BE1019299A3 - Wekwijze voor het aansturen van een compressor. - Google Patents

Wekwijze voor het aansturen van een compressor. Download PDF

Info

Publication number
BE1019299A3
BE1019299A3 BE2010/0253A BE201000253A BE1019299A3 BE 1019299 A3 BE1019299 A3 BE 1019299A3 BE 2010/0253 A BE2010/0253 A BE 2010/0253A BE 201000253 A BE201000253 A BE 201000253A BE 1019299 A3 BE1019299 A3 BE 1019299A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
compressor element
compressor
load
inlet
speed
Prior art date
Application number
BE2010/0253A
Other languages
English (en)
Inventor
Filip Gustaaf M Huberland
Stijn Jozef Rita Johanna Janssens
Uwe Pahner
Original Assignee
Atlas Copco Airpower Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE2010/0253A priority Critical patent/BE1019299A3/nl
Application filed by Atlas Copco Airpower Nv filed Critical Atlas Copco Airpower Nv
Priority to DK11721982.4T priority patent/DK2561233T3/en
Priority to JP2013505280A priority patent/JP5715238B2/ja
Priority to AU2011242422A priority patent/AU2011242422B2/en
Priority to KR1020127030254A priority patent/KR101513788B1/ko
Priority to EP11721982.4A priority patent/EP2561233B1/en
Priority to MX2012012173A priority patent/MX2012012173A/es
Priority to PCT/BE2011/000019 priority patent/WO2011130807A2/en
Priority to BR112012027029-0A priority patent/BR112012027029B1/pt
Priority to RU2012149137/06A priority patent/RU2528768C2/ru
Priority to ES11721982.4T priority patent/ES2686117T3/es
Priority to US13/640,602 priority patent/US10087944B2/en
Priority to CN201180019777.7A priority patent/CN102918277B/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1019299A3 publication Critical patent/BE1019299A3/nl
Priority to JP2015055509A priority patent/JP6058054B2/ja

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D27/00Control, e.g. regulation, of pumps, pumping installations or pumping systems specially adapted for elastic fluids
    • F04D27/02Surge control
    • F04D27/0261Surge control by varying driving speed
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D17/00Radial-flow pumps, e.g. centrifugal pumps; Helico-centrifugal pumps
    • F04D17/08Centrifugal pumps
    • F04D17/10Centrifugal pumps for compressing or evacuating
    • F04D17/12Multi-stage pumps
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D27/00Control, e.g. regulation, of pumps, pumping installations or pumping systems specially adapted for elastic fluids
    • F04D27/02Surge control
    • F04D27/0207Surge control by bleeding, bypassing or recycling fluids
    • F04D27/0215Arrangements therefor, e.g. bleed or by-pass valves
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D27/00Control, e.g. regulation, of pumps, pumping installations or pumping systems specially adapted for elastic fluids
    • F04D27/02Surge control
    • F04D27/0284Conjoint control of two or more different functions
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05DINDEXING SCHEME FOR ASPECTS RELATING TO NON-POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES OR ENGINES, GAS-TURBINES OR JET-PROPULSION PLANTS
    • F05D2210/00Working fluids
    • F05D2210/10Kind or type
    • F05D2210/12Kind or type gaseous, i.e. compressible
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/70Efficient control or regulation technologies, e.g. for control of refrigerant flow, motor or heating
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S415/00Rotary kinetic fluid motors or pumps
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S417/00Pumps

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Control Of Positive-Displacement Air Blowers (AREA)
  • Applications Or Details Of Rotary Compressors (AREA)
  • Control Of Positive-Displacement Pumps (AREA)
  • Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het aansturen van een compressor die een compressorelement bevat, daardoor gekenmerkt dat, bij een overgang van vollast naar deellast of nullast, een proces A wordt doorlopen dat de volgende stappen omvat: - het verlagen van de inlaatdruk; en - het verlagen van het toerental, en/of dat bij een overgang van deellast of nullast naar vollast, een proces B wordt doorlopen dat de volgende stappen omvat: - het opvoeren van het toerental; en - het opvoeren van de inlaatdruk.

Description

Werkwijze voor het aansturen van een compressor.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aansturen van een compressor die is voorzien van één of meerdere compressorelementen, waarbij elk compressorelement is uitgerust met een inlaat en een uitlaat, waarbij de compressor kan worden aangesloten op een belasting die gebruik maakt van samengeperst gas.
Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het besparen van energie tijdens een overgang van vollast naar deellast of nullast of omgekeerd, waarbij de compressor een stuureenheid bevat die het toerental van het voornoemde compressorelement of de voornoemde compressorelementen op een nominaal toerental of binnen een bepaald nominaal toerentalbereik regelt.
In vele gevallen is het wenselijk dat het debiet van het samengeperste gas aan de uitlaat van de compressor in bepaalde mate regelbaar is, bijvoorbeeld in het geval de compressor een druknet voorziet van samengeperst gas. In zulke situatie wordt het aangevoerde gasdebiet bij voorkeur aangepast in functie van het verbruik in het druknet.
Indien minstens één van de tot de compressor behorende compressorelementen van het schroeftype is, kan op bekende wijze, het geleverde gasdebiet geregeld worden zonder dat dit wezenlijk ten koste gaat van het rendement.
De inlaatdruk van het compressorelement wordt in dat geval typisch gereduceerd bij gelijkblijvend toerental ervan (het voorgaande is echter niet het geval indien het compressorelement is uitgevoerd volgens het turbotype).
Indien de compressor van het turbotype is, werkt deze, bij voorkeur, bij een min of meer constant debiet waarbij de turbocompressor op nominaal toerental draait. Bij nominaal toerental werkt de compressor zogenaamd in vollast regime waarbij de compressor op zijn meest optimale werkingspunt werkt.
Het uitlaatdebiet kan in beperkte mate op een energie-efficiënte manier gevarieerd worden door het toerental van de compressor te laten variëren of door middel van zogenaamde inlaatleischoepen of 'inlet guide vanes' en/of 'diffuser guide vanes'.
Wanneer de gevraagde debieten nog verder terugvallen, worden andere methoden toegepast om het uitlaatdebiet te regelen.
Zo wordt traditioneel het overtollig deel samengeperst gas aan de uitlaat van de compressor afgeblazen door gebruik te maken van een afblaasklep.
Een andere bekende methode bestaat erin om periodiek het volledige debiet aan de uitlaat van de compressor af te blazen of te recirculeren tot wanneer de druk in een druknet beneden een zekere waarde zakt, waarna de compressor opnieuw het volledige debiet levert.
Op die manier kan de turbocompressor steeds het geleverde debiet afstemmen op het gevraagde debiet.
Een belangrijk nadeel van de bekende werkwijzen bestaat erin dat ze energieverslindend zijn.
Nog een andere, meer energie-efficiënte manier om het geleverde debiet te verlagen, is het installeren van zogenaamde instelbare 'inlet guide vanes' of, alternatief, 'diffuser guide vanes', waarbij telkens de invalshoek van de stroming aangepast wordt bij wijzigende debieten (respectievelijk aan de inlaat en uitlaat van de compressortrap). Een nadeel hierbij is de relatief hoge complexiteit en fabricagekost die hieraan verbonden is.
Bij alle beschreven werkwijzen wordt het toerental van de compressor gelijk gehouden bij de overgang van belaste naar onbelaste toestand of omgekeerd.
Nog een andere manier om het geleverde debiet nog verder te verlagen in het geval van een toerentalgeregelde centrifugaalcompressor, is het reduceren van het toerental ervan, waarbij de uitlaatdruk eerst of gelijktijdig gereduceerd wordt door middel van een afblaasklep zodat een laag onbelast vermogen kan worden bereikt. De compressor levert dan geen debiet meer aan het druknet.
Een nadeel hierbij is echter dat er belangrijke verliezen optreden in de overgang tussen de belaste en de onbelaste toestand en omgekeerd omdat het vermogen van de centrifugaalcompressor niet sterk afhankelijk is van de einddruk.
De huidige uitvinding heeft tot doel een oplossing te bieden voor één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen, doordat zij voorziet in een werkwijze voor het aansturen van een compressor die is voorzien van één of meerdere compressorelementen, waarbij elk compressorelement is uitgerust met een inlaat en een uitlaat, waarbij, bij een overgang van vollast naar deellast of nullast, minstens een eerste compressorelement een proces A doorloopt dat de volgende stappen omvat: het op zijn minst tijdelijk verlagen van de inlaatdruk van dit eerste compressorelement; en het verlagen van het toerental van dit eerste compressorelement tot een lager toerental of nul, en/of waarbij, bij een overgang van deellast of nullast naar vollast, minstens een eerste compressorelement een proces B doorloopt dat de volgende stappen omvat: het opvoeren van het toerental van het eerste compressorelement tot aan een nominaal toerental of tot binnen een nominaal toerentalgebied; en - het gecontroleerd opvoeren van de inlaatdruk van het betreffend eerste compressorelement.
Onder het "gecontroleerd opvoeren van de inlaatdruk" dient te worden verstaan het actief opdrijven van deze inlaatdruk door het, bijvoorbeeld door middel van een stuureenheid, aansturen van bepaalde onderdelen van de compressor zoals kleppen, compressorelementen of dergelijke.
Bij voorkeur omvat het proces A tevens de stap van, alvorens de inlaatdruk van het eerste compressorelement te verlagen, de uitlaatdruk te reduceren, bijvoorbeeld door het openen van een afblaasklep aan de perszijde van dit eerste compressorelement.
Volgens een voorkeurdragend aspect van de uitvinding, omvat proces B tevens de stap van, na het op niveau brengen van de inlaatdruk van het eerste compressorelement, de uitlaatdruk op te drijven, bijvoorbeeld door het sluiten van een afblaasklep aan de perszijde van dit eerste compressorelement.
Een voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is dat de energieverliezen in de overgangsperiodes tussen vollast en deellast of nullast en/of omgekeerd beperkt blijven in vergelijking met de bestaande werkwijzen voor het in toerental regelen van een compressorelement.
Zo neemt bijvoorbeeld bij het doorlopen van een proces A het eerste compressorelement minder vermogen op. Alternatief zal, bij een aansturing van het compressorelement aan een bepaald koppel tijdens dit proces A, het toerental van het eerste compressorelement minder snel afnemen tijdens een overgang van vollast naar deellast of nullast. Een specifiek geval kan zijn dat dit aanstuurkoppel gelijk aan nul is, waarbij het eerste compressorelement enkel vertraagt ten gevolge van zijn eigen aëro-vermogen.
Indien na een bepaalde tijd het eerste compressorelement niet opnieuw het commando krijgt om in vollast te werken, dan wordt het toerental gestabiliseerd op een ingesteld minimaal toerental.
Doordat bij het doorlopen van zulke proces A de inlaatdruk is verlaagd en het eerste compressorelement gedurende langere tijd op toerental blijft, vergt een overgang naar vollast gedurende dit tijdsbestek weinig energie. Een bijkomend voordeel van de verlaagde inlaatdruk is dat het ingesteld minimaal toerental relatief dicht bij het nominaal toerental, mits minimaal koppel, en dus met minimale energievereisten kan worden gelegd zonder dat hiervoor veel energie nodig is. Ook in het geval het compressorelement op het minimaal toerental draait, vergt een overgang naar vollast minder energie in vergelijking met de bestaande werkwijzen.
Bijkomend moet bij het doorlopen van een proces B ook minder energie worden aangewend voor het op nominaal toerental brengen van het compressorelement wanneer wordt overgeschakeld van deellast of nullast naar vollast.
Alternatief kan ook - voor eenzelfde beschikbare motorkoppel en met een bepaalde koppelsturing - de totale tijd vereist voor de overgang naar vollast korter genomen worden, wat tevens een energievoordeel betekent. Bovendien is de compressor dan in staat om sneller te reageren op wijzigingen in de persluchtvraag. Op deze manier kan de gebruiker een nauwkeurigere, efficiëntere drukregeling realiseren voor een bepaalde beschikbare installatie. Een specifiek geval hiervan kan zijn dat het aansturingskoppel gelijk is aan het maximaal te leveren koppel door de motor, waarbij het compressorelement dus zo snel mogelijk op nominaal toerental gebracht wordt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende werkwijze volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een compressor toont die wordt aangedreven volgens een werkwijze volgens de uitvinding; figuur 2 een variant weergeeft volgens figuur 1.
Figuur 1 toont een compressor 1 die, in dit niet beperkend voorbeeld, slechts één compressorelement 2 bevat, in dit geval van het turbotype, welk compressorelement 2 samengeperst gas levert aan een druknet 3 waarop één of meer gebruikers van samengeperst gas zijn aangesloten.
Een inlaatleiding 4 aan de zuigzijde van het compressorelement 2 is voorzien van een inlaatklep 5 en staat in verbinding met de inlaat van het compressorelement 2 voor samen te persen gas.
De inlaatklep 5 is in dit geval doch niet noodzakelijk zodanig uitgevoerd dat zij, zelfs in volledig gesloten toestand, nog een bepaald minimum gasdebiet doorlaat naar het compressorelement 2. Zulke inlaatklep 5 kan, volgens een niet in de figuren weergegeven variant, bijvoorbeeld, doch niet noodzakelijk worden gerealiseerd door de inlaatklep 5 uit te voeren in de vorm van een afsluiter waarover een bypassleiding is voorzien die in volledig dichte toestand van de afsluiter, een debiet over deze afsluiter toelaat. Alternatief kan zulke inlaatklep 5 een kleplichaam omvatten dat een doorgang doorheen een zitting niet volledig afsluit in gesloten toestand, bijvoorbeeld doordat doorheen dit kleplichaam en/of deze zitting een doorstroomopening is aangebracht.
De uitlaat van het compressorelement 2 voor samengeperst gas staat via een uitlaatleiding 6 met terugslagklep 7 in verbinding met het druknet 3. De voornoemde terugslagklep 7 kan op klassieke wijze zijn uitgevoerd en een kleplichaam omvatten dat door middel van een veer tegen een zitting wordt gedrukt, doch, het is volgens de uitvinding niet uitgesloten dat de voornoemde terugslagklep 7 is uitgevoerd in een ander type van klep, zoals een pneumatisch of elektrisch gestuurde klep, of zelfs een 3-weg klep.
Volgens de uitvinding is het niet uitgesloten dat het compressorelement 2 wordt uitgevoerd in de vorm van een ander type van compressorelement dan een turbo type, bijvoorbeeld in de vorm van een toerentalgeregeld schroefcompressorelement.
Tussen de uitlaat van het compressorelement 2 en de terugslagklep 7 is een aftakking 8 voorzien met daarin een afblaasklep 9 waarop, bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, een geluidsdemper 10 is gemonteerd. In het voornoemde geval waarbij de terugslagklep 7 wordt vervangen door een 3-weg klep, zal deze 3-weg-klep tevens de afblaasklep 9 vervangen.
Het compressorelement 2 wordt in dit geval rechtstreeks aangedreven door een as 11 van een motor 12 die voorzien is van een stuureenheid 13, in welk geval men spreekt van een direct aangedreven compressorelement.
Het aandrijven een compressor 1 volgens een werkwijze volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.
Het compressorelement 2 zuigt gas, bijvoorbeeld doch niet noodzakelijk lucht, aan via de inlaatleiding 4. De lucht wordt op bekende wijze in het compressorelement 2 samengeperst en via een uitlaatleiding 6 afgevoerd naar een druknet 3.
In vollast regime levert het compressorelement 2 aan zijn uitlaat een bepaald debiet samengeperste lucht. In dit regime werkt het compressorelement 2 op een nominaal toerental of binnen een bepaald nominaal toerentalgebied en is de inlaatklep 5 geopend en de afblaasklep 9 gesloten.
Het compressorelement 2 is zo ontworpen en wordt aangedreven bij het nominaal toerental zodat in vollast regime het compressorelement 2 optimaal presteert of, met andere woorden, dat het energieverbruik per geleverde hoeveelheid lucht, ook wel specifiek energieverbruik genaamd, het laagst is. Uiteraard tracht men te allen tijde het compressorelement 2 in voornoemd optimaal werkingsregime te laten functioneren.
Indien in het druknet 3 geen perslucht wordt afgenomen, zal de druk in voornoemd net oplopen vermits het compressorelement 2 nog werkt in vollastregime en continu perslucht aanvoert. De druk in het druknet 3 loopt verder op. Volgens de uitvinding kan op dit ogenblik een proces A worden doorlopen dat de stap omvat van de afblaasklep 9 te openen om de uitlaatdruk van het compressorelement 2 te verlagen. Hierdoor wordt de perslucht in de atmosfeer af geblazen. Eventueel kan de afblaasklep 9 ook in een reservoir uitgeven voor het recirculeren van het afgeblazen gas.
Het openen van de afblaasklep 9 resulteert in een drukreductie aan de uitlaat van het compressorelement 2 waardoor de terugslagklep 7, die zoals vermeld tevens uit een ander type van klep kan bestaan zoals een gestuurde klep, bijvoorbeeld een driewegklep, wordt gesloten en het compressorelement 2 van het druknet 3 wordt geïsoleerd.
Vervolgens wordt, bij het doorlopen van het proces A, de druk aan de inlaat van het compressorelement 2 verminderd, wat bijvoorbeeld wordt verwezenlijkt door het sluiten van de inlaatklep 5. Met de term "het sluiten van de inlaatklep" wordt hier niet noodzakelijk bedoeld dat deze inlaatklep effectief volledig dicht is. In de praktijk zal het immers zo zijn dat de inlaatklep 5 in volledig gesloten stand niet 100% dicht is, zodat nog een klein debiet door deze inlaatklep 5 mogelijk is. Bij deze gereduceerde inlaatdruk wordt het toerental van het compressorelement 2 verlaagd door de motor 12 een verlaagd koppel te laten leveren.
Door de verlaagde inlaatdruk neemt het vermogen dat nodig is voor compressie, sterk af waardoor het compressorelement 2, ondanks het verlaagde koppel, gedurende een langere tijd op toerental blijft.
Bij dalend toerental van het compressorelement 2 zal het aangezogen massadebiet ook dalen, wat als gevolg heeft dat de drukval over de inlaatklep 5 zal zakken. De drukval over de voornoemde klep 5 kan worden opgevoerd door de klep 5 verder te sluiten naarmate het toerental daalt.
Het opvoeren van de drukval over de inlaatklep 5 door de klep 5 verder te sluiten, is gepast in het geval een compressor van het schroeftype wordt aangewend. In dat geval kan, als alternatief, de inlaatklep 5 ook ineens in haar finale gesloten stand worden geplaatst.
In het geval een centrifugaalcompressor wordt aangewend kan men opteren om de kiepstand te behouden en de inlaatdruk opnieuw te laten oplopen. Zoals men immers weet is een centrifugaalcompressor niet in staat om bij lage toerentallen nog belangrijke opvoerhoogtes te realiseren. Als men uiteindelijk een onbelaste toestand wil bereiken met een heel laag toerental, dan impliceert dit dat de inen uitlaatdruk van zulk compressorelement dicht bij elkaar dienen te liggen.
In het geval de persluchtafname in het druknet 3 niet toeneemt, zal het toerental zich uiteindelijk stabiliseren op een waarde die afhangt van het ingestelde verlaagd koppel.
Neemt de persluchtafname in het druknet 3 toe, wat betekent dat er een overgang is van nullast of deellast naar vollast, dan kan volgens de uitvinding een proces B worden doorlopen waarbij, door een toename in motorkoppel, het toerental opnieuw wordt opgevoerd tot aan het nominaal toerental of tot het nominaal toerentalgebied, waarna de inlaatdruk van het compressorelement 2 gecontroleerd wordt opgevoerd, bijvoorbeeld door het openen van de inlaatklep 5 en bij voorkeur tot de inlaatdruk de nominale waarde bereikt, en waarbij de uitlaatdruk van het compressorelement 2 bij voorkeur wordt opgevoerd.
De nominale waarde van de inlaatdruk van het compressorelement 2 is de inlaatdruk die heerst bij normale, continue werking van de compressor 1 (dus niet in perioden van schakeling tussen vollast/nullast). In het geval lucht wordt aangezogen is de voornoemde nominale waarde doorgaans gelijk aan de atmosferische druk.
In dit geval wordt de uitlaatdruk opgevoerd door het sluiten van de afblaasklep 9. De terugslagklep 7 opent en op die manier kan het compressorelement 2 opnieuw perslucht aan het druknet 3 leveren.
Een specifiek voorbeeld hiervan is de situatie waarbij de inlaatklep 5 initieel (bijna) gesloten is. Als het begintoerental laag is dan betekent dit dat de drukval over de inlaatklep 5 bijna nul is (omdat het massadebiet doorheen de klep heel laag klein is) en dus de inlaatdruk van het eerste compressorelement is dan bijna gelijk aan de atmosfeerdruk (gesteld dat de inlaatklep 5 gemonteerd zit op een atmosferische inlaat) . Door het toerental op te voeren zal - bij gelijke kiepstand - de inlaatdruk eerst dalen ten gevolge van de toegenomen drukval over de inlaatklep 5. Bij het bereiken van het nominaal draaitoerental kan de inlaatklep 5 dan geopend worden waardoor de inlaatdruk terug stijgt tot atmosfeerdruk, en de afblaasklep vervolgens gesloten wordt waardoor de uitlaatdruk stijgt en de terugslagklep opent. De inlaatdruk is dan tijdens deze overgang even laag geweest.
Bij overgang van vollast naar deellast of omgekeerd wordt het koppel niet aangewend voor het samenpersen van lucht. Tijdens deze overgangsfasen is de inlaatklep 5 gesloten waardoor het compressorelement 2 werkt bij een verlaagde inlaatdruk.
Het is duidelijk dat hierdoor, enerzijds, een relatief hoog minimaal gestabiliseerd toerental kan worden aangehouden en, anderzijds, met een minimum aan koppel, het toerental opnieuw kan worden opgedreven tot aan het nominaal toerental of, met hetzelfde koppel, een snellere acceleratie tot aan het nominaal toerental kan worden verwezenlijkt.
In het geval het toerental van het compressorelement 2 wordt gewijzigd door het koppel van de motor 12 aan te sturen, wordt dit bij voorkeur zo uitgevoerd dat tijdens een overgang van vollast naar nullast het koppel gelijk wordt aan nul en tijdens een overgang van nullast naar vollast, het compressorelement 2 wordt aangestuurd met het maximale motorkoppel.
Op die manier kunnen de energieverliezen in de overgangsperiodes tussen vollast en deellast of nullast en omgekeerd beperkt worden gehouden. Dit is tevens het belangrijkste voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding.
Bovendien is de beschreven uitvinding relatief kostengunstig in vergelijking met bijvoorbeeld relatief dure "inlet - of diffuser - guide vanes".
De voornoemde stappen bij overgang van vollast naar deellast of nullast of omgekeerd kunnen in de voornoemde volgorde of gelijktijdig of deels gelijktijdig worden uitgevoerd.
In figuur 1 wordt de inlaatklep 5 en de afblaasklep 9 als twee op zichzelf bestaande onderdelen weergegeven. Het is evenzeer mogelijk om de afblaasklep 9 en de inlaatklep 5 in één onderdeel te integreren.
In een andere uitvoeringsvorm kunnen de afblaasklep 9 en de inlaatklep 5 mechanisch en/of elektrisch of op een andere manier met elkaar gekoppeld zijn zodat ze ook samen kunnen worden aangestuurd.
De aanpassing van de inlaatdruk gebeurt in de hiervoor beschreven voorbeelden door het sluiten van de inlaatklep 5 die zich in de inlaatleiding 4 van het compressorelement 2 bevindt, waardoor de luchtaanvoer wordt gesmoord. De voornoemde drukwijziging aan de inlaat kan echter ook op andere manieren tot stand worden gebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Zo kan bijvoorbeeld - in geval de inlaatdruk hoger is dan de atmosfeerdruk - een afblaasklep geopend worden die het gas afblaast naar atmosfeer. Hierdoor zal de inlaatdruk dan ook zakken.
Zo kan in de situatie geïllustreerd in figuur 2, voornoemde drukverlaging worden gerealiseerd door de aanpassing van het werkregime van een, ten opzichte van het betreffende compressorelement 2B, stroomopwaarts gelegen tweede compressorelement 2 A dat bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, is uitgevoerd in de vorm van een schroefcompressorelement met regelbaar toerental.
Alternatief kan het gaan om een schroefcompressorelement uitgerust met een afblaasklep of inlaatklep of dergelijke.
Een meertrapscompressor laat eveneens toe om de uitlaatdruk van een compressorelement te wijzigen door de aanpassing van het werkregime van een, ten opzichte van het betreffende compressorelement, stroomafwaarts gelegen compressorelement. Alternatief kan het ten opzichte van het betreffende compressorelement stroomafwaarts gelegen compressorelement een schroefcompressorelement zijn met . regelbaar toerental.
De werkwijze volgens de uitvinding kan tevens worden toegepast op een compressor die is voorzien van minstens twee compressor element en die, al dan niet rechtstreeks, worden aangedreven door één en dezelfde motor.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een dergelijke werkwijze kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (23)

1. Werkwijze voor het aansturen van een compressor die is voorzien van één of meerdere compressorelementen (2, 2A, 2B), die elk uitgerust zijn met een inlaat en een uitlaat, daardoor gekenmerkt dat, bij een overgang van vollast naar deellast of nullast, minstens een eerste voornoemd compressorelement (2, 2A, 2B) een proces A doorloopt dat de volgende stappen omvat: het op zijn minst tijdelijk verlagen van de inlaatdruk van dit eerste compressorelement; en het verlagen van het toerental van dit eerste compressorelement tot een lager toerental of nul, en/of dat bij een overgang van deellast of nullast naar vollast minstens een eerste compressorelement (2, 2A, 2B) een proces B doorloopt dat de volgende stappen omvat: het opvoeren van het toerental van dit eerste compressorelement tot aan een nominaal toerental of tot binnen een nominaal toerentalgebied; - het gecontroleerd opvoeren van de inlaatdruk van dit eerste compressorelement.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat proces A de stap omvat van, minstens alvorens de inlaatdruk van het eerste compressorelement te verlagen, de uitlaatdruk ervan te reduceren.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de uitlaatdruk van het eerste compressorelement wordt gereduceerd door het openen van een afblaasklep (9) aan de perszijde van dit eerste compressorelement of aan de uitlaat van een, ten opzichte van het betreffende eerste compressorelement, stroomafwaarts gelegen compressorelement.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het proces B de stap omvat van, minstens na het opvoeren van de inlaatdruk van het eerste compressorelement, de uitlaatdruk ervan op te drijven.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de uitlaatdruk van het eerste compressorelement (1) wordt opgedreven door het sluiten van een afblaasklep (9) aan de perszijde van dit eerste compressorelement of aan de uitlaat van een, ten opzichte van het betreffende eerste compressorelement, stroomafwaarts gelegen compressorelement.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat proces B de stap omvat van de inlaatdruk van het eerste compressorelement op te voeren tot de nominale waarde.
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde stappen bij overgang van vollast naar deelast of nullast of omgekeerd, in de voornoemde volgorde of gelijktijdig of deels gelijktijdig worden uitgevoerd.
8. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inlaatdruk van het eerste compressorelement (2, 2A, 2B) wordt gewijzigd door het openen of sluiten van een inlaatklep (5) aan de inlaat van dit betreffend eerste compressorelement of aan de inlaat van een, ten opzichte van het betreffende eerste compressorelement, stroomopwaarts gelegen compressorelement.
9. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inlaatdruk van het eerste compressorelement (2, 2A, 2B) wordt gewijzigd door het openen of sluiten van een afblaasklep (9) die, ten opzichte van het betreffende eerste compressorelement, stroomopwaarts gelegen is.
10. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inlaatdruk van het eerste compressorelement (2A, 2B) wordt gewijzigd door de aanpassing van het werkregime van een, ten opzichte van het betreffende eerste compressorelement, stroomopwaarts gelegen compressorelement.
11. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inlaatdruk van het eerste compressorelement (2a, 2B) wordt gewijzigd door de sturing van een, ten opzichte van het betreffende eerste compressorelement, stroomopwaarts gelegen compressorelement dat uitgevoerd is in de vorm van een schroefcompressorelement met een regelbaar toerental.
12. Werkwijze volgens conclusie 2 en/of 4, daardoor gekenmerkt dat de uitlaatdruk van het eerste compressorelement (2A, 2B) wordt gewijzigd door de aanpassing van het werkregime van een, ten opzichte van het betreffende eerste compressorelement, stroomafwaarts gelegen compressorelement.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde stappen bij overgang van vollast naar deelast of nullast of omgekeerd, deels gelijktijdig worden uitgevoerd.
14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat het ten opzichte van het betreffende eerste compressorelement stroomafwaarts gelegen compressorelement een schroefcompressorelement is met regelbaar toerental.
15. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij wordt toegepast op een direct aangedreven compressorelement of een compressor met minstens één direct aangedreven compressorelement.
16. Werkwijze volgens de conclusie 8 en/of 9 in combinatie met de conclusie 3 en/of 5, daardoor gekenmerkt dat de inlaat- en/of afblaaskleppen waarvan sprake in één onderdeel zijn geïntegreerd.
17. Werkwijze volgens conclusie 16 en/of volgens de conclusie 8 en/of 9 in combinatie met de conclusie 3 en/of 5, daardoor gekenmerkt dat de inlaat- en/of afblaaskleppen waarvan sprake mechanisch en/of elektrisch met elkaar gekoppeld zijn en dat ze samen gestuurd worden.
18. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het toerental van het eerste compressorelement (2, 2A, 2B) wordt gewijzigd door het koppel van een aandrijving van dit eerste compressorelement (2, 2A, 2B) te regelen.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde koppel tijdens overgang van vollast naar nullast gelijk aan nul is of minimaal is.
20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde koppel tijdens overgang van nullast naar vollast gelijk is aan het maximale motorkoppel.
21. Werkwijze volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij wordt toegepast op een compressorelement (2, 2A, 2B) dat is uitgevoerd in de vorm van een direct aangedreven turbocompressorelement.
22. Werkwijze volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij wordt toegepast op een compressorelement (2, 2A, 2B) dat is uitgevoerd in de vorm van een toerentalgeregeld schroefcompressorelement.
23. Werkwijze volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat alle voornoemde compressorelementen in één behuizing ondergebracht zijn.
BE2010/0253A 2010-04-20 2010-04-20 Wekwijze voor het aansturen van een compressor. BE1019299A3 (nl)

Priority Applications (14)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0253A BE1019299A3 (nl) 2010-04-20 2010-04-20 Wekwijze voor het aansturen van een compressor.
BR112012027029-0A BR112012027029B1 (pt) 2010-04-20 2011-04-08 método para controlar um compressor e método para reduzir as perdas de energia de um compressor
AU2011242422A AU2011242422B2 (en) 2010-04-20 2011-04-08 Method for controlling a compressor
KR1020127030254A KR101513788B1 (ko) 2010-04-20 2011-04-08 압축기 제어 방법
EP11721982.4A EP2561233B1 (en) 2010-04-20 2011-04-08 Method for controlling a compressor
MX2012012173A MX2012012173A (es) 2010-04-20 2011-04-08 Metodo para controlar un compresor.
DK11721982.4T DK2561233T3 (en) 2010-04-20 2011-04-08 Method for controlling a compressor
JP2013505280A JP5715238B2 (ja) 2010-04-20 2011-04-08 圧縮機の制御方法
RU2012149137/06A RU2528768C2 (ru) 2010-04-20 2011-04-08 Спосб регулирования компрессора
ES11721982.4T ES2686117T3 (es) 2010-04-20 2011-04-08 Método para controlar un compresor
US13/640,602 US10087944B2 (en) 2010-04-20 2011-04-08 Method for controlling a compressor
CN201180019777.7A CN102918277B (zh) 2010-04-20 2011-04-08 压缩机的控制方法
PCT/BE2011/000019 WO2011130807A2 (en) 2010-04-20 2011-04-08 Method for controlling a compressor
JP2015055509A JP6058054B2 (ja) 2010-04-20 2015-03-19 圧縮機の制御方法

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0253A BE1019299A3 (nl) 2010-04-20 2010-04-20 Wekwijze voor het aansturen van een compressor.
BE201000253 2010-04-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019299A3 true BE1019299A3 (nl) 2012-05-08

Family

ID=43446575

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0253A BE1019299A3 (nl) 2010-04-20 2010-04-20 Wekwijze voor het aansturen van een compressor.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US10087944B2 (nl)
EP (1) EP2561233B1 (nl)
JP (2) JP5715238B2 (nl)
KR (1) KR101513788B1 (nl)
CN (1) CN102918277B (nl)
AU (1) AU2011242422B2 (nl)
BE (1) BE1019299A3 (nl)
BR (1) BR112012027029B1 (nl)
DK (1) DK2561233T3 (nl)
ES (1) ES2686117T3 (nl)
MX (1) MX2012012173A (nl)
RU (1) RU2528768C2 (nl)
WO (1) WO2011130807A2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105201807B (zh) * 2015-10-21 2017-01-25 蓝星(北京)技术中心有限公司 一种基于压力差和流量控制的压缩机运行控制方法和装置
RU2675175C2 (ru) * 2016-08-09 2018-12-17 Вячеслав Николаевич Игнатьев Способ регулирования параметров компримированного газа и устройство для его осуществления
US10995746B2 (en) * 2017-01-17 2021-05-04 Innio Jenbacher Gmbh & Co Og Two-stage reciprocating compressor optimization control system
DE102017107599A1 (de) 2017-04-10 2018-10-11 Gardner Denver Deutschland Gmbh Pulsations-Schalldämpfer für Kompressoren
DE102017107601B4 (de) 2017-04-10 2019-11-07 Gardner Denver Deutschland Gmbh Verfahren zur Steuerung eines Schraubenverdichters
DE102017107602B3 (de) 2017-04-10 2018-09-20 Gardner Denver Deutschland Gmbh Kompressoranlage mit interner Luft-Wasser-Kühlung
CN109026760B (zh) * 2018-08-07 2019-09-20 清华大学 储能用多级离心压缩机组及其启动方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB261138A (en) * 1925-09-10 1926-11-18 Gen Electric Co Ltd Improvements in or relating to the governing of turbo compressors
US6293766B1 (en) * 1998-12-29 2001-09-25 Man Turbomaschinen Ag Ghh Borsig Process for operating a compressor with a downstream user, and unit operating according to this process
US20020119050A1 (en) * 2001-02-23 2002-08-29 Kabushiki Kaisha Kobe Seiko Sho (Kobe Steel, Ltd) Multi-stage variable speed compressor
WO2007095537A1 (en) * 2006-02-13 2007-08-23 Ingersoll-Rand Company Multi-stage compression system and method of operating the same
US20090241771A1 (en) * 2008-03-27 2009-10-01 Praxair Technology, Inc. Systems and methods for gas separation using high-speed permanent magnet motors with centrifugal compressors

Family Cites Families (34)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4443156A (en) * 1981-02-10 1984-04-17 Dunnam Jr James A Automatic natural gas compressor control system
JPH04136498A (ja) 1990-09-28 1992-05-11 Hitachi Ltd 遠心圧縮機の容量制御装置
US5378129A (en) * 1993-12-06 1995-01-03 Copeland Corporation Elastic unloader for scroll machines
JP3387225B2 (ja) * 1994-07-28 2003-03-17 石川島播磨重工業株式会社 多段遠心圧縮機の無負荷運転切換方法及び装置
US5540558A (en) * 1995-08-07 1996-07-30 Ingersoll-Rand Company Apparatus and method for electronically controlling inlet flow and preventing backflow in a compressor
US5584371A (en) * 1995-08-31 1996-12-17 Eaton Corporation Viscous fan drive system logic
US5820352A (en) * 1997-03-24 1998-10-13 Ingersoll-Rand Company Method for controlling compressor discharge pressure
US6139280A (en) * 1998-01-21 2000-10-31 Compressor Systems, Inc. Electric switch gauge for screw compressors
JP3985120B2 (ja) * 1999-08-11 2007-10-03 株式会社日立産機システム インバータ駆動形無給油式スクリュー圧縮機
JP4520608B2 (ja) * 2000-09-20 2010-08-11 株式会社日立プラントテクノロジー スクリュー圧縮装置
JP3817420B2 (ja) * 2000-10-31 2006-09-06 株式会社日立産機システム 回転速度可変形オイルフリースクリュー圧縮機およびその運転制御方法
DE10106243A1 (de) * 2001-01-31 2002-08-01 Behr Gmbh & Co Verfahren zur Regelung eines Kompressors
RU2181854C1 (ru) * 2001-06-18 2002-04-27 Закрытое акционерное общество "Научно-производственная фирма "Система-Сервис" Способ управления работой комплекса агрегатов компрессорного цеха
US7010393B2 (en) * 2002-06-20 2006-03-07 Compressor Controls Corporation Controlling multiple pumps operating in parallel or series
EP1375211B1 (en) * 2002-06-25 2006-08-30 Nissan Motor Company Limited Control device and method for an electrically driven fan of a vehicle
JP2004316462A (ja) * 2003-04-11 2004-11-11 Ishikawajima Harima Heavy Ind Co Ltd 遠心圧縮機の容量制御方法及び装置
KR100525412B1 (ko) * 2003-05-13 2005-11-02 엘지전자 주식회사 냉동 시스템의 압축기 제어 시스템 및 압축기의 제어방법
RU2246045C1 (ru) * 2003-06-18 2005-02-10 Федеральное государственное унитарное предприятие "Центральный институт авиационного моторостроения им. П.И. Баранова" Способ регулирования расхода воздуха центробежного компрессора и устройство для его осуществления
JP4506109B2 (ja) 2003-06-26 2010-07-21 株式会社Ihi 圧縮装置
US7344787B2 (en) * 2003-10-29 2008-03-18 General Motors Corporation Two-stage compression for air supply of a fuel cell system
EP1538337B1 (de) * 2003-12-02 2014-03-05 Roland Weigel Anordnung zum Überlastschutz und Verfahren zur Reduktion des Stromverbrauchs bei Netzspannungsschwankungen
US7028491B2 (en) * 2004-03-29 2006-04-18 Tecumseh Products Company Method and apparatus for reducing inrush current in a multi-stage compressor
DE102004029166A1 (de) * 2004-06-17 2005-12-29 Behr Gmbh & Co. Kg Verfahren und Vorrichtung zur Regelung eines Kältemittelkreislaufs einer Klimaanlage für ein Fahrzeug
DE102004035341B4 (de) * 2004-07-21 2012-05-16 Volkswagen Ag Hybridfahrzeug
WO2006050271A2 (en) * 2004-10-29 2006-05-11 Carrier Corporation Vsd control
JP4682904B2 (ja) * 2006-04-10 2011-05-11 株式会社デンソー 圧縮機駆動トルク推定装置および圧縮機駆動源制御装置。
JP4825573B2 (ja) * 2006-04-26 2011-11-30 株式会社日立産機システム 回転速度可変形オイルフリースクリュー圧縮機の運転制御方法
US20080019842A1 (en) * 2006-07-21 2008-01-24 Hamilton Sundstrand Corporation System and method for controlling compressor flow
DE102006037821A1 (de) * 2006-08-12 2008-02-14 Atlas Copco Energas Gmbh Turbomaschine
US8672733B2 (en) * 2007-02-06 2014-03-18 Nordyne Llc Ventilation airflow rate control
JP4399485B2 (ja) * 2007-09-04 2010-01-13 シャープ株式会社 原稿搬送装置および原稿搬送方法
JP5145013B2 (ja) 2007-11-01 2013-02-13 株式会社トプコン 測量機
US8192171B2 (en) * 2009-01-15 2012-06-05 Ingersoll-Rand Company Compressor system
GB0908111D0 (en) * 2009-05-12 2009-06-24 Peto Raymond J A motor controller & related method

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB261138A (en) * 1925-09-10 1926-11-18 Gen Electric Co Ltd Improvements in or relating to the governing of turbo compressors
US6293766B1 (en) * 1998-12-29 2001-09-25 Man Turbomaschinen Ag Ghh Borsig Process for operating a compressor with a downstream user, and unit operating according to this process
US20020119050A1 (en) * 2001-02-23 2002-08-29 Kabushiki Kaisha Kobe Seiko Sho (Kobe Steel, Ltd) Multi-stage variable speed compressor
WO2007095537A1 (en) * 2006-02-13 2007-08-23 Ingersoll-Rand Company Multi-stage compression system and method of operating the same
US20090241771A1 (en) * 2008-03-27 2009-10-01 Praxair Technology, Inc. Systems and methods for gas separation using high-speed permanent magnet motors with centrifugal compressors

Also Published As

Publication number Publication date
AU2011242422A1 (en) 2012-11-08
KR101513788B1 (ko) 2015-04-20
US10087944B2 (en) 2018-10-02
JP2015143522A (ja) 2015-08-06
AU2011242422B2 (en) 2015-08-06
WO2011130807A3 (en) 2011-12-22
ES2686117T3 (es) 2018-10-16
JP2013525665A (ja) 2013-06-20
KR20130093510A (ko) 2013-08-22
US20130039737A1 (en) 2013-02-14
CN102918277B (zh) 2016-05-25
JP6058054B2 (ja) 2017-01-11
DK2561233T3 (en) 2018-08-06
BR112012027029B1 (pt) 2021-01-19
JP5715238B2 (ja) 2015-05-07
WO2011130807A8 (en) 2012-10-11
CN102918277A (zh) 2013-02-06
BR112012027029A2 (pt) 2016-07-19
WO2011130807A2 (en) 2011-10-27
RU2012149137A (ru) 2014-05-27
MX2012012173A (es) 2012-12-17
RU2528768C2 (ru) 2014-09-20
EP2561233A2 (en) 2013-02-27
EP2561233B1 (en) 2018-06-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019299A3 (nl) Wekwijze voor het aansturen van een compressor.
BE1022403B1 (nl) Werkwijze voor het sturen van een oliegeïnjecteerde compressorinrichting.
CA2520823A1 (en) Method for controlling a compressed air installation comprising several compressors, control box applied thereby and compressed air installation applying this method
US11686310B2 (en) Method for controlling a rotary screw compressor
BE1017600A3 (nl) Werkwijze voor het regelen van een turbocompressor.
JP4069675B2 (ja) ターボ圧縮機およびその容量制御方法
JP4496886B2 (ja) ターボ圧縮機システムの運転方法
US11168619B2 (en) Systems and methods for controlling surge margin in the compressor section of a gas turbine engine
JPH01262389A (ja) 圧縮機の運転制御方法