BE1017774A3 - Luifel met oprolbare volant en voorlat daarbij toegepast. - Google Patents

Abstract

Luifel met een voorlat die voorzien is van een oprolbaar volant (9) in de vorm van een doek (10) die is opgerold op een rol (11) die verdraaibaar rond zijn lengteas 12 is aangebracht in een zich in de lengterichting van de voorlat (6) uitstrekkende ruimte (13), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ruimte (13) is afgedekt door een klep (22) die vrij scharnierbaar is rond een zich in de lengerichting van de voorlat (6) uitstrekkende scharnier (23) teneinde het mogelijk te maken de doek (10) van de volant (9) af te wikkelen tussen de voorlat (6) en de klep (22), waarbij de luifel (1) is voorzien van een sluitmechanisme (30) dat de klep (22) automatisch sluit tegen de voorlat (6) en in gesloten stand vasthoudt wanneer de voorlat (6), bij het oprollen van de doek (3) van de luifel (1) tegen de kast (2) van de luifel (1) wordt aangetrokken.

Description

Luifel met oprolbare volant en voorlat daarbij toegepast.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een luifel met oprolbare volant.

Zoals bekend bestaan er luifels of zonneschermen die voorzien zijn van een open kast waarmee de luifel tegen een wand kan worden bevestigd en waarin een rol is aangebracht waarop een luifeldoek is opgerold.

De luifeldoek is met een vrije rand bevestigd op een voorlat die de opening van de kast afsluit wanneer de luifeldoek is opgerold en die tijdens het gebruik van de luifel, door middel van armen op een zijdelingse afstand van de voornoemde kast wordt gehouden, waardoor de luifeldoek wordt opgespannen tussen de kast en de voorlat.

De uitvinding heeft meer speciaal betrekking op een luifel met een voorlat die is voorzien van een oprolbaar volant, met andere woorden een doek die is opgerold op een rol die verdraaibaar rond zijn lengteas is aangebracht in een zich in de lengterichting van de voorlat uitstrekkende ruimte en die in afgerolde toestand aan de voorlat naar beneden hangt.

Zulke volant is bijvoorbeeld nuttig als extra zonwering in het geval van een lage zonnestand.

Een nadeel van de bekende luifels met oprolbaar volant is dat de rol en het mechanisme ervan doorgaans minstens gedeeltelijk zichtbaar zijn, wat visueel erg storend is.

Bovendien is zulke volant gemakkelijk bereikbaar voor vandalen en is dan ook soms het onderwerp van vandalisme.

Het veilig opbergen van de volant is dan ook vaak niet mogelijk of zeer omslachtig bij bestaande luifels.

De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een luifel bestaande uit een open kast waarin een luifeldoek is opgerold, waarbij de luifeldoek met een vrije rand is bevestigd aan een voorlat die de opening van de kast afsluit wanneer de luifel is opgerold en die voorzien is van een oprolbaar volant in de vorm van een volantdoek die is opgerold op een rol die verdraaibaar rond zijn lengteas is aangebracht in een zich in de lengterichting van de voorlat uitstrekkende ruimte, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ruimte is afgedekt door een klep die vrij scharnierbaar is rond een zich in de lengterichting van de voorlat uitstrekkend scharnier teneinde het mogelijk te maken de doek van de volant af te wikkelen tussen de voorlat en de klep, waarbij de luifel is voorzien van een sluitmechanisme dat de klep automatisch sluit tegen de voorlat en in de gesloten stand vasthoudt wanneer de voorlat, bij het oprollen van de doek van de luifel, tegen de kast van de luifel wordt aangetrokken.

Zulke luifel volgens de uitvinding biedt het voordeel dat de volant verborgen is achter de klep van de voorlat, wat een esthetisch en visueel voordeel biedt ten opzichte van bestaande luifels.

Bij het oprollen van de luifel wordt bovendien de opgerolde volant automatisch op een veilige manier opgesloten in een afgedekte ruimte van de voorlat en dus onttrokken aan het zicht van eenieder en aan de snode bedoelingen van vandalen of andere kwaadwilligen.

Door het feit dat dit automatisch gebeurt bij het oprollen van de luifel, is er geen bijkomende handeling nodig voor het opgesloten opbergen van de opgerolde volant.

Bij voorkeur bevindt de klep zich aan de voorzijde van de voorlat en is de klep uitgevoerd als een geïntegreerd deel van de voorlat, zodat het voor toeschouwers lijkt alsof de klep en de eigenlijke voorlat één geheel vormen als design.

Het sluitmechanisme kan bijvoorbeeld zeer eenvoudig worden gerealiseerd in de vorm van een nok die op een afstand van de scharnier is voorzien op de klep en die bij het oprollen van de luifel in contact komt met de kast van de luifel, zodat, bij het sluiten van de luifel, de voorlat met de voornoemde nok in contact komt met de kast van de luifel alvorens de voorlat de opening van de kast van de luifel volledig afsluit.

Hierdoor zal bij het verder oprollen van de luifel de voorlat nog verder tegen de kast van de luifel worden aangetrokken en zal daardoor de nok de klep automatisch dichtduwen door de klep rond haar scharnier te laten draaien.

Bij voorkeur is de rol van de volant bedienbaar via een mechanisme dat bij een opgerolde luifel volledig is opgesloten in de ruimte van de kast die door de voorlat wordt afgesloten.

Hierdoor wordt vermeden dat de oprolbare volant ongewenst zou worden bediend door kwaadwilligen of anderen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een voorlat toegepast in een luifel zoals hiervoor beschreven.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een luifel en een voorlat volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in doorsnede een luifel volgens de uitvinding weergeeft in opgerolde toestand; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F2 is aangeduid; figuur 3 en 4 de luifel van figuur 1 weergeven in twee verschillende standen voor gebruik; figuur 5 een variante weergeeft van een luifel volgens de uitvinding; figuur 6 de variante van figuur 5 weergeeft, doch in een andere stand.

De in figuur 1 weergegeven luifel 1 is opgebouwd uit een open kast 2 waarin een doek op een rol 4 is opgerold, waarbij de opening 5 van de kast 2, bij een opgerolde luifel, is afgesloten door een voorlat 6 waaraan de doek 3 van de luifel 1 met een vrije rand 7 is bevestigd.

De voorlat 6 wordt in dit geval hoofdzakelijk gevormd door een profiel 8 dat een oprolbaar volant 9 bevat in de vorm van een doek 10 die is opgerold op een rol 11 die verdraaibaar rond zijn lengteas 12 is aangebracht in een zich in de lengterichting van de voorlat 6 uitstrekkende ruimte 13 die begrensd wordt door een concaaf gebogen wandgedeelte 14 dat zich deels rond de rol 11 uitstrekt.

De ruimte 13 is aan de voorzijde van het profiel 8, met andere woorden op de van de kast afgekeerde zijde, voorzien van een opening 15.

Verder bevat het profiel 8 van de voorlat 6 een naar achter gebogen concaaf wandgedeelte 16 dat langs zijn bovenste rand 17 verbonden is met het voornoemde wandgedeelte 14 rond de rol 11, en dat, wanneer de luifel 1 volledig is opgerold, zoals in figuur 1, met de onderste rand 18 aansluit tegen de onderzijde 2' van de kast 2 van de luifel 1.

De rol 11 van de volant 9 is tevens voorzien van een aandrijfmechanisme 19 dat in dit geval een mechanische aandrijving is die bijvoorbeeld bedienbaar is door middel van een zwengel 20, waarbij het mechanisme 19 zich bij een opgerolde luifel 1 in de ruimte 21 van de kast 2 bevindt die door de voorlat 6 wordt afgesloten.

De voornoemde ruimte 21 waarin de rol 11 van de volant 9 is aangebracht, is af gedekt door een klep 22 aan de voorzijde van de volant 9.

Deze klep 22 is aan haar bovenzijde vrij scharnierbaar rond een zich in de lengterichting van de voorlat 6 uitstrekkend scharnier 23 die is aangebracht op een opstaand ribbe 24 van het profiel 8 van de voorlat 6, welke opstaande ribbe 24 wordt gevormd door de naar boven omgebogen bovenste vrije rand van het wandgedeelte 14 rond de rol 11.

Deze ribbe 24 kan tevens dienst doen als aanslagvormend gedeelte 25 van de voorlat 6 dat kan samenwerken met een verticale aanslag 26 van de kast 2 die bijvoorbeeld is voorzien aan de bovenzijde van de opening 5 van de kast 2.

De scharnier 23 wordt in dit geval gevormd door een gewricht met een mannelijk gedeelte 27 dat is aangebracht op een schuin naar achter en naar onder gericht uitsteeksel 28. aan de achterzijde van de klep 22 en een vrouwelijk gedeelte 29 aan de voorzijde van de voornoemde opstaande ribbe 24.

Het aanslagvormend gedeelte 25 wordt in dit geval als het ware gevormd door de voornoemde scharnier 23 of een afgeplat gedeelte ervan.

De luifel 1 is verder voorzien van een sluitmechanisme 30 dat de klep 22 automatisch sluit tegen het profiel 8 van de voorlat 6 en in gesloten stand vasthoudt wanneer de voorlat 6, bij het oprollen van de luifel 1, tegen de kast 2 van de luifel 1 wordt aangetrokken.

Dit sluitmechanisme 30 wordt in het weergegeven voorbeeld gevormd door een nok 31 die op een afstand A boven de scharnier 23 is voorzien op de achterzijde van de klep 22 en die, bij het oprollen van de luifel 1, in contact komt met de kast 2 van de luifel 1, bijvoorbeeld in contact komt met de voornoemde aanslag 26 aan de bovenzijde van de opening 5 van de kast 2.

De nok 31 wordt in het geval van figuur 1 gevormd door een naar de kast 2 gerichte horizontale ribbe 32 waarvan de vrije rand 33 haaks naar boven is omgeplooid als contactpunt met de voornoemde aanslag 26.

De nok 31 strekt zich bij voorkeur naar achteren uit tot voorbij de scharnier 23 en het aanslagvormend gedeelte 25 van de voorlat 6, één en ander zodanig dat bij het oprollen van de luifel 1, de voorlat 6 met de voornoemde nok 31 in contact komt met de kast 2 van de luifel 1 alvorens de voorlat 6 de opening van de kast 2 van de luifel 1 volledig afsluit.

De werking en het gebruik van de luifel 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

In figuur 1 is de luifel 1 weergegeven in volledig opgerolde toestand, waarbij ook de doek 10 van de volant 9 is opgerold tot hij volledig achter de klep 22 is teruggetrokken.

Zoals te zien is in de figuur 1 en in meer detail nog in figuur 2, wordt de voorlat 6 in deze toestand tegen de kast 2 aangetrokken, waardoor de aanslag 26 van de kast 2 tegen de nok 31 duwt in de richting van de pijl F, waardoor de klep 22, door de hefboomwerking rond de scharnier 23 in de richting van de pijl M, gesloten wordt gehouden en de onderste rand van de klep 22 tegen de voorzijde van het profiel 8 van de voorlat 6 wordt gedrukt.

Aldus is de oprolbare volant 9 volledig verdoken achter de klep 22, die niet te openen is zonder de luifel 1 te openen.

Vandalen zullen dan ook geen toegang meer hebben tot de volant 9. Aangezien ook de rol 4 van de luifel 1 en het aandrijfmechanisme 19 voor de bediening van de volant 9 niet bereikbaar zijn van buitenaf, is de luifel in zijn geheel zeer veilig opgeborgen in de stand van figuur 1.

Wanneer men uitgaande van de opgeborgen toestand van figuur 1 de luifel 1 wenst te ontplooien voor gebruik, dan zal men eerst de doek 3 afrollen door de rol 4 in één richting te laten draaien, bijvoorbeeld door middel van een elektrische motor die in de as van de rol 4 is ingebouwd.

Tussen de kast 2 en de voorlat 6 zijn doorgaans gelede armen voorzien die voor de eenvoud niet in de figuren zijn weergegeven en die, bij het afrollen van de doek 3 van de luifel 1, de voorlat 6 zijdelings wegduwen van de kast 2 en deze voorlat 6 daarbij ondersteunen in een positie, zoals bijvoorbeeld is weergegeven in figuur 3.

In deze positie van de luifel 1 komt het aandrijfmechanisme 19 vrij, waardoor dit mechanisme met de zwengel 20 kan worden bediend om de rol 11 van de volant 9 in een gewenste draaizin L aan te drijven.

Hierdoor zal de doek 10 van de volant 9 worden afgewikkeld en wordt het vrij hangend uiteinde 35 aldus neergelaten in de zin van pijl K in figuur 3.

Dit vrij hangend uiteinde kan verzwaard zijn met een lat 36 of dergelijke.

Door het feit dat de nok 31 van de klep 22 niet meer in contact is met de aanslag 26 van de kast 2, kan de klep 22 vrij scharnieren rond de scharnier 23.

Het vrij hangend uiteinde 35 en de lat 36 kunnen zich aldus vrij bewegen tussen het profiel 8 en de klep 22.

Het mechanisme 19 bediend kan worden tot wanneer de volant met een gewenste lengte van de rol 11 is afgewikkeld.

Om de luifel en de volant terug op te bergen, dient men in de omgekeerde volgorde te werk te gaan, waarbij eerst de volant opnieuw wordt opgewikkeld met de zwengel 20 en vervolgens de doek 3 van de luifel opnieuw wordt opgerold.

Bij het oprollen van de doek 3 wordt de voorlat 6 opnieuw naar de kast 2 getrokken.

Wanneer de nok 31 hierbij in contact komt met de aanslag 26, wordt, bij het verder oprollen van de doek 3, de klep automatisch gekanteld in de richting van pijl M in figuur 2, waardoor de onderste rand 34 van de klep 22 tegen het profiel 8 van de voorlat wordt aangedrukt.

Wanneer de doek 3 dan nog verder wordt opgerold en de voorlat 9 dus nog harder tegen de kast 2 wordt aangetrokken, wordt de klep 22 stevig dichtgehouden.

Het aanslagvormend gedeelte 25 van de voorlat 6 komt daarbij mogelijk in aanraking met de voornoemde aanslag 26 van de kast 2, zodat in dat geval deze aanslag 26 tevens als aanslag dient voor de beweging van de voorlat 6 bij het oprollen van de luifel 1.

Het is duidelijk dat het sluitmechanisme 30 ook op andere manieren kan worden gerealiseerd, bijvoorbeeld doordat de nok 31 is aangebracht op de kast 2 en de aanslag 26 is aangebracht op de klep 22.

Overigens dient nok en aanslag breed te worden geïnterpreteerd aangezien elk deel van de klep 22 dat bij het oprollen van de luifel 1 in contact kan komen met een deel van de kast om de klep 22 naar de gesloten stand te laten kantelen, beschouwd kan worden als een nok, respectievelijk aanslag, samenwerkend met het betreffende deel van de kast 2 dat dan beschouwd kan worden als aanslag, respectievelijk nok.

Het is ook duidelijk dat de scharnier niet noodzakelijk bovenaan de klep moet zijn gesitueerd, maar bijvoorbeeld ook ergens op halve hoogte van de klep kan zijn gepositioneerd.

in figuur 5 is een variante weergegeven van een luifel 1 met mechanische aandrijving 19 die is voorzien een zwengel 20 die via een kniegewricht 37 verbonden is met het mechanisme 19 en die derhalve wegplooibaar is in de ruimte 21 van de voorlat 6 zoals weergegeven in figuur 6.

Alternatief kan in de plaats van het mechanisme 19 een elektrische motor worden voorzien die bijvoorbeeld is ingebouwd in de as van de rol 11.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een luifel en voorlat volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

1. Luifel bestaande uit een open kast (2) waarin een doek (3) is opgerold dat met een vrije rand (7) is bevestigd aan een voorlat (6) die de opening (5) van de kast (2) afsluit wanneer de luifel (1) is opgerold en die voorzien is van een oprolbaar volant (9) in de vorm van een doek (10) die is opgerold op een rol (11) die verdraaibaar rond zijn lengteas 12 is aangebracht in een zich in de lengterichting van de voorlat (6) uitstrekkende ruimte (13), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ruimte (13) is afgedekt door een klep (22) die vrij scharnierbaar is rond een zich in de lengterichting van de voorlat (6) uitstrekkende scharnier (23) teneinde het mogelijk te maken de doek (10) van de volant (9) af te wikkelen tussen de voorlat (6) en de klep (22) , waarbij de luifel (1) is voorzien van een sluitmechanisme (30) dat de klep (22) automatisch sluit tegen de voorlat (6) en in gesloten stand vasthoudt wanneer de voorlat (6), bij het oprollen van de doek (3) van de luifel (1) tegen de kast (2) van de luifel (1) wordt aangetrokken.

2. Luifel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de klep (22) zich aan de voorzijde van de voorlat (6) bevindt.

3. Luifel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de klep (22) bovenaan scharnierbaar is.

4. Luifel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de klep (22) in gesloten stand met de onderrand (34) tegen de voorlat (6) wordt geduwd.

5. Luifel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het sluitmechanisme (30) wordt gevormd door een nok (31) die op een afstand (A) boven de scharnier (23) is voorzien op de klep (22) en die, bij het oprollen van de doek (3) van de luifel (1) in contact komt met de kast (2) van de luifel (1).

6. Luifel volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat bij het sluiten van de luifel (1) , de voorlat (6) met de voornoemde nok (31) in contact komt met de kast (2) van de luifel (1) alvorens de voorlat (6) de opening (5) van de kast (2) van de luifel (1) volledig afsluit.

7. Luifel volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de nok (31) kan samenwerken met een aanslag (26) van de kast (2) van de luifel (1).

8. Luifel volgens één van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de aanslag (26) is voorzien aan de bovenzijde van de opening (5) van de kast (2) van de luifel (1) .

9. Luifel volgens één van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aanslag (26) tevens als aanslag dient voor de beweging van de voorlat (6) bij het oprollen van de doek (3) van de luifel (1), waartoe de voorlat (6) is voorzien van een aanslagvormend gedeelte (25) dat met de aanslag (26) op de kast (2) kan samenwerken.

10. Luifel volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde nok (31) op de klep (22) zich uitstrekt in de richting van kast (2) tot voorbij de scharnier en/of het aanslagvormend gedeelte (25) van de voorlat (6).

11. Luifel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de rol (11) van de volant (9) bedienbaar is via een mechanisme (19) of een motor die zich bij een opgerolde luifel (1) in de ruimte (21) van de kast (2) bevinden die door de voorlat (6) wordt afgesloten.

12. Luifel volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het mechanisme bedienbaar is via een zwengel (20) die hetzij afneembaar is of wegplooibaar is in de ruimte van de voorlat (6).

13. Voorlat met oprolbare volant (9) in de vorm van een doek (10) die is opgerold op een rol (11) die verdraaibaar rond zijn lengteas (12) is aangebracht in een zich in de lengterichting van de voorlat (6) uitstrekkende ruimte (13), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ruimte (13) in de voorlat (6) is af gedekt door een klep (22) die vrij scharnierbaar is rond een zich in de lengterichting van de voorlat (6) uitstrekkend scharnier (23) teneinde het mogelijk te maken de doek (10) van de volant (9)· af te wikkelen tussen de voorlat (6) en de klep (22), waarbij een sluitmechanisme (30) is voorzien dat de klep (22) automatisch kan sluiten tegen de voorlat (6) en in gesloten stand kan vasthouden wanneer de voorlat (6) bij het oprollen van de doek (3) van de luifel (1) tegen de kast (2) van de luifel (1) wordt aangetrokken.