BE1019276A4 - CABLE DISC FOR CONTROLLING A PIVOT-DRIVENED WHEEL AXLE OF A PULLED VEHICLE, ALSO A WHEEL LASS ON WHICH Such cable disc is mounted, AND PULLED VEHICLE EQUIPPED WITH SUCH WHEEL LASS. - Google Patents

Abstract

Kabelschijf (1) voor de aansturing van een verdraaibaar gestuurde wielas (14) van een oplegger (16), waarbij de kabelschijf (1) een gietstuk is met een opstaande kraag (2) die is voorzien van één of meerdere kabelgoten (8) en een flens (3), enerzijds ter bevestiging van de kabelschijf (1) aan een draaikrans (23) voor een verdraaibare koppeling met de oplegger (16) omheen een vertikale as (AA') en anderzijds ter bevestiging van de kabelschijf (1) aan de wielas (14) voor een ophanging van de wielas (14) aan de oplegger (16).Cable pulley (1) for controlling a rotatably steered wheel axle (14) of a trailer (16), wherein the cable pulley (1) is a casting with an upstanding collar (2) provided with one or more cable ducts (8) and a flange (3), on the one hand for attaching the cable disc (1) to a slewing ring (23) for a rotatable coupling with the trailer (16) around a vertical axis (AA ') and on the other hand for attaching the cable disc (1) to the wheel axle (14) for suspending the wheel axle (14) on the trailer (16).

Description

Kabelschijf voor de aansturing van een verdraaibaar gestuurde wielas van een getrokken voertuig, eveneens wielas waarop zulke kabelschijf is gemonteerd en getrokken voertuig dat voorzien is van zulke wielas.Cable disc for controlling a rotatably steered wheel axle of a towed vehicle, also wheel axle on which such cable disc is mounted and towed vehicle provided with such wheel axle.

De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een kabelschijf voor de aansturing van een verdraaibaar gestuurde wielas van een getrokken voertuig, zoals een oplegger of aanhangwagen of dergelijke.The present invention first and foremost relates to a cable disc for controlling a rotatably steered wheel axle of a towed vehicle, such as a trailer or trailer or the like.

Er bestaan reeds zulke kabelschijven voor een kabelsturing van een wielas van een getrokken voertuig.Such cable discs already exist for cable control of a wheel axle of a towed vehicle.

Doorgaans wordt in zulke bekende kabelsturing een voornoemde kabelschijf gemonteerd tussen delen van de ophanging van de wielas en een gedeelte van een horizontaal geplaatste draaikrans die verdraaibaar is ten opzichte van het getrokken voertuig.Typically in such known cable control a aforementioned cable disc is mounted between parts of the suspension of the wheel axle and a part of a horizontally placed turntable that is rotatable relative to the towed vehicle.

De kabelschijf is hierbij uitgevoerd als een platte schijf die aan de omtrek voorzien is van één of meerdere groeven ter vorming van een kabelgoot.The cable disc is in this case designed as a flat disc which is provided on the circumference with one or more grooves to form a cable duct.

In zulke groef kan een kabel worden gespannen, waarbij door een beweging van de kabel een rotatie van de kabelschijf wordt bekomen ten opzichte van het getrokken voertuig rond een verticale as, gezien de kabelschijf op een draaikrans is gemonteerd, waarbij deze rotatie resulteert in een verdraaiing van de wielas om dezelfde verticale as, gezien de kabelschijf deel uitmaakt van de ophanging van de wielas.In such a groove a cable can be tensioned, whereby a movement of the cable results in a rotation of the cable disc relative to the towed vehicle about a vertical axis, since the cable disc is mounted on a turntable, this rotation resulting in a rotation of the wheel axle about the same vertical axis, since the cable disc is part of the suspension of the wheel axle.

De vorm van de bestaande kabelschijven vertoont een aantal nadelen.The shape of the existing cable discs has a number of disadvantages.

Een eerste nadeel is dat de kabelgoot van de bekende kabelschi jven zich bevindt in het vlak van de voornoemde schijf, waardoor na montage van de kabelschijf op een draaikrans die voorzien is op het getrokken voertuig, de kabel zich uitstrekt op een niveau dat onder het eigenlijke chassis van het getrokken voertuig is gelegen.A first drawback is that the cable duct of the known cable ducts is located in the plane of the aforementioned disc, so that after mounting the cable disc on a turntable provided on the towed vehicle, the cable extends at a level below the actual chassis of the towed vehicle.

Bijgevolg is de kabel in zulk geval slecht afgeschermd.Consequently, the cable is poorly shielded in such a case.

Door de montage van de kabelschijf tussen een draaikrans en de wielas, wordt bovendien in feite het chassis verhoogd met de dikte van de kabelschijf, waardoor het zwaartepunt van het getrokken voertuig hoger komt te liggen, wat uiteraard niet wenselijk is omwille van s tabi1i tei tsredenen.Moreover, by mounting the cable disc between a turntable and the wheel axle, the chassis is in fact increased by the thickness of the cable disc, so that the center of gravity of the towed vehicle becomes higher, which of course is not desirable due to tabular reasons. .

Bij uitvoeringsvormen met meerdere kabelgoten is dit probleem des te groter.In embodiments with several cable ducts, this problem is all the greater.

Nog een nadeel van de bekende kabelschi jven is dat ze redelijk zwaar zijn.Another drawback of the known cable cables is that they are fairly heavy.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.The present invention has for its object to provide a solution to the aforementioned and other disadvantages.

Hiertoe betreft de uitvinding een kabelschijf voor de aansturing van een verdraaibaar gestuurde wielas van een getrokken voertuig, waarbij de kabelschijf een gietstuk is met een opstaande kraag die is voorzien van één of meerdere kabelgoten en een flens, enerzijds, ter bevestiging van de kabelschijf aan een draaikrans voor een verdraaibare koppeling met het getrokken voertuig omheen een verticale as en, anderzijds, ter bevestiging van de kabelschijf aan de wielas voor een ophanging van de wielas aan het getrokken voertuig.To this end the invention relates to a cable disc for controlling a rotatably steered wheel axle of a towed vehicle, the cable disc being a casting with an upstanding collar provided with one or more cable ducts and a flange, on the one hand, for fixing the cable disc to a turntable for a rotatable coupling with the towed vehicle around a vertical axis and, on the other hand, for attaching the cable disc to the wheel axle for suspending the wheel axle on the towed vehicle.

De vorm van zulke kabelschijf overeenkomstig de uitvinding is uitermate interessant.The shape of such a cable disk according to the invention is extremely interesting.

Immers, bij een montage van de kabelschijf op een wielas van een getrokken voertuig wordt de koppeling tussen het draaiend gedeelte van een draaikrans en delen van de ophanging van de wielas verwezenlijkt met behulp van de flens aan de kabelschijf.After all, when mounting the cable disc on a wheel axle of a towed vehicle, the coupling between the rotating part of a turntable and parts of the suspension of the wheel axle is realized by means of the flange on the cable disc.

De montage van de kabelschijf gaat dan ook gepaard met slechts een minimale voornoemde verhoging van het chassis van het getrokken voertuig, overeenkomstig de dikte van de flens.The mounting of the cable disc is therefore accompanied by only a minimal aforementioned increase in the chassis of the towed vehicle, in accordance with the thickness of the flange.

Voorts is de kabelschijf voorzien van een opstaande kraag waarop een kabelgoot of kabelgoten zijn voorzien.The cable disc is furthermore provided with an upright collar on which a cable duct or cable ducts are provided.

Op deze wijze komen de kabels die in zulke kabelgoten worden aangebracht, op een zekere hoogte te liggen ten opzichte van de flens van de kabelschijf, met andere woorden niet meer onder het chassis van het getrokken voertuig, doch eerder tussen de langse balken van het chassis van het getrokken voertuig.In this way, the cables which are installed in such cable ducts come to lie at a certain height relative to the flange of the cable disc, in other words no longer under the chassis of the towed vehicle, but rather between the longitudinal beams of the chassis of the towed vehicle.

Aldus wordt een betere bescherming van de kabels bekomen.A better protection of the cables is thus obtained.

De vorm laat ook toe om universeler te werk te gaan, aangezien de kraag tussen de balken van het chassis terechtkomt, waardoor het geen probleem is om op gelijk welke wielas een kabelschijf te plaatsen met meerdere kabelgoten, ongeacht het feit of deze wielas dient te worden gekoppeld met meer of minder kabels in de kabelgoten.The shape also makes it possible to work more universally, since the collar ends up between the beams of the chassis, so it is no problem to place a cable disk with several cable trays on any wheel axle, regardless of whether this wheel axle should be coupled with more or fewer cables in the cable trays.

De hoeveelheid kabelgoten beïnvloedt immers toch de hoogte van het chassis niet meer, doch enkel de dikte van de flens.After all, the amount of cable ducts no longer influences the height of the chassis, but only the thickness of the flange.

Nog een voordeel van een kabelschijf volgens de uitvinding is dat ze zeer licht kan worden uitgevoerd.Another advantage of a cable disc according to the invention is that it can be made very light.

Verder kan de diameter van de kraag en dus van de kabelgoten gemakkelijk naar wens worden aangepast, waardoor vele configuraties met verschillende transmissieverhoudingen tot de mogelijkheden behoort.Furthermore, the diameter of the collar and thus of the cable ducts can easily be adjusted as desired, whereby many configurations with different transmission ratios are possible.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een kabelschijf overeenkomstig de uitvinding is de kraag minstens over een gedeelte conusvormig uitgevoerd, zodat dus de voornoemde diameters van de kabelgoten eenvoudig kunnen worden aangepast.According to a preferred embodiment of a cable disc according to the invention, the collar is at least partially cone-shaped, so that the aforementioned diameters of the cable ducts can easily be adjusted.

De huidige uitvinding heeft tevens betrekking op een wielas van een getrokken voertuig, waarop een kabelschijf overeenkomstig de uitvinding, zoals hiervoor beschreven, is aangebracht.The present invention also relates to a wheel axle of a towed vehicle, on which a cable disc according to the invention, as described above, is arranged.

De huidige uitvinding heeft verder eveneens betrekking op een getrokken voertuig zelf, zoals een oplegger of aanhangwagen of dergelijke, waarop een wielas overeenkomstig de uitvinding verdraaibaar is gemonteerd, waarbij het getrokken voertuig meer bepaald is voorzien van een draaikrans en waarbij de kabelschijf vast is gemonteerd op een ten opzichte van het getrokken voertuig verdraaibaar gedeelte van de voornoemde draaikrans.The present invention furthermore also relates to a towed vehicle itself, such as a trailer or trailer or the like, on which a wheel axle according to the invention is rotatably mounted, wherein the towed vehicle is more particularly provided with a turntable and wherein the cable disc is fixedly mounted on a portion of the aforementioned slewing ring rotatable relative to the towed vehicle.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een kabelschijf volgens de uitvinding, evenals van een wielas en een getrokken voertuig volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in doorsnede een kabelschijf volgens de uitvinding weergeeft; figuren 2 en 3 dezelfde kabelschijf weergeeft respectievelijk in onderaanzicht volgens pijl F2 en in bovenaanzicht volgens de pijl F3 in figuur 1; figuur 4 in doorsnede een wielas volgens de uitvinding weergeeft waarop een kabelschijf overeenkomstig figuur 1 is aangebracht; figuur 5 in perspectief een opbouweenheid weergeeft die kan gebruikt worden voor het aansturen van één of meer verdraaibaar gestuurde wielassen volgens de uitvinding; en, figuren 6 tot en met 19 schematisch enkele mogelijke configuraties weergeven waarbij één of meerdere verdraaibare wielassen volgens de uitvinding op een oplegger zijn aangebracht evenals een voornoemde opbouweenheid, en waarbij een kabelaandrijving is voorzien voor het aansturen van de wielassen.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a cable disc according to the invention, as well as a wheel axle and a towed vehicle according to the invention, with reference to the following, is described below. the accompanying drawings, in which: figure 1 represents a cable disc according to the invention in cross section; figures 2 and 3 show the same cable disc respectively in bottom view according to arrow F2 and in top view according to arrow F3 in figure 1; figure 4 represents a wheel axle according to the invention in cross section on which a cable disc according to figure 1 is arranged; Figure 5 shows a perspective view of a mounting unit that can be used to control one or more rotatably steered wheel axles according to the invention; and, figures 6 to 19 schematically show some possible configurations in which one or more rotatable wheel axles according to the invention are arranged on a trailer as well as a aforementioned mounting unit, and in which a cable drive is provided for controlling the wheel axles.

De in figuren 1 tot 3 weergegeven kabelschijf 1 voor de aansturing van een verdraaibaar gestuurde wielas van een oplegger bestaat bij voorkeur uit een gietstuk 1 met een opstaande kraag 2 en een flens 3.The cable disc 1 shown in Figures 1 to 3 for controlling a rotatably steered wheel axle of a trailer consists preferably of a casting 1 with an upright collar 2 and a flange 3.

Aan de voet 4 van de kraag 2 aanliggend aan de flens 3 is in de getoonde uitvoeringsvorm de kraag 2 over een gedeelte 5 conusvormig uitgevoerd.In the embodiment shown, on the foot 4 of the collar 2 adjacent to the flange 3, the collar 2 is of cone-shaped design over a portion 5.

Het vrije, axiale uiteinde 6 aan de top van de kraag 2 is hoofdzakelijk cilindervormig uitgevoerd met een binnendiameter D.The free, axial end 6 at the top of the collar 2 is essentially cylindrical with an inner diameter D.

In dit cilindervormig gedeelte 7 zijn meerdere cirkelvormige groeven 8 voorzien ter vorming van kabelgoten 8.A plurality of circular grooves 8 are provided in this cylindrical portion 7 for forming cable ducts 8.

De binnendiameter D' van het conusvormig gedeelte 5 is groter aan de kant van de flens 3 dan de binnendiameter DThe inner diameter D 'of the cone-shaped portion 5 is larger on the side of the flange 3 than the inner diameter D

van het conusvormige gedeelte 5 aan de kant van de kabelgoten 8.of the conical portion 5 on the side of the cable ducts 8.

Voorts is de kraag 2 aan zijn vrije uiteinde 6 uitgevoerd met een naar binnen gerichte uitkraging 9.Furthermore, the collar 2 is designed at its free end 6 with an inwardly directed projection 9.

De flens 3 is aan de bovenzijde, aanliggend aan de voet 4 van de kraag 2 voorzien van een steungedeelte 10 in de vorm van een vlakke schijfvormige band 10 voor het ondersteunen van een ring van een draaikrans.The flange 3 is provided on the top side, adjacent to the foot 4 of the collar 2, with a support portion 10 in the form of a flat disc-shaped band 10 for supporting a ring of a turntable.

Dit steungedeelte 10 kan hiertoe speciaal bewerkt zijn, bijvoorbeeld door een schijfvormige band 10 van het gietstuk 1 vlak te slijpen, teneinde een zeer egaal oppervlak te bekomen, doch dit hoeft niet noodzakelijk het geval te zijn.This support portion 10 can be specially machined for this purpose, for example by flat grinding a disc-shaped band 10 of the casting piece 1, in order to obtain a very smooth surface, but this need not necessarily be the case.

Aan de andere zijde van de flens 3 zijn tevens steungedeelten voorzien voor het ondersteunen van delen van een ophanging van een wielas.On the other side of the flange 3, support sections are also provided for supporting parts of a suspension of a wheel axle.

Hiertoe is de vorm van de flens 3 zeer specifiek, waarbij in de getoonde uitvoeringsvorm er vier zulke steungedeelten zijn die min of meer zijn gepositioneerd ten opzichte van elkaar volgens de hoeken van een vierkant.For this purpose, the shape of the flange 3 is very specific, wherein in the embodiment shown there are four such support sections that are more or less positioned relative to each other according to the corners of a square.

De kabelschijf 1 is trouwens symmetrisch uitgevoerd ten opzichte van een verticaal vlak W' doorheen het centrum C van de kabelschijf 1.The cable disc 1 is, moreover, symmetrical with respect to a vertical plane W 'through the center C of the cable disc 1.

Een eerste paar steungedeelten 11 bestaat uit twee schijfvormige uitstulpingen 11 die aan weerszijden van het symmetrievlak W' aan de flens 3 zijn voorzien.A first pair of support sections 11 consists of two disc-shaped protrusions 11 which are provided on either side of the plane of symmetry W 'on the flange 3.

Deze schijfvormige steungedeelten 11 zijn dan ook bedoeld om bijvoorbeeld een uiteinde van een cilindervormige luchtbalg of vering of dergelijke te kunnen ondersteunen ten opzichte van een wielas.These disc-shaped support sections 11 are therefore intended, for example, to be able to support an end of a cylindrical air bellow or suspension or the like relative to a wheel axle.

Een tweede paar van de voornoemde steungedeelten bestaat in de getoonde uitvoeringsvorm van de kabelschijf 1 uit twee rechthoekige steunvlakken 12 die tevens aan weerszijden van het verticale symmetrievlak W' zijn voorzien.In the embodiment of cable disc 1 shown, a second pair of the aforementioned supporting sections consists of two rectangular supporting surfaces 12 which are also provided on either side with the vertical plane of symmetry W '.

De flens 3 is aan de zijde van deze rechthoekige steunvlakken 12 tevens verbreed uitgevoerd, waarbij de breedte B stelselmatig afneemt vanaf de rechthoekige steungedeelten 12 tot aan de schijfvormige uitstulpingen 11.The flange 3 is also widened on the side of these rectangular supporting surfaces 12, the width B systematically decreasing from the rectangular supporting sections 12 to the disc-shaped protrusions 11.

De voornoemde steungedeelten 10, 11 en 12 zijn allemaal voorzien van gaten 13 die bedoeld zijn om het betreffende onderdeel dat dient ondersteund te worden, zij het een ring van aan draaikrans of zij het een luchtbalg of dergelijke, aan de kabelschijf 1 te kunnen vastbouten.The aforementioned support portions 10, 11 and 12 are all provided with holes 13 intended to enable the respective component to be supported to be bolted to the cable pulley 1, be it a ring of slewing ring or an air bellow or the like.

In figuur 4 is een wielas 14 overeenkomstig de uitvinding weergegeven, waarop een kabelschijf 1 overeenkomstig de uitvinding, zoals hiervoor besproken, is gemonteerd.Figure 4 shows a wheel axle 14 according to the invention, on which a cable disc 1 according to the invention, as discussed above, is mounted.

Aan deze wielas 14 is onderaan een chassis 15 van een getrokken voertuig in de vorm van een oplegger 16 volgens de uitvinding geïnstalleerd.A chassis 15 of a towed vehicle in the form of a trailer 16 according to the invention is installed on this wheel axle 14.

Meer bepaald bestaat de wielas 14 in het getoonde voorbeeld uit een paar wielen 17 gemonteerd aan de uiteinden van een as 18, waarbij deze as 18 gelagerd is in een juk 19 door middel van lagers 20.In particular, the wheel axle 14 in the example shown consists of a pair of wheels 17 mounted on the ends of a shaft 18, this shaft 18 being mounted in a yoke 19 by means of bearings 20.

Voor een verende ophanging van de wielas 14 ten opzichte van het chassis 15 zijn er verende en/of dempende elementen 21, zoals luchtbalgen, stalen veren of hydraulische cilinders, aan de wielas 14 voorzien.For resilient suspension of the wheel axle 14 relative to the chassis 15, spring and / or damping elements 21, such as air bellows, steel springs or hydraulic cylinders, are provided on the wheel axle 14.

Deze verende elementen 21 van de ophanging zijn vastgebout met bouten 22 tussen het voornoemd juk 19 en de flens 3 van de kabelschijf 1, meer bepaald ter plaatse van de steungedeelten 11 en 12 op deze flens 3.These resilient elements 21 of the suspension are bolted with bolts 22 between the aforementioned yoke 19 and the flange 3 of the cable disc 1, in particular at the location of the support sections 11 and 12 on this flange 3.

De kabelschijf 1 zelf ondersteunt het chassis 15 van de oplegger 16 middels een draaikrans 23 die gemonteerd is onderaan twee langse steunbalken 24 van het chassis 15 van de oplegger 16.The cable disc 1 itself supports the chassis 15 of the trailer 16 by means of a turntable 23 mounted at the bottom of two longitudinal support beams 24 of the chassis 15 of the trailer 16.

Deze draaikrans 23 bestaat uit een binnenste ring 25 die op de langse steunbalken 24 is vastgebout met behulp van bouten 22, en een buitenste ring 26 die steunt op het voornoemd schijfvormige steungedeelte 10 van de flens 3 en er tevens op is vastgebout met bouten 22, waarbij tussen de binnenste ring 25 en de buitenste ring 26 rolelementen 27 zijn aangebracht.This slewing ring 23 consists of an inner ring 25 bolted to the longitudinal support beams 24 with the aid of bolts 22, and an outer ring 26 which rests on the aforementioned disc-shaped support portion 10 of the flange 3 and is also bolted to it with bolts 22, wherein roller elements 27 are arranged between the inner ring 25 and the outer ring 26.

Aldus is de wielas 14 verdraaibaar gekoppeld aan het chassis 15 via de draaikrans 23 voor een rotatie om een verticale as AA' door het centrum C van de kabelschijf 1.Thus, the wheel shaft 14 is rotatably coupled to the chassis 15 via the turntable 23 for rotation about a vertical axis AA 'through the center C of the cable disc 1.

Een aantal interessante aspecten aan zulke kabelschijf 1 volgens de uitvinding en de wijze waarop deze op een wielas 14 volgens de uitvinding is aangebracht, valt duidelijk uit de figuur 4 af te leiden.A number of interesting aspects of such cable disc 1 according to the invention and the way in which it is mounted on a wheel axle 14 according to the invention can clearly be deduced from figure 4.

Eerst èn vooral is het duidelijk dat de kabelgoten 8 zich tussen de langse steunbalken 24 op een zekere afstand boven de flens 3 bevinden, zelfs boven de draaikrans 23.First and foremost it is clear that the cable ducts 8 are located between the longitudinal support beams 24 at a certain distance above the flange 3, even above the turntable 23.

De dikte T van.de flens 3 van de kabelschijf 1 is beperkt en hierdoor wordt de hoogte van het chassis ten opzichte van de ondergrond nauwelijks beïnvloed door de montage van de kabelschijf 1 op het chassis 15 van een oplegger 16.The thickness T of the flange 3 of the cable disc 1 is limited and as a result the height of the chassis relative to the ground is hardly influenced by the mounting of the cable disc 1 on the chassis 15 of a trailer 16.

Het is ook duidelijk dat de kabelschijf 1 een holle structuur heeft en dus zeer licht kan worden uitgevoerd.It is also clear that the cable disc 1 has a hollow structure and can therefore be made very light.

De vele mogelijkheden die een kabelschijf 1 volgens de uitvinding biedt, zullen hierna toegelicht worden aan de hand van de figuren 5 tot en met 19.The many possibilities offered by a cable disc 1 according to the invention will be explained below with reference to Figures 5 to 19.

In figuur 5 is in perspectief en in doorsnede een opbouweenheid 28 weergegeven die bedoeld is om op een getrokken voertuig zoals een oplegger 16 te worden gemonteerd voor het aansturen van één of meer verdraaibaar gestuurde wielassen 14.Figure 5 shows in perspective and in section a mounting unit 28 intended to be mounted on a towed vehicle such as a trailer 16 for driving one or more rotatably steered wheel axles 14.

Deze opbouweenheid 28 is voorzien van een draaikrans 29 met een eerste draaikransgedeelte 30 en een tweede draaikransgedeelte 31 die verdraaibaar zijn ten opzichte van elkaar, waarbij het eerste draaikransgedeelte 30 koppelbaar is aan het getrokken voertuig, bijvoorbeeld een oplegger 16, en wel concentrisch rond een koppelgedeelte zoals bijvoorbeeld een zogenaaamde kingpin 32 van een oplegger 16 en waarbij het tweede draaikransgedeelte 31 koppelbaar is aan een trekker, die niet is weergegeven in de figuren.This mounting unit 28 is provided with a slewing ring 29 with a first slewing ring part 30 and a second slewing ring part 31 that can be rotated relative to each other, the first slewing ring part 30 being connectable to the towed vehicle, for example a trailer 16, concentrically around a coupling part such as, for example, a so-called kingpin 32 of a trailer 16 and wherein the second slewing ring portion 31 can be coupled to a tractor, which is not shown in the figures.

Voorts is de opbouweenheid 28 voorzien van een kabelgeleider 33 met een schi j fgedeelte 34 en een ondersteuning 35 die koppelbaar is met het getrokken voertuig, bijvoorbeeld een oplegger 16, op een zekere afstand van de voornoemde draaikrans 29, waarbij deze ondersteuning 35 is voorzien van een verticale as 36 waarrond het schijfgedeelte 34 van de kabelgeleider 33 verdraaibaar is aangebracht.Furthermore, the mounting unit 28 is provided with a cable guide 33 with a sliding part 34 and a support 35 which can be coupled to the towed vehicle, for example a trailer 16, at a certain distance from the aforementioned slewing ring 29, said support 35 being provided with a vertical axis 36 around which the disk portion 34 of the cable guide 33 is rotatably mounted.

Tot slot bevat de opbouweenheid 28 ook nog een telescopisch uitgevoerde verbindingsstaaf 37 waarvan één uiteinde 38 vast is verbonden met het schijfgedeelte 34 van de kabelgeleider 33 en een ander uiteinde 39 scharnierbaar om een verticale as 40 is bevestigd aan het tweede draaikransgedeelte 31.Finally, the mounting unit 28 also comprises a telescopic connecting rod 37, one end 38 of which is fixedly connected to the disc portion 34 of the cable guide 33 and another end 39 is pivotally mounted on the second slewing ring portion 31 about a vertical axis 40.

Zukle opbouweenheid 28 is uitermate geschikt om in combinatie te worden gebruikt met één of meerdere kabelschijven 1 volgens de uitvinding, zoals hierna zal worden geïllustreerd aan de hand van de figuren 6 tot en met 19 die elk op gelijkaardige wijze een andere mogelijke configuratie van een getrokken voertuig in de vorm van een oplegger 16 volgens de uitvinding weergegeven.Zukle mounting unit 28 is extremely suitable to be used in combination with one or more cable disks 1 according to the invention, as will hereinafter be illustrated with reference to Figs. 6 to 19, each of which in a similar manner has a different possible configuration of a drawn cable. vehicle in the form of a trailer 16 according to the invention.

Bovenaan in de figuren is telkens schematisch een zijaanzicht weergegeven van zulke oplegger 16 in de betreffende configuratie.At the top of the figures, a side view of such a semi-trailer 16 in the respective configuration is schematically shown.

Daaronder zijn er telkens twee onderaanzichten op de oplegger 16, respectievelijk wanneer de wielen 17 rechtdoor zijn gestuurd en wanneer de wielen 17 in een verdraaide positie zijn gestuurd.Below this there are two bottom views on the trailer 16 respectively, respectively when the wheels 17 are steered straight and when the wheels 17 are steered in a rotated position.

Tot slot geven de twee onderste delen van elke figuur schematisch enkel de kabelaandrijving zelf weer waarmee de de wielen 17 in de voornoemde beide posities wordt gestuurd.Finally, the two lower parts of each figure schematically represent only the cable drive itself with which the wheels 17 are steered in the aforementioned two positions.

De simpelste configuratie is weergegeven in figuur 6 en betreft een oplegger 16 waarop één wielas 14 is aangebracht, waarbij op beide uiteinden van de wielas 14 telkens één wiel 17 is voorzien.The simplest configuration is shown in Figure 6 and relates to a trailer 16 on which one wheel axle 14 is arranged, one wheel 17 being provided on both ends of the wheel axle 14.

Voorst is rondom de kingpin 32 van de oplegger 16 een draaikrans 29 van een voornoemde opbouweenheid 28 gemonteerd, en is er een kabelgeleider 33 van deze opbouweenheid 28 op een zekere afstand achter de draaikans 29 op de oplegger 16 vastgebout.Furthermore, a turntable 29 of a aforementioned mounting unit 28 is mounted around the kingpin 32 of the trailer 16, and a cable guide 33 of this mounting unit 28 is bolted to the trailer 16 at a certain distance behind the turntable 29.

De wielas 14 is voorzien van een kabelschijf 1 volgens de uitvinding waarbij in een kabelgoot 8 van de kabelschijf 1 een kabel 41 is aangebracht welke over het schijfgedeelte 34 van de kabelgeleider 33 is gespannen, waarbij elk van de beide uiteinden van de kabel 41 is vastgemaakt aan de verbindingsstaaf 9 van de opbouweenheid 28 die de draaikrans 29 en de kabelgeleider 33 met elkaar verbindt.The wheel axle 14 is provided with a cable disc 1 according to the invention, wherein a cable 41 is arranged in a cable channel 8 of the cable disc 1, which cable is tensioned over the disc portion 34 of the cable guide 33, each of the two ends of the cable 41 being fastened on the connecting rod 9 of the mounting unit 28 which connects the turntable 29 and the cable guide 33 to each other.

Bij een verdraaiing van een trekker, die niet is weergegeven in de figuren, ten opzichte van de oplegger 16 zal het tweede draaikransgedeelte 31 van de draaikrans 29 waarmee de trekker is verbonden tevens een verdraaiing ondergaan ten opzichte van de oplegger 16, wat resulteert in een verdraaiing van de kabelgeleider 33 en via de kabel 41 uiteindelijk in een verdraaiing van de wielas 14.With a rotation of a tractor, which is not shown in the figures, relative to the trailer 16, the second slewing ring portion 31 of the slewing ring 29 to which the tractor is connected will also undergo a rotation relative to the trailer 16, resulting in a rotation of the cable guide 33 and finally via the cable 41 into a rotation of the wheel axle 14.

Op deze wijze wordt een sturing van de wielas 14 bekomen.In this way a steering of the wheel axle 14 is obtained.

Een voordeel van de voornoemde elementen van de kabelsturing, namelijk de opbouweenheid 28 en de kabelschijf 1 is dat ze toelaten dat op zeer eenvoudige wijze door een gepaste combinatie vele soorten configuraties kunnen worden gebouwd.An advantage of the aforementioned elements of the cable control, namely the mounting unit 28 and the cable disk 1, is that they allow many types of configurations to be built in a very simple manner through an appropriate combination.

In figuur 7 bijvoorbeeld is analoog aan figuur 6 een gelijkaardige kabelsturing op een oplegger 16 weergegeven, die geschikt is voor een zogenaamde "agressievere" aansturing van de wielas 14.In Figure 7, for example, similar to Figure 6, a similar cable control is shown on a trailer 16, which is suitable for a so-called "more aggressive" control of the wheel axle 14.

Hierbij is een kabelschijf 1 op de wielas 14 gemonteerd waarbij een kabelgoot 8 met een kleinere diameter wordt gebruikt om de kabelverbinding met de opbouweenheid 28 te verwezenlijken, dan in het voorgaande geval van figuur 6.A cable disc 1 is hereby mounted on the wheel axle 14, wherein a cable channel 8 with a smaller diameter is used to realize the cable connection with the mounting unit 28 than in the previous case of Figure 6.

Op deze wijze wordt bij een verdraaiing van de trekker ten opzichte van de oplegger 16 een grotere hoekverdraaiing van de kabelschij f 1 en dus ook van de wielas 14 verkregen ten opzichte van de oplegger 16 dan in het voorgaande voorbeeld van figuur 6, vandaar ook de benaming "agressieve" sturing.In this way, with a rotation of the tractor relative to the trailer 16, a greater angular rotation of the cable disc 1 and therefore also of the wheel axle 14 relative to the trailer 16 is obtained than in the previous example of Figure 6, hence also the term "aggressive" control.

In de figuren 8 en 9 is volledig analoog aan de figuren 6 en 7 een oplegger met één wielas 14 weergegeven, respectievelijk met een standaard aansturing en een zogenaamde "agressieve" aansturing, waarbij evenwel aan weerszijden van de wielas 14 telkens twee wielen 17 zijn aangebracht in plaats van slechts één wiel, zoals in de voorgaande gevallen van de figuren 6 en 7.Figures 8 and 9 show a semi-trailer with one wheel axle 14, fully analogous to Figures 6 and 7, respectively with a standard drive and a so-called "aggressive" drive, whereby two wheels 17 are arranged on either side of the wheel axle 14 respectively instead of just one wheel, as in the previous cases of figures 6 and 7.

Uiteraard verandert dit niets essentieels aan de zaak.Of course this does not change anything essential to the case.

De figuren 10 tot en met 14 geven een configuratie weer voor een twee-assige oplegger 16.Figures 10 to 14 show a configuration for a two-axle trailer 16.

Hierbij zijn de figuren 10 tot en met 13 volledig vergelijkbaar met de configuraties van de figuren 6 tot en met 9, waarbij één van de twee wielassen 14 niet verdraaibaar is aangestuurd door de kabelsturing, terwijl de andere wielas 14 opnieuw is voorzien van een kabelschijf 1 volgens de uitvinding die middels een kabel 41 aan de opbouweenheid 28 is gekoppeld voor een verdraaibare aansturing van de wielas 14.Figures 10 to 13 are fully comparable with the configurations of Figures 6 to 9, one of the two wheel axles 14 being non-rotatably controlled by the cable control, while the other wheel axle 14 is again provided with a cable disk 1 according to the invention which is coupled to the mounting unit 28 by means of a cable 41 for a rotatable control of the wheel axle 14.

In figuur. 14 evenwel zijn de beide wielassen 14 elk verdraaibaar op de oplegger 16 gemonteerd middels een kabelschijf 1 volgens de uitvinding.In figure. 14, however, the two wheel axles 14 are each rotatably mounted on the trailer 16 by means of a cable disc 1 according to the invention.

Hierbij is naast een kabel 41 voor het koppelen van de kabelschijven 1 aan de opbouweenheid 28 tevens een kabel 42 over de kabelschijven 1 van de gestuurde wielassen 14 gespannen voor een onderlinge koppeling van de kabelschijven 1 en dus van de verdraaiing die de betrokken wielassen 14 ondergaan.In addition to a cable 41 for coupling the cable pulleys 1 to the mounting unit 28, a cable 42 is also stretched over the cable pulleys 1 of the steered wheel shafts 14 for mutual coupling of the cable pulleys 1 and thus of the rotation that the wheel shafts 14 concerned undergo. .

Deze kabel 42 tussen het paar kabelschijven 1 is gekruisd voor een tegengestelde aansturing van de betrokken wielassen 14.This cable 42 between the pair of cable discs 1 is crossed for opposite control of the wheel shafts 14 concerned.

Bovendien zijn de diameters van de betreffende kabelgoten 8 waarrond de kabel 42 is gespannen voor een onderlinge koppeling van de kabelschijven 1 op de betrokken kabelschijven 1 onderling verschillend.Moreover, the diameters of the respective cable ducts 8 around which the cable 42 is tensioned for mutual coupling of the cable disks 1 to the relevant cable disks 1 are mutually different.

Bijgevolg worden de beide wielassen op verschillende wijze 14 aangestuurd onder invloed van eenzelfde relatieve verdraaiing tussen een trekker en de oplegger 16, wat in sommige gevallen interessant kan zijn.Consequently, the two wheel axles are steered in different ways 14 under the influence of the same relative rotation between a tractor and the trailer 16, which may be interesting in some cases.

De figuren 15 tot en met 19 geven nog andere mogelijke configuraties weer voor opleggers 16 met drie en meer wielassen 14 die al dan niet worden aangestuurd door middel van een kabelsturing.Figures 15 to 19 show still other possible configurations for trailers 16 with three and more wheel axles 14, which may or may not be driven by means of a cable control.

Hierbij worden tevens meerdere wielassen voorzien van een kabelschijf 1 volgens de uitvinding, eventueel aan elkaar gekoppeld via een bijkomende kabel 42 die, hetzij recht is gespannen voor een gelijkgerichte aansturing van de betrokken wielassen 14, hetzij kruisgewijs is aangebracht voor een tegengestelde sturing van de betrokken wielassen 14.A plurality of wheel axles are herein also provided with a cable disc 1 according to the invention, optionally coupled to each other via an additional cable 42, which is either straightly tensioned for the rectified control of the wheel axles 14 concerned, or is arranged crosswise for opposite control of the wheel concerned. wheel axles 14.

Ook door te spelen met de diameter van de kabelschijf 1 op de gestuurde wielas 14 in functie van de diameter van het schi j fgedeelte 34 van de kabelgeleider 33 van de opbouweenheid 28 kan de wijze van aansturen worden aangepast en al dan niet agressiever worden gemaakt.Also by playing with the diameter of the cable disc 1 on the steered wheel axle 14 as a function of the diameter of the disc portion 34 of the cable guide 33 of the mounting unit 28, the manner of control can be adjusted and made more aggressive or not.

Het is duidelijk dat een kabelschijf tevens kan worden gemonteerd op andere soorten getrokken voertuigen dan op een oplegger 16, zoals bijvoorbeeld op een aanhangwagen of dergeli j ke meer.It is clear that a cable disc can also be mounted on other types of towed vehicles than on a trailer 16, such as for example on a trailer or the like.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm van een kabelschijf 1, evenals van een wielas 14 en een getrokken voertuig 16 volgens de uitvinding, doch een kabelschijf 1, een wielas 14 en een getrokken voertuig 16 volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the exemplary embodiment and shown in the figures of a cable disc 1, as well as a wheel axle 14 and a towed vehicle 16 according to the invention, but a cable disc 1, a wheel axle 14 and a towed vehicle 16 according to the invention can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention.

Claims (18)

1. Kabelschijf (1) voor de aansturing van een verdraaibaar gestuurde wielas (14) van een getrokken voertuig (16), daardoor gekenmerkt dat de kabelschijf (1) een gietstuk is met een opstaande kraag (2) die is voorzien van één of meerdere kabelgoten (8) en een flens (3), enerzijds ter bevestiging van de kabelschijf (1) aan een draaikrans (23) voor een verdraaibare koppeling met het getrokken voertuig (16) omheen een verticale as (AA') en, anderzijds, ter bevestiging van de kabelschijf (1) aan de wielas (14) voor een ophanging van de wielas (14) aan het getrokken voertuig (16).Cable pulley (1) for controlling a rotatably steered wheel axle (14) of a towed vehicle (16), characterized in that the cable pulley (1) is a casting with an upstanding collar (2) provided with one or more cable ducts (8) and a flange (3), on the one hand for attaching the cable disc (1) to a turntable (23) for a rotatable coupling with the towed vehicle (16) around a vertical axis (AA ') and, on the other hand, for attachment of the cable pulley (1) to the wheel axle (14) for suspending the wheel axle (14) on the towed vehicle (16). 2. Kabelschijf (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de kabelgoot (8) is of de kabelgoten (8) zijn voorzien aan een axiaal uiteinde (6) van de opstaande kraag (2).Cable pulley (1) according to claim 1, characterized in that the cable duct (8) is or the cable ducts (8) are provided at an axial end (6) of the upright collar (2). 3. Kabelschijf (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde axiale uiteinde (6) van de opstaande kraag (2) hoofdzakelijk cilindervormig is, gleuven in dit gedeelte voor cirkelvormige kabelgoten (8) niet in acht genomen.Cable pulley (1) according to claim 2, characterized in that the aforementioned axial end (6) of the upstanding collar (2) is substantially cylindrical, slots in this section for circular cable ducts (8) not taken into account. 4. Kabelschijf (1) volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de flens (3) is voorzien aan een ander uiteinde van de opstaande kraag (2).Cable pulley (1) according to claim 2 or 3, characterized in that the flange (3) is provided at another end of the upright collar (2). 5. Kabelschijf (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kraag (2) minstens over een gedeelte (5) conusvormig is uitgevoerd.Cable pulley (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the collar (2) has a conical shape at least over a part (5). 6. Kabelschijf (1) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de diameter (D' ) van het conusvormig gedeelte (5) groter is aan de kant van de flens (3) dan de diameter (D) van het conus vormige gedeelte (5) aan de kant van de kabelgoten (8).Cable pulley (1) according to claim 5, characterized in that the diameter (D ') of the cone-shaped section (5) is larger on the side of the flange (3) than the diameter (D) of the cone-shaped section (5) ) on the side of the cable ducts (8). 7. Kabelschijf (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de flens (3) is voorzien van steungedeelten (10-12) voor het aanbrengen van een draaikrans (23) en/of delen (21) van een ophanging van een wielas (14).Cable pulley (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the flange (3) is provided with support sections (10-12) for mounting a turntable (23) and / or parts (21) of a suspension of a wheel axle (14). 8. Wielas (14) van een getrokken voertuig (16), waarop een kabelschijf (1) overeenkomstig één van de voorgaande conclusies is aangebracht.Wheel axle (14) of a towed vehicle (16) on which a cable disc (1) according to one of the preceding claims is arranged. 9. Getrokken voertuig (16) waarop een wielas (14) overeenkomstig conclusie 8 verdraaibaar is gemonteerd, daardoor gekenmerkt dat het getrokken voertuig (16) is voorzien van een draaikrans (23), waarbij de kabelschijf (1) vast is gemonteerd op een ten opzichte van de oplegger (16) verdraaibaar gedeelte (26) van de voornoemde draaikrans (23).Towed vehicle (16) on which a wheel axle (14) according to claim 8 is rotatably mounted, characterized in that the towed vehicle (16) is provided with a turntable (23), wherein the cable disc (1) is fixedly mounted on a portion (26) of the aforementioned slewing ring (23) rotatable relative to the trailer (16). 10. Getrokken voertuig (16) volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het getrokken voertuig (16) is voorzien van meerdere verdraaibare wielassen (14) volgens conclusie 9 die elk verdraaibaar op het getrokken voertuig (16) zijn gemonteerd middels een kabelschijf (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 7.The towed vehicle (16) according to claim 9, characterized in that the towed vehicle (16) is provided with a plurality of rotatable wheel axles (14) according to claim 9, each of which is rotatably mounted on the towed vehicle (16) by means of a cable pulley (1) according to one of claims 1 to 7. 11. Getrokken voertuig (16) volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat minstens één paar van de kabelschijven (1) van de voornoemde gestuurde wielassen (14) onderling zijn verbonden door middel van een kabel (42) die is aangebracht in een kabelgoot (8) van de betrokken kabelschijven (1).Towed vehicle (16) according to claim 10, characterized in that at least one pair of the cable pulleys (1) of the aforementioned steered wheel axles (14) are interconnected by means of a cable (42) arranged in a cable duct (8) ) of the cable disks concerned (1). 12. Getrokken voertuig (16) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de diameter van de kabelgoten (8) op de voornoemde betrokken kabelschijven (1) onderling verschilt.The towed vehicle (16) according to claim 11, characterized in that the diameter of the cable trays (8) on the aforementioned cable disks (1) is different. 13. Getrokken voertuig (16) volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de kabel (42) tussen het voornoemde paar kabelschijven (1) recht is gespannen voor een gelijkgerichte aansturing van de betrokken wielassen (14).The towed vehicle (16) according to claim 11 or 12, characterized in that the cable (42) is straight between the above-mentioned pair of cable pulleys (1) for a rectified control of the wheel shafts (14) involved. 14. Getrokken voertuig (16) volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de kabel (42) tussen het voornoemde paar kabelschijven (1) gekruist is voor een tegengestelde aansturing van de betrokken wielassen (14) .The towed vehicle (16) according to claim 11 or 12, characterized in that the cable (42) is crossed between said pair of cable pulleys (1) for opposite control of the wheel shafts (14) involved. 15. Getrokken voertuig (16) volgens één van de conclusies 9 tot 14, daardoor gekenmerkt dat er een opbouweenheid (28) op is gemonteerd voor het aansturen van één of meer verdraaibaar gestuurde wielassen (14), welke opbouweenheid (28) minstens voorzien is van: • een draaikrans (29) met een eerste draaikransgedeelte (30) en een tweede draaikransgedeelte (31) die verdraaibaar zijn ten opzichte van elkaar, waarbij het eerste draaikransgedeelte (30) koppelbaar is aan het getrokken voertuig (16) (16) en het tweede draaikransgedeelte (31) koppelbaar is aan een trekker; • een kabelgeleider (33) met een schijfgedeelte (34) en een ondersteuning (35) die koppelbaar is met het getrokken voertuig (16) op een zekere afstand van de voornoemde draaikrans (29), waarbij de ondersteuning (35) is voorzien van een vertikale as (3 6) waarrond het schi j f gedeelte (34) van de kabelgeleider (33) verdraaibaar is aangebracht; en, • een telescopisch uitgevoerde verbindingsstaaf (37) waarvan één uiteinde (38) vast is verbonden met het schijfgedeelte (34) van de kabelgeleider (33) en een ander uiteinde scharnierbaar (39) om een verticale as (40) is bevestigd aan het tweede draaikransgedeelte (31).The towed vehicle (16) according to one of claims 9 to 14, characterized in that a mounting unit (28) is mounted on it for driving one or more rotatably steered wheel axles (14), which mounting unit (28) is at least provided of: • a slewing ring (29) with a first slewing ring part (30) and a second slewing ring part (31) that are rotatable relative to each other, the first slewing ring part (30) being connectable to the towed vehicle (16) (16) and the second slewing ring part (31) can be coupled to a tractor; • a cable guide (33) with a disk portion (34) and a support (35) that can be coupled to the towed vehicle (16) at a certain distance from the aforementioned slewing ring (29), the support (35) being provided with a vertical axis (3 6) around which the disc portion (34) of the cable guide (33) is rotatably arranged; and, a telescopic connecting rod (37) of which one end (38) is fixedly connected to the disc portion (34) of the cable guide (33) and another end is hinged (39) about a vertical axis (40) to the second slewing ring portion (31). 16. Getrokken voertuig (16) volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat het eerste draaikransgedeelte (3) koppelbaar is aan het getrokken voertuig (16) en wel concentrisch rond een koppeldeel (32) voor koppeling van het getrokken voertuig (16) aan de trekker.Towed vehicle (16) according to claim 15, characterized in that the first slewing ring part (3) can be coupled to the towed vehicle (16) and is concentrically arranged around a coupling part (32) for coupling the towed vehicle (16) to the tractor . 17. Getrokken voertuig (16) volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat de kabelgeleider (33) door middel van een kabel (41) is gekoppeld met een kabelschijf (1) volgens één van de conclusies 1 tot 7 gemonteerd op een wielas (14) van het getrokken voertuig (16).Towed vehicle (16) according to claim 15 or 16, characterized in that the cable guide (33) is coupled by means of a cable (41) to a cable disc (1) according to one of claims 1 to 7 mounted on a wheel axle ( 14) of the towed vehicle (16). 18. Getrokken voertuig (16) volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat de diameter van de kabelschijf (1) op de gestuurde wielas (14) verschillend is van de diameter van het schijfgedeelte (34) van de kabelgeleider (33) van de opbouweenheid (28).Towed vehicle (16) according to claim 17, characterized in that the diameter of the cable disc (1) on the steered wheel axle (14) is different from the diameter of the disc portion (34) of the cable guide (33) of the mounting unit (33) 28).