<Desc/Clms Page number 1>
Scheidingswand.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een scheidingswand van het type dat is opgebouwd als een gelede wand bestaande uit aan elkaar gekoppelde horizontaal gerichte panelen.
De uitvinding heeft meer speciaal betrekking op scheidingswanden die bedoeld zijn om bij brand een veilige branddichte of brandremmende afsluiting te vormen tussen de brandhaard aan één zijde van de wand en de ruimte aan de andere zijde van de wand.
In de eerste plaats beoogt de uitvinding een scheidingswand die als sectionale poort, rolluik, rolpoort of dergelijke, is uitgevoerd en als dusdanig kan worden aangewend, doch, meer algemeen, heeft zij ook betrekking op vaste scheidingswanden.
Bij de bekende scheidingswanden van het voornoemde type, zijn de panelen gevormd door holle metalen, al dan niet samengestelde, profielen waarin een brandwerend isolerend materiaal is in aangebracht.
Een nadeel van deze bekende scheidingswanden is dat in geval van brand de panelen van de scheidingswand behoorlijk kunnen krom trekken als gevolg van de verschillende uitzettingen van de metalen wanddelen van de panelen aan ene en andere zijde van de scheidingswand, dit ten gevolge
<Desc/Clms Page number 2>
van de grote temperatuursverschillen tussen deze beide zijden van de scheidingswand.
Bovendien worden in geval van brand de panelen aan de bovenzijde van deze bekende scheidingswanden meer krom getrokken dan de panelen aan de onderzijde, dit door het feit dat de temperaturen aan de brandzijde van de scheidingswand bovenaan hoger zijn dan onderaan.
Door het kromtrekken van de panelen ontstaan er kieren tussen deze panelen, evenals aan de randen van de scheidingswand, waardoor vlammen kunnen overslaan van één zijde van de scheidingswand naar de andere en waardoor ook verse zuurstof langsheen deze kieren door de brandhaard kan worden aangezogen, waardoor het vuur in stand wordt gehouden.
Ook komt het voor dat gassen zich ophopen en bij verdere temperatuursverhoging ontploffen.
Het is ook bekend dat bij de bestaande scheidingswanden de panelen aan elkaar gekoppeld zijn door middel van klassieke scharnieren die geen laterale beweging toelaten tussen de aan elkaar gekoppelde panelen onderling, waardoor, in geval van brand, de differentiële laterale uitzetting tussen deze panelen wordt tegengewerkt en de panelen daardoor nog sterker gaan krom trekken en bijgevolg de voornoemde nadelen nog sterker worden geaccentueerd.
Nog een nadeel van de bekende scheidingswanden is dat de mogelijk giftige dampen en gassen die ontstaan door de
<Desc/Clms Page number 3>
verhitting van het isolerend materiaal ter plaatse blijven, zodat zij een mogelijk gevaar opleveren voor hulpdiensten en omstaanders.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een scheidingswand van het voornoemde type dat is opgebouwd als een gelede wand bestaande uit aan elkaar gekoppelde, horizontaal gerichte panelen, daardoor gekenmerkt dat deze panelen minstens twee metalen wanddelen, respectievelijk eerste en tweede wanddelen, bevatten die zich op een afstand van elkaar bevinden, welke wanddelen zodanig zijn bevestigd dat zij bij temperatuursverschillen onafhankelijk, of althans hoofdzakelijk onafhankelijk, van elkaar kunnen uitzetten.
Een voordeel van zulke scheidingswand volgens de uitvinding is dat, door het feit dat de metalen wanddelen bij verhitting onafhankelijk van elkaar kunnen uitzetten, de panelen niet krom trekken, waardoor de panelen onderling @ steeds goed op mekaar aansluiten en zodoende een dichte wand vormen, die in geval van brand belet dat de vlammen overslaan van de ene zijde van de scheidingswand naar de andere en bovendien de ruimte waarin de brand heerst, relatief luchtdicht, rookdicht en gasdicht afsluit, waardoor voorkomen wordt dat de brandhaard zou kunnen worden aangewakkerd door een aanvoer van verse lucht.
Bij voorkeur zijn de voornoemde panelen aan mekaar gekoppeld door middel van kralen, waardoor aan elkaar
<Desc/Clms Page number 4>
gekoppelde panelen onafhankelijk van elkaar in laterale richting kunnen uitzetten, zodat de panelen in geval van brand absoluut recht blijven.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, zijn de kralen uitgevoerd als horizontale afvoerkanalen voor dampen en gassen afkomstig uit de panelen, waarbij deze afvoerkanalen bij voorkeur, althans minstens bij een bepaalde verwarming, naar de buitenkant van de wand, gevormd door de eerste wanddelen, afgesloten zijn.
Dit biedt het voordeel dat mogelijk giftige dampen en gassen, veroorzaakt door het verhitten van isolerend materiaal dat eventueel in de panelen aanwezig is, zijdelings kunnen worden afgevoerd, zodat deze dampen en gassen minder gevaar opleveren voor hulpdiensten en omstaanders, en bovendien een gasophoping in de panelen, waardoor deze uiteen zouden kunnen worden gedrukt, wordt vermeden.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een scheidingswand volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 schematisch en in perspectief een scheidingswand volgens de uitvinding weergeeft, welke is uitgevoerd in de vorm van een sectionale poort; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur l;
<Desc/Clms Page number 5>
figuren 3 en 4 op grotere schaal de gedeelten weergeven die in figuur 2 door F3 en F4 zijn aangeduid ; figuren 5 tot 8 op nog grotere schaal het gedeelte weergeven dat in figuur 3 is aangeduid door F5 en dit voor verschillende standen; figuur 9 een doorsnede weergeeft volgens lijn IX-IX in figuur 1;
figuren 10 en 11 doorsneden weergeven, respectievelijk volgens lijnen X-X en XI-XI in figuur 9; figuur 12 een doorsnede weergeeft zoals in figuur 9, doch voor een variante; figuur 13 schematisch een aantal mogelijkheden weergeeft om een sectionale poort volgens de uitvinding op te halen.
In de figuren 1 tot 11 is een scheidingswand weergegeven volgens de uitvinding die is opgebouwd als een gelede wand 1 bestaande uit aan elkaar gekoppelde horizontaal gerichte panelen 2 die met hun uiteinden verschuifbaar zijn aangebracht in twee verticale geleidingen 3.
Bovenaan is de scheidingswand voorzien van een kast 4 waarin een op zich bekende aandrijving 5 is aangebracht die verder niet in detail zal worden besproken, maar die in dit specifieke geval in hoofdzaak is uitgevoerd als een oprolmechanisme 6 dat, door middel van een lamellenketting 7 of op enige andere wijze, is verbonden met het bovenste paneel 2 van de gelede wand 1, waarbij in de ketting 7, ofwel in de aandrijving, een smeltschakel 8 of enig ander ontkoppelmechanisme is voorzien.
<Desc/Clms Page number 6>
De panelen 2 zijn opgebouwd uit twee metalen wanddelen, respectievelijk een eerste wanddeel 9 en een tweede wanddeel 10, die op een afstand van elkaar zijn aangebracht en waartussen een isolatiemateriaal, meer speciaal een isolerende, bij voorkeur stijve, vulling 11 uit onbrandbaar materiaal is aangebracht.
Deze vulling 11 en de omringende wanddelen 9 en 10 zijn bij voorkeur door verlijming met elkaar verbonden, of op een andere wijze. Het isolatiemateriaal en de verbinding met de wanddelen 9-10 is hierbij wel zodanig uitgevoerd dat de wanddelen bij temperatuursverschillen toch nog hoofdzakelijk onafhankelijk van elkaar kunnen uitzetten, hetzij doordat het isolatiemateriaal soepel is of wordt bij verwarming, hetzij doordat de verbinding een beweging toelaat, hetzij doordat deze verbinding uit zich vlot verbreekbaar is bij de minste uitzettingsverschillen.
De wanddelen 9 aan één zijde van de scheidingswand zijn elk gevormd uit een plaatvormig lichaam waarvan de onderrand naar de binnenzijde van het betreffende paneel 2 is omgeplooid om, een, in doorsnede gezien, hoofdzakelijk cirkelvormige kraal 12 te vormen, terwijl de bovenrand naar de binnenzijde van het betreffende paneel 2 is omgeplooid om, een in doorsnede gezien, hoofdzakelijk C-vormige kraal 13 te vormen waarvan de opening naar de buitenzijde van het paneel 2 is gericht.
De panelen 2 zijn onderling aan mekaar gekoppeld door middel van de voornoemde kralen 12-13, waarbij de kralen 12
<Desc/Clms Page number 7>
met een verticale speling A gevat zijn in de kralen 13.
Aan de zijde van de wanddelen 10 is elk paneel 2 voorzien van een naar onder gerichte lip 14 en van een uitsparing 15, waarvan de vorm en de afmetingen zodanig zijn dat de lip 14 van een paneel 2 kan samenwerken met de uitsparing 15 van een daaraan gekoppeld onderliggend paneel 2.
De wanddelen 10 zijn in het weergegeven voorbeeld elk gevormd uit een plaatvormig lichaam, waarbij de voornoemde lip 14 en groef 15 van het betreffende paneel 2 zijn gevormd door profileringen van respectievelijk de onderste en de bovenste rand van het wanddeel 10.
De vulling 11 is voorzien van twee horizontale vlakken, respectievelijk 16 en 17, waarbij in het onderste vlak 16 ter plaatse van de kraal 12 een uitsparing 18 is voorzien, zodat, tussen deze kraal 12 en vulling 11, een ruimte 19 aanwezig is, waarin de bovenste kraal 13 van een onderliggend paneel 2 past, bij voorkeur met een verticale speling B tussen deze kraal 13 en de wand van de uitsparing 18, althans in een opgehangen toestand.
De panelen 2 zijn, althans in het weergegeven voorbeeld, aan elk uiteinde voorzien van een eindstuk 20, waarbij ieder eindstuk 20, in dit geval hoofdzakelijk is opgebouwd uit twee plaatjes 21-22, bij voorkeur uit MDF en tussen deze plaatjes 21-22 een metalen plaatje 23. Verder is dit eindstuk 20 door tussenkomst van een laag "superwool" 24 op eender welke wijze met het eigenlijke paneel 2 verbonden.
Overigens kan ieder eindstuk 20, zoals weergegeven, een
<Desc/Clms Page number 8>
stukje L-profiel 25 bevatten, dat bijvoorbeeld met de geleiding 3 kan samenwerken.
De samenstellende delen van de eindstukken 20 zijn zodanig van uitsparingen en/of doorgangen voorzien dat voorkomen wordt dat de horizontale kanalen 26 en 27, die respectievelijk inwendig in de kralen 12 en 13 zijn gevormd, niet worden afgedekt door deze delen en aldus deze kanalen 26-27 steeds in verbinding staan met verticale kanalen 28 gevormd tussen de uiteinden van de panelen 2 en de omringende structuur, die in dit geval onder meer gevormd wordt door de verticale geleidingen 3, zodat, in geval van brand, dampen en gassen die mogelijk in de panelen 2 kunnen ontstaan als gevolg van verhitting van de vulling 11, zijdelings kunnen ontsnappen via de kanalen 26- 27 en verder via de kanalen 28.
De plaatjes 21-22 zijn ietwat geschrankt ten opzichte van elkaar met elkaar verbonden zijn, zoals afgebeeld in de figuren 10 en 11, waardoor een overlappend effect tussen de opeenvolgende panelen 2 wordt verkregen en deze in gemonteerde toestand verhinderd worden om zich zijdelings ten opzichte van elkaar te verplaatsen, bij voorkeur althans zolang de panelen zich in de gebruikelijke werkpositie bevinden. Door verdraaiing tot in een bepaalde onderlinge positie, bijvoorbeeld 90 , zijn zij wel demonteerbaar.
Iedere verticale geleiding 3 is hoofdzakelijk uitgevoerd als een U-vormig profiel dat is samengesteld, zoals weergegeven in figuur 9, uit een aantal metalen profielen,
<Desc/Clms Page number 9>
respectievelijk 29 tot 35, twee dichtingsprofielen 36 en 37 en een hittegevoelige zwelstrip 38 die met een bepaalde speling is aangebracht ten opzichte van de panelen 2 en die toelaat door zwelling, de voornoemde speling weg te nemen en zodoende bij verhitting een afdichting te realiseren.
Onderaan en bovenaan de scheidingswand zijn in horizontale richting hittegevoelige zwelstrips, respectievelijk 39 en 40, voorzien die bij verhitting een afdichting van de scheidingswand moeten vormen.
De zwelstrip 39 is aangebracht op het onderste paneel 2 van de gelede wand 1 door tussenkomt van een metalen hoekprofiel 41, terwijl de zwelstrip 40 in dit geval is aangebracht op een steun 42 die in het weergegeven voorbeeld is samengesteld uit twee metalen profielen 43 en 44 en een afdichtingsprofiel 45.
Tegen één van de panelen 2, in dit geval het bovenste paneel 2, is een uit twee hoekprofielen 47-48 samengesteld profiel aangebracht dat door zijn vormgeving, samen met de voornoemde steun 42 een labyrintvormig kanaal 49 vormt.
Tegenover de voornoemde steun 42 is, aan de andere zijde van de scheidingswand, een geleiding voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een geleidingsrol 50.
Het onderste paneel 2 is in het voorbeeld voorzien van een stootrubber 51 dat aan het paneel is bevestigd door middel van een profiel 52.
<Desc/Clms Page number 10>
Betreffende de vormgeving van de panelen en van de kralen 12-13 geniet het de voorkeur dat de scheidingswand verder één of meer van volgende kenmerken vertoont: - dat er, zoals weergegeven in figuur 5, een speling C is tussen de isolatie 11 van aan elkaar opgehangen panelen 2 en dat deze speling C verdwijnt wanneer, zoals weergegeven in figuur 6, de panelen 2 vrij op elkaar rusten;
- dat de kralen 12-13 van aangrenzende panelen 2 met een bepaalde speling A aan mekaar gekoppeld zijn, zodat, bij vrij op elkaar rustende panelen 2 een afdichting tussen de panelen 2 gecreëerd wordt, zoals weergegeven in figuur 6 bij normale temperaturen, en in het bijzonder ook een afdichting tussen de panelen 2 gecreëerd wordt in geval van verhitting door brand, zoals meer speciaal is weergegeven in de figuren 7 en 8 tijdens twee opeenvolgende fasen van de brand; - dat de speling A in de kralen 12-13 zodanig is dat, zoals weergegeven in de figuren 7 en 8 , bij het krimpen van het isolatiemateriaal 11 door verhitting, de panelen 2 die vrij op elkaar rusten, naar elkaar toe kunnen bewegen om de krimp van het isolatiemateriaal 11 te kunnen opvangen;
- dat de speling A in de kralen 12-13 zodanig is dat bij verdere krimp van het isolatiemateriaal 11 door verhitting, de kralen 12-13 van aangrenzende panelen 2 uiteindelijk op elkaar rusten, zoals weergegeven in figuur 8;
<Desc/Clms Page number 11>
- dat de in de kralen 12-13 intern gevormde kanalen 26-27 bij een bepaalde verwarming, naar de buitenkant van de wand gevormd door de eerste wanddelen 9, afgesloten zijn.
Het is duidelijk dat de gelede wand 1 op zeer eenvoudige wijze kan worden samengebouwd door de panelen 2 met hun kralen 12-13 onderling in de lengterichting in elkaar te schuiven. De kralen 12-13 kunnen ook zodanig zijn gevormd dat, wanneer twee aan elkaar te koppelen panelen 2 onder een voldoende scherpe hoek bij elkaar worden gebracht, de kralen 12-13 zijdelings in elkaar kunnen worden gehaakt.
In figuur 12 is een uitvoeringsvariante weergegeven, waarbij in dit geval de eindstukken 20 voorzien zijn van vrij draaiende geleidingswielen 53 die in een verticale geleiding 54 gevat zijn.
In figuur 13 zijn schematisch een aantal mogelijkheden weergegeven om een sectionale poort volgens de uitvinding op te halen door middel van een aandrijving om de poort, al dan niet onder een helling, op te trekken of op te rollen.
Opgemerkt wordt dat de verticale kanalen 28 bij voorkeur zowel bovenaan als onderaan in verbinding staan met de binnenruimte. Het is immers bekend dat bij brand bovenin in deze binnenruimte een overdruk ontstaat, terwijl onderaan, relatief gezien, een onderdruk heerst. Dit heeft tot gevolg dat een neerwaartse gasstroom doorheen de kanalen 28 wordt gecreëerd, hetgeen op zijn beurt erin resulteert dat de gassen uit de afvoerkanalen 26-27 mee worden afgezogen,
<Desc/Clms Page number 12>
waardoor een ophoping van explosieve gassen in de panelen zelf wordt uitgesloten.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een scheidingswand volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Room divider.
The present invention relates to a partition wall of the type which is constructed as an articulated wall consisting of mutually coupled horizontally oriented panels.
The invention more particularly relates to partitions which are intended in the event of a fire to form a safe fireproof or fire-resistant seal between the seat of fire on one side of the wall and the space on the other side of the wall.
In the first place the object of the invention is a partition wall which is designed as a sectional gate, roller shutter, roller gate or the like and can be used as such, but, more generally, it also relates to fixed partition walls.
In the known partition walls of the aforementioned type, the panels are formed by hollow metal profiles, whether or not assembled, in which a fire-resistant insulating material is provided.
A drawback of these known partition walls is that in the event of a fire the panels of the partition wall can warp considerably as a result of the different expansions of the metal wall parts of the panels on one side and the other of the partition wall, this as a result
<Desc / Clms Page number 2>
of the large temperature differences between these two sides of the partition.
Moreover, in the event of a fire, the panels on the top of these known partition walls are more warped than the panels on the bottom, this due to the fact that the temperatures on the fire side of the partition wall are higher at the top than at the bottom.
Due to the warping of the panels, gaps are created between these panels, as well as at the edges of the partition wall, as a result of which flames can spread from one side of the partition wall to the other and whereby also fresh oxygen can be sucked in through the seat of the fire through these cracks, the fire is maintained.
It also happens that gases accumulate and explode with a further rise in temperature.
It is also known that in the existing partition walls the panels are connected to each other by means of classical hinges that do not allow lateral movement between the panels connected to each other, whereby, in the event of a fire, the differential lateral expansion between these panels is counteracted and the panels thereby become warped even more and consequently the aforementioned disadvantages are accentuated even more strongly.
Another drawback of the known partition walls is that the potentially toxic vapors and gases that are produced by the
<Desc / Clms Page number 3>
heating of the insulating material remains on site, so that they pose a potential danger to emergency services and bystanders.
The present invention has for its object to provide a solution to the aforementioned and other disadvantages.
To this end the invention relates to a partition wall of the aforementioned type which is constructed as an articulated wall consisting of mutually coupled, horizontally oriented panels, characterized in that these panels comprise at least two metal wall parts, first and second wall parts, respectively, which are situated at a distance of are mutually situated, which wall parts are fixed such that they can expand independently of or at least substantially independently of each other in the case of temperature differences.
An advantage of such a dividing wall according to the invention is that, due to the fact that the metal wall parts can expand independently of each other when heated, the panels do not warp, so that the panels mutually connect well to each other and thus form a closed wall, which in the event of a fire, the flames prevent the fire from spreading from one side of the partition to the other and, moreover, close off the room in which the fire reigns, relatively airtight, smoke-tight and gas-tight, thereby preventing the fire from being fueled by a supply of fresh air.
Preferably, the aforementioned panels are interconnected by means of beads, whereby to each other
<Desc / Clms Page number 4>
coupled panels can expand laterally independently of each other, so that the panels remain absolutely straight in the event of a fire.
According to a preferred embodiment, the beads are designed as horizontal exhaust ducts for vapors and gases originating from the panels, wherein these exhaust ducts are preferably closed, at least at least with a specific heating, to the outside of the wall formed by the first wall parts.
This offers the advantage that potentially toxic vapors and gases, caused by the heating of insulating material that may be present in the panels, can be removed laterally, so that these vapors and gases present less danger to emergency services and bystanders, and moreover a gas accumulation in the panels, which could cause them to be pressed apart, are avoided.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, a few preferred embodiments of a partition wall according to the invention are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 schematically and in perspective represents a partition wall according to the invention, which is designed in the form of a sectional gate; figure 2 represents a section according to line II-II in figure 1;
<Desc / Clms Page number 5>
figures 3 and 4 show on a larger scale the parts indicated by F3 and F4 in figure 2; figures 5 to 8 represent on an even larger scale the part indicated by F5 in figure 3 for different positions; figure 9 represents a section according to line IX-IX in figure 1;
Figures 10 and 11 show cross-sections along lines X-X and XI-XI in Figure 9; figure 12 represents a section as in figure 9, but for a variant; Figure 13 schematically shows a number of possibilities for retrieving a sectional gate according to the invention.
Figures 1 to 11 show a partition wall according to the invention which is constructed as an articulated wall 1 consisting of mutually connected horizontally directed panels 2 which are slidably arranged with their ends in two vertical guides 3.
At the top the partition wall is provided with a cabinet 4 in which a drive 5 known per se is provided, which will not be discussed in further detail, but which in this specific case is essentially designed as a roll-up mechanism 6 which, by means of a slat chain 7 or is connected in any other way to the top panel 2 of the articulated wall 1, wherein a melting link 8 or any other release mechanism is provided in the chain 7, either in the drive.
<Desc / Clms Page number 6>
The panels 2 are constructed from two metal wall parts, a first wall part 9 and a second wall part 10 respectively, which are arranged at a distance from each other and between which an insulating material, more particularly an insulating, preferably rigid, filling 11 of non-combustible material is arranged .
This filling 11 and the surrounding wall parts 9 and 10 are preferably connected to each other by gluing, or in another way. The insulating material and the connection to the wall parts 9-10 are in this case designed in such a way that in the case of temperature differences the wall parts can still expand substantially independently of each other, either because the insulating material is or becomes flexible upon heating, or because the connection permits movement, or because this connection can easily be broken at the least expansion differences.
The wall parts 9 on one side of the dividing wall are each formed from a plate-shaped body, the lower edge of which is folded over to the inside of the relevant panel 2 to form, viewed in cross-section, substantially circular bead 12, while the upper edge towards the inside of the relevant panel 2 is folded over to form, seen in cross-section, mainly C-shaped bead 13, the opening of which is directed towards the outside of the panel 2.
The panels 2 are mutually coupled to each other by means of the aforementioned beads 12-13, wherein the beads 12
<Desc / Clms Page number 7>
with a vertical clearance A are contained in the beads 13.
On the side of the wall parts 10, each panel 2 is provided with a lip 14 directed downwards and with a recess 15, the shape and dimensions of which are such that the lip 14 of a panel 2 can cooperate with the recess 15 of a linked underlying panel 2.
In the example shown, the wall parts 10 are each formed from a plate-shaped body, the aforementioned lip 14 and groove 15 of the respective panel 2 being formed by profiles of the lower and upper edges of the wall part 10, respectively.
The filling 11 is provided with two horizontal surfaces, respectively 16 and 17, wherein a recess 18 is provided in the lower surface 16 at the area of the bead 12, so that, between this bead 12 and the filling 11, there is a space 19 in which the upper bead 13 of an underlying panel 2 fits, preferably with a vertical clearance B between this bead 13 and the wall of the recess 18, at least in a suspended state.
The panels 2 are provided, at least in the example shown, with an end piece 20 at each end, wherein each end piece 20, in this case mainly consists of two plates 21-22, preferably of MDF and between these plates 21-22 a metal plate 23. Furthermore, this end piece 20 is connected to the actual panel 2 in any way by the intervention of a layer of "superwool" 24.
Incidentally, each end piece 20 can, as shown, be one
<Desc / Clms Page number 8>
contain a piece of L-profile 25 which, for example, can cooperate with the guide 3.
The constituent parts of the end pieces 20 are provided with recesses and / or passages in such a way that the horizontal channels 26 and 27, which are formed internally in the beads 12 and 13, respectively, are not covered by these parts and thus these channels 26 -27 are always connected to vertical channels 28 formed between the ends of the panels 2 and the surrounding structure, which in this case is formed inter alia by the vertical guides 3, so that, in the event of a fire, vapors and gases which may the panels 2 can arise as a result of heating of the filling 11, can escape laterally via the channels 26-27 and furthermore via the channels 28.
The plates 21-22 are somewhat mutually connected to each other, as shown in Figs. 10 and 11, whereby an overlapping effect between the successive panels 2 is obtained and, in the assembled state, they are prevented from moving laterally with respect to move each other, preferably at least as long as the panels are in the usual working position. They can be dismantled by turning them into a certain mutual position, for example 90.
Each vertical guide 3 is mainly designed as a U-shaped profile that is assembled, as shown in Figure 9, from a number of metal profiles,
<Desc / Clms Page number 9>
29 to 35, two sealing profiles 36 and 37, respectively, and a heat-sensitive swelling strip 38, which is arranged with a certain clearance relative to the panels 2 and which, by swelling, removes the above-mentioned clearance and thus realizes a seal when heated.
At the bottom and at the top of the partition wall, heat-sensitive swelling strips, 39 and 40, respectively, are provided in the horizontal direction, which, when heated, must form a seal for the partition wall.
The swelling strip 39 is mounted on the lower panel 2 of the articulated wall 1 through the intervention of a metal corner profile 41, while the swelling strip 40 is in this case arranged on a support 42 which in the example shown is composed of two metal profiles 43 and 44 and a sealing profile 45.
Against one of the panels 2, in this case the upper panel 2, a profile is made up of two corner profiles 47-48 which, because of its shape, together with the aforementioned support 42 forms a labyrinthine channel 49.
Opposite the aforementioned support 42, on the other side of the dividing wall, a guide is provided, for example in the form of a guide roller 50.
The lower panel 2 is in the example provided with a bump rubber 51 which is attached to the panel by means of a profile 52.
<Desc / Clms Page number 10>
With regard to the design of the panels and of the beads 12-13, it is preferable that the partition wall further has one or more of the following characteristics: - that, as shown in Figure 5, there is a clearance C between the insulation 11 of each other panels 2 suspended and that this clearance C disappears when, as shown in figure 6, the panels 2 rest freely on each other;
- that the beads 12-13 of adjacent panels 2 are coupled to each other with a certain clearance A, so that, in the case of freely resting panels 2, a seal is created between the panels 2, as shown in Figure 6 at normal temperatures, and in in particular, a seal is also created between the panels 2 in the event of heating by fire, as is more particularly shown in Figures 7 and 8 during two successive phases of the fire; - that the play A in the beads 12-13 is such that, as shown in figures 7 and 8, when the insulating material 11 shrinks due to heating, the panels 2 resting freely on each other can move towards each other to be able to absorb shrinkage of insulation material 11;
- that the play A in the beads 12-13 is such that upon further shrinking of the insulating material 11 by heating, the beads 12-13 of adjacent panels 2 ultimately rest on each other, as shown in figure 8;
<Desc / Clms Page number 11>
- that the channels 26-27 formed internally in the beads 12-13 are closed off with a certain heating, to the outside of the wall formed by the first wall parts 9.
It is clear that the articulated wall 1 can be assembled in a very simple manner by sliding the panels 2 with their beads 12-13 together in the longitudinal direction. The beads 12-13 can also be shaped such that when two panels 2 to be joined together are brought together at a sufficiently sharp angle, the beads 12-13 can be hooked into each other laterally.
Figure 12 shows an embodiment variant, in which case the end pieces 20 are provided with freely rotating guide wheels 53 which are mounted in a vertical guide 54.
Figure 13 schematically shows a number of possibilities for retrieving a sectional gate according to the invention by means of a drive for lifting or rolling up the gate, whether or not under a slope.
It is noted that the vertical channels 28 are preferably connected to the inner space both at the top and at the bottom. After all, it is known that, in the event of a fire at the top, an overpressure is created in this inner space, while at the bottom, a relative pressure prevails. This has the consequence that a downward gas flow is created through the channels 28, which in turn results in the gases being extracted from the discharge channels 26-27,
<Desc / Clms Page number 12>
whereby an accumulation of explosive gases in the panels themselves is excluded.
The present invention is by no means limited to the embodiments described by way of example and shown in the figures, but a partition wall according to the invention can be realized in all shapes and dimensions without departing from the scope of the invention.