BE1026142B1

BE1026142B1 - Systeem voor het recupereren van vaste afvalstoffen uit opgezogen baggermateriaal

Info

Publication number: BE1026142B1
Application number: BE2018/5207A
Authority: BE
Inventors: Brandt Dirk De
Original assignee: De Brandt Equipment Bvba
Priority date: 2018-03-28
Filing date: 2018-03-28
Publication date: 2019-10-28
Also published as: NL2022737B1; FR3079432B1; BE1026142A1; FR3079432A1

Abstract

Deze uitvinding betreft een inrichting voor toepassing op een slepend of stekend zuigbaggervaartuig (1) en geschikt voor het recupereren van gemengd afval (D) zoals stenen, folies, plastics, rubbers, e.d., uit baggermateriaal, omvattende: een zuigpompinstallatie (2) voor het opzuigen van baggermateriaal en een zeefinrichting (3) geschikt voor het scheiden van het opgezogen materiaal in een stroom doorvallende baggerspecie (A) en een stroom niet-doorvallende gemengde afval fractie, waarbij de inrichting voorzien is van een scheidingsinrichting (4) die een aantal op een tussenafstand van elkaar geplaatste staven (5) omvat voor het verwijderen van de voorwerpen (C) waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de genoemde tussenafstand, uit de stroom niet doorvallende gemengde afval fractie afkomstig van de zeefinrichting (3), en dat de inrichting verder voorzien is van een opslaginrichting (6) voor opname van de resterende stroom niet-doorvallende gemengde afvalfractie (D).

Description

Deze uitvinding betreft enerzijds een inrichting voor toepassing op een slepend of stekend zuigbaggervaartuig die geschikt is voor het recupereren van gemengd afval zoals stenen, folies, plastics, rubbers, e.d., uit baggermateriaal, omvattende: een zuigpompinstallatie voor het opzuigen van baggermateriaal en een zeefinrichting geschikt voor het scheiden van het opgezogen materiaal in een stroom baggerspecie en een stroom niet-doorvallende gemengde afval fractie. De inrichting is in het bijzonder geschikt om toegepast te worden op een vrij varend zee- of binnenvaartuig voorzien om rivieren, kanalen, langs de kust en/of op zee te baggeren. Anderzijds betreft deze uitvinding een zuigerbaggervaartuig voorzien van dergelijke inrichting.

Een zuigbaggervaartuig, meer in het bijzonder een sleephopperzuiger of steekzuiger zijn bekende vaartuigen. Ze zijn voorzien om m.b.v. pompen en motoren, zand, klei, slib, ... van de waterbodem te zuigen. Hierbij gaan er vanaf het schip één zuigbuis naar de bodem van de zee, rivier of kanaal. Aan het einde van de buis is een zogenaamde sleepkop of steekkop verbonden die over de zee-, rivier- of kanaalbodem gesleept wordt. Via de zuigbuis wordt er een naast een mengsel van zand en water, ook stenen, hout e.d. opgezogen. Om het opgezogen baggermateriaal, de zogenaamde baggerspecie op te slaan, omvat het vaartuig een ruim of beun, waar de gebaggerde specie kan bezinken en het overtollige water kan wegstromen richting zee, rivier of kanaal.

Vooraleer het opgezogen baggermateriaal wordt opgeslagen passeert het eerste een zeefinrichting, de zogenaamde zeefkist, waar de zwaardere elementen, zoals stenen, hout, e.d., die mee werden opgezogen, uit de stroom baggerspecie verwijderd worden. De verwijderde elementen worden terug afgevoerd in de rivier, zee of kanaal. Door de toenemende vervuiling, worden tijdens het baggeren ook veel vaste afvalstoffen, zoals bijv. harde plastic voorwerpen, folies, textiel, schoenen, ... meegezogen. Tot op heden wordt deze zogenaamde gemengd afval fractie, net zoals

BE2018/5207 de eerder beschreven elementen, terug afgevoerd naar de zee, rivier, of kanaal na het verlaten van de zeefkist, wat vanzelfsprekend niet goed is voor het milieu.

Deze uitvinding heeft nu tot doel een inrichting te verschaffen die toelaat verschillende afvalmaterialen uit het opgezogen materiaal te recupereren zodat het niet meer nodig is om deze terug overboord af te voeren in de zee, rivier of kanaal.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor toepassing op een slepend of stekend zuigbaggervaartuig en geschikt voor het recupereren van gemengd afval zoals stenen, folies, plastics, rubbers, e.d., uit baggermateriaal, omvattende:

- een zuigpompinstallatie voor het opzuigen van baggermateriaal;

- een zeefinrichting geschikt voor het scheiden van het opgezogen materiaal in een stroom doorvallende baggerspecie en een stroom niet-doorvallende gemengde afval fractie, waarbij de inrichting voorzien is van een scheidingsinrichting die een aantal op een tussenafstand van elkaar geplaatste staven omvat voor het verwijderen van de voorwerpen waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de genoemde tussenafstand, uit de stroom niet doorvallende gemengde afval fractie afkomstig van de zeefinrichting, waarbij de scheidingsinrichting verder een sproei-inrichting omvat geschikt voor het met water reinigen van het op de staven aanwezige niet doorvallende gemengde afval fractie en dat de inrichting verder voorzien is van een opslaginrichting voor opname van de resterende stroom nietdoorvallende gemengde afvalfractie.

Door het voorzien van een scheidingsinrichting in combinatie met een opslaginrichting, wordt het mogelijk een groot deel van het opgezogen gemengd afval te recupereren en wordt vermeden dat, in tegenstelling dat wat gebruikelijk was, dit terug in het gebaggerde gebied terecht komt. Door de betreffende gemengde afval fractie af te spoelen wordt een groot deel van het nog aanwezige slib afgespoeld en overboord afgevoerd. De opslaginrichting is bij voorkeur een opslagbak of een hiertoe voorziene ruimte in het zuigerbaggervaartuig.

BE2018/5207

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is er tussen de zeefinrichting en scheidingsinrichting een kanaal voorzien voor de stroom niet-doorvallende gemengde afval fractie, waarbij dit kanaal een afsluitbare opening omvat voor het verwijderen van zwaardere voorwerpen, in het bijzonder stenen, uit de stroom niet-doorvallende gemengde afval fractie. Het verwijderen van de zwaardere steenfractie zal gebeuren op basis van snelheid. De lichtere elementen van de gemengde afval fractie hebben t.g.v. hun lichter gewicht, een hogere snelheid waardoor ze de afstand van de in het kanaal aangebrachte opening zullen overbruggen en verder zullen meegevoerd worden met de stroom in de richting van de scheidingsinrichting. De zwaardere steenfractie, heeft daarentegen onvoldoende snelheid waardoor het via de opening uit de stroom verwijderd zal worden. De verwijderde steenfractie wordt bij voorkeur overboord afgevoerd. Door de opening af te sluiten kan een deel (deze met voldoende grote afmetingen om de scheidingsinrichting te passeren) van de steenfractie gerecupereerd worden doordat ze eveneens in de opslaginrichting zullen terecht komen.

Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn de verwijderde voorwerpen overboord afvoerbaar. Bij voorkeur omvatten de verwijderde voorwerpen enkel steenachtig materiaal, wat op zich niet vervuilend is en reeds deel uitmaakt van de bodem van het gebaggerde gebied.

Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een zuigbaggervaartuig voorzien van een hierboven beschreven inrichting volgens de uitvinding.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een deel van een voorkeurdragende inrichting volgens deze uitvinding en van de werking van deze inrichting. De bedoeling van deze beschrijving is enkel een verduidelijkend voorbeeld te geven en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

BE2018/5207

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarbij:

- figuur 1: een zijaanzicht toont van een zuigbaggervaartuig voorzien van een inrichting overeenkomstig de uitvinding;

- figuur 2: een doorsnede toont van een deel van het zuigbaggervaartuig volgens de uitvinding waarop de verschillende afvalstromen zijn voorgesteld;

- figuur 3: een bovenaanzicht is van een deel van het zuigbaggervaartuig volgens de uitvinding waarop de verschillende afvalstromen zijn voorgesteld.

Een zuigbaggervaartuig (1) zoals afgebeeld in figuur 1, is geschikt voor het baggeren van rivieren, zeeën en kanalen. Het omvat o.a. een romp met een gebruikelijke bovenbouw, een beun, aandrijfschroeven en een roer. Een sleep- of steekzuigbuis (7), die over het op te zuigen materiaal kan worden gesleept of geduwd, is verbonden met een zuigperspomp (2) die via een aanvoerleiding de opgezogen specie pompt in het beun. Aan het einde van de buis (7) is een zogenaamde sleepkop of steekkop voorzien die over de zee-, rivier- of kanaalbodem gesleept wordt

Tijdens het baggeren worden er eveneens stenen, folies, plastics, rubbers, e.d. meegezogen. Om te vermijden dat deze zogenaamde gemengde afvalfractie (D) terug in het water terechtkomt, voorziet deze uitvinding in een inrichting voor het grotendeels recupereren van het opgezogen afval (D). Hiertoe, zal het opgezogen baggermateriaal, vooraleer het in het beun terecht komt eerst een zeefinrichting (zeefinstallatie) (3) passeren waar het opgezogen materiaal in een stroom doorvallende baggerspecie (fijne granulaten) (A) en een stroom niet-doorvallende gemengde afval fractie wordt gescheiden. De doorvallende baggerspecie (A) komt in het beun terecht waar het overtollige water het schip op de gekende manier verlaat.

De niet doorvallende gemengde afvalfractie passeert vervolgens een scheidingsinrichting (4) die een aantal op een tussenafstand van elkaar geplaatste staven (5) omvat. De scheidingsinrichting (4) overeenkomstig deze uitvinding is voorzien om een scheiding op basis van de grootte (afmetingen) uit te voeren.

BE2018/5207

Bijgevolg vallen andere opstellingen, bijvoorbeeld waarbij de staven in roostervorm zijn opgesteld, die toelaten een scheiding op basis van afmetingen te realiseren, eveneens binnen de beschermingsomvang van deze uitvinding.

In de scheidingsinrichting (4) worden meer bepaald de voorwerpen (afvalstroom aangeduid met referentieletter C) waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de genoemde afstand waarop de staven (5) zijn geplaatst, uit de stroom niet doorvallende gemengde afvalfractie verwijderd. De resterende stroom nietdoorvallende gemengde afvalfractie (afvalstroom aangeduid met referentieletter D) wordt afgevoerd in de richting van een opslaginrichting (6) waar het tijdelijk wordt opgeslagen. Deze opslaginrichting (6) is een aparte opslagbak (container) of een hiertoe voorziene ruimte in het zuigerbaggervaartuig (1).

De staven (5) van de scheidingsinrichting (4) zijn vervaardigd uit staal en staan op een afstand van 10 à 20 cm. van elkaar opgesteld. In de praktijk zijn de staven (5) 1 à 5 meter lang en evenwijdig aan elkaar opgesteld waardoor langgerekte doorgangsopeningen gevormd worden. Vanzelfsprekend zijn alternatieve staafopstellingen, bij voorbeeld gekruist waardoor rechthoekige doorgangsopeningen gevormd worden, eveneens mogelijk.

Om de aangekoekte baggerspecie te verwijderen van de op de staven (5) aanwezige niet doorvallende gemengde afval fractie, is er ter hoogte van de scheidingsinrichting (4) een sproei-inrichting geplaatst die de betreffende gemengde afval fractie zal afspoelen met water.

Verder is er tussen de zeefinrichting (3) en scheidingsinrichting (4) een kanaal voorzien voor de stroom niet-doorvallende gemengde afval fractie. Dit kanaal omvat een afsluitbare opening voor het verwijderen van zwaardere voorwerpen (afvalstroom aangeduid met referentieletter B), in het bijzonder stenen, uit de stroom niet-doorvallende gemengde afval fractie. Het verwijderen van de zwaardere steenfractie zal gebeuren d.m.v. snelheid. De lichtere elementen van de gemengde

BE2018/5207 afval fractie hebben t.g.v. hun lichter gewicht een hogere snelheid waardoor ze de afstand van de in het kanaal aangebrachte opening zullen overbruggen en verder zullen meegevoerd worden met de stroom in de richting van de scheidingsinrichting (4) waar de kleinere voorwerpen (C) er zullen worden uitgehaald. De zwaardere steenfractie (B), heeft daarentegen onvoldoende snelheid waardoor het via de opening uit de stroom verwijderd zal worden. De verwijderde steenfractie (B) wordt bij voorkeur overboord afgevoerd. Door de opening af te sluiten kan een deel (deze met voldoende grote afmetingen om de scheidingsinrichting (4) te passeren) van de steenfractie gerecupereerd worden doordat ze eveneens in de opslaginrichting (6) zullen terecht komen.

Door een zuigbaggervaartuig (1) te voorzien van een dergelijke inrichting die gebruik maakt van onder meer een scheidingsinrichting (4) in combinatie met een opslaginrichting (6), wordt het mogelijk een groot deel van het opgezogen gemengd afval (D) te recupereren. Hierdoor wordt vermeden dat, in tegenstelling dat wat gebruikelijk was, dit terug in het gebaggerde gebied terecht komt.

Claims

1. Inrichting voor toepassing op een slepend of stekend zuigbaggervaartuig (1) en geschikt voor het recupereren van gemengd afval (D) zoals stenen, folies, plastics, rubbers, e.d., uit baggermateriaal, omvattende:

- een zuigpompinstallatie (2) voor het opzuigen van baggermateriaal;

- een zeefinrichting (3) geschikt voor het scheiden van het opgezogen materiaal in een stroom doorvallende baggerspecie (A) en een stroom nietdoorvallende gemengde afval fractie, met het kenmerk dat de inrichting voorzien is van een scheidingsinrichting (4) die een aantal op een tussenafstand van elkaar geplaatste staven (5) omvat voor het verwijderen van de voorwerpen (C) waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de genoemde tussenafstand, uit de stroom niet doorvallende gemengde afval fractie afkomstig van de zeefinrichting (3), waarbij de scheidingsinrichting (4) verder een sproei-inrichting omvat geschikt voor het met water reinigen van het op de staven (5) aanwezige niet doorvallende gemengde afval fractie, en dat de inrichting verder voorzien is van een opslaginrichting (6) voor opname van de resterende stroom niet-doorvallende gemengde afvalfractie (D).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat er tussen de zeefinrichting (3) en scheidingsinrichting (4) een kanaal is voorzien voor de stroom nietdoorvallende gemengde afval fractie, waarbij dit kanaal een afsluitbare opening omvat voor het verwijderen van zwaardere voorwerpen (C), in het bijzonder stenen, uit de stroom niet-doorvallende gemengde afval fractie.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de verwijderde voorwerpen overboord afvoerbaar zijn.

4. Zuigbaggervaartuig (1), met het kenmerk dat deze voorzien is van een inrichting volgens één van de conclusies 1 t/m 3.