BE1021144B1 - Veldhakselaar met verbeterde gewasstroming - Google Patents

Veldhakselaar met verbeterde gewasstroming Download PDF

Info

Publication number
BE1021144B1
BE1021144B1 BE2013/0308A BE201300308A BE1021144B1 BE 1021144 B1 BE1021144 B1 BE 1021144B1 BE 2013/0308 A BE2013/0308 A BE 2013/0308A BE 201300308 A BE201300308 A BE 201300308A BE 1021144 B1 BE1021144 B1 BE 1021144B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
crop
wear plate
cutting drum
section
fluid flow
Prior art date
Application number
BE2013/0308A
Other languages
English (en)
Inventor
Geert Verhoye
Jean-Pierre Lagast
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Cnh Belgium N.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv, Cnh Belgium N.V. filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2013/0308A priority Critical patent/BE1021144B1/nl
Priority to US14/270,455 priority patent/US20140325950A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021144B1 publication Critical patent/BE1021144B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/08Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for cutting up the mown crop, e.g. forage harvesters
    • A01D43/086Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for cutting up the mown crop, e.g. forage harvesters and means for collecting, gathering or loading mown material
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/14Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with dispensing apparatus, e.g. for fertilisers, herbicides or preservatives
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F29/00Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like
    • A01F29/09Details
    • A01F29/12Discharge means

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)

Abstract

Een veldhakselaar voor het oogsten van gewas wordt beschreven. De oogstmachine bevat een voorzetstuk voor het oogsten van gewas en om het gewas toe te voeren aan een snijtrommel van de oogstmachine om het gewas te verwerken, en een slijtplaat geplaatst in de buurt van de snijtrommel om het gesneden gewas naar een uitloopsectie van de oogstmachine te geleiden. De oogstmachine bevat verder een stromingopwekkende generator om een fluïdumstroming op te wekken langs een oppervlak van de slijtplaat dat naar de snijtrommel wijst of langs een binnenste uitloopoppervlak van de uitloopsectie, om het transport van het gesneden gewas naar een uitlaat van de uitloopsectie te vergemakkelijken.

Description

Veldhakselaar met verbeterde gewasstroming Domein van de uitvinding
Deze uitvinding heeft betrekking op oogstuitrusting, meer bepaald op een veldhakselaar voor het oogsten van gewas zoals maïs of gras.
Ze heeft meer bepaald betrekking op het transport van gewas dat geoogst werd naar een uitloop.
Achtergrond van de uitvinding
Een veldhakselaar is gewoonlijk uitgerust met een voorzetstuk voor het verzamelen van gewas van een veld voor het toevoeren van geoogst gewas naar een snij- of hakeenheid zoals een hakselaar, een snijtrommel of dergelijke voor het beperken van de grootte/lengte van het geoogste gewas tot een gewenste waarde. Vervolgens wordt het fijngehakte of verwerkte gewas getransporteerd/geleid naar een uitloopsectie om het gesneden gewas in een container of aanhanger te lossen.
Gewoonlijk moet de stroom verwerkt gewas door verschillende secties van de uitioopsectie passeren alvorens een uitlaat te bereiken. Tijdens het transport door de uitloopsectie kan de stroom fijngehakt gewas verschillende wijzigingen moeten ondergaan, zowel in stromingsrichting als in dwarsdoorsnede.
Er werd waargenomen dat er in verschillende posities langs het stromingspad van het gesneden/fijngehakte gewas, een risico bestaat op een zogenaamde vorming van een verstopping die kan leiden tot een (gedeeltelijke) blokkering van de doorgang of sectie waardoor het gesneden gewas moet worden getransporteerd.
Samenvatting van de uitvinding.
Om het risico op de vorming van een verstopping zoals vermeld minstens gedeeltelijk te verhelpen, werd in een aspect van deze uitvinding een veldhakselaar verschaft voor het oogsten van gewas, bestaande uit: - een voorzetstuk voor het oogsten van gewas en het toevoeren van gewas aan een snijtrommel van de oogstmachine om het gewas te snijden; - een slijtplaat geplaatst in de buurt van de snijtrommel om het gesneden gewas naar een uitloopsectie van de oogstmachine te geleiden, - waarbij de oogstmachine verder een stromingopwekkende generator bevat om een fluïdumstroming op te wekken langs een oppervlak van de slijtplaat dat naar de snijtrommel wijst of langs een binnenste uitloopoppervlak van de uitloopsectie, om het transport van het gesneden gewas naar een uitlaat van de uitloopsectie te vergemakkelijken.
In overeenstemming met een aspect van deze uitvinding, wordt een veldhakselaar verschaft voor het oogsten van gewas zoals maïs of gras. De oogstmachine is uitgerust met een voorzetstuk voor het oogsten van het gewas en het toevoeren van het gewas aan een snijtrommel. Gewoonlijk kan zulke voorzetstuk een snijelement bevatten bestaande uit een of meer paren in tegengestelde richting draaiende bladen om het gewas van het veld te verwijderen, met namen om het te oogsten. Het geoogste gewas wordt daarna aan een , snijtrommel (ook snijkop genoemd) toegevoerd om de grootte van het geoogste gewas te verminderen. Het gesneden gewas (d.w.z. gesneden door de snijtrommel) kan daarna naar een uitloopsectie van de oogstmachine vervoerd worden om het gesneden gewas te lossen, bv. naar een uitloop. In de oogstmachine volgens deze uitvinding is er in de buurt van de snijtrommel een slijtplaat aangebracht om het gesneden gewas naar de uitloopsectie te leiden. Gewoonlijk bevindt zulke slijtplaat zich minstens gedeeltelijk onder de snijtrommel.
De slijtplaat verschaft verder een afscherming van de snijtrommel om ervoor te zorgen dat de snijtrommel niet beschadigd wordt door obstakels die zich op het veld bevinden. Als dusdanig is de slijtplaat gewoonlijk een massieve plaat met een dikte van meerdere mm, tot zelfs 1-2 cm. Door de rotatie van de snijtrommel wordt het gesneden gewas (d.w.z. verkleind door de snijtrommel) uitgeworpen in een in wezen radiale richting weg van de snijtrommel naar de slijtplaat en door de slijtplaat naar de uitloopsectie geleid. Zulke uitloopsectie is bedoeld om het gesneden gewas naar een uitlaat te transporteren, bv. uitgerust met een uitloop om het gesneden gewas in een container of dergelijke te lossen. Tijdens het transport in de uitloopsectie kan de stroming van het gesneden gewas gewoonlijk verschillende wijzigingen ondergaan, zowel in de stromingsrichting als in dwarsdoorsnede.
Als gevolg daarvan kan zich een belangrijk contact voordoen tussen het gesneden gewas en de wanden van de uitloopsectie, d.w.z. de binnenste oppervlakken van de uitloopsectie.
Merk op dat een gelijkaardig contact zich voordoet met de slijtplaat wanneer het gesneden gewas in de richting van de slijtplaat wordt uitgeworpen.
De uitvinders merkten op dat als gevolg van dit contact delen van het gesneden gewas kunnen blijven plakken of de neiging hebben te blijven plakken aan de binnenste oppervlakken van de uitloopsectie of aan het oppervlak van de slijtplaat dat naar de snijtrommel wijst. Dit blijven plakken van het gesneden gewas aan de slijtplaat of de ontlaadsectie kan leiden tot de vorming van een verstopping, die uiteindelijk kan leiden tot een (gedeeltelijke) blokkering van de doorgang naar de uitlaat van de uitloopsectie. Meer bepaald wanneer gewas met een relatief hoog suikergehalte, zoals gras, wordt geoogst, kan zich zulke vorming van een verstopping voordoen. Zoals duidelijk zal zijn voor een deskundig persoon kan het effect van zulke vorming van een verstopping de doeltreffendheid van het oogstproces ongunstig beïnvloeden en zelfs tot een stilstandtijd van de oogstmachine leiden, ingeval de oogstmachine gestopt moet worden om de gevormde verstopping of verstoppingen te verwijderen.
Om het risico van zulke vorming van een verstopping of dat het gewas blijft plakken te matigen, is de veldhakselaar volgens deze uitvinding uitgerust met een stromingopwekkende generator om een fluïdumstroming op te wekken langs een oppervlak van de slijtplaat dat naar de snijtrommel wijst of langs een binnenste uitloopoppervlak van de uitloopsectie. Hierdoor wordt het transport van het gesneden gewas naar een uitlaat van de uitloopsectie vergemakkelijkt. De fluïdumstroming, bv. een fluïdum bestaande uit een luchtstroom of een combinatie van een luchtstroom en een vloeistof, die verschaft wordt langs het oppervlak van ofwel de slijtplaat ofwel van de uitloopsetie of van beide, kan een hindernis vormen tussen het gesneden gewas en het oppervlak en zo de waarschijnlijkheid beperken dat het gesneden gewas aan het oppervlak blijft plakken en de vorming van een verstopping opwekt.
In een uitvoeringsvorm bevat het fluïdum perslucht die droog of bevochtigd kan zijn.
Het fluïdum kan verder andere bestanddelen bevatten zoals entstoffen of bewaringsadditieven.
In een uitvoeringsvorm bevat de stromingopwekkende generator een mondstukkenopstelling om de fluïdumstroming langs het oppervlak te doen stromen, waarbij de mondstukkenopstelling zich bij voorkeur in wezen uitstrekt over de volledige breedte van de snijtrommel of de volledige breedte van de uitloopsectie.
In een uitvoeringsvorm kan de veldhakselaar volgens de uitvinding opgebouwd zijn uit meerdere stromingopwekkende generatoren, die aangebracht zijn op ofwel de slijtplaat of op de uitloopsectie. Gewoonlijk zal de dwarsdoorsnede van de uitloopsectie een belangrijke verandering in grootte ondergaan, bv. te beginnen vanaf een relatief grote dwarsdoorsnede aan de ingang d.w.z. waar het gesneden gewas de uitloopsectie binnenkomt, en uitlopen in een relatief kleine dwarsdoorsnede aan de uitlaat waar de uitloopsectie bv. verbonden is of verbonden kan worden met een uitloop om het gesneden gewas in een container te lossen. In een uitvoeringsvorm is een mondstukkenopstelling van de stromingopwekkende generator aangebracht op de uitloopsectie in een positie waarbij de dwarsdoorsnede van de uitloopsectie een vermindering in grootte stroomafwaarts van de positie ondergaat. In het kader van de beschrijving van deze uitvinding wordt "stroomafwaarts" gebruikt om een richting aan te geven vanaf het voorzetstuk (die het gewas oogst) naar de uitlaat van de uitloopsectie.
In een uitvoeringsvorm wordt de stroming van het fluïdum geregeld door het regelen van een regelbare afsluiter in een leiding die het stromende fluïdum toevoert. Zulke leiding kan bv. aangebracht worden tussen een tank aan boord van de machine die een deel van het fluïdum bevat (bv. water) en een mondstukkenopstelling die op de slijtplaat van de uitloopsectie is aangebracht. In zulke uitvoeringsvorm kan een besturingseenheid voorzien worden om de regelbare afsluiter te regelen.
In een uitvoeringsvorm kan de fluïdumstroming uit een pulserende fluïdumstroming bestaan. Door een pulserende fluïdumstroming toe te passen, kan het verwijderen van gewas dat aan een oppervlak van de uitloopsectie of aan de slijtplaat plakt vergemakkelijkt worden, doordat het mogelijk is belangrijke krachten op het gewas uit te oefenen. Verder, in vergelijking met een meer continue toepassing van een fluïdumstroming, kan een kleinere hoeveelheid fluïdum vereist zijn per tijdseenheid.
In een uitvoeringsvorm kan de veldhakselaar volgens de uitvinding uitgerust worden met een sensor voor het opwekken van een signaal om een indicatie te geven van de vorming van een verstopping. De sensor kan bijvoorbeeld uit een luchtdruksensor bestaan voor het meten van een druk of drukverschil langs de slijtplaat of de uitloopsectie. Als alternatief of bovendien kan een temperatuursensor of een ander type sensor worden aangebracht.
In een uitvoeringsvorm kan de oogstmachine uitgerust worden met verdere verwerkingsmiddelen zoals een paar in tegengestelde richting draaiende rollen of trommels om de korrels van het gewas te breken. Zulk verwerkingsgereedschap kan bv. stroomafwaarts van de snijtrommel worden aangebracht.
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het bedienen van een veldhakselaar, waarbij de werkwijze bestaat uit: - het oogsten van gewas door een voorzetstuk van de veldhakselaar; - het toevoeren van het geoogste gewas aan een snijtrommel van de oogstmachine om het gewas te snijden; - het geleiden van het gesneden gewas naar een uitloopsectie van de oogstmachi"0 door gebruik te maken van een slijtplaat in de buurt van de snijtrommel; en
- het opwekken van een fluïdumstroming langs een oppervlak van de slijtplaat dat naar de snijtrommel wijst of langs een binnenste uitloopoppervlak van de uitloopsectie, om het transport van het gesneden gewas naar een uitlaat van de uitloopsectie te vergemakkelijken.
Korte beschrijving van de tekeningen
Figuur 1 is een schematische dwarsdoorsnede van een veldhakseiaar volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 2 is een schematische dwarsdoorsnede van een snijtrommel en slijtplaat die in een veldhakselaar kan worden aangebracht volgens een eerste uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Figuur 3 is een schematisch bovenaanzicht van een slijtplaat en een stromingopwekkende generator die kan worden toegepast in een veldhakselaar volgens de uitvinding.
Figuur 4 is een schematische dwarsdoorsnede van een snijtrommel en slijtplaat die kunnen worden aangebracht in een veldhakselaar volgens een tweede uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Figuur 5 is een meer gedetailleerde schematische dwarsdoorsnede van een uitloopsectie van een veldhakselaar volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In Figuur 1 wordt een uitvoeringsvorm van een veldhakselaar volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding schematisch weergegeven. De veldhakselaar bevat een voorzetstuk 100 voor het oogsten van een gewas zoals gras of maïs. Het geoogste gewas wordt vervolgens door het voorzetstuk naar een snijtrommel 110 getransporteerd, zoals aangegeven door de pijl 150. Het geoogste gewas wordt gesneden (in grootte verminderd) door de snijtrommel en naar een slijtplaat 120 uitgeworpen, die in de getoonde opstelling in wezen onder de snijtrommel 110 is opgesteld. Door middel van de slijtplaat 120 wordt het gesneden gewas (d.w.z. door de snijtrommel 110 gesneden) gericht/geleid naar de uitloopsectie 200 van de oogstmachine. In de getoonde uitvoeringsvorm bevat de uitloopsectie een eerste uitloopsectie 220 (ook de dorskorf genoemd), een blazer 210 stroomafwaarts van de dorskorf, en een tweede uitloopsectie 230 die een uitlaat 240 bevat die bv. verbonden kan worden met een uitloop (niet weergegeven).
In overeenstemming met deze uitvinding is ofwel de slijtplaat of de uitloopsectie (of zijn ze beide) uitgerust met een stromingopwekkende generator voor het opwekken van een fluïdumstroming langs ofwel een oppervlak van de slijtplaat 120 dat naar de snijtrommel 110 wijst ofwel langs een binnenste uitloopoppervlak van de uitloopsectie om de overdracht van het gesneden gewas naar de uitlaat 240 van de uitloopsectie te vergemakkelijken.
In Figuur 2, die een gedetailleerder zicht is van de snijtrommel 110, is een draairichting van de snijtrommel aangeduid door de pijl 115 en is de slijtplaat 120 weergegeven, alsook een stromingopwekkende generator 300 voor het opwekken van een fluïdumstroming (aangegeven door de pijl 310) langs een bovenoppervlak 320 (ook binnenste oppervlak van de slijtplaat genoemd) van de slijtplaat 120 dat naar de snijtrommpl - -110 wijst. In de getoonde uitvoeringsvorm bevat de stromingopwekkende generator 300 een mondstukkenopstelling 330 die aangebracht is op een onderste (of buitenste) oppervlak 340 van de slijtplaat, waarbij de mondstukkenopstelling een inlaat 335 bevat voor het ontvangen van een fluïdum via een leiding 350 en één of meer mondstukken of straalpijpen 360 die aangebracht zijn om het fluïdum toe te voeren, via openingen in of uitsteeksels door de slijtplaat, om langs het oppervlak 320 dat naar de snijtrommel wijst te stromen.
Merk op dat als alternatief de mondstukkenopstelling 330 aan het binnenste oppervlak van de slijtplaat kan worden aangebracht om zo de behoefte om uitsteeksels dwars door de slijtplaat aan te brengen te elimineren.
Door het stromen van de fluïdumstroming langs het binnenste oppervlak van de slijtplaat 320, kan gewas dat door de snijtrommel 110 werd gesneden en door de trommel naar de slijtplaat wordt uitgeworpen, niet langer aan de slijtplaat blijven plakken, waardoor zo het risico op vorming van een verstopping in de zone 420 tussen de snijtrommel en de slijtplaat wordt verminderd.
In een uitvoeringsvorm zijn de mondstukken 360 van de mondstukkenopstelling zo aangebracht dat de fluïdumstroming bij het verlaten van het mondstuk of de mondstukken een component in de stroomafwaartse richting bevat (waarbij de stroomafwaartse richting de richting is vanaf het voorzetstuk (die het gewas oogst) naar de uitlaat van de uitloopsectie).
In een uitvoeringsvorm bevat de stromingopwekkende generator een regelbare afsluiter 370 die aangebracht is om de stroming van het fluïdum door de leiding 350 te regelen. In een uitvoeringsvorm wordt de regelbare afsluiter bediend (aangegeven door de stippellijn 375) door een besturingseenheid 380 van de stromingopwekkende generator.
In een uitvoeringsvorm kan de fluïdumstroming uit een luchtstroom bestaan, bv. verschaft door een compressor 390 die aangedreven wordt door een verbrandingsmotor 400 van de oogstmachine.
De fluïdumstroming kan, als alternatief of daarenboven opgebouwd zijn uit één of meer vloeibare onderdelen (bv. toegevoerd via nog een leiding 355) zoals water. De fluïdumstroming kan verder andere additieven zoals entstoffen of bewaringsadditieven bevatten.
In een uitvoeringsvorm is de besturingseenheid 380 aangebracht om de afsluiter 370 te regelen voor het opwekken van een pulserende fluïdumstroming. Door dit te doen, kan de fluïdumstroming een kracht uitoefenen (gericht in de stroomafwaartse richting) op eender welk gewas dat de neiging heeft te blijven plakken aan de slijtplaat 120 en zodoende de vorming van een verstopping of verstoppingen vermijden of beperken.
In Figuur 3 is schematisch een bovenaanzicht weergegeven van een slijtplaat 120 zoals die toegepast kan worden in een uitvoeringsvorm van de veldhakselaar volgens deze uitvinding. In vergelijking met de uitvoeringsvorm van Figuur 2 is de mondstukkenopstelling 330 aangebracht op het bovenste oppervlak (dit is het oppervlak dat naar de snijtrommel wijst) van de slijtplaat 120. De mondstukkenopstelling 330 bevat een eerste en een tweede inlaat 335 voor het ontvangen van een fluïdumstroming (aangegeven door de pijlen 430) en een om een fluïdumstroming toe te voeren via een inwendige leiding 440 naar meerdere mondstukken 360 die langs de breedte W van de slijtplaat zijn aangebracht.
In een uitvoeringsvorm zijn de mondstukken 360 zo aangebracht dat de fluïdumstroming 435 die mondstukken 360 verlaat in wezen evenwijdig met het bovenoppervlak van de slijtplaat is gericht.
Door de toepassing van de fluïdumstroming langs het binnenste oppervlak van de slijtplaat (zoals geïllustreerd zowel in Figuren 2 en 3), kan een fluïdumbarrière opgewekt worden tussen het gesneden gewas dat uit de snijtrommel uitgeworpen wordt en het oppervlak, en zo de waarschijnlijkheid beperkt dat het gesneden gewas aan het oppervlak blijft plakken en voor verstopping zorgt.
In een uitvoeringsvorm van deze uitvinding kunnen één of meer sensors worden aangebracht om een signaal op te wekken dat een indicatie geeft van de vorming van een verstopping. Zulke uitvoeringsvorm is schematisch weergegeven in Figuur 4.
Zoals te zien is, komt de uitvoeringsvorm van Figuur 4 overeen met de uitvoeringsvorm die getoond is in Figuur 2, behalve het volgende:
In de opstelling van Figuur 4 is de mondstukkenopstelling 330 op het binnenste oppervlak van de slijtplaat 320 aangebracht (vergelijkbaar met de uitvoeringsvorm van Figuur 3) om in wezen evenwijdig met het oppervlak 320 een fluïdumstroming 500 toe te voeren (afkomstig van leiding 350 verbonden met een inlaat 335 van de mondstukkenopstelling). De getoonde uitvoeringsvorm bevat verder een sensoropstelling 510 voor het verschaffen van een sensorsignaal 520 dat een indicatie geeft van de vorming van een verstopping. In de getoonde uitvoeringsvorm bevat de sensoropstelling een eerste luchtdruksensor 510.1 aangebracht om een druk te detecteren in een positie stroomopwaarts van zone 420, d.w.z. de zone waar naar alle waarschijnlijkheid de vorming van een verstopping het grootst is, en een tweede luchtdruksensor 510.2 aangebracht om een drukte detecteren in een positie stroomafwaarts van zone 420. In een uitvoeringsvorm wordt het sensorsignaal 520, bv. dat signalen bevat die d(e drukniveaus voorstellen zoals ze gemeten worden door de sensors 510.1 en 510.2, toegevoerd aan de besturingseenheid 380 die de afsluiter regelt, om een werking van de afsluiter te regelen. In de getoonde opstelling kan het voorkomen van een drukverschil tussen de drukken die gemeten worden door de sensors 510.1 en 510.2 een indicatie zijn van de aanwezigheid van een verstopping die zich aan het vormen is in de zone 420 tussen de snijtrommel en de slijtplaat 120. Zodoende kan een bediening van de afsluiter 370 gebaseerd zijn op het drukverschil.
Merk op dat als alternatief voor de toepassing van een paar sensors de toepassing van één enkele luchtdruksensor ook een signaal kan leveren dat een indicatie kan zijn van een vorming van een verstopping. Afhankelijk van de plaats van zulke enkelvoudige sensor, bv. stroomopwaarts of stroomafwaarts van de zone 420, kan een gemeten drukverhoging of-verlaging (die bv. afgeleid kan worden door de besturingseenheid 380) een indicatie zijn van de vorming van een verstopping.
Als alternatief of naast het gebruik van minstens één of meerdere luchtdruksensor, kunnen ook andere types sensors toegepast worden. In de uitvoeringsvorm die weergegeven is in Figuur 4 is een temperatuursensor 530 aangebracht op de slijtplaat om een temperatuur van de slijtplaat te meten, bv. in de buurt van zone 420. Tijdens de normale werking wordt het gesneden gewas, dat uitgeworpen wordt door de snijtrommel in de stroomafwaartse richting getransporteerd, terwijl de fluïdumstroming 500 (ofwel continu of pulserend) een barrière verschaft tussen het gesneden gewas en de slijtplaat 120 om het vastplakken van het gewas aan de slijtplaat te vermijden. In zulke toestand kan men verwachten dat de temperatuur zoals die gemeten wordt door de sensor 530 in wezen constant blijft, of minstens evenredig met bv. een omgevingstemperatuur of een temperatuur van het aangebrachte fluïdum. Ingeval er zich een discrepantie voordoet in de gemeten temperatuur, kan dit beschouwd worden als een indicatie van de vorming van een verstopping in de zone 420.
Als voorbeeld van nog een ander type toepasbare sensor, kan een akoestische sensor vermeld worden. Zulke sensor kan ook een signaal afgeven dat een indicatie geeft van de vorming van een verstopping doordat het voorkomen van een verstopping van gewas dat de doorgang voor het gesneden gewas over de zone 420 (minstens gedeeltelijk) blokkeert, de akoestische eigenschappen van bv. slijtplaat 120 kan veranderen.
Zoals hierboven vermeld, kan het signaal dat verkregen wordt van de sensoropstelling (met inbegrip van eender welk type sensor dat geschikt is om een signaal op te wekken dat een indicatie geeft van de vorming van een verstopping) gebruikt worden door een besturingseenheid 380 om de fluïdumstroming te regelen, bv. door het regelen van een afsluiter in een leiding die de fluïdumstroming naar een mondstukkenopstelling voert.
Als alternatief kan het sensorsignaal of een ervan afgeleid signaal gebruikt worden om een waarschuwingssignaal te sturen (bv. een optisch signaal of een akoestisch signaal) naar de operator van de oogstmachine. Eens zulk een signaal is gestuurd kan de operator daarna manueel het toepassen van de fluïdumstroming starten.
Zoals hierboven vermeld, kan het risico van de vorming van een verstopping zich ook voordoen in de uitloopsectie van de oogstmachine, waarbij de uitloopsectie stroomafwaarts van de snijtrommel en de slijtplaat is geplaatst.
In Figuur 5 is een gedetailleerder aanzicht van een dwarsdoorsnede van de uitloopsectie van de veldhakselaar van Figuur 1 schematisch weergegeven. Figuur 5 toont schematisch een deel van de snijtrommel 110 en de slijtplaat 120 zoals die getoond worden in Figuur 1, waarbij de uitloopsectie een eerste uitloopsectie 220 (ook dorskorf genoemd), een blazer 210 en een tweede uitloopsectie 230, stroomafwaarts van de blazer 210 bevat.
De eerste uitloopsectie is verder uitgerust met drie stromingopwekkende generatoren (630.1, 630.2 en 630.3). De stromingopwekkende generatoren, die bv. een mondstukkenopstelling 330 bevatten zoals weergegeven in Figuren 2 of 4, zijn op de onderwand 610 van de dorskorf 220 aangebracht (stromingopwekkende generatoren 630.1 en 630.2) en op de bovenwand 620 van de dorskorf 220 (stromingopwekkende generator 630.3).
In een uitvoeringsvorm kan een fluïdumstroming zoals die verschaft wordt door elke stromingopwekkende generator onafhankelijk bestuurd worden, bv. door een stroming door een (niet weergegeven) leiding te regelen naar de verschillende stromingopwekkende generatoren op een manier zoals die hoger is beschreven. Als alternatief kunnen twee of meer stromingopwekkende generatoren verbonden worden met een gemeenschappelijke leiding en gelijktijdig bestuurd worden.
Op een vergelijkbare manier zoals geïllustreerd in Figuur 4 kunnen één of meer sensors (niet weergegeven) aangebracht worden op de uitloopsectie om een signaal te leveren dat een indicatie van de vorming van een verstopping.
In een uitvoeringsvorm is een stromingopwekkende generator aangebracht in wezen langs de volledige omtrek van de uitloopsectie, d.w.z. dat de stromingopwekkende generator zich ook kan uitstrekken langs wanden van de uitloopsectie in het vlak van de tekening. In zulke opstelling kunnen mondstukkenopstellingen aangebracht worden op zowel de binnenste oppervlakken van de wanden van de uitloopsectie (bv. de dorskorfsectie 220) als op de buitenoppervlakken van de wanden. In het laatste geval worden uitsteeksels aangebrachi dwars door de wanden van de uitloopsectie om de stroming van het fluïdum naar de binnenste oppervlakken van de uitloopsectie te geleiden.
Op een vergelijkbare wijze als hierboven besproken, kunnen minstens één of meer stromingopwekkende generatoren aangebracht worden op de tweede uitloopsectie 230 stroomafwaarts van de blazer 210.
Zoals vereist worden hier gedetailleerde uitvoeringsvormen van deze uitvinding onthuld; het is echter wel te verstaan dat de onthulde uitvoeringsvormen louter voorbeelden zijn van de uitvinding, waarvan de uitvoeringsvorm verschillende vormen kan aannemen. Daarom mogen specifieke structurele en functionele details die hier onthuld worden niet als beperkend geïnterpreteerd worden, maar louter als een basis voor de conclusies, en als een representatieve basis om een persoon die op de hoogte is van de stand van de techniek te laten inzien dat deze uitvinding in virtueel elke op de passende wijze gedetailleerde structuur gebruikt kan worden. Verder zijn de termen en zinnen die hier gebruikt worden niet bedoeld om beperkend te zijn, maar veeleer om een te begrijpen beschrijving van de uitvinding te leveren.
De term "een" zoals die hier wordt gebruikt, wordt gedefinieerd als één of meer dan één. De term "meerdere", zoals hier gebruikt, is gedefinieerd als twee of meer dan twee. De term "(een) andere", zoals hier gebruikt, is gedefinieerd als minstens een tweede of meer.
De termen "met inbegrip van" en/of "met", zoals ze hier gebruikt worden, worden gedefinieerd als bevattende (d.w.z. open termen, die andere elementen of stappen niet uitsluiten). De verwijzingstekens in de conclusies mogen niet geïnterpreteerd worden als beperkend voor de reikwijdte van de conclusies of de uitvinding.
Het loutere feit dat bepaalde maatregelen herhaaldelijk vermeld zijn in onderling verschillende vervolgconclusies betekent niet dat een combinatie van deze maatregelen niet voordelig gebruikt kan worden.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Veldhakselaar voor het oogsten van gewas bestaande uit: - een voorzetstuk voor het oogsten van gewas en het toevoeren van gewas aan een snijtrommel van de oogstmachine om het gewas te snijden; - een slijtplaat geplaatst in de buurt van de snijtrommel om het gesneden gewas naar een uitloopsectie van de oogstmachine te geleiden; - waarbij de oogstmachine verder een stromingopwekkende generator bevat om een fluïdumstroming op te wekken langs een oppervlak van de slijtplaat dat naar de snijtrommel wijst of langs een binnenste uitloopoppervlak van de uitloopsectie om het transport van het gesneden gewas naar een uitlaat van de uitloopsectie te vergemakkelijken.
  2. 2. Veldhakselaar volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de stromingopwekkende generator is aangebracht op een stroomopwaarts gelegen eindsectie van de slijtplaat.
  3. 3. Veldhakselaar volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de stromingopwekkende generator een mondstukkenopstelling bevat om de fluïdumstroming te verschaffen
  4. 4. Veldhakselaar volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de stromingopwekkende generator zich langs een breedte van de snijtrommel uitstrekt.
  5. 5. Veldhakselaar volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de fluïdumstroming minstens gedeeltelijk stroomafwaarts is gericht.
  6. 6. Veldhakselaar volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitloopsectie een dorskorf bevat, die stroomafwaarts van de slijtplaat is aangebracht.
  7. 7. Veldhakselaar volgens conclusies 6, met het kenmerk dat de dorskorf is uitgerust met de stromingopwekkende generator om de fluïdumstroming langs een binnenste concaaf oppervlak van de dorskorf op te wekken.
  8. 8. Veldhakselaar volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de fluïdumstroming bestaat uit een luchtstroming of een mengsel van lucht en een vloeistof zoals water.
  9. 9. Veldhakselaar volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de stromingopwekkende generator verder een compressor bevat.
  10. 10. Veldhakselaar volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de stromingopwekkende generator verder is opgebouwd uit een tank aan boord van de machine om er een vloeistof in op te slaan voor het opwekken van de fluïdumstroming.
  11. 11. Veldhakselaar volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de stromingopwekkende generator verder een mondstukkenopstelling bevat die aangebracht is op de slijtplaat of de uitloopsectie, een leiding die de tank aan boord van de machine verbindt met de mondstukkenopstelling en een regelbare afsluiter voor het regelen van de fluïdumstroming naar de mondstukkenopstelling.
  12. 12. Veldhakselaar volgens conclusie 11, die verder een besturingseenheid bevat voor het regelen van de werking van de regelbare afsluiter, een sensor voor het opwekken van een signaal dat een indicatie geeft van de vorming van een verstopping en waarbij de besturingseenheid is aangebracht om het signaal te ontvangen en de werking van de regelbare afsluiter op basis van het signaal te regelen.
  13. 13. Veldhakselaar volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de besturingseenheid aangebracht is om de werking van de regelbare afsluiter te regelen om een pulserende fluïdumstroming te verschaffen.
  14. 14. Veldhakselaar volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat de sensor een luchtdruksensor of een temperatuursensor bevat.
  15. 15. Werkwijze voor het bedienen van een veldhakselaar, waarbij de werkwijze bestaat uit: - het oogsten van gewas door een voorzetstuk van de veldhakselaar; - het toevoeren van het geoogste gewas aan een snijtrommel van de oogstmachine om het gewas te snijden; - het geleiden van het gesneden gewas naar een uitloopsectie van de oogstmachine door gebruik te maken van een slijtplaat in de buurt van de snijtrommel; en - het genereren van een fluïdumstroming langs een oppervlak van de slijtplaat dat naar de snijtrommel wijst of langs een binnenste uitloopoppervlak van de uitloopsectie, om het transport van het gesneden gewas naar een uitlaat van de uitloopsectie te vergemakkelijken.
BE2013/0308A 2013-05-06 2013-05-06 Veldhakselaar met verbeterde gewasstroming BE1021144B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0308A BE1021144B1 (nl) 2013-05-06 2013-05-06 Veldhakselaar met verbeterde gewasstroming
US14/270,455 US20140325950A1 (en) 2013-05-06 2014-05-06 Forage Harvester with Improved Crop Flow

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0308A BE1021144B1 (nl) 2013-05-06 2013-05-06 Veldhakselaar met verbeterde gewasstroming

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021144B1 true BE1021144B1 (nl) 2016-01-08

Family

ID=48703090

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0308A BE1021144B1 (nl) 2013-05-06 2013-05-06 Veldhakselaar met verbeterde gewasstroming

Country Status (2)

Country Link
US (1) US20140325950A1 (nl)
BE (1) BE1021144B1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105706628A (zh) * 2016-01-25 2016-06-29 中联重机股份有限公司 玉米剥皮脱粒两用收获机
CN105875028B (zh) * 2016-04-15 2017-01-18 吉林大学 一种玉米收割机风机装置
US10517216B2 (en) * 2016-11-01 2019-12-31 Indústrias Reunidas Colombo Ltda Chopping module
BR102016025547A2 (pt) * 2016-11-01 2017-03-01 Indústrias Reunidas Colombo Ltda módulo picador

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1086478B (de) * 1959-01-31 1960-08-04 John Deere Lanz Ag Schlegelmaehhaecksler
GB1063288A (en) * 1964-09-12 1967-03-30 Fortschritt Veb K Improvements in or relating to forage harvesters
US3392770A (en) * 1966-04-19 1968-07-16 Allis Chalmers Mfg Co Forage harvester
DE3727156A1 (de) * 1987-08-14 1989-02-23 Claas Ohg Selbstfahrender feldhaecksler
DE102007013715A1 (de) * 2007-03-20 2008-09-25 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Landwirtschaftliche Erntemaschine

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4240244A (en) * 1979-09-12 1980-12-23 Gehl Company Forage harvester having water injection means to prevent gumming
US4662163A (en) * 1985-02-19 1987-05-05 Adams Danny R Mobile spray applicator and method of spraying forage
US5116634A (en) * 1989-08-21 1992-05-26 Phoenix Park Systems Apparatus and method for consistent spray proportioning of liquid to dry material
US5113643A (en) * 1990-09-12 1992-05-19 Krp Enterprises, Inc. Dust suppression system
US6695951B1 (en) * 2000-07-18 2004-02-24 Jack G. Bitterly Saline/sewage water reclamation system
DE10241216A1 (de) * 2002-09-06 2004-03-18 Deere & Company, Moline Nachweiseinrichtung zum Nachweis eines Gutstaus in einer Erntemaschine
EP1581049B1 (en) * 2003-07-28 2006-03-15 Pioneer Hi-Bred International, Inc. Apparatus, method, and system for applying substances to pre-harvested or harvested forage, grain, and crops
US7381130B2 (en) * 2005-04-29 2008-06-03 Cnh America Llc System and method for detecting a condition indicative of plugging of a discharge path of an agricultural combine
US8550384B2 (en) * 2006-02-17 2013-10-08 Nitta Construction, Inc. Dust control system and method for a straw blower
US7452267B2 (en) * 2007-03-20 2008-11-18 Cnh America Llc System and method for automatically deslugging an agricultural combine
US7354341B1 (en) * 2007-03-29 2008-04-08 Cnh America Llc System and method for detecting an air flow condition indicative of plugging of a discharge apparatus of an agricultural combine
DE102012100605A1 (de) * 2012-01-25 2013-07-25 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Verfahren zur Aufbereitung von landwirtschaftlichem Erntegut und landwirtschaftliche Erntemaschine

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1086478B (de) * 1959-01-31 1960-08-04 John Deere Lanz Ag Schlegelmaehhaecksler
GB1063288A (en) * 1964-09-12 1967-03-30 Fortschritt Veb K Improvements in or relating to forage harvesters
US3392770A (en) * 1966-04-19 1968-07-16 Allis Chalmers Mfg Co Forage harvester
DE3727156A1 (de) * 1987-08-14 1989-02-23 Claas Ohg Selbstfahrender feldhaecksler
DE102007013715A1 (de) * 2007-03-20 2008-09-25 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Landwirtschaftliche Erntemaschine

Also Published As

Publication number Publication date
US20140325950A1 (en) 2014-11-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021144B1 (nl) Veldhakselaar met verbeterde gewasstroming
RU2612433C2 (ru) Самоходная уборочная машина
EP2436258B1 (de) Landwirtschaftlicher Selbstfahrhäcksler mit Vorrichtung zur Ermittlung der Schärfe von Schneidmessern
EP1719402B1 (en) System and method for detecting a condition indicative of plugging of a discharge path of an agricultural combine
US20190289787A1 (en) Forage harvester
EP2452550B1 (de) Landwirtschaftliche Erntemaschine
US6783454B2 (en) Combine with adjustable straw guide
BE1023242B1 (nl) Landbouwbalenpers
WO2019140512A1 (en) Autonomous control of a crop harvesting header
RU2316168C2 (ru) Способ и устройство для автоматической регулировки положения вспомогательного метателя в сельскохозяйственной уборочной машине
US20220394925A1 (en) Combine harvester with tilted crop material sensor arrangement
US7374579B2 (en) System for extruding, cutting in strands, freezing, and chopping a ground food product and method thereof
EP2311601B1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Erkennung der Schneidschärfe von Häckselmessern eines Feldhäckslers
EP2944182B1 (en) Forage harvester with improved crop flow
US20140319251A1 (en) Agricultural harvesting machine
DE102014008068B4 (de) Selbstfahrender Feldhäcksler
EP1989936B1 (de) Messeinrichtung zur Inhaltsstofferfassung von landwirtschaftlichem Erntegut
US9964484B2 (en) Measurement device for testing harvested grain in a combine
EP3934870A1 (en) Device and method of processing logs using a thermal camera
JP2018038347A (ja) シガレットフィルター製造装置及びシガレットフィルター製造装置の制御方法
US12023825B2 (en) Device and method of processing logs using a thermal camera
EP4205527A1 (en) System for detecting a condition indicative of plugging of an agricultural combine
JP7115943B2 (ja) コンバイン
FI128614B (sv) Arrangemang för dosering av ensileringsmedel
US20240147901A1 (en) Self-propelled forage harvester provided with means for mitigating spout blockage