BE1018069A3 - Inrichting voor het invoeren, strijken en vouwen van vlakgoed. - Google Patents

Inrichting voor het invoeren, strijken en vouwen van vlakgoed. Download PDF

Info

Publication number
BE1018069A3
BE1018069A3 BE2008/0193A BE200800193A BE1018069A3 BE 1018069 A3 BE1018069 A3 BE 1018069A3 BE 2008/0193 A BE2008/0193 A BE 2008/0193A BE 200800193 A BE200800193 A BE 200800193A BE 1018069 A3 BE1018069 A3 BE 1018069A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
piece
ironing
flat
unit
ironed
Prior art date
Application number
BE2008/0193A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lapauw Dominique
Lapauw Yves
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lapauw Dominique, Lapauw Yves filed Critical Lapauw Dominique
Priority to BE2008/0193A priority Critical patent/BE1018069A3/nl
Priority to DK09723946.1T priority patent/DK2271802T3/da
Priority to EP09723946A priority patent/EP2271802B1/en
Priority to ES09723946T priority patent/ES2370594T3/es
Priority to PCT/IB2009/005116 priority patent/WO2009118643A1/en
Priority to AT09723946T priority patent/ATE523625T1/de
Priority to US12/934,698 priority patent/US8443531B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018069A3 publication Critical patent/BE1018069A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06FLAUNDERING, DRYING, IRONING, PRESSING OR FOLDING TEXTILE ARTICLES
    • D06F67/00Details of ironing machines provided for in groups D06F61/00, D06F63/00, or D06F65/00
    • D06F67/04Arrangements for feeding or spreading the linen
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06FLAUNDERING, DRYING, IRONING, PRESSING OR FOLDING TEXTILE ARTICLES
    • D06F65/00Ironing machines with rollers rotating against curved surfaces
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06FLAUNDERING, DRYING, IRONING, PRESSING OR FOLDING TEXTILE ARTICLES
    • D06F89/00Apparatus for folding textile articles with or without stapling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Folding Of Thin Sheet-Like Materials, Special Discharging Devices, And Others (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting (1) voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed (2), waarbij de inrichting (1) een maximale diepte heeft van 2300 mm, en waarbij de inrichting (1) voorzien is van - een invoereenheid (3) voor het invoeren van een te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) in de inrichting; - een strijkeenheid (4), omvattende minstens één strijkrol (42) en per strijkrol (42) een verwarmde kuip (43) voor het strijken van het in de invoereenheid ingebrachte stuk vlakgoed (2a, 2b); en - een opplooi-eenheid (5) voor het opplooien van het gestreken stuk vlakgoed (2a; 2b); opeenvolgend bekeken in diepterichting (A) van de inrichting (1) van de invoereenheid (3) naar de opplooi-eenheid (5) toe, waarbij - de invoereenheid (3) voorzien is van minstens 1 invoerstation (31) dat zich, kijkend in diepterichting (A) van de inrichting, links of rechts van de inrichitng (1) bevindt, en dat voorzien is voor het invoeren van een te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) in de invoereenheid (3) door het invoeren van één hoek of een rand van het te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) in het genoemde invoerstation (31); en ...

Description

INRICHTING VOOR HET INVOEREN. STRIJKEN EN VOUWEN VAN VLAKGOED
De uitvinding betreft een inrichting voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed, waarbij de inrichting een maximale diepte heeft van 2300 mm, en waarbij de inrichting voorzien is van een invoereenheid voor het invoeren van een te strijken stuk vlakgoed in de inrichting; een strijkeenheid, omvattende minstens één strijkrol en per strijkrol een verwarmde kuip voor het strijken van het in de invoereenheid ingebrachte stuk vlakgoed; en een opplooi-eenheid voor het opplooien van het gestreken stuk vlakgoed; opeenvolgend bekeken in diepterichting van de inrichting van de invoereenheid naar de opplooi-eenheid toe.
Met vlakgoed wordt linnen bedoeld met een minimale breedte van 1 m en een maximale breedte van 3,3 m. Daaronder behoren bedlinnen zoals o.a. lakens, hoeslakens, steeklakens, bedspreien, beddenzakken, hoofdkussens, etc. en ook tafellinnen zoals o.a. tafellakens en servetten, etc.. Vlakgoed dat vervaardigd is uit badstof wordt hier niet inbegrepen.
Er zijn reeds verschillende inrichtingen op de markt die voorzien zijn voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed. Zo bijvoorbeeld zijn toestellen gekend van de firma’s Electrolux, Chicago Dryer, Primus, etc die gebruik maken van een verwarmde rol voor het strijken van het in de invoereenheid ingebrachte vlakgoed. Het nadeel van dergelijke toestellen echter is dat dit grote toestellen zijn met een diepte van meer dan 3,00 m, waardoor dergelijke toestellen veel ruimte innemen in een gebouw en bovendien moeilijk te transporteren zijn, omdat deze niet op een standaard vrachtwagen met een breedte van 2,35 - 2,40 m geplaatst kunnen worden.
Het “Comforf-toestel van de firma Laco Machinery is een compacter toestel voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed. Dit toestel maakt tevens gebruik van een verwarmde kuip voor het strijken van het in de invoereenheid ingebrachte vlakgoed. Dit toestel heeft echter het nadeel dat de capaciteit zeer beperkt is, met name kunnen er slechts door één bedienende persoon 100 lakens per uur gestreken en opgevouwen worden.
Het doel van de uitvinding is bijgevolg te voorzien in een inrichting voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed, waarbij dit toestel zo weinig mogelijk ruimte inneemt en in zijn geheel op een standaard vrachtwagen kan worden getransporteerd, en een capaciteit heeft even groot is als de capaciteit van de grotere strijkinrichtingen, met name tot ongeveer 450 te strijken stukken vlakgoed per uur per bedienende persoon, of ongeveer tussen 700 - 850 lakens met 2 bedienende personen per uur.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed, waarbij de inrichting een maximale diepte heeft van 2300 mm, en waarbij de inrichting voorzien is van een invoereenheid voor het invoeren van een te strijken stuk vlakgoed in de inrichting; een strijkeenheid, omvattende minstens één strijkrol en per strijkrol een verwarmde kuip voor het strijken van het in de invoereenheid ingebrachte stuk vlakgoed; en een opplooi-eenheid voor het opplooien van het gestreken stuk vlakgoed; opeenvolgend bekeken in diepterichting van de inrichting van de invoereenheid naar de opplooi-eenheid toe; waarbij de invoereenheid voorzien is van minstens 1 invoerstation dat zich, bekeken in diepterichting van de inrichting, links of rechts van de inrichting bevindt, en dat voorzien is voor het invoeren van een te strijken stuk vlakgoed in de invoereenheid door het invoeren van één hoek of een rand van het te strijken stuk vlakgoed in het genoemde invoerstation; de contactafstand tussen de kuip en de strijkrol tussen 1500 en 4000 mm bedraagt.
Door het voorzien van een dergelijke inrichting kan 1 bedienende persoon tot 450 te strijken stukken vlakgoed per uur ingeven, of tussen 700 - 850 lakens met 2 bedienende personen per uur.
De contactafstand tussen de kuip en de strijkrol wordt ook de “strijkweg” genoemd. Met de diepterichting van de inrichting wordt de richting van invoereenheid naar de opplooi-eenheid toe bedoeld.
Een dergelijke strijkweg kan worden verkregen door het voorzien van één strijkrol met een diameter van meer dan 1000 mm, en het oppervlak van de strijkrol minstens 170° van het oppervlak van de kuip bedekt (=contacthoek). Deze strijkweg kan echter ook verkregen worden door het voorzien van twee of meerdere strijkrollen met een diameter waarvan de som minimaal 1000 mm is. De contacthoek kan daarbij telkens minstens 170° zijn, maar de verschillende strijkrollen kunnen ook een verschillende contacthoek hebben, typisch tussen 170° en 290°. De voorwaarde is dat de totale strijkweg minstens 1500 mm bedraagt.
De contactafstand tussen de kuip en de strijkrol is bij voorkeur nagenoeg 3000 mm. Wanneer één strijkrol wordt gebruikt, heeft de strijkrol daarbij een diameter van nagenoeg 1200 mm, en bedekt het oppervlak van de strijkrol nagenoeg 286° van het oppervlak van de kuip. Wanneer meerdere strijkrollen worden gebruikt, hebben deze strijkrollen in het totaal een diameter van nagenoeg 1200 mm, en bij voorkeur een contactafstand tussen de kuip en de strijkrol van 170° per strijkrol. Echter, zoals reeds hierboven aangegeven kunnen de verschillende strijkrollen ook een verschillende contacthoek hebben, typisch tussen 170° en 290°; zolang een totale strijkweg van nagenoeg 3000 mm wordt verkregen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is elk van de genoemde invoerstations voorzien van een aanvoerband die voorzien is om door middel van een vacuümsysteem de genoemde rand of hoek van het stuk vlakgoed tegen de respectievelijke aanvoerband te zuigen. Dit kan eender welke rand of eender welke hoek van het stuk vlakgoed zijn.
Deze aanvoerband kan daarbij zowel statisch als draaibaar ten opzichte van de inrichting zijn opgesteld.
In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is de aanvoerband schuin opgesteld.
Door het schuin opstellen van de aanvoerbanden kan onafhankelijk van de grootte van de persoon die de inrichting bedient het stuk vlakgoed op de aanvoerband aanbrengen. Bovendien kan, doordat de aanvoerbanden schuin zijn opgesteld, het te strijken stuk vlakgoed minstens gedeeltelijk verticaal hangen vooraleer verder in de invoereenheid wordt bewogen.
Elk van de genoemde invoerstations is bij voorkeur voorzien van één of meerdere beweegbaar opgestelde klemmen die voorzien zijn voor het overnemen van het te strijken stuk vfakgoed dat zich op de respectievelijke aanvoerband bevindt, en het spreiden van het door de genoemde klemmen overgenomen te strijken stuk vlakgoed vooraleer het stuk vlakgoed in de strijkeenheid wordt ingebracht.
Op deze manier wordt het door middel van één rand of hoek ingebrachte stuk vlakgoed in het invoerstation spanningsloos gespreid vooraleer het stuk vlakgoed in de strijkeenheid wordt ingebracht.
Meer bij voorkeur omvat de invoereenheid een geleidingsmodule die voorzien is voor het geleiden van de genoemde beweegbaar opgestelde klemmen tijdens het spreiden van het genoemde te strijken stuk vlakgoed.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, omvat de invoereenheid een correctierol waarop het centreren van het genoemde stuk vlakgoed wordt uitgevoerd door middel van de genoemde beweegbaar opgestelde klemmen. Het centreren dient daarbij om het vlakgoed volledig te kunnen strijken.
In een voordelige uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, omvat de invoereenheid één of meerdere detectiefotocellen om de rand, die zich bekeken in diepterichting van de inrichting onderaan het stuk te strijken vlakgoed bevindt, nagenoeg evenwijdig met de langsas van de correctierol te positioneren.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is de invoereenheid voorzien van een aanzuigsysteem voor het ingeven van het in de invoereenheid ingebrachte stuk vlakgoed in de strijkeenheid door middel van aanzuiging.
Daardoor kan het in de invoereenheid ingebrachte vlakgoed klemloos in de strijkeenheid worden ingegeven.
In een meer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, omvat het aanzuigsysteem een zuigschacht, een bovenste en een onderste aanzuiggedeelte, en een tegenhoudklem, waarbij de tegenhoudklem voorzien is voor het klemmen en terug loslaten van een rand van het in de strijkeenheid in te geven stuk vlakgoed; het bovenste aanzuiggedeelte voorzien is voor het opzuigen van de rest van het stuk vlakgoed in de zuigschacht nadat een rand van het stuk vlakgoed door de tegenhoudklem werd vastgeklemd; het onderste aanzuiggedeelte voorzien is voor het verder meenemen van het in de zuigschacht opgezogen stuk vlakgoed in de richting van de strijkeenheid nadat het bovenste aanzuiggedeelte op non-actief is gezet, waarna de tegenhoudklem de geklemde rand van het verder meegenomen stuk vlakgoed terug loslaat.
Bij voorkeur bestaat het onderste aanzuiggedeelte uit één of meerdere geperforeerde transportbanden waarbij door aanzuiging doorheen de perforaties het mee te nemen stuk vlakgoed tegen de geperforeerde transportbanden wordt gezogen.
Meer bij voorkeur werken het onderste en bovenste aanzuiggedeelte werken daarbij onder vacuüm.
In een bijzondere inrichting volgens de uitvinding, is de invoereenheid voorzien van draaibaar opgestelde borstels die voorzien zijn voor het uitborstelen van de zijkanten van het stuk vlakgoed tijdens de ingave ervan in de strijkmangel van de strijkeenheid.
In een voordelige uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is de opplooi-eenheid voorzien van • een langsvouwgedeelte dat zich, bekeken in diepterichting van de inrichting, achter de strijkmangel bevindt en dat voorzien is voor het langsvouwen van het gestreken vlakgoed; en/of • een dwarsvouwgedeelte dat zich, bekeken in diepterichting van de inrichting, onder de strijkmangel bevindt en dat voorzien is voor het dwarsvouwen van het vlakgoed.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, omvat de inrichting een afstapeleenheid die zich, bekeken in diepterichting van de inrichting, rechts of links van de inrichting bevindt.
Een voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, is zowel links als rechts, kijkend in de diepterichting van de inrichting, voorzien van een invoerstation.
Op deze manier kunnen er twee personen tegelijkertijd de inrichting bedienen en wordt de capaciteit nog groter.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende inrichting voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed volgens de uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend een verduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een vooraanzicht van een inrichting voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed volgens de uitvinding wordt getoond; figuur 2 een dwarsdoorsnede van een inrichting zoals voorgesteld op de figuur 1 wordt getoond; figuur 3 een vooraanzicht van de inrichting zoals voorgesteld op de figuur 1 wordt getoond, waarbij op elke aanvoerband een stuk vlakgoed is voorzien; figuur 4 een vooraanzicht van de inrichting zoals voorgesteld op figuur 1 wordt getoond, waarbij één stuk vlakgoed klaarligt om naar de correctierol gebracht te worden; figuur 5 een vooraanzicht van een inrichting zoals voorgesteld op figuur 1 wordt getoond, waarbij het ene stuk vlakgoed gecentreerd is op de correctierol; figuur 6 een dwarsdoorsnede van een inrichting zoals voorgesteld op figuur 2 wordt getoond, waarbij het ene stuk vlakgoed gecorrigeerd is totdat de rand van het stuk vlakgoed die zich bekeken in diepterichting van de inrichting onderaan bevindt zich nagenoeg evenwijdig met de langsas van de strijkrol bevindt; figuur 7 een vooraanzicht van figuur 6 wordt getoond, waarbij te zien is dat het tweede stuk vlakgoed klaarligt om naar de correctierol gebracht te worden; figuur 8 een dwarsdoorsnede van een inrichting zoals voorgesteld op figuur 2 wordt getoond, waarbij het ene stuk vlakgoed door middel van het aanzuigsysteem vanuit de invoereenheid naar de strijkeenheid wordt gebracht; figuur 9 een dwarsdoorsnede van een inrichting zoals voorgesteld op figuur 2 wordt getoond, waarbij het ene stuk vlakgoed gestreken wordt in de strijkmangel; figuur 10 een dwarsdoorsnede van een inrichting zoals voorgesteld op figuur 2 wordt getoond, waarbij het ene gestreken stuk vlakgoed wordt langsgevouwen, en het tweede stuk vlakgoed van de correctierol wordt geschraapt; figuur 11 een vooraanzicht van een inrichting zoals voorgesteld op de figuur 1 wordt getoond, waarbij de beide stukken gestreken vlakgoed dwarsgevouwen en gestapeld worden; figuur 12 een perspectief zicht is van voorbeeld van een stuk vlakgoed dat gestreken en gevouwen is door middel van een inrichting volgens de uitvinding.
Een inrichting (1) voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed (2a, 2b) volgens de uitvinding, zoals is voorgesteld op de figuren 1 en 2, heeft een maximale diepte van 2300 mm. De inrichting (1) omvat opeenvolgend bekeken in de diepterichting (A) van de inrichting een invoereenheid (3) voor het invoeren van een te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) in de inrichting (1), een strijkeenheid (4) voor het strijken van het in de inrichting ingebracht stuk vlakgoed (2a, 2b), en een opplooi- eenheid (5) voor het opplooien van het gestreken stuk vlakgoed (2a, 2b) zodanig dat een opgeplooid stuk vlakgoed (20) verkregen wordt (waarvan een voorbeeld is voorgesteld op de figuur 12).
Zoals te zien is op de figuren 2, 6, 8, 9 en 10, is de strijkeenheid (4) voorzien van een strijkmangel (41) die bestaat uit een strijkrol (42) en per strijkrol (42) een verwarmde kuip (43) voor het strijken van het in de invoereenheid (3) ingebrachte stuk vlakgoed (2a, 2b). De contactafstand tussen de kuip (43) en de strijkrol (42), ook de strijkweg genoemd, bedraagt daarbij tussen 1500 en 4000 mm. De kuip (43) wordt verwarmd door middel van thermische olie of stoom. De thermische olie wordt opgewarmd in de inrichting (1) zelf door middel van een warmtebron die gekozen kan worden uit stoom, elektriciteit, gas of lichte stookolie. De kuip (43) is voorzien om hydraulisch tegen de strijkrol (41) te worden gedrukt. De strijkrol (42) wordt voorzien van veren en een vilt van 4000gr/m2, die constant onder vacuüm staat door middel van de sterke rolafzuiging.
De strijkeenheid (4) is verder voorzien van één of meerdere afschrapers (43) voor het afschrapen van het gestreken stuk vlakgoed (2a, 2b) van de strijkrol (42). De genoemde afschrapers zijn daarbij schuin bovenop de strijkmangel (41) opgesteld.
Zoals te zien is op de figuren 1, 3 tot en met 5, 7 en 11, is de invoereenheid (4) voorzien van 2 invoerstations (31a, 31b) die zich, kijkend in diepterichting (A) van de inrichting (1), links en rechts van de inrichting (1) bevinden. Het is echter ook mogelijk om slechts één dergelijk invoerstation (31a of 31b) te voorzien dat links of rechts van de inrichting (1) is geplaatst. Elk invoerstation (31a, 31b) is voorzien voor het invoeren van een stuk vlakgoed (2a, 2b) in de invoereenheid (3) door het invoeren van één hoek of een rand van het stuk vlakgoed (2a, 2b) in het genoemde invoerstation (31a, 31b). Voor het aanvoeren van het stuk vlakgoed (2a, 2b) in de invoereenheid (3) is elk invoerstation (31a, 31b) is voorzien van een aanvoerband (32a, 32b) die voorzien is om door middel van een vacuümsysteem (niet voorgesteld op de figuren) de genoemde rand of hoek van het te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) tegen de aanvoerband (32a, 32b) te zuigen. De aanvoerband(en) (32a, 32b) is (zijn) daarbij schuin opgesteld. Deze aanvoerband(en) (32a, 32b) kunnen daarbij zowel statisch opgesteld zijn, als dat ze draaibaar ten opzichte van de inrichting (1) zijn opgesteld.
Verder is elk van de genoemde invoerstations (31a, 31b) voorzien van een beweegbaar opgestelde klem (33, 33a, 33b), die voorzien zijn voor het overnemen van het te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) dat zich op de respectievelijke aanvoerband (32a, 32b) bevindt door dit te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) bij voorkeur vast te klemmen, en het spreiden van het vastgeklemde te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) vooraleer het stuk vlakgoed (2a, 2b) in de strijkeenheid (5) wordt ingebracht. De genoemde klemmen (33, 33a, 33b) worden bij voorkeur pneumatisch geopend en gesloten door cilinders. Er dient opgemerkt te worden dat er ook meer dan één beweegbaar opgestelde klem (33, 33a, 33b) per invoerstation (31a, 31b) voorzien kunnen zijn.
Voor het geleiden van de beweging van de genoemde beweegbaar opgestelde klemmen (33, 33a, 33b) tijdens het spreiden van het genoemde stuk vlakgoed (2a, 2b) is een geleidingsmodule (34) voorzien. Deze geleidingsmodule (34) omvat twee wagens (niet voorgesteld op de figuren) waarop per wagen één klem (33) is aangebracht. De beweging van deze wagens wordt aangedreven door middel van frequentie gestuurde wisselstroommotoren.
De invoereenheid (3) omvat verder een (cilindervormige) correctierol (35) waarop het centreren van het genoemde stuk vlakgoed (2a, 2b) wordt uitgevoerd door middel van de genoemde beweegbaar opgestelde klemmen (33). De beweegbaar opgestelde klemmen (33, 33a, 33b) trekken daarbij het te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) over de correctierol (35) in langsrichting (B) daarvan.
Verder is de correctierol (35) ook voorzien voor het corrigeren van de positie van de onderste rand (12) van het op de correctierol (35) aangebrachte stuk vlakgoed (2a), bekeken in diepterichting (A) van de uitvinding, ten opzichte van de langsas van de correctierol (35), dit in samenwerking met één of meerdere detectiefotocellen (36).
De genoemde correctierol (35) is daarbij bij voorkeur uitgevoerd als een torsiebuis, waarbij elk uiteinde van deze torsiebuis (35) worden aangedreven door middel van een Servomotor (niet voorgesteld op de figuren) waardoor torsiebuis (35) wordt getorst. De torsiebuis (35) kan bijvoorbeeld bestaan uit een spiraalvormig gewonden draad die overtrokken is met een soepel materiaal. Daardoor kan de torsiebuis (35) rondom haar geometrische as worden geroteerd in rechtse of linkse zin, afhankelijk van de draairichting van de Servomotoren.
Zoals is voorgesteld op figuur 5, bevindt de onderste rand (12) van het op de correctierol (35) aangebrachte stuk vlakgoed (2a), bekeken in diepterichting (A) van de uitvinding, zich meestal eerst schuin ten opzichte van de langsas van de correctierol (35). Na correctie van de stand van de genoemde rand, bevindt deze rand zich nagenoeg evenwijdig met de langsas van de correctierol (35), zoals is voorgesteld op de figuur 7.
Zoals te zien is op de figuren 2, 6, 8, 9 en 10, is de invoereenheid (3) voorzien van een aanzuigsysteem (37) voor het ingeven van het in de invoereenheid (3) ingebrachte te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) in de strijkeenheid (4) door middel van aanzuiging, waardoor het te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) klemloos in de strijkeenheid (4) ingegeven kan worden. Het aanzuigsysteem (37) omvat daarbij een zuigschacht (371), een bovenste en onderste aanzuiggedeelte (372, 373) en een tegenhoudklem (374), waarbij de tegenhoudklem (374) voorzien is voor het klemmen en terug loslaten van een rand van het in de strijkeenheid in te geven stuk vlakgoed (2a, 2b); het bovenste aanzuiggedeelte (372) voorzien is voor het opzuigen van de rest van het stuk vlakgoed (2a, 2b) in de zuigschacht (371) nadat een rand van het stuk vlakgoed (2a, 2b) door de tegenhoudklem (374) werd vastgeklemd; het onderste aanzuiggedeelte (373) voorzien is voor het verder meenemen van het in de zuigschacht opgezogen stuk vlakgoed (2a, 2b) in de richting van de strijkeenheid (4) nadat het bovenste aanzuiggedeelte (373) op non-actief is gezet, waarna de tegenhoudklem (374) de geklemde rand van het verder meegenomen stuk vlakgoed (2a, 2b) terug loslaat. Het onderste aanzuiggedeelte (373) bestaat daarbij uit één of meerdere geperforeerde transportbanden (375) waarbij door aanzuiging doorheen de perforaties het mee te nemen stuk vlakgoed (2a, 2b) tegen de geperforeerde transportbanden (375) wordt gezogen.
De tegenhoudklem (374) wordt daarbij hydraulisch of pneumatisch aangestuurd. De tegenhoudklem (374) kan echter ook op een andere manier aangestuurd worden. Het bovenste en onderste aanzuiggedeelte (372, 373) werken daarbij bij voorkeur onder vacuüm.
Ten slotte is de invoereenheid (3) voorzien van draaibaar opgestelde borstels (niet voorgesteld op de figuren) die voorzien zijn voor het uitborstelen van de zijkanten van het te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) tijdens de ingave ervan in de strijkmangel (41).
De inrichting (1) is ten slotte voorzien van een opplooi-eenheid (5) voor het opplooien van het gestreken stuk vlakgoed (2a, 2b).
Tussen de strijkmangel (41) en deze opplooi-eenheid (5) is een aangedreven transportband (53) voorzien voor het meevoeren van het gestreken stuk vlakgoed (2a, 2b) dat werd afgeschraapt van de strijkmangel (41) door middel van de afschrapers (43).
De genoemde opplooi-eenheid (5) is voorzien van • een langsvouwgedeelte (51) dat zich, bekeken in de diepterichting (A) van de inrichting (1), achter de strijkmangel (41) bevindt en dat voorzien is voor het langsvouwen van het gestreken vlakgoed (2); en/of • een dwarsvouwgedeelte (52) dat zich, bekeken in diepterichting (A) van de inrichting (1), onder de strijkmangel (41) bevindt en dat voorzien is voor het dwarsvouwen van het gestreken stuk vlakgoed (2a, 2b).
Het langsvouwgedeelte (51) is daarbij bij voorkeur voorzien voor het uitvoeren van 1, 2 of 3 langsvouwen. In de inrichting (1) zoals voorgesteld op de figuren 2, 6, 8, 9 en 10, zijn drie langsvouwers (54, 55, 56) voorzien voor het uitvoeren van 3 langsvouwen. Het langsvouwen wordt daarbij bij voorkeur uitgevoerd door middel van een luchtstraal die geactiveerd wordt op een berekend moment, dewelke berekend is door een fotocel, en de bijhorende elektronische sturing, bijvoorbeeld een PLC-sturing. Het langsvouwgedeelte (51) is daarbij voorzien van transportbanden (57, 58) voor het meenemen van het te langs te vouwen gestreken stuk vlakgoed (2) doorheen het langsvouwgedeelte (51).
Tussen het langsvouwgedeelte (51) en het dwarsvouwgedeelte (52) zijn één of meerdere transportbanden (59) voorzien voor het verplaatsen van het langsgevouwen stuk vlakgoed (2) naar het dwarsvouwgedeelte (52).
Het dwarsvouwgedeelte (52) is bij voorkeur ook voorzien voor het uitvoeren van 1, 2 of 3 dwarsvouwen. Zoals is voorgesteld op de figuur 11, is het dwarsvouwgedeelte (52) daarbij voorzien van • een blaaspijp of een mes (niet voorgesteld op de figuren), en één of meerdere transportsingels (60)/ rollen voor het uitvoeren van een eerste dwarsvouw; • een blaaspijp of een mes (niet voorgesteld op de figuren), en één of meerdere omkeerbare transportbanden (niet voorgesteld op de figuren) voor het uitvoeren van een tweede dwarsvouw; en • een mes (61) en een klem (62) voor het uitvoeren van een derde dwarsvouw.
De inrichting (1) is tenslotte bij voorkeur voorzien van een afstapeleenheid (63) die zich, bekeken in diepterichting (A) van de inrichting (1), rechts of links van de inrichting (1) bevindt. De hierboven genoemde klem (62) is daarbij verder voorzien om het langs- en dwarsgevouwen stuk vlakgoed (20) op een uitvoerband (64) van de afstapeleenheid (63) te stapelen. Wanneer er 5 stukken vlakgoed (2) op elkaar gestapeld worden, kunnen deze automatisch afgevoerd worden.
De manier waarop deze voorbeelduitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding werkt, zoals is getoond op de figuren 3 tot en met 11 is als volgt: - Figuur 3: Op elke aanvoerband (32a, 32b) van de invoerstations (31a, 31b) wordt een rand of een hoek van het te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) geplaatst, en wordt door middel van vacuüm op de aanvoerband (32) gekleefd. Op het linkse invoerstation (31a) voert de aanvoerband (32) de rand of de hoek van het te strijken stuk vlakgoed (1) tot boven in de respectievelijke klem (33a) zodat deze sluit en de rand gevangen zit in deze klem (33a). Terwijl het linkse invoerstation (31a) het stuk vlakgoed (2a) vastheeft in de genoemde klem (33), kan er op het rechtse invoerstation (31b) een tweede stuk vlakgoed (2b) in een wachtpositie klaargelegd worden (niet voorgesteld op de figuren), dit om wanneer het eerste stuk vlakgoed in de strijkmangel (41) is ingegeven dezelfde bewerking te ondergaan zoals het eerste stuk vfakgoed (2a) in het linkse invoerstation (31a). De opleghoogte van de rand van het te strijken stuk vlakgoed (2) speelt geen rol daar het schuin opgesteld staat, dit om ergonomisch te werken.
-Figuur4: De klem (33a) van het linkse invoerstation (31a) wordt door de geleidingsmodule (34) verplaatst in de richting van het rechtse invoerstation (31b) totdat het volledige te strijken stuk vlakgoed (2) zich niet meer op de aanvoerband (32a) bevindt.
- Figuren 5 en 6: De klem (33a) trekt het te strijken stuk vlakgoed (2) verder mee in de richting van het rechtse invoerstation (31b) totdat het te strijken stuk vlakgoed (2) op de correctierol (35) is gecentreerd. Daarna laat de klem (33a) het te strijken stuk vlakgoed (2) los, en keert terug via de geleidingsmodule (34) naar het linkse invoerstation (31 a) toe.
- Figuur 7: Wanneer het te strijken stuk vlakgoed (2a) op de correctierol (35) gecentreerd is, wordt door middel van 2 Servomotoren in combinatie met de detectiefotocellen (36) de onderste rand van het te strijken stuk vlakgoed (2a) die zich kijkend in diepterichting j van de invoereenheid (3) naar de opplooi-eenheid (5) toe vóór de correctierol (35) bevindt.
- Figuur 8: Vooraleer het te strijken stuk vlakgoed (2a) in de strijkeenheid (4) wordt ingevoerd, wordt deze geklemd doormiddel van klem (374) en wordt de bovenste aanzuiggedeelte (372) geactiveerd zodat de rand van het te strijken stuk vlakgoed (2a) zich in de zuigschacht (371) bevindt. Eenmaal de rand van het te strijken stuk vlakgoed (2a) volledig open is, wordt het bovenste aanzuiggedeelte (372) op non-actief gezet, zodat het onderste aanzuiggedeelte (373) in werking treedt. Terwijl het onderste aanzuiggedeelte (373) in werking is, wordt het te strijken stuk vlakgoed (2a) door middel van de geperforeerde transportbanden (375) met vacuüm meegenomen, en wordt klem (374) opengemaakt. Nu verplaatst het te strijken stuk vlakgoed (2a) zich richting strijkmangel (41).
- Figuur 9: Het strijkbed (43) wordt hydraulisch tegen de strijkrol (42) gedrukt.
Terwijl het stuk vlakgoed (2a) in de strijkmangel (41) wordt gevoerd, worden de zijkanten van het te strijken stuk vlakgoed (2a) volledig uitgeborsteld door middel van draaiende borstels, dit om een aanvaarbare strijkkwaliteit te bekomen.
- Figuur 10: Wanneer het stuk vlakgoed (2a) aan de andere zijde uit de strijkmangel (41) komt, wordt het afgeschraapt van de strijkrol (42) door middel van de afschrapers (44). Eenmaal het gestreken stuk vlakgoed (2a) is afgeschraapt, valt het op de aangedreven transportband (53) zodat het meegevoerd wordt naar het langsvouwgedeelte (51) om de 3 langsvouwen te verwezenlijken. Deze langsvouwen worden uitgevoerd door de eerste, tweede en derde langsvouwer (54, 55, 56) door middel van een luchtstraal die geactiveerd wordt op het moment berekend door de elektronische sturing. Telkens wanneer een luchtstraal geactiveerd wordt, wordt het te langsvouwen gestreken stuk vlakgoed (2a) meegenomen tussen de respectievelijke transportband (57, 58) om zo naar de volgende langsvouwer (55, 56) te gaan. Eenmaal de derde langsvouw uitgevoerd is, wordt het langsgevouwen en gestreken stuk vlakgoed (2b) op de transportbanden (59) gevoerd richting dwarsvouwgedeelte.
- Figuur 11 : Eenmaal het langsgevouwen en gestreken stuk vlakgoed (2b) de juiste positie bereikt heeft, stoppen de transportbanden (57, 58) en wordt de luchtstraal geactiveerd zodat het langsgevouwen en gestreken stuk vlakgoed (2b) meegenomen wordt tussen de transportsingels (60) om zo de eerste dwarsvouw uit te voeren. Daarna worden de tweede en de derde dwarsvouw uitgevoerd. De stapelklem (62) stapelt daarna het gestreken en opgevouwen stuk vlakgoed (20) op de uitvoerband (64). Eenmaal er 5 dergelijke gestreken en opgevouwen stukken vlakgoed (20) op elkaar gestapeld zijn, worden deze automatisch uitgevoerd.

Claims (17)

1. Inrichting (1) voor het invoeren, strijken en opplooien van vlakgoed (2), waarbij de inrichting (1) een maximale diepte heeft van 2300 mm, en waarbij de inrichting (1) voorzien is van een invoereenheid (3) voor het invoeren van een te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) in de inrichting; een strijkeenheid (4), omvattende minstens één strijkrol (42) en per strijkrol (42) een verwarmde kuip (43) voor het strijken van het in de invoereenheid ingebrachte stuk vlakgoed (2a, 2b); en een opplooi-eenheid (5) voor het opplooien van het gestreken stuk vlakgoed (2a, 2b); opeenvolgend bekeken in diepterichting (A) van de inrichting (1) van de invoereenheid (3) naar de opplooi-eenheid (5) toe; met het kenmerk dat de invoereenheid (3) voorzien is van minstens 1 invoerstation (31) dat zich, kijkend in diepterichting (A) van de inrichting, links of rechts van de inrichting (1) bevindt, en dat voorzien is voor het invoeren van een te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) in de invoereenheid (3) door het invoeren van één hoek of een rand van het te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) in het genoemde invoerstation (31); en de contactafstand tussen de kuip (43) en de strijkrol (42) tussen 1500 en 4000 mm bedraagt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de contactafstand tussen de kuip (43) en de strijkrol (42) nagenoeg 3000 mm bedraagt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat elk van de genoemde invoerstations (31a, 31b) voorzien is van een aanvoerband (32a, 32b) die voorzien is om door middel van een vacuümsysteem de genoemde rand of hoek van het stuk vlakgoed (2a, 2b) tegen de respectievelijke aanvoerband (32a, 32b) te zuigen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de aanvoerband (32a, 32b) schuin is opgesteld.
5. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk dat elk van de genoemde invoerstations (31) voorzien is van één of meerdere beweegbaar opgestelde klemmen (33, 33a, 33b) die voorzien zijn voor het overnemen van het te strijken stuk vlakgoed dat zich op de respectievelijke aanvoerband (32a, 32b) bevindt, en het spreiden van het door de genoemde klemmen (33a, 33a, 33b) overgenomen te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b) vooraleer het stuk vlakgoed (2a, 2b) in de strijkeenheid (4) wordt ingebracht.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de invoereenheid (3) een geleidingsmodule (34) omvat die voorzien is voor het geleiden van de genoemde beweegbaar opgestelde klemmen (33, 33a, 33b) tijdens het spreiden van het genoemde te strijken stuk vlakgoed (2a, 2b).
7. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de invoereenheid (3) een correctierol (35) omvat die voorzien is voor het er op spreiden van het genoemde stuk vlakgoed (2). >
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de correctierol (35) voorzien is voor het corrigeren van de positie van de onderste rand (12) van genoemde stuk vlakgoed (2).
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat de invoereenheid (3) één of meerdere detectiefotocellen (36) omvat voor het detecteren van de onderste rand (12) van het op de correctierol (35) gespreide genoemde stuk vlakgoed (2) die zich, kijkend in diepterichting (A) van de inrichting (1) van de invoereenheid (3) naar de opplooi-eenheid (5) toe, vóór de correctierol (35) bevindt.
10. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 9, met het kenmerk dat de invoereenheid (3) voorzien is van een aanzuigsysteem (37) voor het ingeven van het in de invoereenheid (3) ingebrachte stuk vlakgoed (2a, 2b) in de strijkeenheid (4) door middel van aanzuiging.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het aanzuigsysteem (37) een zuigschacht (371), een bovenste en een onderste aanzuiggedeelte (372, 373), en een tegenhoudklem (374) omvat, waarbij de tegenhoudklem (374) voorzien is voor het klemmen en terug loslaten van een rand van het in de strijkeenheid in te geven stuk vlakgoed (2a, 2b); het bovenste aanzuiggedeelte (372) voorzien is voor het opzuigen van de rest van het stuk vlakgoed (2a, 2b) in de zuigschacht (371) nadat een rand van het stuk vlakgoed (2a, 2b) door de tegenhoudklem (374) werd vastgeklemd; het onderste aanzuiggedeelte (373) voorzien is voor het verder meenemen van het in de zuigschacht (371) opgezogen stuk vlakgoed (2a, 2b) in de richting van de strijkeenheid (3) nadat het bovenste aanzuiggedeelte (373) op non-actief is gezet, waarna de tegenhoudklem (374) de geklemde rand van het verder meegenomen stuk vlakgoed (2a, 2b) terug loslaat.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk dat het onderste aanzuiggedeelte (373) bestaat uit één of meerdere geperforeerde transportbanden (375) waarbij door aanzuiging doorheen de perforaties het mee te nemen stuk vlakgoed (2a, 2b) tegen de geperforeerde transportbanden (375) wordt gezogen.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het onderste en bovenste aanzuiggedeelte (372, 373) werken onder vacuüm.
14. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 13, met het kenmerk dat de invoereenheid (3) voorzien is van draaibaar opgestelde borstels die voorzien zijn voor het uitborstelen van de zijkanten van het stuk vlakgoed tijdens de ingave ervan in de strijkmangel (41) van de strijkeenheid (4).
15. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 142, met het kenmerk dat de opplooi-eenheid (5) voorzien is van • een langsvouwgedeelte (51) dat zich, bekeken in diepterichting (A) van de inrichting (1), achter de strijkmangel (41) bevindt en dat voorzien is voor het langsvouwen van het gestreken stuk vlakgoed (2a, 2b); en/of • een dwarsvouwgedeelte (52) dat zich, bekeken in diepterichting (A) van de inrichting (1), onder de strijkmangel (41) bevindt en dat voorzien is voor het dwarsvouwen van het gestreken stuk vlakgoed (2a, 2b).
16. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 15, met het kenmerk dat de inrichting (1) een afstapeleenheid omvat die zich, bekeken in diepterichting (A) van de inrichting (1), rechts of links van de inrichting (1) bevindt. !
17. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 16, met het kenmerk dat de inrichting (11) zowel links als rechts, kijkend in de diepterichting (A) van de inrichting (1), voorzien is van een invoerstation (31a, 31b).
BE2008/0193A 2008-03-28 2008-03-28 Inrichting voor het invoeren, strijken en vouwen van vlakgoed. BE1018069A3 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0193A BE1018069A3 (nl) 2008-03-28 2008-03-28 Inrichting voor het invoeren, strijken en vouwen van vlakgoed.
DK09723946.1T DK2271802T3 (da) 2008-03-28 2009-03-30 Indretning til at tilføre, stryge, folde og stable linned
EP09723946A EP2271802B1 (en) 2008-03-28 2009-03-30 Device for feeding, ironing, folding and stacking of linen
ES09723946T ES2370594T3 (es) 2008-03-28 2009-03-30 Dispositivo para alimentar, planchar, doblar y apilar ropa.
PCT/IB2009/005116 WO2009118643A1 (en) 2008-03-28 2009-03-30 Device for feeding, ironing, folding and stacking of linen
AT09723946T ATE523625T1 (de) 2008-03-28 2009-03-30 Vorrichtung zum zuführen, bügeln, falten und stapeln von bettwäsche
US12/934,698 US8443531B2 (en) 2008-03-28 2009-03-30 Device for feeding, ironing, folding and stacking of linen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0193A BE1018069A3 (nl) 2008-03-28 2008-03-28 Inrichting voor het invoeren, strijken en vouwen van vlakgoed.
BE200800193 2008-03-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018069A3 true BE1018069A3 (nl) 2010-04-06

Family

ID=39951441

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2008/0193A BE1018069A3 (nl) 2008-03-28 2008-03-28 Inrichting voor het invoeren, strijken en vouwen van vlakgoed.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US8443531B2 (nl)
EP (1) EP2271802B1 (nl)
AT (1) ATE523625T1 (nl)
BE (1) BE1018069A3 (nl)
DK (1) DK2271802T3 (nl)
ES (1) ES2370594T3 (nl)
WO (1) WO2009118643A1 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2554741A2 (en) 2011-08-05 2013-02-06 Laco Machinery NV Bed for ironing device
EP2628847A1 (en) 2012-02-17 2013-08-21 Laco Machinery NV Through for an ironing device
EP4105377A1 (en) 2021-06-17 2022-12-21 Laco Machinery NV Trough for an ironing device

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102009058637A1 (de) * 2009-12-16 2011-06-22 Herbert Kannegiesser GmbH, 32602 Verfahren und Vorrichtung zum Zuführen eines Wäschestücks zu einer Mangel oder dergleichen
CN106012458B (zh) * 2016-06-28 2018-03-23 宁波瑞丽洗涤股份有限公司 一种送进机
DE102016011676A1 (de) 2016-09-29 2018-03-29 Herbert Kannegiesser Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Zuführen von Wäschestücken zu einer Wäschebehandlungseinrichtung, vorzugsweise einer Mangel
EP4162105A4 (en) * 2020-06-03 2024-05-29 Einsen Innovations Pty Ltd AUTOMATIC IRONING DEVICE
EP4067563A3 (de) * 2021-03-11 2023-01-18 Herbert Kannegiesser GmbH Verfahren und vorrichtungen zum zuführen von wäschestücken zu einer wäschereimaschine, wie insbesondere einer mangel

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3795995A (en) * 1973-02-23 1974-03-12 W Johnson Laundry finisher folder
EP0404754A1 (en) * 1989-06-22 1990-12-27 "Werkhuizen Lapauw" An ironing machine
DE9014821U1 (de) * 1990-07-11 1991-01-17 Herbert Kannegiesser Gmbh + Co, 4973 Vlotho Vorrichtung zum Zuführen von Wäschestücken zu einer Mangel o.dgl.
US5079867A (en) * 1990-03-05 1992-01-14 Chicago Dryer Company Ironer-folder for flatwork, apparatus and method
JPH07194900A (ja) * 1993-12-28 1995-08-01 Yozo Maejima 布類の投入装置
WO2003104542A1 (en) * 2002-06-07 2003-12-18 Jensen Denmark A/S A method and device for introducing essentially rectangular pieces of cloth into a feeder
EP1413667A1 (en) * 2002-10-21 2004-04-28 Primus N.V. Folding device for ironing machine and method of operating the same
WO2007134601A1 (en) * 2006-05-19 2007-11-29 Jensen Denmark A/S An apparatus for feeding pieces of cloth

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2000063A (en) * 1933-12-22 1935-05-07 American Laundry Mach Co Folding machine
US2177262A (en) * 1936-11-27 1939-10-24 American Laundry Mach Co Folding machine
US2214857A (en) * 1939-10-16 1940-09-17 American Laundry Mach Co Folding machine
GB1336304A (en) * 1969-11-22 1973-11-07 Weir Henry J Laundry stacking machine
US4327510A (en) * 1980-07-28 1982-05-04 Grantham Frederick W Multi-station laundry feeder
FR2810344B1 (fr) * 2000-06-16 2002-07-26 Jean Michel Soc Dispositif de transfert pour machine de blanchisserie industrielle
EP1841145A1 (en) 2006-03-30 2007-10-03 BRITISH TELECOMMUNICATIONS public limited company Communications networks

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3795995A (en) * 1973-02-23 1974-03-12 W Johnson Laundry finisher folder
EP0404754A1 (en) * 1989-06-22 1990-12-27 "Werkhuizen Lapauw" An ironing machine
US5079867A (en) * 1990-03-05 1992-01-14 Chicago Dryer Company Ironer-folder for flatwork, apparatus and method
DE9014821U1 (de) * 1990-07-11 1991-01-17 Herbert Kannegiesser Gmbh + Co, 4973 Vlotho Vorrichtung zum Zuführen von Wäschestücken zu einer Mangel o.dgl.
JPH07194900A (ja) * 1993-12-28 1995-08-01 Yozo Maejima 布類の投入装置
WO2003104542A1 (en) * 2002-06-07 2003-12-18 Jensen Denmark A/S A method and device for introducing essentially rectangular pieces of cloth into a feeder
EP1413667A1 (en) * 2002-10-21 2004-04-28 Primus N.V. Folding device for ironing machine and method of operating the same
WO2007134601A1 (en) * 2006-05-19 2007-11-29 Jensen Denmark A/S An apparatus for feeding pieces of cloth

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2554741A2 (en) 2011-08-05 2013-02-06 Laco Machinery NV Bed for ironing device
EP2628847A1 (en) 2012-02-17 2013-08-21 Laco Machinery NV Through for an ironing device
EP4105377A1 (en) 2021-06-17 2022-12-21 Laco Machinery NV Trough for an ironing device

Also Published As

Publication number Publication date
EP2271802B1 (en) 2011-09-07
EP2271802A1 (en) 2011-01-12
ES2370594T3 (es) 2011-12-20
US20110126435A1 (en) 2011-06-02
US8443531B2 (en) 2013-05-21
WO2009118643A1 (en) 2009-10-01
ATE523625T1 (de) 2011-09-15
DK2271802T3 (da) 2011-11-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018069A3 (nl) Inrichting voor het invoeren, strijken en vouwen van vlakgoed.
US11225753B2 (en) Domestic compact article folding machine having holding conveyors and folding method therefor
US9988220B2 (en) Method and apparatus for feeding items of laundry to a mangle or to some other laundry-treatment arrangement
US10435836B2 (en) Apparatus for feeding and spreading pieces of cloth
US20190309465A1 (en) Domestic Compact Article Folding Machine Having Stacked Conveyor Layers and Folding Method Therefor
US11339526B2 (en) Method for feeding pieces of laundry to a laundry subsequent handling apparatus and device
JP5419588B2 (ja) 方形状布類展開装置
CN112204190B (zh) 用于辅助袖前折叠装置的衣袖折叠辅助装置、与折叠装置
US8402681B2 (en) Cloth piece treating apparatus
CN110641784B (zh) 一种成品服装的自动识别分拣打包设备
JP5764317B2 (ja) 洗濯物をマングルあるいはこれと類似のものに供給するための方法および装置
US7703756B2 (en) Machine for converting a fabric from a rolled fabric into a superimposingly folded fabric for delivery to a dyeing machine
JP2009268571A (ja) 布類展張搬送機
JPS6116199B2 (nl)
JP2011030743A (ja) 方形状布類展開装置
JP2005131005A (ja) 布類供給方法および装置ならびに同装置を用いた布類折畳み装置
JP2002542911A (ja) 洗濯物処理装置内に略方形の洗濯物を導入するための方法および装置
JP4071763B2 (ja) 布類供給方法および装置
JP2024060794A (ja) 姿勢修正装置および結束ユニット
JP5658480B2 (ja) 布片シワ伸ばし装置
JPH0135757Y2 (nl)
BE1018070A3 (nl) Invoerinrichting voor het invoeren van een te strijken stuk vlakgoed in een strijkeenheid en strijkinrichting voorzien van een dergelijke invoerinrichting.
JP2009018031A (ja) 布類積層方法と、その装置
JP2024060795A (ja) リネン設備
JP4036461B2 (ja) 折り畳み布類移送方法および装置

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20130331