BE1026087B1 - Voederadditief voor het stabiliseren van vet en geherwaardeerde meelbronnen - Google Patents

Voederadditief voor het stabiliseren van vet en geherwaardeerde meelbronnen Download PDF

Info

Publication number
BE1026087B1
BE1026087B1 BE2018/5148A BE201805148A BE1026087B1 BE 1026087 B1 BE1026087 B1 BE 1026087B1 BE 2018/5148 A BE2018/5148 A BE 2018/5148A BE 201805148 A BE201805148 A BE 201805148A BE 1026087 B1 BE1026087 B1 BE 1026087B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
feed
weight
feed additive
oil
unsaturated
Prior art date
Application number
BE2018/5148A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026087A1 (nl
Inventor
Katrien Deschepper
Carles Giro-Manas
Original Assignee
Impextraco Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Impextraco Nv filed Critical Impextraco Nv
Priority to BE2018/5148A priority Critical patent/BE1026087B1/nl
Publication of BE1026087A1 publication Critical patent/BE1026087A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026087B1 publication Critical patent/BE1026087B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/111Aromatic compounds
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/116Heterocyclic compounds
    • A23K20/121Heterocyclic compounds containing oxygen or sulfur as hetero atom
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/158Fatty acids; Fats; Products containing oils or fats

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Fodder In General (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding biedt een voederadditief omvattende een antioxidante samenstelling en een dragerolie, waarbij de genoemde dragerolie een gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren heeft van meer dan 50,0 gew.%, evenals een voeder voorzien van het voederadditief en een werkwijze voor het verbeteren van de vetstabiliteit in een voeder door inclusie van het genoemde voederadditief.

Description

VOEDERADDITIEF VOOR HET STABILISEREN VAN VET EN GEHERWAARDEERDE MEELBRONNEN
TECHNISCH DOMEIN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een additief voor gebruik in dierenvoeder.
De onderhavige uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op het technische gebied van het stabiliseren van geherwaardeerde vet- en meelbronnen in dierenvoeder.
STAND DER TECHNIEK
Vetten zijn geconcentreerde bronnen van energie, en de additie ervan aan dierenvoeder is een standaard praktijk geworden. Vetten zijn echter vatbaar voor oxidatie, een degradatieproces dat de voedingswaarde ervan verlaagt en smaakloze vluchtige verbindingen produceert, die aanleiding geven tot een onaangename geur en smaak. Daarnaast kunnen primaire oxidatieproducten, gekend als peroxiden, ook een extra veiligheidsprobleem vormen. In sommige bepaalde gevallen, waar het voeder zowel erg rijk is aan koolstof als fijn gemalen is (bijv, vismeel), kan de ontvlambare aard van peroxiden in uiterst poly-onverzadigd vet bijdragen tot een risico van explosie bij opslag. Vetoxidatie wordt gewoonlijk veroorzaakt door de aanwezigheid van vrije radicalen, die leiden tot lipideradicalen. Deze radicalen kunnen, samen met andere oxidatieproducten, ook een negatieve impact hebben op zowel de gezondheid als de prestatie van de dieren die deze vetten consumeren. Daarom is het voordelig, en in sommige gevallen zelfs verplicht, antioxidanten aan het voeder toe te voegen om de hoeveelheid oxidatie te beperken. Er zijn echter bepaalde antioxidanten die niet langer aanvaard zijn voor gebruik in dierenvoeder door sommige voedsel- en voedselveiligheidsinstanties omwille van de toxiciteit die geassocieerd wordt met sommige van de nevenproducten ervan. Dit is bijvoorbeeld het geval voor ethoxyquine, dat de standaard antioxidant in de voedingsindustrie was, in het bijzonder bij de herwaardering van planten, waar de hoge doeltreffendheid en de vloeibare aard ervan erg voordelig was. Het gebruik ervan in de meeste dierenvoeders is nu echter verboden door de European Food Safety Authority (EFSA). Er wordt daarom gezocht naar doeltreffende alternatieven voor vloeibare antioxidanten die niet gebaseerd zijn op ethoxyquine.
US 20080015218 Al beschrijft de additie van een antioxidantformulering op basis van ethoxyquine aan een voeder voor het verbeteren van vetstabiliteit daarin. Het doel daarvan is het verbeteren van de verteerbaarheid van dit vet bij herkauwers en
BE2018/5148 daardoor het verbeteren van de prod uctiepa ra meters van de dieren. Hoewel het toevoegen van antioxidanten rechtstreeks aan een voeder simpel is om te bereiken in droge vorm, is het formuleren van een vloeibaar additief bevattende de antioxidanten met een aanzienlijk langere houdbaarheid eerder moeilijk. Vloeibare antioxidanten worden gewoonlijk bereid door het oplossen van de antioxidantsamenstelling in een plantaardige olie. Deze drageroliën hebben jammer genoeg de neiging geoxideerd te worden na een bepaalde tijd omwille van hun gehalte aan uiterst poly-onverzadigde vetzuren, hetgeen de algemene doeltreffendheid van het resulterende antioxidantmengsel beperkt.
Overeenkomstig is er nood aan een vloeibaar voederadditief dat geschikt is voor het stabiliseren van vetg rond stoffen in een voeder, met een langere houdbaarheid en een aanzienlijk hoge antioxidatieve activiteit.
De onderhavige uitvinding heeft als doel het oplossen van ten minste één van de bovengenoemde nadelen en problemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding en uitvoeringsvormen daarvan dienen voor het bieden van een oplossing voor een of meerdere van de bovengenoemde nadelen. Daartoe heeft een eerste aspect van de onderhavige uitvinding betrekking op een voederadditief volgens conclusie 1. Volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het voederadditief een antioxidantsamenstelling en een dragerolie, waarbij de genoemde dragerolie een gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren heeft dat hoger is dan 50,0 gew.%. Dit gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren kan hetzij natuurlijk aanwezig zijn (bijv, olijf-, saffloer-, raapzaadoliën, enz.) hetzij verkregen worden door hydrogenatiemiddelen uit hogere poly-onverzadigde vetzuren (bijv, zonnebloem- en sojaboonoliën). Het gebruik van de genoemde dragerolie heeft als voordeel dat het een hogere oxidatieve stabiliteit biedt aan het voederadditief in zijn geheel, waardoor het een langere houdbaarheid biedt aan het additief en het een constante antioxidatieve functionaliteit geeft. Bovendien is er onverwachts gevonden dat het voederadditief niet enkel zelf stabieler is, maar dat het additief ook een verbeterde stabiliteit biedt aan vetcomponenten die aanwezig zijn in het dierenvoeder waarin het additief kan zijn toegepast. Er is een synergistisch effect aangetoond tussen de antioxidante samenstelling en de dragerolie.
Voorkeurdragende uitvoeringsvormen van het voederadditief zijn beschreven in enige der conclusies 2 tot 11.
J BE2018/5148
Een andere voorkeur dragende uitvoeringsvorm heeft betrekking op het voederadditief volgens conclusie 9, waarbij BHT en BHA aanwezig zijn in de antioxidante samenstelling in een verhouding tussen 1:5 en 5:1. BHT en BHA zijn in het bijzonder doeltreffend aangezien ze erg oplosbaar zijn in oliën en vetten en uitstekende antioxidatieve capaciteiten vertonen. De invloed van deze antioxidanten op de kleur, smaak en geur van het voederadditief, evenals op het voeder waarin het is toegepast, is minimaal. Bovendien is er gevonden dat BHT en BHA binnen dit verhoudingsbereik synergistisch werken, waardoor het uitstekende antioxidatieve eigenschappen biedt aan het additief.
In een tweede aspect biedt de onderhavige uitvinding een dierenvoeder omvattende een vetcomponent volgens conclusie 12. Het dierenvoeder omvat een voederadditief volgens een der voorgaande uitvoeringsvormen. Inclusie van het voederadditief zorgt voor de stabilisatie van de vetgrondstof, hetgeen een verbeterde eetbaarheid, verteerbaarheid en een hogere energetische waarde geeft aan het voeder.
Andere en verdere uitvoeringsvormen van het dierenvoeder zijn beschreven in conclusies 13 tot 15.
Een derde aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verbeteren van de vetstabiliteit in voeder volgens conclusie 16. De verbeterde vetstabiliteit wordt verkregen door inclusie van een voederadditief volgens een der voorgaande conclusies.
Voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de werkwijze zijn beschreven in conclusies 17 en 18.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voederadditief omvattende een antioxidantsamenstelling en een dragerolie, waarbij de genoemde dragerolie een gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren heeft dat hoger is dan 50,0 gew.%.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die algemeen wordt begrepen door een vakman in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Verder zijn de definities van de termen opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.
Zoals hier gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenis:
BE2018/5148
Een, de en het zoals hier gebruikt, verwijzen zowel naar het enkelvoud als het meervoud, tenzij de context anders aangeeft. Een compartiment verwijst, bij wijze van voorbeeld, naar één of meer dan één compartiment.
Omvatten, omvattende en omvat en bestaande uit zoals hier gebruikt, zijn synoniem met bevatten, bevattende of bevat en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt bijv, een component en de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, niet uitsluiten.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijk in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een achtereenvolgende of chronologische volgorde, tenzij anders gespecificeerd. Het zal duidelijk zijn dat de termen die aldus gebruikt zijn, onderling verwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding die hier beschreven zijn, in andere opeenvolgingen kunnen worden gebruikt dan hier beschreven of geïllustreerd.
Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten.
De uitdrukking % in gewicht, gewichtsprocent, %gew. of gew.% verwijst, hier en doorheen de beschrijving tenzij anders gedefinieerd, naar het relatieve gewicht van de respectievelijke component gebaseerd op het totale gewicht van de formule.
Terwijl de term een of meerdere of ten minste één, zoals een of meerdere of ten minste één element(en) van een groep elementen, per se duidelijk is, door middel van verdere voorbeelden, omvat de term onder andere een referentie naar enige één van de genoemde elementen, of naar enige twee of meerdere van de genoemde elementen, zoals bijv, enige >3, >4, >5, >6 of >7 enz. van de genoemde elementen, en maximum alle genoemde elementen.
Alle referenties die geciteerd zijn in de onderhavige specificatie worden hierbij in hun geheel opgenomen door verwijzing. De beschrijving van alle referenties waar hier specifiek naar wordt verwezen, zijn in het bijzonder opgenomen door verwijzing.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die J BE2018/5148 algemeen wordt begrepen door een vakman in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Verder zijn de definities van de termen die gebruikt zijn in de beschrijving opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen. De termen of definities die hier gebruikt zijn, worden enkel gegeven om te helpen de uitvinding beter te begrijpen.
Een additief is een substantie die wordt toegevoegd aan een andere substantie voor het geven eraan van nieuwe of verbeterde, echter gewenste, eigenschappen. In de context van de onderhavige uitvinding geeft een additief aan een diervoeder meestal verbeterde stabiliteit, langere houdbaarheid en/of gezondheidsvoordelen.
Een antioxidant is een molecule die de oxidatie van andere moleculen afremt. Oxidatie is een chemische reactie die vrije radicalen kan produceren, hetgeen leidt tot kettingreacties die cellen kunnen beschadigen. Antioxidanten die besproken zijn in de context van de onderhavige uitvinding, zijn gebutyleerd hydroxytolueen (BHT), gebutyleerd hydroxyanisol (BHA), propylgallaat (PG), ascorbinezuur, ascorbylpalmitaat, alfa-tocoferol, bètatocoferol, galluszuur, ethoxyquine en tertbutylhydrochinon. Fenolen die kunnen worden gevonden in sommige natuurlijke extracten, kunnen ook dienen als antioxidant. Voorbeelden zijn rozemarijnextract, groene thee-extract en granaatappelextract. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat de bovenstaande lijst niet volledig is en dat ook andere antioxidanten kunnen worden opgenomen in het bereik van de onderhavige uitvinding.
De term herwaardering verwijst naar een proces dat dierlijke of plantaardige afvalproducten omzet in stabiele en bruikbare materialen. Een herwaarderingsproces levert gewoonlijk een vetgrondstof en een eiwitmeel op. Een geherwaardeerd meel verwijst, in de context van de onderhavige uitvinding, naar het meel dat is verkregen door het herwaarderen van vlees, botten, veren en/of bloedafvalmateriaal na het slachten.
Een vetcomponent of vetgrondstof is een component omvattende triglyceriden, die esters met drie vetzuurketens en glycerol zijn. De term olie verwijst ook naar een vetcomponent, het kan echter worden onderscheiden door de vloeibare aard ervan bij kamertemperatuur. Dit omvat ook lipofiele componenten zoals lecithine, vitamines (bijv, vitamine E) en vrije vetzuren. Vetten zijn in het algemeen hydrofoob en zijn dus onoplosbaar in water. Vet is een belangrijke macrovoedingsstof, omdat het een bron van veel energie is voor veel levensvormen, en ook dient zowel voor structurele als υ ΒΕ2018/5148 metabole functies. In de context van de onderhavige uitvinding kan de vetcomponent of -grondstof afgeleid worden van zowel plantaardige als dierlijke bronnen.
De term dragerolie verwijst naar olie die wordt gebruikt als een substantie die een of meerdere in vet oplosbare actieve verbindingen bevat. In de context van de onderhavige uitvinding wordt een dragerolie gebruikt voor het stabiliseren van een antioxidante samenstelling.
Vetzuren zijn carboxylzuren met een alifatische keten, die hetzij verzadigd hetzij onverzadigd kan zijn. De meeste natuurlijk voorkomende vetzuren hebben een onvertakte keten met een even aantal koolstofatomen. Vetzuren zijn belangrijke voedingsbronnen van brandstof voor dieren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen mono-onverzadigde, poly-onverzadigde en verzadigde vetzuren. Monoonverzadigde vetzuren zijn vetzuren die een dubbele binding in de vetzuurketen hebben waarbij alle andere bindingen enkelvoudig gebonden zijn. Poly-onverzadigde vetzuren daarentegen hebben meer dan één dubbele binding, terwijl onverzadigde vetzuren helemaal geen dubbele bindingen hebben. Er zijn meerdere gezondheidsvoordelen gelinkt aan de consumptie van zowel mono- als polyonverzadigde vetzuren bij dieren en mensen.
Oliën met een hoog gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren worden ook hoogmono-onverzadigde oliën genoemd aangezien oliezuur het meest voorkomende mono-onverzadigde vetzuur is in plantaardige oliën. Oliën waarvan er een hoog-monoonverzadigde variant bestaat zijn bijvoorbeeld raapzaad-, sojaboon- of zonnebloemolie. Raapzaadolie is ook bekend als canola-olie. Andere, zoals saffloer- en olijfolie, bevatten van nature een hoog gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren.
Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding biedt een voederadditief omvattende een antioxidantsamenstelling en een dragerolie, waarbij de genoemde dragerolie een gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren heeft dat hoger is dan 50,0 gew.%. Dit gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren kan hetzij natuurlijk aanwezig zijn (bijv, olijf, saffloer, raapzaad, enz.) hetzij verkregen worden door hydrogenatiemiddelen uit hogere poly-onverzadigde vetzuren. Het gebruik van een dragerolie met een hoog gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren (d.w.z. hoger dan 50,0 gew.%) heeft als voordeel dat het een hogere oxidatieve stabiliteit biedt aan de voederadditief in zijn geheel, waardoor het een langere houdbaarheid biedt aan het additief en het een constante antioxidatieve functionaliteit geeft. Voederadditieven omvattende een dragerolie met een lager gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren (d.w.z. hoger poly' BE2018/5148 onverzadigd) hebben de neiging een bruine verkleuring te vertonen na een bepaalde tijd, terwijl gevonden werd dat additieven volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding amper enige kleuring of verkleuring vertonen. Daarnaast is er gevonden dat het voederadditief niet enkel zelf stabieler is omwille van het hoge gehalte aan mono-verzadigde vetzuren, maar dat het additief ook een verbeterde stabiliteit biedt aan vetcomponenten die aanwezig zijn in het dierenvoeder waarin het additief kan zijn toegepast. Tot slot is er een synergistisch effect waargenomen tussen de dragerolie, meer in het bijzonder de mono-onverzadigde vetzuren, en de aanwezige antioxidanten.
In een uitvoeringsvorm zijn de antioxidante samenstelling en de dragerolie aanwezig in een verhouding tussen 1:200 en 180:200. Tussen deze verhoudingsbereiken is gevonden dat de antioxidante samenstelling in het bijzonder stabiel is in de loop van de tijd, terwijl een optimale antioxidatieve functionaliteit wordt uitgeoefend in een dierenvoeder waarin het wordt toegepast. Meer in het bijzonder zijn de antioxidante samenstelling en de dragerolie aanwezig in een verhouding tussen 1:200 en 180:200, zelfs meer bij voorkeur tussen 30:200 en 120:200, meest bij voorkeur tussen 60:200 en 120:200.
De genoemde dragerolie heeft bij voorkeur een gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren tussen 50,0 en 90,0 gew.%. De genoemde dragerolie, omvattende monoonverzadigde vetzuren in het genoemde concentratiebereik, stabiliseert de voederadditiefformulering optimaal. Het synergistische effect naar vetstabilisatie in een voeder waarop het additief wordt toegepast, wordt verder verbeterd in dit concentratiebereik. De aanwezigheid van andere types vetzuren in de dragerolie, en de interactie tussen deze verschillende types, is belangrijk om het stabiliserende effect zoals beschreven aan te houden en te maximaliseren. Meer bij voorkeur ligt het gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren tussen 65,0 en 85,0 gew.%, meest bij voorkeur tussen 75,0 en 85,0 gew.%.
De dragerolie heeft bij voorkeur een gehalte aan poly-onverzadigde vetzuren tussen 1,0 en 30,0 gew.%. Poly-onverzadigde vetzuren kunnen minder voordelig zijn op zichzelf met betrekking tot de oxidatieve stabiliteit van het voederadditief, de interactie tussen verschillende types vetzuren is echter voordelig voor de stabiliteit van het additief evenals de stabiliteit van een vet- of meelgrondstof die aanwezig is in een voeder waarop het additief wordt toegepast. Meer bij voorkeur ligt het gehalte aan poly-onverzadigde vetzuren tussen 5,0 en 20,0 gew.%, meest bij voorkeur tussen 10,0 en 25,0 gew.%.
° BE2018/5148
In een verdere uitvoeringsvorm zal de dragerolie zoals gebruikt een gehalte aan verzadigde vetzuren hebben tussen 1,0 en 30,0 gew.%. Verzadigde vetzuren kunnen de oplosbaarheid van de antioxidante samenstelling in de dragerolie verbeteren. Daarnaast hebben uiterst verzadigde vetzuuroliën een erg hoog smeltpunt, waarbij de meeste daarvan half-vast of vast zijn bij kamertemperatuur. Meer bij voorkeur ligt het gehalte aan verzadigde vetzuren tussen 5,0 en 20,0 gew.%, meest bij voorkeur tussen 7,0 en 10,0 gew.%.
De dragerolie is bij voorkeur gekozen uit de groep van hoog-mono-onverzadigde raapzaadolie, hoog-mono-onverzadigde sojaboonolie, hoog-mono-onverzadigde olijfolie, hoog-mono-onverzadigde maïsolie, hoog-mono-onverzadigde pindanootolie, hoog-mono-onverzadigde saffloerolie en hoog-mono-onverzadigde zonnebloemolie. Oliën gekozen uit de genoemde groep, of combinaties daarvan, vertonen een vetzuurprofiel dat ideaal is in termen van gehalte aan mono-onverzadigde en polyonverzadigde vetzuren, waarbij het de optimale samenstelling biedt voor het induceren van de stabiliserende effecten die hierboven beschreven zijn. De genoemde oliën zijn bovendien gemakkelijk beschikbaar, hetgeen voordelig is voor de productieefficiëntie van het voederadditief. De meest voorkeur dragende genoemde dragerolie is gekozen uit de groep van hoog-mono-onverzadigde maïsolie, hoog-monoonverzadigde raapzaadolie en hoog-mono-onverzadigde zonnebloemolie.
In een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat de antioxidante samenstelling ten minste één antioxidant gekozen uit de groep van gebutyleerd hydroxytolueen (BHT), gebutyleerd hydroxyanisol (BHA), propylgallaat (PG), ascorbinezuur, ascorbylpalmitaat, alfa-tocoferol, bèta-tocoferol, gamma-tocoferol, delta-tocoferol en galluszuur, of een mengsel daarvan. Antioxidanten in deze groep zijn allemaal in vet oplosbaar en hebben de capaciteit oliën en vetten te beschermen tegen oxidatie. De genoemde antioxidanten zijn daarom niet enkel perfect geschikt voor het stabiliseren van een vetgrondstof in een dierenvoeder, ze hebben ook een stabiliserend effect op het voederadditief in zijn geheel, waardoor de houdbaarheid van het additief wordt verlengd. De genoemde antioxidante samenstelling omvat bij voorkeur geen ethoxyquine, waarvan wordt aangenomen dat het een negatieve impact heeft op de gezondheid van dieren die deze antioxidanten consumeren. De genoemde antioxidante samenstelling is echter volledig functioneel zonder de inclusie van deze laatste componenten, waardoor de veiligheid van het genoemde voederadditief wordt verbeterd.
De genoemde samenstelling omvat bij voorkeur BHT en/of BHA. Deze antioxidanten zijn in het bijzonder doeltreffend aangezien ze erg oplosbaar zijn in oliën en vetten en 3 BE2018/5148 uitstekende antioxidatieve capaciteiten vertonen. Bovendien hebben BHT en BHA slechts erg vage smaak- en geureigenschappen, waardoor ze bijna geen invloed hebben op de eetbaarheid van het dierenvoeder waarin ze zijn toegepast. Een additief bevattende BHT en BHA heeft slechts een erg lichte witte tot lichtgele kleur, waardoor het geen invloed heeft op de visuele kenmerken van het voeder waarin het is toegepast.
Bijgevolg omvat een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zowel BHT als BHA, die aanwezig zijn in de antioxidante samenstelling in een verhouding tussen 1:5 en 5:1. Bovendien is er gevonden dat BHT en BHA binnen dit verhoudingsbereik synergistisch uitstekende antioxidatieve eigenschappen geven aan het additief. Het additief heeft een uitstekende houdbaarheid en werkt optimaal voor de stabilisatie van een vetgrondstof in dierenvoeder waarin het wordt toegepast. Meer bij voorkeur zijn BHT en BHA aanwezig in een verhouding tussen 1:2 en 2:1, meest bij voorkeur zijn BHT en BHA aanwezig in een verhouding van 1:1.
In een verdere of een andere uitvoeringsvorm zijn BHT en BHA aanwezig in het genoemde voederadditief in een totale concentratie tussen 1,0 en 80,0 gew.%. Met deze concentratiebereiken zijn BHT en BHA aanzienlijk hoog gedoseerd in het additief, waardoor het een additief biedt dat gemakkelijk en in kleine hoeveelheden kan worden toegepast op een dierenvoeder, terwijl het ondertussen een optimale antioxidatieve activiteit biedt. Tegelijkertijd zijn de mono-onverzadigde en poly-onverzadigde vetzuren die beschikbaar zijn in de dragerolie voldoende aanwezig voor het uitoefenen van het synergistische effect geobserveerd naar houdbaarheid van het additief en vetstabilisatie in het dierenvoeder toe waarop het additief wordt toegepast. Meer bij voorkeur ligt de totale concentratie van BHT en BHA in het genoemde voederadditief tussen 10,0 en 70,0 gew.%, zelfs meer bij voorkeur tussen 20,0 en 60,0 gew.%, meest bij voorkeur bedraagt de totale concentratie 40,0 gew.%.
De antioxidante samenstelling volgens de onderhavige uitvinding kan verder ten minste één natuurlijk extract omvatten dat is gekozen uit de groep van rozemarijnextract, groen thee-extract en granaatappelextract. Natuurlijke extracten zoals de bovenstaande omvatten een natuurlijk voorkomend mengsel van fenolen die de antioxidatieve capaciteit van het voederadditief verder verbeteren. Bovendien omvatten de genoemde extracten verder antimicrobiële componenten, die het risico van microbiologische contaminatie of bederf van het additief minimaliseren, hetgeen de houdbaarheid ervan verlengt.
Een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding biedt een voederadditief omvattende een antioxidante samenstelling met xu BE2018/5148 een concentratie tussen 0,5 en 40,0 gew.%, meer bij voorkeur tussen 5,0 en 35,0 gew.%, zelfs meer bij voorkeur tussen 10,0 en 30,0 gew.% gebutyleerd hydroxytolueen (BHT);
een concentratie tussen 0,5 en 40,0 gew.%, meer bij voorkeur tussen 5,0 en 35,0 gew.%, zelfs meer bij voorkeur tussen 10,0 en 30,0 gew.% gebutyleerd hydroxyanisol (BHA);
opgelost in een dragerolie omvattende een gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren tussen 50,0 en 90,0 gew.%, meer bij voorkeur tussen 65,0 en 85,0 gew.%, zelfs meer bij voorkeur tussen 75,0 en 85,0 gew.%;
een gehalte aan poly-onverzadigde vetzuren tussen 1,0 en 30,0 gew.%, meer bij voorkeur tussen 5,0 en 20,0 gew.%, zelfs meer bij voorkeur tussen 10,0 en 15,0 gew.%;
een gehalte aan verzadigde vetzuren tussen 1,0 en 30,0 gew.%, meer bij voorkeur tussen 5,0 en 20,0 gew.%, zelfs meer bij voorkeur tussen 7,0 en 10,0 gew.%.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding biedt een dierenvoeder omvattende een vetcomponent, waarbij het genoemde voeder een voederadditief omvat volgens een van de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn. De genoemde vetcomponent wordt verkregen door het herwaarderen van plantaardig of dierlijk afval, waarbij waardevolle nevenproducten wordt gecreëerd voor gebruik in de voederindustrie. Hierbij stabiliseert het additief de genoemde vetcomponent efficiënt.
De concentratie van het genoemde voederadditief in het uiteindelijke dierenvoeder ligt bij voorkeur tussen 5 en 2000 ppm, zodat de uiteindelijke concentratie van de antioxidante samenstelling in het genoemde voeder ligt tussen 0,0002 en 0,0800 gew.%. Inclusie van het voederadditief bij de genoemde concentratie zorgt voor de stabilisatie van de vetgrondstof, hetgeen een verbeterde eetbaarheid en verteerbaarheid geeft aan het voeder. Door de vetgrondstof in het voeder te stabiliseren worden bovendien mogelijke veiligheidsrisico's omwille van de vorming van oxidatieproducten zoals peroxiden geminimaliseerd. Meer bij voorkeur ligt de concentratie van het voederadditief in het uiteindelijke dierenvoeder tussen 50 en 1000 ppm, hetgeen resulteert in een uiteindelijke concentratie van de antioxidante samenstelling in het genoemde voeder tussen 0,0020 en 0,0400 gew.%.
In een andere uitvoeringsvorm omvat het genoemde dierenvoeder ten minste een geherwaardeerd meel dat is verkregen uit vlees, botten, veren en/of bloed na het xx BE2018/5148 slachten, waarbij het genoemde voeder een voederadditief volgens een van de bovenstaande uitvoeringsvormen omvat. Het meel dat aanwezig is in het genoemde dierenvoeder wordt op efficiënte wijze gestabiliseerd door het additief.
De concentratie van het genoemde voederadditief in het geherwaardeerde meel ligt tussen 10 en 10000 ppm, zodat de uiteindelijke concentratie van de antioxidante samenstelling in het genoemde meel ligt tussen 0,0004 en 0,4000 gew.%. Het genoemde meel dat is verkregen door het herwaarderen van plantaardig of dierlijk afval is een uitstekende bron van eiwitten in dierenvoeder, waardoor deze afvalproducten geherwaardeerd worden. Het additief dat is opgenomen in het dierenvoeder biedt stabilisatie van het genoemde meel, waardoor zowel de verteerbaarheid als de eetbaarheid van het voeder wordt verbeterd. Meer bij voorkeur ligt de concentratie van het voederadditief in het geherwaardeerde meel tussen 50 en 2500 ppm, hetgeen resulteert in een uiteindelijke concentratie van de antioxidante samenstelling in het genoemde meel tussen 0,0020 en 0,1000 gew.%.
In een derde aspect beschrijft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het verbeteren van de vetstabiliteit in een voeder. In een uitvoeringsvorm wordt de verbeterde vetstabiliteit verkregen door inclusie van een voederadditief volgens een van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Terwijl onstabiele vetg rond stoffen in dierenvoeders een slechte smaak en geur kunnen veroorzaken, of slecht kunnen zijn voor de verteerbaarheid, garandeert de werkwijze die hier gegeven is, stabiliteit van dergelijke vetg rond stoffen.
Het additief wordt bij voorkeur opgenomen in het vet en/of meel in een concentratie van 10 tot 10.000 ppm. Zowel de eetbaarheid als de energiewaarde van het voeder wordt hierbij verder verbeterd en het voeder is optimaal verteerbaar. Meer bij voorkeur is een concentratie tussen 50 en 2500 ppm van het voederadditief opgenomen in het vet en/of meel.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het genoemde voeder een geherwaardeerde vetcomponent en/of ten minste één geherwaardeerd meel dat is verkregen uit vlees, botten, veren en/of bloed na het slachten. Gebruik van geherwaardeerd vet en geherwaardeerd meel als vet- of eiwitbronnen in dierenvoeders is een efficiënte manier om plantaardig en dierlijk afval materiaal te herwaarderen. Bovendien hebben dergelijke vet- en eiwitbronnen een uitstekende voedingswaarde.
Een verder aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het voederen van dieren met een voeder met verbeterde vetstabiliteit. In een uitvoeringsvorm wordt de verbeterde vetstabiliteit verkregen door inclusie van een
BE2018/5148 voederadditief volgens een van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Het voederen van een dier met een voeder waarin onstabiele vetcomponenten aanwezig zijn, kan problemen veroorzaken met de verteerbaarheid, hetgeen resulteert in een gestresseerd of ziek dier, en verliezen in productiviteit omwille van een lagere toevoer van energie afgeleid uit geoxideerd vet. Door het voederen van het dier volgens de werkwijze die beschreven wordt door de onderhavige uitvinding worden problemen met de verteerbaarheid omwille van onstabiele vetfracties geminimaliseerd.
Het additief wordt bij voorkeur opgenomen in het uiteindelijke voeder in een concentratie van 5 tot 2.000 ppm. Hierbij wordt ook de eetbaarheid van het voeder verbeterd, terwijl de verteerbaarheid wordt geoptimaliseerd. Meer bij voorkeur is een concentratie tussen 50 en 1000 ppm van het voederadditief opgenomen in het voeder.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het genoemde voeder een geherwaardeerde vetcomponent en/of ten minste één geherwaardeerd meel dat is verkregen uit vlees, botten, veren en/of bloed na het slachten. Gebruik van geherwaardeerd vet en geherwaardeerd meel als vet- of eiwitbronnen in dierenvoeders is een efficiënte manier om plantaardig en dierlijk afval materiaal te herwaarderen. Bovendien hebben dergelijke vet- en eiwitbronnen een uitstekende voedingswaarde. Geherwaardeerd vet en meel hebben echter de neiging onstabiel te zijn in dierenvoederformuleringen, waardoor problemen met de verteerbaarheid en verlies in productiviteit worden geïnduceerd. Het voederen van dieren volgens deze werkwijze minimaliseert deze problemen bijgevolg.
De uitvinding zal verder beschreven worden door de volgende niet-limitatieve voorbeelden die de uitvinding verder illustreren, en die niet zijn bedoeld, en niet mogen worden geïnterpreteerd als zijnde een beperking van het bereik van de uitvinding.
VOORBEELDEN
De onderhavige uitvinding zal nu verder geïllustreerd worden met verwijzing naar de volgende voorbeelden. De onderhavige uitvinding is in geen geval beperkt tot de gegeven voorbeelden.
VOORBEELD 1: voederadditief voor het stabiliseren van een vetcomponent in een dierenvoeder
Het onderhavige voorbeeld heeft betrekking op een voederadditief dat geschikt is voor de stabilisatie van een vetcomponent in een dierenvoeder. Deze samenstelling is in het bijzonder geschikt voor het stabiliseren van vetcomponenten uit plantaardige
BE2018/5148 afvalbronnen. Het voederadditief heeft een langere houdbaarheid omwille van het gebruik van hoog-mono-onverzadigde raapzaadolie als een drager.
Component Concentratie
gebutyleerd hydroxytolueen gebutyleerd hydroxyanisol 15,0 gew.% 25,0 gew.%
rozema rijnextract ascorbylpalmitaat hoog-mono-onverzadigde raapzaadolie 5,0 gew.% 2000 ppm 100 gew.%
De antioxidante samenstelling omvat verder ascorbylpalmitaat en fenolverbindingen 5 die aanwezig zijn in natuurlijk rozemarijnextract. Een dosering van 1000 ppm in vet opgenomen in een dierenvoeder wordt aangeraden.
Het herstelvermogen van op vet gebaseerde additieven voor oxidatie kan worden bepaald met behulp van de Rancimat-methode. Versnelde oxidatiecondities van zowel temperatuur en oxygenatie worden toegepast en de vorming van vluchtige secundaire 10 oxidatieproducten wordt gemeten. Rancimat-analyse vertoonde een hogere oxidatieve stabiliteit van hoog-mono-onverzadigde raapzaadolie vergeleken met vaker gebruikte drageroliën. Overeenkomstig werd gevonden dat het voederadditief omvattende hoogmono-onverzadigde raapzaadolie als een drager een hoger herstelvermogen voor oxidatie vertoonde vergeleken met additieven omvattende dezelfde antioxidante 15 samenstelling en inclusie, maar een niet hoog-mono-onverzadigde olie als een drager (d.w.z. bevattende minder dan 50,0 gew.%).
VOORBEELD 2: voederadditief voor het stabiliseren van een geherwaardeerd vlees- en botmeel in een dierenvoeder
Het onderhavige voorbeeld heeft betrekking op een voederadditief dat geschikt is voor 20 de stabilisatie van een geherwaardeerde meelcomponent in een dierenvoeder. Deze samenstelling is in het bijzonder geschikt voor het stabiliseren van geherwaardeerde vlees- en botmeelcomponenten uit dierlijke afvalbronnen.
Component Concentratie rozemarijnextract 15,0 gew.% propylgallaat (PG) 10,0 gew.% gemengde tocoferolen 5,0 gew.% groene thee-extract 1,0 gew.% hoog-mono-onverzadigde sojaboonolie 69,0 gew.%
BE2018/5148 De antioxidante samenstelling omvat een mengsel van antioxidanten, evenals fenolverbindingen die aanwezig zijn in natuurlijk groene thee-extract. Een dosering van 1500 ppm in een geherwaardeerde meelcomponent opgenomen in een dierenvoeder wordt aangeraden. Rancimat-analyse toonde aan dat dit additief een hoger herstelvermogen voor oxidatie vertoonde vergeleken met additieven omvattende dezelfde antioxidante samenstelling en inclusie, maar een niet hoogmono-onverzadigde olie als een drager (d.w.z. bevattende minder dan 50,0 gew.%).
VOORBEELD 3: voederadditief omvattende BHT, BHA en ascorbylpalmitaat
Het onderhavige voorbeeld heeft betrekking op een voederadditief omvattende BHT, BHA en ascorbylpalmitaat. De antioxidante samenstelling wordt opgelost in hoogmono-onverzadigde raapzaadolie, hetgeen het additief een verbeterde stabiliteit biedt. Deze samenstelling is geschikt voor de stabilisatie van een geherwaardeerde meelcomponent in een dierenvoeder, in het bijzonder geherwaardeerde vlees- en botmeelcomponenten uit dierlijke afvalbronnen.
Component Concentratie
gebutyleerd hydroxytolueen 10,0 gew.%
gebutyleerd hydroxyanisol 30,0 gew.%
rozema rijnextract 2,0 gew.%
ascorbylpalmitaat 2000 ppm
propylgallaat 9,0 gew.%
galluszuur 1,0 gew.%
hoog-mono-onverzadigde raapzaadolie 48,0 gew.%
De antioxidante samenstelling omvat verder propylgallaat, galluszuur en fenolverbindingen die aanwezig zijn in natuurlijk rozemarijnextract. Een dosering van 750 ppm in een geherwaardeerde meelcomponent opgenomen in een dierenvoeder wordt aangeraden.
Het herstelvermogen van vet om geoxideerd te worden onder versnelde condities van zowel temperatuur als druk kan worden bepaald met behulp van de zuurstofbommethode. Het monster wordt geplaatst in een cel bij zowel verhoogde temperatuur (80C°) als druk (7-8 bar), waarbij de druk in de loop van de tijd gemeten wordt. Een snelle daling in druk geeft het oxidatie-inductiepunt aan, d.w.z. wanneer de oxidatie start. Zuurstofbomanalyse van dit additief heeft een hoger herstelvermogen voor oxidatie aangetoond vergeleken met andere frequent gebruikte additieven, omvattende dezelfde antioxidante samenstelling en inclusie, maar
BE2018/5148 drageroliën met een lager gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren (d.w.z. die minder dan 50,0 gew.% bevatten).
VOORBEELD 4: voeder omvattende BHT en tocoferolen
Het onderhavige voorbeeld heeft betrekking op een voederadditief omvattende BHT en een mengsel van tocoferolen. Deze samenstelling is in het bijzonder geschikt voor het stabiliseren van vetcomponenten uit plantaardige afvalbronnen en geherwaardeerde dierlijke bronnen.
Component concentratie
gebutyleerd hydroxytolueen 25,0 gew.%
Gemengd - tocoferolen 7,5 gew.%
Propylgallaat 1,5 gew.%
hoog-mono-onverzadigde 66,0 gew.%
zonnebloemolie
De antioxidante samenstelling omvat verder ascorbylpalmitaat en fenolverbindingen die aanwezig zijn in natuurlijk rozemarijnextract. Een dosering van 2000 ppm in vet opgenomen in een dierenvoeder wordt aangeraden. Zuurstofbomanalyse toonde een hoger herstelvermogen voor oxidatie aan vergeleken met additieven omvattende dezelfde antioxidante samenstelling en inclusie, maar een dragerolie met lager gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren (d.w.z. die minder dan 50,0 gew.% bevatten).

Claims (18)

  1. CONCLUSIES
    1. Voederadditief omvattende een antioxidantsamenstelling en een dragerolie, met het kenmerk, dat de genoemde dragerolie een gehalte aan monoonverzadigde vetzuren heeft dat hoger is dan 50,0 gew.%.
  2. 2. Voederadditief volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde antioxidantsamenstelling en de genoemde dragerolie aanwezig zijn in een verhouding tussen 1:200 en 180:200, meer bij voorkeur tussen 1:200 en 120:200, nog meer bij voorkeur tussen 30:200 en 120:200, meest bij voorkeur tussen 60:200 en 120:200.
  3. 3. Voederadditief volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de genoemde dragerolie een gehalte aan mono-onverzadigde vetzuren heeft tussen 50,0 en 90,0 gew.%, meer bij voorkeur tussen 65,0 en 85,0 gew.%, meest bij voorkeur tussen 75,0 en 85,0 gew.%.
  4. 4. Voederadditief volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de genoemde dragerolie een gehalte aan poly-onverzadigde vetzuren heeft tussen 1,0 en 30,0 gew.%, meer bij voorkeur tussen 5,0 en 20,0 gew.%, meest bij voorkeur tussen 10,0 en 15,0 gew.%.
  5. 5. Voederadditief volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de genoemde dragerolie een gehalte aan verzadigde vetzuren heeft tussen 1,0 en 30,0 gew.%, meer bij voorkeur tussen 5,0 en 20,0 gew.%, meest bij voorkeur tussen 7,0 en 10,0 gew.%.
  6. 6. Voederadditief volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de genoemde dragerolie is gekozen uit de groep van hoog-monoonverzadigde raapzaadolie, hoog-mono-onverzadigde sojaboonolie, hoogmono-onverzadigde olijfolie, hoog-mono-onverzadigde maïsolie, hoog-monoonverzadigde pindanootolie, hoog-mono-onverzadigde saffloerolie en hoogmono-onverzadigde zonnebloemolie, meer bij voorkeur waarbij de genoemde dragerolie is gekozen uit de groep van hoog-mono-onverzadigde maïsolie, hoog-mono-onverzadigde raapzaadolie en hoog-mono-onverzadigde zonnebloemolie.
  7. 7. Voederadditief volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de genoemde antioxidante samenstelling minstens één antioxidant omvat gekozen uit de groep van gebutyleerd hydroxytolueen (BHT), gebutyleerd hydroxyanisol (BHA), propylgallaat (PG), ascorbinezuur, x/ BE2018/5148 ascorbyl-palmitaat, alfa-tocoferol, bèta-tocoferol, gamma-tocoferol, deltatocoferol en galluszuur, of een mengsel daarvan.
  8. 8. Voederadditief volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de genoemde antioxidante samenstelling BHT en/of BHA omvat.
  9. 9. Voederadditief volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de genoemde antioxidantsamenstelling BHT als BHA omvat, in een verhouding tussen 1:5 en 5:1, meer bij voorkeur tussen 1:2 en 2:1, nog meer bij voorkeur zijn BHT en BHA aanwezig in een verhouding van 1:1.
  10. 10. Voederadditief volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat BHT en BHA een totale concentratie in het genoemde voederadditief hebben tussen 1,0 en 80,0 gew.%, meer bij voorkeur tussen 10,0 en 70,0 gew.%, nog meer bij voorkeur tussen 20,0 en 60,0 gew.%.
  11. 11. Voederadditief volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat genoemde antioxidantsamenstelling verder minstens één natuurlijk extract omvat gekozen uit de groep van rozemarijnextract, groene thee-extract en granaatappelextract.
  12. 12. Dierenvoeder omvattende een geherwaardeerde vetcomponent, met het kenmerk, dat het genoemde voeder een voederadditief volgens één der conclusies 1 tot 11 omvat.
  13. 13. Dierenvoeder volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het genoemde voederadditief aanwezig is in het uiteindelijke voeder in een concentratie tussen 5 en 2000 ppm, meer bij voorkeur tussen 50 en 1000 ppm.
  14. 14. Dierenvoeder omvattende minstens een geherwaardeerd meel dat is verkregen uit vlees, botten, veren en/of bloed na het slachten, met het kenmerk, dat het genoemde dierenvoeder een voederadditief volgens één der conclusies 1 tot 11 omvat.
  15. 15. Dierenvoeder volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het genoemde voederadditief aanwezig is in het meel in een concentratie tussen 10 en 10000 ppm, meer bij voorkeur tussen 50 en 2500 ppm.
  16. 16. Werkwijze voor het verbeteren van de vetstabiliteit in een voeder door inclusie van een voederadditief volgens één der conclusies 1 tot 11.
    xo BE2018/5148
  17. 17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het genoemde voederadditief is opgenomen in het vet in een concentratie tussen 10 en 10000 ppm, meer bij voorkeur tussen 50 en 2500 ppm.
  18. 18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij het genoemde voeder een
    5 geherwaardeerde vetcomponent en/of minstens één geherwaardeerd meel omvat dat is verkregen uit vlees, botten, veren en/of bloed na het slachten.
BE2018/5148A 2018-03-12 2018-03-12 Voederadditief voor het stabiliseren van vet en geherwaardeerde meelbronnen BE1026087B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5148A BE1026087B1 (nl) 2018-03-12 2018-03-12 Voederadditief voor het stabiliseren van vet en geherwaardeerde meelbronnen

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5148A BE1026087B1 (nl) 2018-03-12 2018-03-12 Voederadditief voor het stabiliseren van vet en geherwaardeerde meelbronnen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026087A1 BE1026087A1 (nl) 2019-10-07
BE1026087B1 true BE1026087B1 (nl) 2019-10-14

Family

ID=62567162

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5148A BE1026087B1 (nl) 2018-03-12 2018-03-12 Voederadditief voor het stabiliseren van vet en geherwaardeerde meelbronnen

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1026087B1 (nl)

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6272792A (ja) * 1985-09-26 1987-04-03 エーザイ株式会社 トコフエロ−ル低含量含有油の安定化方法
WO1993000015A1 (en) * 1991-06-20 1993-01-07 Kalamazoo Holdings, Inc. Suspensions of micron-sized ascorbic acid particles and their use as antioxidants
JPH09157687A (ja) * 1995-12-08 1997-06-17 Showa Sangyo Co Ltd ラジカル捕捉能を有する植物油組成物並びにこれを有効成分とするラジカル捕捉剤
WO1997040698A1 (en) * 1996-04-26 1997-11-06 E.I. Du Pont De Nemours And Company Soybean oil having high oxidative stability
WO2004090062A2 (en) * 2003-04-04 2004-10-21 Kemin Industries, Inc. Lipid-soluble formulations containing mixtures of antioxidants
WO2007033011A1 (en) * 2005-09-12 2007-03-22 E. I. Dupont De Nemours & Company Use of a high-oleic and high-tocol diet in combination with a non-tocol antioxidant for improving animal meat quality
WO2009102019A1 (ja) * 2008-02-13 2009-08-20 National University Corporation Tokyo University Of Marine Science And Technology 飼料原料用抗酸化組成物
WO2013036934A1 (en) * 2011-09-09 2013-03-14 Kemin Industries, Inc. Antioxidant formulations
WO2016166718A1 (en) * 2015-04-16 2016-10-20 Olitalia S.R.L. Edible oil composition, particularly for use in frying and cooking food

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6272792A (ja) * 1985-09-26 1987-04-03 エーザイ株式会社 トコフエロ−ル低含量含有油の安定化方法
WO1993000015A1 (en) * 1991-06-20 1993-01-07 Kalamazoo Holdings, Inc. Suspensions of micron-sized ascorbic acid particles and their use as antioxidants
JPH09157687A (ja) * 1995-12-08 1997-06-17 Showa Sangyo Co Ltd ラジカル捕捉能を有する植物油組成物並びにこれを有効成分とするラジカル捕捉剤
WO1997040698A1 (en) * 1996-04-26 1997-11-06 E.I. Du Pont De Nemours And Company Soybean oil having high oxidative stability
WO2004090062A2 (en) * 2003-04-04 2004-10-21 Kemin Industries, Inc. Lipid-soluble formulations containing mixtures of antioxidants
WO2007033011A1 (en) * 2005-09-12 2007-03-22 E. I. Dupont De Nemours & Company Use of a high-oleic and high-tocol diet in combination with a non-tocol antioxidant for improving animal meat quality
WO2009102019A1 (ja) * 2008-02-13 2009-08-20 National University Corporation Tokyo University Of Marine Science And Technology 飼料原料用抗酸化組成物
WO2013036934A1 (en) * 2011-09-09 2013-03-14 Kemin Industries, Inc. Antioxidant formulations
WO2016166718A1 (en) * 2015-04-16 2016-10-20 Olitalia S.R.L. Edible oil composition, particularly for use in frying and cooking food

Non-Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
ANONYMOUS: "Product Information Sheet: NATUROX brand Premium Liquid Antioxidant", 2015, pages 1, XP002785644, Retrieved from the Internet <URL:https://www.asp-inc.com/wp-content/uploads/2016/06/Naturox-Premium-Liquid.pdf> [retrieved on 20181012] *
ANONYMOUS: "Product Specifications: Naturox IP2 Premium Liquid", 2015, pages 1, XP002785645, Retrieved from the Internet <URL:http://www.naveta.ch/images/dokumente/futtermuehlen/antioxidantien/NaturoxIP2Premiumliquid.pdf> [retrieved on 20181012] *
DATABASE WPI Week 198719, Derwent World Patents Index; AN 1987-132622, XP002785641 *
DATABASE WPI Week 199822, Derwent World Patents Index; AN 1998-244134, XP002785642 *
DATABASE WPI Week 200957, Derwent World Patents Index; AN 2009-M82759, XP002785640 *

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026087A1 (nl) 2019-10-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
de Oliveira et al. Use of natural antioxidants in the inhibition of cholesterol oxidation: A review
Chaiyasit et al. Role of physical structures in bulk oils on lipid oxidation
Martino et al. Performance and fatty acid composition of surubim (Pseudoplatystoma coruscans) fed diets with animal and plant lipids
Gao et al. Effects of dietary palm oil supplements with oxidized and non-oxidized fish oil on growth performances and fatty acid compositions of juvenile Japanese sea bass, Lateolabrax japonicus
US9301536B2 (en) Antioxidant composition for marine oils comprising tocopherol, rosemary extract, ascorbic acid and green tea extract
Madhujith et al. Oxidative stability of edible plants oils
Ogunji et al. Housefly maggot meal (magmeal) as a protein source for Oreochromis niloticus (Linn.)
Cherif et al. Supplementation of Nigella sativa seeds to Barbarine lambs raised on low-or high-concentrate diets: Effects on meat fatty acid composition and oxidative stability
US9725675B2 (en) Lipid-soluble formulations containing mixtures of antioxidants
JP2018070887A (ja) 酸化安定性多価不飽和脂肪酸を含有する油
CN103518975A (zh) 一种动物饲料用复合抗氧化剂及制备方法
Shapawi et al. Effects of dietary fish oil replacement with vegetable oils on growth and tissue fatty acid composition of humpback grouper, Cromileptes altivelis (Valenciennes)
Baron et al. Organic plant ingredients in the diet of Rainbow trout (O ncorhynchus mykiss): Impact on fish muscle composition and oxidative stability
Álvarez-Rodríguez et al. Insights into the role of major bioactive dietary nutrients in lamb meat quality: A review
WO2008011272A2 (en) Liquid monophasic lipid-soluble antioxidant compositions and processes for making the compositions
CN103039715A (zh) 一种磷脂多酚抗氧化剂及其制备方法
Tres et al. Use of recovered frying oils in chicken and rabbit feeds: effect on the fatty acid and tocol composition and on the oxidation levels of meat, liver and plasma
Uushona et al. Fatty acid and oxidative shelf-life profiles of meat from lambs fed finisher diets containing Acacia mearnsii leaf-meal
Racanicci et al. Dietary oxidized poultry offal fat: broiler performance and oxidative stability of thigh meat during chilled storage
BE1026087B1 (nl) Voederadditief voor het stabiliseren van vet en geherwaardeerde meelbronnen
KR20140116482A (ko) Dha 및 epa를 포함하는 유기 유화액
Sierżant et al. The use of an optimised concentration of quercetin limits peroxidation of lipids in the meat of broiler chickens fed a diet containing flaxseed oil rich in omega-3
Ibsch et al. Study of pure and combined antioxidants for replacing TBHQ in soybean oil packed in pet bottles
Azizkhani et al. Effects of some natural antioxidants mixtures on margarine stability
Koreleski et al. The influence of dietary fish oil and vitamin E on the fatty acid profile and oxidative stability of frozen stored chicken breast meat

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20191014