<Desc/Clms Page number 1>
Acrylchenillegaren voor toepassing in brandwerende meubeltextielen en acrylweefsels vervaardigd met dergelijke garens.
De uitvinding betreft chenillegarens voor toepassing in brandwerende meubeltextielen, met name chenillegarens waarvan de chenillepool uit meer dan 50% acryl bestaat.
@ De uitvinding betreft tevens acrylweefsels met brandvertragende eigenschappen vervaardigd met gebruikmaking van dergelijke chenillegarens.
1. INLEIDING 1.1. UITLEG BIJ GEBRUIKTE BEGRIPPEN (definities) * Chenillegaren bestaat uit een chenilleziel (kern) en chenillepool.
- De chenilleziel bestaat minimum uit 2 draden.
Tussen deze 2 draden zit het poolgaren. De ziel wordt getorst en daardoor zit de pool vast.
- De chenillepool kan zowel bestaan uit gesneden als niet gesneden pool.
We maken ook een onderscheid in benaming tussen : * - Gewone acryl = alle acryl die niet gemodificeerd is en daardoor geen brandvertragende eigenschappen heef t .
- Gemodificeerde acryl = acryl is gemodificeerd om brandvertragende eigenschappen te bekomen.
- Acryl = gewone en gemodificeerde acryl.
Onder deze acrylsoorten kunnen bepaalde merknamen vallen.
<Desc/Clms Page number 2>
* - Gewone Polyester : Deze polyester wordt normaal gezien geverfd met disperse kleurstoffen in een zuur midden maar eventueel ook in alkalisch midden.
- Kationisch gemodificeerde polyester : Deze polyester wordt normaal gezien geverfd met basische kationische kleurstoffen in een zuur midden. Ook acryl wordt met deze kleurstoffen geverfd.
* Interliner : een doek, dat gebruikt wordt bij bijvoorbeeld een zitmeubel. Dit doek zit tussen het weefsel en de rest van het zitmeubel.
* Laminaat : een doek of, meer algemeen, een laag, die op de één of andere manier aan het weefsel gehecht wordt.
Verder in dit document gebruiken we telkens deze bovenvermelde benamingen.
1.2. PRODUCTOMSCHRIJVING De volgende producten komen in aanmerking : Chenilleweefsels, die brandvertragend gemaakt worden om te voldoen aan bepaalde brandnormen. Deze weefsels worden brandvertragend gemaakt met behulp van technieken die op zich algemeen bekend zijn in het beroep en omschreven staan in de vakliteratuur, zoals met name met behulp van chemicaliën, en/of een zogenoemd "laminaat", en/of een film of een interliner en/of proteïnen en/of andere hulpmiddelen
<Desc/Clms Page number 3>
We beperken ons tot chenilleweefsels, waar de samenstelling van de chenillepool bestaat uit :
- > 50 % gewone acryl, - meer bepaald > 60 % gewone acryl, - meer bepaald > 70 % gewone acryl, - meer bepaald > 80 % gewone acryl, - meer bepaald > 90 % gewone acryl, - met namelOO % gewone acryl @ Het is mogelijk dat de chenillepool bestaat uit een intieme mengeling van gemodificeerde acryl en gewone acryl. In dit geval is het wel het percentage gewone acryl dat telt.
De chenilleweefsels kunnen eventueel een combinatie zijn van verschillende soorten chenille. Van zodra één chenille zo'n samenstelling heeft valt dat weefsel onder deze productomschrijving en geven we verder in dit document de benaming acrylchenilleweefsel.
1.3. DE HUIDIGE STAND VAN ZAKEN VOOR DE BOVEN VERNOEMDE CHENILLE Bij deze produkten bestaat de chenilleziel tot nu toe hoofdzakelijk ( > 75 %) of volledig uit gewone acryl. Men gaat voor de ziel steeds de grondstof gebruiken, die het meest in de pool voorkomt. Het kan gebeuren dat de ziel uit een klein percentage ( < 25%) andere grondstof bestaat om redenen van poolvastheid, trekweerstand.
Er zijn verschillende manieren om chenille te kleuren : # chenille is volledig ecru.
<Desc/Clms Page number 4>
- Men kan hier de chenille achteraf verven in de gewenste kleur. Hiervoor gaat men zorgen dat de bobijn uit 100% acryl bestaat, zodanig dat alles in één keer geverfd is m. a.w. de chenilleziel wordt met dezelfde kleurstoffen in hetzelfde verfbad geverfd als de chenillepool.
- Men houdt enkel een voorraad ecruchenille'bij en men wacht normaal gezien zo lang mogelijk om het gevraagde kleur te laten verven. Men heeft minder risico om met verkeerde kleuren in de voorraad te zitten en zo houdt men de voorraad beperkt.
# Chenille is een gedeelte ecru.
- De chenillepool bestaat in dit geval uit meerdere grondstoffen.
- Dit doet men voor het uitzicht. Er zit bijvoorbeeld een zwarte viscosedraad bij.
- Wanneer men achteraf verft, wordt enkel de acryl aangeverfd.
- De ziel is in dit geval de grondstof, die meest voorkomt in de chenillepool.
- Men houdt de voorraad zo beperkt mogelijk aangezien men hier ook zo lang mogelijk wacht om de juiste kleur te laten verven.
# Het garen om de chenille te maken is reeds gekleurd.
- dit kan men doen om een mooie ronde chenille te bekomen. De chenille wordt niet platgedrukt, aangezien ze niet meer geverfd wordt. Vandaar is ze mooi rond.
- De chenillepool kan bestaan uit 2 of meerdere grondstoffen. Dit doet men om een bepaald uitzicht te bekomen. De verschillende grondstoffen kunnen eventueel een ander kleur hebben.
- In dit geval neemt men als grondstof voor de chenilleziel, de grondstof die meest voorkomt in de chenillepool.
<Desc/Clms Page number 5>
De zichtbaarheid van de chenilleziel is zeer beperkt.
Men kan enkel de ziel zien, wanneer de kleur volledig anders is dan de pool. Bij een witte of ecru chenilleziel met een chenillepool die bijvoorbeeld blauw is zal men slechts hier en daar kleine witte puntjes zien. Men zorgt ervoor dat de kleur van de ziel in dezelfde lijn ligt als de pool. Men zorgt zo veel mogelijk dat de chenillepool de chenilleziel bedekt.
1.4. PROBLEEMOMSCHRIJVING Het brandvertragend maken van deze weefsels, met behulp van chemicaliën, en/of een laminaat, en/of een film en/of een interliner en/of andere hulpmiddelen is soms bijzonder moeilijk. Zelfs met maximaal gewicht aan chemicaliën op bepaalde weefsels, voldoen bepaalde brandtesten soms niet aan bepaalde brandnormen.
Het probleem is dat bij bepaalde brandtesten een vlam tegen het weefsel gehouden wordt. De chenille gaat branden. Na korte tijd is de chenilleziel doorgebrand en gaat de gewone acrylchenille soms opkrullen tot samen gestrengelde uitsteeksels. Doordat de chenille dit krullend effect heeft kunnen de brandvertragende chemicaliën, die vaak op de achterzijde van het weefsel aangebracht worden moeilijk werken, waardoor de vlam dikwijls niet dooft. De chemicaliën of andere hulpmiddelen op de achterzijde van het weefsel zijn verantwoordelijk voor het consumeren van zoveel mogelijk zuurstof. Die uitsteeksels branden verder doordat ze beter toegang hebben tot zuurstof.
<Desc/Clms Page number 6>
Soms wordt ook een volbad gebruikt voor het brandvertragend maken van deze weefsels. In dit geval zijn de chemicaliën beter verspreid over het weefsel.
Toch blijkt dat de brandnorm halen voor deze weefsels soms bijzonder moeilijk is en in bepaalde gevallen zelfs niet haalbaar. Bovendien wordt het aanvoelen van de bovenkant van het weefsel een stuk harder door de brandvertragende productenuit het volbad.
Onze ervaring heeft geleerd dat sommige acrylchenilleweefsels zeer onvoorspelbaar zijn. Pas nadat de creatie van het weefsel getest is, weten we of we de mogelijkheid zullen hebben om het weefsel al dan niet te laten voldoen aan een bepaalde brandnorm.
In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld moet men vandaag voldoen aan de brandnorm BS 5852 part 1. Deze norm is verplicht voor normaal gebruik van een zitmeubel.
Verschillende acrylchenilleweefsels worden voor deze markt gecreëerd. De meeste van deze weefsels worden brandvertragend gemaakt, bij middel van een, op zich in het beroep welbekende, brandvertragende latex. Bepaalde van deze creaties kunnen niet verkocht worden omdat men er niet in slaagt de brandnorm te halen.
Bepaalde veredelingsprocessen moeten twee maal gebeuren om een brandnorm te halen.
We hebben proeven gedaan in verschillende veredelingsbedrijven, bij leveranciers van chemicaliën en hebben alle mogelijke acrylchenilles bij verschillende chenilleleveranciers uitgeprobeerd. Telkens kon men het
<Desc/Clms Page number 7>
hierboven beschreven probleem voor moeilijke acrylchenilleweefsels niet oplossen.
2. BESCHRIJVING NIEUW PRODUCT.
2.1. WAT WORDT ER GEWIJZIGD We gaan de gebruikte acrylchenille in het weefsel als volgt wijzigen : Chenillepool : blijft telkens ongewijzigd. Deze bestaat dus geheel of gedeeltelijk uit gewone acryl ( > 50% zoals beschreven onder punt 1.2.) Chenilleziel : Deze wordt telkens gewijzigd .
We gaan ervoor zorgen dat de ziel van de chenille voor deze weefsels uit minder dan 75 % gewone acryl bestaat en we gaan de gewone acryl geheel of gedeeltelijk vervangen door hiernavolgende alternatieven : - mogelijkheid 1 : een kationisch gemodificeerde polyester - mogelijkheid 2 : een gemodificeerde acryl - mogelijkheid 3 : een andere grondstof dan acryl, aanverfbaar met dezelfde kleurstoffen en in hetzelfde verfbad als acryl - mogelijkheid 4 : een andere grondstof zoals bijvoorbeeld een cellulosedraad (katoen, viscose ...) of bijvoorbeeld een proteïnedraad (wol, zijde...)...
<Desc/Clms Page number 8>
- mogelijkheid 5 : een combinatie van verschillende andere grondstoffen (dan acryl) - mogelijkheid 6 : een combinatie van verschillende grondstoffen, te samen met gemodificeerde acryl Het wijzigen van de ziel heeft als bedoeling om het procédé, gebruikt om het weefsel brandvertragend te maken, het zijnde met behulp van chemicaliën, en/of laminaat en/of film, en/of interliner en/of andere hulpmiddelen te vergemakkelijken en zo aan de vereisten van bepaalde brandnormen te kunnen voldoen.
2. 2. BESCHRIJVING PROEVEN Volgende proeven werden met succes uitgevoerd : De chenillepool was telkens gewone acryl - Proef 1 . chenilleziel in een kationisch gemodificeerde polyester.
Voordeel : zelfde kleurstoffen en verfbad als acryl.
Dit is tot nu toe de goedkoopste oplossing en voor ons de belangrijkste oplossing.
- Proef 2 : chenilleziel in gemodificeerde acryl.
Voordeel : zelfde kleurstoffen en verfbad als acryl.
Zeer weinig brandvertragende chemicaliën nodig Nadeel : iets duurder dan voorgaande proef - Proef 3 chenilleziel in een gewone polyester Nadeel : 2 verfbaden - Proef 4 :Chenilleziel met een intieme mengeling van gemodificeerde acryl en gewone acryl.
Resultaat : Hoe meer gemodificeerde acryl men heeft,
<Desc/Clms Page number 9>
hoe hoger de slaagkansen worden om het weefsel aan een bepaalde brandnorm te halen.
Voordeel : met weinig brandvertragende chemicaliën op het weefsel kan men soms een brandnorm halen.
Nadeel : iets duurder dan proef 1.
- Proef 5 : Ziel in katoen of viscose
Nadeel : 2 verfbaden en 2 types kleurstoffen.
Deze verschillende weefsels, van de bovenvernoemde proeven, zijn telkens brandvertragend behandeld met een brandvertragende latex. De geteste brandnorm BS 5852 part 1 was telkens positief. Zonder deze modificatie konden we dit soort weefsel niet aan deze test laten voldoen. Andere brandtesten zoals BS 5852 part 2 hebben we ook met succes kunnen uitvoeren.
2. 3. BESCHRIJVING VAN BRANDTESTEN Test 1 betreft een gewijzigd acrylchenilleweefsel, (weefsel 1). De ziel van de acrylchenille is hier kationisch gemodificeerde polyester.
Test 2 betreft een gewoon acrylchenilleweefsel. De ziel is zoals vroeger een gewone acryl (weefsel 2 ).
Beide weefsels zijn brandvertragend behandeld. Weefsel 2 bevat meer brandvertragend product. Hier is het gewicht van de chemicaliën ongeveer 140 gr/m2.
Weefsel 1 bevat slechts 80 gr/m2 brandvertragende chemicaliën.
Normaal zou je verwachten dat weefsel 2 meer slaagkansen heeft om de brandtesten te voldoen aangezien er meer
<Desc/Clms Page number 10>
brandvertragende chemicaliën opzitten. Toch is dit niet zo.
Beide produkten zijn getest volgens de brandnorm BS 5852 part 1. Bij deze testen is het weefsel op een mousse gespannen. We houden gedurende 20seconden een bepaalde vlam tegen het weefsel en de vlam moet automatisch doven binnen de 2 minuten.
Weefsel 2 voldoet niet aan de norm. We hebben het weefsel zelf moeten doven. Je ziet dat de gewone acrylchenilleziel dikwijls doorgebrand is en we zien het opkrullend effect van de chenille. Weefsel 1 voldoet wel aan de norm. Je ziet dat de acrylchenilledraden verkoold zijn en niet opkrullen.
Volgende verschillen zijn er in de twee weefsels
EMI10.1
<tb> WEEFSEL <SEP> 1 <SEP> WEEFSEL <SEP> 2
<tb>
<tb> Slechts <SEP> 80 <SEP> GR/M2 <SEP> 140 <SEP> gr/m2 <SEP> brandvertragende
<tb>
<tb> Brandvertragende <SEP> chemicaliën <SEP> chemicaliën
<tb>
<tb> Chenilleziel <SEP> : <SEP> een <SEP> kationisch <SEP> Chenilleziel <SEP> : <SEP> gewone <SEP> acryl
<tb>
<tb> gemodificeerde <SEP> polyester.
<tb>
<tb>
Kleur <SEP> ecru <SEP> Kleur <SEP> geel
<tb>
<tb> Passeert <SEP> de <SEP> brandnorm <SEP> Ondanks <SEP> het <SEP> feit <SEP> dat <SEP> er <SEP> meer
<tb>
<tb> gemakkelijk <SEP> chemicaliën <SEP> opzitten, <SEP> passeert
<tb>
<tb> de <SEP> brandnorm <SEP> niet.
<tb>
<tb>
Constructie <SEP> van <SEP> de <SEP> 2 <SEP> weefsels(bindingen, <SEP> dichtheid <SEP> draden...) <SEP> is
<tb>
<tb> identiek, <SEP> met <SEP> uitzondering <SEP> van <SEP> de <SEP> chenilleziel <SEP> en <SEP> de <SEP> kleur.
<tb>
In het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld moet een weefsel voor een gewoon zitmeubel voldoen aan de norm BS 5852
<Desc/Clms Page number 11>
part 0 en 1. Weefsel 2 kan daar niet verkocht worden.
Weefsel 1 kan daar wel verkocht worden.
De kleur van de chenille heeft voor deze brandtest een te verwaarlozen effect.
De brandtesten worden geïllustreerd aan de hand van bijgesloten foto's : - Foto 1 : aanvang brandtest van weefsel 1 : men houdt er een vlam tegen gedurende 20 seconden - Foto 2 : weefsel 1 na 15 seconden
Foto 3 : weefsel 1 na 40 seconden
Geen enkele acrylchenilledraad, met gewijzigde ziel is doorgebrand. De test is geslaagd. Het weefsel heeft opgehouden met branden dankzij een gewijzigde chenilleziel en met behulp van brandvertragende latex op de achterzijde van het weefsel.
Foto 4 : aanvang brandtest weefsel 2 - Foto 5 : weefsel 2 na 15 seconden - Foto 6 : weefsel 2 brandt verder door de te samen gestrengelde uitsteeksels die de gewone acrylchenille vormt.
- Foto 7 : de uitsteeksels van weefsel 2 blijven steeds verder branden. De gewone acrylchenille krult steeds verder.
- Foto 8 : we hebben de vlam na 2 minuten uitgeblazen.
Je merkt zeer goed de te samen gestrengelde uitsteeksels, die ervoor zorgen dat de vlam steeds verder brandt of smeult langs de kant van de zwarte vlek. De draadjes die niet opkrullen zijn niet afkomstig van de chenille maar zijn fijne viscosedraden die tussen de chenille zitten.
<Desc/Clms Page number 12>
2. 4. NUT / VOORDEEL VAN DE WIJZIGING VOLGENS DE UITVINDING - Aanzienlijke besparing op chemicaliën tijdens het brandvertragend maken van bepaalde van deze weefsels, hetgeen zowel naar kostprijs als milieu beter is.
- Het brandvertragend maken wordt een stuk makkelijker aangezien de penetratie van chemicaliën niet zo diep hoeft te zijn en het procédé kan versneld worden.
Daardoor hebben we ook minder energieverbruik.
- Bepaalde weefsels voldoen na behandeling nu ook aan bepaalde brandnormen.
- Het uitzicht van het weefsel verandert niet, want de chenillepool is onveranderd. Het is voldoende dat de ziel aangeverfd is, in de juiste kleur om het uitzicht niet te veranderen. De gewijzigde grondstof van de ziel wordt gecamoufleerd.
- De greep en aanvoelen van het weefsel verbetert.
- Het voordeel van het veranderen van de ziel ligt in het feit dat de chenilleziel niet zo vlug doorbrandt.
Daardoor kan de chenille in het weefsel niet zo vlug gaan opkrullen. De draad heeft de indruk van te verkolen en brandt daarna niet zo snel verder. Dit zorgt ervoor dat de vlam vlugger dooft. Dit leidt steeds naar positieve brandtesten, aangezien we hier profiteren van een maximale werking van de brandvertragende chemicaliën.
3. TECHNISCHE DEFINITIE VAN DE UITVINDING De uitvinding betreft in het bijzonder :
<Desc/Clms Page number 13>
3. 1. ACRYLCHENILLEWEEFSELS MET BRANDVERTRAGENDE
BEHANDELING Deze chenilleweefsels hebben bovendien de volgende kenmerken :
A. Samenstelling pool van de gebruikte acrylchenille : - > 50 % gewone acryl, - meer bepaald > 60 % gewone acryl, - meer bepaald > 70 % gewone acryl, - meer bepaald > 80 % gewone acryl, - meer bepaald > 90 % gewone acryl, - met name 100 % gewone acryl B. Brandvertragende behandeling door middel van op zich bekende technieken en/of hulpmiddelen.
C. Samenstelling chenilleziel van de gebruikte acrylchenille : De ziel van de gebruikte acrylchenille in deze weefsels bestaat uit minder dan 75 % gewone acryl. In de ziel kan nog een gedeelte gewone acryl zitten, toch dit is niet noodzakelijk De ziel van de acrylchenille bestaat dan geheel of gedeeltelijk uit :
a. een kationisch gemodificeerde polyester b. een gemodificeerde acryl c. een andere grondstof dan acryl, aanverfbaar met dezelfde kleurstoffen en in hetzelfde verfbad als acryl
<Desc/Clms Page number 14>
d.een andere grondstof zoals bijvoorbeeld een cellulosedraad (katoen, viscose...) of bijvoorbeeld een proteïnedraad (wol, zijde...)... e. een combinatie van verschillende andere grondstoffen (dan acryl) f. een combinatie van verschillende grondstoffen, te samen met gemodificeerde acryl Vooral oplossing a, eventueel in combinatie met een andere oplossing heeft de voorkeur.
Van zodra de ziel uit meer dan 75% gewone acryl bestaat, valt dit niet onder deze aanvraag.
D. Verder splitsen we deze weefsels uit in : a. Weefsels die gemaakt zijn van acrylchenille waarvan : - de acrylchenillepool nog geverfd moet worden, en - deze chenillepool bestaat uit één grondstof. b. Weefsels die gemaakt zijn van acrylchenille waarvan : - de acrylchenillepool nog geverfd moet worden, en - deze chenillepool bestaat uit meerdere grondstoffen. c. Weefsels die gemaakt zijn van acrylchenille waarvan : - het garen om de acrylchenille te maken reeds in de juiste kleur is, en - de acrylchenille niet meer geverfd wordt. d. Weefsels die gemaakt zijn van een combinatie van acrylchenilles, die hierboven beschreven zijn.
3. 2. ACRYLCHENILLEWEEFSELS ZONDER BRANDVERTRAGENDE
BEHANDELING, IN COMBINATIE MET EEN INTERLINER Idem zoals punt 3. 1 maar deze weefsels zijn niet brandvertragend behandeld.
<Desc/Clms Page number 15>
Een dergelijk weefsel kan, in combinatie met een zogenoemde interliner, ook aan de brandnorm voldoen.
Een interliner kan altijd gebruikt worden 3. 3. ACRYLCHENILLE Dit vragen we ook aan voor dit garen omdat er waarschijnlijk ook een mogelijkheid bestaat om deze garens met bepaalde hulpmiddelen brandvertragend te maken, voor het weven. Een gewijzigde chenilleziel zou ik dat geval ook een zeer groot voordeel zijn.
De uitvinding is bij voorkeur beperkt tot acrylchenille met volgende kenmerken : A. Samenstelling pool van acrylchenille : - > 50 % gewone acryl, - meer bepaald > 60 % gewone acryl, - meer bepaald > 70 % gewone acryl, - meer bepaald > 80 % gewone acryl, - meer bepaald > 90 % gewone acryl, - met name 100 % gewone acryl B. Samenstelling ziel van acrylchenille : De ziel van de acrylchenille bestaat uit minder dan 75 % gewone acryl. In de ziel kan nog een gedeelte gewone acryl zitten, toch dit is niet noodzakelijk.
De ziel van de acrylchenille bestaat dan geheel of gedeeltelijk uit : a. een kationisch gemodificeerde polyester
<Desc/Clms Page number 16>
b. een gemodificeerde acryl c. een andere grondstof dan acryl, aanverfbaar met dezelfde kleurstoffen en in hetzelfde verfbad als acryl d. een andere grondstof zoals bijvoorbeeld een cellulosedraad (katoen, viscose ...) of bijvoorbeeld een proteïnedraad (wol, zijde...)... e. een combinatie van verschillende andere grondstoffen (dan acryl) @ f. een combinatie van verschillende grondstoffen, te samen met gemodificeerde acryl Van zodra de ziel uit meer dan 75% gewone acryl bestaat, valt dit niet onder deze aanvraag.
C. Verder splitsen we deze acrylchenille uit in : a. acrylchenille met de volgende kenmerken : - De acrylchenillepool moet nog geverfd worden.
- Chenillepool = 1 grondstof. b. acrylchenille met de volgende kenmerken : - De acrylchenillepool moet nog geverfd worden.
- Chenillepool = meerdere grondstoffen. acrylchenille met de volgende kenmerken : - het garen om de acrylchenille te maken is reeds in de juiste kleur.
- De chenille wordt niet meer geverfd.