BE1027272B1 - Waterdichte wandpaneelconstructie - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op wandelementen en -constructiemethoden. De wandelementen en -methoden zijn geschikt voor gebouwen, zwembaden, kelders en andere constructies.

Description

* BE2019/5310

WATERDICHTE WANDPANEELCONSTRUCTIE

TECHNISCH GEBIED Deze uitvinding heeft betrekking op wandelementen en -constructiemethoden. De wandelementen en -methoden zijn geschikt voor gebouwen, zwembaden, kelders en andere constructies.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING In de bouw worden wandelementen gebruikt om in korte tijd een afgebakende, meerhoekige of ronde structuur te maken. Deze wandelementen worden in bepaalde toepassingen doorgaans met verschillende materialen bedekt voor een waterdichte afdichting. Deze waterdichte afdichting kan zeer nuttig zijn bij het bouwen van zwembaden en kelders.

Gekende wandelementen zijn bijvoorbeeld geopenbaard in FR2492435(A1) en US3298883(A).

Een nadeel van de waterdichte wandelementen die tegenwoordig worden gebruikt voor zwembaden en kelders is dat extra materialen nodig zijn (bv. onderlagen en polyestercoating) om de constructie waterdicht te maken. Dit is vaak een tijdrovend en duur proces. Bovendien kan met sommige technieken niet altijd volledige waterdichtheid worden gegarandeerd wanneer de panelen ter plaatse worden gemonteerd.

Het is dan ook een logisch gevolg dat de bestaande middelen voor het waterdicht maken van zwembaden meestal geprefabriceerde constructies zijn die buiten de bouwplaats zijn gemonteerd en getest op waterdichtheid. Dergelijke geprefabriceerde zwembaden zijn echter moeilijk te vervoeren en te installeren. Dit proces is in de praktijk dan ook een dure, lastige procedure die veel tijd, focus en kennis vereist.

Een ander nadeel van wandelementen die momenteel worden gebruikt bij waterdichte constructie ter plaatse, heeft betrekking op de verbinding tussen de aangrenzende wandelementen. Voor verbinding van alle aangrenzende wandelementen is een groot aantal bevestigingsmiddelen (bv. bouten en schroeven) nodig, wat ook veel tijd kost.

Ten slotte zijn wandelementen vaak behoorlijk dik en zwaar om voor voldoende stevigheid te zorgen, waardoor het transport en de hanteerbaarheid hiervan problemen oplevert.

Rekening houdend met deze nadelen is er in de kunst nog steeds behoefte aan wandelementen die kunnen worden gebruikt voor waterdichte constructies die

? BE2019/5310 gemakkelijk kunnen worden verplaatst, geïnstalleerd en aangesloten en die een waterdichte constructie mogelijk maken.

De onderhavige uitvinding voorziet in een oplossing voor deze nadelen met een stevig wandelement dat gemakkelijk te installeren is. Bovendien zorgt de unieke combinatie van het materiaal en de vorm van de panelen voor een naadloze waterdichte verbinding van de aangrenzende wandelementen zonder dat er verbindingsmiddelen of extra afdichtingsmaterialen nodig zijn.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding voorziet in een gemakkelijk te installeren wandelement dat een naadloze waterdichte verbinding tussen de aangrenzende wandelementen vormt. Dit doel wordt bereikt door een product in overeenstemming met de onderhavige uitvinding.

Dit wandelement is een samengesteld paneel dat twee panelen omvat die met elkaar zijn verbonden.

Het is een voordeel van uitvoeringen van deze uitvinding dat er geen verbindingsmiddelen nodig zijn voor de aangrenzende wandelementen.

Het is een voordeel van uitvoeringen van deze uitvinding dat een waterdichte verbinding tussen de aangrenzende wandelementen kan worden verkregen zonder extra materialen te hoeven installeren.

Het is een voordeel van uitvoeringen van deze uitvinding dat de verbinding tussen de aangrenzende wandelementen zowel waterdicht als naadloos kan zijn.

Het is een voordeel van uitvoeringen van deze uitvinding dat het eerste en tweede paneel van een wandelement kunnen worden verbonden zonder extra verbindingsmiddelen.

Het is een voordeel van uitvoeringen van deze uitvinding dat de wandelementen licht vervormbaar zijn.

Om deze voordelen te verkrijgen, maakt een eerste uitvoering gebruik van een wandelement dat in de bouw wordt gebruikt, dat een eerste paneel met een eerste zijvlak en een tweede zijvlak tegenover dit eerste zijvlak omvat, waarbij het tweede zijvlak bevestigd is aan een eerste zijvlak van een tweede paneel. Het tweede paneel moet het eerste zijvlak en een tweede zijvlak tegenover het eerste zijvlak hebben, waarbij het eerste paneel bestaat uit thermoplastisch materiaal en het tweede paneel uit golfplaatmateriaal met minstens één kam 17, één golving 12 en meerdere openingen 10, waarin minstens een eerste deel van meerdere openingen 10A van het tweede paneel zich bevindt op minstens één kam van de golfplaat, om minstens aan een deel van het thermoplastisch materiaal plaats te bieden, en zo een verbinding te vormen tussen het eerste en het tweede paneel. In een uitvoering wordt minstens één golving van de golfplaat van het wandelement verticaal geplaatst ten opzichte van het eerste paneel in rechtopstaande positie. Een andere uitvoering omvat minstens één golving van het wandelement zoals hierin gedefinieerd uit een vlak oppervlak.

In nog een andere uitvoering wordt minstens een tweede deel van de veelheid aan openingen van het wandelement verdeeld over minstens één golving van de golfplaat.

In sommige uitvoeringen bestaat het wandelement uit minstens één balk 14 en/of één wandbeugel 15.

Bij een uitvoering wordt minstens één balk van het wandelement op het tweede paneel gemonteerd, waardoor dit minstens met een deel van het tweede deel van de openingen in aanraking komt.

In een volgende uitvoering wordt minstens één wandbeugel van het wandelement, zoals hierin gedefinieerd, direct of indirect op het tweede paneel gemonteerd.

In een tweede uitvoering wordt het gebruik van het wandelement in overeenstemming met de uitvinding voor de bouw van een zwembad beschreven. Bij sommige uitvoeringen kan het wandelement bij de bouw van een zwembad worden gebruikt als vloerplaat.

Bij sommige uitvoeringen kan het wandelement bij de bouw van een zwembad worden gebruikt als extra structureel element (bv. een trap).

In een derde uitvoering wordt een methode beschreven voor de installatie van het wandelement in overeenstemming met de uitvinding.

Deze methode omvat dat het wandelement rechtop wordt gezet en een vloeibare, uithardende constructiemix aan de kant van het tweede paneel wordt gegoten, waardoor het tweede paneel minstens gedeeltelijk hiermee kan worden bedekt.

In een geprefereerde uitvoering kan de vloeibare, uithardende constructiemix van de methode in overeenstemming met de uitvinding door het tweede deel van de openingen van het golfplaatmateriaal lekken, waardoor minstens een deel van het tweede paneel in de vloeibare, uithardende constructiemix kan worden ingebed.

In een andere uitvoering omvat de methode voor de constructie van het wandelement in overeenstemming met de uitvinding het verhitten van minstens een deel van het thermoplastische materiaal en wordt minstens het eerste deel van de openingen van het tweede paneel in contact gebracht met het verhitte thermoplastische materiaal van het eerste paneel, zodat het thermoplastische materiaal een verbinding vormt tussen het eerste en het tweede paneel.

In nog een andere uitvoering omvat de constructie van het wandelement in overeenstemming met de uitvinding de montage van minstens één balk 14 op het tweede paneel 5 en wordt minstens één wandbeugel 15 direct of indirect op het tweede paneel gemonteerd.

In een volgende uitvoering voorziet deze uitvinding een methode voor het maken van een wandconstructie waarbij de aangrenzende eerste panelen van minstens twee wandelementen met elkaar in contact worden gebracht en minstens een deel van de aangrenzende eerste panelen met elkaar worden versmolten door minstens een deel van het thermoplastische materiaal van minstens twee wandelementen te verhitten.

In een andere uitvoering wordt de methode voor het maken van een wandconstructie gekenmerkt door het feit dat de verbinding tussen minstens twee wandelementen waterdicht is.

In een vierde uitvoering heeft de uitvinding betrekking op een bouwkit, die een wandelement en een bodemplaat omvat die op het eerste paneel van het wandelement kan worden geplaatst.

> BE2019/5310 In een geprefereerde uitvoering omvat de bouwkit in overeenstemming met de uitvinding ook minstens één balk. In een geprefereerde uitvoering omvat de bouwkit in overeenstemming met de uitvinding ook minstens één wandbeugel. In een volgende uitvoering heeft de uitvinding betrekking op een methode voor de bouw van een waterdichte ruimte, zoals een zwembad of een waterdichte kelder, die diverse met elkaar verbonden wandelementen omvat. Bij deze uitvoering kunnen de wandelementen ook worden gebruikt als vloerplaten in de waterdichte ruimte. Bepaalde en geprefereerde uitvoeringen van de uitvinding worden beschreven in de bijgevoegde onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met die van onafhankelijke en andere afhankelijke conclusies, voor zover dit van toepassing is en niet alleen zoals uitdrukkelijk in de conclusies wordt aangegeven. De bovenstaande en andere kenmerken, functies en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen blijken uit de volgende gedetailleerde beschrijving, in combinatie met de begeleidende tekeningen, die als voorbeeld dienen voor de beginselen van de uitvinding. Deze beschrijving wordt alleen als voorbeeld gegeven, zonder het toepassingsgebied van de uitvinding te beperken. De referentiecijfers hieronder verwijzen naar de bijgevoegde tekeningen.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN Afbeelding 1 is een perspectief van een wandelement volgens een uitvoering van de onderhavige uitvinding. Afbeelding 2 is een vergroting van een randfragment van een wandelement volgens een uitvoering van de onderhavige uitvinding. Afbeelding 3 is een zijaanzicht van een wandelement volgens een uitvoering van de onderhavige uitvinding. Afbeelding 4 is een zijaanzicht van een wandelement volgens een uitvoering van de onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringen en bepaalde tekeningen, maar is hiertoe niet beperkt, behalve door de conclusies. De tekeningen, zoals verder beschreven, zijn slechts schematisch en niet-

° BE2019/5310 beperkend. In de tekeningen zijn sommige elementen mogelijk niet op schaal getekend ter illustratie. De afmetingen en relatieve afmetingen komen niet overeen met de feitelijke beperkingen in de praktijk.

Bovendien worden de termen eerste, tweede, verdere en soortgelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen en niet per se voor de beschrijving van een reeks, hetzij in de tijd, ruimte, rangorde of op enige andere wijze. Het is wel te verstaan dat de aldus gebruikte termen onder geschikte omstandigheden onderling verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringen van deze uitvinding in andere dan de hierin beschreven of geïllustreerde volgorde kunnen worden toegepast. De term 'omvat'’, die in de conclusies wordt gebruikt, mag niet worden geïnterpreteerd als beperkt zijnde tot de volgende middelen; andere elementen of stappen worden niet uitgesloten. Hiermee wordt de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, gehele getallen, stappen of onderdelen genoemd, maar de aanwezigheid of toevoeging van één of meer andere kenmerken, gehele getallen, stappen, onderdelen of groepen wordt hiermee niet uitgesloten. De reikwijdte van de uitdrukking ‘een product dat A en B omvat’ mag dus niet worden beperkt tot hulpmiddelen die uitsluitend bestaan uit de onderdelen A en B. Dit betekent dat de relevante onderdelen van het product A en B zijn en andere onderdelen zoals C aanwezig kunnen zijn in de onderhavige uitvinding. Wanneer in deze specificatie wordt verwezen naar 'één uitvoering’ of 'een uitvoering’, betekent dit dat een bepaalde functie of structuur, of een bepaald kenmerk die/dat betrekking heeft op de uitvoering, is opgenomen in minstens één uitvoering van de onderhavige uitvinding. Wanneer 'in één uitvoering’ of ‘in een uitvoering’ op verschillende plekken in deze specificatie wordt genoemd, verwijst dat niet per se naar dezelfde uitvoering. Bovendien kunnen bepaalde functies, structuren of kenmerken op elke passende wijze worden gecombineerd, zoals dat voor een gewone vakman in één of meer uitvoeringen van toepassing wordt geacht. Bovendien geldt dat de beschrijving van voorbeelden van uitvoeringen en verschillende kenmerken van de uitvinding soms worden gegroepeerd in één uitvoering, afbeelding of beschrijving om de openbaarmaking te stroomlijnen en toelichting te geven bij één of meerdere inventieve aspecten. Uit deze manier van openbaarmaking mag echter niet worden opgemaakt dat de geclaimde uitvinding meer kenmerken vereist dan in elke conclusie uitdrukkelijk wordt vermeld. Zoals uit de volgende conclusies blijkt, zijn de inventieve aspecten eerder in minder dan alle kenmerken van één hierboven genoemde uitvoering te vinden. Om deze reden zijn de conclusies die op de gedetailleerde beschrijving volgen uitdrukkelijk opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, waarbij elke conclusie een afzonderlijke uitvoering van deze uitvinding is. Hoewel sommige van de hierin beschreven uitvoeringen wel enkele maar geen andere kenmerken van andere uitvoeringen bevatten, vallen combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringen binnen het toepassingsgebied van de uitvinding en vormen ze samen verschillende uitvoeringen die door vakmensen zullen worden begrepen. In de volgende conclusies kunnen bijvoorbeeld alle geclaimde uitvoeringen in elke combinatie worden gebruikt. In de beschrijving die hierin wordt gegeven, worden diverse specifieke details genoemd. De uitvoeringen van de uitvinding worden echter toegepast zonder deze specifieke details. In andere gevallen werden bekende methoden, structuren en technieken niet gedetailleerd weergegeven om deze beschrijving overzichtelijk te houden. De volgende termen worden uitsluitend genoemd om de uitvinding toe te lichten. De termen 'verbinding' en 'bevestigd aan" beschrijven een bevestiging tussen twee elementen (bv. het eerste en tweede paneel) die bij voorkeur onafscheidelijk is. De reikwijdte van de uitdrukking ‘een element A dat een verbinding vormt met een element B' betekent een element A dat bij voorkeur onafscheidelijk van element B is.

Zoals hierin gebruikt, en tenzij anders aangegeven, wanneer een eerste element op een tweede element wordt 'gemonteerd', betekent dit dat het eerste element met het tweede element wordt verbonden door middel van de gebruikelijke verbindingsmiddelen (bv. schroeven, bouten, bankschroeven, klemmen, sloten, beugels, pennen) of lastechnieken. De term 'thermoplastisch materiaal geeft hier, tenzij anders aangegeven, een materiaal aan dat bij verhitting tot een bepaalde temperatuur minstens gedeeltelijk kan worden vervormd en dat bij afkoeling stolt. Voorbeelden van thermoplastische materialen zijn: acryl, acrylnitrilbutadieen-styreen, nylon, polylactisch zuur, polybenzimidazool, polycarbonaat, polyethersulfon, polyoxymethyleen, polyether-

etherketon, polyetherimide, polyethyleen, polyfenyleenoxide, polyfenyleensulfide, polypropyleen, polystyreen, polyvinylchloride, polyvinylideenfluoride en teflon. Zoals hierin gebruikt, en tenzij anders aangegeven, betekent het 'versmelten' van 5 een eerste element met een tweede element, het proces van het onlosmakelijk verbinden van de twee elementen door middel van versmelting door verhitting en vervolgens afkoeling van de materialen, wat een onafscheidelijke verbinding tussen minstens twee elementen oplevert. Veel gebruikte technieken voor een dergelijk samensmeltingsproces zijn onder andere lastechnieken.

De term 'uithardende constructiemix' is hier, tenzij anders aangegeven, een mengsel van verschillende stoffen (bv. cement, zand, grind, water) dat kan worden gevormd en daarna verhardt als verbindingsmiddel voor andere materialen, zoals beton.

Een eerste uitvoering van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een wandelement dat voor een constructie wordt gebruikt. Het wandelement omvat een eerste paneel met een eerste zijvlak, een tweede zijvlak tegenover dit eerste zijvlak, het tweede zijvlak bevestigd aan een eerste zijvlak van een tweede paneel en het tweede paneel met het eerste zijvlak en een tweede zijvlak tegenover het eerste zijvlak.

Zoals hier gebruikt, en tenzij anders aangegeven, geeft de term 'paneel' een vlak plaatmateriaal aan met minstens twee zijden en een minimale dikte van 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60 millimeter.

Bij sommige uitvoeringen bestaat het wandelement uit een extra derde paneel met dezelfde eigenschappen als het eerste paneel 2, waarbij een zijvlak van het derde paneel is verbonden met het tweede zijvlak van het tweede paneel 5. De verbindingsmethode voor het derde en tweede paneel 5 kan vergelijkbaar zijn met de verbinding tussen het eerste paneel 2 en het tweede paneel 5. De drie panelen vormen samen een sandwichpaneel.

In sommige uitvoeringen kan een extra derde paneel afwijkende eigenschappen hebben in vergelijking met het eerste paneel 2 en het tweede paneel 5. In sommige uitvoeringen kan het tweede zijvlak van het eerste paneel 2 aan het tweede zijvlak van het tweede paneel 5 worden bevestigd.

In sommige uitvoeringen kan het eerste zijvlak van het eerste paneel 2 aan het tweede zijvlak van het tweede paneel 5 worden bevestigd.

In sommige uitvoeringen kan het eerste zijvlak van het eerste paneel 2 aan het eerste zijvlak van het tweede paneel 5 worden bevestigd. Het eerste paneel 2 omvat thermoplastisch materiaal en het tweede paneel 5 omvat golfplaatmateriaal met minstens één kam 17, één golving 12 en meerdere openingen 10, waarin minstens een eerste deel van meerdere openingen van het tweede paneel zich bevindt op minstens één kam van de golfplaat, om ruimte te bieden aan minstens een deel van het thermoplastisch materiaal en zo een verbinding te vormen tussen het eerste en het tweede paneel. In sommige uitvoeringen kan een eerste paneel verschillende afmetingen hebben in vergelijking met het tweede paneel. In sommige uitvoeringen kan het tweede paneel meerdere golvingen omvatten die door meerdere kammen van elkaar zijn gescheiden. In sommige uitvoeringen kunnen openingen gelijkmatig zijn verdeeld over het gehele tweede paneel.

In sommige uitvoeringen kan minstens het eerste deel van de meerdere openingen zich op een deel van minstens één kam bevinden. In sommige uitvoeringen kan minstens het eerste deel van de openingen zich op een bepaald aantal van de kammen bevinden. Het bepaalde aantal is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent van het aantal kammen.

In sommige uitvoeringen kan slechts een deel van minstens het eerste deel van de openingen zich op minstens een deel van het thermoplastisch materiaal bevinden. Het 'enige deel' van minstens het eerste deel van de openingen is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent. In geprefereerde uitvoeringen omvat minstens één kam een vlak oppervlak.

Zoals hier gebruikt, en tenzij anders aangegeven, duidt de term 'golfplaatmateriaal' plaatmateriaal aan met minstens twee zijden en een minimale dikte van 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60 millimeter, met de vorm van minstens één kam en minstens één golving.

Zoals hier gebruikt, en tenzij anders aangegeven, duidt de term 'kam' een deel van het golfplaatmateriaal aan dat naast een golving ligt. Zoals hierin gebruikt, en tenzij anders aangegeven, duidt de term 'golving' een deel van het golfplaatmateriaal aan dat naast een kam ligt en het deel is dat uit het oppervlak van het golfplaatmateriaal steekt dat deze kam omvat.

In een tweede uitvoering van de onderhavige uitvinding, wordt minstens één golving van de golfplaat verticaal geplaatst ten opzichte van het eerste paneel in rechtopstaande positie.

In sommige uitvoeringen wordt minstens één golving horizontaal geplaatst ten opzichte van het eerste paneel in rechtopstaande positie.

In sommige uitvoeringen kan het wandelement niet rechtop staan, maar kan het bijvoorbeeld worden gebruikt als vloerplaat, waarbij het tweede paneel van het wandelement kan worden ingebed in een vloeibare, uithardende constructiemix.

Zoals hierin gebruikt, en tenzij anders aangegeven, wanneer het wandelement ‘rechtop staat’, staat het wandelement loodrecht op het oppervlak waarop het rust.

In een derde uitvoering van de onderhavige uitvinding omvat minstens één golving van het tweede paneel een vlak oppervlak.

In sommige uitvoeringen heeft minstens één golving een trapeziumvorm.

In sommige uitvoeringen heeft minstens één golving een inspringende vorm.

In sommige uitvoeringen heeft minstens één golving een rechthoekige vorm.

In sommige uitvoeringen heeft minstens één golving een vierkante vorm.

In sommige uitvoeringen heeft minstens één golving een driehoekige vorm.

In sommige uitvoeringen heeft minstens één golving een gebogen vorm, die geen vlak oppervlak omvat.

Een vierde uitvoering van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op minstens een tweede deel van de openingen van het wandelement verdeeld over minstens één golving van de golfplaat.

In sommige uitvoeringen kan minstens het tweede deel van de openingen zich op meerdere golvingen van de golfplaat bevinden.

In sommige uitvoeringen kan minstens het tweede deel van de openingen zich op een bepaald aantal golvingen van de golfplaat bevinden.

Het bepaalde aantal is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent van het aantal golvingen.

Een vijfde uitvoering van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op minstens één balk die op het tweede paneel van het wandelement is gemonteerd, dat wil zeggen op minstens een deel van het oppervlak van de golvingen. 'Minstens een deel' van het oppervlak van de golvingen is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent.

In sommige uitvoeringen is minstens één balk op minstens een deel van het tweede deel van de openingen 10B gemonteerd.

Dit is met name nuttig wanneer de gebruikelijke verbindingsmiddelen worden gebruikt (bv. schroeven, bouten, bankschroeven, klemmen, sloten, beugels, pennen) om minstens een deel van het tweede deel van de openingen met minstens één balk te verbinden. 'Minstens een deel' van het tweede deel van de openingen is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent.

In sommige uitvoeringen is minstens één balk op minstens een deel van minstens één kam van het tweede paneel gemonteerd. 'Minstens een deel' van minstens één kam van het tweede paneel is minimaal 1, 2, 3,4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent.

In sommige uitvoeringen kunnen meerdere balken op het tweede paneel van het wandelement worden gemonteerd.

In sommige uitvoeringen kan minstens één balk direct op het tweede zijvlak van het eerste paneel van het wandelement worden gemonteerd.

In sommige uitvoeringen kan minstens één balk parallel worden gemonteerd ten opzichte van minstens één golving, die minstens gedeeltelijk op minstens één kam van het tweede paneel wordt gemonteerd. 'Minstens gedeeltelijk! gemonteerd op minstens één kam van het tweede paneel is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent.

Een zesde uitvoering van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op directe of indirecte montage van minstens één wandbeugel op het tweede paneel van het wandelement.

In sommige uitvoeringen kan minstens één wandbeugel op minstens één balk worden gemonteerd, terwijl de balk op het tweede paneel van het wandelement wordt gemonteerd.

In sommige uitvoeringen kan minstens één wandbeugel op minstens een deel van het oppervlak van minstens één golving van het tweede paneel worden gemonteerd. 'Minstens een deel' van het oppervlak van minstens één golving is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent.

In sommige uitvoeringen kan minstens één wandbeugel op minstens een deel van minstens één kam van het tweede paneel worden gemonteerd. 'Minstens een deel' van minstens één kam is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent.

In sommige uitvoeringen kan minstens één wandbeugel gedeeltelijk op minstens een deel van minstens één golving en gedeeltelijk op minstens een deel van minstens één kam van het tweede paneel worden gemonteerd. 'Minstens een deel' van minstens één golving is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent. 'Minstens een deel' van minstens één kam is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent. In sommige uitvoeringen kan minstens één wandbeugel op minstens een deel van het tweede deel van de openingen 10B worden gemonteerd.

Dit is met name nuttig wanneer de gebruikelijke verbindingsmiddelen worden gebruikt (bv. schroeven, bouten, bankschroeven, klemmen, sloten, beugels, pennen) om minstens een deel van het tweede deel van de openingen met minstens één wandbeugel te verbinden.

'Minstens een deel' van het tweede deel van de openingen is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent.

In een zevende uitvoering van de onderhavige uitvinding wordt het gebruik van het wandelement voor de bouw van een zwembad beschreven. In sommige uitvoeringen kan het wandelement voor de constructie van de wanden van een zwembad worden gebruikt.

In sommige uitvoeringen kan het wandelement worden gebruikt voor de bouw van waterdichte kelders.

In sommige uitvoeringen kan het wandelement rechtop staan.

In sommige uitvoeringen kan het wandelement als vloerplaat worden gebruikt en worden ingebed in de vloeiende, uithardende constructiemix en met het rechtop staande wandelement worden verbonden. De verbinding is een waterdichte verbinding die wordt gemaakt door verhitting en samensmelting van de eerste panelen van het als vloerelement gebruikte wandelement en het eerste paneel van het wandelement dat rechtop staat.

De eerste panelen worden 'verhit' tot minimaal 60, 70, 80, 90, 100, 110, 120, 130, 150, 200 °C.

In een achtste uitvoering van de onderhavige uitvinding wordt een methode voor het installeren van een wandelement beschreven die omvat dat het wandelement rechtop wordt gezet en dat een vloeibare, uithardende constructiemix aan de kant van het tweede paneel wordt gegoten, waardoor het tweede paneel minstens gedeeltelijk met deze constructiemix kan worden bedekt.

In sommige uitvoeringen kan de vloeiende, uithardende constructiemix het gehele tweede paneel bedekken. In sommige uitvoeringen kan aarde worden gebruikt om aan de kant van het tweede paneel te gieten.

In een negende uitvoering van de onderhavige uitvinding kan de vloeibare, uithardende constructiemix door het tweede deel van de openingen van het golfplaatmateriaal lekken, waardoor minstens een deel van het tweede paneel in de vloeibare, uithardende constructiemix kan worden ingebed. De vloeibare, uithardende constructiemix kan pas door de openingen lekken als deze aan bepaalde eisen voldoet (de mix is bv. voldoende vervormbaar en vloeibaar) In sommige uitvoeringen kan minstens een deel van het eerste deel van de openingen ruimte bieden aan minstens een deel van de vloeibare, uithardende constructiemix. In sommige uitvoeringen kan de vloeiende, uithardende constructiemix het volledige golfplaatmateriaal vullen. Zoals hier gebruikt, en tenzij anders aangegeven, betekent de term 'doorlekken' de doorgang van een eerste materiaal in een opening (bv. een gat, doorboring) van een tweede materiaal.

In een volgende uitvoering van de onderhavige uitvinding omvat de methode voor de bouw van het wandelement de verhitting van minstens een deel van het thermoplastische materiaal van het eerste paneel en wordt het in contact gebracht met minstens het eerste deel van de openingen van het tweede paneel met het verhitte thermoplastische materiaal van het eerste paneel, waardoor een verbinding wordt gevormd tussen het eerste paneel en het tweede paneel. Minstens een deel van het thermoplastische materiaal van het eerste paneel wordt 'verhit' tot minimaal 60, 70, 80, 90, 100, 110, 120, 130, 150, 200 °C. In sommige uitvoeringen kan minstens een deel van de tweede zijde van het eerste paneel worden verhit en in contact worden gebracht met minstens een deel van het eerste deel van de openingen en/of minstens een deel van het tweede deel van de openingen van het tweede paneel. Wanneer minstens een deel van zowel het eerste als het tweede deel van de openingen in contact wordt gebracht met het tweede zijvlak van minstens twee eerste panelen 2, wordt een sandwichpaneel gecreëerd met het golfplaatmateriaal tussen de eerste twee panelen 2.

In sommige uitvoeringen kan een verbinding tussen het eerste en tweede paneel worden gemaakt wanneer minstens een deel van het thermoplastische materiaal door minstens een deel van het eerste deel van de openingen in het golfplaatmateriaal is gelekt. 'Minstens een deel' van het eerste deel van de openingen in het golfplaatmateriaal is minimaal 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 procent.

Een andere uitvoering van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op de constructiemethode voor het wandelement, waarbij minstens één balk op het tweede paneel wordt gemonteerd en minstens één wandbeugel direct of indirect op het tweede paneel wordt gemonteerd.

In sommige uitvoeringen kan minstens één balk door middel van bevestigingsmiddelen (bv. schroeven, bouten, bankschroeven, klemmen, sloten, beugels, pennen) op het tweede paneel worden gemonteerd.

In sommige uitvoeringen kan minstens één balk door middel van lastechnieken op het tweede paneel worden gemonteerd.

In sommige uitvoeringen kunnen meerdere balken op het tweede paneel worden gemonteerd, die op parallelle wijze van elkaar worden gescheiden.

In sommige uitvoeringen kan minstens één balk loodrecht op minstens één golving van het tweede paneel worden gemonteerd.

In sommige uitvoeringen kan minstens één balk parallel worden gemonteerd ten opzichte van minstens één golving van het tweede paneel.

In sommige uitvoeringen kan minstens één wandbeugel op minstens één balk worden gemonteerd.

In sommige uitvoeringen kan minstens één wandbeugel op het tweede paneel worden gemonteerd.

In een twaalfde uitvoering van de onderhavige uitvinding wordt de methode voor de constructie van een wandelement beschreven die omvat dat de aangrenzende eerste panelen van minstens twee wandelementen met elkaar in contact worden gebracht en minstens een deel (bv. de zijkanten (18)) van de aangrenzende eerste panelen worden samengesmolten door middel van verhitting van minstens een deel van het thermoplastische materiaal van de aangrenzende eerste panelen, waardoor een verbinding tussen minstens twee wandelementen wordt gevormd.

In sommige uitvoeringen kan een zijkant 18 van het eerste paneel 2 van een eerste wandelement 1 met de eerste zijde 3 van het eerste paneel 2 van een tweede wandelement 1 worden samengevoegd.

In sommige uitvoeringen kan een zijde 18 van het eerste paneel 2 van een eerste wandelement 1 met de tweede zijde van het eerste paneel 2 van een tweede wandelement 1 worden samengevoegd.

In sommige uitvoeringen kan het eerste wandelement 1 schuin staan ten opzichte van het tweede wandelement 1, terwijl beide wandelementen zijn samengevoegd om een hoekige wandconstructie te creëren.

De term 'zijkant' van een eerste paneel verwijst, tenzij anders aangegeven, naar een linker-, rechter-, boven- of onderrand van het eerste paneel.

In een volgende uitvoering van de onderhavige uitvinding wordt de verbindingsmethode voor minstens twee wandelementen beschreven, waarbij de verbinding tussen minstens twee wandelementen een waterdichte verbinding is.

In sommige uitvoeringen worden de eerste panelen 2 van minimaal twee wandelementen 1 met elkaar verbonden door ze naast elkaar te plaatsen, met elkaar in contact te brengen en vervolgens samen te voegen.

In sommige uitvoeringen kan de waterdichte verbinding tussen minstens twee wandelementen worden gemaakt door middel van lastechnieken.

In een volgende uitvoering van de onderhavige uitvinding wordt een constructiekit gebruikt, die het wandelement en een bodemplaat omvat die op het eerste paneel van het wandelement kan worden geplaatst.

Zoals hier gebruikt, en tenzij anders aangegeven, wordt de verbinding gemaakt door middel van samensmelting, bv. met lastechnieken, wanneer een eerste paneel van een wandelement kan worden 'verbonden' met een onderlaag.

In sommige uitvoeringen kan de onderlaag op een zijde van het eerste paneel van het wandelement worden bevestigd.

In sommige uitvoeringen kan de onderlaag waterdicht zijn.

In sommige uitvoeringen kan de onderlaag een speciale zwembadfolie zijn.

In sommige uitvoeringen kan de onderlaag een flexibele folie zijn.

In sommige uitvoeringen kan de onderlaag thermoplastisch plaatmateriaal zijn.

In een vijftiende uitvoering van de onderhavige uitvinding omvat de constructiekit verder minstens één balk.

In een vijftiende uitvoering van de onderhavige uitvinding omvat de constructiekit verder minstens één wandbeugel.

We verwijzen nu naar afb. 1, een perspectiefweergave van een wandelement 1 in overeenstemming met de onderhavige uitvinding. Het wandelement 1 omvat een eerste paneel 2 met een eerste zijvlak 3 en een tweede zijvlak 4 tegenover het eerste zijvlak 3. Het eerste paneel 2 omvat verder minstens twee zijden 18 die de randen van het eerste paneel 2 vormen. Het eerste paneel 2 omvat thermoplastisch materiaal. Het thermoplastische materiaal kan een vervormbare, dikke vloeistof worden bij extreme verhitting (bv. 150 °C). De verbinding van minstens twee eerste panelen 2 van minstens twee wandelementen 1 die thermoplastisch materiaal omvatten, kan een naadloze waterdichte verbinding zijn. Voor deze verbinding wordt minstens een deel van de aangrenzende eerste panelen 2 samengesmolten door eerst de eerste panelen 2 van minstens twee wandelementen 1 met elkaar in contact te brengen, minstens een deel van het thermoplastische materiaal van minstens twee wandelementen 1 te verhitten en het contact tussen de eerste panelen 2 van minstens twee wandelementen 1 te behouden totdat het thermoplastische materiaal volledig is afgekoeld. De resulterende verbinding omvat een waterdichte, naadloze verbinding. Hierdoor is de verbinding onzichtbaar en kan het oppervlak van het eerste zijvlak 3 van de eerste panelen 2 van de met elkaar verbonden aangrenzende wandelementen 1 worden geleverd als afgewerkt, waterdicht oppervlak.

Het tweede zijvlak 4 van het eerste paneel 2 wordt bevestigd op een eerste zijvlak 6 van een tweede paneel 5. Het tweede paneel 5 heeft een eerste zijvlak 6 en een tweede zijvlak 7 tegenover het eerste zijvlak 6.

We verwijzen nu naar afb. 2 en afb. 3: afb. 2 toont een vergroot randfragment van een wandelement 1, volgens een uitvoering van de onderhavige uitvinding en afb. 3 toont een zijaanzicht van een wandelement 1, volgens een uitvoering van de onderhavige uitvinding. Het tweede paneel 5 omvat een golfplaatmateriaal met minstens één kam 17, op minstens één golving 12 en een meerdere openingen 10. Het golfplaatmateriaal omvat bij voorkeur meerdere golvingen 12 met meerdere kammen 17 tussen meerdere golvingen 12 en in deze uitvoering zijn de golvingen 12 bij voorkeur verticaal georiënteerd ten opzichte van het eerste paneel 2 wanneer het wandelement rechtop staat. De opstaande positie van de meerdere golvingen 12 maakt het mogelijk om het wandelement 1 licht te vervormen tot een gebogen wandelement 1. Dit kan worden gebruikt als hoekwandelement voor bv. een zwembad.

Minstens één golving 12 omvat bij voorkeur een vlak oppervlak, zodat het vlakke oppervlak 14A van minstens één balk 14 in contact kan komen met het vlakke oppervlak van minstens één golving 12. Minstens één kam 17 omvat bij voorkeur een vlak oppervlak dat contact maakt met minstens een deel van het tweede zijvlak 4 van het eerste paneel 2. De meerdere openingen 10 zijn bij voorkeur zodanig verdeeld over het tweede paneel 5, dat minstens een eerste deel van de openingen 10A zich bevindt op minstens één kam 17 van dit golfplaatmateriaal en minstens een tweede deel van de meerdere openingen 10B zich bevindt op minstens één golving

12 van dit golfplaatmateriaal.

Het thermoplastische materiaal van het tweede zijvlak 4 van het eerste paneel 2 en minstens een eerste deel van de meerdere openingen 10A van het tweede paneel 5 vormen een verbinding wanneer het eerste paneel 2 en het tweede paneel 5 met elkaar in contact komen, het thermoplastische materiaal wordt verhit en minstens gedeeltelijk kan doorlekken door minstens het eerste deel van de openingen 10A en wanneer het contact behouden blijft ten minste tot het thermoplastische materiaal volledig is afgekoeld.

Deze verbinding heeft het voordeel dat er geen extra verbindingsmiddelen nodig zijn.Dankzij het eenvoudige verbindingsproces tussen het eerste paneel 2 en het tweede paneel 5, kan de constructie van het wandelement 1 in een fabriek of zelfs op locatie worden uitgevoerd.

Minstens één golving 12 heeft bij voorkeur een trapeziumvorm 121 om een vlak oppervlak voor de montage van minstens één balk 14 te creëren.

De trapeziumvorm 121 van minstens één balk 14 zorgt voor extra stevigheid voor het wandelement 1, terwijl het vlakke oppervlak de montage van minstens één balk 14 mogelijk maakt.

Minstens één balk 14 wordt gemonteerd op het tweede paneel 5 van het wandelement 1, waardoor het in contact komt met het vlakke oppervlak van minstens één golving en daarmee minstens een deel van het tweede deel van de meerdere openingen 10B.

Bij voorkeur wordt een aantal balken 14 op het tweede paneel 5 gemonteerd.

Minstens één balk 14 kan een rechte balk 14 omvatten die minstens de gehele breedte van het tweede paneel 5 bedekt.

Daarnaast kan minstens één balk 14 loodrecht op minstens één golving 12 van het tweede paneel 5 worden gemonteerd.

De balken 14 worden loodrecht op minstens één golving 12 gemonteerd om het wandelement 1 extra stevigheid te geven.

Wanneer minstens één golving 12 verticaal georiënteerd is, biedt minstens één balk 14 extra ondersteuning in horizontale richting.

Wanneer minstens één golving 12 horizontaal is georiënteerd, biedt minstens één balk 14 extra ondersteuning in verticale richting.

Wanneer het wandelement 1 rechtopstaat, mag minstens één wandbeugel 15 indirect op het tweede paneel 5 worden gemonteerd.

Bij voorkeur worden verscheidene wandbeugels 15 indirect op het tweede paneel 5 gemonteerd.

Minstens één wandbeugel 15 kan een eerste deel 150 omvatten dat op minstens één balk 14 verticaal is gemonteerd en een tweede deel 151 dat schuin staat ten opzichte van het eerste deel 150 en verbonden is met het eerste deel 150. Het eerste paneel 2, het tweede paneel 5, minstens één balk 14 en minstens één wandbeugel 15 vormen samen een wandelement 1 dat rechtop kan staan.

Bovendien kan op het eerste paneel 2 van het wandelement 1 een bodemfolie 16 worden geplaatst.De onderlaag 16 kan bij voorkeur worden geplaatst op de onderkant 180 van het eerste paneel 2.

De verbinding tussen de onderlaag 16 en het wandelement 1 wordt gemaakt door de onderlaag 16 in contact te brengen met het eerste paneel 2 van het wandelement 1, waarbij minstens een deel van de onderlaag 16 en minstens een deel van het eerste paneel 2 wordt verhit en het contact tussen de onderlaag 16 en het eerste paneel 2 van het wandelement 1 behouden blijft ten minste tot het thermoplastische materiaal volledig is afgekoeld. De resulterende verbinding is een waterdichte, naadloze verbinding. Het voordeel van de eenvoudige installatie van deze onderlaag 16 is de mogelijkheid om een waterdichte onderlaag 16 te maken die verbonden is met meerdere onderling verbonden wandelementen 1, waardoor een constructie ontstaat die kan worden gebruikt voor bv. de bouw van een zwembad.

Op afb. 4 ziet u een zijaanzicht van een wandelement uit een uitvoering van de onderhavige uitvinding. Het wandelement 1 staat rechtop. De meerdere golvingen 12 van het tweede paneel 5 zijn verticaal georiënteerd. Meerdere balken 14 worden op het tweede paneel 5 van het wandelement 1 gemonteerd. Meerdere wandbeugels 15 worden indirect op het tweede paneel 5 van het wandelement 1 gemonteerd. De wandbeugels 15 worden op de balken 14 gemonteerd. De wandbeugels 15 raken hierdoor de balken 14. De balken 14 bedekken de volledige breedte van het tweede paneel 5.

Claims (16)

CONCLUSIES

1. Een wandelement (1) voor gebruik in de bouw, het wandelement (1) omvat: - Een eerste paneel (2) met een eerste zijvlak (3), een tweede zijvlak (4) tegenover het eerste zijvlak (3), het tweede zijvlak (4) wordt bevestigd aan een eerste zijvlak (6) van een tweede paneel (5); - Het tweede paneel (5) heeft een eerste zijvlak (6) en een tweede zijvlak (7) tegenover het eerste zijvlak (6). Het eerste paneel (2) omvat een thermoplastisch materiaal en het tweede paneel (5) omvat golfplaatmateriaal met minstens één kam (17), minstens één golving (12) en meerdere openingen (10); Waarin minstens een eerste deel van de meerdere openingen (10A) van het tweede paneel (5) zich op minstens één kam (17) van het tweede paneel (5) van het golfplaatmateriaal bevindt, zodat minstens een deel van het thermoplastische materiaal kan worden aangebracht, waardoor een verbinding tussen het eerste paneel (2) en het tweede paneel (5) wordt gevormd.

2. Het wandelement (1) van conclusie 1, waarin minstens één golving (12) van het golfplaatmateriaal verticaal georiënteerd is ten opzichte van het eerste paneel (2) in rechtopstaande positie.

3. Het wandelement (1) van conclusie 2, waarin minstens één golving (12) een vlak oppervlak omvat.

4. Het wandelement (1) van conclusies 1 tot 3, waarin minstens een tweede deel van de meerdere openingen (10B) zich op minstens één golving (12) van het golfplaatmateriaal bevindt.

5. Het wandelement (1) van conclusies 1 tot 4, waarin minstens één balk (14) op het tweede paneel (5) is gemonteerd, waardoor het in contact komt met minstens een deel van het tweede deel van de meerdere openingen (10B).

6. Het wandelement (1) van conclusies 1 tot 4, waarbij minstens één wandbeugel (15) direct of indirect op het tweede paneel (5) wordt gemonteerd.

7. Het gebruik van het muurelement (1) van conclusies 1 tot 6 als constructie- element voor zwembaden.

8. Een methode voor installatie van het wandelement (1) volgens conclusies 1 tot 7 omvat het rechtop zetten van het betreffende wandelement (1), het gieten van een vloeibare, uithardende constructiemix (11) aan de zijkant van het tweede paneel (5), zodat het tweede paneel (5) minstens gedeeltelijk kan worden bedekt met de vloeibare, uithardende constructiemix (11).

9. Een methode volgens conclusie 8, waarbij de vloeibare, uithardende constructiemix (11) door het tweede deel van de openingen (10B) van het golfplaatmateriaal kan lekken, waardoor minstens een deel van het tweede paneel (5) in de vloeibare, uithardende constructiemix (11) kan worden ingebed.

10. Een constructiemethode voor het wandelement (1) volgens conclusie 1 omvat het verhitten van minstens een deel van het thermoplastisch materiaal en het in contact brengen van minstens het eerste deel van de openingen (10A) van het tweede paneel (5) met het verwarmde thermoplastische materiaal van het eerste paneel (2), het thermoplastische materiaal dat een verbinding vormt tussen het eerste paneel (2) en het tweede paneel (5).

11. Een methode volgens conclusie 10, waarbij minstens één balk (14) op het tweede paneel (5) wordt gemonteerd en minstens één wandbeugel (15) direct of indirect op het tweede paneel (5) wordt gemonteerd.

12. Een constructiemethode voor een wand omvat het in contact brengen van de aangrenzende eerste panelen (2) van minstens twee wandelementen (1) volgens conclusie 1 en het samenvoegen van minstens een deel van de aangrenzende eerste panelen (2) door middel van verhitting van minstens een deel van het thermoplastich materiaal van minstens twee wandelementen (1), waardoor een verbinding tussen minstens twee wandelementen (1) wordt gevormd.

13. De methode volgens conclusie 12, waarbij de verbinding tussen minstens twee wandelementen (1) een waterdichte verbinding omvat.

14. Een constructiekit, die een wandelement (1) omvat zoals beschreven in conclusies 1 tot 4, en een onderlaag (16) die op het eerste paneel (2) van het wandelement (1) kan worden bevestigd.

15. De kit van conclusie 14 omvat minstens één balk (14).

16. De kit van conclusie 14 omvat minstens één wandbeugel (15).