BE1020595A3 - Enkelvoudige revolutiekoppeling, aandrijfsysteem en vierkante balenpers met een dergelijke koppeling en gebruik van een dergelijke koppeling, aandrijfsysteem of balenpers. - Google Patents

Enkelvoudige revolutiekoppeling, aandrijfsysteem en vierkante balenpers met een dergelijke koppeling en gebruik van een dergelijke koppeling, aandrijfsysteem of balenpers. Download PDF

Info

Publication number
BE1020595A3
BE1020595A3 BE201200209A BE201200209A BE1020595A3 BE 1020595 A3 BE1020595 A3 BE 1020595A3 BE 201200209 A BE201200209 A BE 201200209A BE 201200209 A BE201200209 A BE 201200209A BE 1020595 A3 BE1020595 A3 BE 1020595A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
coupling
gear
shaft
single revolution
axis
Prior art date
Application number
BE201200209A
Other languages
English (en)
Inventor
Gaeveren Filip Van
Original Assignee
Cnh Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Belgium Nv filed Critical Cnh Belgium Nv
Priority to BE201200209A priority Critical patent/BE1020595A3/nl
Priority to EP13711912.9A priority patent/EP2830409B1/en
Priority to PCT/EP2013/056349 priority patent/WO2013144114A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020595A3 publication Critical patent/BE1020595A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D69/00Driving mechanisms or parts thereof for harvesters or mowers
    • A01D69/08Clutches
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0841Drives for balers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H27/00Step-by-step mechanisms without freewheel members, e.g. Geneva drives
    • F16H27/04Step-by-step mechanisms without freewheel members, e.g. Geneva drives for converting continuous rotation into a step-by-step rotary movement
    • F16H27/08Step-by-step mechanisms without freewheel members, e.g. Geneva drives for converting continuous rotation into a step-by-step rotary movement with driving toothed gears with interrupted toothing

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)

Description

Enkelvoudige revolutiekoppeling, aandrijfsysteem en vierkante balenpers met een dergeliike koppeling en gebruik van een dergeliike koppeling.
aandrijfsysteem of balenpers
De huidige uitvinding heeft betrekking op een enkelvoudige revolutiekoppeling volgens de kop van de eerste conclusie.
De huidige uitvinding heeft ook betrekking op een aandrijfsysteem en een vierkante balenpers die een dergelijke enkelvoudige revolutiekoppeling omvat en het gebruik van een dergelijke enkelvoudige revolutiekoppeling, aandrijfsysteem of vierkante balenpers.
Enkelvoudige revolutiekoppelingen zijn reeds bekend bij de vakman. US5937746 beschrijft bijvoorbeeld een enkelvoudige revolutiekoppeling. De enkelvoudige revolutiekoppeling koppelt mechanisch een eerste aandrijfas aan een tweede aandrijfas zodanig dat de tweede aandrijfas aangedreven kan worden door de eerste as in een enkelvoudige omwenteling of revolutie. De eerste as wordt in hoofdzaak continu aangedreven. De koppeling omvat een eerste tandwiel dat verbonden is met de eerste as. De tweede as is verbonden met een verbinding die de beweging controleert van naalden voor het aanbieden van touw aan de knoopinrichtingen. Er zijn middelen voorzien die ervoor zorgen dat de tweede as enkelvoudige omwentelingen uitvoert, waarbij de middelen een samenstel van klamp en sleutel, een veer en een klamprol met samenwerkende nok omvatten.
Aangezien de middelen die ervoor zorgen dat de tweede as enkelvoudige omwentelingen uitvoert, echter een aantal onderdelen omvat, is dit een gecompliceerd systeem dat gevoelig is voor storingen.
Daarom is het een doel van de huidige uitvinding om een enkelvoudige revolutiekoppeling te voorzien die minder gevoelig is voor storingen.
Dit wordt bereikt volgens de enkelvoudige revolutiekoppeling volgens het kenmerkende deel van de eerste conclusie.
Daartoe omvat de koppeling een tweede tandwiel dat verbonden is met de tweede as. Verder is een eerste hoekdeel van de omtrek van het tweede tandwiel voorzien van tanden, begrensd door een eerste en een tweede begrenzende tand, en vormt een tweede hoekdeel van de omtrek van het tweede tandwiel tussen de eerste en tweede begrenzende tanden een opening. Het eerste tandwiel is voorzien om al draaiend aan te grijpen in het tweede tandwiel over het eerste hoekdeel van het tweede tandwiel en is voorzien om zich van het eerste tandwiel te ontkoppelen in het tweede hoekdeel van het tweede tandwiel, waarbij de opening de tanden van het eerste tandwiel ontvangt in een ontkoppelde hoekpositie van het tweede tandwiel. De enkelvoudige revolutiekoppeling omvat vasthoudmiddelen om het tweede tandwiel in de ontkoppelde hoekpositie te houden, koppelingsmiddelen voor het roteren van het tweede tandwiel vanuit de ontkoppelde hoekpositie naar : een gekoppelde hoekpositie waarbij het eerste tandwiel al draaiend aangrijpt in de eerste begrenzende tand van het tweede tandwiel en ontkoppelingsmid-delen voor het roteren van het tweede tandwiel vanuit een vrijgestelde hoekpositie waarbij het eerste tandwiel al draaiend aangrijpt in de tweede begrenzende tand van het tweede tandwiel naar de ontkoppelde hoekpositie nadat hij geroteerd heeft, in elkaar grijpend aangedreven door het eerste tandwiel. De enkelvoudige revolutiekoppeling omvat timingmiddelen voor het controleren van de koppelings-, ontkoppelings- en vasthoudmiddelen zodanig dat een enkelvoudige omwenteling van het tweede tandwiel verkregen wordt door: een koppelingsfase, waarbij de timingmiddelen de koppelingsmiddelen zodanig controleren dat het tweede tandwiel geroteerd wordt vanuit de ontkoppelde hoekpositie naar de gekoppelde hoekpositie, een daaropvolgende aandrijffase, waarbij het eerste tandwiel door onderling aangrijpen het tweede tandwiel aandrijft vanuit de gekoppelde hoekpositie naar de vrijgestelde hoekpositie, - een daaropvolgende ontkoppelingsfase, waarbij de timingmiddelen de ontkoppelingsmiddelen zodanig controleren dat het tweede tandwiel geroteerd wordt vanuit de vrijgestelde hoekpositie naar de ontkoppelde hoekpositie, en een daaropvolgende vasthoudfase, waarbij de timingmiddelen de vasthoudmiddelen zodanig controleren dat het tweede tandwiel in de ontkoppelde hoekpositie gehouden wordt.
Gebleken is dat een dergelijke enkelvoudige revolutie-koppeling mechanisch minder gecompliceerd is en daardoor minder gevoelig is voor storingen aangezien een enkelvoudige omwenteling aangedreven wordt door twee in elkaar grijpende tandwielen.
Bovendien is gebleken dat het gebruik van de e'erste en de tweede in elkaar grijpende tandwielen toelaat dat er gebruik gemaakt kan worden van de enkelvoudige koppeling in toepassingen waarbij relatief grote krachten overgebracht moeten worden, grote draaimomenten moeten aangelegd worden en/of hoge toerentallen van de tandwielen. Zonder gebonden te willen worden aan enige theorie, wordt aangenomen dat het gebruik van het in elkaar grijpende eerste en tweede tandwiel zorgt voor een meer continue aandrijving van de tweede as door de eerste as waardoor het mogelijk wordt gebruik te maken van een enkelvoudige revolutiekoppeling in veeleisender toepassingen, waarbij er relatief grote krachten overgebracht moeten worden, er grote draaimomenten aangelegd moeten worden en/of hoge toerentallen van de tandwielen.
Volgens voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinding omvatten de koppelingsmiddelen een eerste element dat zich radiaal uitstrekt vanaf ofwel de eerste, ofwel de tweede as en een tweede element dat zich uitstrekt vanaf de andere as, waarbij het eerste en tweede element voorzien zijn om te roteren samen met de as van waar ze zich uitstrekken, waarbij het eerste element aan zijn uiteinde een koppelingsrol omvat, waarbij het tweede element een geleidingsbaan omvat voor het ontvangen van de koppelingsrol, zodanig dat de roterende beweging van de eerste as overge- bracht wordt op de tweede as bij het koppelen van het eerste en het tweede element, waarbij het tweede tandwiel geroteerd wordt vanuit de ontkoppelde hoekpositie naar de gekoppelde hoekpositie, waarbij het eerste tandwiel al draaiend aangrijpt in de eerste begrenzende tand van het tweede tandwiel, waarbij het eerste en het tweede element beweegbaar gemonteerd zijn ten opzichte van elkaar langsheen de respectievelijke assen waarop ze gemonteerd zijn tussen een koppelingspositie waarbij het eerste en het tweede element met elkaar koppelen en een ontkoppelingspositie waarbij het eerste en tweede element niet met elkaar koppelen.
Volgens verdere voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinding strekt het eerste element zich uit vanaf de eerste as en strekt het tweede element zich uit vanaf de tweede as.
Volgens voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinding omvatten de ontkoppelingsmiddelen een eerste element dat zich radiaal uitstrekt vanaf ofwel de eerste, ofwel de tweede as en een tweede element dat zich uitstrekt vanaf de andere as, waarbij het eerste en het tweede element voorzien zijn om te roteren samen met de as van waaraf zij zich uitstrekken, waarbij het eerste element aan zijn uiteinde een ontkoppelingsrol omvat, waarbij het tweede element een geleidingsbaan omvat voor het ontvangen van de ontkoppelingsrol zodanig dat de roterende beweging van de eerste as overgebracht wórdt op de tweede as bij het koppelen van het eerste en het tweede element, waarbij het tweede tandwiel geroteerd wordt naar de ontkoppelde hoekpositie na het bereiken van de tweede begrenzende tand na rotatie aangedreven door het eerste tandwiel, waarbij het eerste en het tweede element beweegbaar gemonteerd zijn ten opzichte van elkaar langsheen de respectievelijke assen waarop zij aangebracht zijn tussen een koppelingspositie waarbij het eerste en het tweede element met elkaar koppelen en een ontkoppelingspositie waarbij het eerste en tweede element niet met elkaar koppelen.
Volgens andere voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinding strekt het eerste element zich uit vanaf de eerste as en strekt het tweede element zich uit vanaf de tweede as.
Het eerste en het tweede element van de koppelings-en/of ontkoppelingsmiddelen zijn geschikt gebleken voor gebruik in toepassingen waarbij relatief grote krachten overgedragen moeten worden, grote draaimomenten aangelegd moeten worden, en/of hoge toerentallen van de elementen. Bovendien is gebleken dat de geleidingspaden zodanig geconfigureerd kunnen worden dat de rotatiesnelheid van het tweede tandwiel in functie van de tijd niet abrupt verandert bij het koppelen of ontkoppelen van het tweede tandwiel, maar meer continu en/of geleidelijk verandert in functie van de tijd.
Volgens voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinding omvatten de vasthoudmiddelen een geleidingselement dat gemonteerd is op de tweede as en voorzien is om samên met de tweede as te roteren en met een gedeeltelijk cirkelvormig binnenvlak voor het geleiden van een vasthoud-element dat zich radiaal uitstrekt vanaf de eerste as en voorzien om samen te roteren met de eerste as in het gedeeltelijk cirkelvormige binnenvlak om het tweede tandwiel in de ontkoppelde hoekpositie te houden, waarbij het gelei-dings- en het vasthoudelement beweegbaar ten opzichte van elkaar gemonteerd zijn langsheen de respectievelijke assen waarop zij aangebracht zijn, tussen een koppelingspositie waarbij het geleidings- en het vasthoudelement met elkaar koppelen en een ontkoppelingspositie waarbij het geleidings- en het vasthoudelement niet met elkaar koppelen.
Dergelijke vasthoudmiddelen zijn geschikt gebleken voor gebruik in toepassingen waarbij relatief grote krachten overgedragen moeten worden, grote draaimomenten aangelegd worden, en/of hoge toerentallen.
Volgens voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinding omvatten de timingmiddelen een nokkenas die voorzien is om aangedreven te worden door de rotatie van de eerste as, waarbij de nokkenas ten minste een eerste en een tweede nok omvat en een nokvolger die voorzien is om de omtrek van de nokken te volgen tijdens rotatie van de nokken door rotatie van de nokkenas, waarbij de nokken van de nokkenas beweegbaar ten opzichte van de nokvolger gemonteerd zijn tussen een eerste en een tweede positie, zodanig dat de nokvolger de omtrek van de eerste nok in de eerste positie en de omtrek van de tweede nok in de tweede positie volgt, waarbij de nokvolger in de eerste positie de vasthoud- , koppelings- en ontkoppelingsmiddelen zodanig controleert dat er een enkelvoudige omwenteling van het tweede tandwiel verkregen wordt en de nokvolger in de tweede positie de vasthoudmiddelen zodanig controleert dat het tweede tandwiel in de ontkoppelde hoekpositie gehouden wordt.
Dergelijke timingmiddelen zijn geschikt gebleken voor gebruik in toepassingen waarbij relatief grote krachten overgedragen moeten worden, grote draaimomenten aangelegd worden en/of hoge toerentallen.
Volgens verdere voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinding is de nokvolger verschuifbaar gemonteerd op de eerste of op de tweede as langsheen de lengterichting van de as, waarbij de schuifbeweging van de nokvolger aangedreven wordt door het volgen van de omtrek van de nokken door de nokvolger, en zijn de elementen van de vasthoud-, koppelings- en ontkoppelingsmiddelen die zich uitstrekken van de as waarop de nokvolger aangebracht is naar verschillende posities die zich uitstrekken langsheen de lengterichting van de as, verbonden met de nokvolger, waarbij de elementen van de vasthoud-, koppelings- en ontkoppelingsmiddelen die zich uitstrekken van de as waarop, de nokvolger aangebracht is en de eerste nok zodanig üitgevoerd is dat, wanneer de nokvolger en de nokkenas zich in de eerste positie ten opzichte van elkaar bevinden, omvat de koppelingsfase de nokvolger die wordt verschoven door de omtrek van de eerste nok naar een eerste positie waarbij het geleidings- en het vasthoudelement van de vasthoudmiddelen zich in de ontkoppelingspositie bevinden en het eerste en tweede element van de koppelingsmiddelen zich in de koppelingspositie bevinden, waarbij de eerste nok verder zodanig geconfigureerd is dat de ontkoppelingsfase omvat dat de nokvolger vervolgens verschuift naar een tweede positie waarbij het eerste en tweede element van de losmaakmiddelen zich in de koppelingspositie bevinden en waarbij het geleidings- en het vasthoudelement van de vasthoudelementen zich in de ontkoppelingspositie bevinden, waarbij de eerste nok verder zodanig geconfigureerd is dat de vasthoudfase omvat dat de nokvolger vervolgens verschuift naar een derde positie waarbij de vasthoudmiddelen zich in de koppelingspositie bevinden en waarbij de elementen van de koppelings- en ontkoppelingsmiddelen zich in de ontkoppelingspositie bevinden, waarbij de nokkenas en de nokvolger voorzien zijn om vervolgens naar de tweede positie te bewegen ten opzichte van elkaar.
Een dergelijke configuratie kan de constructie van een mechanische enkelvoudige revolutiekoppeling mogelijk maken, waarbij bijvoorbeeld het gebruik van elektronica, pneumatica, enz. vermeden wordt terwijl er wel relatief grote krachten overgebracht kunnen worden, grote draaimomenten kunnen aangelegd worden en/of hoge toerentallen.
Volgens voorkeursuitvoeringen van de uitvinding is de nokvolger verschuifbaar gemonteerd op de eerste as, waarbij de glijdende beweging van de nokvolger aangedreven wordt door het volgen van de omtrek van de nokken door de nokvolger.
Volgens voorkeursuitvoeringen van de uitvinding wordt de rotatie van de nokkenas aangedreven door een aandrijfas en drijft de aandrijfas ook de rotatie van de eerste as aan, zodanig dat de nokkenas en de eerste as synchroon roteren.
Volgens voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinding omyat de enkelvoudige revolutiekoppeling een getand element dat voorzien is voor het vullen van de opening tussen de eerste en tweede begrenzende tand zodat tanden voorzien worden langsheen de gehele omtrek van het tweede tandwiel, zodanig dat, door de aanwezigheid van het getand element, het tweede tandwiel in staat is om een aantal volledige omwentelingen te maken. Een dergelijk getand element maakt dat het tweede tandwiel continu in elkaar grijpend kan geroteerd worden door het eerste tandwiel, in het geval een continue rotatie van het tweede tandwiel gewenst is in een aantal· volledige omwentelingen. Hét getand element is bij voorkeur geplaatst tussen de eerste en tweede begrenzende tand voor het vullen van de opening en om tanden te voorzien langsheen de gehele omtrek van het tweede tandwiel, wanneer het eerste en tweede tandwiel zich in de in elkaar grijpende positie bevinden, na voltooiing van de koppelingsfase om een plotse vergrendeling van het eerste en tweede tandwiel te voorkomen bij het plaatsen van het getand element tussen de eerste en de tweede begrenzende tand wanneer het eerste en het tweede tandwiel zich in de ontkoppelde positie ten opzichte van elkaar bevinden. Bij voorkeur wordt er daartoe een actuator verschaft, die verschaft wordt om het getand element tussen de eerste en de tweede tand te bewegen, om een signaal te ontvangen om aan te geven dat het eerste en het tweede tandwiel zich in de gekoppelde hoekpositie bevinden. Bij voorkeur wordt dit signaal gegeven door de timingmiddelen.
Volgens meer voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinding wordt het getand element verschaft om geplaatst te worden in de opening tussen de eerste en de tweede begrenzende tand door het te verschuiven langsheen de rotatieas van het tweede tandwiel, bij voorkeur door de actuator.
Met meer voorkeur wordt het getand element daartoe verschaft om te schuiven langsheen de tweede aandrijfas en roteert het samen met het tweede tandwiel.
De uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van de volgende beschrijving en de bijgevoegde figuren.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een aandrijfsysteem dat een revolutiekoppeling volgens de uitvinding omvat, waarbij een eerste aandrijfas van het aandrijfsysteem die voorzien is om in hoofdzaak continu te roteren, verbonden is door de enkelvoudige revolutiekoppeling met een tweede as van het aandrijfsysteem zodanig dat de tweede as aangedreven kan worden door de eerste as in een enkelvoudige omwenteling, waarbij het eerste tandwiel van de koppeling verbonden is met de eerste as en het tweede tandwiel van de koppeling verbonden is met de tweede as.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een balenpers die het aandrijfsysteem volgens de uitvinding omvat, waarbij de tweede as van het aandrijfsysteem verbonden is met een stouwer van de balenpers.
De uitvinding heeft ook betrekking op het gebruik van de enkelvoudige revolutiekoppeling volgens de uitvinding of het aandrijfsysteem volgens de uitvinding of de vierkantige balenpers volgens de uitvinding, waarbij de timingmiddelen de koppelings-, ontkoppelings- en vasthoudmidde-len controleren, zodanig dat er een enkelvoudige omwenteling van het tweede tandwiel verkregen wordt door: een koppelingsfase, waarbij de timingmiddelen de koppelingsmid-delen zodanig controleren dat het tweede tandwiel geroteerd wordt vanuit de ontkoppelde hoekpositie naar de gekoppelde hoeljçposi-tie, ............................: een daaropvolgende aandrijffase, waarbij het eerste tandwiel door onderling aangrijpen het tweede tandwiel aandrijft vanuit de gekoppelde hoekpositie naar de vrijgestelde hoekpositie, een daaropvolgende ontkoppelingsfase, waarbij de timingmiddelen de ontkoppelingsmiddelen zodanig controleren dat het tweede tandwiel geroteerd wordt vanuit de vrijgestelde hoekpositie naar de ontkoppelde hoekpositie, en een daaropvolgende vasthoudfase, waarbij de timingmiddelen de vasthoudmiddelen zodanig controleren dat het tweede tandwiel in de ontkoppelde hoekpositie gehouden wordt.
Figuur 1 a toont een overzicht van een uitvoeringsvorm van de vierkante balenpers met een enkelvoudige revolutiekoppeling volgens de uitvinding.
Figuur 1b toont een detail van Figuur 1a.
Figuur 2 toont een overzicht van een uitvoeringsvorm van de enkelvoudige revolutiekoppeling volgens de uitvinding.
Figuren 3 - 6 tonen een overzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling getoond in Figuur 1 op verschillende momenten tijdens de werking.
Figuren 7a — 7I tonen een bovenaanzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling getoond in Figuur 1 op verschillende momenten tijdens zijn werking.
Figuren 8a - 8h tonen een zijaanzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling getoond in Figuur 1 op verschillende momenten tijdens zijn werking.
Figuur 9a - 9h tonen een ander zijaanzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling getoond in Figuur 1 op verschillende momenten tijdens zijn werking. '
Figuren 10a - 10f tonen een ander zijaanzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling getoond in Figuur 1op verschillende momenten tijdens zijn werking.
Figuren 11a - 11 i tonen een ander zijaanzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling getoond in Figuur 1 op verschillende momenten tijdens zijn werking.
Figuren 12a - 12f tonen een ander zijaanzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling getoond in Figuur 1 op verschillende momenten tijdens zijn werking.
Figuren 13a - 13e tonen een ander zijaanzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling getoond in Figuur 1 op verschillende momenten tijdens zijn werking.
Figuur 14a - 14b tonen een overzicht van een andere uitvoeringsvorm van de enkelvoudige revolutiekoppeling volgens de uitvinding.
In de volgende gedetailleerde beschrijving worden vele specifieke details uiteengezet om een goed begrip van de uitvinding te verschaffen en hoe deze toegepast kan worden in bepaalde uitvoeringsvor men. Het zal echter duidelijk zijn dat de huidige uitvinding toegepast kan worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen werden bekende werkwijzen, procedures en technieken niet in detail beschreven, dit om de huidige uitvinding niet onduidelijk te maken. Hoewel de huidige uitvinding zal worden beschreven ten aanzien van bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, is de uitvinding hier niet toe beperkt. De bijgevoegde en hierin beschreven tekeningen zijn schematisch en niet beperkend voor het toepassingsgebied van de uitvinding. Verder wordt opgemerkt dat in de tekening de grootte van bepaalde elementen overdreven zijn en voor illustratieve doeleinden derhalve niet op schaal getekend zijn.
De huidige uitvinding zal worden beschreven ten aanzien van bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, maar de uitvinding is. hier niet toe beperkt maar alleen door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn alleen schematisch en zijn niet beperkend. In de tekeningen kan voor illustratieve doeleinden de afmeting van bepaalde elementen overdreven en niet op schaal getekend zijn. De afmetingen en de relatieve afmetingen corresponderen niet noodzakelijk met een werkelijke uitvoeringsvorm van de Uitvinding.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheid tussen soortgelijke elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde. De termen zijn onderling verwisselbaar onder geschikte omstandigheden en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorde dan hierin beschreven of weergegeven functioneren.
Bovendien worden de begrippen bovenkant, onderkant, over, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijk voor het beschrijven van relatieve posities. Het is duidelijk dat de aldus gebruikte termen onderling verwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen functioneren in andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven werden.
De term "omvattend", zoals gebruikt in de conclusies, moet niet uitgelegd worden als beperkt tot de middelen die daarna opgesomd worden ; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als het specificeren van de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, gehele getallen, stappen of componenten, zoals er naar gerefereerd wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meer andere kenmerken, gehele getallen, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Bijgevolg is het toepassingsgebied van de uitdrukking "een inrichting omvattende middelen A en B" niet beperkt tot inrichtingen die enkel uit de componenten A en B bestaan.
Figuur 1a toont een overzicht van een uitvoeringsvorm van de vierkante balenpers 45 met een enkelvoudige revolutiekoppeling 1 volgens de uitvinding. De vierkante balenpers 45 omvat een balenkamer 46 met een plunjer 48. Een tandwielkast 47 drijft de beweging van de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 en de beweging van de plunjer 48 aan.
.......Figuur 1b toont een detail van Figuur 1a en toont een detail van de configuratie van de enkelvoudige revolutiekoppeling in de vierkante balenpers 45 volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een overzicht van een uitvoeringsvorm van de enkelvoudige revolutiekoppeling volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een enkelvoudige revolutiekoppeling 1 voor het mechanisch koppelen van een eerste aandrijfas 2, die verschaft wordt in hoofdzaak om continu te roteren, met een tweede as 3 zodanig dat de tweede as 3 aangedreven kan worden door de eerste as 2 in een enkelvoudige omwenteling.
De koppeling 1 omvat een eerste tandwiel 4 dat verbonden is met de eerste as 2. De koppeling 1 omvat een tweede tandwiel 5 dat verbonden is met de tweede as 3.
Hoewel niet getoond in de Figuren, kan de enkelvoudi- ge revolutiekoppeling 1 ook deel uitmaken van een aandrijfsysteem, waarbij een eerste aandrijfas 2 van het aandrijfsysteem, die in hoofdzaak bedoeld is om continu te roteren en, bij voorkeur in gebruik in hoofdzaak continu te roteren, via de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 verbonden is met een tweede as 3 van het aandrijfsysteem, zodanig dat de tweede as kan worden aangedreven door de eerste as 2 in een enkelvoudige omwenteling. Het eerste tandwiel 4 van de koppeling 1 is verbonden met de eerste as 2 en het tweede tandwiel 5 van de koppeling is verbonden met de tweede as 3. .
Hoewel niet getoond, kan de tweede as 3 van het aandrijfsysteem verbonden zijn met een stouwer van een vierkante balenpers. De tweede as 3 van het aandrijfsysteem kan echter ook verbonden zijn met andere toepassingen, bij voorkeur toepassingen waarbij relatief grote krachten overgedragen moeten worden, grote draaimomenten aangelegd worden en/of hoge toerentallen, zoals bijvoorbeeld een mechanisch aangedreven hamer voor het in de grond drijven van relatief grote palen.
Een eerste hoekdeel 6 van de omtrek van het tweede tandwiel 5 is voorzien van tanden 8 die begrensd zijn door een eerste en een tweede begrenzende tand 9,10 en een tweede hoekdeel 7 van de omtrek van het tweede tandwiel 5 tussen de eerste en de tweede begrenzende tanden 9, 10, vormt een opehing 11. Het eerste tandwiel 4 is voorzien om al draaiend aan te grijpen in het tweede tandwiel 5 over het eerste hoekdeel 6 van het tweede tandwiel 5· en is voorzien om zich van het eerste tandwiel 4 te ontkoppelen in het tweede hoekdeel 7 van het tweede tandwiel 5. De opening 11 ontvangt de tanden 8 van het eerste tandwiel 4 in een ontkoppelde hoekpositie 12 van het tweede tandwiel 5. De enkelvoudige revolutiekoppeling 1 omvat vasthoudmiddelen 17 voor het vasthouden van het tweede tandwiel 5 in de ontkoppelde hoekpositie 12, koppelingsmiddelen 15 voor het roteren van het tweede tandwiel 5 van de ontkoppelde hoekpositie 12 naar een gekoppelde hoekpositie 13, waarbij het eerste tandwiel 4 al draaiend aangrijpt in de eerste begrenzende tand 9 van het tweede tandwiel 5, en ontkoppelingsmiddelen 16 voor het roteren van het tweede tandwiel 5 uit een vrijgestelde hoekpositie 18, waarbij het eerste tandwiel 4 al draaiend aangrijpt met de tweede begrenzende tand 10 van het tweede tandwiel 5 naar de ontkoppelde hoekpositie 12 na geroteerd te hebben, aangedreven door aan te grijpen in het eerste tandwiel 4 en dat de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 timingmiddelen 14 omvat voor het controleren van de koppelings-15, ontkoppelings-16 en vasthoudmiddelen 17 zodanig dat een enkelvoudige omwenteling van het tweede tandwiel 5 wordt verkregen door : een koppelingsfase, waarbij de timingmiddelen 14 de koppelingsmid-delen 15 zodanig controleren dat het tweede tandwiel 5 geroteerd wordt van de ontkoppelde hoekpositie 12 naar de gekoppelde hoekpositie 13, een daaropvolgende aandrijffase, waarbij het eerste tandwiel 4/door onderling aangrijpen het tweede tandwiel 5 aandrijft van de gekoppelde hoekpositie 13 naar de vrijgestelde hoekpositie 18, een daaropvolgende ontkoppelingsfase waarbij de timingmiddelen 14 de ontkoppelingsmiddelen 16 zodanig controleren dat het tweede tandwiel 5 geroteerd wordt van de vrijgestelde hoekpositie 18 naar de ontkoppelde hoekpositie 12 en - een daaropvolgende vasthoudfase waarbij de timingmiddelen 14 de vasthoudmiddelen 17 zodanig controleren dat het tweede tandwiel 5 in de ontkoppelde hoekpositie 12 gehouden wordt.
In de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 getoond in de Figuren omvatten de koppelingsmiddelen 15 een eerste element 19 dat zich radiaal uitstrekt vanaf de tweede as 3. Hoewel niet weergegeven in de Figuren, kan het eerste element 19 zich ook uitstrekken vanaf de eerste as 2.
Een tweede element 20 strekt zich verder uit vanaf de andere as, namelijk de eerste as 2. Hoewel niet weergegeven in de Figuren kan het tweede element 20 zich ook uitstrekken vanaf de tweede as 3 als het eerste element 19 zich uitstrekt vanaf de eerste as 2.
Het eerste en tweede element 19, 20 zijn verder voorzien om te roteren samen met de as 2, 3 van waaraf ze zich uitstrekken. Bijgevolg wordt het eerste element 19 verschaft om te roteren samen met de eerste as 2 en is het tweede element 20 bedoeld om te roteren samen met de tweede as 3. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden door een vaste montage waarmee het eerste en tweede element 19, 20 aan de eerste en de tweede as 2, 3 bevestigd zijn.
Het eerste element 19 omvat verder bij voorkeur aan zijn uiteinde een koppelingsrol 21, terwijl het tweede element 20 een gelei-dingsbaan 22 omvat voor het ontvangen van de koppelingsrol 21, zodanig dat de roterende beweging van de eerste as 2 overgebracht wordt naar de tweede as 3 na koppeling van het eerste en het tweede element 19, 20, waarbij het tweede tandwiel 5 roteert van de ontkoppelde hoekpositie 12 naar de gekop-pelde hoekpositie 13, waarbij het eerste tandwiel 4 al draaiend aangrijpt in de eerste begrenzende tand 9 van het tweede tandwiel 5. Hoewel de koppelingsrol 21 bij voorkeur opgenomen wordt in de geleidingsbaan 22, is dit niet kritisch voor de uitvinding en kunnen er andere koppelingsmiddelen dan de koppelingsrol 21 voorzien worden. Het is echter gebleken dat er door gebruik van een koppelingsrol 21 minder wrijving optreedt, wat leidt tot een verbeterde geleiding langs de geleidingsbaan 22.
Het eerste en het tweede element 19, 20 zijn verder beweegbaar gemonteerd ten opzichte van elkaar langsheen de respectievelijke assen 2, 3 waarop zij zijn gemonteerd tussen een koppelingspositie 23 waarbij het eerste en het tweede element 19, 20 met elkaar koppelen en een ontkoppelingspositie 24 waarbij het eerste en tweede element 19, 20 niet met elkaar koppelen.
Figuur 2 toont verder dat de ontkoppelingsmiddelen 16 een eerste element 25 omvatten dat zich radiaal uitstrekt vanaf de eerste as 2 en een tweede element 26 dat zich uitstrekt vanaf de andere as. Hoewel niet weergegeven in de Figuren, kan het tweede element 26 zich ook uitstrekken vanaf de tweede as 3 als het eerste element 25 zich uitstrekt vanaf de eerste as 2.
Het eerste en het tweede element 25, 26 zijn verder voorzien om te roteren samen met de as van waaraf zij zich uitstrekken. Daarom wordt het eerste element 25 voorzien om te roteren samen met de eerste as 2 en wordt het tweede element 26 voorzien om te roteren samen met de tweede as 3. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden door een vaste montage waarmee het eerste en tweede element 25, 26 aan de eerste en tweede as 2, 3 bevestigd zijn.
Het eerste element 25 omvat verder aan zijn uiteinde een ontkoppelingsrol 27, terwijl het tweede element 26 een geleidingsbaan 28 omvat voor het ontvangen van de ontkoppelingsrol 27, zodanig dat de roterende beweging van de eerste as 2 overgebracht wordt op de tweede as 3 na koppeling van het eerste en het tweede element 25, 26, waarbij het tweede tandwiel 5 roteert naar de ontkoppelde hoekpositie 12 nadat het de tweede begrenzende tand 10 bereikt heeft nadat het geroteerd werd door het eerste tandwiel 4, waarbij het eerste en tweede element 25, 26 beweegbaar gemonteerd zijn ten opzichte van elkaar langsheen de respectievelijke assen waarop zij aangebracht zijn tussen een koppelingspositie 29 waarbij het eerste en het tweede element 25, 26 met elkaar koppelen en een ontkoppelingspositie 30 waarbij het eerste en het tweede element 25, 26 niet met elkaar koppelen. Hoewel de ontkoppelingsrol 27 bij voorkeur opgenomen wordt in de geleidingsbaan 28, is dit niet kritisch voor de uitvinding en kunnen er andere koppelingsmiddelen dan de ontkoppelingsrol 27 voorzien worden. Het is echter gebleken dat er door een koppelingsrol 27 minder wrijving optreedt, wat leidt tot een verbeterde geleiding langsheen de geleidingsbaan 28.
Figuur 2 toont dat de tweede elementen 20, 26 van de koppelings- en ontkoppelingsmiddelen 15, 16 de vorm hebben van tenminste een deel van een schijf, zoals bijvoorbeeld een volledige schijf of een sector van een schijf. In een dergelijk tweede element 20, 26 hebben de geleidings-paden 22, 28 de vorm van paden aangebracht in het oppervlak van ten minste een deel van de schijf, zoals getoond wordt in Figuur 2. Dit is echter niet kritisch voor de uitvinding en andere uitvoeringsvormen zijn ook mogelijk.
Figuur 2 toont verder dat de tweede delen 20, 26 van de koppelings- en ontkoppelingsmiddelen 15, 16 deel uitmaken van een enkel element, meer in het bijzonder in de vorm van tenminste een deel van een schijf, zoals bijvoorbeeld een volledige schijf of een sector van een schijf, waarbij de geleidingspaden 22, 28 aangebracht zijn op tegenoverliggende zijden van het oppervlak van dat ten minste een deel van de schijf. Een dergelijke uitvoeringsvorm is echter niet kritisch voor de uitvinding en ook andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk voor de uitvinding zoals bijvoorbeeld een uitvoeringsvorm waarbij het tweede element 20, 26 van de koppelings- en ontkoppelingsmiddelen 15, 16 deel uitmaakt van twee afzonderlijke elementen of bijvoorbeeld een uitvoeringsvorm waarbij het tweede element 20, 26 van de koppelings- en ontkoppelingsmiddelen 15, 16 aangebracht is op hetzelfde oppervlak van het enkele element, enz.. ’’
Gebleken is dat de geleidingspaden 22, 28 ontworpen kunnen worden om een zachte koppelings- en ontkoppelingsfase mogelijk te maken met een kleinere hoekversnelling.
De eerste elementen 19, 25 getoond in Figuur 2, hebben de vorm van een volger in de vorm van de rol 21, 27 die geplaatst is op een radiale afstand van de respectievelijke eerste of tweede as 2, 3. Hoewel de eerste elementen 19, 25 daartoe een vaste arm omvatten die zich radiaal uitstrekt van de respectievelijke assen 2, 3, is dit niet kritisch voor de uitvinding en de volger kan bijvoorbeeld ook verschaft worden op een zich radiaal uitstrekkend element dat voorzien is om ervoor te zorgen dat de volger zich radiaal kan verplaatsen.
Figuur 2 toont verder dat de vasthoudmiddelen 17 een geleidingselement 31 omvatten, gemonteerd op de tweede as 3 en voorzien om samen met de tweede as 3 te roteren. Het geleidingselement 31 heeft een gedeeltelijk cirkelvormige binnenvlak voor het geleiden van een vasthoudele-menten, voorzien om te roteren samen met de eerste as 2 binnen, en zoals getoond in Figuur 2, bij voorkeur langsheen het gedeeltelijk cirkelvormige binnenvlak om het tweede tandwiel 5 in de ontkoppelde hoekpositie 12 te houden. Het geleidings- en het vasthoudelement 31, 32 zijn beweegbaar gemonteerd ten opzichte van elkaar langsheen de respectievelijke assen waarop zij gemonteerd zijn tussen een koppelingspositie 33 waarbij de geleidingsmiddelen 31 en het vasthoudelement 32 met elkaar koppelen en een ontkoppelingspositie 34 waarbij het geleidings- en vasthoudelement 31,32 niet met elkaar koppelen. Zoals Figuur 2 een revolutiekoppeling toont volgens de huidige uitvinding in de aandrijffase, koppelen het geleidings- en het vasthoudelement 31, 32 niet. .
Figuur 2 toont dat de vasthoudmiddelen 17 verschillende vasthoudelementen 32 omvatten, in het bijzonder zes vasthoudelementen 32 zich vanaf de eerste as 2 uitstrekken. Het aantal vasthoudelementen 32 is echter niet kritisch voor de uitvinding en meer of minder dan zes vasthoudele-menten 32 kunnen voorzien zijn op de eerste as 2. Bij voorkeur worden het aantal vasthoudelementen 32 en de boog van het gedeeltelijke cirkelvormige binnenvlak zodanig voorzien dat ten minste twee vasthoudelementen 32 in contact blijven met het gedeeltelijke cirkelvormige binnenvlak van het gelei-dingselement 31 in de vasthoudfase, zodanig dat voorkomen wordt dat het geleidingselement 31 en dus ook de tweëdê as roteert, waarbij het tweede tandwiel 5 in de ontkoppelde hoekpositie 12 in de vasthoudfase gehouden wordt.
De vasthoudelementen 32 zijn bij voorkeur symmetrisch gelegen rondom de eerste as 2, zoals getoond wordt, bijvoorbeeld, in Figuur 2. Daarom, indien zes vasthoudelementen 32 aanwezig zijn, zijn de vasthoudelementen 32 hexagonaal opgesteld rondom de eerste as 2. Echter, andere configuraties zijn mogelijk, zoals, bijvoorbeeld, een driehoekige configuratie, een vierkante configuratie, een vijfhoekige configuratie, een zeshoekige configuratie, een achthoekige configuratie, enz.
De boog van het gedeeltelijk cirkelvormige binnenviak wordt bepaald door de centrale hoek die de boog bepaald die bij voorkeur in hoofdzaak gelijk is. aan tweemaal de hoek verkregen door 260° te delen door het aantal vasthoudelementen 32 symmetrisch gelegen rondom de eerste as 2, in het geval van een zeshoek bijvoorbeeld gelijk aan 120°, aangezien gebleken is dat een dergelijke boog in hoofdzaak in contact blijft met ten minste twee vasthoudelementen 32 in de vasthoudfase.
De uitvinder heeft gevonden dat de centrale hoek die de boog bepaalt van het gedeeltelijk cirkelvormige binnenvlak bij voorkeur een optimum heeft tussen een grote centrale hoek die een gemakkelijker vergrendeling van de vasthoudelementen 32 met het geleidingselement 31 biedt, en een kleine centrale hoek die een grotere hoekafstand biedt tiissen de vasthoudelementen 32 en aldus dus een bétere fixatie van de tweede as 3 biedt. Gebleken is dat een dergelijk optimum verkregen wordt met zes vasthoudelementen 32 en dus een centrale hoek van ongeveer 120°, zoals getoond wordt in Figuur 2.
l'
Bovendien moet de eerste as 2 bij voorkeur draaien over de hoek tussen twee opeenvolgende vasthoudelementen 32 voor het roteren van het tweede tandwiel 5 van de ontkoppelde hoekpositie 12 naar de gekoppelde hoekpositie 13 en voor het draaien van het tweede tandwiel 5 van de vrijgestelde hoekpositie 18 naar de ontkoppelde hoekpositie 12. Daarom moet de eerste as 2 360° + de hoek tussen twee opeenvolgende vasthoudelementen 32 draaien voor een volledige omwenteling van de tweede as 3, wat leidt tot verlaagde hoekversneliingen. Bij voorkeur, zoals te zien is in Figuur 2, worden de geleidingspaden 22, 28 aangepast om een dergelijke rotatie van de tweede as 3 te verschaffen door het overeenkomstig geleiden van de eerste elementen 19, 25.
Het tweede hoekdeel 7 stemt bij voorkeur, zoals getoond wordt in Figuur 2, in hoofdzaak overeen met de hoek tussen twee opeenvolgende vasthoudelementen 32. In een dergelijke uitvoeringsvorm is de centrale hoek van het tweede hoekdeel 7 in hoofdzaak gelijk aan de hoek tussen twee opeenvolgende vasthoudelementen 32, zijnde 60°, en daarom moet het tweede tandwiel 5 roteren over een hoek van 30° van de ontkoppelde hoekpositie naar de eerste of de tweede begrenzende tand 9, 10 terwijl de geleidrngspaden 22, 28 zodanig voorzien worden, dat een dergelijke rotatie van de tweede as 3 correspondeert met een rotatie van 60° van de eerste as 2, waardoor inderdaad een verminderde hoekversnelling van het tweede tandwiel 5 mogelijk wordt, en overeenkomstig, de tweede as 3, terwijl de hoeksnelheid van de eerste as in hoofdzaak constant blijft.
De vasthoudelementen 32, getoond in Figuur 2, hebben de vorm van een volger, in de vorm van een rol die geplaatst is op een vaste radiale afstand van de eerste as. Hoewel de vasthoudelementen 32 daartoe een vaste arm omvatten die zich radiaal uitstrekt van de eerste as 2, is dit niet kritisch voor de uitvinding en de volger kan bijvoorbeeld ook verschaft worden op een zich radiaal uitstrekkende element om ervoor te zorgen dat de volger zich radiaal kan verplaatsen:
In de enkelvoudige revolutiekoppeling, getoond in Figuur 2, omvatten de timingelementen 14, hoewel niet essentieel voor de uitvinding, een nokkenas 35 die voorzien is om aangedreven te worden door de rotatie van de eerste as 2. De nokkenas 35 omvat ten minste een eerste en een tweede nok 37, 38 en een nokvolger 36 die voorzien is om de omtrek van de nokken 37, 38 te volgen tijdens rotatie van de nokken 37, 38 door rotatie van de nokkenas 35. De nokken 37, 38 van de nokkenas 35 zijn beweegbaar gemonteerd ten opzichte van de nokvolger 36 tussen een eerste positie 39 en een tweede positie 40, zodanig dat de nokvolger 36 de omtrek van de eerste nok 37 in de eerste positie 39 en de omtrek van de tweede nok 38 in de tweede positie 40 volgt. De nokvolger 36 in de eerste positie 39 is voorzien voor het controleren van de vasthoud- 17, koppelings- 15 en ontkoppelings-middelen 16 zodanig dat eën enkelvoudige omwenteling van het tweede tandwiel 5 verkregen wordt, en de nokvolger 36 in de tweede positie 40 is voorzien voor het controleren van de vasthoudmiddelen 17, zodat het tweede tandwiel 5 in de ontkoppelde hoekpositie 12 gehouden wordt.
Dergelijke timingmiddelen 14 zijn echter niet kritisch voor de uitvinding en de timingmiddelen 14 kunnen bijvoorbeeld ook een systeem omvattenr omvattende messen zoals getoond in Figuur 14a of 14b dat een gelijkaardige enkelvoudige revolutiekoppeling 1 toont zoals aangege- ven in Figuur 2.
In de enkelvoudige revolutiekoppeling, zoals getoond wordt in Figuur 2, is bij voorkeur de nokvölger 36 verschuifbaar gemonteerd op de eerste as 2, maar kan deze ook verbonden zijn met de tweede as 3 langsheen de lengterichting van de as 2. De schuifbeweging van de nokvolger 36 wordt aangedreven door het volgen van de omtrek van de nokken 37, 38 door de nokvolger 37. De elementen van de vasthoud- 17, koppelings- 15 en ontkoppelingsmiddelen 16 die zich uitstrekken vanaf de as waarop de nokvolger 36 gemonteerd is vanuit verschillende posities langsheen de lengterichting van de as, zijn verbonden met de nokvolger 36. De elementen van de vasthoud- 17, koppelings- 15 en ontkoppelingsmiddelen 16 die zich uitstrekken vanaf de as waarop de nokvolger 36 gemonteerd is en de eerste nok 37 zijn zodanig geconfigureerd dat, waarbij de nokvolger 36 en de nokkenas 35 zich in de eerste positie 39 ten opzichte van elkaar bevinden : de koppelingsfase omvat dat de nokvolger 36 verschoven wordt door de omtrek van de eerste nok 37 naar een eerste positie 41 waarbij het geleidings- 31 en het vasthoudelement 32 van de vasthoudmiddelen 17 in de ontkoppelingspositie 34 zijn en het eerste en het tweede element 19, 20 van de koppelingsmiddelen 15 in de koppelingspositie 23 zijn, de eerste nok 37 verder zodanig geconfigureerd is dat de ontkoppe-lingsfase omvat dat de nokvolger 36 vervolgens verschuift naar een tweede positie 42 waarbij het eerste en het tweede element 25, 26 van de ontkoppelingsmiddelen 16 in de koppelingspositie 29 zijn en waarbij de geleiding en het vasthoudelement 31, 32 van de vasthoudmiddelen 17 in de ontkoppelingspositie 34 zijn, de eerste nok 37 verder zodanig geconfigureerd is dat de vasthoudfa-se omvat dat de nokvolger 36 vervolgens verschuift naar een derde positie 43 waarbij de vasthoudmiddelen 17 in de koppelingspositie 33 zijn en waarbij elementen van de koppelings- en ontkoppelingsmiddelen 15, 16 in de ontkoppelingspositie zijn, de nokkenas 35 en de nokvolger 36 voorzien zijn om vervolgens naar de tweede positie 42 te bewegen ten opzichte van elkaar.
Zoals verder weergegeven in Figuur 2, wordt de rotatie van de nokkenas 35 bij voorkeur, maar niet noodzakelijkerwijze, aangedreven door een aandrijfas 44. De aandrijfas 44 drijft bij voorkeur, maar niet noodzakelijkerwijze, ook de rotatie van de eerste as 2 aan, zodanig dat de nokkenas en de eerste as 2 synchroon roteren. Zoals getoond wordt in Figuur 2, wordt deze aandrijving door de aandrijfas 44 bij voorkeur uitgevoerd met tandwielen, waarbij een eerste stel tandwielen de rotatie van de aandrijfas 44 naar de nokkenas 35 overbrengt en een tweede stel tandwielen de rotatie van de aandrijfas 44 naar de eerste as 2 overbrengt. Een dergelijke configuratie is echter niet kritisch voor de uitvinding en de eerste as 2 kan bijvoorbeeld ook rechtstreeks aangedreven worden door een aandrijfsysteem zonder verdere tandwielen, terwijl de rotatie van de nokkenas 35 bijvoorbeeld aangedreven wordt door bijvoorbeeld een verdere reeks tandwielen die de beweging van de eerste as 2 op de nokkenas 35 overbrengen.
Figuur 14a en Figuur 14b tonen een uitvoeringsvorm van de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 volgens de huidige uitvinding waarbij de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 een getand element 49 omvat dat voorzien is voor het vullen van dé opening 11 tussen de eerste en tweede begrenzende tand 9, 10, zoals om tanden 8 te voorzien over de gehele omtrek van het tweede tandwiel 5 wanneer het bijvoorbeeld gewenst is om het tweede tandwiel 5 aan te drijven in aantal volledige omwentelingen door de in elkaar grijpende tanden van het eerste en tweede tandwiel 4, 5 en/of een in hoofdzaak constante snelheid bepaald door de rotatiesnelheid van het eerste tandwiel 4. Het getand element 49 is bij voorkeur geplaatst tussen de eerste en tweede begrenzende tand 9, 10 voor het vullen van de opening 11 en om tanden 8 te verschaffen over de gehele omtrek van het tweede tandwiel 5, wanneer het eerste en tweede tandwiel 4, 5 in een in elkaar grijpende positie zijn na het voltooien van de koppelingsfase, zoals om een plotselinge vergrendeling van het eerste en tweede tandwiel 4, 5 te voorkomen bij het plaatsen van het getand element 49 tussen de eerste en tweede begrenzende tand 9, 10 wanneer het eerste en tweede tandwiel 4, 5 in de ontkoppelde positie zijn ten opzichte van elkaar. Bij voorkeur wordt een actuator 50, zoals getoond in Figuur 14a en 14b, voorzien om het getand element te bewegen tussen de eerste en de tweede tand 9, 10 om een signaal te ontvangen om aan te geven dat het eerste en tweede tandwiel 4, 5 zich in de gekoppelde hoekpositie 13 bevinden. Bij voorkeur wordt dit signaal gegeven door de timingmiddelen 14.
Zoals getoond wordt in Figuur 14a, wordt het getand element 49 bij voorkeur verschaft in de opening 11 tussen de eerste en de tweede begrenzende tand 9, 10 door het te verschuiven langsheen de rotatie-as, bij voorkeur de tweede aandrijfas 3 van het tweede tandwiel 5, bij voorkeur door de actuator 50. Meer bij voorkeur wordt het getand element 49 daartoe verschaft om te schuiven langsheen de tweede aandrijfas 3 en het roteert samen met het tweede tandwiel 5.
De actuator 50 is bij voorkeur een hydraulische, pneumatische of elektrische actuator. Dit is echter niet kritisch voor de uitvinding en de actuator kan ook elk ander type actuator zijn dat geschikt geacht wordt door de vakman, zoals bijvoorbeeld een lineaire actuator, een actuator die links gebruikt, enz.
Figuur 14a toont dat het getande element 49 zodanig geplaatst is dat het tweede tandwiel 5 een enkelvoudige omwenteling zal uitvoeren wanneer dit gewenst is. Figuur 14b toont dat het getande element 49 zodanig in de opening 11 geplaatst wordt dat de tweede aandrijfas rotationeel aangedreven wordt door. de rotatie van het eerste tandwiel 4 zolang als gewenst is. De aandrijving van de tweede aandrijfas 3 in een aantal volledige omwentelingen wordt afgesloten door het verwijderen van het getande element 49 uit de opening 11 en het uitvoeren van de benodigde stappen voor de ontkoppelingsfase.
Bij het plaatsen van het getande element 49 in de opening 11 gedurende de aandrijffase, controleren de timingmiddelen 14 bij voorkeur de ontkoppelingsmiddelen 12 zodanig dat het eerste en tweede element 25, 26 van de ontkoppelingsmiddelen 12 niet met elkaar koppelen vergeleken met wanneer geen getande element 49 aanwezig is in de opening 11, om de beweging van het eerste en tweede tandwiel 4, 5 niet te verstoren. Omgekeerd, bij het verwijderen van het getand element 49 uit de opening 11 in de aandrijffase, controleren bij voorkeur de timingmiddelen 14 de ontkoppelingsmiddelen 12 zodanig dat het eerste en tweede element 25, 26 van de ontkoppelingsmiddelen 12 met elkaar koppelen in een ontkoppelingsfase, vergeleken met wanneer het getande element 49 niet aanwezig is in de opening 11, om het tweede tandwiel in de ontkoppelde hoekpositie 12 te brengen, gelijkaardig aan het einde van een enkelvoudige revolutiecyclus.
De uitvinding betreft ook het gebruik van een enkelvoudige revolutiekoppeling 1 volgens de uitvinding of een aandrijfsysteem l!’ volgens de uitvinding of een vierkante balenpers volgens de uitvinding. Bij een dergelijk gebruik controleren de timingmiddelen14 de koppelings- 15, ontkop-pelings- 16 en vasthoudmiddelen 17 zodanig dat een enkelvoudige omwenteling van het tweede tandwiel 5 verkregen wordt door: een koppelingsfase, waarbij de timingmiddelen 14 de koppelingsmidde-len 15 zodanig controleren dat het tweede tandwiel 5 geroteerd wordt vanuit de ontkoppelde hoekpositie 12 naar de gekoppelde hoekpositie 13, een daaropvolgende aandrijffase, waarbij het eerste tandwiel 4 door onderling aangrijpen het tweede tandwiel 5 aandrijft vanuit de gekoppelde hoekpositie 13 naar de vrijgestelde hoekpositie 18, - een daaropvolgende ontkoppelingsfase waarbij de timingmiddelen 14 de ontkoppelingsmiddelen 16 zodanig controleren dat het tweede tandwiel 5 geroteerd wordt vanuit de vrijgestelde hoekpositie 18 naar de ontkoppelde hoekpositie 12, en een daaropvolgende vasthoudfase waarbij de timingmiddelen 14 de vasthoudmiddelen 17 zodanig controleren dat het tweede tandwiel 5 in de ontkoppelde hoekpositie 12 gehouden wordt.
De opeenvolgende stappen van het gebruik van de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 worden bijvoorbeeld getoond in : - Figuur 3: toont de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 volgens Figuur 2 in de vasthoudfase, waarbij de koppelingsmiddelen 15 en de ontkoppe-lingsmiddelen 16 zich in de ontkoppelingspositie 24, 30 bevinden en de vasthoudmiddelen 17 zich in de koppelingspositie 33 bevinden, waarbij de nokkenas 35 zich in de tweede positie bevindt ten opzichte van de nokvolger 36 of waarbij de nokvolger zich in de derde positie 43 bevindt, - Figuur 4: toont de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 volgens Figuur 2 in de vasthoudfase, waarbij de koppelingsmiddelen 15 en de ontkoppe-lingsmiddelen 16 zich in de ontkoppelingspositie 24, 30 bevinden en de vasthoudmiddelen 17 zich in de koppelingspositie 33 bevinden, waarbij de nokkenas 35 zich in dè tweede positie 40 bevindt ten opzichte van de nokvolger 36, - Figuur 5: toont de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 volgens Figuur 2 in de koppelingsfase, waarbij de koppelingsmiddelen 15 zich inrde koppelingspositie 23 bevinden, de ontkoppelingsmiddelen 16 zich in de ont-koppeiingspositie 30 bevinden en de vasthoudmiddelen 17 zich in de ontkoppelingspositie 34 bevinden, waarbij de nokkenas 35 zich in de eerste positie 39 bevindt ten opzichte van de nokvolger 36 en waarbij de nokvolger 36 zich in de eerste positie 41 bevindt, - Figuur 6: toont de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 volgens Figuur 2 in de ontkoppelingsfase, waarbij de koppelingsmiddelen 15 zich in de ontkoppelingspositie 24 bevinden, de ontkóppelingsmiddelen 16 zich in de koppelingspositie 29 bevinden en de vasthoudmiddelen 17 zich in de ontkoppelingspositie positie 34 bevinden, waarbij de nokkenas 35 zich in de eerste positie 39 bevindt ten opzichte van de nokvolger 36 en de nokvolger 36 zich in de eerste positie 42 bevindt.
Figuren 7a - 7I tonen de verschillende stappen van het cyclische gebruik van de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 getoond in Figuur 2. Men kan opmerken dat na Figuur 71 de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 teruggekeerd is naar de toestand zoals weergegeven in Figuur 7a zodanig dat het tweede tandwiel 5 klaar is om wederom een enkelvoudige omwenteling uit te voeren indien gewenst door verschuiving van de nokkenas 35 en de nokvolger 36 ten opzichte van elkaar, zodanig dat zij zich weer in de eerste positie 39 bevinden ten opzichte van elkaar, zoals weergegeven in Figuren 7b, 7c. Figuren 7d- 7f tonen de stappen die leiden tot de koppelingsfase. Figuren 7g - 7i tonen de aandrijffase en de stappen die leiden tot de ontkoppelingsfase 7k - 7I tonen de ontkoppelingsfase en de vasthoudfase.
Figuren 8a - 8d tonen een zijaanzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 volgens de uitvinding, getoond in Figuur 2, wanneer men langsheen de aandrijfas 44 naar de tandwielen van de enkelvoudige tf revolutiekoppeling 1 zou kijken.....Figuren 8a - 8d tonen de enkelvoudige revolutiekoppeling in de vasthoudfase, net voor de koppelingsfase. Het kan worden opgemerkt dat de vasthoudmiddelen 17 het eerste tandwiel 4 op zijn plaats houden ten opzichte van het tweede tandwiel 5, alhoewel het eerste en het tweede tandwiel 4, 5 zich in de ontkoppelde hoekpositie 12 ten opzichte van elkaar bevinden.
Figuren 8e - 8h tonen een zijaanzicht van de enkelvoudige revolutiekoppeling 1 volgens de uitvinding, getoond in Figuur 2, wanneer men langsheen de aandrijfas 44 naar de tandwielen van de enkelvoudige revolutiekoppeling zou kijken in de koppelingsfase. Figuur 8e toont dat de koppelingsrol 21 van de koppelingsmiddelen 15 koppelt met de geleidingsbaan 22 van het tweede element 20, zoals getoond in een bovenaanzicht in Figuur 7e. Figuren 8b - 8h tonen een verdere beweging van de koppelingsrol 21 in de geleidingsbaan 22 en met name de beweging van het tweede element 31 van de vasthoudmiddelen 17.
Figuur 9a toont het aanzicht volgens Figuur 8d, maar zonder het tweede element 31 van de vasthoudmiddelen 17, om verder de koppeling van het eerste en tweede element 19, 20 van de koppelingsmiddelen 15 tijdens de koppelingsfase te verduidelijken. De voortzetting van de koppelingsfase weergegeven in Figuur 9a is weergegeven in Figuren 9b - 9h. Men kan zien in Figuur 9h, dat de tanden van het eerste en tweede tandwiel 4, 5, nu in elkaar grijpen en dat daarom het tweede tandwiel 5 wordt aangedreven door het eerste tandwiel 4 met behulp van de respectievelijke tanden.
Figuren 10a - 10f tonen de koppelingsfase van de ontkoppelde hoekpositie 12 naar de gekoppelde hoekpositie 13 maar vanuit een zijaanzicht tegenover de zijaanzichten van de Figuren 9a - 9h.
Figuren 11a - 11 i tonen de ontkoppelingsfase van de gekoppelde hoekpositie 13 naar de ontkoppelde hoekpositie 12 volgens hetzelfde aanzicht zoals getoond in Figuren 10a - 10f maar met het eerste 4 en het tweede 5 tandwiel verwijderd, om een optimaal zicht te bieden op de ontkoppelingsmiddelen 16.
Figuren 12a - 12f tonen de ontkoppelingsfase van de gekoppelde hoekpositie 13 naar de ontkoppelde hoekpositie 12 volgens hetzelfde aanzicht zoals getoond in Figuren 10a - 10f maar nu met het eerste 4 en het tweede 5 tandwiel verwijderd, om een optimaal zicht te bieden op de beweging van het eerste en het tweede tandwiel 4, 5 ten opzichte van elkaar tijdens de ontkoppelingsfase.
Figuren 13a - 13e tonen de beweging van de vast-houdmiddelen 17 tijdens de ontkoppelingsfase in een aanzicht tegenover het aanzicht van de Figuren 12a - 12f om te tonen dat na voltooiing van de ontkoppelingsfase, de vasthoudmiddelen 17 nu het tweede tandwiel 5 in de gewenste ontkoppelde hoekpositie 12 in de vasthoudfase houden aangezien het geleidingselement 31 en het vasthoudelement 32 van de vasthoudmiddelen 17 met elkaar koppelen.

Claims (14)

1. Een revolutiekoppeling (1) voor het mechanisch onderling verbinden van een eerste aandrijfas (2), die verschaft wordt om in hoofdzaak continu te roteren, met een tweede as (3) zodanig dat de tweede as (3) kan aangedreven worden door de eerste as (2) in een enkelvoudige omwenteling, waarbij de koppeling (1) een eerste tandwiel (4) omvat dat verbonden is met de eerste as (2), met het kenmerk, dat de koppeling (1) een tweede tandwiel (5) omvat dat verbonden is met de tweede as (3), waarbij een eerste hoekdeel (6) van de omtrek van het tweede tandwiel (5) voorzien is van tanden (8) begrensd door een eerste en een tweede begrenzende tand (9, 10) en een tweede hoekdeel (7 ) van de omtrek van het tweede tandwiel (5) tussen de eerste en tweede begrenzende tanden (9, 10) een opening (11) vormt, waarbij het eerste tandwiel (4) verschaft wordt om al draaiend aan te. grijpen in het tweede tandwiel (5 ) over het eerste hoekdeel (6) van het tweede tandwiel (5) en verschaft wordt om zich van het eerste tandwiel (4) te ontkoppelen in het tweede hoekdeel (7) van het tweede tandwiel (5), waarbij de opening (11) de tanden (8) van het eerste tandwiel (4) ontvangt in een ontkoppelde hoekpositie (12) van het tweede tandwiel (5), waarbij de enkelvoudige revolutiekoppeling (1) vasthoudmiddelen (17) omvat om het tweede tandwiel (5) in de ontkoppelde hoekpositie (12) te houden, koppelingsmiddelen (15) voor het roteren van het tweede tandwiel (5) vanuit de ontkoppelde hoekpositie (12) naar een gekoppelde hoekpositie (13) waarbij het eerste tandwiel (4) al draaiend aangrijpt met de eerste begrenzende tand (9) van het tweede tandwiel (5), en ontkoppelingsmiddelen (16) voor het roteren van het tweede tandwiel (5) van een vrijgestelde hoekpositie (18) waarbij het eerste tandwiel (4) al draaiend aangrijpt in de tweede begrenzende tand (10 ) van het tweede tandwiel (5) naar de ontkoppelde hoekpositie (12) na geroteerd te hebben in elkaar grijpend aangedreven door het eerste tandwiel (4) en waarbij de enkelvoudige revolutiekoppeling (1) timing- middelen (14) omvat voor het controleren van de koppelings- (15 ), ont-koppelings- (16) en vasthoudmiddelen (17) zodanig dat een enkelvoudige omwenteling van het tweede tandwiel (5) verkregen wordt door: - een koppêlingsfase, waarbij de timingmiddelen (14) de koppelingsmidde-len (15) zodanig controleren dat het tweede tandwiel (5) geroteerd wordt vanuit de ontkoppelde hoekpositie (12) naar de gekoppelde hoekpositie (13), een daaropvolgende aandrijffase,. waarbij het eerste tandwiel (4) door onderling aangrijpen het tweede tandwiel (5) aandrijft van de gekoppelde hoekpositie (13) naar de vrijgestelde hoekpositie (18), een daaropvolgende ontkoppelingsfase, waarbij de timingmiddelen (14) de ontkoppelingsmiddelen (16) zodanig controleren dat het tWëede tandwiel (5) geroteerd wordt vanuit de vrijgestelde hoekpositie (18) naar de ontkoppelde hoekpositie (12), en een daaropvolgende vasthoudfase, waarbij de timingmiddelen (14) de vasthoudmiddelen (17) zodanig controleren dat het tweede tandwiel (5) in de ontkoppelde hoekpositie (12) gehouden wordt.
2. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens conclusie 1,r met het kenmerk, dat de koppelingsmiddelen (15) een eerste element (19) omvatten dat zich radiaal uitstrekt vanaf ofwel de eerste (2), ofwel de tweede as (3) en een tweede element (20 ) dat zich uitstrekt vanaf de andere van de eerste (2) en de tweede as (3), waarbij het eerste en tweede element (19, 20) voorzien zijn om te roteren samen met de as (2, 3) van waaraf zij zich uitstrekken, waarbij het eerste element (19) aan zijn uiteinde een koppelingsrol (21 ) omvat, waarbij het tweede element (20) een geleidingsbaan (22) omvat voor het ontvangen van de koppelingsrol (21), zodanig dat de roterende beweging van de eerste as (2) overgedragen wordt op de tweede as (3) bij het koppelen van het eerste en het tweede element (19, 20), waarbij het tweede tandwiel (5) geroteerd wordt vanuit de ontkoppelde hoekpositie (12) naar de gekoppelde hoek-positie (13), waarbij het eerste tandwiel ( 4) al draaiend aangrijpt in de eerste begrenzende tand (9) van het tweede tandwiel (5), waarbij het eerste en tweede element (19, 20) beweegbaar gemonteerd zijn ten opzichte van elkaar langsheen de respectievelijke assen (2, 3) waarop ze gemonteerd zijn tussen een koppelingspositie (23) waarbij het eerste en het tweede element (19, 20) met elkaar koppelen en een ontkoppelings-positie (24) waarbij het eerste en het tweede element (19, 20) niet met elkaar koppelen.
3. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste element (19) zich uitstrekt vanaf de eerste as (2) ën het tweede element (20) zich uitstrekt vanaf de tweede as (3).
4. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens elk van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk, dat de ontkoppelingsrniddelen (16) een eerste element (25) omvatten dat zich radiaal uitstrekt vanaf ofwel de eerste (2), ofwel de tweede as (3) en een tweede element (26) dat zich uitstrekt vanaf de andere as, waarbij het eerste en het tweede element (25, 26) voorzien zijn om te roteren samen met de as van waaraf ze zich uitstrekken, waarbij het eerste element (25) aan zijn uiteinde een ontkoppelings-rol (27) omvat, waarbij het tweede element (26) een geleidingsbaan (28) omvat voor het ontvangen van de ontkoppelingsrol (27) zodanig dat de roterende beweging van de eerste as (2) overgedragen wordt op de tweede as (3) bij het koppelen van het eerste en het tweede element (25, 26), waarbij het tweede tandwiel (5) geroteerd wordt naar de ontkoppelde hoekpositie (12) na het bereiken van de tweede begrenzende tand (10) na rotatie aangedreven door het eerste tandwiel (4), waarbij het eerste en het tweede element (25, 26) beweegbaar gemonteerd zijn ten opzichte van elkaar langsheen de respectievelijke assen waarop zij aangebracht zijn tussen een koppelingspositie (29) waarbij het eerste en het tweede element (25, 26) met elkaar koppelen en een ontkoppelings-positie (30) waarbij het eerste en het tweede element (25, 26) niet met elkaar koppelen.
5. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het eerste element (25) zich uitstrekt vanaf de eerste as (2) en het tweede element (26) zich uitstrekt vanaf de tweede as (3).
6. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens elk van de conclusies 1 - 5, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen (17) een geleidingsele-ment (31) omvatten dat gemonteerd is op de tweede as (3) en voorzien l' is om samen met de tweede as (3) te roteren en met een gedeeltelijk cirkelvormig binnenvlak voor het geleiden van een vasthoudelement (32) dat zich radiaal uitstrekt vanaf de eerste as (2) en voorzien om samen te roteren met de eerste as (2) in het gedeeltelijk cirkelvormige binnenvlak om het tweede tandwiel ( 5) in de ontkoppelde hoekpositie (12) te houden, waarbij het geleidings- en het vasthoudelement (31, 32) beweegbaar ten opzichte van elkaar gemonteerd zijn langsheen de respectievelijke assen waarop zij aangebracht zijn, tussen een koppelingspositie (33) waarbij het geleidings- en het vasthoudelement met elkaar koppelen en een ontkoppelingspositie (34) waarbij het geleidings- en het vasthoudelement (31, 32) niet i met elkaar koppelen.
7. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens elk van de conclusies 1 - 6, met het kenmerk, dat de timingmiddelen (14) een nokkenas (35) omvatten die voorzien is om aangedreven te worden door de rotatie van de eerste as (2), waarbij de nokkenas (35) ten minste éen eerste en een tweede nok (37, 38) omvat en een nokvolger (36) die voorzien is om de omtrek van de nokken (37, 38) te volgen tijdens rotatie van de nokken (37, 38) door rotatie van de nokkenas (35), waarbij de nokken (37, 38) van de nokkenas (35) beweegbaar ten opzichte van de nokvolger (36) gemonteerd zijn tussen een eerste positie (39) en een tweede positie (40), zodanig dat de nokvolger (36) de omtrek van de eerste nok (37) in de eerste positie (39) en de omtrek van de tweede nok (38) in de tweede positie (40) volgt, waarbij de nokvolger (36) in de eerste positie (39) de vasthoud- (17), koppelings- (15) en ontkoppelingsmiddelen (16) zodanig controleert dat een enkelvoudige omwenteling van het tweede tandwiel (5) verkregen wordt en de nokvolger (36) in de tweede positie (40) de vasthoudmiddelen (17) zodanig controleert dat het tweede tandwiel (5) in de ontkoppelde hoekpositie (12) gehouden wordt.
8. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens conclusie 7, ten rçiinste in combinatie met conclusies 2, 4 én 6, mét het kenmerk, dat de nokvolger (36) verschuifbaar gemonteerd is op de eerste (2) of op de tweede as (3) langsheen de lengterichting van de as, waarbij de schuifbeweging van de nokvolger (36) aangedreven wordt door het volgen van de omtrek van de nokken (37, 38) door de nokvolger (37), en dat de elementen van de vasthoud- (17), koppelings- (15) en ontkoppelingsmiddelen (16) die zich uitstrekken van de as waarop de nokvolger (36) aangebracht is naar verschillende posities dié zich uitstrekken langsheen de lengterichting van de as, verbonden zijn met de nokvolger (36), waarbij de elementen van de vasthoud- (17), koppelings- (15) en ontkoppelingsmiddelen (16) die zich uitstrekken van de as waarop de nokvolger (36) aangebracht is en de eerste nok (37) die zodanig uitgevoerd is dat, wanneer de nokvolger (36) en de nokkenas (35) zich in de eerste positie (39) ten opzichte van elkaar bevinden, omvat de koppelingsfase de nokvolger (36) die wordt geschoven door de omtrek van de eerste nok (37) naar een eerste positie (41) waarbij het geleidings- (31) en het vasthoudelement (32) van de vasthoudmiddelen (17) zich in de ontkoppelingsp.ositie (34) bevinden en het eerste en tweede element (19, 20) van de koppelingsmiddelen (15) zich in de koppelingspositie (23) bevinden, waarbij de eerste nok (37) verder zodanig geconfigureerd is dat de ontkoppelingsfase omvat dat de nokvolger (36) vervolgens verschuift naar een tweede positie (42) waarbij het eerste en tweede element (25, 26) van de losmaakmiddelen (16) zich in de koppelingspositie (29) bevinden en waarbij het geleidings-en het vasthoudelement (31, 32) van de vasthoudelementen (17) zich in de ontkoppelingspositie (34) bevinden, waarbij de eerste nok (37) verder zodanig geconfigureerd is dat de vasthoudfase omvat dat de nokvolger (36) vervolgens verschuift naar een derde positie (43) waarbij de vast-houdmiddelen (17) zich in de koppelingspositie (33) bevinden en waarbij de elementen van de koppelings- en ontkoppelingsmiddelen (15, 16) zich in de ontkoppelingspositie bevinden, waarbij de nokkenas (35) en de nokvolger (36) voorzien zijn om vervolgens naar de tweede positie (42) te bewegen ten opzichte van elkaar. '*
9. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de nokvolger (36) verschuifbaar gemonteerd is op de eerste as (2), waarbij de glijdende beweging van de nokvolger (36) aangedreven wordt door het volgen van de omtrek van de nokken (37, 38) door de nokvolger (36).
10. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de rotatie van de nokkenas (35) aangedreven wordt door een aandrijfas (44) en dat de aandrijfas (44) ook de rotatie van de eerste as (2) aandrijft zodanig dat de nokkenas en de eerste as (2) synchroon roteren.
11. Een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens elk van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de enkelvoudige revolutiekoppeling (1) een getand element (49) omvat dat voorzien is voor het vullen van de opening (11) tussen de eerste en de tweede begrenzende tand (9, 10) zodat tanden (8) voorzien worden langsheen de hele omtrek van het tweede tandwiel (5) zodanig dat, door de aanwezigheid van het getand element (49), het tweede tandwiel (5) in staat is om een aantal volledige omwentelingen te maken.
12. Aandrijving omvattende een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens elk van de conclusies 1-11, waarbij een eerste aandrijfas (2) van het aandrijfsysteem die voorzien is om in hoofdzaak continu te roteren, verbonden is door de enkelvoudige revolutiekoppeling (1) met een tweede as (3) van het aandrijfsysteem zodanig dat de tweede as (3) aangedreven kan worden door de eerste as (2) in een enkelvoudige omwenteling, waarbij het eerste tandwiel (4) van de koppeling (1) verbonden is met de eerste as (2) en het tweede tandwiel (5) van de koppeling (1 ) verbonden is met de tweede as (3).
13. Balenpers (45) omvattende een aandrijfsysteem volgens conclusie 12, waarbij de tweede as (3) van het aandrijfsysteem is verbonden met een stouwer van de balenpers.
14. Gebruik van een enkelvoudige revolutiekoppeling (1) volgens elk van de conclusies 1 - 11 of een aandrijfsysteem volgens conclusie 12 of balenpers volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de timingmiddelen (14) de koppelings- (15); ontkoppelings- (16.) en vasthoudmiddelen (17) controleren zódanig dat een enkelvoudige omwenteling van het tweede tandwiel (5) verkregen wordt door: - een koppelingsfase, waarbij de timingmiddelen (14) de koppelingsmid-delen (15) zodanig controleren dat het tweede tandwiel (5) geroteerd wordt vanuit de ontkoppelde hoekpositie (12) naar de gekoppelde hoek-positie (13), - een daaropvolgende aandrijffase, waarbij het eerste tandwiel (4) door onderling aangrijpen het tweede tandwiel (5) aandrijft vanuit de gekoppelde hoekpositie (13) naar de vrijgestelde hoekpositie (18), - een daaropvolgende ontkoppelingsfase waarbij de timingmiddelen (14) de ontkoppelingsmiddelen (16) zodanig controleren dat het tweede tandwiel (5) geroteerd wordt vanuit de vrijgestelde hoekpositie (18) naar de ontkoppelde hoekpositie (12), en - een daaropvolgende vasthoudfase waarbij de timingmiddelen (14) de vasthoudmiddelen (17) zodanig controleren dat het tweede tandwiel (5) in de ontkoppelde hoekpositie (12) gehouden wordt.
BE201200209A 2012-03-26 2012-03-26 Enkelvoudige revolutiekoppeling, aandrijfsysteem en vierkante balenpers met een dergelijke koppeling en gebruik van een dergelijke koppeling, aandrijfsysteem of balenpers. BE1020595A3 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200209A BE1020595A3 (nl) 2012-03-26 2012-03-26 Enkelvoudige revolutiekoppeling, aandrijfsysteem en vierkante balenpers met een dergelijke koppeling en gebruik van een dergelijke koppeling, aandrijfsysteem of balenpers.
EP13711912.9A EP2830409B1 (en) 2012-03-26 2013-03-26 Single revolution clutch, drive system and square baler comprising such clutch and use of such clutch, drive system or square baler
PCT/EP2013/056349 WO2013144114A1 (en) 2012-03-26 2013-03-26 Single revolution clutch, drive system and square baler comprising such clutch and use of such clutch, drive system or square baler

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200209A BE1020595A3 (nl) 2012-03-26 2012-03-26 Enkelvoudige revolutiekoppeling, aandrijfsysteem en vierkante balenpers met een dergelijke koppeling en gebruik van een dergelijke koppeling, aandrijfsysteem of balenpers.
BE201200209 2012-03-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020595A3 true BE1020595A3 (nl) 2014-01-07

Family

ID=47997516

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201200209A BE1020595A3 (nl) 2012-03-26 2012-03-26 Enkelvoudige revolutiekoppeling, aandrijfsysteem en vierkante balenpers met een dergelijke koppeling en gebruik van een dergelijke koppeling, aandrijfsysteem of balenpers.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2830409B1 (nl)
BE (1) BE1020595A3 (nl)
WO (1) WO2013144114A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10701866B2 (en) 2017-10-25 2020-07-07 Deere & Company Drive system for intermittent rotation output
CN113048208B (zh) * 2021-03-30 2024-06-04 湖南天悦消防工程有限公司 一种无电式闸机

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE278744C (nl) * 1912-09-04 1914-10-03
DE280756C (nl) * 1912-09-04 1914-11-28
DE1447380A1 (de) * 1963-02-07 1968-10-31 Olivetti & Co Spa Einrichtung fuer Rechen-,Buchungs- und aehnliche Maschinen zum intermittierenden Kuppeln eines Gliedes mit einer stetig motorisch angetriebenen Welle
US20110026971A1 (en) * 2009-07-30 2011-02-03 Canon Kabushiki Kaisha Driving device and image forming apparatus

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2326126A (en) 1997-06-14 1998-12-16 Ford New Holland Nv Safety means for a needle trip mechanism

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE278744C (nl) * 1912-09-04 1914-10-03
DE280756C (nl) * 1912-09-04 1914-11-28
DE1447380A1 (de) * 1963-02-07 1968-10-31 Olivetti & Co Spa Einrichtung fuer Rechen-,Buchungs- und aehnliche Maschinen zum intermittierenden Kuppeln eines Gliedes mit einer stetig motorisch angetriebenen Welle
US20110026971A1 (en) * 2009-07-30 2011-02-03 Canon Kabushiki Kaisha Driving device and image forming apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
WO2013144114A1 (en) 2013-10-03
EP2830409B1 (en) 2017-08-23
EP2830409A1 (en) 2015-02-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN104827896B (zh) 用于电驱动机动车辆的电动门式车桥
US11125281B2 (en) Rotating multimode clutch module for all wheel drive system
CN206000899U (zh) 用于手推轮式车辆的传动装置以及配备其的轮式车辆
CN105966240A (zh) 四轮驱动车辆的差速器装置
BE1020595A3 (nl) Enkelvoudige revolutiekoppeling, aandrijfsysteem en vierkante balenpers met een dergelijke koppeling en gebruik van een dergelijke koppeling, aandrijfsysteem of balenpers.
CN105587837B (zh) 模块化致动的马达驱动变速箱
CN103967969A (zh) 自动变速器用齿式离合器控制装置
CN102449337A (zh) 具有斜面体齿轮组的紧凑型分动器
EP2593323A1 (en) Electric drive for a motor vehicle
CN102213279B (zh) 可通断的电磁离合器和操纵一个可通断的电磁离合器的方法
US20160243936A1 (en) Transfer
EP3524839B1 (en) Drive system for intermittent rotation output
BE1021103B1 (nl) Aandrijfmechanisme voor een rechthoekige balenpers
CN105992886A (zh) 用于齿式离合器的驱动器和控制驱动器的方法
KR101301859B1 (ko) 콤바인용 미션
JP2003525401A (ja) 自動車用の差動固定クラツチを持つ差動装置及び差動装置を備えた動力分配装置。
EP2644923B1 (fr) Dispositif d'accouplement entre deux éléments tournants
WO2017151693A1 (en) Rotating multimode clutch module for all wheel drive system
KR101288771B1 (ko) 1자유도 그리퍼 시스템의 동작 구조, 탈부착이 가능한 1자유도 그리퍼 시스템 및 그 구동 방법
KR102317433B1 (ko) 이앙기 정지장치의 전동기구
JP5335446B2 (ja) 田植機
WO2014157441A1 (ja) 田植機
US10443662B2 (en) Mechanically coupled system with variable lever arm for torque coupling and decoupling between input and output
CN102498310B (zh) 驱动轴与两个从动轴之间的机械传动装置
CN103511619B (zh) 操纵装置

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200331