BE1023749B1

BE1023749B1 - Verdekt liggend scharnier voor een draai-kipraam en een dergelijk raam daarmee uitgerust

Info

Publication number: BE1023749B1
Application number: BE2016/5004A
Authority: BE
Inventors: PARYS Emmanuel Diederich Camille VAN
Original assignee: PARYS Emmanuel Diederich Camille VAN
Priority date: 2016-01-07
Filing date: 2016-01-07
Publication date: 2017-07-11
Also published as: US10208519B2; CN106968539A; CN106968539B; EP3190252A1; PT3190252T; EP3190252B1; PL3190252T3; BE1023749A1; ES2831176T3; US20170198509A1

Abstract

Verdektliggend scharnier voor een draai-kipraam met vast kader (2) en vleugel (3), samengesteld uit een scharnier (25) met een eerste en tweede arm (26, 27), die zijn verbonden met een centraal scharnier (28) en die met een eerste uiteinde (29,30) scharnierbaar zijn verbonden met een montagelat (31) die bedoeld is om op het kader (2) te worden gemonteerd en aan een tweede uiteinde (32, 33) een scharnier (40, 47) hebben voor koppeling met de vleugel (3), daardoor gekenmerkt dat de eerste arm (26) met zijn eerste uiteinde (29) met de montagelat (31) is verbonden met een vast kaderscharnier (34) met een tap (35) die is bevestigd op de montagelat (31) en de tweede arm (27) met zijn eerste uiteinde (30) met de montagelat (31) is verbonden met een verschuifbaar kaderscharnier (37) met een tap (38) die verschuifbaar is aangebracht in een geleidingsgleuf (39) van de montagelat (31), waarbij in de gesloten toestand van de schaar (25) de montagelat (31) als steun dient voor de kipbeweging van deze schaar (25).

Description

Verdektiiggend scharnier voor een draai-kipraam en een dergelijk raam daarmee uitgerust.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een verdektiiggend scharnier voor een raam met een vast kader en een verdraaibare vleugel.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een verdektiiggend scharnier voor een draai-kipraam dat, zowel kan opendraaien rond een verticale as, als kan openkippen rond een horizontale as naargelang de stand van de bedieningskruk van het raam.

Zulke verdektliggende scharnieren worden verdekt gemonteerd tussen het vast kader en de vleugel of zijn daarvoor bedoeld, zodat zij niet zichtbaar zijn wanneer het raam gesloten is.

De vleugel is, zoals bekend, langs zijn omtrek voorzien van een zijdelings naar buiten uitstekende vleugellip waarmee de vleugel in gesloten toestand van het raam met tussenkomst van een dichting tegen de voorzijde van het vast kader rust, waarbij de vleugellip het kader in vooraanzicht gedeeltelijk overlapt.

Deze vleugellip bedekt tevens de ruimte tussen de vleugel en het vast kader waarin de verdektliggende scharnieren gemonteerd zijn, zodat deze aan het zicht onttrokken zijn wanneer het raam gesloten is.

De vleugel is verdraaibaar in het kader opgehangen door middel van twee scharnieren, respectievelijk een onderste scharnier en een bovenste scharnier die respectievelijk aan de onderzijde en bovenzijde van de vleugel zijn gemonteerd.

Het bovenste scharnier is op bekende wijze uitgevoerd met een schaarmechanisme dat ten opzichte van de vleugel geblokkeerd kan worden om een verdraaiing van de vleugel toe te laten rond een verticale as of gedeblokkeerd kan worden om het kippen van de vleugel rond een horizontale as toe te laten.

Het onderste scharnier laat, zowel een draaibeweging, als een kipbeweging toe.

Klassiek is een draai-kipraam voorzien van een beslag met beslaglatten die verschuifbaar zijn aangebracht in een beslaggroef langs de buitenomtrek van de vleugel, waarbij de beslaglatten in de ene of andere richting in de beslaggroef worden verschoven door middel van een bedieningskruk die vanuit sluitstand in een draai- of kipstand verdraaid kan worden naargelang men het raam wenst open te draaien of open te kippen.

In de draaistand van de bedieningskruk wordt het voornoemde schaarmechanisme door de verplaatsing van de beslaglatten geblokkeerd, waardoor de vleugel kan opendraaien.

In de kipstand wordt het schaarmechanisme van de bovenste scharnier gedeblokkeerd waardoor een kipbeweging van de vleugel mogelijk wordt. Dit wordt vaak gerealiseerd rond een as in het gedeelte van het onderste scharnier dat op de vleugel is bevestigd of door vervorming van het scharnier.

Een nadeel van bekende verdektliggende scharnieren is dat de horizontale as waarrond de vleugel kan kippen relatief ver boven het onderste profiel van het kader van het raam ligt, wat nadelig kan zijn voor lage ramen, bijvoorbeeld voor ramen met een hoogte die kleiner is dan 50cm, die door hun lage hoogte slechts een beperkte kipbeweging met een beperkte openingshoek toelaten omdat anders de onderste vleugellip met haar dichting de voorzijde van het kader zou raken, waardoor de dichting geplet of de vleugellip beschadigd zou kunnen worden.

De montage van de vleugel in het kader is bij bekende verdektliggende scharnieren relatief ingewikkeld, aangezien in bepaalde stappen van de montage de installateur geen zicht heeft op de scharnieren en dus op zijn gevoel moet afgaan. Dat vergt dan ook voldoende kennis en vakmanschap van de installateur.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, door een onderste verdektliggend scharnier aan te reiken waarvan de kipas lager is gelegen dan bij de bekende scharnieren en dat bovendien gemakkelijk te monteren is en bovendien meer inbraakveilig is.

Hiertoe betreft de uitvinding een verdektliggend scharnier voor een raam met een vast kader en een verdraaibare vleugel, waarbij het verdekt.liggend scharnier is samengesteld uit een schaar met twee armen, respectievelijk een eerste arm en een tweede arm, die met elkaar zijn verbonden door middel van een centraal scharnier en die elk met een eerste uiteinde door middel van een scharnier zijn verbonden of verbonden kunnen worden met een montagelat die bedoeld is om horizontaal op het vast kader te worden gemonteerd, waarbij de armen elk aan hun tweede uiteinde zijn voorzien van een scharnier voor koppeling met de vleugel, met als kenmerk dat de eerste arm met zijn eerste uiteinde met de montagelat is verbonden of verbonden kan worden door middel van een vast kaderscharnier met een tap die is bevestigd op de montagelat en die bedoeld is om rechtop te worden gemonteerd en de tweede arm met zijn eerste uiteinde met de montagelat is verbonden of verbonden kan worden door middel van een verschuifbaar kaderscharnier met een tap die op dit eerste uiteinde van de tweede arm is voorzien en die verschuifbaar is aangebracht in een geleidingsgleuf van de montagelat, waarbij in de gesloten toestand van de schaar van het verdektliggend scharnier, de montagelat als steun dient voor de kipbeweging van de schaar van het betreffend scharnier en de vaste tap op de montagelat een geleiding vormt voor deze kipbeweging.

Een onderste verdektliggend scharnier volgens de uitvinding biedt het voordeel dat de vleugel kan scharnieren rond een horizontale as langs een kiprand van de montagelat die gelegen is in het vlak van de montagelat en dus vlak boven het horizontaal profiel van het vast kader waarop de montagelat wordt bevestigd, wat dus alleszins veel lager is dan gebruikelijk.

Hierdoor kan de openingshoek van het raam in zijn kipstand groter zijn zonder gevaar dat de vleugellip onderaan de vleugel tegen de voorzijde van het vast kader botst.

Het vast kaderscharnier is samengesteld uit de voornoemde vaste tap van de montagelat en een oog aan het eerste uiteinde van de eerste arm van de schaar, waarbij dit oog over deze tap haakt.

Op die manier kan de schaar in open toestand makkelijk op de montagelat worden aangebracht door het oog van het vast kaderscharnier aan het eerste uiteinde van de eerste arm van de schaar over de tap van de montagelat te haken en door de tap van het verschuifbaar kaderscharnier aan het eerste uiteinde van de tweede arm van de schaar in de geleidingsgleuf van de montagelat te haken.

Dat laat ook toe de vleugel met een vooraf gemonteerde schaar van het onderste scharnier na het openen van de schaar makkelijk met een vooraf gemonteerde montagelat te koppelen aangezien de installateur volledig zicht heeft op de delen van het verdektliggend scharnier die voor de montage van de vleugel in elkaar moeten worden gehaakt.

Bij voorkeur is de tap van de montagelat aan de tegenovergestelde zijde van de kiprand voorzien van een kromming voor de kipgeleiding van het voornoemde oog, waarbij de kromming hoofdzakelijk een gebogen vorm heeft met een kromtestraal met middelpunt op de voornoemde kiprand van de montagelat.

Aan de kop van de tap is bij voorkeur een uitkraging voorzien die ten opzichte van de kromming naar achteren toe uitsteekt.

Deze uitkraging biedt het voordeel dat de vleugel in een gekipte stand van een gemonteerde vleugel moeilijk uit het kader te lichten is door een spie tussen de onderzijde van de vleugel en het vast kader te drijven zoals dat gebruikelijk is bij een inbraak.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk is de uitkraging aan de kop van de tap op de montagelat gevormd door een schijf die ten opzichte van de voet van deze tap excentrisch naar achteren is verschoven en bezit deze schijf een diameter die gelijk of iets kleiner is dan de binnendiameter van het oog.

Dit biedt het voordeel dat de vleugel in verticaal opgerichte stand, dus met de open schaar evenwijdig met het vlak van de montagelat, gemonteerd kan worden over de uitkraging van de tap van de montagelat, terwijl de uitkraging belet dat de vleugel in gekipte stand ongewild uit het vast kader kan gedemonteerd worden.

Volgens een ander aspect van de uitvinding is de montagelat tweedelig uitgevoerd met een basisdeel dat bedoeld is om op het vast kader te worden gemonteerd en een ten opzichte van dit basisdeel verschuifbaar deel dat de voornoemde tap van de montagelat draagt.

Hierdoor kan de zijdelingse positie van de vleugel ten opzichte van het kader worden geregeld.

Hiertoe is de montagelat voorzien van een regeling voor de regeling van de positie van de tap in de lengterichting van het basisdeel van de montagelat.

Volgens een voorkeurdragend aspect is het verschuifbaar deel van de montagelat voorzien van een eindaanslag voor de beweging van de tap van het verschuifbaar kaderscharnier in de geleidingsgleuf in het basisdeel van de montagelat bij het maximaal opendraaien van de vleugel.

Hierdoor wordt de positie van de tap van het vast kaderscharnier en van de eindaanslag samen geregeld.

Dit biedt het voordeel dat, dankzij de gezamenlijke regeling van de positie van de tap en van de eindaanslag, de maximale openingshoek van het raam niet wordt gewijzigd en dus geen bijkomende regeling vereist.

Deze gezamenlijke regeling kan vanzelfsprekend ook afzonderlijk worden toegepast op een tap en eindaanslag, met andere woorden onafhankelijk van de specifieke vorm van de tap van de montageplaat.

De uitvinding heeft betrekking op een draai-kipraam waarin dit raam onderaan de vleugel is voorzien van minstens één verdektliggend scharnier zoals hiervoor beschreven, waarbij het betreffende verdektliggend scharnier onderaan de vleugel is gemonteerd en de montagelat van dit scharnier is bevestigd op de binnenzijde van het vast kader.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een verdektliggend scharnier volgens de uitvinding en van een draai-kipraam daarmee uitgerust, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een gedeeltelijk uiteengenomen zicht weergeeft van een draai-kipraam dat is voorzien van een verdektliggend scharnier volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1, doch in vereenvoudigde vorm; figuur 3 de bovenste scharnier weergeeft die in figuur 1 met pijl F3 is aangeduid, doch in geopende kipstand; figuur 4 de onderste scharnier weergeeft die in figuur 1 met pijl F4 is aangeduid, doch in geopende toestand; figuur 5 een ander zicht geeft van het verdektliggend scharnier van figuur 4, doch met een losgemaakte montagelat; figuur 6 de montagelat zoals aangeduid met pijl F6 in figuur 5 weergeeft in gemonteerde toestand in een binnenhoek van het vast kader; figuur 7 een doorsnede toont volgens lijn VII-VII in figuur 1, maar in gemonteerde en gesloten toestand van het raam; figuur 8 een doorsnede toont volgens lijn VÏII-VIII in figuur 7 maar in de kipstand van het raam; figuur 9 een zijaanzicht toont van een draai-kipraam volgens de uitvinding in de kipstand, doch zonder bovenste verdekt.liggend scharnier; figuur 10 en doorsnede weergeeft volgens lijn X-X in figuur 8, doch voor de niet gemonteerde scharnier van figuur 8; figuur 11 op grotere schaal en in perspectief de tap weergeeft die in figuur 10 met Fll is aangeduid; figuur 12 een doorsnede toont zoals deze van figuur 10, maar ditmaal met het verdektliggend scharnier in gemonteerde toestand; figuur 13 een opengekipt raam toont tijdens een inbraakpoging; figuur 14 een bovenaanzicht weergeeft van de montagelet die in figuur 6 met F14 is aangeduid; figuur 15 een doorsnede weergeeft zoals deze van figuur 8, doch in een opengedraaide stand; figuur 16 hetzelfde aanzicht geeft als dit van figuur 14, doch in andere stand.

Het in figuur 1 als voorbeeld gekozen draai-kipraam 1 bevat een vast kader 2 en een vleugel 3 die in het vast kader 2 verdraaibaar en kipbaar is opgehangen door middel van twee verdektliggende scharnieren, respectievelijk een verdektliggend scharnier 4 aan de bovenzijde van de vleugel 3 en een verdektliggend scharnier 5 volgens de uitvinding aan de onderzijde ervan.

Het vast kader 2 en de vleugel 3 zijn opgebouwd uit profielen 6 en 7 waarvan de vleugelprofielen 7 zijn voorzien van een zijdelings uitstekende lip 8 die, zoals is weergegeven in figuur 2, bij een gesloten raam, door tussenkomst van een dichting 9 tegen de voorzijde 10 van het vast kader 2 rust en deze voorzijde 10 gedeeltelijk overlapt en tevens de spleet 11 tussen het kader 2 en de vleugel 3 in vooraanzicht afdekt.

Op de naar elkaar gerichte zijden 12 en 13 van het kader 2 en van de vleugel 3, respectievelijk langs de binnenomtrek van het kader 2 en langs de buitenomtrek van de vleugel 3, zijn op bekende wijze tegenover elkaar gelegen beslaggroeven 14 en 15 voorzien die zich langs de binnenomtrek van het kader 2 en langs de buitenomtrek van de vleugel 3 uitstrekken en die gevormd worden door opstaande ribben 16 die aan hun vrij uiteinde 17 haaks naar binnen zijn omgeplooid.

De voornoemde verdektliggende scharnieren 4 en 5 zijn gemonteerd tussen de beslaggroeve 14 en 15 op de naar elkaar gerichte zijden 12 en 13 van het kader 2 en de vleugel 3 en zijn daarin aan het zicht ontrokken achter de lip 8 wanneer het raam 1 gesloten is. Vandaar ook de benaming verdektliggend scharnier, hoewel hiermee ook alle losse scharnieren 4 en 5 worden benoemd die bedoeld zijn om op deze manier verdekt te worden gemonteerd, zonder daarom reeds gemonteerd te zijn.

Tevens is in het weergegeven voorbeeld de vleugel 3 uitgerust met beslaglatten 19 die verschuifbaar zijn aangebracht in de beslaggroef 15 en van een bedieningskruk 20 om de beslaglatten 19 in de ene of andere richting te verschuiven door verdraaiing van de bedieningskruk 20.

De beslaglatten 19 zijn voorzien van sluitpennen 21 die kunnen samenwerken mei overeenstemmende sluitstukken 22 op de binnenomtrek van het kader 2 om het raam 1 in gesloten stand te kunnen vergrendelen door een gepaste verdraaiing van de bedieningskruk 20.

Voorzijde, achterzijde, frontaal, ... en andere richtingsaanduidingen zijn gezien vanuit het standpunt van iemand die zich aan de voorzijde van het raam 1 met de bedieningskruk 20 bevindt en die met zijn gezicht gericht is naar het raam 1.

Het bovenste verdektliggend scharnier 4 is, zoals weergegeven in figuur 3, voorzien van een schaar 23, die zoals bekend, door een verdraaiing van de bedieningskruk 20 naar een draaistand, in een gesloten stand geblokkeerd wordt ten opzichte van de vleugel 3.

In deze draaistand kan het bovenste scharnier 4 fungeren als een scharnier dat samen met het onderste scharnier 5 een draaibeweging van de vleugel 3 mogelijk maakt rond een verticale as X-X' .

Door de bedieningskruk 20 in een kipstand te brengen kan de schaar 23 van het bovenste scharnier 4 op bekende wijze gedeblokkeerd worden, terwijl tegelijkertijd een bijkomend kipscharnier 24 aan de krukzijde van de vleugel 3 wordt bediend, waarbij dit kipscharnier 24 samen met het onderste verdektliggend scharnier 5 een kipbeweging van de vleugel 3 toelaat rond een horizontale as Y-Y'.

Het onderste verdektliggend scharnier 5 vervult op die manier, in het voorkomend geval van een draai-kipraam, een dubbele functie, namelijk die van een verticaal scharnier en die van een horizontaal scharnier, naargelang de stand van de bedieningskruk 20 in een draaistand of in een kipstand.

Het onderste verdektliggend scharnier 5 volgens de uitvinding is op grotere schaal weergegeven in de figuren 4 en 5 en is samengesteld uit een schaar 25 met twee armen, respectievelijk een eerste arm 26 en een tweede arm 27, die met elkaar zijn verbonden door middel van een centraal scharnier 28.

Beide armen 26 en 27 zijn elk met een eerste uiteinde, respectievelijk 29 en 30, verbonden met een montagelet 31 voor montage van het verdektliggend scharnier 5 op het vast kader 2, terwijl beide armen 26 en 27 elk met hun tweede uiteinde, respectievelijk 32 en 33, zijn verbonden met de vleugel 3 of bedoeld zijn om met de vleugel 3 verbonden te kunnen worden.

De eerste arm 26 is met zijn eerste uiteinde 29 met de montagelat 31 verbonden door middel van een vast kaderscharnier 34 dat wordt gevormd door een vaste tap 35 op de montagelat 31 en een daarover aangebracht oog 36, welke tap bedoeld is om rechtop in het kader te worden gemonteerd, meer bepaald in een opgerichte, licht overhellende stand.

De tweede arm 27 is met zijn eerste uiteinde 30 met de montagelat 31 verbonden door middel van een verschuifbaar kaderscharnier 37 dat wordt gevormd door een vaste tap 38 op het eerste uiteinde 30 van de tweede arm 27 en verschuifbaar aangebracht is in een geleidingsgleuf 39 van de montagelat 31, die zich hoofdzakelijk volgens de lengterichting Z~Z' van de montagelat 31 uitstrekt.

Het tweede uiteinde 32 van de eerste arm 26 is voorzien van een vast vleugelscharnier 40 dat bedoeld is om in een vaste positie op de vleugel 3 te worden gemonteerd en dat wordt gevormd door een as 41 die vast staat op de eerste arm 26 en waarrond een L-vormig bevestigingslichaam 42 met zijn verticaal been 43 scharnierbaar is aangebracht.

Het verticaal been 43 is bedoeld om tegen de verticale zijde 13 van de vleugel 3 te worden bevestigd en is daartoe voorzien van een basis 44 met zijdelings uitstekende randen 45 waarmee dit been 43, zoals afgebeeld in de doorsnede van figuur 8, in de beslaggroef 15 op de verticale zijde 13 van de vleugel 3 geschoven kan worden.

Het horizontaal been 46 dient daarbij als aanslag tegen de onderzijde van de vleugel 3 en past daarbij in de beslaggroef 15 aan deze onderzijde.

Het tweede uiteinde 33 van de tweede arm 27 is voorzien van een verschuifbaar vleugelscharnier 47 in de vorm van een vaste tap 48 op dit uiteinde 33 van de tweede arm 27 die verdraaibaar is aangebracht op een glijplaatje 49 dat bedoeld is om verschuifbaar in de beslaggroef 15 aan de onderzijde van de vleugel 3 te worden aangebracht.

De montagelat 31 wordt op het vast kader 2 gemonteerd over de horizontale beslaggroef 14 van het vast kader 2, zoals weergegeven in figuur 6, bij voorkeur door eenvoudige inhaking van de montagelat, waarbij deze montagelat volgens een bijzonder aspect zonder toedoen van enige schroef op het vast kader 2 wordt vastgehouden,

De montagelat 31 is aan haar voorste rand voorzien van een afgeronde kiprand 50 waarrond de schaar in haar gesloten toestand van figuur 8 kan scharnieren om een kipbeweging van de vleugel 3 mogelijk te maken rond de horizontale kipas Y-Y' die samenvalt met deze kiprand 50.

Bij het openkippen van de vleugel 3 vormt de tap 35 van de montagelat 31 een kipgeleiding voor het oog 36 van het eerste uiteinde van de eerste arm 26 van de schaar 25.

Hiertoe is deze tap 35 aan de tegenovergestelde zijde van de kiprand 50 voorzien van een kromming 51 aan het buitenoppervlak, zoals weergegeven in de doorsnede van figuur 9 en op grotere schaal in figuur 11, waarbij de kromming 51 hoofdzakelijk een gebogen vorm heeft met een kromtestraal R met het middelpunt gelegen op de voornoemde kiprand 50 van de montagelat 31.

Aan de kop van de tap 35 is een uitkraging 53 voorzien die ten opzichte van de kromming 51 naar achteren toe uitsteekt, met andere woorden weggericht van de kiprand 50.

In het voorbeeld wordt de uitkraging 53 aan de kop 52 van de tap 35 gevormd door een schijf 54 die ten opzichte van de voet van deze tap 35 excentrisch naar achteren is verschoven.

De schijf 54 aan de kop 52 van de tap 35 heeft bij voorkeur een rond vorm met een diameter die gelijk of iets kleiner is dan de binnendiameter van het oog 36 dat op zijn beurt een binnendiameter heeft die hoofdzakelijk overeenkomt met de buitendiameter van de voet 55 van de tap 35.

Zoals te zien is in figuur 5, is de montagelat 31 met de tap 35 uitgevoerd als een los onderdeel van het onderste verdektliggend scharnier 5 dat met de schaar 25 van het scharnier kan gekoppeld worden door de tap 38 van het verschuifbaar kaderscharnier 37 in de geleidingsgleuf 39 van de montagelat 31 te haken en het oog 36 over de kop 52 van de tap 35 van de montagelat 31 te haken met de schaar 25 in open positie.

Dit is echter enkel mogelijk met de schaar 25 in een positie zoals weergegeven in figuur 5 met de armen 26 en 27 van de schaar 25 evenwijdig met het bovenvlak 56 van de montagelat 31, zoals weergegeven in figuur 5, waarbij het oog enkel in één richting loodrecht op het voornoemde bovenvlak over de tap 35 kan worden gehaakt. Eenmaal het oog voorbij de kraag is gepasseerd, kan het oog met een naar voren gerichte beweging onder de uitkraging 53 over de voet 55 van de tap 35 geschoven worden.

Deze inhaakbeweging van het oog 36 over de tap 35 is in figuur 10 weergegeven met de gehoekte bewegingslijn 57 van het center van het oog 36.

Op dezelfde manier kan het oog 36 slechts volgens een tegengestelde beweging losgehaakt worden van de tap 35, met andere woorden enkel met de schaar 25 indien evenwijdig met het bovenvlak 56 van de montagelet 31,

Eenmaal de vleugel 3 gemonteerd is in het kader 2 kan de vleugel 3 rond de kiprand 50 scharnieren tot in de kipstand die in de figuren 10 en 12 is weergegeven, waarbij de uitkraging 53 als stop dient voor de scharnierbeweging van het oog 36 rond de kiprand 50 en daardoor de maximale kipopening bepaalt van het raam 1.

In deze kipstand is het niet mogelijk om de vleugel 3 uit het kader 2 te lichten door middel van een wig 58 zoals afgebeld in figuur 13 die tussen de vleugel 3 en het kader 2 wordt gedreven. De uitkraging 53 belet immers dat de vleugel 3 verder omhoog kan gedreven worden.

De vorm van de tap 35 met kromming 50 en uitkraging 53 kan vanzelfsprekend ook worden toegepast op een onderste verdektliggend scharnier 5 met een horizontale kipas Y-Y' die niet noodzakelijk wordt gerealiseerd door een kiprand 50 zoals hiervoor beschreven, maar die bijvoorbeeld wordt gerealiseerd op een meer klassieke manier door een as van het onderste scharnier zelf of door vervorming van de armen of dergelijke. In dit geval wordt de kromtestraal R van de kromming 51 gemeten vanaf een middelpunt gelegen op de voornoemde kipas die niet noodzakelijk samenvalt met een kiprand van de montagelat.

Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding is de montagelat 31 tweedelig uitgevoerd met een basisdeel 31a dat bedoeld is om op het vast kader 2 te worden gemonteerd en een ten opzichte van dit basisdeel 31a verschuifbaar deel 31b waarop de voornoemde tap 35 is bevestigd door riveren, lassen, persen of enig andere bevestigingsmethode, zodat door een verschuiving van het verschuifbaar deel 31b ook de tap 35 verschuift ten opzichte van het basisdeel 31b.

De montagelat 31 is voorzien van een regeling 60 voor de regeling van de positie van het verschuifbaar deel 31b met de tap 35 in de lengterichting Z-Z' van de montagelat 31 voor de zijdelingse regeling van de positie van de vleugel 3 ten opzichte van het kader 2.

Deze regeling 60 kan eender welke vorm aannemen en maakt het mogelijk de tap 35 in de gewenste longitudinale positie in te stellen en in deze positie te fixeren ten opzichte van het basisdeel 31b.

Bijzonder is dat het verschuifbaar deel 31b van de montagelat 31 voorzien is van een eindaanslag 61 voor de beweging van de tap 38 van het verschuifbaar kaderscharnier 37 in de geleidingsgleuf 39 in het basisdeel 31b bij het opendraaien van de vleugel 3.

Deze eindaanslag bevindt zich op een vaste afstand van de tap 35 en strekt zich uit in de geleidingsgleuf 39.

In figuur 14 is de positie van de tap 38 in de geleidingsgleuf 39 weergegeven in twee posities, namelijk een positie 38a overeenstemmend met een gesloten raam 1 en een positie 38b waarbij de tap 38 zich bij het opendraaien van het vleugel 3 in de geleidingsgleuf 39 heeft verplaatst in de richting van pijl P in figuur 14 tot tegen de eindaanslag 61, overeenstemmend met de maximale draaiopening Ä van de vleugel 3 zoals weergegeven in figuur 15.

De regeling 60 van het verschuifbaar deel 31b bepaalt tegelijkertijd de positie van de tap 35 als van de eindaanslag 61 die daardoor samen worden verplaatst door de regeling 60.

In figuur 16 is de montagelat 31 weergegeven met een verschuifbaar deel 31b dat ten opzichte van de situatie van figuur 14 naar rechts is verschoven met de regeling 61.

Dankzij deze gemeenschappelijke regeling van de tap 35 en de eindaanslag 61 blijft de maximale openingshoek A van het raam 1 ongewijzigd bij een zijdelingse regeling van de positie van de vleugel 3 in het kader 2.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een verdektliggend scharnier volgens de uitvinding en een draai-kipraam daarmee uitgerust kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies .

1.- Verdektliggend scharnier voor een draai-kipraam met een vast kader (2) en een verdraaibare vleugel (3), waarbij het verdektliggend scharnier (5) is samengesteld uit een schaar (25) met twee armen, respectievelijk een eerste arm (26) en een tweede arm (27), die met elkaar zijn verbonden door middel van een centraal scharnier (28) en die elk met een eerste uiteinde (29, 30) door middel van een scharnier zijn verbonden of verbonden kunnen worden met een montagelat (31) die bedoeld is om horizontaal op het vast kader (2) te worden gemonteerd, welke armen (26,27) elk aan hun tweede uiteinde (32, 33) zijn voorzien van een scharnier (40, 47) voor koppeling met de vleugel (3), daardoor gekenmerkt dat de eerste arm (26) met zijn eerste uiteinde (29) met de montagelat (31) is verbonden of verbonden kan worden door middel van een vast kaderscharnier (34) met een tap (35) die is bevestigd op de montagelat (31) en die bedoeld is om rechtop te worden gemonteerd en de tweede arm (27) met zijn eerste uiteinde (30) met de montagelat (31) is verbonden of verbonden kan worden door middel van een verschuifbaar kaderscharnier (37) met een tap (38) die op dit eerste uiteinde van de tweede arm (27) is voorzien en die verschuifbaar is aangebracht in een geleidingsgleuf (39) van de montagelat (31), waarbij in de gesloten toestand van de schaar (25) van het verdektliggend scharnier (5) de montagelat (31) als steun dient voor de kipbeweging van deze schaar (25) en de vaste tap (35) op de montagelat (31) een geleiding vormt voor deze kipbeweging.
2. - Verdektliggend scharnier volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de montagelat (31) langs haar voorste rand is voorzien van een kiprand (50) waarrond de schaar (25) in haar gesloten toestand kan wentelen.
3. Verdektliggend scharnier volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vast kaderscharnier (3), naast de tap (35) van de montagelat (31), tevens een oog (36) bevat aan het eerste uiteinde (29) van de eerste arm (26) van de schaar (25) dat over deze tap (35) haakt.
4. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 3 en 4, daardoor gekenmerkt dat de tap (35) op de montagelat (31) aan de tegenovergestelde zijde van de kiprand (50) is voorzien van een kromming (51) voor de kipgeleiding van het voornoemde oog (36), welke kromming hoofdzakelijk een gebogen vorm heeft met een kromtestraal met middelpunt op de voornoemde kiprand (50) van de montagelat (31).
5. - Verdektliggend scharnier volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat aan de kop (52) van de tap (35) een uitkraging (53) is voorzien die ten opzichte van de kromming (51) naar achteren toe uitsteekt.
6. - Verdektliggend scharnier volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de uitkraging (53) aan de kop (52) van de tap (35) op de montagelat (31) wordt gevormd door een schijf (54) die ten opzichte van de voet (55) van deze tap (35) excentrisch naar achteren is verschoven.
7. - Verdektliggend scharnier volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de schijf (54} aan de kop (52) van de tap (35) van de montagelat (31) rond is en een diameter heeft die gelijk of iets kleiner is dan de binnendiameter van het oog (36).
8. - Verdektliggend scharnier volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vorm en de afmetingen ervan zodanig zijn dat de montagelat (31) met zijn tap (35) een los onderdeel is van het verdektliggend scharnier dat met de schaar (25) van het scharnier kan gekoppeld worden door de tap (38) van het verschuifbaar kaderscharnier (37) in de gleuf (39) van de montagelat (31) te haken en het oog (36) over de kop van de tap (35) van de montagelat (31) te haken met de schaar (25) in een positie evenwijdig met of lichtjes gekanteld ten opzichte van het vlak de montagelat (31).
9. - Verdektliggend scharnier volgens één van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de vorm van de tap (35) van de montagelat (31) en van het oog (36) van de eerste arm (26) van de schaar (25) zodanig zijn dat dit oog (36) niet van de tap (35) van de montagelat (31) kan losgekoppeld worden wanneer het verdektliggend scharnier (5) zich in gemonteerde toestand met de schaar (25) in gesloten toestand in de kipstand bevindt en dit door de aanwezigheid van de uitkraging (53) aan de kop (52) van de tap (35).
10. - Verdektliggend scharnier volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de montagelat (31) tweedelig is uitgevoerd met een basisdeel (31a) dat bedoeld is om op het vast kader (2) te worden gemonteerd en een ten opzichte van dit basisdeel (31a) verschuifbaar deel (31b) van de montagelet (31) dat de voornoemde tap (35) van de montagelat (31) draagt.
11. - Verdektliggend scharnier volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de montagelat (31) voorzien is van een regeling (60) voor de regeling van de positie van de tap (35) in de lengterichting van de montagelat (31).
12. - Verdektliggend scharnier volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat het verschuifbaar deel (31b) van de montagelat (31) is voorzien van een eindaanslag (61) voor de beweging van de tap (38) van het verschuifbaar kaderscharnier (37) in de geleidingsgleuf (39) in het basisdeel (31a) van de montagelat (31) bij het opendraaien van de vleugel (3).
13. - Verdektliggend scharnier volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de eindaanslag (61) verschuifbaar is gevat in de geleidingsgleuf (39).
14. - Verdektliggend scharnier volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de eindaanslag (61) en de tap (35) van de montagelat (31) op een afstand van elkaar vast met elkaar verbonden zijn en dat de positie van beiden in de lengterichting ( Z —2') van de montagelat (31) samen regelbaar is door middel van de voornoemde regeling (61) van de positie van de tap (35) van de montagelat (31).
15. - Verdektliggend scharnier volgens één van de conclusies 12 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de eindaanslag (61) een aanslag is voor maximale open stand van het verdekt verliggend scharnier (5).
16. - Verdektliggend scharnier volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het tweede uiteinde (32) van de eerste arm (26) is voorzien van een vast vleugelscharnier (40) met een vaste as (41) waarrond een bevestigingslichaam (42) is aangebracht dat bedoeld is om zijdelings tegen de vleugel (2) van het raam (1) te worden bevestigd en het tweede uiteinde (33) van de tweede arm (27) is voorzien van een verschuifbaar vleugelscharnier (47) in de vorm van een vaste tap (48) op de tweede arm (27) die verdraaibaar is aangebracht is met een glijplaatje (49) dat bedoeld is om verschuifbaar op de vleugel (3) te worden aangebracht.
17. - Draai-kipraam met een vast kader (2) en een vleugel (3) die verdraaibaar en kipbaar in het kader (2) is aangebracht, daardoor gekenmerkt dat het raam (1) onderaan de vleugel (3) voorzien is van één verdektliggend scharnier (5) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het betreffend verdektliggend scharnier (5) onderaan de vleugel (3) is gemonteerd en de montagelat (31) van dit scharnier (31) is bevestigd op de binnenzijde van het vast kader (2).
18. - Draai-kipraam volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat het een hoogte heeft die kleiner is dan 50 cm.