BE1021323B1 - Key lock - Google Patents

Abstract

Het slot omvat een nachtschoothefboom (58) die ingericht is om een nachschoot (41) te verplaatsen en een sleutelbediende cilinder (13) met een draaiende aandrijfnok (14). De nachtschoothefboom (58) omvat een eerste ingrijpgedeelte (91) om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok (14) wanneer genoemde draaiende aandrijfnok (14) in een eerste richting gedraaid wordt, een tweede ingrijpgedeelte (93) om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok (14) wanneer hij gedraaid wordt in een tweede richting tegengesteld aan de genoemde eerste richting, en een hulpingrijpgedeelte (95) om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok (14) wanneer hij in genoemde eerste richting gedraaid wordt, waarbij genoemde eerste, tweede en hulpingrijpgedeelten (91,93,95) geconfigureerd zijn om zodanig in te grijpen op genoemde draaiende aandrijfnok (14) dat het ingrijpen van de draaiende aandrijfnok (14) met genoemde eerste, tweede of hulpingrijpgedeelte (91,93,95) de nachtschoothefboom (58) doet draaien.The lock includes a dead bolt lever (58) adapted to move a dead bolt (41) and a key operated cylinder (13) with a rotating drive cam (14). The dead bolt lever (58) includes a first engaging portion (91) for engaging the rotating drive cam (14) when said rotating drive cam (14) is turned in a first direction, a second engaging portion (93) to engage the rotating drive cam (14) when rotated in a second direction opposite to said first direction, and an auxiliary engaging portion (95) for engaging the rotating drive cam (14) when rotated in said first direction, said first, second and auxiliary engagement portions (91, 93, 95) are configured to engage said rotary drive cam (14) such that engagement of the rotary drive cam (14) with said first, second, or auxiliary engagement portion (91, 93, 95) disables the dead bolt lever ( 58).

Description

"Slot”"Key lock"

Technisch vakgebied [01] Deze uitvinding heeft betrekking op een slot voor een poort of deur, en meer bepaald op een veiligheidsslot voor buitendeuren, poorten of omheiningen dat toelaat om de poort of deur te openen met een sleutel.Technical Field This invention relates to a lock for a gate or door, and more particularly to a security lock for exterior doors, gates or fences that allows to open the gate or door with a key.

Achtergrond [02] Sloten voor poorten, deuren en omheiningen zijn bekend. EP1118739 beschrijft een dergelijk slot. Het slot heeft een nachtschoot en een dagschoot, die beiden kunnen worden bediend zodat ze in een ingetrokken of een uitstekende positie kunnen worden geplaatst. De nachtschoot wordt bediend door een nachtschoothefboom. De dagschoot wordt bediend door een dagschoothefboom die verbonden is met een handgreep. Het slot heeft voorts een sleutelbediende cilinder met een draaiende aandrijfnok. De draaiende aandrijfnok grijpt in op de nachtschoothefboom om de nachtschoot te verplaatsen tussen de ingetrokken en de uitstekende positie. In deze beide posities wordt de nachtschoot vergrendeld door middel van een vergrendelmiddel dat naar boven verplaatst kan worden, tegen de kracht van een veer in, door middel van de draaiende aandrijfnok om de nachtschoot te ontgrendelen net voordat hij verplaatst wordt door middel van de draaiende aandrijfnok. Het slot heeft voorts een tweede omwenteling dagschoothefboom die draaibaar gemonteerd is op het frame van het slot om de dagschoot te verplaatsen van zijn uitstekende positie naar zijn ingetrokken positie en een tweede omwenteling dagschootduwer die verbonden is met de tweede omwenteling dagschoothefboom en de nachtschoothefboom om de tweede omwenteling dagschoothefboom te doen draaien. De draaiende aandrijfnok grijpt in op de tweede omwenteling dagschootduwer om de dagschoot te verplaatsen via de werking van de sleutel van de sleutelbediende cilinder.Background [02] Locks for gates, doors and fences are known. EP1118739 describes such a lock. The lock has a night bolt and a latch bolt, both of which can be operated so that they can be placed in a retracted or protruding position. The dead bolt is operated by a dead bolt lever. The latch bolt is operated by a latch bolt lever connected to a handle. The lock further has a key-operated cylinder with a rotating drive cam. The rotating drive cam engages the dead bolt lever to move the dead bolt between the retracted and the projecting position. In both of these positions the dead bolt is locked by means of a locking means that can be moved upwards, against the force of a spring, by means of the rotating drive cam to unlock the dead bolt just before it is moved by means of the rotating drive cam . The lock further has a second turn latch lever rotatably mounted on the frame of the lock to move the latch bolt from its projecting position to its retracted position and a second turn latch pusher connected to the second turn latch lever and the night latch lever to the second turn latch bolt rotation. The rotating drive cam engages the second latch pusher revolution to move the latch bolt through the operation of the key of the key operated cylinder.

[03] Een probleem met dit gekende slot is dat wanneer de nachtschoot veel weerstand ondervindt tijdens zijn verplaatsing naar de uitstekende positie van de nachtschoot, de draaiende aandrijfnok en de nachtschoothefboom in een relatieve positie kunnen worden gedwongen waarin het niet langer mogelijk is om de nachtschoothefboom te doen draaien via de draaiende aandrijfnok. In het bijzonder kan de draaiende aandrijfnok vast komen te zitten tussen het vrije uiteinde van de nachtschoothefboom en het ingrijpgedeelte van de tweede omwenteling dagschootduwer wanneer de nachtschoot niet correct vergrendeld is door het vergrendelmiddel van het slot en weer naar binnen geduwd wordt door een veerkracht die op de nachtschoot uitgeoefend wordt. In het geval dat de draaiende aandrijfnok voorbij het ingrijpgedeelte van de tweede omwenteling dagschootduwer zou zijn gegaan, komt hij vast te zitten onder dat ingrijpgedeelte. In deze situaties kan de nachtschoot niet meer verplaatst worden en is het slot geblokkeerd. Er is een interventie door een technieker nodig om het geblokkeerde slot te ontgrendelen.[03] A problem with this known lock is that when the dead bolt encounters a lot of resistance during its movement to the protruding position of the dead bolt, the rotating drive cam and the dead bolt lever can be forced into a relative position in which it is no longer possible to move the dead bolt lever. to run through the rotating drive cam. In particular, the rotating drive cam may become trapped between the free end of the dead bolt lever and the engagement portion of the second latch pusher revolution when the dead bolt is not correctly locked by the lock locking means and is pushed back in by a spring force that is on the deadbolt is exercised. In the event that the rotating drive cam would have passed beyond the engagement portion of the second revolution day bolt pusher, it becomes stuck under that engagement portion. In these situations the night bolt can no longer be moved and the lock is blocked. An intervention by a technician is required to unlock the locked lock.

Beschrijving van de uitvinding [04] Het is een doel van deze uitvinding om een verbeterd slot te verschaffen dat de hierboven vermelde problemen oplost.DESCRIPTION OF THE INVENTION It is an object of this invention to provide an improved lock that solves the above mentioned problems.

[05] Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een slot voor een poort of deur dat de technische kenmerken van de eerste onafhankelijke conclusie bezit. Het slot omvat een frame; een nachtschoot die verschuifbaar gemonteerd is op het frame en die ingericht is om te verschuiven tussen een ingetrokken positie en een uitstekende positie; een vergrendelmiddel dat ingericht is om naar boven en naar beneden te bewegen om de nachtschoot te vergrendelen in zijn ingetrokken positie en in zijn uitstekende positie; een nachtschoothefboom die verbonden is met de nachtschoot en die rond een draaipunt ten opzichte van het frame kan draaien tussen een eerste uiterste hoekpositie, waarin de nachtschoot zich in zijn ingetrokken positie bevindt, en een tweede uiterste hoekpositie, waarin de nachtschoot zich in zijn uitstekende positie bevindt; een dagschoot die verschuifbaar tussen een ingetrokken positie en een uitstekende positie gemonteerd is op het frame en die naar zijn uitstekende positie gedrukt wordt door een veer; een tweede omwenteling dagschoothefboom die draaibaar op het frame gemonteerd is en die ingericht is om bij rotatie de dagschoot te verplaatsen van zijn uitstekende positie naar zijn ingetrokken positie; een tweede omwenteling dagschootduwer die verbonden is met genoemde tweede omwenteling dagschoothefboom en genoemde nachtschoothefboom en die ingericht is om genoemde tweede omwenteling dagschoothefboom te doen draaien om de dagschoot te verplaatsen van zijn uitstekende positie naar zijn ingetrokken positie; en een sleutelbediende cilinder die voorzien is van een draaiende aandrijfnok die ingericht is om in te grijpen op genoemd vergrendelmiddel, om dit vergrendelmiddel naar boven te verplaatsen om de nachtschoot te ontgrendelen in zijn ingetrokken positie en in zijn uitstekende positie; genoemde tweede omwenteling dagschootduwer, om deze tweede omwenteling dagschootduwer naar boven te verplaatsen om de tweede omwenteling dagschoothefboom te doen draaien om de dagschoot te verplaatsen naar zijn ingetrokken positie; en genoemde nachtschoothefboom om de nachtschoot te verplaatsen van zijn ingetrokken naar zijn uitstekende positie en vice versa. De nachtschoothefboom omvat een eerste ingrijpgedeelte om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok wanneer genoemde draaiende aandrijfnok draait in een eerste richting om de nachtschoothefboom te doen draaien van zijn tweede naar zijn eerste uiterste hoekpositie, en een tweede ingrijpgedeelte om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok wanneer genoemde draaiende aandrijfnok draait in een tweede richting, tegengesteld aan genoemde eerste richting, om de nachtschoothefboom te doen draaien van zijn eerste naar zijn tweede uiterste hoekpositie. De tweede omwenteling dagschootduwer omvat een tweede omwenteling ingrijpgedeelte om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok wanneer genoemde draaiende aandrijfnok verder draait in genoemde eerste richting met de nachtschoothefboom in zijn eerste uiterste hoekpositie om de tweede omwenteling dagschootduwer naar boven te verplaatsen. Om te voorkomen dat het slot blokkeert wanneer de draaiende aandrijfnok voorbij het tweede ingrijpgedeelte op de nachtschoothefboom zou zijn gegaan zonder dat de nachtschoot in zijn uitstekende positie vergrendeld wordt door het vergrendelmiddel, omvat de nachtschoothefboom een hulpingrijpgedeelte om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok wanneer genoemde draaiende aandrijfnok in genoemde tweede richting draait om de nachtschoothefboom te doen draaien van een hoekpositie tussen zijn eerste en tweede uiterste hoekposities naar zijn tweede uiterste hoekpositie, waarbij genoemd eerste ingrijpgedeelte zich tussen genoemd hulpingrijpgedeelte en genoemd tweede ingrijpgedeelte bevindt; en de tweede omwenteling dagschootduwer omvat een zijdelings ingrijpgedeelte om zijdelings in te grijpen op een distaai uiteinde van de draaiende aandrijfnok, waarbij dit zijdelings ingrijpgedeelte zich uitstrekt van genoemd tweede omwenteling ingrijpgedeelte tot aan de nachtschoothefboom in de tweede uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom.This object is achieved according to the invention with a gate or door lock that has the technical features of the first independent claim. The lock comprises a frame; a dead bolt that is slidably mounted on the frame and adapted to shift between a retracted position and a projecting position; a locking means adapted to move up and down to lock the dead bolt in its retracted position and in its projecting position; a dead bolt lever connected to the dead bolt and pivotable about a pivot relative to the frame between a first extreme angular position in which the dead bolt is in its retracted position, and a second extreme angular position in which the dead bolt is in its projecting position is located; a latch bolt mounted slidably between a retracted position and a protruding position on the frame and pressed to its protruding position by a spring; a second rotation latch bolt lever rotatably mounted on the frame and adapted to move the latch bolt from its projecting position to its retracted position upon rotation; a second latch bolt pusher connected to said second latch bolt lever and said latch bolt lever and adapted to pivot said second latch bolt lever to move the latch bolt from its projecting position to its retracted position; and a key-operated cylinder provided with a rotating drive cam adapted to engage said locking means to move said locking means upward to unlock the dead bolt in its retracted position and in its projecting position; said second latch pusher rotation, to move said second latch pusher upward to rotate the second latch bolt lever to move the latch bolt to its retracted position; and said dead bolt lever to move the dead bolt from its retracted to its protruding position and vice versa. The dead bolt lever includes a first engagement portion to engage the rotating drive cam when said rotating drive cam rotates in a first direction to cause the dead bolt lever to rotate from its second to its first extreme angular position, and a second engagement portion to engage the rotating drive cam when said rotating drive cam rotates in a second direction, opposite to said first direction, to cause the dead bolt lever to rotate from its first to its second extreme angular position. The second latch pusher includes a second rotation engagement portion to engage the rotating drive cam when said rotating drive cam pivots further in said first direction with the dead bolt lever in its first extreme angular position to move the second latch pusher upward. To prevent the lock from locking when the rotating drive cam would have passed the second engagement portion on the dead bolt lever without the dead bolt being locked in its protruding position by the locking means, the dead bolt lever includes an auxiliary engagement portion to engage the rotating drive cam when said rotating drive cam rotates in said second direction to cause the dead bolt lever to rotate from an angular position between its first and second extreme angular positions to its second extreme angular position, said first engagement portion being located between said auxiliary engagement portion and said second engagement portion; and the second latch bolt pivot comprises a lateral engagement portion for lateral engagement with a distal end of the rotating drive cam, said lateral engagement portion extending from said second rotation engagement portion to the dead bolt lever in the second extreme angular position of the dead bolt lever.

[06]Dit slot verbetert de betrouwbaarheid ten opzichte van sloten volgens de huidige stand van de techniek. Door het verschaffen van het hulpingrijpgedeelte dat ingericht is om de nachtschoothefboom te doen draaien wanneer de draaiende aandrijfnok verder draait na te hebben ingegrepen op het tweede ingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom, kan het slot nooit geblokkeerd geraken in een positie waarin de nachtschoot zich niet in zijn uitstekende positie bevindt en de draaiende aandrijfnok voorbij het tweede ingrijpgedeelte gegaan is. Als het slot in deze laatste toestand komt in de uitvoeringsvorm van de uitvinding, kan men de draaiende aandrijfnok doen draaien om in te grijpen op het hulpingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom en om de nachtschoot naar zijn uitstekende positie te verplaatsen. Het zijdelings ingrijpgedeelte van de tweede omwenteling dagschootduwer voorkomt bovendien dat de draaiende aandrijfnok vast komt te zitten tussen het vrije uiteinde van de nachtschoothefboom en het tweede omwenteling ingrijpgedeelte van de tweede omwenteling dagschootduwer.[06] This lock improves reliability compared to the current state of the art. By providing the auxiliary engagement portion adapted to cause the dead bolt lever to rotate when the rotating drive cam rotates further after engaging the second engagement portion of the dead bolt lever, the lock can never get blocked in a position where the dead bolt does not engage in its protruding position position and the rotating drive cam has passed the second engagement portion. When the lock enters this latter state in the embodiment of the invention, the rotating drive cam can be rotated to engage the auxiliary engagement portion of the dead bolt lever and to move the dead bolt to its projecting position. The lateral engagement portion of the second latch pusher revolution also prevents the rotating drive cam from getting stuck between the free end of the dead bolt lever and the second rotation engagement portion of the second latch pusher revolution.

[07] ln een voorkeursuitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding omvat de nachtschoothefboom een aanslaggedeelte dat in genoemde tweede uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom samenwerkt met een aanslag op het frame, om verder draaien van de nachtschoothefboom te voorkomen wanneer de draaiende aandrijfnok in genoemde tweede richting tegen het hulpingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom geduwd wordt met de nachtschoothefboom in zijn tweede uiterste hoekpositie.[07] In a preferred embodiment of the lock according to the invention, the dead bolt lever comprises a stop portion which cooperates in said second extreme angular position of the dead bolt lever with a stop on the frame, to prevent further rotation of the dead bolt lever when the rotating drive cam in said second direction is pushed against the auxiliary engagement portion of the dead bolt lever with the dead bolt lever in its second extreme angular position.

[08] Deze opstelling voorkomt dat de nachtschoot voorbij zijn uitstekende positie geduwd wordt wanneer de draaiende aandrijfnok van de sleutelbediende cilinder inwerkt op het hulpingrijpoppervlak van de nachtschoothefboom. Op die manier kan het vergrendelmiddel de nachtschoot op betrouwbare wijze vergrendelen, zelfs wanneer hij door middel van het hulpingrijpoppervlak naar zijn uitstekende positie verplaatst werd.This arrangement prevents the dead bolt from being pushed beyond its protruding position when the rotating drive cam of the key-operated cylinder acts on the auxiliary engagement surface of the dead bolt lever. In this way the locking means can reliably lock the dead bolt even when it has been moved to its projecting position by means of the auxiliary engagement surface.

[09] ln een andere voorkeursuitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding bevinden het eerste, het tweede en het hulpingrijpgedeelte zich op een eerste arm van de nachtschoothefboom, waarbij deze eerste arm zich uitstrekt vanaf genoemd draaipunt.In another preferred embodiment of the lock according to the invention, the first, the second and the auxiliary engagement part are located on a first arm of the dead bolt lever, said first arm extending from said pivot point.

[1 OjGenoemde eerste arm heeft bij voorkeur een vrij uiteinde dat in genoemde eerste uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom een aanslag vormt voor genoemde draaiende aandrijfnok wanneer hij in genoemde eerste richting draait.Said first arm preferably has a free end which, in said first extreme angular position of the dead bolt lever, forms a stop for said rotating drive cam when it rotates in said first direction.

[11] Op deze wijze is rotatie van de draaiende aandrijfnok beperkt in genoemde eerste richting, zodat er op betrouwbare wijze voorkomen wordt dat hij voorbij het tweede omwenteling ingrijpgedeelte van de tweede omwenteling dagschootduwer gaat wanneer deze duwer naar boven verplaatst wordt door middel van de sleutelbediende cilinder.[11] In this way, rotation of the rotating drive cam is limited in said first direction, so that it is reliably prevented from going beyond the second revolution engagement portion of the second revolution day bolt pusher when this pusher is moved upwards by means of the key actuator. cylinder.

[12] ln een andere voorkeursuitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding vormt genoemde eerste arm, in de tweede uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom, een bocht rond het pad van het distaai uiteinde van de draaiende aandrijfnok van de sleutelbediende cilinder, hetgeen de draaiende aandrijfnok toelaat om te draaien van genoemd eerste ingrijpgedeelte naar genoemd hulpingrijpgedeelte en vice versa met de nachtschoothefboom in zijn tweede uiterste hoekpositie.[12] In another preferred embodiment of the lock according to the invention, said first arm, in the second extreme angular position of the dead bolt lever, forms a bend around the path of the distal end of the rotating drive cam of the key-operated cylinder, which allows the rotating drive cam to pivot from said first engagement portion to said auxiliary engagement portion and vice versa with the dead bolt lever in its second extreme angular position.

[13] Dit verzekert dat de draaiende aandrijfnok na het passeren van het tweede ingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom, en het tweede omwenteling ingrijpgedeelte van de tweede omwenteling dagschootduwer, zonder dat de nachtschoot helemaal in zijn uitstekende positie gedrukt werd waarin hij vergrendeld wordt door het vergrendelmiddel, verder kan draaien, in de tweede richting, om in grijpen op het hulpingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom. In deze positie kan een verdere kracht uitgeoefend worden op de nachtschoot om hem naar zijn uitstekende positie te duwen; In tegenstelling tot het tweede ingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom, is het onmogelijk dat de draaiende aandrijfnok voorbij het hulpingrijpgedeelte zou gaan, zelfs als er een grote kracht uitgeoefend wordt op de draaiende aandrijfnok en op de nachtschoot.[13] This ensures that after passing the second engagement portion of the dead bolt lever, and the second rotation engagement portion of the second rotation latch pusher, the rotating drive cam ensures that the night bolt is not pushed all the way into its protruding position in which it is locked by the locking means, can further rotate, in the second direction, to engage the auxiliary engagement portion of the dead bolt lever. In this position, a further force can be exerted on the night bolt to push it to its projecting position; In contrast to the second engagement portion of the dead bolt lever, it is impossible that the rotating drive cam would pass beyond the auxiliary engagement portion even if a large force is applied to the rotating drive cam and to the dead bolt.

[14] ln een andere uitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding omvat de nachtschoothefboom op de eerste arm een eerste uitsteeksel dat het eerste ingrijpgedeelte en het hulpingrijpgedeelte vormt.[14] In another embodiment of the lock according to the invention, the dead bolt lever on the first arm comprises a first protrusion that forms the first engagement portion and the auxiliary engagement portion.

[15] Deze structuur heeft als voordeel dat de ingrijpgedeelten gemakkelijk gevormd kunnen worden in productie. Voorts laat dit toe om de ingrijpgedeelten zeer nauwkeurig te positioneren ten opzichte van elkaar.[15] This structure has the advantage that the engagement portions can easily be formed in production. Furthermore, this makes it possible to position the engagement portions very accurately with respect to each other.

[16] ln een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de eerste arm een tweede uitsteeksel op de eerste arm, dat het tweede ingrijpgedeelte vormt.[16] In a further embodiment of the invention, the first arm comprises a second protrusion on the first arm, which forms the second engagement portion.

[17] Een structuur met verscheidene uitsteeksels laat toe om verschillende ingrijpingen te voorzien op een gemakkelijk te produceren wijze die weinig ruimte vereist.[17] A structure with several protrusions allows for different engagements in an easy to produce manner that requires little space.

[18] ln een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding liggen het eerste ingrijpgedeelte en genoemd tweede ingrijpgedeelte tegenover elkaar.In another embodiment of the invention, the first engagement portion and said second engagement portion are opposite each other.

[19] ln een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de nachtschoothefboom een tweede arm die ingericht is om een verbinding te vormen met de tweede omwenteling dagschootduwer en die zich eveneens uitstrekt vanuit genoemd draaipunt.[19] In a further embodiment of the invention, the dead bolt lever comprises a second arm which is adapted to form a connection with the second rotation latch pusher and which also extends from said pivot point.

[20] De sleutelbediende cilinder bevindt zich bij voorkeur tussen de nachtschoot en het draaipunt van de nachtschoothefboom, en de tweede arm van de nachtschoothefboom bevindt zich bij voorkeur tussen de sleutelbediende cilinder en een voorplaat van het slot door dewelke de nachtschoot zich uitstrekt, uit het slot.[20] The key operated cylinder is preferably located between the dead bolt and the pivot point of the dead bolt lever, and the second arm of the dead bolt lever is preferably located between the key operated cylinder and a face plate of the lock through which the dead bolt extends out of the key lock.

Korte beschrijving van de tekeningen [21] De uitvinding zal verder verduidelijkt worden door middel van de volgende beschrijving en de bijgevoegde figuren.Brief description of the drawings [21] The invention will be further elucidated by means of the following description and the accompanying figures.

[22] Figuren 1A en 1B tonen een slot dat in de huidige stand van de techniek bekend is, waarbij de draaiende aandrijfnok van de slotcilinder geblokkeerd is tussen de nachtschoothefboom en de tweede omwenteling dagschootduwer.Figures 1A and 1B show a lock which is known in the current state of the art, wherein the rotating drive cam of the lock cylinder is blocked between the dead bolt lever and the second latch pusher revolution.

Figuur 2 is een explosietekening van de voornaamste inwendige onderdelen van een slot volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en van een deel van het buisprofiel van een poort waarop het slot moet worden gemonteerd.Figure 2 is an exploded view of the main internal parts of a lock according to an embodiment of the invention and of a portion of the tubular profile of a gate on which the lock is to be mounted.

Figuur 3 is een zijaanzicht van de belangrijkste inwendige onderdelen van een slot volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in de uitstekende posities van de nachtschoot en de dagschoot.Figure 3 is a side view of the most important internal parts of a lock according to an embodiment of the invention in the protruding positions of the deadbolt and latch bolt.

Figuur 4 is het zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 3 waarbij de draaiende aandrijfnok ingrijpt op de houdplaat bij het draaien van de draaiende aandrijfnok in een eerste richting om de nachtschoot te ontgrendelen.Figure 4 is the side view of the embodiment of Figure 3 wherein the rotating drive cam engages the holding plate when rotating the rotating drive cam in a first direction to unlock the dead bolt.

Figuur 5 is het zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 3 waarbij de draaiende aandrijfnok ingrijpt op het eerste ingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom bij het verder draaien van de draaiende aandrijfnok in genoemde eerste richting om de nachtschoot te ontgrendelen.Figure 5 is the side view of the embodiment of Figure 3 with the rotating drive cam engaging the first engagement portion of the dead bolt lever upon further rotation of the rotating drive cam in said first direction to unlock the dead bolt.

Figuur 6 is het zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 3 in de ingetrokken positie van de nachtschoot.Figure 6 is the side view of the embodiment of Figure 3 in the retracted position of the dead bolt.

Figuur 7 is eenzelfde zicht als figuur 6 maar met de draaiende aandrijfnok verder gedraaid in tegenwijzerzin om de tweede omwenteling dagschoothefboom op te heffen en om in te grijpen op het distaai uiteinde van de nachtschoothefboom.Figure 7 is the same view as Figure 6 but with the rotating drive cam further rotated counterclockwise to cancel the second latch bolt lever revolution and to engage the distal end of the dead bolt lever.

Figuur 8 is het zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 3 waarbij de draaiende aandrijfnok in een tweede richting gedraaid is en ingrijpt op een tweede ingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom waarbij de draaiende aandrijfnok de houdplaat reeds naar boven geduwd heeft naar zijn niet-vergrendelende positie.Figure 8 is the side view of the embodiment of Figure 3 with the rotating drive cam turned in a second direction and engaging a second engagement portion of the dead bolt lever with the rotating drive cam already pushing the retaining plate up to its non-locking position.

Figuur 9 is het zijaanzicht van figuur 8 waarbij de nachtschoothefboom over een hoek gedraaid werd rond zijn draaipunt door middel van de draaiende aandrijfnok om de nachtschoot naar zijn uitstekende positie te verplaatsen.Figure 9 is the side view of Figure 8 with the dead bolt lever being rotated through an angle about its pivot point by means of the rotating drive cam to move the dead bolt to its projecting position.

Figuur 10 is het zijaanzicht van de figuren 8 en 9 waarbij de nachtschoot volledig naar zijn uitstekende positie verplaatst werd, en in deze positie vergrendeld wordt door de houdplaat die naar beneden verplaatst is, en waarbij de draaiende aandrijfnok net voorbij het tweede ingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom gegaan is.Figure 10 is the side view of Figures 8 and 9 with the dead bolt fully moved to its projecting position, and locked in this position by the holding plate that has been moved down, and with the rotating drive cam just past the second engagement portion of the dead bolt lever gone.

Figuur 11 is een zijaanzicht in perspectief van het slot van de uitvoeringsvorm uit figuren 3 tot 10, waarbij de draaiende aandrijfnok voorbij het tweede ingrijpgedeelte gegaan is, maar waarbij, in tegenstelling tot figuur 10, door een veerkracht die uitgeoefend wordt op het vrije uiteinde van de nachtschoot, de nachtschoot over een kleine afstand naar achter geduwd wordt in de richting van zijn ingetrokken positie voordat de houdplaat de nachtschoot kan vergrendelen.Figure 11 is a side perspective view of the lock of the embodiment of Figures 3 to 10, with the rotating drive cam passing past the second engagement portion, but where, unlike Figure 10, a spring force exerted on the free end of the deadbolt, the deadbolt is pushed back a short distance in the direction of its retracted position before the holding plate can lock the deadbolt.

Figuur 12 is een zijaanzicht van het slot van figuur 11, maar met de draaiende aandrijfnok een beetje verder gedraaid in de tweede richting om in te grijpen op een hulpingrijpgedeelte van de nachtschoothefboom.Figure 12 is a side view of the lock of Figure 11, but with the rotating drive cam turned a little further in the second direction to engage an auxiliary engagement portion of the dead bolt lever.

Figuur 13 is het zijaanzicht van figuur 12, maar met de draaiende aandrijfnok een beetje verder gedraaid in de tweede richting, ingrijpend op het hulpingrijpgedeelte, tot de nachtschoot zich volledig in zijn uitstekende positie bevindt.Figure 13 is the side view of Figure 12, but with the rotating drive cam turned a little further in the second direction, engaging the auxiliary engagement portion, until the dead bolt is fully in its projecting position.

Figuur 14 is het zijaanzicht van figuur 13, waarbij de draaiende aandrijfnok teruggedraaid is in tegenwijzerzin en de houdplaat niet langer geheven is zodat de nachtschoot in zijn uitstekende positie vergrendeld wordt.Figure 14 is the side view of Figure 13, with the rotating drive cam turned back counterclockwise and the retaining plate no longer raised so that the dead bolt is locked in its projecting position.

Uitvoeringswijzen van de uitvinding [23] Deze uitvinding zal worden beschreven met verwijzing naar bijzondere uitvoeringsvormen en naar bepaalde tekeningen, maar de uitvinding is daar niet toe beperkt. De uitvinding wordt slechts beperkt door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn louter schematisch en zijn niet beperkend. In de tekeningen kan de grootte van enkele elementen overdreven zijn en niet op schaal getekend zijn om illustratieve redenen. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met werkelijke verhoudingen om de uitvinding in de praktijk te brengen.Embodiments of the Invention [23] This invention will be described with reference to particular embodiments and to certain drawings, but the invention is not limited thereto. The invention is only limited by the claims. The described drawings are purely schematic and are not limitative. In the drawings, the size of some elements may be exaggerated and not drawn to scale for illustrative reasons. The dimensions and the relative dimensions do not necessarily correspond to actual ratios for putting the invention into practice.

[24] Voorts worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een sequentiële of chronologische volgorde. De termen zijn onder geschikte omstandigheden onderling verwisselbaar en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere volgordes dan hier beschreven of geïllustreerd.[24] Furthermore, the terms first, second, third and the like are used in the description and in the claims to distinguish between similar elements and not necessarily for describing a sequential or chronological order. The terms are interchangeable under suitable circumstances and the embodiments of the invention may operate in sequences other than described or illustrated herein.

[25] Bovendien worden de termen bovenzijde, onderzijde, boven, onder en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. De zo gebruikte termen zijn onder geschikte omstandigheden onderling verwisselbaar en de hier beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere oriëntaties dan hier beschreven of geïllustreerd.[25] In addition, the terms top, bottom, top, bottom and the like in the description and in the claims are used for descriptive purposes and not necessarily to describe relative positions. The terms so used are interchangeable under suitable conditions and the embodiments of the invention described herein may operate in orientations other than those described or illustrated herein.

[26] Voorts moeten de verschillende uitvoeringsvormen, zelfs als ernaar verwezen wordt als “voorkeursuitvoeringsvorm”, gezien worden als voorbeelden van de wijze waarbij de uitvinding in de praktijk kan worden gebracht en niet als beperkend voor de beschermingsomvang van de uitvinding.[26] Furthermore, even when referred to as a "preferred embodiment", the various embodiments are to be seen as examples of how the invention can be practiced and not as limiting the scope of the invention.

[27] De term “omvattende”, die in de conclusies gebruikt wordt, mag niet worden gezien als zijnde beperkt tot de elementen of stappen die erna opgesomd worden; hij sluit andere elementen of stappen niet uit. Hij moet worden geïnterpreteerd als specificatie voor de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, gehelen, stappen of onderdelen waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meer andere kenmerken, gehelen, stappen of componenten, of groepen daarvan, niet uit. Zodoende mag de omvang van de uitdrukking “een inrichting omvattende A en B” niet beperkt worden tot inrichtingen die slechts uit de componenten A en B bestaan, maar met betrekking tot deze uitvinding zijn de enige benoemde componenten van de inrichting A en B, en voorts moet de conclusie worden geïnterpreteerd als omvattende equivalenten van deze componenten.[27] The term "comprising" used in the claims should not be construed as being limited to the elements or steps listed thereafter; it does not exclude other elements or steps. It must be interpreted as specifying the presence of the aforementioned characteristics, wholes, steps or components referred to, but does not exclude the presence or addition of one or more other characteristics, wholes, steps or components, or groups thereof. Thus, the scope of the expression "a device comprising A and B" should not be limited to devices consisting of only components A and B, but with regard to this invention, the only named components of the device are A and B, and furthermore the conclusion must be interpreted as comprising equivalents of these components.

[28] De figuren 1A en 1B tonen het slot volgens de huidige stand van de techniek dat beschreven wordt in EP1118739, waarbij de draaiende aandrijfnok 14 van de slotcilinder 13 in een relatieve positie ten opzichte van de nachtschoothefboom 58 gedwongen wordt waarin de draaiende aandrijfnok 14 niet langer in staat is om de nachtschoothefboom 58 te doen draaien. In deze positie zal de nok 14, wanneer hij naar rechts gedraaid wordt, ingrijpen op de tweede omwenteling dagschootduwer 72 en proberen om deze naar beneden te verplaatsen, hetgeen niet mogelijk is omdat de tweede omwenteling dagschootduwer 72 verbonden is met de nachtschoothefboom 58 aan één zijde en met de tweede omwenteling dagschoothefboom 73 op zodanige wijze dat de tweede omwenteling dagschootduwer 72 alleen naar boven kan worden verplaatst om de tweede omwenteling dagschoothefboom 73 in tegenwijzerzin te draaien in het aanzicht van figuren 1A en 1B. Voorts zal de draaiende aandrijfnok 14, wanneer hij in deze relatieve positie naar links gedraaid wordt, ingrijpen op de neus van de nachtschoothefboom 58, i.e. op het vrije uiteinde van de nachtschoothefboom 58, en proberen om deze naar links te verplaatsen, hetgeen evenmin mogelijk is. Zodoende is het slot in deze relatieve positie volledig geblokkeerd.Figures 1A and 1B show the lock of the current state of the art described in EP1118739, wherein the rotating drive cam 14 of the lock cylinder 13 is forced into a relative position with respect to the dead bolt lever 58 in which the rotating drive cam 14 is no longer able to turn the dead bolt lever 58. In this position, the cam 14, when turned to the right, will engage the second latch pusher 72 revolution and attempt to move it downward, which is not possible because the second latch pusher 72 rotation is connected to the night latch lever 58 on one side and with the second rotation latch lever 73 in such a manner that the second rotation latch pusher 72 can only be moved upward to rotate the second rotation latch lever 73 counterclockwise in the view of Figures 1A and 1B. Furthermore, when it is turned to the left in this relative position, the rotating drive cam 14 will engage the nose of the dead bolt lever 58, ie the free end of the dead bolt lever 58, and attempt to move it to the left, which is also not possible. . The lock is thus completely blocked in this relative position.

[29] Figuur 2 toont een slot volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Het slot is voorzien om tegen een profiel 120 te worden gemonteerd, in de meeste gevallen een buisvormig profiel van een poort, omheining, deur enz. Het profiel is voorzien van gaten 121 om zowel de dagschoot 18 als de nachtschoot 41 te ontvangen. Wanneer gezegd wordt dat de dagschoot of de nachtschoot zich in een ingetrokken positie bevindt, betekent dit bijgevolg niet dat de schoot ingetrokken is binnen het slot (d.w.z. achter de voorplaat 3 van het slot), maar wel dat hij teruggetrokken is in het overeenkomstige gat 121 van het buisprofiel 120 waarop het bevestigd is, of dat hij over een kleine afstand uitsteekt uit dit profiel. In zijn uitgestrekte/uitstekende positie strekt de schoot zich over een grotere afstand uit vanaf het profiel waarop hij bevestigd is. Het verschil tussen deze twee afstanden wordt de slag van de schoot genoemd.Figure 2 shows a lock according to a preferred embodiment of the invention. The lock is provided to be mounted against a profile 120, in most cases a tubular profile of a gate, fence, door, etc. The profile is provided with holes 121 to receive both the latch 18 and the latch 41. Therefore, when it is said that the latch bolt or night bolt is in a retracted position, this does not mean that the bolt has been retracted within the lock (ie behind the face plate 3 of the lock), but that it has been retracted into the corresponding hole 121 of the tubular profile 120 to which it is attached, or that it projects a small distance from this profile. In its extended / protruding position, the bolt extends over a greater distance from the profile to which it is mounted. The difference between these two distances is called the stroke of the lap.

[30] Het slot van de uitvoeringsvorm van figuur 2 omvat een frame 1 bestaande uit een basisplaat 4 en een voorplaat 3 die verbonden is met de basisplaat 4. Wanneer het geheel van de basisplaat 4 en de voorplaat 3 in een behuizing (niet afgebeeld) gemonteerd wordt, grijpt de voorplaat 3 aan tegen de omtrekrand van de behuizing. De basisplaat 4 heeft aan haar voorzijde een opstaande rand 5 en aan haar achterzijde twee opstaande randdelen 6 en 7. De voorplaat 3 wordt met de basisplaat 4 verbonden door de voorplaat 3 te verbinden met de opstaande rand 5 van de basisplaat 4. Er worden twee schroefdraadbussen verbonden met overeenkomstige gaten in de opstaande rand 5 en de voorplaat 3. Er worden schroeven 9 en afstandshouders 11 verschaft om het slot zijdelings tegen een profiel 120 van een poort te bevestigen.The lock of the embodiment of Figure 2 comprises a frame 1 consisting of a base plate 4 and a front plate 3 connected to the base plate 4. When the whole of the base plate 4 and the front plate 3 are in a housing (not shown) is mounted, the front plate 3 engages the peripheral edge of the housing. The base plate 4 has a raised edge 5 on its front side and two raised edge parts 6 and 7 on its rear side. The front plate 3 is connected to the base plate 4 by connecting the front plate 3 to the raised edge 5 of the base plate 4. Two threaded bushes connected to corresponding holes in the raised edge 5 and the front plate 3. Screws 9 and spacers 11 are provided to secure the lock laterally to a profile 120 of a gate.

[31] Een cilinder 13 is via een schroef 15 bevestigd op de basisplaat 4. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de cilinder een zogenoemde Eurocilinder in overeenstemming met de norm DIN V18254/07.91 zijn. De sleutelbediende cilinder 13 omvat een draaiende aandrijfnok 14 die rond een centrale as van de cilinder draait om het slot te bedienen zoals hieronder beschreven wordt. De schroef 15 wordt in een tapgat van de cilinder geschroefd door overeenkomstige gaten in de voorplaat 3 en de opstaande rand 5 van de basisplaat 4. Op de basisplaat 4 wordt een cilindersteunonderdeel 82 verschaft op zodanige wijze dat de cilinder 13 op twee plaatsen ondersteund wordt in twee overeenkomstige openingen 83 en 84.[31] A cylinder 13 is attached to the base plate 4 via a screw 15. In an embodiment of the invention, the cylinder can be a so-called Euro cylinder in accordance with the DIN V18254 / 07.91 standard. The key-operated cylinder 13 includes a rotating drive cam 14 that rotates around a central axis of the cylinder to operate the lock as described below. The screw 15 is screwed into a tapping hole of the cylinder through corresponding holes in the face plate 3 and the raised edge 5 of the base plate 4. A cylinder support member 82 is provided on the base plate 4 in such a way that the cylinder 13 is supported in two places in two corresponding openings 83 and 84.

[32] Het slot omvat voorts een dagschoot 18 die verschuifbaar gemonteerd is in het frame 1 door zich te verplaatsen in een overeenkomstige opening in het opstaande randgedeelte 6 en in een tweede overeenkomstige opening in de opstaande rand 5 en / of in de voorplaat 3. In de uitvoeringsvorm van figuur 2 is de tweede overeenkomstige opening voor de dagschoot gevormd door de voorplaat te plooien in een gat van de opstaande rand 5. In alternatieve uitvoeringsvormen wordt deze tweede overeenkomstige opening op een andere wijze verschaft. Rond de dagschoot 18 is een drukveer 23 verschaft om deze schoot naar zijn uitstekende positie te drukken. De drukveer 23 werkt tussen het opstaande randgedeelte 6 en een schroef of pen 53 op de dagschoot 18. Om de dagschoot 18 door middel van de handgrepen naar zijn ingetrokken positie te brengen om de poort te openen, wordt een rechthoekige as van de handgrepen in een overeenkomstig gat in een volger 24 gestoken. Deze volger 24 is op zijn beurt verbonden met een dagschoothefboom 25 die de rotatie van de handgrepen volgt en die ingrijpt op de dagschoot 18 om hem te verplaatsen tegen de kracht in van een hoofdveer 26, die een spiraalveer is die rond de volger 24 aangebracht is. De hoofdveer 26 drukt de dagschoothefboom 25 en zodoende de volger 24 en de handgrepen naar hun rustposities.The lock further comprises a latch bolt 18 slidably mounted in the frame 1 by moving into a corresponding opening in the raised edge portion 6 and in a second corresponding opening in the raised edge 5 and / or in the front plate 3. In the embodiment of Figure 2, the second corresponding opening for the latch bolt is formed by folding the face plate into a hole of the raised edge 5. In alternative embodiments, this second corresponding opening is provided in a different manner. A compression spring 23 is provided around the latch bolt 18 to press this bolt to its projecting position. The compression spring 23 acts between the upright edge portion 6 and a screw or pin 53 on the latch bolt 18. To bring the latch bolt 18 to the retracted position by means of the handles to open the gate, a rectangular axis of the handles becomes a inserted a corresponding hole in a follower 24. This follower 24 is in turn connected to a latch bolt lever 25 which follows the rotation of the handles and which engages the latch bolt 18 to move it against the force of a main spring 26, which is a coil spring arranged around the follower 24 . The main spring 26 presses the latch bolt lever 25 and thus the follower 24 and the handles to their rest positions.

[33] De dagschoot 18 in de uitvoeringsvorm van de figuren is vervaardigd uit staal, meer bepaald uit roestvrij staal, wat een sterk en weerbestendig materiaal is, maar dat moeilijk kan worden vormgegeven op de gebruikelijke manieren zoals frezen enz. Zoals hierna duidelijk zal worden, kan de dagschoot inderdaad een nogal ingewikkelde vorm hebben, in het bijzonder om toe te laten dat de afstand waarover hij uit het slot steekt, aangepast kan worden. De dagschoot 18 heeft twee afzonderlijke delen, namelijk een hol deel 27 en een massiever schootgedeelte 28. Het massief schootgedeelte 28 is ingericht om uit het slot te steken in een slotvanger. Het massief gedeelte 28 is verwijderbaar gemonteerd in het hol staafgedeelte 27. Het schootgedeelte 28 kan in twee posities gemonteerd worden, namelijk een eerste positie waarin de schuine voorzijde in een eerste richting gericht is en in een tweede positie waarin de schuine voorzijde axiaal gedraaid is over ongeveer 180°. De dagschoot die in de figuren geïllustreerd wordt evenals een alternatieve dagschoot worden beschreven in EP1118739 dat we hierin doorverwijzing in zijn geheel integreren.The latch bolt 18 in the embodiment of the figures is made of steel, more specifically of stainless steel, which is a strong and weather-resistant material, but which is difficult to shape in the usual ways such as milling, etc. As will become apparent hereinafter , the latch can indeed have a rather complex shape, in particular to allow the distance over which it protrudes from the lock to be adjusted. The latch bolt 18 has two separate parts, namely a hollow part 27 and a more solid bolt portion 28. The solid bolt portion 28 is adapted to protrude from the lock into a lock catch. The solid portion 28 is removably mounted in the hollow bar portion 27. The bolt portion 28 can be mounted in two positions, namely a first position in which the slanted front is directed in a first direction and in a second position in which the slanted front is rotated axially over approximately 180 °. The latch bolt illustrated in the figures as well as an alternative latch bolt are described in EP1118739 which we integrate herein in its entirety.

[34] Het slot omvat voorts een nachtschoot 41. In de uitvoeringsvorm die weergegeven wordt in de figuren bestaat de nachtschoot uit twee delen: een hol staafgedeelte 42 en een schootgedeelte 42. Het hol staafgedeelte 42 strekt zich minstens gedeeltelijk binnen het slot uit. Het schootgedeelte 43 is ingericht om samen te werken met de slotvanger. Schuifmiddel 47 is ingericht om te geleiden in sleuven 48 van de nachtschoot. De positie van het schuifmiddel ten opzichte van de nachtschoot 41 kan worden bijgesteld via de gekende technologie van een stelschroef (niet weergegeven) in de lengterichting van de nachtschoot 41 die toegankelijk is via een axiale doorgang in het schootgedeelte 43. Op deze wijze kan de afstand waarover de nachtschoot 41 uit het slot steekt, bijgeregeld worden.The lock further comprises a dead bolt 41. In the embodiment shown in the figures, the dead bolt consists of two parts: a hollow rod portion 42 and a bolt portion 42. The hollow rod portion 42 extends at least partially within the lock. The bolt portion 43 is adapted to cooperate with the lock catcher. Sliding means 47 is adapted to guide into slots 48 of the dead bolt. The position of the sliding means relative to the dead bolt 41 can be adjusted via the known technology of a set screw (not shown) in the longitudinal direction of the dead bolt 41 which is accessible via an axial passage in the bolt portion 43. In this way the distance can be over which the dead bolt 41 protrudes from the lock can be adjusted.

[35] De nachtschoot is op het frame 1 gemonteerd, verschuifbaar tussen een uitstekende positie (weergegeven in figuur 3) en een ingetrokken positie (weergegeven in figuren 6 en 7). De nachtschoot 41 schuift in overeenkomstige openingen in het opstaande randgedeelte 5 en het opstaande randgedeelte 7 van het frame 1. De nachtschoot 41 wordt in beide posities, uitstekende positie en ingetrokken positie, vergrendeld door vergrendelmiddel 66. In één uitvoeringsvorm omvat het vergrendelmiddel 66 een houdplaat die naar boven en naar beneden kan verschuiven op het frame 1. Zoals te zien is in het detail van figuur 2 heeft de houdplaat 66 een horizontale gleuf 67 met aan beide uiteinden een opwaartse inkeping 68. In de normale positie wordt de houdplaat naar beneden geduwd zodat het schuifmiddel 47 zich in één van de inkepingen 68 van de houdplaat 66 bevindt en zodoende is de nachtschoot 41 in één van zijn twee uiterste posities vergrendeld.The dead bolt is mounted on the frame 1, slidable between a projecting position (shown in Figure 3) and a retracted position (shown in Figures 6 and 7). The dead bolt 41 slides into corresponding openings in the raised edge portion 5 and the raised edge portion 7 of the frame 1. The dead bolt 41 is locked in both positions, protruding position and retracted position, by locking means 66. In one embodiment, the locking means 66 comprises a holding plate which can move up and down on the frame 1. As can be seen in the detail of Figure 2, the holding plate 66 has a horizontal slot 67 with an upward notch 68 at both ends. In the normal position, the holding plate is pushed down so that the sliding means 47 is in one of the notches 68 of the holding plate 66 and thus the dead bolt 41 is locked in one of its two extreme positions.

[36] De beweging van de nachtschoot 41 wordt uitgevoerd door de sleutel te draaien in de cilinder 13 en zodoende door het draaien van de draaiende aandrijfnok 14. Zoals weergegeven wordt in figuur 4 resulteert in de uitstekende positie een beweging van de draaiende aandrijfnok 14 in tegenwijzerzin (eerste richting: zie pijl 92 in figuur 4) eerst in het ingrijpen van de draaiende aandrijfnok 14 op de onderste rand 71 van de houdplaat 66, zodat de houdplaat 66 geheven wordt en de nachtschoot 41 ontgrendeld wordt. Wanneer vervolgens de rotatie in tegenwijzerzin voortgezet wordt zoals weergegeven wordt in figuur 5, grijpt de draaiende aandrijfnok 14 in op een eerste ingrijpgedeelte 91 van een nachtschoothefboom 58 die draaibaar gemonteerd is rond een draaipunt 59. Een eerste arm 110 van de nachtschoothefboom 58 is op zodanige wijze verbonden met de nachtschoot 41 dat een rotatie van de nachtschoothefboom 58 rond draaipunt 59 in de richting van pijl 92 resulteert in een translatie van de nachtschoot 41 in de richting van pijl 94. In de uitvoeringsvorm van figuur 4 wordt dit uitgevoerd door een gleuf te verschaffen in de nachtschoothefboom 58 die zich uitstrekt in een U-vormig deel van de nachtschoot 41 en het schuifmiddel 47 wordt verschaft in de gleuf van de nachtschoothefboom 58. Zoals weergegeven wordt in figuur 7 laat verder draaien van de draaiende aandrijfnok 14 in de eerste richting, in tegenwijzerzin, toe om de dagschoot 18 in te trekken door middel van een tweede omwenteling dagschootduwer 72 en een tweede omwenteling dagschoothefboom 73, die hierna meer in detail beschreven zullen worden.[36] The movement of the dead bolt 41 is carried out by turning the key in the cylinder 13 and thus by turning the rotating drive cam 14. As shown in Figure 4, a movement of the rotating drive cam 14 results in the projecting position. counterclockwise (first direction: see arrow 92 in Figure 4) first in the engagement of the rotating drive cam 14 on the lower edge 71 of the holding plate 66, so that the holding plate 66 is lifted and the dead bolt 41 is unlocked. Then, when the rotation is continued counterclockwise as shown in Figure 5, the rotating drive cam 14 engages a first engagement portion 91 of a dead bolt lever 58 that is rotatably mounted about a pivot 59. A first arm 110 of the dead bolt lever 58 is such connected to the dead bolt 41 that a rotation of the dead bolt lever 58 around pivot 59 in the direction of arrow 92 results in a translation of the dead bolt 41 in the direction of arrow 94. In the embodiment of Figure 4, this is carried out by provided in the dead bolt lever 58 extending into a U-shaped part of the dead bolt 41 and the sliding means 47 is provided in the slot of the dead bolt lever 58. As shown in Figure 7, the rotating drive cam 14 continues to rotate in the first direction , counterclockwise, to retract the latch bolt 18 by means of a second latch push 72 and a second revolution latch bolt lever 73, which will be described in more detail below.

[37]Als de nachtschoot 41 zich in de ingetrokken positie bevindt (positie van figuur 6) en de draaiende aandrijfnok 14 teruggedraaid wordt in de tweede richting, in wijzerzin (aangeduid met pijl 96), zoals weergegeven wordt in figuur 8, grijpt de draaiende aandrijfnok 14 in op een tweede ingrijpgedeelte 93 van de nachtschoothefboom 58. Omdat de nachtschoothefboom 58, zoals hierboven besproken, verbonden is met de nachtschoot 41, resulteert draaien van de nachtschoothefboom 41 in de tweede richting 96 in een translatie van de nachtschoot 41 in de richting van pijl 98. Figuur 9 illustreert de rotatie en beweging op een positie die wezenlijk halfweg tussen de ingetrokken positie en de uitstekende positie van de nachtschoot 41 ligt. In die positie is de houdplaat 66 geheven. In figuur 10 is de draaiende aandrijfnok 14 verder gedraaid in wijzerzin totdat de houdplaat 66 niet langer geheven wordt en de nachtschoot 41 vergrendeld is in zijn uitstekende positie. In sommige situaties waarin krachten inwerken op de nachtschoot 41 in de richting tegengesteld aan de translatie 98, kan de aandrijfnok 14 echter voorbij het tweede ingrijpgedeelte 93 van de nachtschoothefboom 58 gaan zonder dat de houdplaat 66 zich naar beneden verplaatst tot in de vergrendelde positie van de nachtschoot 41, en beweegt de nachtschoot 41 terug naar achter in het slot terwijl de draaiende aandrijfnok 14 niet langer contact maakt met het tweede ingrijpgedeelte 93. Dit wordt weergegeven in figuur 11. Vervolgens grijpt de draaiende aandrijfnok 14, wanneer hij zoals weergegeven wordt in figuur 12 verder gedraaid wordt in de tweede richting, in wijzerzin, in op een hulpingrijpgedeelte 95 van de nachtschoothefboom 58 dat zodanig geplaatst is dat het ingrijpen toelaat om de nachtschoothefboom 58 in wijzerzin te draaien rond draaipunt 59 en zodoende beweegt de nachtschoot 41 opnieuw naar zijn uitstekende positie. Wanneer de nachtschoot 41 zich in zijn eindpositie bevindt (uitstekende positie) zoals weergegeven wordt in figuur 13, kan de draaiende aandrijfnok 14 in tegenwijzerzin gedraaid worden en zal de houdplaat 66 zich naar beneden verplaatsen van zijn geheven positie naar zijn oorspronkelijke niet-geheven positie en de nachtschoot is nu correct vergrendeld. Dit wordt weergegeven in figuur 14.[37] When the dead bolt 41 is in the retracted position (position of FIG. 6) and the rotating drive cam 14 is turned back in the second direction, clockwise (indicated by arrow 96), as shown in FIG. 8, the rotating one engages drive cam 14 into a second engagement portion 93 of the dead bolt lever 58. Because the dead bolt lever 58 is connected to the dead bolt 41 as discussed above, rotation of the dead bolt lever 41 in the second direction 96 results in a translation of the dead bolt 41 in the direction of arrow 98. Figure 9 illustrates the rotation and movement at a position substantially halfway between the retracted position and the projecting position of the dead bolt 41. The holding plate 66 is raised in that position. In Figure 10, the rotating drive cam 14 is further rotated clockwise until the holding plate 66 is no longer raised and the dead bolt 41 is locked in its projecting position. However, in some situations where forces act on the dead bolt 41 in the direction opposite to the translation 98, the drive cam 14 may pass beyond the second engagement portion 93 of the dead bolt lever 58 without the holding plate 66 moving down into the locked position of the dead bolt 41, and the dead bolt 41 moves backwards into the lock while the rotating drive cam 14 no longer contacts the second engagement portion 93. This is shown in Figure 11. Then, the rotating drive cam 14 engages when it is shown in Figure 12 is further rotated in the second direction, clockwise, into an auxiliary engagement portion 95 of the dead bolt lever 58 positioned so that engagement allows to rotate the dead bolt lever 58 clockwise about pivot 59 and thus the dead bolt 41 moves again to its projecting position. When the dead bolt 41 is in its end position (protruding position) as shown in Figure 13, the rotating drive cam 14 can be rotated counterclockwise and the holding plate 66 will move downward from its raised position to its original non-raised position and the dead bolt is now correctly locked. This is shown in Figure 14.

[38]De nachtschoot 41 heeft slechts twee uiterste posities (behalve het feit dat de afstand over dewelke hij uit het slot steekt kan worden bijgesteld), namelijk een uitstekende positie, weergegeven in figuur 13, en een ingetrokken positie, weergegeven in figuur 6. Deze twee uiterste posities komen overeen met respectievelijk de tweede en de eerste uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom 58. In de tweede uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom 58 slaat een aanslaggedeelte van de nachtschoothefboom 58, meer bepaald het vrije uiteinde 60 daarvan, aan tegen een aanslag op het frame, meer bepaald de voorplaat 3 (door een gleuf in de opstaande rand 5, die niet weergegeven wordt), zodat de nachtschoothefboom 58 niet verder gedraaid kan worden, in het bijzonder niet wanneer de nachtschoot meer naar buiten geduwd wordt met de draaiende aandrijfnok 14 tegen het hulpingrijpgedeelte 95 van de nachtschoothefboom 58. Bijgevolg zijn in het slot van deze uitvinding zowel het tweede ingrijpgedeelte 93 als het hulpingrijpgedeelte 95 van de nachtschoothefboom 58 bedoeld om het verplaatsen mogelijk te maken van de nachtschoothefboom 58 door middel van de draaiende aandrijfnok 14 naar dezelfde tweede uiterste hoekpositie.[38] The dead bolt 41 has only two extreme positions (except that the distance over which it protrudes from the lock can be adjusted), namely a protruding position, shown in Figure 13, and a retracted position, shown in Figure 6. These two extreme positions correspond to the second and first extreme angular positions of the dead bolt lever 58, respectively. In the second extreme angular position of the dead bolt lever 58, a stop portion of the dead bolt lever 58, more particularly the free end 60 thereof, abuts against a stop. the frame, more particularly the front plate 3 (through a slot in the raised edge 5, which is not shown), so that the dead bolt lever 58 cannot be rotated further, in particular not when the dead bolt is pushed more outwards with the rotating drive cam 14 against the auxiliary engagement portion 95 of the dead bolt lever 58. Accordingly, in the lock of this invention, both the second Pipe portion 93 as the auxiliary engagement portion 95 of the dead bolt lever 58 intended to allow movement of the dead bolt lever 58 by means of the rotating drive cam 14 to the same second extreme angular position.

[39] De cilinder 13 wordt in de uitvoeringsvorm van de figuren 2 tot 14 verschaft tussen de nachtschoot 41 en het draaipunt 59. Het draaipunt 59 is zo geplaatst dat de nachtschoothefboom 58 ingrijpt op de nachtschoot 41 op een eerste afstand D1 van het draaipunt 59 en de draaiende aandrijfnok 14 grijpt in op de nachtschoothefboom 58 op een tweede afstand D2 van het draaipunt 59 waarbij de tweede afstand D2 in elke positie kleiner is dan de eerste afstand D1. Dit zorgt voor een grotere slag van de nachtschoot 41.[39] In the embodiment of Figures 2 to 14, the cylinder 13 is provided between the dead bolt 41 and the pivot 59. The pivot 59 is positioned such that the dead bolt lever 58 engages the dead bolt 41 at a first distance D1 from the pivot 59 and the rotating drive cam 14 engages the dead bolt lever 58 at a second distance D2 from the pivot 59 wherein the second distance D2 in any position is smaller than the first distance D1. This ensures a greater stroke of the deadbolt 41.

[40] Verwijzend naar de figuren 6 en 7 omvat het slot een tweede omwenteling duwer 72. De tweede omwenteling duwer 72 is aan zijn ene uiteinde verschuifbaar verbonden met een tweede arm 78 van de nachtschoothefboom 58 die zich eveneens uitstrekt vanaf het draaipunt 59 van de nachtschoothefboom 58. De tweede arm 78 van de nachtschoothefboom 58 bevindt zich tussen de sleutelbediende cilinder 13 en de voorplaat 3 van het slot. Op deze wijze verplaatst de tweede omwenteling duwer 72 zich in en uit het pad van het distaai uiteinde 16 van de draaiende aandrijfnok 14. Meer bepaald bevindt de tweede omwenteling duwer 72 zich in de eerste uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom 58, i.e. de positie zoals weergegeven in figuren 6 en 7 waarin de nachtschoot 41 vergrendeld is in zijn ingetrokken positie, in het pad van de draaiende aandrijfnok 14, terwijl de tweede omwenteling duwer zich in de tweede uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom 58, i.e. in de positie zoals weergegeven in figuur 10 waarin de nachtschoot 41 vergrendeld is in zijn uitstekende positie, niet in het pad van de draaiende aandrijfnok 14 bevindt. De tweede omwenteling duwer 72 is voorzien van een gleuf 77 door middel van dewelke hij verschuifbaar verbonden is met de tweede arm 78 van de nachtschoothefboom 58. De beweging van de tweede omwenteling duwer 72 is zo geconfigureerd dat hij zich niet in het pad van de draaiende aandrijfnok 14 bevindt in de uitstekende positie van de nachtschoot 41 zoals weergegeven wordt in figuren 4 en 10 en dat hij in het pad van de draaiende aandrijfnok 14 komt wanneer de nachtschoot 41 naar zijn ingetrokken positie beweegt zoals weergegeven wordt in de figuren 6 en 7.Referring to Figures 6 and 7, the lock includes a second revolution pusher 72. The second revolution pusher 72 is slidably connected at its one end to a second arm 78 of the dead bolt lever 58 which also extends from the pivot 59 of the dead bolt lever 58. The second arm 78 of the dead bolt lever 58 is located between the key-operated cylinder 13 and the front plate 3 of the lock. In this way, the second rotation pusher 72 moves into and out of the path of the distal end 16 of the rotating drive cam 14. More specifically, the second rotation pusher 72 is in the first extreme angular position of the dead bolt lever 58, ie the position as shown in Figures 6 and 7 in which the dead bolt 41 is locked in its retracted position, in the path of the rotating drive cam 14, while the second pusher revolves in the second extreme angular position of the dead bolt lever 58, ie in the position as shown in Figure 10 wherein the dead bolt 41 is locked in its protruding position, not in the path of the rotating drive cam 14. The second rotary pusher 72 is provided with a slot 77 by means of which it is slidably connected to the second arm 78 of the dead bolt lever 58. The movement of the second rotary pusher 72 is configured such that it does not move in the path of the rotating drive cam 14 is in the protruding position of the dead bolt 41 as shown in Figures 4 and 10 and that it enters the path of the rotating drive cam 14 when the dead bolt 41 moves to its retracted position as shown in Figures 6 and 7.

[41] De tweede omwenteling duwer 72 is aan zijn andere uiteinde verbonden met de tweede omwenteling dagschoothefboom 73 die ingericht is om de dagschoot 18 tegen de werking van de drukveer 23 in te verplaatsen van een uitstekende positie naar een ingetrokken positie. De tweede omwenteling dagschoothefboom 73 is draaibaar aangebracht over de volger 24. De tweede omwenteling dagschoothefboom 73 heeft een eerste hefboomarm 75 om in te grijpen op het schuifmiddel 36 op de dagschoot 18 en een tweede hefboomarm 101 voor een draaibare verbinding met de tweede omwenteling duwer 72 rond draaipunt 102.The second revolution pusher 72 is connected at its other end to the second revolution latch bolt lever 73 which is adapted to move the latch bolt 18 against the action of the compression spring 23 from a projecting position to a retracted position. The second turn latch lever 73 is rotatably mounted over the follower 24. The second turn latch lever 73 has a first lever arm 75 to engage the sliding means 36 on the latch bolt 18 and a second lever arm 101 for a rotatable connection to the second turn pusher 72 around pivot point 102.

[42] ln de positie van figuur 6, dus na het verplaatsen van de nachtschoot 41 van de uitstekende naar de ingetrokken positie door draaien van de draaiende aandrijfnok 14 in tegenwijzerzin (eerste richting), doet verder draaien van de draaiende aandrijfnok 14 in tegenwijzerzin (i.e. tweede omwenteling in tegenwijzerzin) de draaiende aandrijfnok 14 ingrijpen op de tweede omwenteling duwer 72 aan tweede omwenteling ingrijpgedeelte 104. Dit ingrijpen duwt de tweede omwenteling duwer 72 naar boven om de tweede omwenteling dagschoothefboom 73 te doen draaien en dus de dagschoot 18 in te trekken. Dit wordt weergegeven in figuur 7.[42] In the position of Figure 6, i.e. after moving the dead bolt 41 from the protruding to the retracted position by rotating the rotating drive cam 14 counterclockwise (first direction), rotating the rotating drive cam 14 continues to rotate counterclockwise ( (ie, second rotation counterclockwise) the rotating drive cam 14 engages the second revolution pusher 72 at second rotation engagement portion 104. This engagement pushes the second rotation pusher 72 upward to cause the second rotation latch bolt 73 to rotate and thus retract the latch bolt 18 . This is shown in Figure 7.

[43] Zoals te zien is in figuur 7 beperkt het vrije uiteinde 60 van de nachtschoothefboom 58 niet alleen de rotatie van de nachtschoothefboom 58 in de tweede rotatierichting (wijzerzin), maar beperkt het ook de opwaartse verplaatsing van de tweede omwenteling dagschootduwer 72 door de draaiende aandrijfnok 14 in de eerste uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom 58. Op deze wijze is er geen gevaar dat de draaiende aandrijfnok 14 voorbij het tweede omwenteling ingrijpgedeelte 104 zou gaan wanneer hij te ver gedraaid zou worden in de eerste richting.[43] As can be seen in Figure 7, the free end 60 of the dead bolt lever 58 not only limits the rotation of the dead bolt lever 58 in the second direction of rotation (clockwise), but also limits the upward movement of the second revolution day bolt pusher 72 by the rotating drive cam 14 in the first extreme angular position of the dead bolt lever 58. In this way, there is no danger that the rotating drive cam 14 would pass beyond the second revolution engagement portion 104 if it were turned too far in the first direction.

[44] De tweede omwenteling dagschootduwer 72 heeft niet alleen een tweede omwenteling ingrijpgedeelte 104 dat toelaat om de duwer 72 naar boven te duwen door middel van de draaiende aandrijfnok 14, maar heeft tevens een zijdelings ingrijpgedeelte 109 dat bedoeld is om te voorkomen dat de draaiende aandrijfnok 14 vast komt te zitten tussen de nachtschoothefboom 58 en het tweede omwenteling ingrijpgedeelte 104 van de tweede omwenteling dagschootduwer 72. Het zijdelings ingrijpgedeelte 109 strekt zich in de uitstekende positie van de nachtschoot 41, i.e. in de tweede uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom 58, uit vanaf het tweede omwenteling ingrijpgedeelte 104 tot aan de nachtschoothefboom 58. Het is ingericht om zijdelings aan te grijpen op het distaai uiteinde 16 van de draaiende aandrijfnok 14 wanneer de draaiende aandrijfnok 14 voorbij het tweede ingrijpgedeelte 93 van de nachtschoothefboom 58 gegaan is en de nachtschoot 41 niet vergrendeld werd door het vergrendelmiddel 66 en terug in het slot beweegt door een uitwendige kracht die op zijn vrij uiteinde uitgeoefend wordt. Deze situatie wordt weergegeven in figuur 11. In het geval dat het zijdelings ingrijpgedeelte 109 zich niet op hetzelfde niveau zou bevinden als het distaai uiteinde 16 van de draaiende aandrijfnok 14, zou deze draaiende aandrijfnok 14, in de situatie die weergegeven wordt in figuur 11, vast komen te zitten tussen het vrije uiteinde 60 van de nachtschoothefboom 58 en het tweede omwenteling ingrijpgedeelte 104 van de tweede omwenteling dagschootduwer 72.[44] The second revolution latch pusher 72 not only has a second rotation engagement portion 104 that allows to push the pusher 72 upwards by means of the rotating drive cam 14, but also has a lateral engagement portion 109 intended to prevent the rotating drive cam 14 becomes stuck between the dead bolt lever 58 and the second rotation engagement portion 104 of the second rotation latch bolt 72. The lateral engagement portion 109 extends into the projecting position of the dead bolt 41, ie into the second extreme angular position of the dead bolt lever 58, from the second revolution engagement portion 104 to the dead bolt lever 58. It is arranged to engage laterally on the distal end 16 of the rotating drive cam 14 when the rotating drive cam 14 has passed the second engagement portion 93 of the dead bolt lever 58 and the dead bolt 41 was not locked by the locking means 66 e n moves back into the lock by an external force exerted on its free end. This situation is shown in Figure 11. In the case that the lateral engagement portion 109 would not be at the same level as the distal end 16 of the rotating drive cam 14, this rotating drive cam 14 would, in the situation shown in Figure 11, get stuck between the free end 60 of the dead bolt lever 58 and the second rotation engagement portion 104 of the second rotation latch pusher 72.

[45]De tweede omwenteling duwer 72 heeft een hoofdgedeelte 105, dat de nachtschoot 41 overbrugt, een sleufgedeelte 106 dat voorzien is van de sleuf 77, en een tussendeel 108 tussen het hoofdgedeelte 105 en het sleufgedeelte 106, met een eerste trapvormige overgang tussen het sleufgedeelte 106 en het tussendeel 108 en een tweede trapvormige overgang tussen het tussendeel 108 en het hoofdgedeelte 105. Het tussendeel 108 vormt het zijdelings ingrijpgedeelte 109, dat zich in het pad van het distaai uiteinde 16 van de draaiende aandrijfnok 14 bevindt, terwijl het sleufgedeelte 106 zich buiten (achter of voor) het pad van de draaiende aandrijfnok 14 bevindt zodat de draaiende aandrijfnok 14 voorbij dit sleufgedeelte kan draaien om in te grijpen op het tweede omwenteling ingrijpgedeelte 104 van de tweede omwenteling dagschootduwer 72.The second rotary pusher 72 has a main portion 105 that bridges the dead bolt 41, a slot portion 106 provided with the slot 77, and an intermediate portion 108 between the main portion 105 and the slot portion 106, with a first stepped transition between the slot portion 106 and the intermediate portion 108 and a second stepped transition between the intermediate portion 108 and the main portion 105. The intermediate portion 108 forms the lateral engagement portion 109, which is located in the path of the distal end 16 of the rotating drive cam 14, while the slot portion 106 is located outside (behind or in front) the path of the rotating drive cam 14 so that the rotating drive cam 14 can rotate beyond this slot portion to engage the second revolution engagement portion 104 of the second rotation latch pusher 72.

Claims (10)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Slot voor een poort of deur, omvattende: - een frame (1); - een nachtschoot (41) die verschuifbaar gemonteerd is op het frame (1) en die ingericht is om te verschuiven tussen een ingetrokken positie en een uitstekende positie; - een vergrendelmiddel (66) dat ingericht is om naar boven en naar beneden te bewegen om de nachtschoot (41 ) te vergrendelen in zijn ingetrokken positie en in zijn uitstekende positie; - een nachtschoothefboom (68) die verbonden is met de nachtschoot (41) en die ten opzichte van het frame (1) rond een draaipunt (59) kan draaien tussen een eerste uiterste hoekpositie, waarin de nachtschoot (41) zich in zijn ingetrokken positie bevindt, en een tweede uiterste hoekpositie, waarin de nachtschoot (41) zich in zijn uitstekende positie bevindt; - een dagschoot (18) die verschuifbaar gemonteerd is op het frame (1) tussen een ingetrokken positie en een uitstekende positie en die naar zijn uitstekende positie gedrukt wordt door een veer (23); - een tweede omwenteling dagschoothefboom (73) die draaibaar gemonteerd is op het frame (1) en die ingericht is om bij het roteren de dagschoot (18) te verplaatsen van de uitstekende positie van de dagschoot naar de ingetrokken positie van de dagschoot; - een tweede omwenteling dagschootduwer (72) die verbonden is met genoemde tweede omwenteling dagschoothefboom (73) en genoemde nachtschoothefboom (58) en die ingericht is genoemde tweede omwenteling dagschoothefboom (73) te doen draaien om de dagschoot (18) te verplaatsen van zijn uitstekende positie naar zijn ingetrokken positie; en - een sleutelbediende cilinder (13) die voorzien is van een draaiende aandrijfnok (14) die ingericht is om in te grijpen op genoemd vergrendelmiddel (66), om dit vergrendelmiddel naar boven te verplaatsen om de nachtschoot (41) te ontgrendelen in zijn ingetrokken en in zijn uitstekende positie; genoemde tweede omwenteling dagschootduwer (72), om deze tweede omwenteling dagschootduwer (72) naar boven te verplaatsen om de tweede omwenteling dagschoothefboom (73) te doen draaien om de dagschool (18) naar zijn ingetrokken positie te verplaatsen; en genoemde nachtschoothefboom (58) om de nachtschoot (41) te verplaatsen van zijn ingetrokken naar zijn uitstekende positie en vice versa, waarbij genoemde nachtschoothefboom (58) een eerste ingrijpgedeelte (91) omvat om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok (14) wanneer genoemde draaiende aandrijfnok (14) in een eerste richting (92) gedraaid wordt om de nachtschoothefboom (58) te doen draaien van zijn tweede naar zijn eerste uiterste hoekpositie, en een tweede ingrijpgedeelte (93) om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok (14) wanneer genoemde draaiende aandrijfnok (14) in een tweede richting (96) gedraaid wordt, tegenovergesteld aan genoemde eerste richting (92), om de nachtschoothefboom (58) te doen draaien van zijn eerste naar zijn tweede uiterste hoekpositie, en genoemde tweede omwenteling dagschootduwer (72) een tweede omwenteling ingrijpgedeelte (104) omvat om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok (14) wanneer genoemde draaiende aandrijfnok (14) verder gedraaid wordt in genoemde eerste richting (92) met de nachtschoothefboom (58) in zijn eerste uiterste hoekpositie om de tweede omwenteling dagschootduwer (72) naar boven te verplaatsen, daardoor gekenmerkt dat genoemde nachtschoothefboom (58) een hulpingrijpgedeelte (95) omvat om in te grijpen op de draaiende aandrijfnok (14) wanneer genoemde draaiende aandrijfnok (14) in genoemde tweede richting (96) gedraaid wordt om de nachtschoothefboom (58) te doen draaien van een hoekpositie tussen zijn eerste en tweede uiterste hoekposities naar zijn tweede uiterste hoekpositie, waarbij genoemd eerste ingrijpgedeelte (91) zich bevindt tussen genoemd hulpingrijpgedeelte (95) en genoemd tweede ingrijpgedeelte (93); en daardoor dat de tweede omwenteling dagschootduwer (72) een zijdelings ingrijpgedeelte (109) omvat om zijdelings in te grijpen op een distaai uiteinde (16) van de draaiende aandrijfnok (14), wanneer de draaiende aandrijfnok (14) voorbij het tweede ingrijpgedeelte (93) van de nachtschoothefboom (58) gegaan is en de nachtschoot (41) niet vergrendeld werd door het vergrendelmiddel (66) en terug in het slot beweegt door een uitwendige kracht die op zijn vrij uiteinde uitgeoefend wordt, waarbij dit zijdelings ingrijpgedeelte (109) zich uitstrekt vanaf genoemd tweede omwenteling ingrijpgedeelte (104) tot aan de nachtschoothefboom (58) in de tweede uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom (58).A gate or door lock, comprising: - a frame (1); - a dead bolt (41) which is slidably mounted on the frame (1) and which is adapted to shift between a retracted position and a projecting position; - a locking means (66) adapted to move up and down to lock the dead bolt (41) in its retracted position and in its projecting position; - a dead bolt lever (68) connected to the dead bolt (41) and which can rotate relative to the frame (1) about a pivot point (59) between a first extreme angular position, in which the dead bolt (41) is in its retracted position and a second extreme angular position, in which the dead bolt (41) is in its projecting position; - a latch bolt (18) slidably mounted on the frame (1) between a retracted position and a projecting position and which is pressed to its projecting position by a spring (23); - a second latch bolt lever (73) rotatably mounted on the frame (1) and adapted to move the latch bolt (18) from the projecting position of the latch bolt to the retracted position of the latch bolt during rotation; - a second latch bolt pivot (72) connected to said second latch bolt lever (73) and said latch bolt lever (58) and adapted to pivot said second latch bolt lever (73) to displace the latch bolt (18) from its projecting position to its retracted position; and - a key-operated cylinder (13) provided with a rotating drive cam (14) adapted to engage on said locking means (66), to move said locking means upwards to unlock the dead bolt (41) in its retracted position and in its excellent position; said second rotation latch pusher (72) to move said second rotation latch pusher (72) upward to rotate the second rotation latch bolt lever (73) to move the day school (18) to its retracted position; and said dead bolt lever (58) to move the dead bolt (41) from its retracted position to its protruding position and vice versa, said dead bolt lever (58) including a first engagement portion (91) to engage the rotating drive cam (14) when said rotating drive cam (14) is rotated in a first direction (92) to pivot the dead bolt lever (58) from its second to its first extreme angular position, and a second engagement portion (93) to engage on the rotating drive cam (14) ) when said rotating drive cam (14) is rotated in a second direction (96), opposite to said first direction (92), to cause the dead bolt lever (58) to rotate from its first to its second extreme angular position, and said second latch pusher revolution (72) includes a second revolution engagement portion (104) to engage the rotating drive cam (14) when said rotating drive cam (14) is further rotated in said first direction (92) with the dead bolt lever (58) in its first extreme angular position to move the second latch pusher (72) upwards, characterized in that said dead bolt lever (58) comprises an auxiliary engagement portion (95) to engage on the rotating drive cam (14) when said rotating drive cam (14) is rotated in said second direction (96) to cause the dead bolt lever (58) to rotate from an angular position between its first and second extreme angular positions to its second extreme angular position, said first engagement portion (91) located between said auxiliary engagement portion (95) and said second engagement portion (93); and thereby causing the second latch pusher (72) to include a lateral engagement portion (109) for lateral engagement with a distal end (16) of the rotating drive cam (14) when the rotating drive cam (14) passes the second engagement portion (93) ) has moved away from the dead bolt lever (58) and the dead bolt (41) was not locked by the locking means (66) and moved back into the lock by an external force exerted on its free end, said lateral engagement portion (109) extending from said second revolution engagement portion (104) to the dead bolt lever (58) in the second extreme angular position of the dead bolt lever (58). 2. Slot volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de nachtschoothefboom (58) een aanslaggedeelte omvat dat in genoemde tweede uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom (58) samenwerkt met een aanslag (3) op het frame (1) om een verdere rotatie van de nachtschoothefboom (58) te voorkomen wanneer de draaiende aandrijfnok (14) in genoemde tweede richting (96) tegen het hulpingrijpgedeelte (95) van de nachtschoothefboom (58) geduwd wordt met de nachtschoothefboom (58) in zijn tweede uiterste hoekpositie.Lock according to claim 1, characterized in that the dead bolt lever (58) comprises a stop portion which cooperates in said second extreme angular position of the dead bolt lever (58) with a stop (3) on the frame (1) for a further rotation of the dead bolt lever (58) when the rotating drive cam (14) in said second direction (96) is pushed against the auxiliary engagement portion (95) of the dead bolt lever (58) with the dead bolt lever (58) in its second extreme angular position. 3. Slot volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat genoemde eerste, tweede en hulpingrijpgedeelten (91, 93, 95) zich op een eerste arm (110) van de nachtschoothefboom (58) bevinden, waarbij die eerste arm zich uitstrekt vanaf genoemd draaipunt (59).Lock according to claim 1 or 2, characterized in that said first, second and auxiliary engagement portions (91, 93, 95) are located on a first arm (110) of the dead bolt lever (58), said first arm extending from said pivot point (59). 4. Slot volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat genoemde eerste arm een vrij uiteinde (60) heeft dat in genoemde eerste uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom (58) een aanslag vormt voor genoemde draaiende aandrijfnok wanneer hij in genoemde eerste richting (92) draait.The lock of claim 3, characterized in that said first arm has a free end (60) which in said first extreme angular position of the dead bolt lever (58) forms a stop for said rotating drive cam when it rotates in said first direction (92). 5. Slot volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat in de tweede uiterste hoekpositie van de nachtschoothefboom (58), genoemde eerste arm een bocht vormt rond het pad van het distaai uiteinde (16) van de draaiende aandrijfnok (14) van de sleutelbediende cilinder (13) die toelaat dat de draaiende aandrijfnok (14) van genoemd eerste ingrijpgedeelte (91 ) draait naar genoemd hulpingrijpgedeelte (95) en vice versa met de nachtschoothefboom in zijn tweede uiterste hoekpositie.The lock according to claim 3 or 4, characterized in that in the second extreme angular position of the dead bolt lever (58), said first arm forms a bend around the path of the distal end (16) of the rotating drive cam (14) of the key operator cylinder (13) that allows the rotating drive cam (14) to rotate from said first engagement portion (91) to said auxiliary engagement portion (95) and vice versa with the dead bolt lever in its second extreme angular position. 6. Slot volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de nachtschoothefboom (58) op de eerste arm een eerste uitsteeksel omvat dat het eerste ingrijpgedeelte (91) en het hulpingrijpgedeelte (95) vormt.Lock according to one of claims 3 to 5, characterized in that the dead bolt lever (58) on the first arm comprises a first protrusion that forms the first engagement portion (91) and the auxiliary engagement portion (95). 7. Slot volgens één van de conclusies 3 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de eerste arm een tweede uitsteeksel omvat dat het tweede ingrijpgedeelte (93) vormt.The lock according to any of claims 3 to 6, characterized in that the first arm comprises a second protrusion that forms the second engagement portion (93). 8. Slot volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemd eerste ingrijpgedeeite (91) en genoemd tweede ingrijpgedeelte (93) tegenover elkaar liggen.Lock according to one of the preceding claims, characterized in that said first engagement section (91) and said second engagement section (93) are opposite each other. 9. Slot volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemde nachtschoothefboom (58) een tweede arm (78) omvat die ingericht is om een verbinding te maken met de tweede omwenteling dagschootduwer (72) en die zich uitstrekt vanaf genoemd draaipunt (59).Lock according to one of the preceding claims, characterized in that said dead bolt lever (58) comprises a second arm (78) which is adapted to connect to the second revolution of the latch pusher (72) and which extends from said pivot point (59) ). 10. Slot volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de sleutelbediende cilinder (13) zich bevindt tussen de nachtschoot (41) en het draaipunt (59) van de nachtschoothefboom (58) en de tweede arm (78) van de nachtschoothefboom (58) zich bevindt tussen de sleutelbediende cilinder (13) en een voorplaat (3) van het slot door dewelke de nachtschoot (41 ) zich uitstrekt uit het slot.Lock according to claim 9, characterized in that the key-operated cylinder (13) is located between the dead bolt (41) and the pivot point (59) of the dead bolt lever (58) and the second arm (78) of the dead bolt lever (58) is located between the key-operated cylinder (13) and a front plate (3) of the lock through which the dead bolt (41) extends out of the lock.