BE1018236A5

BE1018236A5 - Verbindingselement voor bouwstenen, bouwsteen, moeren en kits van dergelijke elementen.

Info

Publication number: BE1018236A5
Application number: BE2008/0431A
Authority: BE
Original assignee: Rolf Theodorus Suibertus Antonius
Priority date: 2008-07-31
Filing date: 2008-07-31
Publication date: 2010-07-06
Also published as: WO2010012050A1; BE1018363A5; WO2010012050A4

Abstract

Een verbindingselement voor bouwblokken wordt voorzien, dat een hoofddel omvat dat aangepast is om opgemonen te worden in een complementair gat aanwezig in een bouwblok, en dat aan beide uiteinden van het hoofddeel aangepast is om, zonder het gebruik van een hulpstuk, aan eenzelfde verbindingselement gekoppeld te worden daar middel van een eerste en een tweede koppelstrucruur voorzien aan deze uiteinden, waarbij de eerste en de tweede koppelstructuren aangepast zijn om een klkverbinding te kunnen vormen met respectievelijk de tweede en de eerste koppelsructuren van eenzelfde verbindingselement. Ook corresponderende bouwstenen, ringvormige elementen van het moet-type, en een kit bouwstenen worden uiteengezet.

Description

VERBINDINGSELEMENT VOOR BOUWSTENEN, BOUWSTEEN, MOEREN EN KITS VAN DERGELIJKE ELEMENTEN

Beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het vakgebied van constructie-elementen als bouwstenen, zoals die bijvoorbeeld bestaan in speelgoed artikelen van het bouwblok type of constructietype.

Achtergrond

Er bestaan verschillende soorten speelgoed bouwstenen en coiiStructiesystemen vandaag.

Er bestaan ook verschillende termen die staan voor een elementair constructie-element, zoals bijvoorbeeld de termen "(bouw- of constructie-) steen", "(bouw- of constructie-)blok" en "(bouw- of constructie-)element".

In het kader van deze beschrijving worden dé termen "(bouw)steen" of "(bouw)blok" gebruikt om hiernaar te verwijzen. Tenzij anders vermeld of impliciet duidelijk voor de vakman, moet deze "steen" geen specifieke vorm hebben. Verschillende vormen kunnen gebruikt worden, zonder de onderhavige uitvinding te verlaten.

Vele bestaande bouwstenen zijn gebaseerd op het combineren van bouwelementen of stenen door middel van een combinatie van een vrouwelijke en een mannelijke koppelstructuur, die elk meestal permanent aangebracht zijn op één van de oppervlakken van een corresponderend bouwelement en die kunnen geklemd worden in respectievelijk een complementaire mannelijke of vrouwelijke koppelstructuur van een volgend bouwelement [bijvoorbeeld de klassieke LEGO™ bouwsteen].

De mannelijke koppelstructuren steken uit het steen, wat een goede koppeling/bevestiging met andere bouwelementen mogelijk maakt, maar wat tegelijk het aantal vrijheidsgraden in de combinatie van stenen beperkt.

De gekoppelde structuren zijn dikwijls ook moeilijk van elkaar verwijdèrbaar, dit in het bijzonder voor elementen van relatief kleine afmetingen en voor kleine kinderen.

Ook bestaat er dikwijls een vaste oriëntatierichting voor de door dergelijke bouwelementen opgebouwde constructies; de mannelijke en vrouwelijke elementen staan aan tegenovergestelde vlakken van een bouwelement, zodat een constructie naar boven toe steeds eindigt op mannelijke koppelstructuren, en naar beneden toe in vrouwelijke koppelstructuren, waarbij boven en beneden in tegenovergestelde zin liggen.

Deze koppelstructuren kunnen tevens beschadigd worden, wat op zijn minst resulteert in een reductie van de functionaliteit van het blok en/of koppelstructuur; de sterkte van de koppeling kan afnemen of volledig verdwijnen. ........

Dit betekent ook dat het gebruik van bepaalde materialen niet mogelijk is of minderwaardige kwaliteit zou betekenen. Dikwijls worden er in commerciële kits van dergelijke bouwstenen ook elementen toegevoegd die toelaten van in enige mate af te wijken van de "hoofdrichting", doch deze zijn meestal aanwezig in eerder relatief geringe aantallen zodat de intrinsieke "afwijk"-mogelijkheden voor commercieel beschikbare constructiepakketten eerder beperkt is.

Andere systemen omvatten gaten in de bouwelementen, al dan niet in - combinatie met de koppelstructuren zoals beschreven in de vorige paragraaf, en bijhorende verbindingsstaafjes, die in deze gaten passen, klemmen of klikken. Een voorbeeld hiervan zijn LEGO Technics™ pakketten. Deze verbindingsstaafjes zijn echter niet direct met elkaar te koppelen en hulpstukken zijn nodig om zulke koppeling te verwezenlijken. Dit betekent een beperking in de mogelijke combinaties van bouwstenen en een reductie van vrijheidsgraden in het combineren van bouwstenen.

Het bedrijf kiditec (www.kiditec.com) produceert constructiepakketten die blokken bevatten die van gaten zijn voorzien, waardoor verbindingselementen kunnen worden aangebracht, die aangepast zijn om rechtstreeks ingeschroefd.-te worden-in gelijkaardige verbindingselementen, en die al dusdanig blokken aan elkaar kunnen koppelen, zonder verdere hulpstukken. Deze verbindingselementen van het "bout"-type zijn voorzien van een klein stuk schroefdraad op het uiteinde, weg van de kop, die niet over de hele lengte van de "bout" loopt, en zit los in de opening. Het verbindingselement dient aan' 'dit"uiteinde" samen te werken met een moer-achtig element om gekoppeld/vastgemaakt te kunnen worden aan het blok waar het'verbindingselement door loopt; deze moer is geïntegreerd met de kop van een volgende bout, die een gat met schroefdraad bezit.

Vele bouwsystemen zijn verder ook relatief complex, zeker voor een kind.

In US 5,771,650, US 2008/045116, US 6,273,778 en US 3,069,805 worden speelgoedconstructiesystemen beschreven.

Er is vandaag nood aan alternatieve bouwsteen- of constructiesystemen, die een antwoord bieden op de beperkingen van de stand der techniek, en die eenvoudig zijn van opzet.

Samenvatting van de uitvinding

Wanneer termen als "eerste", "tweede", "derde" enzovoort worden gebruikt, betekent dit niet noodzakelijk dat een opeenvolgende of dat een chronologische volgorde moet worden aangenomen.

De term "omvattende", moet zodanig worden geïnterpreteerd dat het geen andere elementen of stappen uitsluit.

De stand· van-de techniek waarop de aanloop van conclusie 1 is gebaseerd, vertoont een verbindingselement voor bouwblokken, dat een hoofddeel omvat dat aangepast is om opgenomen te worden in een complementair gat aanwezig in een bouwblok, en dat aan beide uiteinden van het hoofddeel aangepast is om, zonder het gebruik van een hulpstuk, aan eenzelfde verbindingselement gekoppeld te worden door middel van een eerste en een tweede koppelstructuur voorzien aan deze uiteinden.

Enkele nadelen en eigenschappen van de stand der techniek verbindingselementen werden hierboven reeds beschreven in de achtergrond sectie.

Verder bestaat de verbindingsstructuur, die eerder beschreven werd onder."Kiditec” technologie, uit een harde kunststof en is deze niet samendrukbaar door een kind. Het is ook niet elastisch samendrukbaar of vervormbaar zodanig dat het verbindingselement enkel in een gat kan geplaatst worden waarvan de projectie volgens de richting van de as van het gat, de dwarse doorsnede van het verbindingselement afdekt. Het gat moet dus anders gezegd strikt breder zijn dan de dimensies, in het bijzonder breedte of diameter, van het verbindingselement, zodat dit laatste er kan ingeschoven worden. Dit betekent onder andere ook dat het verbindingselement niet- geklemd kan worden in het gat van de overeenstemmende bouwsteen, die ook bestaat uit harde kunststof. Bovendien steken de koppen van de bouten uit boven Het”'oppervlak' van het bouwblok.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding van een alternatief te verschaffen, welke ten minste één of enkele van bovengenoemde problemen oplost en eenvoudig is van opzet.

Dit wordt bereikt door de kenmerkende eigenschappen van conclusie l.

Een verbindingselement voor bouwstenen wordt beschreven, dat een hoofddeel omvat dat aangepast is om opgenomen te worden in een complementair gat aanwezig in een bouwsteen, en dat aan beide uiteinden van het hoofddeel aangepast is om, zonder het gebruik van een hulpstuk, aan eenzelfde verbindingselement gekoppeld te worden'door middel 'vari een eerste en een tweede koppelstructuur voorzien aan deze uiteinden, waarbij de eerste en de tweede koppelstructuren aangepast zijn om een klikverbinding te kunnen vormen met respectievelijk de tweede en de eerste koppelstructuren van eenzelfde verbindingselement.

De koppeling aan eenzelfde verbindingselement kan uitgevoerd worden zonder het gebruik van een hulpstuk, m.a.w. twee verbindingselementen volgens de onderhavige uitvinding kunnen rechtstreeks aan elkaar gekoppeld worden; hetzij door de eerste koppelstructuur van het eerste element te verbinden met de tweede koppelstructuur van het tweede element, hetzij door de tweede koppelstructuur van het eerste element te verbinden met de eerste koppelstructuur van het tweede element respectievelijk. Verschillende klikverbindingen kunnen hierbij gebruikt worden.

Het valt op te merken dat een klikverbinding een verbinding is die met een klikgeluid en/of klikgevoel en/of kliksensatie geassocieerd kan worden en dat zulk een verbinding verschilt van een verbinding van het klemtype of het inschuiftype, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij de klassieke Lego blokken. De klikverbinding valt bij voorkeur opnieuw los te maken door een kind, maar is anderzijds voldoende sterk om het maken van constructies van bouwstenen die gekoppeld zijn aan deze verbindingselementen mogelijk te maken. Voorbeelden van klikverbi-ndingen· zijn bij voorbeeld verbindingen van het drukknooptype. De eerste en de tweede koppelstructuren zijn bij voorkeur verschillend. In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn de eerste en de tweede koppelstructuren complementair. Zo kan één van de twee koppelstructuren mannelijk zijn en één van de twee koppelstructuren vrouwelijk. In de gedetailleerde beschrijving zullen verdere specifieke voorbeelden van klikverbindingen en koppelstructuren uiteengezet worden. Om de gedachten te véstigen kan gerefereerd worden naar een kogel en een gat die samen een drukknoop-achtige verbinding vormen, als voorbeeld van dergelijk paar van complementaire koppelstructuren.

Volgens yoorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, is het eerste verbindingselement van het kogel-type en het tweede verbindingselement van het gat-type.

Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kunnen de eerste en de tweede koppelstructuren samen een verbinding vormen die van het drukknóojp-type is. Het valt op te merken dat de koppelstructuren ook kunnen bestaan uit meer dan één drukknoopstructuür of meer dan één deel-kliksysteem. Zo kunnen bijvoorbeeld twee koppelsystemen van het mannelijk type naast elkaar.aangebracht worden aan één uiteinde van het verbindingselement terwijl aan het andere uiteinde twee koppelstructuren van het vrouwelijk type kunnen worden aangebracht die opgelijnd zijn met de koppelstructuren van het mannelijk type. Ook andere complementaire structuren kunnen bedacht worden door de vakman die aangepast zijn om een klikverbinding te vormen.

Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, is het hoofddeel essentieel niet elastisch vervormbaar in de axiale richting, m.a.w. het verbindingselement.is bij voorkeur niet elastisch vervormbaar in de axiale richting, wanneer het krachten ondergaat die overeenkomen met een slag van een hamer uitgevoerd door een timmerend kind in een typische constructie speelgoed activiteit. Deze eigenschap is in het bijzonder voordelig wanneer timmertoepassingen (toepassingen waarin het verbindingselement met één of meerdere' slagen op één uiteinde van het element (eerste of tweede) in een corresponderende opening wordt gedreven. Dit proces is in hoofdzaak van discontinue aard)worden beschouwd aangezien een (elastisch of niet elastisch) vervormbaar verbindingselement deze timmeractiviteit onmogelijk zou kunnen maken. Zo zou een elastisch veryprmbaar verbindingselement in plaats van in het complementaire gat van een bouwsteen getimmerd te worden, eerder kunnen buigen of samengedrukt kunnen worden, zodat het verbindingselement niet of niet voldoende eenvoudig in het complementaire gat kan aangebracht worden, anderzijds kan een niet elastisch vervormbaar maar wel vervormbaar verbindingselement vervormd wóröèri," van vórm veranderen en hierdoor incompatibel worden met het complementaire gat. Verder mag het verbindingselement niet breken of beschadigd worden onder krachten die overeenstemmen met en van de grootte-orde zijn van een impact van een kleine hamer gehanteerd door een kind.

Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het hoofddeel elastisch vervormbaar in de radiale richting. Deze elastische vervorming is bij voorkeur mogelijk onder krachten van de orde van de krachten die een kind kan uitoefenen. Deze uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat een verbindingselement aangebracht kan worden in een complementair gat door elastisch te vervormen, en dat dit verbindingselement achteraf vastzit in het gat, dankzij de elastische vervorming. Het hoofddeel kan hiertoe vervaardigd zijn uit een geschikt kunststofmateriaal zoals een harde mousse of zachte plastic, waarbij echter het onvervormbaar zijn van het hoofddeel in de axiale richting bij voorkeur wordt bewaard.

Dit kan bijvoorbeeld geschieden door een zachte kunststof of eerder een harde mousse te voorzien van een intern, versterkingselement zoals een metalen of hard plastic pinnetje dat verbonden in met de mousse of halfzacht plastic .en dat eventueel ook verankerd is in dit materiaal.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, is het hoofddeel voornamelijk hol zodat het gevormd wordt door een dunne wand, die ten minste één laterale insnijding bevat die zich uitstrekt over de hele lengte van het hoofddeel. De insnijding kan dan bijvoorbeeld starten onderaan het hoofddeel en eindigen bovenaan het hoofddeel. Deze insnijding is bij voorkeur rechtlijnig. Deze insnijding kan ook andere vormen aannemen, al dient hierbij de sterkte van het verbindingselement niet substantieel te worden aangetast wat bijvoorbeeld het geval zou zijn bij een spiralerende insnijding die als het ware om het hoofddeel spiraleert van he.t..ene .uiterste naar het andere uiterste. Dit laatste voorbeeld zou kunnen leiden tot een verbindingselement dat.elastisch vervormbaar is in de axiale richting, wat eerder ongewenst is voor toepassingen van het timmertype. De rechtlijnige insnijding is bij voorkeur ook parallel met de centrale as de of symmetrie-as van het verbindingselement en/of het hoofddeel.

Volgens voorkeursuitvoeringsvormen loopt de ten minste één lateralé insnijding door over de hele lengte van het element, in het bijzonder doorheen de eerste en tweede koppelstructuren. Deze uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat ook de koppelstructuren radiaal vervormbaar zijn,.wat leidt tot een elegante uitvoeringsvorm van een kliksysteem.

Bij voorkeur zijn de koppelstructuren onvervormbaar in de lengterichting van het hoofddeel of volgens de richting van de symmetrie- of axiale as van het hoofddeel. Dit onder krachten die overeenstemmen met de krachten van een hamerslag uitgevoerd door een kind op het'verbindingselement met een typische speelgoedhamer.

Het hoofddeel, en bijgevolg ook het verbindingselement in hoofdzaak, is bij voorkeur cilindervormig. Het bevat bij voorkeur een glad buitenoppervlak, voor timmertoepassingen, maar het kan ook van schroefdraad voorzien zijn. Deze schroefdraad kan dan gebruikt worden om in een overeenkomstige schroefdraad van een bouwsteen te passen. Deze schroefdraad kan ook ingegraveerd zijn op dergelijke wijze dat het verbindingselement nog steeds in de complementaire opening getimmerd kan worden. De complementaire opening kan anderzijds ook van schroefdraad voorzien zijn die complementair is met de schroefdraad op het verbindingselement om het verbindingselement voldoende vast te houden in de opening. Andere structuren, verschillend van de schroefdraadstructuur, maar van hetzelfde type, toelatend dat een verbindingselement vastgeschroefd kan worden in een opening van een bouwsteen zijn ook mogelijk. Zo kan bijvoorbeeld de schroefdraadachtige structuur aan de binnenkant van een complementair gat van een bouwsteen voorzien zijn van halve kogelachtige uitstulpingen die samenwerken met een·schroefdraad op het verbindingselement.

Het valt pp te merken dat de koppelstructuren als aparte elementen op het hoofddeel of als deel op het hoofddeel kunnen worden aangebracht, wat toelaat dat de koppelstructuren uit verschillende materialen zouden bestaan dan het hoofddeel, of de rest van het hoofddeel. Deze uitvoeringsvormen noodzaken echter een complexer productieproces, terwijl ze ook bekommernissen in verband met stabilitéit, fixatie voor lange termijn, hamerbestendigheid, enz. oproepen, die niet aanwezig zijn in verbindingselementen bestaande uit één materiaal en uit essentieel één enkel stuk.

De koppelstructuur van het mannelijk type kan van het kogeltype zijn of kan een O-achtige (omega-achtige) structuur vormen of enige gelijkaardige vorm hebben. De vrouwelijke koppelstructuur kan een structuur zijn die complementair is aan deze structuur van het kogeltype, maar kan elke structuur zijn die een klikverbinding toelaat met de koppelstructuur van het mannelijke type.

Zo kan'een kogel als koppelstructuur opgenomen worden in een opening van het andere uiteinde van eenzelfde verbindingselement,' van aangepaste grootte die een uitkerving of cirkelvormige rand bevat, waarin de kogel vast klikt wanneer deze in de vrouwelijke koppelstructuur wordt geplaatst.' Andere koppelmechanisme structuren die leiden tot kliksystemen kunnen door de vakman toegepast worden in het kader van de onderhavige uitvinding.

Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is_ het cilindervormig hoofddeel aan zijn uiteinden van schroefdraad voorzien die naar binnen toe in het hoofddeel is aangebracht. Deze schroefdraad kan ingegraveerd worden in de buitenwand van het hoofddeel zodanig dat het hoofddeel en dus het verbindingselement toelaat van vast getimmerd te worden in een opening in een bouwsteen. Deze schroefdraad kan aangebracht worden op het'verbihdirigsëlemënt, zijnde aan beide uiteinden, het kan bijvoorbeeld één of twee draden zijn aan elk uiteinde van het verbindingselement, maar de schroefdraad kan zich ook uitstrekken over de hele lengte van het verbindingselement.

De verbindingselementen volgens de onderhavige uitvinding kunnen uit verschillende materialen zijn opgebouwd. Bij voorkeur zijn ze opgebouwd uit een geschikt kunststof materiaal (bijvoorbeeld polyethyleen), plastic, een hard of zacht schuimmateriaal, hardboard, geperste vezelmaterialen, enz., maar andere materialen zijn niet uitgesloten. Aangezien voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding gerelateerd zijn tot speelgoedtoepassingen zijn de materialen bij voorkeur compatibel met de gangbare veiligheidsnormen voor-materialen voor speelgoed.

De verbindingselementen volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen in verschillende afmetingen vervaardigd worden, zonder hun essentiele eigenschappen hierbij te verliezen. Zo kan een verbindingselement een lengte hebben van bijvoorbeeld ongeveer 8mm,9mm,lOmm,llmm, 12mm maar zijn kleinere of grotere afmetingen evenzeer mogelijk. De doorsnede van een verbindingselement kan bijvoorbeeld ongeveer 5 mm, 6mm, 7mm, 8mm,. 9mm, 10. mm, 11 mm, 12 mm, 13 mm, 14 mm, 15 mm zijn maar kleinere of grotere afmetingen zijn evenzeer mogelijk.

Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het in hoofdzaak cilindervormig hoofddeel aan één van de twee uiteinden een verbreding.

De verbreding kan de vorm hebben van een moerachtige structuur beschreven in andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

In een tweede aspect van de onderhavige uitvinding, wordt een bouwsteen getoond, die ten minste één koppelstructuur omvat die aangepast en ingericht is om gekoppeld te worden met een andere bouwsteen of koppels truc tuur,, waarin de koppels truc tuur zich aan het uiteinde van een verbindingselement bevindt, het verbindingselement aangebracht en verwijderbaar vastgezet zijnde in een gat in de bouwsteen, en verder volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

In een derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt een bouwsteen getoond die ten minste één in hoofdzaak ciiindervormig gat omvat, dat doorheen de bouwsteen gaat, waarin de radius van het gat vanaf een bepaalde diepte naar het buitenoppervlak van de bouwsteen toe verbreedt, zodanig dat er een beperkte ringvormige uitsparing.bestaat „rondom de uiteinden van een verbindingselement volgens een uitvoeringsvorm van een eerste aspect van de onderhavige uitvinding, wanneer dit verbindingselement aangepast zou zijn aan het gat, aangebracht zou zijn volledig in het gat en een hoofddeel met een hoogte gelijk aan de lengte van het gat zou hebben.

Voorkeursuitvoeringsvormen van een bouwsteen volgens de onderhavige uitvinding omvatten verder ten minste één opening of langwerpige groef voorzien in zijn oppervlak, die aangepast is om een klikverbinding te vormen met een mannelijke koppelstructuur van het verbindingselement volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.

De bouwblokken volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvindingen zijn bij voorkeur opgebouwd uit hout, of een geschikt kunststof materiaal, polyethyleen, plastic, een hard of zacht schuimmateriaal, hardboard, geperste vezelmaterialen, enz., maar andere materialen zijn mogelijk zoals kan erkend worden door de vakman. De bouwblokken kunnen gegoten zijn of geblazen of vervaardigd via andere technieken gekend door de vakman, naargelang de toepassing.

In voorkeursuitvoeringsvormen omvatten de bouwblokken hout of bestaan ze uit hout.

In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt er een combinatie van hout/plastic, hout /kunststof, of (kunststof of plastic)/(kunststof of plastic), gebruikt ..voor het bouwblok en het verbindingselement respectievelijk. In een set van bouwblokken kunnen verschillende bouwblokken uit verschillende materialen bestaan, die echter bij voorkeur aangepast zijn om samen te werken met verbindingselementen die allen eenzelfde samenstelling of relevante eigenschappen hebben.

De bouwblokken volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen in verschillende afmetingen vervaardigd worden, zonder hun essentiële eigenschappen hierbij te verliezen. Zo kan een bouwblok een lengte hebben van bijvoorbeeld ongeveer 5, 6, 7, 8, 9, 10 cm, een breedte van bijvoorbeeld ongeveer 6, 7, 8, 9, 10 cm,en een. hoogte, die overeenstemt met de afmetingen van de geassocieerde verbindingselementen, van bijvoorbeeld 8mm,9mm,10mm,llmm, 12mm maar zijn kleinere of grotere afmetingen-voor de-verschillende dimensies evenzeer mogelijk. Ook de in de bouwblokken aanwezige gaten kunnen verschillende dimensies hebben, die wanneer ze in een set worden geleverd samen met de geassocieerde verbindingselementen, overeenkomen met de dimensies van deze verbindingselementen.

In een vierde aspect van de onderhavige uitvinding wordt er een ringvormig element beschreven, met een vorm die complementair is aan de ringvormige uitsparing in een steen zoals beschreven in het derde aspect van de onderhavige uitvinding, en dat verder voorzien is van een koppelstructuur die aangepast is om te koppelen met de schroefdraad van een verbindingselement volgens het eerste, aspect-van de onderhavige uitvinding waarin schroefdraad aanwezig is nabij de uiteinden van het verbindingselement,, wanneer het aangebracht is in de ringvormige uitsparing. Dit ringvormig element bevat bovendien bij voorkeur een structuur op het oppervlak dat naar buiten georiënteerd is wanneer het ringvormig element aangebracht is in de gezegde ringvormige uitsparing die aangepast is om te interageren met een elementaire of aangepaste schroevendraaier met een platte kop of krüiskop 'of 'énige andere structuur. Zo volstaat de aanwezigheid van twee opgelijnde insneden aan weerszijde van het gat gevormd door het ringvormig element, aangepast om een gewone schroevendraaier met platte kop te ontvangen, om de .moer rond te draaien, ware het niet dat deze moer aangepast is om geplaatst te worden aan het einde van een verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding.

Daarom is er in een vijfde aspect van de onderhavige uitvinding een nieuw type schroevendraaier voorzien voor gebruik met de ringvormige element volgens het vierde aspect van de onderhavige uitvinding. Deze schroevendraaier mondt uit op een vorkstructuur met twee tanden, elke tand eindigend op een platte kop, beide platte koppen opgelijnd zijnde en aangepast om te koppelen met een ringvormig element volgens het vierde aspect van de onderhavige uitvinding.

In een zesde aspect van de onderhavige uitvinding wordt een kit^van^bouwstenen van het bouwsteentype waarbij elke bouwsteen ten minste één gat heeft van een zelfde voorgedefinieerde vorm of diameter of doorsnede, waarin de kit verder ten minste één verbindingselement omvat volgens een uitvoeringsvorm volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding dat aangepast is om opgenomen te worden in de gaten. Dit opnemen kan gebeuren door bijvoorbeeld inschuiven, timmeren of inschroeven van het verbindingselement in de gaten.

In voorkeursuitvoeringsvormen van het zesde aspect van de onderhavige uitvinding, worden de dimensies van de bouwstenen en verbindingselementen die aanwezig zijn in een dergelijke kit op een doordachte manier gekozen.

Zo kunnen de dimensies van de bouwblokken (die bvb ook de gedaante van "bouwplaten" of "bouwpanelen" kunnen aannemen, maar ook andere gedaantes), telkens overeenkomen of gehele veelvouden zijn van een basismaat. Dit levert het voordeel dat eenvoudig en veelvuldig kubusstructuren gevormd (kunnen) worden. De verbindingselementen kunnen dan ook een lengte hebben die overeenkomt met deze basismaat of een veelvoud ervan. In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding worden er bijvoorbeeld balkvormige bouwblokken voorzien zijn die een lengte hebben die twee maal de breedte is en/of een hoogte die overeenkomt met een derde van de lengte. De verbindingselementen kunnen bijvoorbeeld 3 basiseenheden lang zijn en kunnen dan bijvoorbeeld drie (of twee or vier of een ander geheel aantal) bouwblokken (bijvoorbeeld bouwpanelen) samen binden die elk een dikte (of hoogte) hebben.die.één basiseenheid bedraagt. Elk van deze 3 bouwpanelen kan bovendien een eigen functie vervullen en/of bijvoorbeeld uit een verschillend materiaal bestaan of verschillende kleur hebben.

Ook kunnen bouwblokken hoogtes (of diktes) hebben die bijvoorbeeld een geheel veelvoud van de basiseenheid bedragen, terwijl de verbindingselementen slechts één enkele'basiseenheid lang (of hoog) zijn.

Volgens een zevende aspect van de onderhavige uitvinding wordt er een dataopslagmedium beschreven dat een programma bevat dat aangepast is om, wanneer het gedraaid wordt op een computer, een verbindingselement volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding af te beelden op een scherm.

Verdere aspecten van de onderhavige uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. De eigenschappen van de volgconclusies, eigenschappen van een der volgconclusies en een der eigenschappen van andere volgconclusies kunnen samengevoegd worden en als geschikt worden beschouwd voor de vakman, en niet enkel in de specifieke combinaties zoals bepaald door de conclusies.

Beschrijving van illustratieve voorbeelden en tekeningen

De bovenstaande en andere voordelige eigenschappen en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden door de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer ze wordt gelezen in combinatie met de respectievelijke tekeningen.

.. De..begeleidende tekeningen worden gebruikt om uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding te illustreren.

Verwijzingssymbolen zijn zodanig gekozen dat ze dezelfde zijn voor vergelijk bare of dezelfde elementen of eigenschappen in verschillende figuren of tekeningen.

De beschrijving van de aspecten van de onderhavige uitvinding wordt volbracht door middel van specifieke uitvoeringsvormen en met verwijzing naar, maar niet beperkt tot, bepaalde tekeningen. De afgebeelde figuren zijn slechts schematisch en moeten als niet beperkend worden beschouwd. Bijvoorbeeld bepaalde elementen of eigenschappen kunnen buiten proportie of schaal zijn voorgesteld in..verhouding tot andere elementen.

In figuren l tot 16 is een verbindingselement volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding afgebeeld. Het verbindingselement (1) omvat een hoofddeel (11), een eerste koppelstructuur (51) en een tweede koppelstructuur (52) die bij voorkeur verschillend zijn, meer bij voorkeur complementair zijn. Bovenaan het verbindingselement bevindt zich in deze uitvoeringsvorm een mannelijke koppelstructuur van het kogeltype terwijl er onderaan een uitsparing, de vrouwelijke koppelstructuur, is voorzien in het hoofddeel en dus in het verbindingselement waarmee de mannelijke koppelstructuur kan koppelen. In figuren 1 tot 3 wordt een bouwsteen (2) afgebeeld, die een gat (3) bevat dat aangepast is om het verbindingselement (1) te ontvangen. Het verbindingselement (1) kan geplaatst worden in de opening (3) door er gewoon in te schuiven, door timmerwerk of timmeren of door het erin vast schroeven indien een schroefdraad of gelijkaardige structuren zijn voorzien op de buitenwand van het hoofddeel van het verbindingselement en de binnenwand van het gat in de bouwsteen.

.. In . figuren _6 ..en 7. wordt een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding geïllustreerd. Een verbindingselement„(1), gelijkaardig aan het verbindingselement van figuren 4 en 5 wordt afgebeeld dat een hoofddeel (11) bevat, een mannelijke koppelstructuur (51) bovenaan het hoofdelement geplaatst en een vrouwelijke koppelstructuur (52) onderaan het hoofdelement. Onderaan het verbindingselement. Volgens deze uitvoeringsvorm is het hoofddeel van het verbindingselement"hoofdzakelijk hol zodanig dat er materiaal en gewicht kan bespaard worden en zodanig dat het verbindingselement enige elastische vervorming kan ondergaan in de radiale richting onderaan de opening, die correspondeert, met de vrouwelijke koppelstructuur, is bij voorkeur een cirkelvormige inkeping (521) voorzien die aangepast is om de mannelijke koppelstructuur van een zelfde verbindingselement te ontvangen d.m.v. een klikverbinding. Figuren 8, 9 en 10 onderaan vertonen verschillende uitvoeringsvormen van klikverbindingen die gebruikt kunnen worden in de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.' In figuur 8 wordt een enkelvoudige klikverbinding tussen een enkelvoudige mannelijke koppelstructuur en een vrouwelijke koppelstructuur afgebeeld zoals die bijvoorbeeld bestaat voor een drukknoopverbinding. Rechts onderaan wordt een alternatieve klikverbinding afgebeeld waarbij meerdere gealinieerde mannelijke en vrouwelijke koppelstructuren gebruikt worden om de klikverbinding tot stand te brengen. Andere uitvoeringsvormen zijn niet uitgesloten, zoals een vakman zal erkennen.

Op figuren 5 en 7 wordt geïllustreerd hoe een verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding gekoppeld kan worden aan een zelfde verbindingselement door respectievelijk de eerste koppelstructuur die aangebracht is aan'het eerste uiteinde van het hoofddeel van een eerste element een klikverbinding te doen maken met een tweede koppelstructuur die aangebracht is aan respectievelijk andere uiteinde van een tweede element.

In de linkerfiguur 5 is de mannelijke koppelstructuur bij voorkeur elastisch vervormbaar in de radiale richting.

Bij voorkeur is de vrouwelijke koppelstructuur ook elastisch vervormbaar in de radiale richting. In figuur 7 wordt er een gelijkaardige uitvoeringsvorm afgebeeld, waarbij het verbindingelement grotendeels is uitgehold, dus hoofdzakelijk hol is, en waarbij er binnen in de wand een ringvormige inkeping is voorzien waarin de respectievelijke mannelijke koppelstructuur kan vastklikken.·...............

Het valt op te merken dat er verbindingselementen volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding bestaan die niet elastisch vervormbaar zijn in de radiale richting en dat er ook verbindingselementen bestaan die wel elastisch vervormbaar zijn in de radiale richting van het verbindingselement. Met de axiale richting van het verbindingselement wordt bedoeld de symmetrie-as van het hoofddeel, of van het volledige verbindingselement. De radiale richting is dan de richting die loodrecht staat op de axiale richting van het verbindingselement. In figuur 12 wordt een verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding afgebeeld dat vervaardigd is uit een materiaal dat resistent is tegen een hamerslag van een speelgoedhamer uitgevoerd door bijvoorbeeld een kind. Dit . verbindingelement i-s onvervormbaar, noch elastisch, noch inelastisch, in de axiale richting, maar is voorzien van een laterale insnijding (7) die zich uitstrekt over de lengte van het hoofddeel. Het verbindingselement is verder ook hol vanbinnen, zodanig dat het samengedrukt kan worden of elastisch vervormbaar is in de radiale richting. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat materialen kunnen gebruikt worden die a priori niet vervormbaar zijn in de radiale richting, maar die wel bestand zijn tegen een hamerslag uitgevoerd door een speelgoedhamer door een kind, terwijl het verbindingselement toch elastisch vervormbaar is in de radiale richting en hierdoor geplaatst kan worden in de opening of gat van een overeenkomstige bouwsteen.

KoppelstruCturen zoals'eerder beschreven zijn aangebracht op het verbindingselement.

In figuur 13 wordt een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding afgebeeld waarin het verbindingselement een laterale insnijding omvat die zich uitstrekt over de hele lengte van het (in hoofdzaak holle) element, in het bijzonder over de eerste (51) en tweede (52) koppelstructuren. Deze uitvoeringsvorm heeft het verdere voordeel dat niet alleen het hoofddeel van het verbindingselement elastisch vervormbaar is in de radiale richting en daardoor geplaatst kan worden in een gat in een corresponderende bouwsteen, maar dat ook de koppelstructuren (51, 52) dankzij deze laterale insnijding-ook-radiaal en elastisch vervormbaar zijn, wat de creatie van een kliksysteem vereenvoudigt of wat leidt tot een specifieke -uitvoeringsvorm van een kliksysteem voor gebruik in combinatie met de onderhavige uitvinding.

In figuur 11 wordt een verdere uitvoeringsvorm afgebeeld van de onderhavige uitvinding, waarin enkel de mannelijke koppelstructuur voorzien is van een laterale insnijding 7, terwijl het hoofddeel geen dergelijke insnijding omvat. Deze uitvoeringsvorm kan voorkomen wanneer het hoofddeel bijvoorbeeld uit een elastisch vervormbaar materiaal kan bestaan, en waarin dit hoofddeel met een mannelijke koppelstructuur is verbonden die uit een verschillend materiaal bestaat, dat bijvoorbeeld op zich, zijnde zonder inkeping, niet elastisch vervormbaar is in de radiale richting.

Op figuren 17 tot 23 worden verschillende dwarsdoorsneden afgebeeld, enkel ter illustratie, en zeker niet in beperkende zin, van verbindingselementen volgens de onderhavige-uitvinding of de overeenstemmende gaten in overeenstemmende bouwstenen. Verschillende andere dwarsdoorsneden van verbindingselement en/of gaten zijn bedenkbaar, zoals erkend zal worden door een vakman.

In figuren 15 en 16 worden verdere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding afgebeeld; een verbindingselement dat hol is vanbinnen, en dat een laterale insnijding omvat die zich uitstrekt over de hele lengte van het verbindingselement, in het bijzonder de mannelijke en de vrouwelijke, of de eerste en de tweede, koppelstructuren. Langs de kant van de eerste koppelstructuur .kan er.schroefdraad (91) aangebracht worden, alsook aan de kant van de tweede koppelstructuur kan er schroefdraad (92) aangebracht worden. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de schroefdraad (9) ook volledig doorlopen van het ene uiteinde van het hoofddeel naar het andere uiteinde van het hoofddeel. Het valt op te merken dat met de term schroefdraad ook gelijkaardige structuren bedoeld worden, zijnde structuren die een koppeling van twee elementen, in het bijzonder bouwsteéri en'verbindingselement, mogelijk maken door middel van een schroefbeweging. Andere dergelijke structuren kunnen bijvoorbeeld structuren zijn opgemaakt uit halve kogeltjes die zich op gepaste locaties bevinden van.het verbindingselement aangepast om gekoppeld te worden met een schroefdraad op een overeenstemmende bouwsteen. Of omgekeerd, halve kogeltjes structuren kunnen aangebracht worden op de binnenwand van een gat doorheen een bouwsteen op gepast locaties zodanig dat ze aangepast zijn om de schroefdraad van een verbindingselement dat hiervan voorzien is te ontvangen door middel van een schroefbeweging van het element. In voorkeursuitvoeringsvormen is de schroefraad ingegraveerd in de zijwand' van het - hoofddeel van het verbindingselement, zodanig dat de "omhullende" zijwand nog. steeds recht is.en.het verbindingselement bijgevolg bruikbaar is voor timmertoepassingen, waarbij het verbindingselement door hamerslagen in een gat in een overeenstemmend bouwsteen kan worden gespijkerd. De enkele of meerdere voorzieningen van schroefdraad hebben het voordeel dat er nieuwe bevestigingssystemen voor het verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding kunnen ontwikkeld worden, zoals verder gedetailleerd zal worden beschreven. Dit kan in het bijzonder interessant zijn wanneer het verbindingselement aangebracht wordt in het gat in een overstemmende bouwsteen, zonder enige klemre.latie tussen het gat (de bouwsteen) en het verbindingselement, dus waarbij het verbindingselement gewoon dient ingeschoven te worden in het gat van de bouwsteen, en geen intrinsieke fixatie ten opzichte van de bouwsteen bevat. Het valt op te merken dat deze schroefdraad ook aanwezig kan zijn in uitvoeringsvormen waarin het verbindingselement wel door middel van klemming· vast blijft zitten in de opening van een corresponderende bouwsteen, wanneer de schroefdraad naar binnen toe'is'gegraveerd in het verbindingselement.

In figuur 14 wordt er een verder uitvoeringsvorm beschreven van de onderhavige uitvinding, waarin het verbindingselement een hoofddeel omvat dat onderaan een vrouwelijke koppelstructuur omvat en bovenaan verder is voorzien van een mannelijke koppelstructuur, en waarin het hoofddeel in essentie cilindervormig is, verder voorzien van onder een bepaalde hoek (bijvoorbeeld loodrecht) op de zijwand staande ringvormige flexibele elementen. Deze elementen kunnen een virtueel vergrotend effect leveren voor het verbindingselement in die zin dat een verbindingselement dat zonder flappen doorheen de corresponderende opening zou glijden, pas door de aanwezigheid van dergelijke flappen vastgeklemd kan worden in diezelfde openingen en bijgevolg bruikbaar is voor timmertoepassingen.

In figuren l.tot...3 bijvoorbeeld wordt de combinatie van een verbindingselement (1) met een complementaire bouwsteen (2) geïllustreerd. Het valt op te merken dat in de beschrijving van de verschillende uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding slechts één verbindingselement volstaat om een volledige diepte van een gat in een corresponderende bouwsteen op te vullen, maar dat, en dat wordt ook later beschreven (cfr. figuren 41 tot 46), meerdere verbindingselementen gecombineerd kunnen worden om de diepte van een gat in een corresponderende bouwsteen te overbruggen. Zo kunnen bijvoorbeeld.drie.verbindingselementen gecombineerd worden om de volledige hoogte van het gat te bereiken. Anderzijds kunnen er overeenkomstige bouwstenen voorzien worden die overeenkomen met een fractie van de lengte van de verbindingselementen. Zo kunnen bijvoorbeeld twee, drie of vier plaatvormige elementen (bouwstenen) bestaan die per twee, drie, vier gekoppeld kunnen worden rondom één verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding.

In figuur 24 wordt er een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding afgebeeld waarin een verbindingselement zoals beschreven in figuren 15 of 16 bovenaan, is aangebracht in een corresponderende bouwsteen die aangepast is om na het insteken van het verbindingselement een ringvormige inkeping (10) te vertonen in zijn oppervlak die overeenstemt met ten minste een deel van de schroefdraad van het verbindingselement (typisch één, twee of drie windingen), dit zowel bovenaan als onderaan het gat. Deze inkeping kan het verdere voordeel hebben dat de verbindingselementen makkelijker verwijderbaar zijn uit de bouwsteen in het geval van een geklemd verbindingselement. Dit geldt ook voor elk type van verbindingselement van het timmertype volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. De inkeping kan een vlakke insnede bevatten of een gekromde (of met andere woorden, gedeeltelijk gevormd worden door de vlakke or gekromde insnede; zie bijvoorbeeld figuren 24, 25B, 26B).

De inkeping kan ook een vorm hebben die complementair is met de vorm van een platte moer met constante dikte en rond zijoppervlak ..(zie. bijvoorbeeld figuren 25A en 26A) . De inkeping kan een breedte, gemeten volgens het oppervlak van de bouwsteen, hebben van bijvoorbeeld meer dan lmm, meer van 2mm, meer dan 3 mm. Een typische dergelijke breedte kan bij voorkeur 4 of 5 mm bedragen maar andere, grotere of kleinere waarden zijn ook mogelijk.

De (maximale, in het geval van bvb. figuren 24, 25B, 26B)) diepte van de inkeping kan bijvoorbeeld lmm, 2mm, 3mm, 4mm, 5mm'zijn'maar kleinere of grotere waarden zijn ook mogelijk, zolang de (maximale) diepte niet meer bedraagt dan de helft van de dikte van het bouwblok.

In figuren 25A, 25B, 26A en 26B worden verdere uitvoeringsvormen .van de onderhavige uitvinding geïllustreerd, bij voorkeur voor gebruik in combinatie met bouwstenen met inkeping rondom de gaten zoals beschreven voor figuur 24. In deze uitvoeringsvormen zijn het" verbin'ding'sélëmèn't (l) en de moer (13) voor figuur 24, als het ware geïntegreerd aan één van de twee uiteinden van het verbindingselement. In de uitvoeringsvorm afgebeeld in figuur 25A en 25B is deze structuur van het moer-type geïntegreerd aan het vrouwelijke uiteinde van het verbindingselement, in figuur 26A en 26B voor het vrouwelijke uiteinde.

De verbindingselementen geïllustreerd in figuren 25A en 25Bomvatten een hoofddeel dat in hoofdzaak cilindervormig is, maar dat aan het mannelijke uiteinde verder een verbredende diameter heeft om zodoende een "geïntegreerde moer"-achtige structuur te vormen, waarbij deze "geïntegreerde moer"-achtige structuur een vorm heeft die- overeenstemt met de vormen beschreven voor de "moeren" van de andere uitvoeringsvormen.

Het verbindingselementen geïllustreerd in figuren 26A en 26B omvatten een hoofddeel dat in hoofdzaak cilindervormig is, maar dat aan het vrouwelijke uiteinde verder een verbredende diameter heeft om zodoende een "geïntegreerde moer"-achtige structuur te vormen, waarbij deze "geïntegreerde moer"-achtige structuur een vorm heeft die overeenstemt met de vormen beschreven voor de "moeren" van de andere uitvoeringsvormen.

In figuur 28 wordt een analoge uitvoeringsvorm afgebeeld waarin de ringvormige inkeping (10) in de steen rondom de uiteinden van het verbindingselement dat erin is aangebracht-eerder een ronde holte complementair aan een vlakke moer vertoont, met constante dikte. De schroefdraad kan. doorlopen over de hele buitenwand van het verbindingselement in alternatieve uitvoeringsvormen.

Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding (niet afgebeeld), is er in plaats van schroefdraad, een gelijkaardige structuur van het schroefdraadtype aangebracht, bestaand uit een aantal halve kogeltjes of andere oneffenheden op het buitenoppervlak van het verbindingselement die op gepaste locaties zijn aangèbracht om aldus een schroefverbinding te kunnen vormen met een schroefdraad aangebracht op de binnenwand van gat van een overeenkomstige bouwsteen.

Het ringvormig element (13) is, met een vorm die complementair is aan de ringvormige uitsparing, beschreven in figuur 24 en 28, en kan verder voorzien zijn van een koppelstructuur aangepast om te koppelen met . .. de schroefdraad van een verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding wanneer dit is aangebracht in de ringvormige uitsparing aanwezig in de bouwsteen, rondom het uiteinde van het verbindingselement dat erin is aangebracht. Deze'"moer", zoals het ringvormige element kan genoemd worden, bevat aan zijn oppervlak bestemd om gericht te zijn naar het verbindingselement een schroefdraad (14) of een gelijkaardige structuur (15), zoals de halve kogeltjes aangebracht op dit oppervlak.

Deze "moeren" kunnen bijgevolg vastgedraaid worden op de uiteinden van het verbindingselement volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, zoals afgebeeld is in figuur 24 en 28.

Het valt op te merken dat het verbindingselement bij voorkeur een laterale insnijding omvat die over de hele lengte van het verbindingselement loopt zodanig dat het verbindingselement elastisch vervormbaar is in radiale richting en getimmerd kan worden in de opening, waarbij de ringvormige uitsparing rondom de uiteinden op de rand van de openingen- in een bouwsteen kunnen helpen om het verbindingselement naar het gat te leiden. Eenmaal het verbindingselement geplaatst is in de opening, hetzij door timmerwerk, hetzij door inschuiven, hetzij door inschroeven kunnen de "moeren" of ringvormige elementen aangebracht worden op deze uiteinden in de complementaire uitsparingen door deze op de uiteinden van het verbindingselement vast te schroeven. Op deze wijze wordt het -verbindingselement vaster geplaatst in de bouwsteen, voor varianten van de onderhavige uitvinding waarin dit nog nodig zou. kunnen zijn of een nuttige verbetering zou kunnen betekenen van de fixatie van het verbindingselement in de bouwsteen. Zo zal, wanneer het verbindingselement aangebracht is in een opening (en dat bijvoorbeeld geen laterale insnijding bevat, eerder onvervormbaar is in de radiale richting) en gewoon in de opening (3) van de steen (2) is geschoven, verdere fixatie nodig zijn door middel van deze uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Het valt op te merken dat de "moer" verder een koppelstructuur bevat die aangebracht is op de voorkant van. de.."moer"_ (zijnde het oppervlak van de "moer" dat bij plaatsing in de inkeping van de bouwsteen blootgesteld wordt aan het oppervlak van de steen), die aangepast is om samen te werken met een werktuig volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding die verderop worden uitgelegd. Zo kunnen er in dit oppervlak bijvoorbeeld één of meerdere inkepingen voorzien zijn die opgelijnd' zijn of gericht zijn naar de centrale as van de "moer". Twee opgelijnde inkepingen volstaan (platte kop) om een goede schroefbeweging mogelijk te maken met de "moer" en zodoende de moer vast te draaien op het verbindingselement, maar meerdere inkepingen zoals vier, twee bij twee, onder een hoek van 90° (een kruiskop ) opgelijnde inkepingen of andere configuraties van inkepingen zijn denkbaar zoals erkend zal worden door een vakman.

.. In figuur. 31. wordt een basisconstructie afgebeeld van bouwstenen en verbindingselementen volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

Voordelen van de onderhavige uitvinding zijn hierop te herkennen. Het verwijderbaar zijn of het selectief aanbrengbaar zijn van verbindingselementen die als het ware verwijderbare noppen vormen voor een bouwsteen, laat meerdere vrijheidsgraden van constructie toe; bijvoorbeeld een tweede steen geplaatste op een eerste steen door middél van'een klikverbinding zou kunnen roteren rondom deze klikverbinding en zou verbindingen kunnen vormen met hoeken tussen bouwstenen die verschillen van 0° en 90° zoals dikwijls het geval is in stand der techniek.constructiepakketten. Verder is het ook mogelijk van, aangezien de verbindingsstructuren die als het ware verwijderbare noppen vormen in een bouwsteen, deze verbindingsstructuren ook in beide richtingen te oriënteren door bijvoorbeeld in één gat de mannelijke koppelstructuur in een bepaalde richting en zin te laten uitstéken en in een naburig gat de mannelijke"koppelstructuur wel in dezelfde richting, maar verschillende zin aan te brengen. Verder kunnen er ook openingen (3) voorzien'zijn in verschillende wanden van de bouwsteen (2). De bouwsteen kan verschillende vormen, volumes, topologieën aannemen. Wat belangrijk is, is dat er ten minste één gat is aangebracht in zulke bouwsteen dat aangepast is om een verbindingselement volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding te ontvangen. Voorbeelden van dergelijke bouwstenen worden afgebeeld onderaan in figuren 32 tot 37, maar deze zijn niet limitatief te beschouwen. Het valt op te merken dat verschillende bouwstenen oppervlakken hebben die in alle oriëntaties bruikbaar zijn, of dat er gaten kunnen aangebracht worden in elk oppervlak van een bouwsteen, wat betekent dat er een uitgebreid gamma van vrijheidsgraden beschikbaar wordt voor constructies opgebouwd met een basis constructiepakket, in tegénstèlling 'tót"bepaalde stand der techniek.

In figuren 32 en 33 worden er bouwstenen afgebeeld volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. De bouwsteen bevat ten minste één opening of een langwerpige groef (16)in zijn oppervlak dat aangepast is om een klikverbinding te vormen met een mannelijke koppelstructuur van het verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding. In figuur 32 wordt een bouwsteen afgebeeld die een langwerpige groef bevat waarin de mannelijke koppelstructuur van een ringvormig element kan geplaatst worden door middel van een klikverbinding. In figuur 33 wordt een andere bouwsteen afgebeeld die openingen (3) omvat en die verder een opening (17) omvat van' het.....vrouweiïjké type, aangepast om de mannelijke koppelstructuur van een verbindingselement volgens de onderhavige uitvinding - te ontvangen.

In figuren 29 en 30 worden verdere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding geïllustreerd. In figuur 29 wordt een verbindingselement (l)y aangebracht in een bouwsteen (2) door middel van een schroefdraad binnenin de steen en op de wand van het verbindingselement. In andere uitvoeringsvormen, zoals afgebeeld in figuur 30, kan de bouwsteen (bijvoorbeeld baksteenvorm, balvorm, enz.) hol zijn vanbinnen, en kan er in de wand van deze bouwsteen schroefdraad voorzien zijn (of enige equivalente structuur) zodanig dat het verbindingselement dat·voorzien- van schroefdraad op de juiste locaties, nabij zijn uiteinden of over de gehele lengte, ingedraaid kan worden in deze wanden en gefixeerd kan worden in deze wanden. .....- ........-

In figuren 38 tot 40 wordt een toepassing afgebeeld van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding. Een speeltuig dat een eend voorstelt wordt hierbij opgebouwd uit drie bouwstenen (2, 2', 2'') die met elkaar verbonden zijn door middel van verbindingselementen volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding (1, 1' , 1" ) .

In figuur 41 wordt geïllustreerd dat meerdere verbindingselementen (1) kunnen worden gecombineerd om de volledige diepte van een gat in een bouwsteen (2) te overbruggen. Anderzijds wordt er geïllustreerd in figuur 42 dat er ook meerdere stenen (2, 2', 2'') gecombineerd kunnen- worden met slechts één verbindingselement volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Dit wordt nog verder uitgewerkt in figuren 43 tot 46. In deze figuren worden twee verbindingselementen volgens de onderhavige uitvinding gecombineerd om de volledige diepte van het gat in de steen (2) te overbruggen, waarbij verder de steen de ringvormige uitsparing omvat rondom de ingebrachte verbindingselementen in figuren 44 tot 46. De figuur 46 omvat een paar verbindingselementen die elk voorzien zijn van schroefdraad nabij elk van zijn uiteinden. In de figuren 43 en 44 wordt dezelfde configuratie afgebeeld waarbij de schroefdraad of gelijkaardige structuur is aangebracht over de hele lengte .van-.elk-van..de -twee verbindingselementen die samen het gat doorheen de steen opvullen. Het valt op te merken dat een combinatie van verbindingselementen die gebruikt wordt om de dikte van een steen of de hoogte van een gat doorheen een steen te vullen, hierin ook kan aangebracht zijn door middel van timmerwerk, een schroefactie of door het gewoon inschuiven in een voldoende grote opening, zoals uitgelegd voor andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding . In figuur 41 wordt geïllustreerd dat ook meerdere verbindingselementen kunnen gebruikt worden om één gat op te vullen. Het valt op te merken dat in.commerciële kits bij voorkeur verbindingselementen worden gebruikt van één enkele voorgedefinieerde dimensie, die in een vaste relatie staat met de dimensies van de bij geleverde bouwstenen.

In figuur 27 wordt er een werktuig afgebeeld dat gebruikt kan worden in combinatie met uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, waarin een "moer" wordt gebruikt om de verbindingsstructuur verder vast te zetten in een opening van de overeenkomstige bouwsteen. Dit werktuig kan typisch een handvat omvatten en een steel, en is van het schroevendraaier type. De steel is echter van het vorktype waarbij er bij voorkeur twee tanden aanwezig zijn die elk uitmonden op een platte kop, en waarbij, beide, platte koppen opgelijnd zijn, corresponderend met inkepingen in het corresponderend oppervlak van de "moer". Dit maakt het mogelijk van de "moer" aan te draaien zonder hinder te ondervinden van de centrale aanwezigheid van het verbindingselement.

In de beschrijving van bepaalde uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding, zijn verschillende eigenschappen" soms gegroepeerd in een enkele uitvoeringsvorm, figuur, of beschrijving daarvan met als doel bij te dragen tót 'het begrip van een of meer van de verschillende inventieve stappen. Dit mag niet geïnterpreteerd worden alsof alle eigenschappen van de groep noodzakelijk aanwezig zijn om een specifiek probleem op te flossen. ...Inventieve aspecten bevinden zich niet in alle eigenschappen van zulke groep eigenschappen aanwezig in de beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm.

Terwij1 sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige maar geen andere eigenschappen inbegrepen in andere uitvoeringsvormen omvatten, zijn combinaties of eigenschappen van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om zich binnen het bereik van de uitvinding te bevinden, en verschillende uitvoeringsvormen te vormen, zoals begrepen zou worden door een vakman.

Terwijl de beginselen van de uitvinding hierboven beschreven zijn in verband met specifieke uitvoeringsvormen, moet het duidelijk begrepen worden dat deze beschrijving slechts gemaakt is bij wijze van voorbeeld, eh'niet beperkend is voor het bereik van bescherming die bepaald is door de toegevoegde conclusies.

Claims

1. Een verbindingselement voor bouwblokken, dat een hoofddeel omvat dat aangepast is om opgenomen te worden in een complementair gat aanwezig in een bouwblok, en dat aan beide uiteinden van het hoofddeel aangepast is om, zonder het gebruik van een hulpstuk, aan eenzelfde verbindingselement gekoppeld te worden door middel van een eerste en een tweede koppelstructuur voorzien aan deze uiteinden, waarin de eerste en de tweede koppelstructuren aangepast zijn om een klikverbinding te kunnen vormen met respectievelijk de tweede en de eerste koppelstructuren van eenzelfde verbindingselement, waarin het hoofddeel elastisch vervormbaar is in de radiale richting, het hoofddeel hoofdzakelijk hol is zodat het gevormd wordt door een dunne wand, die verder ten minste één laterale insnijding omvat die zich uitstrekt over de lengte van het hoofddeel, en waarin de ten minste één laterale insnijding doorloopt over de hele lengte van het element, in het bijzonder doorheen de eerste en tweede koppelstructuren.

2. Een verbindingselement volgens conclusie 1, waarin de eerste en tweede koppel structuren verschillend zijn.

3. Een verbindingselement volgens conclusie 2, waarin de eerste en tweede koppelstructuren complementair zijn.

4. Een verbindingselement volgens conclusie 3, waarin het eerste verbindingselement van het bol-type is en het tweede verbindingselement van het gat-type.

5. Een verbindingselement volgens een der voorgaande conclusies, waarin de eerste en de tweede koppelstructuren samen een verbinding kunnen vormen die van het drukknoop-type is.

6. Een verbindingselement volgens een der voorgaande conclusies, waarin het hoofddeel essentieel niet elastisch vervormbaar in de axiale richting.

7. Een verbindingselement volgens een der vorige conclusies, met het kenmerk dat de koppelstructuren onvervormbaar zijn in de lengterichting van het hoofddeel.

8. Een verbindingselement volgens een der voorgaande conclusies, met een hoofddeel dat cilindervormig is.

9. Een verbindingselement volgens conclusie 8, waarin het cilindervormig hoofddeel aan zijn uiterste delen van schroefdraad is voorzien die naar binnen toe in het hoofddeel is aangebracht.

10. Een verbindingselement volgens conclusie 1 tot 7, waarbij het hoofddeel in hoofdzaak cilindervormig is, maar aan één van de twee uiteinden verbreedt nabij dat uiteinde.

11. Een bouwsteen, die ten minste één koppelstructuur bevat die aangepast en ingericht is om gekoppeld te worden met een andere bouwsteen of koppelstructuur, met het kenmerk, dat de koppelstructuur zich aan het uiteinde van een verbindingselement bevindt, het verbindingselement aangebracht en verwijderbaar vastgezet zijnde in een gat in de bouwsteen, en verder volgens een der conclusies 1 tot 10.

12. Een bouwsteen, die ten minste één in hoofdzaak cilindervormig gat omvat, dat doorheen de bouwsteen gaat, met het kenmerk, dat de radius van het gat vanaf een bepaalde diepte naar het buitenoppervlak van de bouwsteen toe verbreedt, zodanig dat er een beperkte ringvormige uitsparing bestaat rondom de uiteinden van een verbindingselement volgens conclusie 9, wanneer dit laatste aangepast zou zijn aan het gat, aangebracht zou zijn volledig in het gat en een hoofddeel met een hoogte gelijk aan de lengte van het gat zou hebben.

13. Een bouwsteen volgens conclusie 11 of 12, die verder ten minste één opening of langwerpige groef omvat in zijn oppervlak, die aangepast is om een klikverbinding te vormen met een eerste of tweede koppelstructuur van het verbindingselement volgens een der conclusies 1 tot 10.

14. Een ringvormig element, met een vorm die complementair is aan de ringvormige uitsparing van conclusie 12, en die verder voorzien is van een koppel structuur aangepast om te koppelen met de schroefdraad van een verbindingselement volgens conclusie 9 wanneer het aangebracht is in de beperkte ringvormige uitsparing.

15. Een kit van bouwstenen van het bouwbloktype, waarbij elke bouwsteen ten minste 1 gat heeft van dezelfde vorm, met het kenmerk, dat de kit verder ten minste één verbindingselement omvat volgens een der conclusies 1 tot 10 aangepast om opgenomen en geklemd te worden in de gaten.