BE1025625B1 - Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond en trilkokersamenstel voor gebruik in een dergelijke werkwijze - Google Patents

Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond en trilkokersamenstel voor gebruik in een dergelijke werkwijze Download PDF

Info

Publication number
BE1025625B1
BE1025625B1 BE2017/5715A BE201705715A BE1025625B1 BE 1025625 B1 BE1025625 B1 BE 1025625B1 BE 2017/5715 A BE2017/5715 A BE 2017/5715A BE 201705715 A BE201705715 A BE 201705715A BE 1025625 B1 BE1025625 B1 BE 1025625B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sleeve
tube
vibrating
ground
opening
Prior art date
Application number
BE2017/5715A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025625A1 (nl
Inventor
Tom Dominique Herman Smet
Nicolas Hilde Jean-François Smet
Original Assignee
Pyxis Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pyxis Bvba filed Critical Pyxis Bvba
Priority to BE2017/5715A priority Critical patent/BE1025625B1/nl
Publication of BE1025625A1 publication Critical patent/BE1025625A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025625B1 publication Critical patent/BE1025625B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/72Pile shoes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/18Placing by vibrating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Foundations (AREA)
  • Placing Or Removing Of Piles Or Sheet Piles, Or Accessories Thereof (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond, omvattende het in de grond aanbrengen van een koker, waarbij de koker een kokermantel heeft waarin nabij een boveneinde ten minste één opening is aangebracht; het aanbrengen van een wapening in de koker doorheen één van de ten minste één opening voorzien in het boveneinde van de kokermantel; het aanbrengen van een uithardbaar vloeibaar materiaal in de koker.

Description

D'HALLEWEYN Nele Veerle Trees Gertrudis, Meir 24 bus 17, 2000, ANTWERPEN;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond en trilkokersamenstel voor gebruik in een dergelijke werkwijze.
UITVINDER(S):
SMET Tom Dominique Herman, St.-Jozefslaan 46, 2400, MOL;
SMET Nicolas Hilde Jean-François, Dieseghemlei 63, 2640, MORTSEL;
VOORRANG :
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag :
Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 09/05/2019,
Bij bijzondere machtiging:
BE2017/5715
Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond en trilkokersamenstel voor gebruik in een dergelijke werkwijze
Vakgebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond, in het bijzonder door trillen. De uitvinding heeft verder betrekking op een trilkokersamenstel, ook genaamd trilbuissamenstel, in het bijzonder voor gebruik in een dergelijke werkwijze.
Achtergrond
Het is bekend om palen, ook genaamd heipalen of vibropalen, door trillen aan te brengen in de grond. Volgens een mogelijke werkwijze die gebruikt maakt van een verticale trilling, wordt een stalen koker, ook genaamd buis of heihuis of vibrobuis, opgehangen aan een trilblok en hoogfrequent in de grond getrild. Volgens een andere mogelijke werkwijze die gebruik maakt van een horizontale trilling, bevindt zich een motor met excentrieken in de punt van een vibrobuis. De excentrieken draaien om een verticale as en zorgen dus voor een trilling in een horizontaal vlak. Volgens nog een andere mogelijke werkwijze wordt een buis in de grond geschroefd of geboord.
Wanneer de gewenste diepte bereikt is, wordt een uithardbaar vloeibaar materiaal zoals een betonmengsel in de buis gepompt en wordt de buis teruggetrokken. Wanneer de buis uit de grond gehaald is, is er een volledig grondverdringende paal gevormd in de grond. Optioneel kan deze paal voorzien zijn van een wapening. Het aanbrengen van een wapening in een dergelijke paal is echter doorgaans een omslachtige handeling. Het inbrengen van de wapening gebeurt typisch na het betonneren. Vooral bij palen met een kleine diameter is het inbrengen van de wapening niet eenvoudig omdat de wapening dan ondergronds en tijdens het inbrengen uit de paal kan gaan. Volgens een alternatief wordt de wapening ingebracht terwijl de vibrobuis nog in de grond zit, voorafgaand aan het betonneren. In dit geval is het echter nodig om het trilblok los te koppelen van de buis, en om, na het inbrengen van de wapening, de vibrobuis opnieuw vast te koppelen aan de machine om de vibrobuis uit te grond te verwijderen en te betonneren.
Samenvatting van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft als doel een werkwijze te verschaffen voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond, welke werkwijze toelaat om de wapening op een minder omslachtige wijze aan te brengen in de te vormen paal.
BE2017/5715
Daartoe verschaffen uitvoeringsvormen van de uitvinding een werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond die de volgende stappen omvat. Een koker wordt in de grond aangebracht, bijvoorbeeld door trillen (verticaal of horizontaal) of door boren of door schroeven. De koker heeft een kokermantel waarin nabij het boveneinde ten minste één opening is aangebracht. Vervolgens wordt een wapening doorheen een opening van de één of meer openingen die voorzien zijn in het boveneinde van de kokermantel aangebracht in de koker, en wordt een uithardbaar vloeibaar materiaal zoals een betonmengsel aangebracht in de koker, bij voorkeur door pompen. De wapening wordt bij voorkeur vóór of tijdens het aanbrengen van het uithardbaar vloeibaar materiaal in de koker gebracht.
Door de wapening aan te brengen doorheen een opening in de kokermantel van de koker kan dit eenvoudig gebeuren door een persoon die naast de in de grond ingebrachte koker staat. Deze persoon kan dan de wapening in de paal laten zakken, doorheen de genoemde opening.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm zijn meerdere openingen voorzien, en wordt een opening van de meerdere openingen geselecteerd voor het daarin aanbrengen van de wapening, in functie van een gewenste diepte in de grond van de gewapende paal. De openingen zijn bij voorkeur aangebracht in posities die geprojecteerd op de axiale richting van de koker boven elkaar gelegen zijn of gedeeltelijk overlappen. De openingen kunnen bijvoorbeeld om en om tegenover elkaar geplaatst worden zodat zich aan beide zijden van de koker openingen bevinden. De koker kan dan eenvoudig gedraaid worden zodat de helper van de machine steeds aan de kant van de cabine staat. Door meerdere openingen te voorzien, kan éénzelfde koker gebruikt worden voor het aanbrengen van palen met een verschillende diepte, waarbij de wapening nog steeds kan aangebracht worden door een persoon die naast de in de grond ingebrachte koker staat. Deze één of meer openingen zijn bij voorkeur gevormd als langwerpige sleuven die zich in de axiale richting van de koker uitstrekken. De vakman begrijpt dat in plaats van meerdere openingen te voorzien, het ook mogelijk is om één lange langwerpige opening te voorzien.
De één of meer openingen die in de in de grond ingebrachte positie van de koker in de grond gelegen zijn, worden bij voorkeur afgedicht. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door één of meer afdichtplaten aan te brengen voor het af dichten van de genoemde één of meer openingen. Op die manier wordt vermeden dat grond in de koker kan terechtkomen. Indien één lange langwerpige opening wordt voorzien, kan ook gewerkt worden met af dekplaten met verschillende afmetingen om de opening gedeeltelijk af te dichten.
BE2017/5715
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is de wapening een staaf. Dit kan een holle staaf (buis) of een volle staaf zijn. De vakman begrijpt dat het ook mogelijk is om meerdere staven aan te brengen in de koker voor het vormen van een gewapende paal.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt het inbrengen van de koker uitgevoerd door trillen bij een frequentie die groter is dan 20 Hz.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een trilkokersamenstel verschaft, bij voorkeur voor gebruik in een werkwijze volgens één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Het trilkokersamenstel omvat een koker met een ondereinde en een boveneinde, en een trilkoppelstuk. Het trilkoppelstuk is voorzien aan het boveneinde van de koker en is ingericht om de koker door trillen aan te brengen in de grond. De koker heeft een kokermantel waarin ten minste één opening is aangebracht, nabij een boveneinde van de koker.
In een voordelige uitvoeringsvorm is de lengte van de koker groter dan 10 m, bij voorkeur groter dan 15 m, nog meer bij voorkeur groter dan 20 m. De kokermantel heeft bij voorkeur een cilindrische binnenwand. De diameter van de binnenwand is bij voorkeur gelegen tussen 150 mm en 1000 mm, bij voorkeur tussen 200 mm en 800 mm. In de praktijk zal de uitvinding met name nuttig zijn voor palen met een diameter die kleiner is van 700 mm, waarbij dan een kokermantel met een binnendiameter die kleiner is dan 700 mm wordt gebruikt.
In een voordelige uitvoeringsvorm zijn meerdere openingen aangebracht nabij het boveneinde van de koker, waarbij deze openingen gezien in een projectie op de axiale richting van de koker bij voorkeur boven elkaar gelegen zijn. De openingen kunnen ook om en om tegenover elkaar geplaatst worden zodat zich aan beide zijden van de koker openingen bevinden. De koker kan dan eenvoudig gedraaid worden zodat de helper van de machine steeds aan de kant van de cabine staat.
In de context van de onderhavige uitvinding dient de uitdrukking “nabij het boveneinde” van de koker gelezen te worden als “voorzien in een bovenste deel van de koker”, welk bovenste deel zich kan uitstrekken over een lengte die bij voorkeur gelegen is tussen 1 m en 5m, gemeten vanaf het boveneinde. Met andere woorden bevinden de één of meer opening zich bij voorkeur in de bovenste vijf meter van de koker.
In een voordelige uitvoeringsvorm omvat het trilkokersamenstel verder één of meer af dekplaten die ingericht zijn om één of meer openingen af te dichten. Al naargelang de gewenste diepte van de
BE2017/5715 paal kunnen dan één of meer af dekplaten voorzien worden tegen één of meer openingen die zich in de ingetrilde stand van de koker onder de grond bevinden.
In een voordelige uitvoeringsvorm is de of elke opening gevormd als een langwerpige sleuf die zich in de axiale richting van de koker uitstrekt. De lengte van de genoemde sleuf is bij voorkeur gelegen tussen 300 mm en 1000 mm, nog meer bij voorkeur tussen 400 mm en 800 mm. Een dergelijke lengte zal toelaten dat wapeningen in de vorm van metalen staven aangebracht worden doorheen de opening in de buis, waarbij de wapening op die manier slechts gebogen wordt binnen het elastische gebied zodat de wapeningsstaaf na het inbrengen zijn oorspronkelijke vorm aanneemt.
In een voordelige uitvoeringsvorm zijn tenminste twee, bij voorkeur ten minste drie openingen aangebracht in de kokermantel, welke openingen, gezien in de axiale richting, op een afstand van elkaar gelegen zijn.
In een voordelige uitvoeringsvorm omvat het trilkokersamenstel verder een verloren voet die ingericht is om onder het ondereinde van de koker te worden voorzien. Op die manier wordt vermeden dat er zich tijdens het trillen een grondprop zou vormen aan de voet van de koker dewelke er tijdens het aanbrengen van het uithardbaar materiaal niet vanzelf uitkomt waardoor de paal niet gevormd kan worden. Bijkomend is de voet bij voorkeur zo gemaakt dat ze de koker onderaan afsluit waardoor er ook geen water in de buis komt dewelke de kwaliteit van het uithardbaar materiaal negatief zou kunnen beïnvloeden. Bij voorkeur is het ondereinde van de koker voorzien van een conisch open einde, waarbij de voet dan komvormig kan zijn voor het opnemen van het conisch open einde. Het conisch einde van de koker zorgt er tevens voor dat de wapening centraal in de pas gevormde paal achter blijft. De dekking met paalmateriaal (typisch beton) is daarmee gegarandeerd.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is de koker vervaardigd uit metaal. Ook de één of meer afdekplaten zijn bij voorkeur vervaardigd uit metaal. De afdekplaten zijn bij voorkeur zodanig gevormd dat deze niet of nauwelijks uitsteken uit de buitenmantel van de koker, en nog meer bij voorkeur uitgelijnd zijn met het buitenoppervlak van de koker.
BE2017/5715
Korte figuurbeschrijving
Bovenstaande en andere voordelige eigenschappen en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze wordt gelezen in combinatie met de tekeningen in bijlage, waarin:
Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht illustreert van een uitvoeringsvorm van een trilkokersamenstel volgens de uitvinding;
Figuur 2 een schematisch perspectivisch detailaanzicht illustreert van een boveneinde van het trilkokersamenstel van figuur 1, waarbij een aantal openingen in de koker afgedicht zijn met afdekplaten;
Figuur 3 een schematisch perspectivisch detailaanzicht illustreert van het boveneinde van het trilkokersamenstel van figuur 1,
Figuur 4 een schematisch detailaanzicht illustreert van een opening in de koker voor de uitvoeringsvorm van figuur 1 ;
Figuur 5 een schematisch perspectivisch aanzicht illustreert van een ondereinde van het trilkokersamenstel van figuur 1 ;
Figuren 6A-6C schematisch een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding illustreren; en
Figuren 7A en 7B twee schematische aanzichten tonen van varianten van de koker van figuren 6A6C.
Gedetailleerde uitvoeringsvormen
Een mogelijke uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is geïllustreerd in figuren 6A-6C. In een eerste stap wordt een koker 100 in de grond G aangebracht, bijvoorbeeld door trillen, zie figuur 6A. Hoewel de uitvinding hieronder geïllustreerd wordt aan de hand van een voorbeeld waar de koker 100 verticaal in de grond wordt getrild, begrijpt de vakman dat de uitvinding ook toepasbaar is voor koker die op een andere manier verticaal of schuin in de grond worden aangebracht. In bijzondere gevallen kunnen de palen dus ook onder helling worden aangebracht, bijvoorbeeld om - optioneel in combinatie met andere palen - op die manier horizontale belastingen of momenten te kunnen opnemen. Door de wapening (zie verder) is een dergelijke paal in het bijzonder geschikt zijn om treklasten op te nemen.
De koker 100 is onderdeel van een trilkokersamenstel 1000. Het trilkokersamenstel 1000 omvat de koker 100, een trilkoppelstuk 200 en een verloren voet 300. Het trilkoppelstuk 200 is voorzien aan een boveneinde 101 van de koker 100, en de verloren voet 300 is voorzien aan een ondereinde 102
BE2017/5715 van de koker 100. De koker 100 wordt via het trilkoppelstuk 200 opgehangen aan een trilblok op een willekeurige geschikte wijze, zoals bekend bij de vakman. Het trillen gebeurt bij voorkeur bij hoge frequenties, bijvoorbeeld groter dan 20 Hz.
De koker 100 is verder, nabij het boveneinde 101, voorzien van één of meer openingen 110a, 110b, 110c. In het voorbeeld van figuur 6A is de opening 110c afgedicht door een af dekplaat 120c. De koker 100 is bij voorkeur vervaardigd uit metaal, nog meer bij voorkeur uit staal.
Na het aanbrengen van de koker 100 in de grond G, wordt een wapening W aangebracht in het betonmengsel, en wordt een uithardbaar vloeibaar materiaal zoals een betonmengsel B aangebracht in de koker 100, zoals geïllustreerd is in figuur 6B. Opgemerkt wordt dat in figuur 6B het betonmengsel B is weergegeven in de koker 100 terwijl de wapening W zich nog niet volledig in de koker 100 bevindt. In de praktijk zal men typisch eerste de wapening W aanbrengen en daarna het betonmengsel B. Volgens een andere optie kunnen de wapening W en het betonmengsel B ook gelijktijdig aangebracht worden. De wapening wordt doorheen een opening 110a aangebracht in het uithardbaar vloeibaar materiaal. Zoals geïllustreerd is in figuur 6B kan dit gebeuren door een persoon die op de grond G staat naast de koker 100. De te gebruiken opening 110a kan zodanig gekozen worden in functie van de gewenste diepte van de te vormen paal, dat deze toegankelijk is voor een persoon die naast een in de grond getrilde koker 100 staat. Een opening 110c die na het intrillen van de koker in de grond G gelegen is, wordt dan bij voorkeur af gedicht door een af dekplaat 120c. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is de koker 100 getekend als een uit één stuk gevormde koker met een kokermantel 105 waarin de openingen 110a, 110b, 110c zijn aangebracht. De vakman begrijpt dat de koker 100 ook samengesteld kan zijn uit verschillende delen, waarbij de openingen 110a, 110b, 110c dan aangebracht kunnen zijn in een bovenste deel van de koker 100. De koker 100 is bij voorkeur in hoofdzaak buisvormig met een cilindrische binnenwand. De buitenwand van de koker 100 kan voorzien zijn van een profilering teneinde het intrillen van de koker 100 te vergemakkelijken. In een mogelijke uitvoeringsvorm die hieronder geïllustreerd is aan de hand van figuren 1-5 is de koker 100 voorzien van een aantal ribben. Deze ribben hebben in deze niet enkel een functie ter versteviging van de buis, maar ook ter bescherming van de openingen 110a, 110b, 110c. Bovendien kan een dergelijke profilering ook een grondmechanische functie hebben: de profilering geeft de koker 100 een groter manteloppervlak waardoor er meer wrijving zal zijn tussen de koker 100 en de grond. Wanneer de koker 100 omhoog wordt getrokken zal het uithardbaar materiaal ook vloeien naar de door de ribben gevormde uitsparingen in de grond. De hiermee gevormde paal heeft hierdoor een groter grondmechanisch draagvermogen dan palen die gevormd zijn met een cilindrische koker 100 zonder ribben. Met name wanneer de gevormde paal bedoeld is als trekpaal biedt een dergelijke profilering een voordeel. De ribben
BE2017/5715 kunnen over een deel van de lengte van de koker 100 of over de volledige lengte van de koker 100 doorlopen.
Na het inbrengen van de wapening W in de koker 100, kan uithardbaar vloeibaar materiaal aangebracht worden, en kan de koker 100 verwijderd worden uit de grond G, zoals getoond is in figuur 6C. Opgemerkt wordt dat het aanbrengen van de wapening W ook gelijktijdig aan het aanbrengen van het uithardbaar vloeibaar materiaal B kan gebeuren. Verder kan de koker 100 ook tijdens het aanbrengen van het uithardbaar vloeibaar materiaal geleidelijk teruggetrokken worden.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm bestaat de wapening W uit een metalen staaf die enigszins flexibel is. De afmetingen van de openingen 110a, 110b, 110c worden bij voorkeur zodanig gekozen dat deze, rekening houdend met de flexibiliteit van de wapening W, toelaten om op eenvoudige wijze de wapening W aan te brengen in de koker 100. Door meerdere openingen 110a, 110b, 110c te voorzien in de mantel 105 van de koker 100 kan men met één en dezelfde koker 100 palen van verschillende dieptes maken waarbij een persoon altijd op de grond kan blijven staan terwijl hij de wapeningsstaaf W in de paal laat zakken. Volgens een niet geïllustreerde variant kan men in plaats van één wapeningsstaaf W ook meerdere wapeningsstaven W aanbrengen in de paal. Deze kunnen via dezelfde opening 110a aangebracht worden of via een andere opening. In de variant van figuren 6A-6C zijn de openingen 110a, 110b, 110c boven elkaar voorzien in de buitenmantel 105 van de koker 100.
Figuren 7A en 7B illustreren twee varianten van een koker 100. In de variant van figuur 7A is de koker 100 voorzien van één opening 110 die door middel van verschillende afdekplaten 120a, 120b, 120c met verschillende afmetingen gedeeltelijk afgedicht kan worden in functie van de gewenste diepte van de paal. Figuur 7B illustreert een andere variant van een koker 100 met meerdere openingen 110a, 110b, 110c waarbij de openingen verspreid over de omtrek zijn aangebracht op een afstand van elkaar, en geprojecteerd op de axiale richting van de koker gedeeltelijk overlappen. De vakman begrijpt dat nog vele andere varianten mogelijk zijn binnen het kader van de uitvinding. De openingen 110a, 110b, 110c, 110 hebben bij voorkeur een langwerpige sleufvorm met een lengte 1, gezien in de axiale richting van de koker 100. Deze lengte 1 is bij voorkeur groter dan 200 mm, nog meer bij voorkeur groter dan 300 mm, meest bij voorkeur groter dan 400 mm. De lengte L kan bijvoorbeeld gelegen zijn tussen 400 mm en 1000 mm.
Nu zal een meer gedetailleerde uitvoeringsvorm van een trilkokersamenstel beschreven worden met verwijzing naar figuren 1-5. Het trilkokersamenstel 1000 omvat een koker 100 met een ondereinde 102 en een boveneinde 101, en een trilkoppelstuk 200 dat voorzien is aan het
BE2017/5715 boveneinde 101, en dat ingericht is om de koker 100 door trillen aan te brengen in de grond. De koker 100 heeft een kokermantel 105 waarin ten minste één opening 110 is aangebracht, nabij een boveneinde van de koker 100. In de variant van figuur 1 zijn zes openingen 110 boven elkaar aangebracht in de kokermantel 105. Het trilkoppelstuk 200 is hier gevormd als een verwisselbaar stuk die door een boutverbinding verbonden is met koker 100. Daartoe is de koker voorzien van een aansluitstuk 140 dat gelast is aan het boveneinde van de koker 110 en integraal deel uitmaakt van de koker. Het trilkoppelstuk 200 heeft een steunplaat 210 die door middel van een aantal bouten (niet getoond) bevestigd is aan het aansluitstuk 140. Op de steunplaat 210 zijn twee evenwijdige opstaande flenzen 220a, 220b voorzien waartussen een opstaande verbindingsplaat 230 is voorzien met een hoogte die groter is dan de hoogte van de opstaande flenzen 220a, 220b. Door aan deze verbindingsplaat 230 een voldoende hoogte te geven, zal deze plaat 230 in geval van hoge spanningen kunnen doorbuigen, eerder dan de koker 100 die stijver is. Doordat het trilkoppelstuk 200 bevestigd is met een boutverbinding kan het trilkoppelstuk 200 eenvoudig vervangen worden wanneer dit zou afscheuren door metaalmoeheid.
De lengte van de koker 100 is bij voorkeur groter dan 10 m, meer bij voorkeur groter dan 15 m, nog meer bij voorkeur groter dan 20 m. De kokermantel 105 heeft bij voorkeur een cilindrische binnenwand. De diameter van de binnenwand is bij voorkeur gelegen tussen 150 mm en 1000 mm, bij voorkeur tussen 200 mm en 800 mm, typisch kleiner dan 700 mm. De openingen 110 kunnen bijvoorbeeld aangebracht zijn in de bovenste tien meter van de koker 100, bij voorkeur in de bovenste vijf meter van de koker 100. De openingen 110 zijn hier gevormd als langwerpige sleuven met een lengte 1, zie figuur 4, die gelegen is tussen 300 mm en 1000 mm, bij voorkeur tussen 400 mm en 800 mm. Zoals voorheen werd beschreven in het kader van figuren 7A en 7B zijn andere varianten mogelijk, waarbij bijvoorbeeld één langwerpige opening 110 is voorzien met een lengte die bijvoorbeeld meer dan 1 m bedraagt. Verder is het ook mogelijk om de openingen 110 verspreid over de omtrek van de kokermantel 105 aan te brengen, zoals geïllustreerd is in figuur 7B.
De koker 100 is hier gevormd als een cilindrische buis waarop een aantal langwerpige ribben 115 zijn gelast. Deze ribben 115 vormen een versteviging van de cilindrische buis, en beschermen de openingen 110 in de cilindrische buis. De langwerpige ribben 115 vormen een profilering die verder ook een grondmechanische functie heeft: de profilering geeft de koker 100 een groter manteloppervlak (in vergelijking met het oppervalk van een cilindrische buis, waardoor er meer wrijving zal zijn tussen de koker 100 en de grond. Wanneer de koker 100 omhoog wordt getrokken zal het uithardbaar materiaal ook vloeien naar de door de ribben 115 gevormde uitsparingen in de grond. De hiermee gevormde paal heeft hierdoor een groter grondmechanisch draagvermogen dan
BE2017/5715 palen die gevormd zijn met een cilindrische koker 100 zonder ribben 115. De ribben 115 kunnen over een deel van de lengte van de koker 100 of over de volledige lengte van de koker 100 doorlopen.
In figuur 2 is te zien dat een aantal openingen 110 afgedicht zijn met behulp van afdekplaten 120.
Figuur 3 illustreert dat het boveneinde 101 van de koker 100 voorzien kan zijn van een aansluitdeel 140 dat bevestigbaar is aan het trilkoppelstuk 200.
Figuur 5 toont een detailaanzicht van het ondereinde 102 van de koker 100. Het ondereinde 102 is gevormd met een conisch deel 150. Dit conisch deel 150 is bedoeld om samen te werken met een verloren voet 300 die bij voorkeur een in hoofdzaak complementaire vorm heeft, zodanig dat de verloren voet 300 aansluit op het conisch deel 150. De verloren voet 300 kan bijvoorbeeld komvormig zijn met een conische binnenwand die aansluit op het conisch deel 150.
De vakman begrijpt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en dat vele modificaties en varianten mogelijk zijn binnen het kader van de uitvinding, dat enkel bepaald wordt door de hierna volgende conclusies.

Claims (27)

  1. Conclusies
    1. Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond, omvattende:
    - het in de grond aanbrengen van een koker, waarbij de koker een kokermantel heeft waarin nabij een boveneinde ten minste één opening is aangebracht;
    - het aanbrengen van een wapening in de koker doorheen één van de ten minste één opening voorzien in het boveneinde van de kokermantel;
    - het aanbrengen van een uithardbaar vloeibaar materiaal in de koker.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het aanbrengen van de wapening uitgevoerd wordt door een persoon die naast de in de grond getrilde paal staat.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij nabij het boveneinde van de koker meerdere openingen, zijn voorzien, en waarbij één opening van de meerdere openingen geselecteerd wordt voor het daarin aanbrengen van de wapening in functie van een gewenste diepte in de grond van de gewapende paal.
  4. 4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de koker door één van de volgende technieken in de grond wordt aangebracht: trillen, schroeven, boren.
  5. 5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de of elke opening gevormd is als een langwerpige sleuf die zich in axiale richting van de koker uitstrekt.
  6. 6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij één of meer openingen van de ten minste één opening die in de in de grond ingebrachte positie van de koker in de grond gelegen zijn, afgedicht worden, bij voorkeur door één of meer afdichtplaten.
  7. 7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de wapening een holle of volle staaf is.
  8. 8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de koker aan zijn boveneinde voorzien is van een trilkoppelstuk dat vastgeklemd is aan een trilblok van een trilinrichting.
  9. 9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de koker omhoog wordt getrokken tijdens het aanbrengen van het uithardbaar vloeibaar materiaal, tot deze volledig uit de grond is verwijderd.
    BE2017/5715
  10. 10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het aanbrengen van de koker in de grond uitgevoerd wordt door trillen bij een frequentie die groter is dan 20 Hz.
  11. 11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de of elke opening een lengte heeft, gezien in de axiale richting van de koker, die groter is dan 300 mm, bij voorkeur groter dan 400 mm.
  12. 12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de wapening vóór of tijdens het aanbrengen van het uithardbaar vloeibaar materiaal in de koker gebracht wordt.
  13. 13. Trilkokersamenstel, bij voorkeur voor gebruik in een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, omvattende:
    - een koker met een ondereinde en een boveneinde;
    - een trilkoppelstuk dat voorzien is aan het boveneinde van de koker en dat ingericht is om de koker door trillen aan te brengen in de grond;
    waarbij de koker een kokermantel heeft waarin ten minste één opening is aangebracht, nabij een boveneinde van de koker.
  14. 14. Trilkokersamenstel volgens conclusie 13, waarbij de ten minste één opening meerdere openingen omvat, die in een projectie op de axiale richting van de koker boven elkaar gelegen zijn of gedeeltelijk overlappen.
  15. 15. Trilkokersamenstel volgens conclusie 13 of 14, verder omvattende één of meer één afdekplaten ingericht om één of meer openingen van de ten minste één opening af te dichten.
  16. 16. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-15, verder omvattende een trilmiddel ingericht om het trilkoppelstuk met de daaraan bevestigde koker te trillen bij een frequentie die groter is dan 20 Hz.
  17. 17. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-16, waarbij de of elke opening gevormd is als een langwerpige sleuf die zich in axiale richting van de koker uitstrekt.
  18. 18. Trilkokersamenstel volgens conclusie 17, waarbij de lengte van de sleuf gelegen is tussen 300 mm en 1000 mm, bij voorkeur tussen 400 mm en 800 mm.
  19. 19. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-18, verdere omvattende een verloren voet die ingericht is om onder het ondereinde van de koker te worden voorzien.
    BE2017/5715
  20. 20. Trilkokersamenstel volgens conclusie 19, waarbij het ondereinde van de koker voorzien is van een conisch open einde, en waarbij de voet komvormig is voor het opnemen van het conisch open einde.
  21. 21. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-20, waarbij de koker vervaardigd is uit metaal.
  22. 22. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-21, waarbij de kokermantel een cilindrische binnenwand heeft met een diameter die gelegen is tussen 150 mm en 1000 mm, bij voorkeur tussen 200 mm en 800 mm.
  23. 23. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-22, waarbij de kokermantel gezien in de axiale richting daarvan, een lengte heeft die groter is dan 10 m, bij voorkeur groter dan 15 m.
  24. 24. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-23, waarbij de kokermantel een buitenwand heeft die voorzien is van uitstekende delen die zich uitstrekken in de axiale richting van de koker.
  25. 25. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-24, waarbij de koker gevormd is door een cilindrische buis met een buitenmantel waartegen meerdere zich in de axiale richting uitstrekkende ribben zijn gelast.
  26. 26. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-25, waarbij het trilkoppelstuk door een boutverbinding bevestigd is op het boveneinde van de koker.
  27. 27. Trilkokersamenstel volgens één der conclusies 13-26, waarbij het trilkoppelstuk (200) twee opstaande flenzen (220a, 220b) en een daartussen bevestigde verbindingsplaat (230) heeft, waarbij de lengte van de verbindingsplaat (230) groter is dan 500 mm, bij voorkeur groter dan 1000 mm.
BE2017/5715A 2017-10-05 2017-10-05 Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond en trilkokersamenstel voor gebruik in een dergelijke werkwijze BE1025625B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5715A BE1025625B1 (nl) 2017-10-05 2017-10-05 Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond en trilkokersamenstel voor gebruik in een dergelijke werkwijze

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5715A BE1025625B1 (nl) 2017-10-05 2017-10-05 Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond en trilkokersamenstel voor gebruik in een dergelijke werkwijze

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025625A1 BE1025625A1 (nl) 2019-05-03
BE1025625B1 true BE1025625B1 (nl) 2019-05-09

Family

ID=60117413

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5715A BE1025625B1 (nl) 2017-10-05 2017-10-05 Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond en trilkokersamenstel voor gebruik in een dergelijke werkwijze

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1025625B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20120195691A1 (en) * 2011-02-01 2012-08-02 Donald Alan Dolly Drill tip for foundation pile
US20140259991A1 (en) * 2013-03-14 2014-09-18 Hubbell Incorporated Break-away screw ground anchor

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20120195691A1 (en) * 2011-02-01 2012-08-02 Donald Alan Dolly Drill tip for foundation pile
US20140259991A1 (en) * 2013-03-14 2014-09-18 Hubbell Incorporated Break-away screw ground anchor

Also Published As

Publication number Publication date
BE1025625A1 (nl) 2019-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8561361B2 (en) Anchoring system
KR100430342B1 (ko) 돌출간이 방사상으로 돌출된 현장 타설 콘크리트 파일형성장치 및 방법
US5538361A (en) Apparatus for forming a trench
BE1025625B1 (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van een gewapende paal in de grond en trilkokersamenstel voor gebruik in een dergelijke werkwijze
KR100237346B1 (ko) 해체가능한 타설앵커 및 가설지반앵커시공법
US5613804A (en) Holding means for securing a liner to a trench
JP6855273B2 (ja) コンクリート杭の締固め装置およびコンクリート杭の打設管理方法
KR20090092973A (ko) 기존 교량의 보수, 보강시 지반에 설치되는 강재말뚝의압입방법 및 장치
JP2018100589A (ja) 地組鉄筋施工方法
NL8402789A (nl) Werkwijze en inrichting voor het aangeven van verkozen fysische parameters in een pijpleiding.
US986957A (en) Post-mold.
KR200443819Y1 (ko) 시설물 지주의 설치구조
EP1630537A1 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Prüfen der Stabilität eines Mastes
KR200445403Y1 (ko) 시설물 지주 고정용 베이스 장치
JP7241647B2 (ja) コンクリートの試験方法
EP3469335B1 (en) Vibratory cavity density meter and method
SU1728389A1 (ru) Установка дл испытани свай
KR102413915B1 (ko) 모듈블럭을 이용한 방음벽
DE4417332C2 (de) Massendurchflußmeßgerät
KR102581295B1 (ko) 다짐기 고정장치
JP3528141B2 (ja) 脚柱のコンクリート充填補強方法及びその補強脚柱
NL7903145A (nl) Inrichting voor het tijdens het gieten vormen van een uitsparing in een betonconstructie.
NL8601137A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een betonnen paal die ter plaatse gegoten moet worden.
EP0478619A1 (en) Improvements in or relating to in situ pile formation
KR100350627B1 (ko) 콘크리트 진동다짐기의 진동봉 유도장치

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190509