BE1017615A3 - Transferfolie, werkwijze voor het vervaardigen van panelen en paneel hierbij bekomen. - Google Patents

Transferfolie, werkwijze voor het vervaardigen van panelen en paneel hierbij bekomen. Download PDF

Info

Publication number
BE1017615A3
BE1017615A3 BE2007/0253A BE200700253A BE1017615A3 BE 1017615 A3 BE1017615 A3 BE 1017615A3 BE 2007/0253 A BE2007/0253 A BE 2007/0253A BE 200700253 A BE200700253 A BE 200700253A BE 1017615 A3 BE1017615 A3 BE 1017615A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
adhesive
printing
separating layer
transfer film
layer
Prior art date
Application number
BE2007/0253A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Flooring Ind Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Flooring Ind Ltd filed Critical Flooring Ind Ltd
Priority to BE2007/0253A priority Critical patent/BE1017615A3/nl
Priority to PCT/IB2008/001267 priority patent/WO2008142538A2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1017615A3 publication Critical patent/BE1017615A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B44DECORATIVE ARTS
    • B44CPRODUCING DECORATIVE EFFECTS; MOSAICS; TARSIA WORK; PAPERHANGING
    • B44C1/00Processes, not specifically provided for elsewhere, for producing decorative surface effects
    • B44C1/16Processes, not specifically provided for elsewhere, for producing decorative surface effects for applying transfer pictures or the like
    • B44C1/165Processes, not specifically provided for elsewhere, for producing decorative surface effects for applying transfer pictures or the like for decalcomanias; sheet material therefor
    • B44C1/17Dry transfer
    • B44C1/1708Decalcomanias provided with a layer being specially adapted to facilitate their release from a temporary carrier
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B44DECORATIVE ARTS
    • B44CPRODUCING DECORATIVE EFFECTS; MOSAICS; TARSIA WORK; PAPERHANGING
    • B44C1/00Processes, not specifically provided for elsewhere, for producing decorative surface effects
    • B44C1/16Processes, not specifically provided for elsewhere, for producing decorative surface effects for applying transfer pictures or the like
    • B44C1/165Processes, not specifically provided for elsewhere, for producing decorative surface effects for applying transfer pictures or the like for decalcomanias; sheet material therefor
    • B44C1/17Dry transfer
    • B44C1/1712Decalcomanias applied under heat and pressure, e.g. provided with a heat activable adhesive
    • B44C1/172Decalcomanias provided with a layer being specially adapted to facilitate their release from a temporary carrier
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02005Construction of joints, e.g. dividing strips
    • E04F15/02033Joints with beveled or recessed upper edges
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N3/00Investigating strength properties of solid materials by application of mechanical stress
    • G01N3/62Manufacturing, calibrating, or repairing devices used in investigations covered by the preceding subgroups
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N19/00Investigating materials by mechanical methods
    • G01N19/04Measuring adhesive force between materials, e.g. of sealing tape, of coating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Decoration By Transfer Pictures (AREA)

Abstract

Transferfolie met een bedrukking (2) die op een substraat kan worden overgedragen en gehecht, waarbij deze transferfolie (1) naast voornoemde bedrukking (2) minstens drie materiaallagen bevat, waaronder een dragerfolie (3) een scheidingslaag (4), die zich tussen de dragerfolie (3) en een eerste zijde (8) van de bedrukking (2) bevindt en waarmede de bedrukking (2) scheidbaar op de dragerfolie (3) is aangebracht, en een kleeflaag (5) die zich aan een tweede zijde (9) van de bedrukking (2)bevindt en waarmede de bedrukking (2) zoals voornoemd op een substraat kan worden gehecht, daardoor gekenmerkt dat voornoemde scheidingslaag (4) als een kleefmiddel is uitgevoerd.

Description

Transferfolie, werkwijze voor het vervaardigen van panelen en paneel hierbij bekomen.
Deze uitvinding heeft betrekking op een transferfolie, een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, alsmede op panelen die met dergelijke werkwijze worden bekomen.
In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op transferfolie van het type dat een bedrukking bevat die op een substraat kan worden overgedragen en al dan niet rechtstreeks op dit substraat kan worden gehecht. Transferfolies van dit type zijn op zich bekend, bijvoorbeeld uit het EP 1 208 016 en kunnen worden aangewend om het oppervlak van substraten met een bedrukking te voorzien. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan over het voorzien van een decoratieve bedrukking op meubelpanelen, vloerpanelen, wandpanelen> plafondpanelen en dergelijke meer. Dergelijke bedrukking kan zich beperken tot een gedeelte van het oppervlak van een substraat of paneel zoals tot een afkanting aan een rand ervan. Het aan de hand van een transferfolie met een bedrukking bekleden van afkantingen, zoals vellingkanten, is beschreven in het WO 01/96688.
Naast voornoemde bedrukking bevat dergelijke transferfolie doorgaans hoofdzakelijk nog minstens drie materiaallagen, waaronder een dragerfolie, een scheidingslaag en een kleeflaag. Voor het overdragen van de bedrukking. of een gedeelte daarvan wordt de transferfolie met behulp van rollen of andere drukelementen in contact gebracht met het te bekleden gedeelte van het substraat. Het betreffend gedeelte van de bedrukking komt bij het overdragen los van voornoemde dragerfolie en hecht door middel van voornoemde kleeflaag al dan niet rechtstreeks op het substraat. Gebruikelijk wordt voor de kleeflaag een smeltlijm toegepast, zodat voor het aanbrengen van de bedrukking eventueel warmte dient te worden toegevoerd, bijvoorbeeld via voornoemde drukelementen. Voor het loskomen van de bedrukking van de dragerfolie of een gedeelte daarvan wordt volgens de stand van de techniek gewerkt met was, zoals esterwas, die zich in de voornoemde scheidingslaag bevindt. Deze was zorgt ervoor dat de bedrukking of het betreffende gedeelte ervan loskomt van de dragerfolie van zodra aan de hand van de kleeflaag enige hechting met het paneel of het substraat wordt bekomen.
Met de transferfolies uit de stand van de techniek kunnen zich ongemerkt kwaliteitsverschillen in de hechting van de bedrukking op het substraat of het paneel voordoen. Dergelijke kwaliteitsverschillen betreffen bijvoorbeeld een lagere hechting dan gewenst, hetzij van de volledige aangebrachte bedrukking, hetzij van gedeelten van deze bedrukking. Dergelijke gebrekkige hechting is moeilijk te detecteren en kan tot klachten leiden bij de eindgebruiker. Een fabrieksmatige uitgangscontrole van elk met een bedrukking voorzien substraat is bijzonder ingewikkeld, tijdrovend en kostelijk.
De transferfolies uit de stand van de techniek kunnen ook resulteren in zichtbare kwaliteitsverliezen. Zo bijvoorbeeld kan een teveel aan bedrukking worden overgedragen, bijvoorbeeld doordat de gewenste overgedragen en op het substraat gehechte bedrukking bij het loskomen van de dragerfolie aan zijn rand ongewenste bedrukkingsgedeelten van de dragerfolie lostrekt. Hierdoor ontstaat aan de rand van de gewenste bedrukking een ongewenste braam, die nadien eventueel aan de hand van een extra schuuroperatie kan worden verwijderd.
Een verder in de praktijk vastgesteld nadeel van de transferfolies uit de stand van de techniek doet zich voor wanneer dergelijke transferfolies opgerold bij een relatief hoge temperatuur, bijvoorbeeld van meer dan 50°C, worden getransporteerd. Bij deze temperaturen kan de kleeflaag van de transferfolie al gedeeltelijk geactiveerd worden en kan deze een hechting veroorzaken tussen twee boven elkaar liggende wikkelingen van een rol transferfolie. Deze hechting manifesteert zich bijvoorbeeld tussen de bedrukking van de onderliggende wikkeling en de dragerfolie van de bovenliggende wikkeling. Bij het afwikkelen van de transferfolie kan dan eventueel de bedrukking van de onderliggende wikkeling ongewenst samen met voornoemde bovenliggende wikkeling meekomen. Opgemerkt wordt dat temperaturen boven 50°C en zelfs tot 80°C niet uitgesloten zijn wanneer goederen getransporteerd worden in een ongekoelde container en dat het hierboven vermelde ontstaan van ongewenste hechtingen tussen wikkelingen aanleiding kan geven tot een aanzienlijk verlies aan bruikbare transferfolie.
De uitvinding beoogt een alternatieve transferfolie, die volgens voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de uitvinding tevens een gehele of gedeeltelijke oplossing biedt voor de hiervoor genoemde nadelen van de stand der techniek. Hiertoe betreft de uitvinding een transferfolie van het type dat een bedrukking bevat die op een substraat kan worden overgedragen en gehecht, waarbij deze transferfolie naast voornoemde bedrukking minstens drie materiaallagen bevat, waaronder een dragerfolie, een scheidingslaag, die zich tussen de dragerfolie en een eerste zijde van de bedrukking bevindt en waarmede de bedrukking scheidbaar op de dragerfolie is aangebracht, en een kleeflaag die zich aan een tweede zijde van de bedrukking bevindt en waarmede de bedrukking zoals voornoemd al dan niet rechtstreeks op een substraat kan worden gehecht, met als kenmerk dat voornoemde scheidingslaag als een kleefmiddel is uitgevoerd.
Volgens de huidige uitvinding wordt gewerkt met een als een kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag, in tegenstelling tot de stand van de techniek waar met klassieke wassen, zoals esterwassen, wordt gewerkt. Door het feit dat met een als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag in de plaats van enkel met was wordt gewerkt, laat de bedrukking slechts van de dragerfolie los wanneer een relatief hoge hechting van de bedrukking of het betreffend gedeelte daarvan op het substraat is bereikt. Wanneer gedeelten van de bedrukking deze hogere hechting op het substraat niet bereiken, is het risico dat deze minder hechtende gedeelten toch op het substraat worden overgedragen klein, zo niet onbestaande, vermits deze minder hechtende gedeelten dan door de klevende werking van de scheidingslaag op de dragerfolie achterblijven. De minder hechtende gedeelten geven daardoor automatisch aanleiding tot op het substraat zichtbare defecten, doordat de bedrukking daar afwezig is. De afwezigheid van de bedrukking op het substraat of het paneel, die zich bij dergelijk voorval voordoet, kan dan fabrieksmatig en/of automatisch worden gecontroleerd, zodat een uitgangscontrole, bijvoorbeeld aan de hand van camera's of andere sensoren, haalbaar of zelfs eenvoudig wordt. Dergelijk controlesysteem kan dan eventueel in lijn met het aanbrengen van de bedrukking worden opgesteld en bedrukte producten, zoals panelen, die niet voldoen aan de kwaliteitseisen kunnen eventueel opnieuw van een bedrukking worden voorzien, of met eender welk doel uit de lijn worden gehaald, of worden gemerkt.
Bij voorkeur voorziet de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag in een zodanig grote hechting dat de bedrukking niet vrij afpelbaar is van voornoemde dragerfolie. Met "vrij afpelbaar" wordt bedoeld dat het mogelijk is de bedrukking op continue wijze minstens van de dragerfolie te scheiden, wanneer de bedrukking, eventueel samen met andere materiaallagen van de transferfolie, op zich wordt vastgenomen en van de dragerfolie wordt losgetrokken. Opgemerkt wordt dat de transferfolies uit de stand van de techniek een dergelijk afpellen wel toelaten, vermits de in transferfolies als scheidingslaag toegepaste klassieke wassen, die niet als een kleefstof kunnen worden aanzien, dit niet verhinderen. Met "niet vrij afpelbaar" wordt hier dan uiteraard bedoeld dat de bedrukking of gedeelten daarvan niet op continue wijze van de dragerfolie kunnen worden gescheiden zonder dat minstens de bedrukking of de betreffende gedeelten daarvan positief worden ondersteund, dit is zonder dat zij door middelen extern aan de dragerfolie wordt ondersteund. Dergelijke externe middelen kunnen bestaan uit de ondersteuning die ontstaat wanneer de bedrukking reeds aan de hand van de kleeflaag op een substraat is gehecht of uit het feit dat zij ondersteund worden door een verstevigende laag of ander materiaal dat extern is aan de transferfolie. Het beperken of vermijden van de vrije afpelbaarheid van de bedrukking laat toe het hierboven vermelde risico nog verder te beperken zodat de detectie van het kwaliteitsverlies met grotere zekerheid kan worden uitgevoerd.
Het onvermogen van de bedrukking om van de dragerfolie vrij te worden afgepeld kan bijvoorbeeld bereikt worden door de kleefkracht of het kleefvermogen van de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag groter te kiezen dan de breuksterkte van de bedrukking.
Uit het voorgaande is het duidelijk dat de bedrukking wel afpelbaar kan zijn bijvoorbeeld wanneer de kleeflaag in een hechting op een substraat, zoals een paneel of dergelijke, voorziet. Dit kan bijvoorbeeld worden bekomen doordat het kleefvermogen van voornoemde kleeflaag bij het overdragen of lossen van de bedrukking van de dragerfolie groter is dan het kleefvermogen van de voornoemde als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag. Zo bijvoorbeeld kan het kleefvermogen van voornoemde kleeflaag bij het overdragen minstens 10 percent groter zijn dan het kleefvermogen van de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag. Om het effect van de huidige uitvinding te behouden wordt bij voorkeur echter ook gewerkt met een als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag die bij het overdragen een kleefvermogen vertoont dat groter is dan een tiende van het kleefvermogen van voornoemde kleeflaag. Zo bijvoorbeeld kan het kleefvermogen van de scheidingslaag bij het overdragen groter zijn dan de helft van het kleefvermogen van de kleeflaag. Bij voorkeur wordt met een verschil in kleefvermogen tussen de kleeflaag en de scheidingslaag gewerkt die bij het overdragen kleiner is dan twintig procent van het kleefvermogen van voornoemde kleeflaag.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm brengt de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag bij voorkeur een verbinding met de bedrukking teweeg die beantwoordt aan de volgende test: het vormen van een teststaal uit de transferfolie met een breedte tussen 3 en 10 millimeter en een lengte van minimum 10 centimeter; het vormen van een strook kleefband met een eerste en een tweede uiteinde en een breedte groter dan de breedte van voornoemd teststaal; het op het teststaal over een gedeelte van de lengte ervan, doch de volledige breedte ervan aanbrengen van voornoemde strook kleefband, zodanig dat deze strook bij het eerste uiteinde eindigt op een plaats tussen beide uiteinden van het teststaal; het met behulp van de strook kleefband van de dragerfolie lospellen van de bedrukking door de strook vanaf zijn tweede uiteinde van het teststaal omzichtig af te rollen; en het als resultaat van de test nagaan of bij het voornoemde eerste uiteinde van de strook de bedrukking al dan niet verder van de dragerfolie afgepeld wordt; het aanwenden van voornoemd resultaat als criterium of het teststaal aan de test beantwoordt, waarbij, in het geval dat de bedrukking verder van de dragerfolie afgepeld wordt, zulk teststaal niet aan de test beantwoordt, hetgeen dus normalerwijze betekent dat in het geval dat het niet mogelijk is om de bedrukking verder van de dragerfolie af te pellen, zulk teststaal wel aan de test beantwoordt.
Bij voorkeur brengt de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag een verbinding met de bedrukking teweeg die beantwoordt aan voornoemde test wanneer deze in zijn totaliteit bij kamertemperatuur wordt uitgevoerd. Met "omzichtig afrollen" wordt eender welke methode bedoeld waardoor knikken in de bedrukking worden voorkomen alsook wordt vermeden dat aan de bedrukking wordt gerukt. Zo bijvoorbeeld kan het afpellen worden uitgevoerd door de strook kleefband vanaf zijn tweede uiteinde van het teststaal op een rol te wikkelen, waarbij deze rol dan bij voorkeur een diameter vertoont van drie centimeter of meer. Om rukken te vermijden vindt het afrollen bij voorkeur plaats met een snelheid die kleiner is dan 3 centimeter per seconde en beter nog kleiner is dan 1 centimeter per seconde. De hierboven beschreven voorkeurdragende uitvoeringsvorm geeft aanleiding tot een verbinding die een goede garantie biedt op voorkomen van de in de inleiding genoemde bramen en die het bovenvermelde risico praktisch kan minimaliseren. Bovendien laat de hierbij beschreven test toe op een eenvoudige wijze de kwaliteit van de transferfolie te testen. Dergelijke test kan steekproefsgewijs als ingangcontrole worden toegepast. Bij voorkeur beantwoorden alle teststalen uit een transferfolie aan de hiervoor beschreven test.
De als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag bevat bij voorkeur minstens een kleefstof, en beter nog minstens een permanente kleefstof welke zijn kleefvermogen bij voorkeur behoudt minstens in een temperatuurbereik tussen 23°C en 200°C. Beter nog blijft het kleefvermogen van dergelijke permanente kleefstof aanvaardbaar minstens tot 250°C of 300°C.
De als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag kan minstens één of een combinatie van twee of meer van volgende eigenschappen vertoont : de scheidingslaag bevat een kleefstof met één of meer bestanddelen van voornoemde kleeflaag; de scheidingslaag bevat een kleefstof met dezelfde bestanddelen als voornoemde kleeflaag; de scheidingslaag is vrij van was of bestaat althans toch voor minder dan 50 percent uit was; de scheidingslaag bevat een mengsel van was en kleefstof en/of bevat een gemodificeerde was die een bijzonder klevend effect oplevert; de scheidingslaag bevat polyurethaan; de scheidingslaag bevat een rubbergebaseerde kleefstof; de scheidingslaag bevat een thermoplast; de scheidingslaag bevat een smeltlijm; de scheidingslaag bevat een acrylisch of methacrylisch zuur ester; de scheidingslaag bevat een acrylaatdispersiekleefstof de scheidingslaag bevat een methacrylaathars of een methacrylaat copolymeer.
Aan de hand van deze stoffen kunnen de hiervoor geschetste voordelen van de transferfolie worden bereikt. Een praktisch voorbeeld van een geschikte stof kan gevonden worden in het kleefmiddel dat zich op alledaagse kantoortape bevindt. De transferfolie van de uitvinding zou dan ook kunnen worden vervaardigd door dergelijke kantoortape als dragerfolie en scheidingslaag aan te wenden, en deze aan de zijde die het kleefmiddel draagt van een bedrukking en een kleeflaag te voorzien. De uitvinder heeft via experimenten kunnen vaststellen dat de nadelen van de stand van de techniek bij het aanwenden van dergelijke experimentele transferfolie geheel of gedeeltelijk verdwijnen.
Het is duidelijk dat de transferfolie volgens de uitvinding ook op andere wijzen kan worden verwezenlijkt. Zo bijvoorbeeld kan gebruik worden gemaakt van dezelfde opbouw, materialen en productieprocédés als bij de bekende transferfolies, met als enige verschil dat nu in plaats van het materiaal dat vroeger voor de scheidingslaag werd aangewend dan een materiaal wordt toegepast dat aan de uitvinding beantwoordt.
De transferfolie van de uitvinding kan eender welke vorm vertonen. Zo kan zij uitgevoerd zijn als vellen, banen, banden of dergelijke, waarbij de uitvoering als banden het meest geschikt is om te worden aangewend bij het bekleden van afkantingen van panelen, meer speciaal vloerpanelen, zoals beschreven in het hiervoor nog genoemde WO 01/96688. Dergelijke banden vertonen bij voorkeur een breedte van 3 tot 15 millimeter, en beter nog van 5 tot 10 millimeter en worden bij voorkeur opgerold getransporteerd.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vèrvaardigen van panelen van het type dat een één of meerdelige kern en een op deze kern aangebrachte bekleding bevat, met als kenmerk dat voor het verwezenlijken van minstens een gedeelte van de bekleding een transferfolie met de kenmerken van de uitvinding wordt aangewend, waarbij dan minstens een gedeelte van de bedrukking van de transferfolie al dan niet rechtstreeks op de voornoemde kern wordt aangebracht of overgedragen. Uit het voorgaande is het duidelijk dat dergelijke werkwijze heel wat voordelen kan hebben ten opzichte van een werkwijze uit de stand van de techniek. Zo bijvoorbeeld laat dergelijke werkwijze een eenvoudigere en minder kostelijke kwaliteitscontrole toe. Verder is het duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op een paneel dat is bekomen met dergelijke werkwijze. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om een meubelpaneel, een wandpaneel of een plafondpaneel.
De panelen van de uitvinding betreffen bij voorkeur panelen waarvan de voornoemde bekleding hoofdzakelijk als een laminaattoplaag is uitgevoerd, doch waarbij tevens een gedeelte van de bekleding aan de hand van transferdruk is bekomen.
Opgemerkt wordt dat voor de vervaardiging van panelen met een laminaattoplaag of laminaatpanelen persbewerkingen kunnen worden aangewend. Hiervoor kunnen in hoofdzaak twee mogelijke vervaardigingswijzen worden toegepast. Volgens een eerste mogelijkheid kunnen laminaatpanelen aan de hand van een zogenaamd DPL proces (direct pressure laminate) worden vervaardigd, waarbij één of meer van hars voorziene materiaalvellen, bijvoorbeeld papiervellen, samen met een kern, bijvoorbeeld een houtgebasëerde kern, in een pers worden gebracht, waar zij aan de hand van een perselement worden blootgesteld aan een verhoogde druk en temperatuur en zodoende onderling worden verbonden ter vorming van een bekleed kernmateriaal, dat dan kan worden verwerkt tot eender welk bekleed paneel. Volgens een tweede mogelijkheid kunnen de laminaatpanelen aan de hand van een zogenaamd HPL proces (high pressure laminate) worden vervaardigd, waarbij meerdere van hars voorziene materiaalvellen eerst worden geconsolideerd alvorens zij op een kern worden aangebracht, bijvoorbeeld alvorens zij op de kern worden gelijmd.
De overdracht van de bedrukking of het betreffend gedeelte ervan aan de hand van het transferdrukprocedé vindt voor laminaatpanelen bij voorkeur plaats nadat voornoemde persbewerkingen zijn uitgevoerd. Tussenliggende bewerkingen zoals opdelen van grotere platen tot kleinere panelen en het uitvoeren van profileerbewerkingen aan de randen van de bekomen panelen zijn uiteraard niet uitgesloten. Dergelijke profileerbewerkingen kunnen het vormen van één of meer afkanting inhouden, bijvoorbeeld door aan één of meer bovenranden een gedeelte materiaal van de laminaattoplaag en eventueel de kern weg te nemen. Ook kunnen aan de hand van de profileerbewerkingen functionele delen worden voorzien, zoals koppeldelen waarmee twee panelen, zoals vloerpanelen, met elkaar kunnen worden verbonden.
Bij voorkeur wordt de werkwijze van de uitvinding aangewend voor het vervaardigen van panelen die aan minstens één van hun randen en beter nog aan minstens twee tegenovereenliggende randen een afkanting vertonen, waarbij minstens deze afkanting van een bekleding wordt voorzien en waarbij deze bekleding dan minstens gedeeltelijk door middel van voornoemde transferfolie wordt verwezenlijkt.
Bij het overdragen van het betreffend gedeelte van de bedrukking op het paneel wordt bij voorkeur een temperatuur toegepast die hoger is dan 23°C, en beter nog hoger dan 50°C en wordt bij voorkeur een druk toegepast tussen 1 en 15 N per vierkante millimeter. Het is duidelijk dat tussen de kern van het paneel en de aangebrachte bedrukking één of meer materiaallagen aanwezig kunnen zijn. Deze kunnen bijvoorbeeld een grondlaag vormen die al dan niet een kleurend en/of egaliserend effect heeft. Het is niet uitgesloten dat de bedrukking boven een laminaattoplaag wordt aangebracht.
Opgemerkt wordt dat bij het van de dragerfolie loskomen van het over te dragen gedeelte van de bedrukking, de voornoemde als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag bij voorkeur op voornoemde dragerfolie aanwezig blijft. Het is echter niet uitgesloten dat zij geheel of gedeeltelijk met de bedrukking op het paneel wordt overgedragen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een transferfolie weergeeft volgens de uitvinding; figuur 2 een transferfolie uit de stand van de techniek weergeeft; figuur 3 tot 6 verschillende stappen weergeven in een methode voor het testen van transferfolies; figuren 7 en 8 op grotere schaal in een zicht op het gebied dat op figuur 6 met F7 is aangeduid twee mogelijke resultaten weergeven van de testmethode uit figuren 3 tot 6; figuur 9 een vloerpaneel weergeeft volgens de uitvinding; figuur 10 een doorsnede weergeeft volgens de op figuur 9 aangeduide lijn X-X; figuur 11 op grotere schaal een zicht weergeeft op het gebied dat op figuur 10 met Fll is aangeduid; figuur 12 een werkwijze illustreert voor het vervaardigen van panelen in een doorsnede volgens de op figuur 11 aangeduide lijn XII-XII.
Figuur 1 geeft een transferfolie 1 weer met de kenmerken van de uitvinding. Hiertoe bevat de transferfolie 1 naast een overdraagbare bedrukking 2 in hoofdzaak drie materiaallagen 3-4-5. In verband met de bedrukking 2 wordt opgemerkt dat deze met behulp van gelijk welk drukprocedé kan worden verwezenlijkt, zo bijvoorbeeld kan laserprinten, inktjetprinten of offsetdruk worden toegepast. Verder wordt opgemerkt dat zulke bedrukking 2 zowel in een uniforme kleur kan uitgevoerd zijn als in de vorm van een motief.
Een eerste materiaallaag betreft een dragerfolie 3 die de basisstructuur van de transferfolie 1 vormt. Deze kan bijvoorbeeld uit een papierfolie met een gewicht tussen 20 en 150 gram per vierkante meter bestaan, of uit een kunststoffolie zoals een PVC, PET of polyesterfolie bestaan. De dikte van de dragerfolie 3 is bij voorkeur gelegen zijn tussen 10 en 100 micrometer, bijvoorbeeld ongeveer 20 micrometer. Er kan uiteraard ook beroep gedaan worden op samengestelde dragerfolies die bijvoorbeeld aan de onderzijde 6 bestaan uit een papierlaag doch aan de bovenzijde 7 bestaan uit een kunststoffolie.
Boven voornoemde dragerfolie 3 is als tweede van de voornoemde materiaallagen een scheidingslaag 4 aangebracht waarmede de voornoemde er zich boven bevindende bedrukking 2 scheidbaar op de dragerfolie 3 is aangebracht. Zodoende bevindt de scheidingslaag 4 zich tussen de dragerfolie 3 en een eerste zijde 8 van de bedrukking 2. De dikte van de scheidingslaag 4 is bij voorkeur kleiner dan 1 micrometer en kan gelegen zijn tussen 0,01 en 0,2 micrometer.
Als derde materiaallaag bevindt zich boven de bedrukking 2, dit is aan een tweede zijde 9 van deze bedrukking 2, een kleef laag 5 waarmede de bedrukking 2 of gedeelten daarvan al dan niet rechtstreeks op een substraat kunnen worden gehecht. De kleeflaag 5 kan bijvoorbeeld een permanente acrylaatdispersiekleefstof bevatten of een lijm bevatten die door warmte dient te worden geactiveerd zoals een smeltlijm, bijvoorbeeld op basis van polyurethaan. Dergelijke kleeflaag vertoont bij voorkeur een dikte tussen 2 en 10 micrometer en beter nog tussen 3 en 6 micrometer.
Er wordt opgemerkt dat in de trans f erf olie 1 naast de voornoemde bedrukking 2, de dragerfolie 3, de scheidingslaag 4 en de kleeflaag 5 eventueel nog verdere, al dan niet tussenliggende materiaallagen, aanwezig kunnen zijn, doch dat deze hier voor de eenvoud niet zijn weergegeven. In principe kunnen alle lagen worden toegepast die in de transferfolies uit de stand van de techniek worden aangewend. Zo bijvoorbeeld kan een laklaag tussen de scheidingslaag 4 en de bedrukking 2 worden toegepast die dan bij voorkeur samen met de bedrukking 2 op het substraat wordt overgedragen en het uiteindelijke bedrukte product van een bescherming voorziet. Dergelijke laklaag vertoont bij voorkeur een dikte tussen 0,5 en 5 micrometer en beter nog tussen 1 en 2 micrometer. Voor verdere voorbeelden wordt verwezen naar het voornoemde EP 1 208 016.
Het bijzondere van de transferfolies 1 van de huidige uitvinding situeert zich in voornoemde scheidingslaag 4 welke volgens de uitvinding als een kleefmiddel is uitgevoerd, waartoe onder meer de in de inleiding vermelde stoffen kunnen worden toegepast. Dit in tegenstelling tot de stand der techniek waar dergelijke scheidingslaag niet als een kleefmiddel is uitgevoerd doch bijvoorbeeld hoofdzakelijk als een was is uitgevoerd.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding voorziet de scheidingslaag 4 in een zodanig grote hechting met de bedrukking 2 dat deze niet vrij afpelbaar is van voornoemde dragerfolie 3. Ter verduidelijking geeft figuur 2 een transferfolie 1 weer die niet voldoet aan de kenmerken van de betreffende voorkeurdragende uitvoeringsvorm en waarbij derhalve de bedrukking 2 wel vrij afpelbaar is. Figuur 2 geeft duidelijk weer dat het in dergelijk geval mogelijk is de bedrukking 2 op zich vast te nemen en deze op continue wijze minstens van de dragerfolie 3 te scheiden, af te pellen of te strippen. Met "op zich vastnemen" wordt bedoeld dat de bedrukking 2 op de plaats 10 van het scheiden niet door middelen extern aan de transferfolie 1 wordt ondersteund. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door minstens de bedrukking 2 met de hand vast te nemen en omzichtig onder een hoek van de dragerfolie 3 weg te trekken zoals aangegeven met de pijl 11, zonder dat hierbij aan de bedrukking 2 wordt gerukt.
Bij het uitvoeren van de afpeltest van figuur 2 wordt de dragerfolie 3 bij voorkeur tevens vastgehouden aan een uiteinde 12 waarvan de bedrukking 2 reeds is verwijderd zodat vanzelf een vloeiende aftrekbeweging kan ontstaan bijvoorbeeld doordat de transferfolie 1 op de plaats 10 waar de scheiding plaatsvindt wat omhoog komt.
Eventueel kunnen ook hulpmiddelen worden toegepast om het afpellen te starten. Zo bijvoorbeeld kan, zoals in aslijn 13 weergegeven, een extern middel zoals een kleefband op de transferfolie 1 worden gehecht die dan kan worden vastgenomen om het scheiden van de bedrukking 2 te starten. Uiteraard dient het vermogen of onvermogen vrij te worden afgepeld te worden vastgesteld in een zone 14 waar dergelijke externe middelen de bedrukking 2 niet ondersteunen.
Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm brengt de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag 4 een verbinding met de bedrukking 2 teweeg die beantwoordt aan een in de inleiding beschreven test. Figuur 3 illustreert de voorbereidende stappen van deze testmethode. Hierbij wordt, enerzijds, een teststaal 15 uit een transferfolie 1 gevormd met een breedte BI tussen 3 en 10 millimeter en een lengte LI van minimum 10 centimeter en, anderzijds, een strook kleefband 16 gevormd met een eerste uiteinde 17 en een tweede uiteinde 18 en een breedte B2 groter dan de breedte van het voornoemde teststaal. Als laatste stap in de voorbereiding wordt de voornoemde strook kleefband 16 op het voornoemde teststaal 15 over een gedeelte van de lengte LI ervan aangebracht of aangedrukt, zodanig dat deze strook 16 bij het eerste uiteinde 17 eindigt op een plaats tussen beide uiteinden 12-19 van het teststaal. Opgemerkt wordt dat in volle zwarte lijn de kleefstof van de strook kleefband 16 wordt weergegeven.
Figuur 4 geeft in doorsnede de verkregen initiële testsituatie weer. Zoals weergegeven kan ervoor gezorgd worden dat de voornoemde strook kleefband 16 bij zijn tweede uiteinde 18 niet op de transferfolie 1 hecht, zodat dit tweede uiteinde 18 eenvoudig kan worden vastgenomen en in verdere uitvoeringsstappen van de test in de richting van de pijl 20 kan worden bewogen. Voor het uitvoeren van de test moet erop worden gelet dat de hechting van de strook kleefband 16 op de transferfolie 1 minstens zodanig groot is dat de bedrukking 2 bij het terug lostrekken van de voornoemde strook kleefband 16 afpelt minstens in de zone 21 waar zij door deze kleefband 16 is ondersteund. Hiertoe is het aangewezen de strook kleefband 16 goed vast te drukken alvorens het lostrekken ervan te starten.
Figuur 5 geeft een volgende stap in de test weer waarbij de bedrukking 2 met behulp van de strook kleefband 16 van de dragerfolie 3 wordt afgepeld door de strook 16 vanaf zijn tweede uiteinde 18 van het teststaal 15 omzichtig af te rollen. Dit afrollen kan, zoals hier weergegeven, geschieden aan de hand van een hulpmiddel zoals een spoel 22, waarbij door een geschikte keuze van het hulpmiddel kan worden verhinderd dat aan de bedrukking 2 wordt gerukt en/of dat de bedrukking 2 wordt geknikt. Bij een spoel is het nodig de diameter Dl voldoende groot te kiezen. Een spoeldiameter Dl van minimum drie centimeter is voor de meeste toepassingen voldoende. Het is duidelijk dat omzichtig afrollen ook kan worden bereikt zonder dat hiertoe hulpmiddelen dienen te worden aangewend. Wanneer erop gelet wordt dat niet aan de bedrukking 2 wordt gerukt en dat de bedrukking 2 niet wordt geknikt kan het afrollen ook met de hand worden uitgevoerd. Het is duidelijk dat de term "afrollen" in het kader van de huidige uitvinding niet op een strikte afrolbeweging duidt, doch louter wijst op het zonder knikken en rukken van de dragerfolie 3 afpellen van de bedrukking 2, hetgeen bij voorkeur geschiedt door met de bedrukking 2 een boog 23 te vormen ter hoogte van de plaats 10 van scheiden, net zoals op figuur 2 is weergegeven.
Figuur 5 geeft verder ook aan de hand van de pijl 24 weer dat . de transferfolie 1 of het teststaal 15 ervan bij het afrollen bij voorkeur minstens aan één uiteinde 12 wordt vastgehouden. Verder wordt opgemerkt dat voor het voorkomen van de voornoemde rukken bij voorkeur een afpel- of afrolsnelheid V wordt aangewend die kleiner is dan 3 centimeter per seconde, en beter nog kleiner is dan 1 centimeter per seconde.
Figuur 6 geeft de situatie van de test weer waarbij de bedrukking 2 reeds is afgepeld tot bij het eerste uiteinde 17 van de strook kleefband 16. Als resultaat van de test dient dan te worden nagegaan of de bedrukking 2 bij dit uiteinde 17 al dan niet verder van de dragerfolie 3 wordt afgepeld wanneer voorbij dit uiteinde 17 wordt afgerold.
Figuur 7 geeft het resultaat weer wanneer dergelijk verder afpellen niet mogelijk is en een breuk 25 van de bedrukking wordt vastgesteld ter hoogte van het voornoemde eerste uiteinde van de strook kleefband 16. Dergelijke breuk wijst erop dat zulk teststaal 15 dan aan de hiervoor uiteengezette test beantwoordt.
Figuur 8 geeft het resultaat weer in het geval de bedrukking 2 verder van de dragerfolie 3 afgepeld kan worden en zulk teststaal dus niet aan de test beantwoordt.
Figuur 9 geeft in bovenaanzicht een paneel 26 weer, in dit geval een vloerpaneel, dat aan de hand van een werkwijze volgens de huidige uitvinding is verkregen.
Figuur 10 geeft duidelijk weer dat het in dit geval een vloerpaneel betreft van het type dat een kern 27 en een op deze kern aangebrachte laminaattoplaag 28 bevat. De toplaag 28 is hierbij samengesteld uit twee lagen, namelijk een decorlaag 29 die een bedrukking of een inkleuring kan vertonen en een zogeheten overlay 30 die de decorlaag 29 afdekt. Een dergelijke toplaag 28 kan bijvoorbeeld aan de hand van de in de inleiding vermelde DPL techniek op het paneel 26 zijn gevormd. Verder is het weergegeven vloerpaneel 26 aan minstens twee tegenovereenliggende randen 31-32 voorzien van koppelmiddelen 33 waarmede twee van dergelijke vloerpanelen 26 aan elkaar kunnen worden gekoppeld en zowel in een horizontale richting Hl als in een verticale richting VI met elkaar kunnen worden verbonden voor het vormen van een vloerbekleding. Dergelijke koppelmiddelen kunnen ook aan alle randen zijn voorzien, zoals weergegeven in figuur 9.
Het vloerpaneel 26 van figuur 10 vertoont verder aan minstens twee tegenovereenliggende randen 31-32 afkantingen 34, in dit geval met de vorm van een vellingkant. Deze afkantingen 34 zijn verwezenlijkt door aan de betreffende randen 31-32 de toplaag 28 en in dit geval tevens een gedeelte van de kern 27 te verwijderen, bijvoorbeeld aan de hand van een mechanische bewerking met een sni jwerktuig, zoals aan de hand van een freesproces. Het is duidelijk dat dergelijke afkantingen 34 ook op andere wijzen kunnen zijn gevormd, bijvoorbeeld aan de hand van indrukkingen.
Figuur 11 geeft duidelijk weer dat de voornoemde afkantingen 34 met een bekleding 35 zijn voorzien, die afzonderlijk van de voornoemde toplaag 28 is aangebracht. In dit geval betreft deze bekleding 35 een bedrukking 2 die aan de hand van een transferdrukprocedé is verwezenlijkt. Hiertoe werd, zoals figuur 12 weergeeft, een transferfolie 1 aangevoerd, bijvoorbeeld van op een rol 36, en tegen het te bedrukken oppervlak 37 van de afkanting 34 gedrukt. Voor de eenvoud zijn slechts twee lagen van de transferfolie 2 weergegeven, namelijk de dragerfolie 3 en de bedrukking 2.
In het voorbeeld van figuur 12 is voor het overdragen van de bedrukking 2 op de afkanting 34 gebruik gemaakt van de bijvoorbeeld uit het DE 103 52 700 gekende apparatuur 38. De afgebeelde apparatuur 38 bevat een metalen transportband 39 die door middel van verwarmingseenheden 40 wordt opgewarmd en als een eindeloze band aan de hand van wielen 41 via de transferfolie 1 tegen het te bekleden oppervlak 37 wordt aangebracht. Op deze manier wordt warmte aan de transferfolie 1 toegevoerd met de bedoeling de hier niet weergegeven kleeflaag 5 die het te bekleden oppervlak 37 contacteert te activeren. Tegelijk wordt de transportband 39 aan de hand van drukrollen 42 of andere drukelementen via de transferfolie 1 tegen het te bekleden oppervlak 37 gedrukt. Hierbij worden bij voorkeur drukken tussen 1 en 15 N per vierkante millimeter bereikt. De temperatuur kan hoger zijn dan 200°C, doch blijft bij voorkeur onder de 300°C.
Het is duidelijk dat het vloerpaneel 26 bij voorkeur voorbij de voornoemde apparatuur 38 wordt bewogen en dat de samenwerking tussen het te bekleden oppervlak 37 en de voornoemde apparatuur 38, in het bijzonder de voornoemde transportband 39, de aanvoer van de transferfolie 1 bepaalt.
Wanneer de transferfolie 1 de transportband 39 verlaat, wordt zij bij voorkeur over een bepaalde zone 43 afgekoeld bijvoorbeeld aan de hand van koelrollen 44, alvorens de bedrukking 2 van de dragerfolie 3 wordt gescheiden. De koeling is in het geval van warmte-activeerbare kleeflagen 5 wenselijk om de hechting van de kleeflaag 5 bij het scheiden te vergroten en om de doorloopsnelheid W waarmee het paneel 26 voorbij de apparatuur 38 wordt bewogen hoog te houden.
Opgemerkt wordt dat de bedrukking op de plaats 10 van scheiden wordt ondersteund door het paneel 26 zodat het, scheiden weinig problemen oplevert zelfs wanneer gewerkt wordt met transferfolies die niet vrij afpelbaar zijn of die aan de in figuren 3 tot 7 beschreven test beantwoorden. Het werken met dit soort transferfolies draagt zelfs de voorkeur bij de werkwijze van de uitvinding. Zoals hoger aangegeven, resulteert een slechte hechting van een dergelijke transferfolie 1 met hoge zekerheid in een zichtbaar defect zodat op eenvoudige wijze een inspectie van de aangebrachte bedrukking 2 kan worden uitgevoerd onmiddellijk na het scheiden of althans toch minstens in lijn met het scheiden. Dit is op figuur 12 schematisch weergegeven met de sensor 45.
Opgemerkt wordt dat het aanbrengen van de bedrukking 2 aan een doorloopsnelheid W van minstens 50 meter per minuut of zelfs tot 100 meter per minuut worden uitgevoerd. Verder wordt opgemerkt dat hiertoe ook andere apparatuur 38 kan worden toegepast dan diegene die in figuur 12 schematisch is afgebeeld en dat niet noodzakelijk met een door warmte te activeren kleeflaag 5 dient te worden gewerkt.
Verder wordt nog opgemerkt dat de in de figuren weergegeven dikten van de respectievelijke lagen puur schematisch zijn voorgesteld en dat deze lagen, enerzijds, onderling sterk in dikte kunnen verschillen en, anderzijds met betrekking tot de lengte van dergelijke folie een aanzienlijk kleinere dikte kunnen vertonen dan hier weergegeven.
Het spreekt vanzelf dat nog andere bijzondere eigenschappen in de transferfolie volgens de uitvinding kunnen worden geïntegreerd, zoals bijvoorbeeld het aanwenden van een bedrukking die in overgedragen toestand een reliëf aan het bedrukte oppervlak oplevert, waarbij dit reliëf al dan niet in register kan zijn met een eventueel in de bedrukking aanwezig motief.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke transferfolies, werkwijzen en panelen kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims (11)

1. Transferfolie van het type dat een bedrukking (2) bevat die op een substraat kan worden overgedragen en gehecht, waarbij deze transferfolie (1) naast voornoemde bedrukking (2) minstens drie materiaallagen bevat, waaronder een dragerfolie (3), een scheidingslaag (4), die zich tussen de dragerfolie (4) en een eerste zijde (8) van de bedrukking (2) bevindt en waarmede de bedrukking (2) scheidbaar op de dragerfolie (3) is aangebracht, en een kleeflaag (5) die zich aan een tweede zijde (9) van de bedrukking (2) bevindt en waarmede de bedrukking (2) zoals voornoemd op een substraat kan worden gehecht, daardoor . gekenmerkt dat voornoemde scheidingslaag (4) als een kleefmiddel is uitgevoerd.
2. Transferfolie volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag (4) in een zodanig grote hechting voorziet dat de bedrukking (2) niet vrij afpelbaar is van voornoemde dragerfolie (3) .
3. Transferfolie volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag (4) een verbinding met de bedrukking (2) teweegbrengt die beantwoordt aan de volgende test: het vormen van een teststaal (15) uit de transferfolie (1) met een breedte (Bl) tussen 3 en 10 millimeter en een lengte (LI) van minimum 10 centimeter; het vormen van een strook kleefband (16) met een eerste uiteinde (17) en een tweede uiteinde (18) en een breedte (B2) groter dan de breedte (Bl) van voornoemd teststaal (15); het op het teststaal (15) over een gedeelte van de lengte (LI) ervan, doch de volledige breedte (Bl) ervan aanbrengen van voornoemde strook kleefband (16), zodanig dat deze strook (16) bij het eerste uiteinde (17) eindigt op een plaats tussen beide uiteinden (12-19) van het teststaal (15); het met behulp van de strook kleef band (16) van de dragerfolie (3) lospellen van de bedrukking (2) door de strook (16) vanaf zijn tweede uiteinde (18) van het teststaal (15) af te rollen met een snelheid (V) die kleiner is dan 1 centimeter per seconde; en het als resultaat van de test nagaan of bij het voornoemde eerste uiteinde (17) van de strook (16) de bedrukking (2) al dan niet verder van de dragerfolie (3) afgepeld wordt; het aanwenden van voornoemd resultaat als criterium of het teststaal (15) aan de test beantwoordt, waarbij, in het geval dat de bedrukking (2) verder van de dragerfolie (3) afgepeld wordt, zulk teststaal (15) niet aan de test beantwoordt.
4. Transferfolie volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag (4) een verbinding met de bedrukking (2) teweegbrengt die beantwoordt aan voornoemde test wanneer deze in zijn totaliteit bij kamertemperatuur wordt uitgevoerd.
5. Transferfolie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag (4) minstens permanente kleefstof bevat, welke bij voorkeur zijn kleefvermogen behoudt minstens in een temperatuurbereik tussen 23°C en 200°C.
6. Transferfolie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de als kleefmiddel uitgevoerde scheidingslaag (4) minstens één of een combinatie van twee of meer van volgende eigenschappen vertoont: de scheidingslaag (4) bevat een kleefstof met één of meer bestanddelen van voornoemde kleeflaag (5); de scheidingslaag (4)bevat een kleefstof met dezelfde bestanddelen als voornoemde kleeflaag (5); de scheidingslaag (4) is vrij van was of bestaat althans toch voor minder dan 50 percent uit was; de scheidingslaag (4) bevat een mengsel van was en kleefstof; de scheidingslaag (4) bevat polyurethaan; de scheidingslaag (4) bevat een rubbergebaseerde kleefstof; de scheidingslaag (4) bevat een thermoplast; de scheidingslaag (4) bevat een smeltlijm; de scheidingslaag (4) bevat een acrylisch of methacrylisch zuur ester; de scheidingslaag (4) bevat een acrylaatdispersiekleefstof de scheidingslaag (4) bevat een methacrylaathars of een methacrylaat copolymeer.
7. Transferfolie volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij als een band is uitgevoerd en in het bijzonder als een band van het type voor het bekleden van afkantingen aan panelen, meer speciaal vloerpanelen.
8. Werkwijze voor het vervaardigen van panelen van het type dat een één- of meerdelige kern (27) en een op deze kern (27) aangebrachte bekleding bevat, daardoor gekenmerkt dat voor het verwezenlijken van minstens een gedeelte van de bekleding een transferfolie (1) met de kenmerken van één van voorgaande conclusies wordt aangewend.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de zij wordt aangewend voor het vervaardigen van panelen die aan minstens één van hun randen (31-32) en beter nog aan minstens twee tegenovereenliggende randen (31-32) een afkanting (34) vertonen, waarbij minstens deze afkanting (34) van een bekleding (35) wordt voorzien en waarbij deze bekleding (35) minstens gedeeltelijk door middel van voornoemde transferfolie (1) wordt verwezenlijkt.
10. Paneel, daardoor gekenmerkt dat het is bekomen met een werkwijze volgens conclusie 8 of 9.
11. Paneel volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat het een vloerpaneel (26), een meubelpaneel, een wandpaneel of een plafondpaneel betreft dat bekomen is minstens aan de hand van een DPL techniek.
BE2007/0253A 2007-05-23 2007-05-23 Transferfolie, werkwijze voor het vervaardigen van panelen en paneel hierbij bekomen. BE1017615A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2007/0253A BE1017615A3 (nl) 2007-05-23 2007-05-23 Transferfolie, werkwijze voor het vervaardigen van panelen en paneel hierbij bekomen.
PCT/IB2008/001267 WO2008142538A2 (en) 2007-05-23 2008-05-21 Transfer foil, method for manufacturing panels and panel obtained herewith

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2007/0253A BE1017615A3 (nl) 2007-05-23 2007-05-23 Transferfolie, werkwijze voor het vervaardigen van panelen en paneel hierbij bekomen.
BE200700253 2007-05-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1017615A3 true BE1017615A3 (nl) 2009-02-03

Family

ID=38941915

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2007/0253A BE1017615A3 (nl) 2007-05-23 2007-05-23 Transferfolie, werkwijze voor het vervaardigen van panelen en paneel hierbij bekomen.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1017615A3 (nl)
WO (1) WO2008142538A2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7886497B2 (en) 2003-12-02 2011-02-15 Valinge Innovation Ab Floorboard, system and method for forming a flooring, and a flooring formed thereof
US11725395B2 (en) 2009-09-04 2023-08-15 Välinge Innovation AB Resilient floor
US8365499B2 (en) 2009-09-04 2013-02-05 Valinge Innovation Ab Resilient floor
WO2013032391A1 (en) 2011-08-29 2013-03-07 Välinge Flooring Technology AB Mechanical locking system for floor panels
MX363175B (es) 2013-03-25 2019-03-12 Vaelinge Innovation Ab Tarimas provistas con un sistema de cierre mecánico y un método para producir tal un sistema de cierre.
US10059084B2 (en) 2014-07-16 2018-08-28 Valinge Innovation Ab Method to produce a thermoplastic wear resistant foil
FR3028312B1 (fr) 2014-11-06 2021-01-01 Snecma Dispositif de tests en pelage

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2990311A (en) * 1956-01-09 1961-06-27 Dennison Mfg Co Heat transfer
US4536434A (en) * 1983-10-20 1985-08-20 Dennison Manufacturing Co. Heat transfer laminate
WO2001096689A1 (en) * 2000-06-13 2001-12-20 Flooring Industries Ltd. Floor covering, floor panels, method for their realization

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2990311A (en) * 1956-01-09 1961-06-27 Dennison Mfg Co Heat transfer
US4536434A (en) * 1983-10-20 1985-08-20 Dennison Manufacturing Co. Heat transfer laminate
WO2001096689A1 (en) * 2000-06-13 2001-12-20 Flooring Industries Ltd. Floor covering, floor panels, method for their realization

Also Published As

Publication number Publication date
WO2008142538A2 (en) 2008-11-27
WO2008142538A3 (en) 2009-04-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1017615A3 (nl) Transferfolie, werkwijze voor het vervaardigen van panelen en paneel hierbij bekomen.
US5639332A (en) Method and apparatus for producing labels
NO864118L (no) Fjernbar kupong eller merkelapp.
US3825463A (en) Sectionalized laminate strip structure
DE60120196T2 (de) Band für fliegendes spleissen, verfahren zur verwendung, und verfahren zur herstellung
US5019436A (en) Label assembly and method of manufacturing
US20040062924A1 (en) Adhesive transfer device
CN101665668B (zh) 胶带及其用途
US5707713A (en) Variable double sided linerless labels
US6991259B2 (en) Apparatus and method for improved business form with integrated card
JP5554017B2 (ja) 接着テープおよびその使用
US20200009831A1 (en) Assembly and method for creating folder pockets from printable blank sheets
TWI394690B (zh) And a label for holding the film holding container and the film holding portion thereof
CN101665667B (zh) 胶带及其用途
US20160347018A1 (en) Assembly and method for creating custom structures from printable blank sheets
US20170001408A1 (en) Assembly and method for creating custom structures from printable blank sheets
KR101506224B1 (ko) 라미네이팅 필름 롤 및 라미네이팅 필름 롤의 제조 방법
US20090278343A1 (en) Coplanar-joined printing carrier made from at least two partial printing carriers, the partial printing carriers, and the method for their fabrication
US10150274B1 (en) Assembly for creating custom objects with adhesive from printable blank sheets
JP7019208B2 (ja) ロール状ラベル用紙およびロール状ラベル用紙の作製方法
JP6219050B2 (ja) 表示ラベル連続体及びその製造方法
JP2000127267A (ja) ラベル印刷紙およびその製造方法
EP2185453B1 (en) An adhesive dispensing product
US20140246140A1 (en) Method and apparatus for producing an easily applied self adhesive flexible magnetic substrate
US20190091965A1 (en) Synthetic peel out id card and method of making the same

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20120531