BE1017194A5 - Constructie-element en samenstel van dergelijke constructie-elementen. - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft enerzijds een constructie-element omvattende een aantal zjvlakken en anderzijds een samenstel van minstens één verbindingsstuk en minstens twee constructie-elementen die een aantal zijvlakken omvatten. Het constructie-element volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het genoemde constructie-element minstens één een in een zijvlak uitmondend kanaal omvat, waarbij het genoemde kanaal voorzien is om minstens één verbindingsstuk gedeeltelijk op te nemen.

Description

Constructie-element en samenstel van dergelijke constructie-elementen

Deze uitvinding betreft enerzijds een constructie-element omvattende een aantal zijvlakken en anderzijds een samenstel van minstens één verbindingsstuk en minstens twee constructie-elementen die een aantal zijvlakken omvatten.

Constructie-elementen op zich zijn reeds gekend, dergelijke elementen waarbij de verschillende constructie-elementen voorzien zijn van in elkaar passende uitsteeksels en uitsparingen om de afzonderlijke constructie-elementen met elkaar te verbinden, worden veelal gebruikt voor het vormen van een vloerbedekking.

Zo beschrijft de Franse octrooipublicatie FR 2 343 861 een opbouwsysteem voor wanden of vloeren omvattende drie tegelelement types :

Een eerste type dat is opgebouwd uit twee boven elkaar geplaatste lagen van ongeveer dezelfde dikte, waarbij de tegenover elkaar gelegen randen op een eerste laag voorzien zijn van een uitsteeksel en waarbij de twee resterende randen op de tweede laag voorzien zijn van een met de uitsteeksels overeenkomstige uitsparing;

Een tweede type is een vlakke tegel opgebouwd uit één laag, zonder uitsteeksels of uitsparingen;

Een derde type heeft een vorm overeenkomstig de tweede laag van de tegel van het eerste type.

Door nu de bovengenoemde tegelelementen op de juiste manier te positioneren ten opzichte van elkaar kan een wand - of vloeroppervlak gevormd worden.

Deze manier van werken heeft echter het nadeel dat men voor het vormen van een wand - of vloeroppervlak drie verschillende types van elementen nodig heeft, die men dan nog op de juiste manier dient zien te combineren. Dit heeft tijdverlies en een verhoogde kostprijs tot gevolg.

Het doel van deze uitvinding is een constructie-element te verschaffen die men op een snelle en eenvoudige manier met andere gelijkaardige constructie-elementen kan combineren ter vorming van bijvoorbeeld vloeren, wandoppervlakken en andere driedimensionale constructies.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een constructie-element omvattende een aantal zijvlakken waarbij het genoemde constructie-element minstens één een in een zijvlak uitmondend kanaal met opening omvat dat voorzien is om minstens één verbindingsstuk gedeeltelijk op te nemen gekenmerkt doordat aan weerszijden van de kanaalopening gelijkaardige uitsparingen gelegen zijn, respectievelijk boven en onder de genoemde kanaalopening.

In een voorkeurdragende uitvoering van het constructie-element volgens de uitvinding mondt één kanaal uit in ieder zijvlak van het constructie-element.

Volgens een meer voorkeurdragende uitvoering van het constructie-element volgens de uitvinding is ieder zijvlak voorzien van één kanaalopening voor het genoemde kanaal, waarbij het kanaal over zijn volledige lengte een gelijkaardige dwarsdoorsnede heeft. De genoemde kanaalopening is in het bijzonder centraal gelegen in het zijvlak.

Volgens een bijzondere uitvoering van het constructie-element volgens de uitvinding zijn de genoemde uitsparingen bij voorkeur aan weerszijden van de verticale symmetrieas van het zijvlak gelegen. Bij voorkeur is de lengte van de uitsparingen maximaal nagenoeg de helft van de lengte van het zijvlak

Volgens een bijzonder voordelige uitvoering van het constructie-element volgens de uitvinding hebben de genoemde uitsparingen nagenoeg dezelfde hoogte. Meer in het bijzonder komt de diepte van de uitsparing nagenoeg overeen met de hoogte van de uitsparing.

Een ander onderwerp van deze octrooiaanvraag betreft een samenstel van minstens één verbindingsstuk en minstens twee constructie-elementen die een aantal zijvlakken omvatten. Het samenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de genoemde constructie-elementen elk minstens één kanaal met opening omvatten dat uitmondt in een zijvlak, waarbij aan weerszijden van de kanaalopening gelijkaardige uitsparingen gelegen zijn, respectievelijk boven en onder de genoemde kanaalopening en waarbij de genoemde kanalen van tegen elkaar aansluitende constructie-elementen voorzien zijn om elk een deel van het verbindingsstuk op te nemen en zo de tegen elkaar aansluitende constructie-elementen met elkaar te verbinden.

Bij voorkeur omvat het genoemde samenstel minstens twee constructie-elementen zoals hierboven omschreven.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding omvatten minstens twee verbindingsstukken elk minstens één gleuf die voorzien is om de verbindingsstukken dwars met elkaar te verbinden, waardoor de genoemde stukken in verbonden toestand een kruis vormen. Dit maakt het mogelijk om in verschillende richtingen verder te bouwen en zo tot een driedimensionale structuur te komen. De genoemde gleuf is bij voorkeur even breed als de dikte van de verbindingsstukken. In het bijzonder strekt de gleuf zich uit tot nagenoeg de helft van de breedte van de verbindingsstukken.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van het samenstel omvatten de verbindingsstukken aan minstens één uiteinde een eindvlak dat zodanig is uitgevoerd dat het aansluit op het eindvlak van minstens één ander verbindingsstuk. Dit heeft o.a. het voordeel dat er een vast ingeklemde constructie tot stand komt.

In een meest bijzondere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding is het genoemde samenstel voorzien om een ruimtelijke constructie te vormen.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragend constructie-element volgens de uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend een verduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij : figuur 1, 2 en 3 een perspectief voorstelling is van een aantal mogelijke uitvoeringsvormen van het constructie-element volgens de uitvinding; figuur 4 een bovenzicht toont van een aantal mogelijke uitvoeringsvormen van het constructie-element volgens de uitvinding; figuur 5a, 5b en 5c een aantal mogelijke kanaalopeningen en uitsparingen toont; figuur 6 een perspectief voorstelling is van de manier waarop de constructie-elementen in elkaar passen; figuur 7 een draadmodel is, om de kanaalopeningen weer te geven; figuur 8 een perspectiefvoorstelling is van een verbindingsstuk; figuur 9 een voorstelling is van de verbindings tukken voorgesteld in figuur 8 in verbonden toestand; figuur 10 een voorstelling is van een verbindingsstuk en een constructie-element; figuur 11 een voorstelling is van een verbindingsstuk waarmee overbruggingen verwezenlijkt kunnen worden; figuur 12a een voorstelling is van een verbindingsstuk om de gleuf die voorzien is in de verbindingstukken te dichten zonder onnodige uitsteeksels ; figuur 12b een voorstelling is van een verbindingsstuk om een T-verbinding of L-verbinding te vormen; figuur 13 een voorstelling is van een scharnierend verbindingsstuk; figuur 14 een perspectief voorstelling is van een aantal met elkaar verbonden verbindingsstukken; figuur 15 en 18 een perspectiefvoorstelling is van een verbindings tuk voorzien van een specifiek uitgevoerd eindvlak; figuur 16 een voorstelling is van twee verbindingstukken zoals voorgesteld in figuur 15 in verbonden toestand; figuur 17 een perspectiefvoorstelling is van een aantal met elkaar verbonden verbindingsstukken zoals voorgesteld in figuur 15; figuur 19 een perspectiefvoorstelling is van een aantal met elkaar verbonden verbindingsstukken zoals voorgesteld in figuur 18; figuur 20 een voorstelling is waarbij door een eenvoudige puzzelstukverbinding verschillende verbindingselementen onderling gecombineerd kunnen worden ; figuur 21 een voorstelling is van enkele verschillende manieren waarop verbindingselementen gecombineerd kunnen worden en hoe die verbindingselementen zich binnenin de constructie-elementen positioneren.

Het constructie-element (1) volgens de uitvinding is bij voorkeur vervaardigd uit hout, kunststof of spuitgietaluminium en heeft afhankelijk van zijn vorm drie, vier, vijf of meerdere zijvlakken. Zoals o.a. blijkt uit figuren 1 t/m 4 omvat het genoemde constructie-element (1) een aantal door het constructie-element (1) lopende kanalen (2). Volgens deze uitvinding zal er slechts één kanaal uitmonden per zijvlak, dus is er ook maar één kanaalopening (4) voorzien per zijvlak. De genoemde kanalen (2) zijn voorzien om minstens één verbindingsstuk (3) gedeeltelijk op te nemen. Via deze verbindingsstukken (3) is het mogelijk om tegen elkaar aansluitende constructie-elementen (1) met elkaar te verbinden en zo twee - of driedimensionale constructies te vormen.

Bovendien hebben de verschillende zijvlakken van het constructie-element (1) volgens de uitvinding een specifieke vormgeving. Hierdoor wordt het mogelijk om in combinatie met verschillende soorten verbindingsstukken (3), zowel twee - als driedimensionale stevig aaneensluitende constructies te vormen zonder gebruik te maken van werkgerief, nagels, schroeven of andere verbindingsmiddelen. De gevormde constructies kunnen bovendien op een redelijk eenvoudige en snelle manier terug gedemonteerd worden, zonder beschadiging aan de verschillende onderdelen waaruit de constructie is samengesteld. De gedemonteerde stukken kunnen vervolgens herbruikt worden in andere constructies

Zoals blijkt uit figuren 1 t/m 3 kan het constructie-element (1) verschillende vormen aannemen, enkele mogelijkheden zijn: driehoekig, vierkantsvorm, rechthoekig, zeshoekig, meerhoekig, enz... . Afhankelijk van de vorm van het constructie-element (1) heeft het constructie-element (1) dus drie, vier, zes of meerdere zijvlakken. Per zijvlak is er dus zoals eerder gezegd maar één kanaalopening (4) voorzien. Volgens een bijzonder kenmerk van deze uitvinding is iedere kanaalopening (4) centraal gelegen in het respectievelijke zijvlak. Zolang de centrale kanaalopeningen (4) van verschillende constructie-elementen (1) even hoog en breed zijn, is combineren tussen de verschillende vormen van constructie-elementen (1) geen enkel probleem.

De kanalen (2) hebben over hun volledige lengte een gelijkaardige dwarsdoorsnede, hierdoor heeft de kanaalopening (4) een vorm overeenkomstig de vorm van het zich naar het zijvlak uitstrekkend kanaal (2). De kanaalopeningen (4) zijn bij voorkeur rechthoekig uitgevoerd. Echter, en zoals voorgesteld op figuur 5 zijn afwijkende vormen voor de kanaalopening (4) zoals bijvoorbeeld ovaal of cirkelvormig eveneens mogelijk.

Om tot een aaneensluitend geheel te komen heeft iedere zijrand een uitgesproken vormgeving, in het bijzonder zijn er aan weerszijden van de kanaalopening (4) gelijkaardige uitsparingen gelegen (5) , respectievelijk boven en onder de genoemde kanaalopening (4). De genoemde uitsparingen (5) zijn zoals o.a. voorgesteld op figuur 1 en 5 aan weerszijden van de verticale symmetrieas (Xv) van het betreffende zijvlak gelegen. De lengte van de uitsparingen is maximaal nagenoeg de helft van de lengte van het zijvlak (zie hiervoor fig. 5a en 5c). De boven en onder de kanaalopening (4) gelegen uitsparingen (5) hebben nagenoeg dezelfde hoogte. De diepte van de uitsparing (5) komt nagenoeg overeen met de hoogte van de uitsparing (5) . Zoals blijkt uit figuur 5b kunnen er meerdere uitsparingen aan weerszijden van de verticale symmetrieas (Xv) voorzien worden. De uitsparingen zijn zo gelegen dat het deel wat links van de verticale symmetrieas (Xv) wordt uitgespaard, rechts van de verticale symmetrieas (Xv) net niet wordt uitgespaard en omgekeerd. Het deel wat boven de horizontale symmetrieas (Xh) (boven de kanaalopening) wordt uitgespaard, onder de horizontale symmetrieas (XVh) (onder de kanaalopening) net niet wordt uitgespaard en omgekeerd.

Afhankelijk van de toepassing zullen de constructie-elementen volgens de uitvinding een open, halfopen of gesloten structuur hebben. Zo hebben de constructie-elementen voorgesteld op figuren 1 t/m 3 en 6 een gesloten structuur en wordt als het ware een tegelelement gevormd dat gebruikt kan worden voor het vormen van een gesloten wand of vloer. Het constructie-element kan echter ook zoals voorgesteld op figuur 7 een open structuur hebben waarbij in het bijzonder het middendeel open wordt gelaten. De met referentiecijfer 9 aangeduide vlakken zijn noodzakelijk ter vorming van de kanalen.

Om een samenstel volgens de uitvinding te vormen, worden de verschillende constructie-elementen (1) met behulp van verbindingsstukken (3), vervaardigd uit hout, kunststof, aluminium of gietstaal, met elkaar verbonden. Om bijvoorbeeld twee constructie-elementen (1) met elkaar te verbinden zal het verbindingsstuk (3) deels in een kanaal (2) van het ene constructie-element (1) geschoven worden en wordt het resterende deel van het verbindingsstuk in een kanaal (2) van het andere constructie-element (1) geschoven. Vervolgens worden beide constructie-elementen tegen elkaar geschoven. Door de specifieke uitvoering van het zijvlak en de verbindingsstukken zullen beide constructie-elementen (1) perfect op elkaar aansluiten en zullen ze niet meer gedraaid kunnen worden ten opzichte van elkaar.

Met het samenstel volgens de uitvinding kunnen verschillende ruimtelijke constructies gevormd worden, voorbeelden zijn: cd- en boekenrek, bekabelingsgoten, bouwspeelgoed, verloren bekisting, winkelgarnituur, geluidsisolerende wanden, standenbouw, tijdelijke afsluitingen, e.d.

De verbindingsstukken (3) kunnen verschillende vormen aannemen en al of niet voorzien worden van een eindvlak met een specifieke vorm. Op figuur 8 wordt een basisverbindingsstuk voorgesteld, dit verbindingsstuk is een rechthoekig plaatje waarvan de breedte en dikte nagenoeg overeenkomt met de breedte en hoogte van de kanaalopening (4). Om dwars op een bepaalde richting te kunnen verder bouwen omvat het verbindingsstuk (3) een gleuf (6). Deze gleuf (6) ligt bij voorkeur in het midden (gezien volgens lengterichting) van het verbindingsstuk (3). Hierdoor wordt het mogelijk om zoals voorgesteld op figuur 9 twee verbindingsstukken (3) dwars met elkaar te verbinden, waardoor de genoemde stukken in verbonden toestand een kruis gaan vormen. Dergelijk in kruisvorm verbonden verbindingstukken (3) omvatten vier delen die elk in een kanaal van een verschillend constructie-element (1) kunnen geschoven worden (zie bijvoorbeeld figuur 10).

Zoals blijkt uit de figuren 11 t/m 21 zijn variaties op het basisverbindingsstuk (3) mogelijk. Met het langwerpig verbindingsstuk voorgesteld op figuur 11 kunnen twee of meerdere constructie-elementen (1) in een strakke lijn met elkaar verbonden worden. Zo kunnen overbruggingen gemaakt worden zonder aan spankracht te verliezen. Deze verbindingstukken zijn eveneens voorzien van op zeker afstand van elkaar geplaatste gleuven (6) . Aan iedere gleuf kan om het even welk ander verbindingsstuk (3) bevestigd worden om verder te construeren in de loodrecht daarop staande richting. Tussen twee gleuven (6) past een constructie-element (1) . Op de plaats centraal tussen de gleuven (6) wordt de dikte van het verbindingsstuk (3) met de helft verminderd (op de figuren aangeduid met een diagonaal kruis (8) ) zodanig dat in de andere richting eveneens een dergelijk langwerpig (of ander) verbindingsstuk (3) kan geplaatst worden.

De verbindingsstukken voorgesteld op figuur 12 wordt gebruikt om op de eind- en/of hoekpunten van de constructies geplaatst te worden. Het op fig. 12a voorges telde stuk wordt over de gleuf van een reeds geplaatst verbindingsstuk geschoven wanneer men niet wenst verder te bouwen in de erop loodrecht staande richting. Het op fig. 12b voorgestelde stuk wordt over de gleuf van een reeds geplaatst verbindingsstuk geschoven wanneer men slechts in één richting (naar voor of exclusief naar achter) wenst verder te bouwen. Het verbindingsstuk voorgesteld op figuur 13 is voorzien van een scharnierverbinding.

Sommige verbindingsstukken (3) kunnen aan één of beide uiteinden, zoals voorgesteld op figuren 15 t/m 21, voorzien worden van een specifiek uitgevoerd eindvlak (7). Deze eindvlakken zijn zodanig uitgevoerd dat zij aansluiten op het eindvlak (7) van andere verbindingsstukken. Hierdoor zullen (zie bijvoorbeeld figuur 17 en 21) wanneer in ieder kanaal een dergelijk verbindingstuk voorzien wordt, de verschillende eindvlakken in de centrale ruimte gevormd door de kruising van de verschillende kanalen perfect op elkaar aansluiten. Door het voorzien van dergelijke eindvlakken overstijgt men het belang van de zwaartekracht en kan men bijvoorbeeld aan een bestaande plafond in neerwaartse richting beginnen construeren.

Een bijzonder uitgevoerd verbindingsstuk (3) wordt voorgesteld op figuur 18. Hier wordt het verbindingsstuk aan zijn ene uiteinde een eindvlak in de vorm van een trapeziumvormig uitsteeksel voorzien. Het andere uiteinde omvat een uitsparing overeenkomstig het trapeziumvormig uitsteeksel. De dikte van beide (trapeziumvormig eindvlak en trapeziumvormig uitsteeksel) bedraagt de helft van de dikte van het verbindingsstuk. Wanneer men nu zoals voorgesteld op figuur 19 verschillende constructie-elementen (1) m.b.v. dergelijke uitgevoerde verbindingsstukken met elkaar wenst te verbinden zal eerst het eerste (a) stuk verbonden worden met het tweede stuk (b) (rechts en links afgebeeld op figuur 19) door het uitsteeksel van het eerste stuk te plaatsen in de uitsparing van het tweede stuk, vervolgens worden het derde (c)en vierde stuk (d) op een gelijkaardige manier met elkaar verbonden.

Zoals voorgesteld op figuren 20 en 21 kunnen alle verbindingselementen onderling met elkaar gecombineerd worden door het voorzien van een puzzelstukverbinding op de verbindingselementen.

Claims (12)

1. Constructie-element (1) omvattende een aantal zijvlakken waarbij het genoemde constructie-element (1) minstens één een in een zijvlak uitmondend kanaal (2) met opening (4) omvat dat voorzien is om minstens één verbindingsstuk (3) gedeeltelijk op te nemen met het kenmerk dat aan weerszijden van de kanaalopening (4) gelijkaardige uitsparingen (5) gelegen zijn, respectievelijk boven en onder de genoemde kanaalopening (4).

2. Constructie-element (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat één kanaal uitmondt (2) in ieder zijvlak van het constructie-element (1).

3. Constructie-element (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het kanaal over zijn volledige lengte een gelijkaardige dwarsdoorsnede heeft.

4. Constructie-element (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde kanaalopening (4) centraal gelegen is in het zijvlak.

5. Constructie-element (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde uitsparingen (5) aan weerszijden van de verticale symmetrieas (Xv) van het zijvlak gelegen zijn.

6. Constructie-element (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde uitsparingen (5) nagenoeg dezelfde hoogte hebben.

7. Constructie-element (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de diepte van de uitsparing (5) nagenoeg overeenkomt met de hoogte van de uitsparing (5).

8. Samenstel van minstens één verbindingsstuk (3) en minstens twee constructie-elementen (1) die een aantal zijvlakken omvatten, met het kenmerk dat de genoemde constructie-elementen (1) elk minstens één kanaal (2) met opening (4) omvatten dat uitmondt in een zijvlak, waarbij aan weerszijden van de kanaalopening (4) gelijkaardige uitsparingen (5) gelegen zijn, respectievelijk boven en onder de genoemde kanaalopening (4) en waarbij de genoemde kanalen (2) van tegen elkaar aansluitende constructie-elementen (1) voorzien zijn om elk een deel van het verbindingsstuk (3) op te nemen en zo de tegen elkaar aansluitende constructie-elementen (1) met elkaar te verbinden.

9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de genoemde constructie-elementen (1) uitgevoerd zijn volgens één van de conclusies 1 t/m 7.

10. Samenstel volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat minstens twee verbindingsstukken (3) elk minstens één gleuf (6) omvatten die voorzien is om de verbindingsstukken (3) dwars met elkaar te verbinden, waardoor de genoemde stukken in verbonden toestand een kruis vormen.

11. Samenstel volgens één van de conclusies 8 t/m 10, met het kenmerk dat de verbindingsstukken (3) aan minstens één uiteinde een eindvlak (7) omvatten dat zodanig is uitgevoerd dat het aansluit op het eindvlak (7) van minstens één ander verbindingsstuk.

12. Samenstel volgens één van de conclusies 8 t/m 11, met het kenmerk dat het genoemde samenstel voorzien is om een ruimtelijke constructie te vormen.