. Deze inzetstukken 300 zijn gedeeltelijk geïntegreerd in het frame 100 (niet weergegeven in figuur 1; in figuur 1 is de onderzijde 301 van het inzetstuk te zien, terwijl deze onderzijde 301 opgenomen is in het materiaal van het frame 100 en dus normaal niet zichtbaar is). In figuur 1 zijn de twee inzetstukken 300 verschillend, maar deze kunnen ook identiek zijn. Het frame 100 kan ook rond zijn (niet getoond), en in dit geval kunnen ook meerdere kortere inzetstukken 300 zijn opgenomen in het frame 100.
Het inzetstuk 300 is bedoeld om een polyvalent inzetstuk te zijn dat geschikt is voor het bevestigen van meerdere types functionele stukken 4004, 400b, 400c zoals een scharnier, een beugel, een ventilatie-onderdeel, een sensor zoals een regendetector, een verlichtingselement, een draagstructuur, bijvoorbeeld voor één of meer kabels of draden, etc. Figuur 1 toont vier functionele stukken 4004, 400b, 400c: twee functionele stukken 400a die zijn bevestigd in een eerste inzetstuk 300 en twee functionele stukken 400b, 400c die zijn bevestigd in een tegenoverliggend tweede inzetstuk 300. Zoals schematisch getoond is, kan een separaat functioneel stuk 4004, 400b, 400c naar binnen of naar buiten uitsteken: stuk 400b steekt naar binnen uit en kan bijvoorbeeld bedoeld zijn voor het bevestigen van een sensor, een verlichtingselement, een scherm, en meer algemeen elk element dat nodig kan zijn aan de binnenzijde van het daksamenstel. Stukken 4004 en 400c steken naar buiten uit, en zijn bedoeld om een functie te vervullen aan de buitenzijde van het daksamenstel. In figuur 1 zijn de stukken 40024, 400b, 400c schematisch getoond als in hoofdzaak plaatvormige stukken maar deze stukken 4004, 400b, 400c zullen typisch een vorm hebben die aangepast is aan de gewenste functie van het stuk. De naar buiten uitstekende stukken 4004 kunnen bijvoorbeeld gevormd zijn om scharnieren te vormen, zie ook figuren 6-8 die hierna zullen worden besproken.
Het inzetstuk 300 heeft een eerste gedeelte 301 dat verzonken in het frame 100 is aangebracht, en een tweede gedeelte 302 dat uitsteekt uit het frame 100. In de getoonde uitvoeringsvorm is het inzetstuk 300 zodanig aangebracht dat het tweede gedeelte 302 uitsteekt aan een onderzijde van het frame 100. De onderzijde is gerefereerd aan een gebruik als daksamenstel. Wanneer het getoonde samenstel gebruikt wordt als raamsamenstel zal dit dus een verticale of schuine binnenzijde zijn. De uitvinding is echter niet beperkt tot het gebruik van een inzetstuk 300 aan de onderzijde van het frame 100. Meer algemeen kan het inzetstuk 300 op een willekeurig plaats bevestigd zijn in het frame 100, en in het bijzonder daar waar functionele stukken 400a, 400b, 400c nodig zijn.
Rondom de één of meer inzetstukken 300 is bij voorkeur een afdichting 190 aangebracht. Dit kan bijvoorbeeld één integrale afdichting 190 zijn waarin uitsparingen zijn voorzien ter hoogte van de inzetstukken 300. Volgens een alternatief kan een eerste afdichtingskader zijn voorzien langs de buitenomtrek van de onderzijde van het frame 100, rondom de inzetstukken 300, en een tweede afdichtingskader langs een binnenomtrek van de onderzijde van het frame 100, zodanig dat de één of meer inzetstukken 300 tussen het eerste en tweede afdichtingskader liggen. Verder begrijpt de vakman dat de afdichting optioneel verder afgewerkt kan worden ter hoogte van de functionele stukken 4004, 400b, 400c.
Een eerste uitvoeringsvorm van het inzetstuk 300 is in meer detail getoond in figuren 2A, 2B, 3A, 3B. Een tweede uitvoeringsvorm van het inzetstuk 300 is in meer detail getoond in figuren 4A, 4B, SA, 5B. Gelijkaardige onderdelen zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers.
Het tweede gedeelte 302 van het inzetstuk 300 dat uitsteekt uit het frame 100 omvat een eerste zijwand 310 en een daartegenover gelegen tweede zijwand 320. De eerste en tweede zijwanden 310, 320 zijn ingericht om het functioneel stuk 400 in een eerste richting X gaande van de eerste zijwand 310 naar de tweede zijwand 320, en in een tweede richting Y parallel aan de eerste en/of tweede zijwand 310, 320, in hoofdzaak te vergrendelen.
Of, met andere woorden, de zijwanden 310, 320 en het functioneel stuk 440 zijn zodanig ingericht dat het functioneel stuk 400 nagenoeg onbeweeglijk is in de X- en Y-richting nadat dit aangebracht is in het inzetstuk 300. Merk op dat het mogelijk is om nog enige speling (bijvoorbeeld een speling kleiner dan 5 mm, bij voorkeur kleiner dan 3 mm) te voorzien, maar het inzetstuk 300 zal wel een aanslag vormen die een beweging van het functioneel stuk 400 in de X- en in de Y-richting tegengaat, na plaatsing van een verend element 500, zie verder.
Het verend element 500 werkt samen met de eerste en/of tweede zijwand 310, 320 en met het functioneel stuk 400 om het functioneel stuk 400 vast te zetten in het inzetstuk 300, en meer bepaald om een vergrendeling in de Z-richting teweeg te brengen.
Het verend element 500 heeft een eerste verend been 501 en een tweede verend been 502 die verbonden zijn door een middengedeelte 503. Het eerste en tweede verend been 501, 502 grijpen aan op een eerste en twee aanslaglocatie A1, A2 van het functioneel stuk en/of van het inzetstuk, welke eerste en tweede aanslaglocaties Al, A2 in de Y richting op een afstand van elkaar zijn gelegen.
In de uitvoeringsvorm van figuren 2A, 2B, 3A, 3B is de eerste en de tweede zijwand 310, 320 voorzien is van een aantal uitsparingen 311’ waarin overeenstemmende flenzen 411’ van het functioneel stuk 400 zijn opgenomen.
Meer in het bijzonder is de eerste en de tweede zijwand 310,
320 respectievelijk voorzien van een eerste en een tweede vleugel 313, 323 die gericht is naar binnen gericht is, respectievelijk de overstaande tweede en de eerste zijwand 310, 320. Deze vleugels 313, 323 strekken zich aldus uit over het verzonken eerste gedeelte 310. Het functioneel stuk 400 is ingericht om aan een eerste kant 413 onder de vleugel 313 aangebracht te worden, en aan een andere kant 414 boven de tweede vleugel 323 aangebracht te worden.
Aan deze andere kant 414 kan dan een bepaalde functie (niet getoond) zijn voorzien, zoals bijvoorbeeld een scharnierdeel of een drager waarop een sensor bevestigbaar is.
Merk op dat de “andere kant 414” naar wens kan uitsteken aan een buitenzijde en/of binnenzijde van het daksamenstel zoals hierboven werd beschreven voor figuur 1. De uitsparingen 311’ zijn voorzien zijn in de eerste en tweede vleugel 313, 323, op een steekafstand van elkaar gezien in de Y-richting.
Deze steekafstand is zodanig dat een eerste en tweede overeenstemmende flens 411’ van een functioneel stuk 400 door een eerste en tweede uitsparing 311’ in de tweede vleugel 323 steken.
De eerste en tweede overeenstemmende flens 411’ stekken zich in hoofdzaak in de Z-richting uit, en zijn afgemeten op een vergrendeling in de X-en Y richting te weeg te brengen. Het functioneel stuk 400 kan aangebracht worden door eerst de eerste kant 413 onder de eerste vleugel 313 aan te brengen in een schuine stand van het functioneel stuk en door vervolgens de tweede kant 414 naar onder te bewegen tussen de eerste en tweede zijwand 310, 320.
Het verend element 500 is in hoofdzaak U-vormig. Het eerste en het tweede verend been 501, 502 van het verend element 500 zijn gekoppeld met de eerste en tweede overeenstemmende flens 411’. Daartoe kan het eerste en tweede been 501, 502 voorzien zijn van een eerste en tweede einddeel 531, 532 die door een eerste en tweede gat 431, 432 in de eerste en tweede overeenstemmende flens 411’ steken. Het verend element 500 heeft een middengedeelte 503 dat het eerste en het tweede verend been 501, 502 met elkaar verbindt, en het middengedeelte 503 is ingericht is om gedeeltelijk onder de vleugel 313 aan te grijpen. Daartoe vertoont het middengedeelte 503 een aangepaste kromming.
Optioneel kunnen in de flenzen 411’ bijkopende gaten 443, 444 zijn voorzien voor het aanbrengen van één of meer assen. Deze één of meer assen kunnen optioneel verder door gaten in bijkomende lipjes 441, 442 steken. Door de mogelijkheid te bieden om één of meer assen te bevestigen in het functioneel stuk 400 kunnen bijkomende functionaliteiten worden gerealiseerd.
In de uitvoeringsvorm van figuren 4A, 4B, 5A, 5B is, om de vergrendeling in de X/Y-richting te verwezenlijken, de eerste wand 310 voorzien van een aantal openingen 311 waardoor overeenstemmende flenzen 411 van het functioneel stuk steken. De openingen 311 zijn bij voorkeur gevormd als langwerpige sleuven die zich bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig aan een vlak van het frame 100 uitstrekken, i.e. in de Y-richting. Deze sleufvormige openingen 311 zijn met name geschikt om samen te werken met een plaatvormig functioneel stuk 400 dat op eenvoudige wijze kan zijn voorzien van flenzen 411 die aangepast zijn om in de sleuven 311 te passen. In de tweede zijwand 320 is een uitsparing 330 voorzien die gelegen is tegenover één of meer openingen 311 in de eerste zijwand 310. Het functioneel stuk 400, bij voorkeur een stuk met een plaatvormig deel, kan zich dan uitstrekken doorheen uitsparing 330 naar de eerste zijwand 310, waarbij de flenzen 411 aangebracht worden in de overeenstemmend openingen 311. Om de vergrendeling in de Y-richting te verwezenlijken, is het functioneel stuk voorzien van inkepingen 421, 422 waarin wanddelen 353 van de tweede zijwand 320 zijn aangebracht. Meer in het bijzonder kan de tweede zijwand 320 zijn voorzien van een aantal op een steekafstand van elkaar aangebrachte opstaande vergrendelflenzen 350 met een middendeel 351 dat, gezien in een longitudinale richting van het inzetstuk 300, smaller is dan twee aangrenzende buitendelen 352,
353. Het onderste buitendeel 353 is ingericht om samen te werken met de inkeping 421, 422 in het functioneel stuk 400. Het verend element 500 strekt zich uit tussen het onderste en bovenste buitendeel 352, 353. Het verend element 500 heeft een eerste verend been 501 en een tweede verend been 502 welke onderling verbonden zijn door een middengedeelte 503, zie figuur 4A. Het eerste been 501 grijpt aan tussen een eerste bovenste buitendeel 352 en het functioneel stuk 400, en het tweede been 502 grijpt aan tussen een tweede bovenste buitendeel 352 en het functioneel stuk 400. Op die manier kan het verend element 500 het functioneel stuk 400 in hoofdzaak in de Z-richting vergrendelen in het inzetstuk 300. Dit verend element 500 kan eenvoudig aangebracht worden in het inzetstuk 300 na het aanbrengen van het functioneel stuk 400. In een voordelige uitvoeringsvorm is het verend element 500 in hoofdzaak U-vormig. Verder kan het eerste been 501 en/of het tweede been 502 aan een uiteinde voorzien zijn van een U-vormig of anders gekromd deel 511, 512. De U-vormige of anders gekromde delen 511, 512 zijn bedoeld om zich uit te strekken tot voorbij een buitenzijde van de tweede zijwand 320 en om aan te grijpen tegen een buitenzijde van de vergrendelflenzen
350. Op die manier kan het verend element 500 dus stevig verankerd worden tussen twee vergrendelflenzen 350, om het daaronder gelegen functioneel stuk 400 vast te zetten. Het verend element 500 is bij voorkeur opgenomen in een veerhouder 600, waarbij de veerhouder zich uitstrekt tussen de eerste zijwand 310 en de tweede zijwand 320. De eerste zijwand 310 is bij voorkeur voorzien van een bovenrand 315, Zie figuur 4A, die zich optioneel over de veerhouder 600 uitstrekt (niet getoond). De veerhouder 600 zorgt ervoor dat het verend element 500 in de juiste positie blijft, en vergemakkelijkt verder het aanbrengen van het verend element 500. Figuur 4B toont de veerhouder 600 in de gemonteerde toestand. Figuur 5A toont de veerhouder 600 in de gedemonteerde toestand, waarin de achterzijde 610 van de veerhouder 600 zichtbaar is. De veerhouder 600 is aan een naar het functioneel stuk 400 gerichte onderzijde 610 voorzien van een aantal uitstekende delen 611, 612, en het verend element 500 is aangebracht rond en/of tussen deze uitstekende delen. De uitstekende delen kunnen bijvoorbeeld een aantal pinnen 612 en/of een aantal ribben 611 omvatten. De uitstekende delen 611, 612 zorgen ervoor dat het verend element 500 vastgezet kan worden in de veerhouder 600. Daarnaast kunnen de uitstekende delen verder zorgen voor een verankering van de veerhouder 600 in het functioneel stuk 400. In het geïllustreerde voorbeeld strekken de pinnen 612 zich uit in overeenstemmende gaten 412 in het functioneel stuk 400, zie figuur 5A. Op die manier kan de veerhouder 600 dus verankerd worden in het functioneel stuk 400 met tussenvoeging van het verend element 500. De U-vormige delen 511, 512 steken uit van onder de veerhouder 600, en zijn bedoeld om door de vergrendelflenzen 350 te lopen, zoals hierboven werd uiteengezet.
Het frame 100 is bij voorkeur vervaardigd uit een kunststof materiaal, bij voorkeur een uitgeharde polymeersamenstelling en bijvoorbeeld een uitgehard polyurethaan (PUR) materiaal. Om een goede verankering van het inzetstuk 300 in het frame 100 te verkrijgen, kan het inzetstuk 300 voorzien zijn van een groot aantal openingen 360 waarin zich kunststofmateriaal uitstrekt, zie bijvoorbeeld figuur 3A en figuur 5A. Het inzetstuk 300 is bij voorkeur gevormd als een U-profiel met een bodemdeel 305 dat niet volledig vlak is. In de geïllustreerde varianten heeft het bodemdeel 305 een centraal deel 3054 met een eerste reeks openingen 360 en twee verdiepte delen 305b met openingen 360 aan weerszijden van het centraal deel 305a.
Het inzetstuk 300 is bij voorkeur langwerpig en strekt zich bij voorkeur uit over ten minste 20% van een lengte van een zijde van het frame 100, wanneer dit frame veelhoekig is, en/of over ten minste 10% van een omtrek van het frame 100. Zoals geïllustreerd is in figuur 1 kunnen meerdere functionele stukken 400a, 400b, 400c verankerd zijn in hetzelfde inzetstuk 300. Zo kunnen bijvoorbeeld twee scharnierstukken 4004 opgenomen zijn in een eerste inzetstuk 300 aan een eerste zijde van het daksamenstel, en kan een derde en vierde inzetstuk 400b, 400c bijvoorbeeld in de vorm van een beugel verankerd zijn in een tweede inzetstuk 300 dat voorzien is aan een tweede zijde van het daksamenstel. Verder wordt opgemerkt dat het inzetstuk 300 niet voorzien moet zijn op een onderzijde van het daksamenstel, maar ook voorzien kan zijn voorzien aan een bovenzijde of aan een omtrekswand van het frame 100. Meer algemeen kan het inzetstuk 300 voorzien zijn op elke geschikte locatie in het frame 100. Verder kunnen ook verschillende types inzetstukken 300 voorzien zijn in het frame 100.
In een voordelige uitvoeringsvorm is het inzetstuk 300 vervaardigd uit metaal of uit een vezel- versterkt materiaal. Het inzetstuk 300 kan bijvoorbeeld een gestanst en gerold profiel zijn.
Figuren 6, 7 en 8 illustreren verder ontwikkelde voorbeelduitvoeringen van daksamenstellen volgens de uitvinding.
Figuren 6 en 7 tonen twee mogelijke uitvoeringen van een daksamenstel met drie licht doorlatende wandelementen 201, 202, 203, bijvoorbeeld uit glas of uit kunststof, die op een afstand van elkaar zijn aangebracht in een frame 100 met tussenvoeging van afstandhouders 180. In figuur 6 zijn twee licht doorlatende platen en één koepelschaal gecombineerd, terwijl in figuur 7 drie koepelschalen gecombineerd zijn. De afstandhouders 180 die gebruikt worden aan de onderzijde van een Kkoepelschaal kunnen bijvoorbeeld gevormd zijn zoals beschreven in Belgische octrooiaanvraag BE2019/5474 op naam van aanvraagster. Optioneel kan tussen de plaatelementen 201, 202, 203 een gas, zoals lucht of argon, zijn aangebracht.
Het frame 100 kan bijvoorbeeld voorzien worden gebruik makend van de werkwijze beschreven in de Europese octrooiaanvraag EP 3 460 160 A1 op naam van Aanvraagster, welke hier door verwijzing is opgenomen.
Het frame 100 strekt zich uit tot tegen een onderzijde van het onderste plaatelement 201. In het frame is een inzetstuk 300 opgenomen, bijvoorbeeld op de hierboven beschreven wijze.
Het daksamenstel is aangebracht op een omtreksdeel van de opstand 700 die bijvoorbeeld vervaardigd is uit PVC.
Optioneel kan een kern 710 voorzien zijn in de opstand, bijvoorbeeld vervaardigd uit EPS.
In de varianten van figuren 6 en 7 is een scharnierstuk 400 bevestigd in het inzetstuk 300 op de in figuren 2A, 2B, 3A, 3B geïllustreerde manier.
Het scharnierstuk 400 werkt samen met een tweede scharnierstuk 800 dat bevestigd is aan de opstand 700. Verder is aan weerszijden van het inzetstuk 300 een afdichting 190 voorzien, bijvoorbeeld een schuimmateriaal zoals een (ethyleen-propyleen-dieen-monomeer (EPDM) schuim.
Figuur 8 toont een uitvoering die gelijkaardig is aan deze van figuur 7, met dit verschil dat in het frame 100 eerste, tweede en derde glas- of kunststofplaten 201, 202, 203 zijn opgenomen.
Tussen de eerste, tweede en derde platen 201, 202, 203 kan bijvoorbeeld argon zijn voorzien.
De vakman begrijpt dat vele varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding, dat enkel bepaald wordt door de hiernavolgende conclusies.

Claims (31)

CONCLUSIES
1. Dak- of raamsamenstel omvattende een frame (100) en één of meer daarin opgenomen plaat- en/of koepelelementen (200), waarbij in het frame ten minste één inzetstuk (300) is opgenomen, en waarbij ten minste één functioneel stuk (400, 4004, 400b, 400c) mechanisch bevestigd is in het inzetstuk, met het kenmerk, dat het inzetstuk een eerste gedeelte (301) heeft dat verzonken aangebracht is in het frame, en een tweede gedeelte (302) dat uitsteekt uit het frame, waarbij het tweede gedeelte een eerste zijwand (310) en een daartegenover gelegen tweede zijwand (320) omvat die via het eerste gedeelte met elkaar zijn verbonden, waarbij de eerste en tweede zijwanden (310, 320) zijn ingericht om het functioneel stuk (400) in een eerste richting (X) gaande van de eerste naar de tweede zijwand, en in een tweede richting (Y) parallel aan de eerste en/of tweede zijwand, in hoofdzaak te vergrendelen, verder omvattende cen verend element (500) dat samenwerkt met ten minste één van de eerste en twee zijwand en met het functioneel stuk om het functioneel stuk vast te zetten in het inzetstuk.
2. Dak- of raamsamenstel volgens conclusie 1, waarbij de eerste en/of de tweede zijwand (310, 320) voorzien is van een aantal uitsparingen of openingen (311’, 311) waarin overeenstemmende flenzen (411’, 411) van het functioneel stuk opgenomen zijn.
3. Dak- of raamsamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste en/of de tweede zijwand (310, 320) voorzien is van een vleugel (313, 323) die gericht is naar respectievelijk de overstaande tweede en/of de eerste zijwand (310, 320), en het functioneel stuk ingericht is om aan één kant (413) onder de vleugel (313) aangebracht te worden.
4. Dak- of raamsamenstel volgens conclusie 2 en 3, waarbij de uitsparingen (311”) ten minste gedeeltelijk voorzien zijn in de vleugel (313, 323).
5. Dak- of raamsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij het functioneel stuk voorzien is van een eerste en tweede overeenstemmende flens (411”) die in hoofdzaak loodrecht op de eerste en tweede richting (X, Y) zijn gericht en door een eerste en tweede uitsparing (311°) in de vleugel (323) steken.
6. Dak- of raamsamenstel volgens één der conclusies 3-5, waarbij de eerste en tweede zijwand (310, 320) voorzien is van respectievelijk een eerste en tweede vleugel (313, 323) die respectievelijk gericht is naar de overstaande tweede en eerste zijwand (310, 320), en het functioneel stuk ingericht is om aan één kant (413) onder de eerste vleugel (313) aangebracht te worden en aan een andere kant (414) boven de tweede vleugel (323) aangebracht te worden.
7. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste zijwand (310) voorzien is van een aantal openingen (311) waardoor overeenstemmende flenzen (411) van het functioneel stuk steken.
8. Dak- of raamsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de openingen (311) gevormd zijn als langwerpige sleuven, die zich bij voorkeur in hoofdzaak parallel aan een vlak van het frame (100) uitstrekken.
9. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede zijwand (320) voorzien is van een uitsparing (330) waardoor een deel van het functioneel stuk (400) steekt en waarin het verend element (500) aangrijpt om het functioneel stuk vast te zetten.
10. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het verend element (500) een eerste verend been (501) en een tweede verend been (502) heeft welke respectievelijk aangrijpen op een eerste en tweede aanslaglocatie (A1, A2) van het functioneel stuk en/of van het inzetstuk, welke eerste en tweede aanslaglocaties in de tweede richting (Y) op een afstand van elkaar zijn gelegen.
11. Dak- of raamsamenstel volgens conclusie 5 en 10, waarbij het eerste en het tweede verend been gekoppeld zijn met de eerste en tweede overeenstemmende flens (411°).
12. Dak- of raamsamenstel volgens conclusie 3 en 10 of 11, waarbij het verend element een middengedeelte (503) omvat dat het eerste en het tweede verend been (501, 502) met elkaar verbindt, en het middengedeelte ingericht is om gedeeltelijk onder de vleugel (313) aan te grijpen.
13. Dak- of raamsamenstel volgens conclusie 9 en 10, waarbij het eerste en het tweede verend been tussen respectievelijk een eerste rand van de uitsparing (330) en het functioneel stuk en tussen een tweede rand van de uitsparing (330) en het functioneel stuk.
14. Dak- of raamsamenstel volgens één der conclusies 10-13, waarbij het verend element in hoofdzaak U-vormig is.
15. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een veerhouder (600) waarin het verend element is opgenomen, welke veerhouder zich tussen de eerste en de tweede zijwand uitstrekt.
16. Dak- of raamsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de eerste en/of de tweede zijwand voorzien is van een bovenrand die zich over de veerhouder uitstrekt.
17. Dak- of raamsamenstel volgens de conclusie 15 of 16, waarbij de veerhouder (600) aan een naar het functioneel stuk (400) gerichte zijde (610) is voorzien van een aantal uitstekende delen (611, 612), zoals pinnen of ribben, waarbij het verend element (500) aangebracht is rond en/of tussen deze uitstekende delen.
18. Dak- of raamsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de uitstekende delen (612) zich uitstrekken tot in gaten (412) in het functioneel stuk.
19. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het functioneel stuk (400) aan tegenoverliggende zijden voorzien is van telkens een inkeping (421, 422) die samenwerkt met een wanddeel (353) van de tweede zijwand (320).
20. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het frame (100) vervaardigd is uit een kunststof materiaal, bij voorkeur een uitgeharde polymeersamenstelling, bijvoorbeeld een uitgehard PUR materiaal, en waarbij het eerste gedeelte van het inzetstuk voor zien van meerdere openingen (361, 362, 363) waarin zich kunststofmateriaal uitstrekt.
21. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het inzetstuk (300) langwerpig is en zich uitstrekt over ten minste 20% van een lengte van een zijde van het frame, en/of over ten minste 10% van een omtrek van het frame.
22. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het inzetstuk een gestanst en gerold profiel is.
23. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het inzetstuk vervaardigd is uit metaal of uit een vezel-versterkt materiaal.
24. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de één of meer plaat- en/of koepelelementen (200) ten minste twee plaat- en/of koepelelementen (201, 202, 203) omvatten die evenwijdig aan elkaar aangebracht zijn in het frame.
25. Dak- of raamsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij tussen de ten minste twee plaat- en/of koepelelementen een afstandhouder is aangebracht, en het frame gevormd is uit cen uitgehard dichtingsmateriaal dat zich uitstrekt langs de volledige omtrek van de ten minste twee plaat- en/of koepelelementen tot tegen de afstandhouder, waarbij het dichtingsmateriaal gehecht is aan de volledige omtrek van de ten minste twee plaat- en/of koepelelementen en aan de afstandhouder.
26. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het frame (100) zich uitstrekt tot aan een onderzijde (210) van de één of meer plaat- en/of koepelelementen (200), en het inzetstuk (300) is voorzien in het deel van het frame dat aan de onderzijde is gelegen.
27. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het frame (100) een in hoofdzaak rechthoekige omtrek heeft.
28. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de één of meer plaat- en/of koepelelementen één of meer van de volgende omvatten: een glasplaat, een glaskoepel, cen polycarbonaatplaat, een polycarbonaatkoepel.
29. Dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de één of meer plaat- en/of koepelelementen een plaat en een koepel omvatten.
30. Inzetstuk voor gebruik in een dak- of raamsamenstel volgens één der voorgaande conclusies.
31. Samenstel van een inzetstuk (300), een functioneel stuk (400), en een verend element (500) voor gebruik in cen dak- of raamsamenstel volgens één der conclusies 1-22.
BE20195847A 2019-11-29 2019-11-29 Dak- of raamsamenstel met inzetstuk BE1027818B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195847A BE1027818B1 (nl) 2019-11-29 2019-11-29 Dak- of raamsamenstel met inzetstuk
EP20210742.1A EP3828361A1 (en) 2019-11-29 2020-11-30 Roof or window assembly with insert

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195847A BE1027818B1 (nl) 2019-11-29 2019-11-29 Dak- of raamsamenstel met inzetstuk

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027818A1 BE1027818A1 (nl) 2021-06-25
BE1027818B1 true BE1027818B1 (nl) 2021-07-01

Family

ID=68807936

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195847A BE1027818B1 (nl) 2019-11-29 2019-11-29 Dak- of raamsamenstel met inzetstuk

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3828361A1 (nl)
BE (1) BE1027818B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4344144A1 (de) * 1992-12-23 1994-07-07 Lanz Oensingen Ag Montageschiene für Installationen in Gebäuden
CA2193426A1 (en) * 1996-12-19 1998-06-19 Gilbert Paul Robinson Raceway attachment fastener
EP2868831A1 (de) * 2013-10-31 2015-05-06 JET Tageslicht und RWA GmbH Lichtkuppel, Klappe und/oder Rauchabzugseinrichtung
EP3460160A1 (en) * 2017-05-24 2019-03-27 Skylux N.V. Method for manufacturing a multiwalled device, in particular a multiwalled roof device

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019311A4 (nl) 2011-03-18 2012-05-08 Plastics Nv Ag Profielsamenstel voor een daklichtelement.
BE1020769A3 (nl) 2012-06-29 2014-04-01 Rik Glorieux Koepelinrichting met meerdere koepelschalen.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4344144A1 (de) * 1992-12-23 1994-07-07 Lanz Oensingen Ag Montageschiene für Installationen in Gebäuden
CA2193426A1 (en) * 1996-12-19 1998-06-19 Gilbert Paul Robinson Raceway attachment fastener
EP2868831A1 (de) * 2013-10-31 2015-05-06 JET Tageslicht und RWA GmbH Lichtkuppel, Klappe und/oder Rauchabzugseinrichtung
EP3460160A1 (en) * 2017-05-24 2019-03-27 Skylux N.V. Method for manufacturing a multiwalled device, in particular a multiwalled roof device

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027818A1 (nl) 2021-06-25
EP3828361A1 (en) 2021-06-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5678376A (en) Universal intercept clip
EP3862524A1 (en) Modular glass door assembly
EA010224B1 (ru) Стеновой или дверной элемент
KR102082429B1 (ko) 창호용 호차
BE1027818B1 (nl) Dak- of raamsamenstel met inzetstuk
US6711854B1 (en) Child safety barrier with plate-shaped member for displaying information, pictures or mounting of items
US5822926A (en) Structure for mounting cremorne lock and reinforcing member in vertical frame element constituting door or window leaf
US20070022571A1 (en) Three-piece hinge
KR20170036911A (ko) 도어 프레임
US20030208975A1 (en) Ventilated interlocking translucent blocks
CN111655079B (zh) 用于抽屉的框架
KR101473753B1 (ko) 텐션클립을 이용한 패널
KR101938285B1 (ko) 그레이팅 안전 덮개
KR200476548Y1 (ko) 프로파일, 이를 이용한 안전 방충망용 프레임 및 이 프레임을 이용한 방충망의 시공방법
US7676989B2 (en) Modular spring mounting for a sash window counterbalance arrangement
JP7184450B2 (ja) 間仕切り体
KR20220028313A (ko) 조립식 간살이 설치된 도어
EP2096249A1 (en) Mounting bracket for connecting a window or door frame to an opening
KR101837466B1 (ko) 방충망 조립체
CN109952218A (zh) 具有可闩锁盖的压力释放组装件
BE1024504A9 (nl) Dakinrichting
JP4925282B2 (ja) 覗き窓
KR101666435B1 (ko) 안전형 방충망
JPH09151418A (ja) 遮音板
KR102646086B1 (ko) 방충망용 호차

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210701

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20211130