BE1021304B1 - Behandelbank met sturingstoestel dat korte en lange bedieningen van elkaar kan onderscheiden - Google Patents

Behandelbank met sturingstoestel dat korte en lange bedieningen van elkaar kan onderscheiden Download PDF

Info

Publication number
BE1021304B1
BE1021304B1 BE2014/0312A BE201400312A BE1021304B1 BE 1021304 B1 BE1021304 B1 BE 1021304B1 BE 2014/0312 A BE2014/0312 A BE 2014/0312A BE 201400312 A BE201400312 A BE 201400312A BE 1021304 B1 BE1021304 B1 BE 1021304B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
switch
control device
drive
base
user
Prior art date
Application number
BE2014/0312A
Other languages
English (en)
Inventor
Piet Wijnmaalen
Bresser Bart De
Original Assignee
Gymnauniphy
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gymnauniphy filed Critical Gymnauniphy
Priority to BE2014/0312A priority Critical patent/BE1021304B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021304B1 publication Critical patent/BE1021304B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G13/00Operating tables; Auxiliary appliances therefor
    • A61G13/02Adjustable operating tables; Controls therefor
    • A61G13/06Adjustable operating tables; Controls therefor raising or lowering of the whole table surface
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G7/00Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
    • A61G7/002Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons having adjustable mattress frame
    • A61G7/012Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons having adjustable mattress frame raising or lowering of the whole mattress frame
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G7/00Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
    • A61G7/002Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons having adjustable mattress frame
    • A61G7/018Control or drive mechanisms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G2203/00General characteristics of devices
    • A61G2203/10General characteristics of devices characterised by specific control means, e.g. for adjustment or steering
    • A61G2203/12Remote controls
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G7/00Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
    • A61G7/002Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons having adjustable mattress frame
    • A61G7/015Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons having adjustable mattress frame divided into different adjustable sections, e.g. for Gatch position

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Nursing (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Accommodation For Nursing Or Treatment Tables (AREA)

Abstract

Behandelbank omvattende een basis, een steunvlak, steunen tussen basis en steunvlak en zodanig uitgevoerd dat de hoogte van het steunvlak ten opzichte van de basis instelbaar is, een aandrijving die mechanisch gekoppeld is met de steunen, en door de gebruiker bedienbare sturingsmiddelen voor het aansturen van de aandrijving. De sturingsmiddelen zijn voorzien om korte bedieningen te onderscheiden van lange bedieningen en bij herkenning van een korte bediening de aandrijving een vaste tijdsduur te laten werken en bij herkenning van een lange bediening de aandrijving te laten werken gedurende een variabele tijdsduur die overeenkomt met de duur van de lange bediening.

Description

Behandelbank met sturingstoestel dat korte en lange bedieningen van elkaar kan onderscheiden
Technisch vakgebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op in hoogte verstelbare behandelbanken voor het behandelen van personen, zoals bijvoorbeeld behandelbanken voor fysiotherapie, massage, e.d.
Stand der techniek
Gekende behandelbanken omvatten een basis, een steunvlak of ligbed voor het ondersteunen van een persoon en tussen de basis en het steunvlak kantelbaar gemonteerde steunen, waarmee de hoogte van het steunvlak ten opzichte van de basis instelbaar is. De steunen zijn daartoe telkens via een onderas en een bovenas kantelbaar verbonden met respectievelijk de basis en het steunvlak. De onder- en bovenassen strekken zich in dwarsrichting van de behandelbank uit. De steunen zijn voorzien van aandrijfarmen die met de steunen verbonden zijn ter hoogte van aangrijpingsgebieden die zich op een welbepaalde afstand bevinden tussen de betreffende onderas en bovenas. Op de basis is een aandrijving voorzien voor het aandrijven van de steunen via de aandrijfarmen en het daarbij kantelen van de steunen om de hoogte van het steunvlak ten opzichte van de basis in te stellen. De behandelbank omvat verder door de gebruiker bedienbare sturingsmiddelen die voorzien zijn voor het aansturen van de aandrijving bij bediening door de gebruiker.
Bij de gekende behandelbanken omvatten de sturingsmiddelen een heen- en weer beweegbare voetschakelaar, waarbij bij bediening in de ene, respectievelijk andere richting de aandrijving zodanig aangestuurd wordt, dat het steunvlak of ligbed omhoog, respectievelijk omlaag gebracht wordt. De aandrijving werkt daarbij zo lang de voetschakelaar door de gebruiker in de ene of andere richting geduwd wordt; van zodra de gebruiker de voetschakelaar loslaat, stopt de aandrijving.
Tijdens het behandelen van een patiënt komt het vaak voor dat de gebruiker of behandelende persoon de hoogte van het steunvlak of ligbed een kleine hoeveelheid wenst aan te passen. Bij de gekende behandelbanken is een dergelijke kleine aanpassing in hoogte vrij omslachtig gebleken, omdat men voor een kleine aanpassing omhoog of omlaag vaak meerdere keren de schakelaar moet bedienen tot de gewenste aanpassing in hoogte verkregen is. De tijd dat de voetschakelaar bediend wordt, moet bij de gekende behandelbanken namelijk exact overeenkomen met de gewenste hoogteaanpassing.
Bij gekende behandelbanken is de voetschakelaar vaak een zogeheten “kringschakelaar”, d.i. een frame dat aan alle zijden van de basis door de gebruiker bedienbaar is en dat in twee tegenovergestelde richtingen verplaatsbaar is naar een stijgstand, waarin een stijging van het steunvlak veroorzaakt wordt, en een daalstand, waarin een daling van het steunvlak veroorzaakt wordt. Deze kringschakelaar is in de gekende behandelbanken opgehangen met behulp van starre metalen ophangelementen.
Beschrijving van de uitvinding
Het is een eerste doel van de onderhavige uitvinding om een behandelbank te verschaffen, waarmee kleine hoogteaanpassingen gemakkelijker uit te voeren zijn.
Dit eerste doel wordt gerealiseerd door middel van de behandelbank die alle kenmerken vertoont van de eerste conclusie.
In een eerste aspect verschaft de uitvinding een behandelbank omvattende een basis, een steunvlak voor het ondersteunen van een persoon, steunen die gemonteerd zijn tussen de basis en het steunvlak en zodanig uitgevoerd zijn dat de hoogte van het steunvlak ten opzichte van de basis instelbaar is, een aandrijving die mechanisch gekoppeld is met de steunen voor het aandrijven van de steunen om de hoogte van het steunvlak ten opzichte van de basis in te stellen, en door de gebruiker bedienbare sturingsmiddelen die voorzien zijn voor het aansturen van de aandrijving bij bediening door de gebruiker. Volgens de uitvinding omvatten de sturingsmiddelen een sturingstoestel dat voorzien is om korte bedieningen van de bedieningsmiddelen, korter dan een vooraf bepaalde drempelwaarde, te onderscheiden van lange bedieningen van de bedieningsmiddelen, langer dan de vooraf bepaalde drempelwaarde, en bij herkenning van een korte bediening de aandrijving een vaste vooraf bepaalde tijdsduur te laten werken en bij herkenning van een lange bediening de aandrijving te laten werken gedurende een variabele tijdsduur die overeenkomt met de duur van de lange bediening.
De sturing volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat een gebruiker, tijdens een behandeling van een patiënt, wanneer hij/zij het steunvlak wat hoger of lager wil instellen, de bedieningsmiddelen, bijvoorbeeld een voetschakelaar, enkel kort moet bedienen, waarna de aandrijving de vooraf bepaalde tijdsduur zal werken en de hoogte van het steunvlak dienovereenkomstig aanpassen. De aanpassing in hoogte is bij een korte bediening dus niet langer afhankelijk van de duur van de bediening. Dit verhoogt het gebruiksgemak van de behandelbank, omdat de gebruiker zijn aandacht kan houden bij de behandeling van zijn/haar patiënt en zich niet moet concentreren op de hoogte-instelling. De gebruiker kan bijgevolg nagenoeg ongestoord de behandeling verderzetten.
De vooraf bepaalde tijdsduur kan bijvoorbeeld proefondervindelijk bepaald zijn om overeen te komen met de hoogte-aanpassing die tijdens het uitvoeren van een behandeling op een patiënt het vaakst voorkomt. In het sturingstoestel kan hiertoe bijvoorbeeld een aanleerfunctie voorzien zijn, die gedurende een bepaalde periode de hoogteaanpassingen registreert en daaruit de vaakst voorkomende hoogteaanpassing bepaalt. Anderzijds kan de vooraf bepaalde tijdsduur ook een fabrieksinstelling zijn, of een instelling die de gebruiker zelf kan ingeven en aanpassen. Het is dus duidelijk dat de vooraf bepaalde tijdsduur op verschillende manieren vooraf bepaald kan zijn. De vooraf bepaalde tijdsduur kan bijvoorbeeld 0,5 à 2,0 s bedragen, bij voorkeur 0,8 à 1,5 s en met meer voorkeur ca. 1,0 s, of ook elke andere tijdsduur die de vakman geschikt acht.
Doordat het sturingstoestel gebruik maakt van een drempelwaarde om het onderscheid te maken tussen de korte en lange bedieningen, kan de aandrijving meteen beginnen te werken op het moment dat een bediening van de bedieningsmiddelen door het sturingstoestel geregistreerd wordt. Wanneer de gebruiker de bediening stopt voordat de drempelwaarde bereikt wordt, dan herkent het sturingstoestel een korte bediening en zal het sturingstoestel de aandrijving aansturen om te blijven werken tot het einde van de vooraf bepaalde tijdsduur. Stopt de gebruiker de bediening pas na het bereiken van de drempelwaarde, dan herkent het sturingstoestel een lange bediening en zal het sturingstoestel de aandrijving aansturen om te stoppen met werken bij het stoppen van de bediening. In beide gevallen kan de aandrijving dus door het sturingstoestel aangestuurd worden om te beginnen met werken van zodra de gebruiker de bedieningsmiddelen bedient. Er is bijgevolg geen nood aan een vertraging of uitstel van de start van de werking van de aandrijving om bv. een onderscheid te maken tussen een korte en een lange bediening - dit onderscheid kan worden gemaakt terwijl de gebruiker de bedieningsmiddelen bedient en de aandrijving werkt.
Doordat het sturingstoestel gebruik maakt van een drempelwaarde om het onderscheid te maken tussen de korte en lange bedieningen, kan de gebruiker bovendien dezelfde bedieningsmiddelen gebruiken voor een korte en een lange bediening; er dienen bv. geen bijkomende bedieningsmiddelen te worden voorzien voor de korte bedieningen.
In uitvoeringsvormen volgens de uitvinding omvatten de bedieningsmiddelen een schakelaar, bijvoorbeeld een aan de basis opgehangen voetschakelaar, die door een gebruiker vanuit een neutrale stand in twee richtingen verplaatsbaar is tot enerzijds een stijgstand voor het doen stijgen van het steunvlak en anderzijds een daalstand voor het doen dalen van het steunvlak; en dat het sturingstoestel voorzien is om de korte en lange bedieningen te onderscheiden voor zowel de stijgstand als de daalstand. Op die manier kan de gebruiker een korte bediening van de schakelaar gebruiken zowel voor een welbepaalde stijging van het steunvlak als een welbepaalde daling, waarbij de stijging en daling bepaald zijn door de lengte van de vooraf bepaalde tijdsduur. Dit verhoogt het gebruiksgemak van de behandelbank in beide richtingen.
In uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn de stijgstand en de daalstand gelegen voorbij een minimumuitwijking van de schakelaar. Dit betekent, dat het sturingstoestel een verplaatsing van de schakelaar enkel herkent als een (korte of lange) bediening indien de schakelaar verder verplaatst wordt dan de minimumuitwijking. Op die manier kan vermeden worden dat accidentele, kleine verplaatsingen van de schakelaar door het sturingstoestel geïnterpreteerd worden als bedieningen om de hoogte van het steunvlak aan te passen en kunnen bijgevolg ongewenste hoogteaanpassingen van het steunvlak vermeden worden.
In een tweede aspect van de uitvinding is het een doel om een behandelbank te verschaffen met een verbeterde uitvoering van de bedieningsschakelaar.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een behandelbank die de volgende kenmerken vertoont: een behandelbank waarin de bedieningsschakelaar uitgevoerd is als een langwerpige schakelaar die aan de basis opgehangen is door middel van elastische ophangelementen, bijvoorbeeld vervaardigd in een elastomeer, die voorzien zijn om de schakelaar door hun elasticiteit terug te brengen van de stijg- of daalstand naar de neutrale stand en schommelbewegingen van de schakelaar te dempen. De opgehangen langwerpige schakelaar en de elastische ophangelementen vormen samen een massaveersysteem waarvan de massa en de elasticiteit (van de elastische ophangelementen) op elkaar afgestemd kunnen worden om een terugkeer naar de neutrale stand te verbeteren. Door een dergelijk massaveersysteem kan gegarandeerd worden dat de schakelaar terugkeert naar de neutrale stand en kan vermeden worden dat de schakelaar bij terugkeer naar de neutrale stand te vaak heen- en weer schommelt. Dit laatste zou een risico kunnen betekenen voor foutieve interpretatie van de beweging van de schakelaar als één of meer korte bedieningen door het sturingstoestel, en bijgevolg één of meer ongewenste hoogteaanpassingen van het steunvlak. Dit risico kan verder geminimaliseerd worden door combinatie met een toepassing van de hierboven beschreven minimumuitwijking en/of met een bepaald tijdsinterval na beëindiging van een (korte of lange) bediening van de schakelaar, waarbinnen alle bewegingen van de schakelaar door het sturingstoestel genegeerd worden.
De toepassing van elastische ophangelementen, bij voorkeur vervaardigd in een elastomeer, hebben bovendien het voordeel dat ongewenste geluiden, die bij behandelbanken uit de stand van de techniek optreden door het onderling contact van metalen delen die ten opzichte van elkaar bewegen, niet langer optreden.
In uitvoeringsvormen volgens de uitvinding hebben de ophangelementen een vooraf bepaalde nuttige lengte, gemeten tussen een ophangpunt waarmee zij opgehangen zijn aan een onderdeel van de basis en een bovenkant van de voetschakelaar, waarbij deze nuttige lengte 5,0 à 10,0 cm bedraagt. Een dergelijke lengte heeft het voordeel, dat de voetschakelaar over een zekere afstand lateraal verplaatst kan worden naar de stijg- en daalstand, dwz. de gebruiker kan de verplaatsing van de voetschakelaar duidelijk waarnemen met de voet waarmee hij/zij de voetschakelaar bedient.
De elastische elementen zijn bij voorkeur vervaardigd is een polyurethaan, met meer voorkeur in een polyesterpolyurethaan, met nog meer voorkeur in een thermoplastisch polyesterpolyurethaan.
In uitvoeringsvormen volgens de uitvinding vormen de langwerpige voetschakelaar en de ophangelementen een massaveersysteem met vooraf bepaalde kenmerken, zodanig gekozen, dat de schommelbeweging van de voetschakelaar bij een terugkeer van de stijg- of daalstand naar de neutrale stand hoogstens vier keer door de neutrale stand passeert.
De behandelbank volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de langwerpige voetschakelaar en de ophangelementen een massaveersysteem vormen met vooraf bepaalde kenmerken, zodanig gekozen, dat de schommelbeweging van de voetschakelaar bij een terugkeer van de stijg- of daalstand naar de neutrale stand hoogstens 2,0 s duurt.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding zal hierna verder in detail worden toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1-7 tonen verschillende aanzichten van een behandelbank volgens een voorkeurs uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 8a-c tonen verschillende aanzichten van een uitvoeringsvorm van een ophangelement dat toegepast is in de behandelbank van figuur 1-7.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding
De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen maar de uitvinding is daartoe niet beperkt en wordt enkel door de conclusies bepaald. De beschreven tekeningen zijn enkel schematisch en niet-beperkend. In de tekeningen kan de grootte van bepaalde elementen overdreven en niet op schaal getekend zijn voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen stemmen niet noodzakelijk overeen met werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Bovendien worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde te beschrijven. De termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere sequenties dan hierin beschreven of geïllustreerd toegepast worden.
Daarenboven worden de termen bovenaan, onderaan, over, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor illustratieve doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities te beschrijven. De aldus gebruikte termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriënteringen dan hierin beschreven of geïllustreerd worden toegepast.
Verder dienen de verschillende uitvoeringsvormen, hoewel genoemd als "voorkeursvormen" te worden opgevat als wijze van voorbeeld waarop de uitvinding kan uitgevoerd worden in plaats van als een beperking van de reikwijdte van de uitvinding.
De term “omvattend”, gebruikt in de conclusies, dient niet geïnterpreteerd te worden als zijnde beperkt tot de erna vermelde middelen of stappen; het sluit andere elementen of stappen niet uit. De term dient geïnterpreteerd te worden als specificerend voor de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, elementen, stappen of componenten waarnaar wordt verwezen, maar sluit de aanwezigheid of de toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, elementen, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. De draagwijdte van de uitdrukking “een inrichting omvattende middelen A en B” dient niet te worden beperkt tot inrichtingen die enkel uit componenten A en B bestaan. Het betekent echter dat met betrekking tot de onderhavige uitvinding de enige opgesomde componenten van de inrichting A en B zijn, en de conclusie dient verder zo geïnterpreteerd te worden dat ze ook equivalenten van deze componenten bevat.
De uitvinding heeft algemeen betrekking op in hoogte verstelbare behandelbanken voor het behandelen van personen, zoals bijvoorbeeld behandelbanken voor fysiotherapie, massage, e.d.
Figuur 1 toont een perspectiefbeeld van een behandelbank 1 volgens een voorkeurs uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuur 2 toont een zijaanzicht van deze behandelbank, figuur 3 een vooraanzicht (een aanzicht op het voeteneinde), figuur 4 een detail en figuur 5 een onderaanzicht.
De behandelbank 1 omvat een steunvlak of ligbed 2 voor het ondersteunen van een persoon, dat in de getoonde uitvoering vier verstelbare deelvlakken 21-24 en verstelbare armsteunen 25-26 omvat. De vier verstelbare steunvlakken zijn anatomisch verdeeld, met scharnieren ter hoogte van het knie-, heup- en schoudergewricht. Met behulp van elektromotoren (getoond in fig. 5) kunnen deze deelvlakken ten opzichte van elkaar verplaatst worden, bijvoorbeeld om de persoon van liggende naar zittende houding te brengen. Een dergelijk verstelbaar steunvlak is bij de vakman bekend en hoeft hier dan ook niet verder in detail te worden beschreven. In alternatieve uitvoeringsvormen volgens de uitvinding kan de behandelbank ook voorzien zijn van een steunvlak dat twee of drie ten opzichte van elkaar verplaatsbare deelvlakken omvat, of één horizontaal vlak, of elk ander bij de vakman bekend steunvlak.
De behandelbank omvat verder een basis 4 en twee steunen 3, die kantelbaar verbonden zijn met de basis 4 en het steunvlak 2 en waarmee de hoogte van het steunvlak ten opzichte van de basis ingesteld kan worden. Elk van de steunen 3 is onderaan kantelbaar met de basis 4 verbonden door middel van een onderas 31, die zich volgens de dwarsrichting van de behandelbank uitstrekt en die in de getoonde uitvoeringsvorm opgenomen is tussen twee op de bovenzijde 41 van de basis 4 gemonteerde steunelementen 43. Elk van de steunen 3 is bovenaan kantelbaar met het steunvlak 2 verbonden door middel van een bovenas 32, die zich eveneens volgens de dwarsrichting van de behandelbank uitstrekt en die in de getoonde uitvoeringsvorm bevestigd is aan daartoe voorziene elementen 27 onderaan het steunvlak 2. De onderassen 31 en de bovenassen 32 liggen evenwijdig met elkaar. In de basis 4 is een aandrijving 5 voorzien, in de getoonde uitvoeringsvorm een lineaire actuator 51, die via een kader 52 inwerkt op de aandrijfarmen 33 van de steunen 3 om hun positie en daarmee de hoogte van het steunvlak 2 in te stellen. De aandrijfarmen 33 zijn verbonden met de steunen 3 ter hoogte van een aangrijpingsgebied 34, dat zich op een welbepaalde afstand tussen de onderas 31 en de bovenas 32 bevindt, bij voorkeur tussen 1/4 en % van de hoogte van de steunen, met meer voorkeur tussen % en 1/2 van de hoogte van de steunen. De uitvinders hebben ondervonden dat een aangrijping van de aandrijfsarmen op deze hoogte kan zorgen voor een goede hefboom voor bv. het dragen of optillen van het steunvlak en de daarop gedragen persoon.
De steunen 3 omvatten gietstukken, in de getoonde uitvoeringsvorm telkens twee metalen gietstukken 35, 36, die zich uitstrekken over de volledige hoogte van de steun en waarvan de aandrijfarmen 33 integrale onderdelen zijn. Dit betekent dat de steunen 3 uit metaal vervaardigd zijn door middel van een gietproces in een daartoe geschikte matrijs en dat de aandrijfarmen 33 tegelijk met de steunen gevormd worden tijdens dit gietproces. De steunen, meer bepaald de gietstukken 35, 36, omvatten telkens een onderste gedeelte 37 ter hoogte van de onderas, een bovenste gedeelte 39 ter hoogte van de bovenas en twee opstaande gedeelten 38 die de onderste en bovenste gedeelten aan de zijkanten van de behandeltafel met elkaar verbinden (zie fig. 3). Deze onderste, bovenste en opstaande gedeelten 37-39 vormen samen een doorlopende, gebogen of “organische” vorm die ter hoogte van de onderas 31 breed is, naar boven toe versmalt tot op de hoogte van het aangrijpingsgebied 34 van de aandrijfarmen 33, waar de steunen het smalst zijn, en verder naar boven toe tot aan de bovenas 32 weer breder wordt. Dit betekent dat, vanaf de zijkant bekeken, de opstaande gedeelten 38 in hoogterichting in hoofdzaak concaaf zijn en dat, vanaf de voorkant bekeken, de gebogen of “organische” vorm een op een “8” gelijkende vorm is.
In de getoonde uitvoeringsvorm is het middendeel van de “8-vorm” open, dwz. de opstaande gedeelten 38 zijn niet in het midden met elkaar verbonden. In alternatieve uitvoeringsvormen zou in het midden wel een verbinding voorzien kunnen zijn en zou bijvoorbeeld ook slechts één aandrijfarm per steun voorzien kunnen zijn. In de getoonde uitvoeringsvorm is gekozen voor telkens twee aandrijfarmen 33 per steun, d.w.z. één per gietstuk 35, 36, om de door de aandrijving 5 geleverde kracht zowel aan de linker- als de rechterkant van de behandelbank over te brengen, dwz. nagenoeg gelijkmatig te verspreiden over beide kanten. Er kan evenwel ook gekozen worden voor één aandrijfarm in het midden van elke steun, of twee aandrijfarmen die in het midden van de steun samenkomen, of elke andere uitvoering die de vakman geschikt acht.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de doorsnede (dikte of diameter) van de onderste, bovenste en opstaande gedeelten 37-39 van de steunen nagenoeg constant, met uitzondering van de aangrijpingsgebieden 34 van de aandrijfarmen, waar meer materiaal voorzien is om de krachten die overgebracht worden van de aandrijfarmen 33 op de steunen 3 en vice versa op te vangen en om te leiden. Ook de aandrijfarmen 33 hebben nagenoeg dezelfde doorsnede als de steunen.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de steunen 3 nagenoeg symmetrisch ten opzichte van een middelloodvlak, dat loodrecht staat op de basis 4 en zich uitstrekt in lengterichting van de bank 1, dwz. een verticaal vlak dat de bank 1 in lengterichting doormidden snijdt. Deze nagenoeg symmetrische uitvoering is voordelig voor stabiliteit, evenwicht, een goede spreiding van overgedragen krachten e.d. kan bijgevolg de levensduur van de steunen 3 bevorderen.
In de getoonde uitvoeringsvorm omvat elke steun 3 twee gietstukken 35, 36 die telkens één helft van de steun 3 vormen ten opzichte van het symmetrievlak. Het metaal, waaruit de gietstukken vervaardigd zijn, is bij voorkeur een aluminiumlegering of een andere legering die in hoofdzaak een lichtgewicht metaal omvat. Elke helft of gietstuk 35, 36 omvat een onderste gedeelte 37 met een huls voor het opnemen van de onderas 31, een bovenste gedeelte 39 met een huls voor het opnemen van de bovenas 32 en een opstaand gedeelte 38 dat de onderste en bovenste gedeelten met elkaar verbindt. Elk helft of gietstuk 35, 36 omvat verder één aandrijfarm 33. De gedeelten 37-38-39 vormen de helft van de doorlopende, gebogen vorm van de steun 3. De aandrijfarm 33 en ook de hulzen voor de onder- en bovenas, die onderaan en bovenaan ten opzichte van de gebogen vorm zijwaarts uitsteken, zijn integraal gevormde onderdelen van de gietstukken. De gietstukken 35, 36 zijn aan hun onderste en bovenste gedeelten 37, 39 voorzien van aan elkaar complementaire onderdelen (niet getoond), waarmee de gietstukken 35, 36, meer bepaald op hun onderste en bovenste gedeelten 37, 39 op elkaar passen. De gietstukken 35, 36 zijn telkens aan elkaar bevestigd door middel van bouten die zich uitstrekken doorheen doorboringen door de hulzen in de onderste en bovenste gedeelten 37, 39 van de steunen. Deze bouten strekken zich uit over de volledige breedte van de steunen en kunnen bijgevolg functioneren als de onder- en bovenassen.
Zoals getoond in figuur 4 is in één van de gietstukken 36 een gleuf 29 voorzien voor het opnemen van een kabel voor stroomvoorziening en/of communicatiesignalen tussen onderdelen in de basis 4 en onderdelen in het steunvlak 2.
In de getoonde uitvoeringsvorm strekken de aandrijfarmen 33 zich telkens volgens een cirkel uit vanaf het betreffende aangrijpingsgebied 34, rond de betreffende onderas 31. Dit wil zeggen dat de aandrijfarmen 33 nagenoeg de vorm hebben van een cirkelsegment, met de onderas 31 als middelpunt. De uitvinders hebben ondervonden dat een dergelijke vorm voor de aandrijfarmen zeer geschikt is voor het omzetten van de beweging van de aandrijving 5 naar een kantelbeweging van de steunen 3. Daarbij strekken de aandrijfarmen zich bij voorkeur uit over minstens 90° van de cirkel met de onderas als middelpunt, bij voorkeur 90° à 120° van deze cirkel. Op die manier bevindt dat het uiteinde van de aandrijfarmen 33 zich zelfs bij een volledig verticale stand van de kantelbare steunen 3 onder het niveau van de onderassen 31 bevindt. Deze lengte is dus zodanig, dat de aandrijving 5 volledig in de basis 4 opgenomen kan worden onder het niveau van de onderassen 31. Dit is voordelig voor een compacte constructie van de basis. In alternatieve uitvoeringsvormen kunnen de aandrijfarmen evenwel ook elke andere vorm hebben die de vakman geschikt acht, zoals bijvoorbeeld een ovaalsegment, een nagenoeg rechte vorm e.d.
In de getoonde uitvoeringsvorm omvat de basis 4 een bovenaan 41 en zijwaarts 42 gesloten behuizing, met in de bovenzijde 41 enkel openingen 45 die net groot genoeg zijn voor het doorlaten van de aandrijfarmen 33. Op die manier kan de aandrijving 5 opgenomen worden in een nagenoeg volledig gesloten behuizing 41-42, afgeschermd van de gebruiker en de behandelde persoon, wat voordelen kan bieden qua veiligheid, indringen van stof en vuil e.d. Door een welgekozen lengte van de aandrijfarmen 33 kan de aandrijving 5, die in de getoonde uitvoeringsvorm (zie fig. 5) gevormd wordt door een lineaire actuator 51 en aandrijfkader 52, volledig opgenomen worden in de relatief compacte behuizing 41-42. De aandrijving 5 kan door de gebruiker bediend worden met behulp van een aan de basis 4 opgehangen voetschakelaar 70, die zich uitstrekt over de volledige omvang van de basis en bijgevolg van alle zijden van de behandelbank door de gebruiker bediend kan worden. De bediening van de voetschakelaar wordt geïnterpreteerd door een in de behuizing opgenomen sturingstoestel 60, dat op zijn beurt de aandrijving 5 aanstuurt.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de bovenzijde 41 van de behuizing vervaardigd in multiplex hout, dat aan de voor- en achterzijde van de behandelbank naar beneden toe omgeplooid is voor het vormen van vloersteunen 44, waarmee de behandelbank op de grond kan staan. Dit betekent dat de vloersteunen 44 en de bovenzijde 41 van de behuizing deel uitmaken van één en hetzelfde onderdeel, wat een vereenvoudiging van de constructie van de basis kan betekenen.
De werking van de sturing zal nu nader toegelicht worden aan de hand van figuur 6. Algemeen gebeurt de sturing met behulp van een bedieningsschakelaar 70 en een sturingstoestel 60.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de bedieningsschakelaar een aan de basis 4 opgehangen voetschakelaar 70, die door een gebruiker vanuit een neutrale stand in twee richtingen verplaatsbaar is tot enerzijds een stijgstand (bv. in de richting van de hoofdzijde van de bank) voor het doen stijgen van het steunvlak 2 en anderzijds een daalstand (bv. in de richting van de voetzijde van de bank) voor het doen dalen van het steunvlak 2.
Het sturingstoestel 60 is voorzien om de verplaatsingen van de schakelaar te detecteren en de aandrijving 5 dienovereenkomstig aan te sturen. Hiertoe is het sturingstoestel 60 communicatief verbonden met de schakelaar 70, meer bepaald zijn hiervoor detectiemiddelen voorzien op de schakelaar en de basis, meer bepaald een magneet 61 bevestigd aan de schakelaar en een hall-sensor 62 op de behuizing van de basis, al is het duidelijk dat ook andere bij de vakman bekende detectiemiddelen toegepast kunnen worden. Het sturingstoestel 60 is communicatief verbonden met de detectiemiddelen en is voorzien om korte bedieningen van de schakelaar 70 te onderscheiden van lange bedieningen van de schakelaar 70. Een korte bediening betekent dat de gebruiker de schakelaar 70 naar de stijg- of daalstand verplaatst en reeds na een korte periode loslaat, waarbij de tijdsduur van deze bediening korter is dan een vooraf bepaalde drempelwaarde. Een lange bediening betekent dat de gebruiker de schakelaar 70 naar de stijg- of daalstand verplaatst en pas loslaat na een lange periode, waarbij de tijdsduur van deze bediening langer is dan de vooraf bepaalde drempelwaarde. Het sturingstoestel 60 is (bv. door programmatie) voorzien om bij herkenning van een korte bediening de aandrijving 5 een vaste vooraf bepaalde tijdsduur te laten werken en bij herkenning van een lange bediening de aandrijving 5 te laten werken gedurende een variabele tijdsduur die overeenkomt met de duur van de lange bediening. Met andere woorden, bij een korte bediening wordt de aandrijving aangestuurd om een vaste, vooraf bepaalde tijdsduur te werken en bij een lange bediening wordt de aandrijving aangestuurd om in wezen net zo lang te werken als de duur van de lange bediening.
Het sturingstoestel 60 is voorzien om de korte en lange bedieningen te onderscheiden voor zowel de stijgstand als de daalstand. Op die manier kan de gebruiker een korte bediening van de schakelaar gebruiken zowel voor een welbepaalde stijging van het steunvlak als een welbepaalde daling, waarbij de stijging en daling bepaald zijn door de lengte van de vooraf bepaalde tijdsduur. Dit verhoogt het gebruiksgemak van de behandelbank in beide richtingen.
Deze sturing heeft het voordeel, dat een gebruiker, tijdens een behandeling van een patiënt, wanneer hij/zij het steunvlak 2 wat hoger of lager wil instellen, de schakelaar 70 enkel kort moet bedienen, waarna de aandrijving 5 de vooraf bepaalde tijdsduur zal werken en de hoogte van het steunvlak 2 dienovereenkomstig aanpassen. De aanpassing in hoogte is bij een korte bediening dus niet langer afhankelijk van de duur van de bediening. Dit verhoogt het gebruiksgemak van de behandelbank, omdat de gebruiker zijn aandacht kan houden bij de behandeling van zijn/haar patiënt en zich niet moet concentreren op de hoogte-instelling. De gebruiker kan bijgevolg nagenoeg ongestoord de behandeling verderzetten.
De vooraf bepaalde tijdsduur kan bijvoorbeeld proefondervindelijk bepaald zijn om overeen te komen met de hoogte-aanpassing die tijdens het uitvoeren van een behandeling op een patiënt het vaakst voorkomt. In het sturingstoestel 60 kan hiertoe bijvoorbeeld een aanleerfunctie voorzien zijn (bv. door programmatie en het oproepen van deze aanleerfunctie door de gebruiker), die gedurende een bepaalde periode de hoogteaanpassingen registreert en daaruit de vaakst voorkomende hoogteaanpassing bepaalt. Anderzijds kan de vooraf bepaalde tijdsduur ook een fabrieksinstelling zijn, of een instelling die de gebruiker zelf kan ingeven en aanpassen. Het is dus duidelijk dat de vooraf bepaalde tijdsduur op verschillende manieren vooraf bepaald kan zijn. De vooraf bepaalde tijdsduur kan bijvoorbeeld 0,5 à 2,0 s bedragen, bij voorkeur 0,8 à 1,5 s en met meer voorkeur ca. 1,0 s, of ook elke andere tijdsduur die de vakman geschikt acht.
Doordat het sturingstoestel 60 gebruik maakt van een drempelwaarde om het onderscheid te maken tussen de korte en lange bedieningen, kan de aandrijving 5 meteen beginnen te werken op het moment dat een bediening van de bedieningsmiddelen (de schakelaar 70) door het sturingstoestel 60 geregistreerd wordt. Wanneer de gebruiker de bediening stopt voordat de drempelwaarde bereikt wordt, dan herkent het sturingstoestel een korte bediening en zal het sturingstoestel de aandrijving aansturen om te blijven werken tot het einde van de vooraf bepaalde tijdsduur. Stopt de gebruiker de bediening pas na het bereiken van de drempelwaarde, dan herkent het sturingstoestel een lange bediening en zal het sturingstoestel de aandrijving aansturen om te stoppen met werken bij het stoppen van de bediening. In beide gevallen kan de aandrijving 5 dus door het sturingstoestel aangestuurd worden om te beginnen met werken van zodra de gebruiker de bedieningsmiddelen bedient. Er is bijgevolg geen nood aan een vertraging of uitstel van de start van de werking van de aandrijving om bv. een onderscheid te maken tussen een korte en een lange bediening - dit onderscheid kan worden gemaakt terwijl de gebruiker de bedieningsmiddelen bedient en de aandrijving werkt.
In uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn de stijgstand en de daalstand gelegen voorbij een minimumuitwijking van de schakelaar, die bv. ingebouwd kan zijn in de meting van de onderlinge stand met behulp van de detectiemiddelen 61, 62, of bv. softwarematig ingebouwd kan zijn in het sturingstoestel 60, of ook anders uitgevoerd kan zijn. De minimumuitwijking betekent, dat het sturingstoestel 60 een verplaatsing van de schakelaar 70 enkel herkent als een (korte of lange) bediening indien de schakelaar verder verplaatst wordt dan de minimumuitwijking. Op die manier kan vermeden worden dat accidentele, kleine verplaatsingen van de schakelaar 70 door het sturingstoestel 60 geïnterpreteerd worden als bedieningen om de hoogte van het steunvlak 2 aan te passen en kunnen bijgevolg ongewenste hoogteaanpassingen van het steunvlak 2 vermeden worden.
Door gebruik te maken van deze minimumuitwijking kan het sturingstoestel 60 bovendien schommelbewegingen van de voetschakelaar 70, die kunnen optreden bij terugkeer van de stijg- of daalstand naar de neutrale stand, negeren. Het negeren van deze schommelbewegingen kan op alternatieve wijze, of in combinatie hiermee, ook bereikt worden door in het sturingstoestel 60 een vooraf bepaalde tijdsperiode in te bouwen, na het beëindigen van een bediening, waarbinnen alle verplaatsingen van de schakelaar 70 genegeerd worden.
In de getoonde uitvoeringsvorm is het sturingstoestel 60, voorzien voor het onderscheiden van korte en lange bedieningen zoals hierboven beschreven, toegepast in combinatie met een langwerpige voetschakelaar 70, die hieronder nader toegelicht zal worden. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de schakelaar echter ook uitgevoerd zijn als een schakelaar die voor de gebruiker toegankelijk is aan het steunvlak 2 (bv. onderaan), of een bedieningstoestel met drukknoppen of een joystick, of op elke andere manier die de vakman geschikt acht.
De specifieke uitvoering van de schakelaar 70 en diens ophanging aan de basis zal nu nader toegelicht worden aan de hand van figuur 7 en 8.
De bedieningsschakelaar 70 is in de getoonde uitvoeringsvorm uitgevoerd als een langwerpige schakelaar die aan de basis opgehangen is door middel van elastische ophangelementen 71. De langwerpige schakelaar 70 is in de getoonde uitvoeringsvorm een kader dat zich uitstrekt over de volledige omvang van de basis 4 en bijgevolg aan alle zijden van de basis voor de gebruiker toegankelijk is. Het kader omvat aan weerzijden van de basis 4 een stang, bv. een metalen stang, die zich telkens uitstrekt doorheen openingen 72 in de voetsteunen 44 (de omgeplooide delen van het multiplex hout). De uiteinden van deze stangen zijn aan de korte zijden van de basis met elkaar verbonden door middel van een licht gebogen element. De openingen 72 vormen een begrenzing voor de bewegingsvrijheid van de schakelaar 70, zowel in lengterichting van de bank (doordat de ophangelementen 71 tegen de voetsteun 44 komen) als in dwarsrichting van de bank.
De elastische ophangelementen 71 laten een verplaatsing van de langwerpige schakelaar 70 toe in lengterichting van de basis, en dit naar weerszijden (dwz. zowel naar het hoofdeinde als het voeteneinde van de bank). De ophangelementen 71 zij bij voorkeur vervaardigd in een elastomeer en zijn voorzien zijn om de schakelaar door hun elasticiteit terug te brengen van de stijg- of daalstand naar de neutrale stand en schommelbewegingen van de schakelaar te dempen.
De opgehangen langwerpige schakelaar 70 en de elastische ophangelementen 71 vormen samen een massaveersysteem waarvan de massa en de elasticiteit (van de elastische ophangelementen) op elkaar afgestemd kunnen worden om een terugkeer naar de neutrale stand te verbeteren. Door een dergelijk massaveersysteem kan gegarandeerd worden dat de schakelaar 70 terugkeert naar de neutrale stand en kan vermeden worden dat de schakelaar bij terugkeer naar de neutrale stand te vaak heen- en weer schommelt. Dit laatste zou een risico kunnen betekenen voor foutieve interpretatie van de beweging van de schakelaar 70 als één of meer korte bedieningen door het sturingstoestel 60, en bijgevolg één of meer ongewenste hoogteaanpassingen van het steunvlak 2. Dit risico kan verder geminimaliseerd worden door combinatie met een toepassing van de hierboven beschreven minimumuitwijking en/of met een bepaald tijdsinterval na beëindiging van een (korte of lange) bediening van de schakelaar, waarbinnen alle bewegingen van de schakelaar door het sturingstoestel genegeerd worden.
In de getoonde uitvoeringsvorm hebben de ophangelementen 71 een vooraf bepaalde nuttige lengte L, gemeten tussen het bovenste ophangpunt waarmee zij opgehangen zijn aan de voetsteundelen 44 van de basis 4 en een bovenkant van de voetschakelaar 70, waarbij deze nuttige lengte bij voorkeur 5,0 à 10,0 cm bedraagt, in het getoonde voorbeeld ca. 8 cm. Een dergelijke lengte heeft het voordeel, dat de voetschakelaar 70 over een zekere afstand lateraal verplaatst kan worden naar de stijg- en daalstand, dwz. de gebruiker kan de verplaatsing van de voetschakelaar duidelijk waarnemen met de voet waarmee hij/zij de voetschakelaar bedient.
Zoals getoond in figuur 8 zijn de ophangelementen 71 langwerpige elementen met aan één uiteinde een opening 73, waarmee zij aan de basis opgehangen worden, en aan het andere uiteinde een opening 74, waarin een deel van de voetschakelaar 70 opgenomen wordt. Deze opening 74 heeft een asymmetrische vorm met een recht gedeelte 75 onderaan, dat opgenomen wordt in een sleuf (niet getoond) in de onderzijde van de schakelaar 70. Op die manier is de positie van het ophangelement 71 op de schakelaar 70 welbepaald en blijvend.
De elastische elementen 71 zijn bij voorkeur vervaardigd is een polyurethaan, met meer voorkeur in een polyesterpolyurethaan, met nog meer voorkeur in een thermoplastisch polyesterpolyurethaan. Zij kunnen bijvoorbeeld vervaardigd zijn in het polyurethaan dat in de handel verkrijgbaar is onder de naam “Elastollan B85A”, door spuitgieten in een daartoe geschikte matrijs.
In de getoonde uitvoeringsvorm vormen de langwerpige voetschakelaar 70 en de ophangelementen 71 een massaveersysteem met vooraf bepaalde kenmerken, zodanig gekozen, dat de schommelbeweging van de voetschakelaar bij een terugkeer van de stijg-of daalstand naar de neutrale stand bijvoorbeeld hoogstens vier keer door de neutrale stand passeert en/of bijvoorbeeld hoogstens 2,0 s duurt.
Zoals getoond in figuur 6 en 7 zijn de ophangelementen 71 zodanig aan de basis bevestigd, meer bepaald met de bovenste opening 73 aan de onderzijde van de schuin verlopende voetsteun 44, zodanig dat zij bij de neutrale stand van de schakelaar 70 in een licht gebogen toestand zijn. Op die manier is een voorspanning in het massaveersysteem ingebouwd, die de terugkeer van de schakelaar naar de neutrale stand kan bevorderen en/of een de neutrale stand nauwkeuriger kan bepalen. De ophangelementen aan het hoofdeinde van de bank zijn in de omgekeerde richting gebogen zijn tov. de ophangelementen aan het voeteneinde van de bank, zodanig dat de onderlinge krachten ten gevolge van de elasticiteit van de elementen elkaar opheffen. Het is duidelijk dat een dergelijke voorspanning ook op andere manieren verkregen kan worden. Algemeen is de voorgespannen toestand bij voorkeur zodanig, dat elk van de ophangelementen op de schakelaar een trekkracht uitoefent in een van het midden van de schakelaar weg gerichte richting en dat de trekkrachten elkaar onderling opheffen.

Claims (11)

  1. Conclusies
    1. Een behandelbank (1) omvattende een basis (4), een steunvlak (2) voor het ondersteunen van een persoon, steunen (3) die gemonteerd zijn tussen de basis en het steunvlak en zodanig uitgevoerd zijn dat de hoogte van het steunvlak ten opzichte van de basis instelbaar is, een aandrijving (5) die mechanisch gekoppeld is met de steunen voor het aandrijven van de steunen om de hoogte van het steunvlak ten opzichte van de basis in te stellen, en door de gebruiker bedienbare sturingsmiddelen (60, 70) die voorzien zijn voor het aansturen van de aandrijving bij bediening door de gebruiker, daardoor gekenmerkt, dat de sturingsmiddelen voor de gebruiker toegankelijke bedieningsmiddelen (70) omvatten en een sturingstoestel (60) dat communicatief verbonden is met de bedieningsmiddelen (70) en de aandrijving (5), waarbij het sturingstoestel (60) voorzien is om korte bedieningen van de bedieningsmiddelen (70), korter dan een vooraf bepaalde drempelwaarde, te onderscheiden van lange bedieningen van de bedieningsmiddelen (70), langer dan de vooraf bepaalde drempelwaarde, en bij herkenning van een korte bediening de aandrijving (5) een vaste vooraf bepaalde tijdsduur te laten werken en bij herkenning van een lange bediening de aandrijving (5) te laten werken gedurende een variabele tijdsduur overeenkomstig met de duur van de lange bediening.
  2. 2. De behandelbank volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat het sturingstoestel (60) voorzien is van een aanleerfunctie, waarmee het sturingstoestel gedurende een bepaalde periode de door de gebruiker uitgevoerde bedieningen voor het aanpassen van de hoogte van het steunvlak kan registreren en op basis van de geregistreerde bedieningen een gewenste waarde voor de vooraf bepaalde tijdsduur kan bepalen.
  3. 3. De behandelbank volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt, dat de vooraf bepaalde tijdsduur een gebruikersinstelling is op het sturingstoestel.
  4. 4. De behandelbank volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat in het sturingstoestel (60) een fabrieksinstelling voor de vooraf bepaalde tijdsduur opgeslagen is.
  5. 5. De behandelbank volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de bedieningsmiddelen een schakelaar (70) omvatten die door een gebruiker vanuit een neutrale stand in twee richtingen verplaatsbaar is tot enerzijds een stijgstand voor het doen stijgen van het steunvlak en anderzijds een daalstand voor het doen dalen van het steunvlak; en dat het sturingstoestel (60) voorzien is om de korte en lange bedieningen te onderscheiden voor zowel de stijgstand als de daalstand.
  6. 6. De behandelbank volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt, dat de stijgstand en de daalstand gelegen zijn voorbij een minimumuitwijking van de schakelaar en dat het sturingstoestel voorzien is om kleine verplaatsingen van de schakelaar, kleiner dan de minimumuitwijking, te negeren.
  7. 7. De behandelbank volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt, dat de schakelaar een langwerpige schakelaar is die aan de basis opgehangen is door middel van elastische ophangelementen (71) die voorzien zijn om de schakelaar door hun elasticiteit terug te brengen van de stijg- of daalstand naar de neutrale stand en schommelbewegingen van de schakelaar te dempen.
  8. 8. De behandelbank volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt, dat het sturingstoestel voorzien is om schommelbewegingen van de schakelaar bij terugkeer van de stijg- of daalstand naar de neutrale stand te negeren.
  9. 9. De behandelbank volgens één der conclusies 5-8, daardoor gekenmerkt, dat de schakelaar zich uitstrekt over minstens de volledige lengte van de basis.
  10. 10. De behandelbank volgens één der conclusies 5-9, daardoor gekenmerkt, dat de schakelaar een kader omvat dat aan alle zijden van de basis voor de gebruiker toegankelijk is.
  11. 11. De behandelbank volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de vooraf bepaalde tijdsduur 0,5 à 2,0 s bedraagt, bij voorkeur 0,8 à 1,5 s en met meer voorkeur ca. 1,0 s.
BE2014/0312A 2014-05-05 2014-05-05 Behandelbank met sturingstoestel dat korte en lange bedieningen van elkaar kan onderscheiden BE1021304B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0312A BE1021304B1 (nl) 2014-05-05 2014-05-05 Behandelbank met sturingstoestel dat korte en lange bedieningen van elkaar kan onderscheiden

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0312A BE1021304B1 (nl) 2014-05-05 2014-05-05 Behandelbank met sturingstoestel dat korte en lange bedieningen van elkaar kan onderscheiden

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021304B1 true BE1021304B1 (nl) 2015-10-26

Family

ID=51059221

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0312A BE1021304B1 (nl) 2014-05-05 2014-05-05 Behandelbank met sturingstoestel dat korte en lange bedieningen van elkaar kan onderscheiden

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021304B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9404382U1 (de) * 1994-03-17 1994-05-11 Dewert Antriebs- Und Systemtechnik Gmbh & Co. Kg, 32278 Kirchlengern Möbelantrieb
WO2006056203A2 (en) * 2004-11-23 2006-06-01 Linak A/S Adjustable treatment table, hospital or care bed with electrical actuators having safety features

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9404382U1 (de) * 1994-03-17 1994-05-11 Dewert Antriebs- Und Systemtechnik Gmbh & Co. Kg, 32278 Kirchlengern Möbelantrieb
WO2006056203A2 (en) * 2004-11-23 2006-06-01 Linak A/S Adjustable treatment table, hospital or care bed with electrical actuators having safety features

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10500122B2 (en) Apparatus for gait training
AU639151B2 (en) Beds
USRE46367E1 (en) Therapy mat table and table carrier and methods of use
US7931573B2 (en) Exercise assisting apparatus
JP2018511452A5 (nl)
CN105307733B (zh) 提供独立的振动和偏置控制的肌肉骨骼振动***
EP2208490A1 (en) Passive exercise machine
KR20100132524A (ko) 운동기기
KR20100106317A (ko) 후방 모션 유도 장치 및 마찰 없는 결합을 이용한 진동장치 및 파형 제어와 하중 보상 방법
KR101934268B1 (ko) 보행 재활 로봇
JP6682377B2 (ja) 歩行支援装置
JP6797576B2 (ja) 電動ベッド
BE1021304B1 (nl) Behandelbank met sturingstoestel dat korte en lange bedieningen van elkaar kan onderscheiden
BE1021305B1 (nl) Behandelbank met voetschakelaar opgehangen met elastische ophangelementen
US20240156276A1 (en) Roller Movable For Massage Effect
BE1026503B1 (nl) Behandelingstafel met instelbaar behandelingsplatform
KR101931327B1 (ko) 변기 보조 장치
JP2010220701A (ja) マッサージ機
KR20220127650A (ko) 좌식 러닝머신
WO2021141509A3 (en) Stationary automated device lor lower limb rehabilitation
NL2010535C2 (nl) Tillift voor het heffen van een patiënt.
KR101074849B1 (ko) 종아리 근육 스트레칭을 위한 운동기구
JPWO2021094838A5 (nl)
WO1990003158A1 (en) A treatment table for the needs of physical rehabilitation and care
EP0465549A1 (en) Bed