<Desc/Clms Page number 1>
TRANSPORTBANDINRICHTING De uitvinding betreft een transportbandinrichting, omvattende een vast en een verplaatsbaar gedeelte met daartussen een eindeloze transportband waarvan een variabel deel in genoemd vast gedeelte van de transportinrichting opgeslagen wordt in functie van de afstand tot het verplaatsbaar gedeelte.
Uit U. S. 5. 685. 416 is een verlengbare transportband voor het transporteren van materiaal dat geladen of uitgeladen moet worden uit een oplegger bekend, omvattende een telescopische arm die de eindeloze transportband ondersteunt voor rotatie rond de telescopische arm op eender welke lengte van verlenging. Extern tegenover de telescopische arm is een opslagplaats voor transportband voorzien voor het vrijlaten of het opnemen van een teveel aan transportband overeenkomstig de beweging van de telescopische arm. Verder is een controleorgaan voor de spanning van de transportband voorzien, omvattende een controlecircuit en een verlengingssensor om het vrijlaten of het opnemen van het te veel aan transportband te coördineren overeenkomstig met de beweging van de telescopische arm terwijl de transportband op een gewenste bandspanning wordt gehouden.
De verlengbare transportband is scharnierend ondersteund om aan te passen aan variërende hoogtes van de oplegger en verschillende omstandigheden om materiaal te laden.
In U. S. 2. 576. 217 wordt een transportinrichting besproken omvattende een vast basisgedeelte, een relatief lang, verlengbaar en terugtrekbaar aanvullend gedeelte dat via het binnenste eind verbonden is genoemd basisgedeelte, middelen voor het ondersteunen van het buitenste eind van genoemd aanvullend gedeelte in verschillende verlengbare en terugtrekbare posities relatief tegenover het basisgedeelte, een oneindige transportband, middelen om het bovenste bereik van genoemde transportband te ondersteunen zodat deze zou kunnen werken over de top van genoemd basis-en aanvullend gedeelte, middelen gedragen door genoemd aanvullend gedeelte voor het ondersteunen van het onderste bereik van genoemde transportband,
een paar transportbandsturingsrollen gedragen door genoemd
<Desc/Clms Page number 2>
basisgedeelte en zo opgesteld om tegengestelde oppervlakken van het lager bereik van de transportband te verbinden, en een opvangbak die zich uitstrekt op een kleinere hoogte dan genoemde transportbandsturingsrollen en omvattende wanddelen bestemd om slaphangende vouwen van genoemde transportband te leiden en te beperken in onderling glijdend contact met elkaar wanneer het aanvullend gedeelte. zich bevindt in een teruggetrokken en gedeeltelijk verlengde positie.
Het nadeel van deze systemen is dat er steeds een vaste verbinding nodig is tussen het vast en het verplaatsbaar gedeelte met uitzondering van de transportband zelf, waardoor het verplaatsbaar gedeelte in samengeschoven toestand niet compact is.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een transportbandinrichting die bovenvermeld nadeel niet vertoont.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een transportbandinrichting, omvattende een vast en een verplaatsbaar gedeelte met daartussen een eindeloze transportband waarvan een variabel deel in genoemd vast gedeelte van de transportinrichting opgeslagen wordt in functie van het verplaatsbaar gedeelte, waarbij genoemd vast gedeelte voorzien is van aandrijfmiddelen, omvattende een eerste en een tweede aandrijfelement, voor genoemde transportband, en waarbij genoemd verplaatsbaar gedeelte los staat van genoemd vast gedeelte, waarbij bij het verplaatsen van genoemd verplaatsbaar gedeelte de spanning en de snelheid van de transportband wordt geregeld door het verschil in snelheid en koppel tussen genoemd eerste en tweede aandrijfelement.
In een voorkeursuitvoering van een transportbandinrichting volgens de uitvinding omvat het verplaatsbaar gedeelte opeenvolgende ondersteuningsmiddelen die bij het verplaatsen van genoemd verplaatsbaar gedeelte in een richting weg van het vast gedeelte over een vooraf bepaalde afstand automatisch achtereenvolgens onder de transportband worden geplaatst.
<Desc/Clms Page number 3>
In een specifieke voorkeursuitvoering van een transportbandinrichting volgens de uitvinding worden genoemde ondersteuningsmiddelen bij het verplaatsen in de richting van het vast gedeelte automatisch onderschept door en opgeslagen in genoemd verplaatsbaar gedeelte.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een transportbandinrichting volgens de uitvinding omvat vast gedeelte verder : - een ruimte waardoorheen de transportband loopt, waarbij de transportband langs een kant in de ruimte wordt binnengeleid en langs de andere kant uit de ruimte wordt geleid ; - een opvangbak in die ruimte, waarin het tussenliggende deel van de transportband die in de ruimte wordt binnengeleid en uit de ruimte wordt buitengeleid kan worden opgeslagen in functie van het verschil in snelheid tussen genoemd eerste en tweede aandrijfelement, en - geleidingsrollen voor het geleiden van de transportband door heen genoemde ruimte en genoemde opvangbak.
Bij voorkeur omvat genoemd verplaatsbaar gedeelte twee rollen en een geleiding die voorzien zijn aan het verst van genoemd vast gedeelte gelegen scharnierpunt van de transportband, zodanig dat de transportband recht ten opzicht van genoemd vast gedeelte, langs de boven-en onderkant van genoemde opgeslagen ondersteuningsmiddelen geleid wordt.
In een voorkeurstransportbandinrichting volgens de uitvinding omvat het middelen om de aandrijving van het verplaatsbaar gedeelte te ontkoppelen en middelen om genoemd tweede aandrijfelement stil te leggen, zodanig dat, door aan het eerste aandrijfelement een hogere snelheid te geven, het verplaatsbaar gedeelte naar het vast gedeelte toe bewogen kan worden.
In een voorkeursuitvoering van een transportbandinrichting volgens de inrichting heeft genoemde opvangbak (6) in de transportbandinrichting (1) een symmetrisch e
<Desc/Clms Page number 4>
vorm zodanig dat de transportbandinrichting (1) voorzien is om links en rechts evenveel transportband (4) op te vangen en bijgevolg voorzien is om in twee richtingen te werken.
Deze uitvinding wordt verder verduidelijkt in de hierna volgende niet-beperkende beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een transportbandinrichting volgens de uitvinding.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hier bijgevoegde figuren, waarbij : - figuur 1 een schematische dwarsdoorsnede is van een transportbandinrichting volgens de uitvinding waarbij de transportbandinrichting zich in samengeschoven toestand bevindt ; - figuur 2a een schematische dwarsdoorsnede is van het vast gedeelte van een transportbandinrichting volgens de uitvinding ; - figuur 2b een schematische dwarsdoorsnede is van het verplaatsbaar gedeelte van een transportbandinrichting volgens de uitvinding ; - figuur 3 een schematische dwarsdoorsnede is van een transportbandinrichting volgens de uitvinding waarbij het vast en het verplaatsbaar gedeelte zich op een afstand van elkaar bevinden en om een aantal meter er steunpunten onder de transportband worden afgezet ;
- figuur 4 een perspectief zicht is van een detail van het scharniersysteem waarop de geleidingsrollen vanhet verplaatsbaar gedeelte van een transportbandinrichting volgens de uitvinding gemonteerd zijn.
De transportbandinrichting volgens de uitvinding wordt in hoofdzaak gebruikt voor het oogsten van groenten en fruit. Zoals wordt getoond op de figuren 1, 2a en 2b, bestaat de transportbandinrichting (1) uit een vast gedeelte (2), zoals getoond wordt op figuur 2a, en een verplaatsbaar gedeelte (3), zoals wordt getoond op figuur (2b).
Tussen het vast (2) en het verplaatsbaar gedeelte (3) bevindt zich een eindeloze transportband (4).
<Desc/Clms Page number 5>
In het vast gedeelte (2) van de transportbandinrichting (1), zoals getoond op figuur 2a, bevindt zich een ruimte (5) waardoorheen de transportband (4) loopt, waarbij de transportband (4) langs een kant in de ruimte (5) wordt binnengeleid en langs de andere kant uit de ruimte (5) wordt geleid. In de ruimte (5) is er een opvangbak (6) voorzien waarin het tussenliggende deel van de transportband (4) die in de ruimte (5) wordt binnengeleid en uit de ruimte (5) wordt buitengeleid wordt opgeslagen.
In het verplaatsbaar gedeelte (3) van de transportbandinrichting (1), zoals getoond op figuur 2b, zijn opeenvolgende ondersteuningsmiddelen onder de vorm van afzetbare en terug opneembare steunpunten (7) voorzien. Deze steunpunten (7) worden gebruikt ter ondersteuning van de transportband (4) als deze te veel gaat doorhangen en eventueel dan over de grond sleept.
De transportband (4) wordt door de transportbandinrichting (1) heen voortbewogen door middel van aandrijfmiddelen onder de vorm van geleidingsrollen. In de samengeschoven toestand, zoals getoond op figuur 1, loopt de transportband (4) over geleidingsrollen a en b. Onder geleidingsrol b wordt een andere transportband dwars gemonteerd die de goederen verder transporteert naar eender welke plaats. De transportband (4) loopt verder via geleidingsrollen c en d onder deze dwars gemonteerde transportband via rollen e, f, g en h naar een eerste aandrijfrol i. De transportband wordt tegen de eerste aandrijfrol i gedrukt met een op veren gemonteerde geleidingsrol j. Onder deze twee rollen i en j wordt de transportband opgevangen in een opvangbak (6) met holle bodem.
De tweede aandrijfrol l trekt de transportband terug uit de opvangbak (6) langs geleidingsrol k. De transportband wordt ook hier tegen aandrijfrol 1 gedrukt met een op veren gemonteerde geleidingsrol m. Vervolgens wordt de transportband via geleidingsrollen n en o naar het verplaatsbaar gedeelte (3) geleid. De rollen i en l worden elk afzonderlijk aangedreven door een motor.
<Desc/Clms Page number 6>
Op het verplaatsbaar gedeelte wordt de transportband (4) over de onderkant van de opgestapelde steunpunten (7) naar twee rollen (8a, 8b) en tussen een geleiding (8c) geleid die op een scharnierpunt (9) gemonteerd zijn. De geleiding (8c) bestaat uit twee staven (11,12) waartussen de transportband (4) wordt geleid. De geleiding (8c) zorgt er samen met de as (9) waarop dit geheel scharniert voor dat de transportband (4) bij de minste afwijking direct terug naar het middelpunt van de rollen (8a, 8b) en de geleiding (8c) wordt geleid, waardoor de transportband (4) steeds recht naar het vast gedeelte (2) van de transportbandinrichting wordt geleid, ook als het verplaatsbaar gedeelte schuin aan het rijden is. Vervolgens loopt de transportband (4) over de bovenkant van de steunpunten (7) terug naar geleidingsrol a in het vast
EMI6.1
gedeelte (2) van de transportbandinrichting (1).
Als er geoogst moet worden, wordt de transportbandinrichting (1) op een vast punt geplaatst in een veld of in een serre in een samengeschoven toestand. In samengeschoven toestand bevindt het verplaatsbaar gedeelte (3) gedeeltelijk binnen de ruimte van het vast gedeelte (2), zodanig dat de transportbandinrichting (1) gemakkelijk verplaatsbaar is. Het overgrote gedeelte van de transportband (4) bevindt zich dan in de opvangbak (6) van het vast gedeelte (2). Wanneer nu het verplaatsbaar gedeelte (3) zich weg beweegt van het vast gedeelte (2), begint geleidingsrol l automatisch sneller te draaien, zodat de spanning in de transportband (4) identiek blijft. Wanneer het verplaatsbaar gedeelte (2) stopt, draait geleidingsrol l terug aan de vooraf ingestelde snelheid.
De snelheid en de spanning (trekkracht) van de transportband (4) wordt geregeld door het verschil in snelheid en koppel tussen aandrijfrollen i en l te wijzigen.
Wanneer het verplaatsbaar gedeelte (3) een bepaalde afstand X heeft afgelegd, zoals wordt getoond op figuur 3, zet het verplaatsbaar gedeelte (3) automatisch een van de steunpunten (7) af om de band te ondersteunen. De afstand X waarop dit gebeurt is vooraf ingesteld en is afhankelijk van het gewicht van het te transporteren materiaal en van de doorbuiging van de transportband (4). Wanneer het verplaatsbaar gedeelte (3) opnieuw de bepaalde afstand X heeft afgelegd, wordt opnieuw automatisch een
<Desc/Clms Page number 7>
steunpunt (7) afgezet. Het aantal steunpunten (7) die worden meegedragen in het verplaatsbaar gedeelte (3) is dus afhankelijk van de maximum afstand die het verplaatsbaar gedeelte (3) moet kunnen afleggen, en hangt ook af van het gewicht van het te transporteren materiaal.
Wanneer het verplaatsbaar gedeelte (3) aan het einde van een te oogsten rij gekomen is, zijn normaliter alle steunpunten (7) afgezet en is de transportband (4) in de opvangbak (6) van het vast gedeelte (2) bijna opgebruikt. Het verplaatsbaar gedeelte (3) zal nu bewogen worden in een richting naar het vast gedeelte (2) toe. Deze beweging gebeurt als volgt : de aandrijving van het verplaatsbaar gedeelte (3) wordt losgekoppeld, geleidingsrol l stopt met draaien en geleidingsrol i begint met een hogere snelheid te draaien. Het is de transportband zelf die het verplaatsbaar gedeelte (3) terug naar het vast gedeelte (2) brengt.
Tijdens het bewegen van het verplaatsbaar gedeelte (3) in de richting van het vast gedeelte (2) worden de steunpunten (7) terug opgenomen en opgestapeld, zodat wanneer het verplaatsbaar gedeelte (3) de samengeschoven toestand weer bereikt alle steunpunten terug in het verplaatsbaar gedeelte (3) zijn verzameld.
Het vaste (2) en verplaatsbaar gedeelte (3) worden samengekoppeld en de transportbandinrichting (1) is klaar om naar een volgende te oogsten rij verplaatst te worden.
Afhankelijk van de toepassing kan de machine gebouwd worden om de goederen naar het vaste gedeelte (2) te brengen of om de goederen van het vaste gedeelte (2) naar het verplaatsbare gedeelte (3) te brengen (in omgekeerde draairichting dus).
In dergelijke uitvoering is de transportbandinrichting (1) van ongeveer 1, 5 meter (in samengeschoven toestand) tot meer dan 100 meter. In principe is de uitgeschoven lengte onbeperkt en enkel afhankelijk van de lengte van de transportband (4) die in de transportbandinrichting (1) voorzien wordt.
<Desc/Clms Page number 8>
De mogelijkheid zit er zelfs in om een transportbandinrichting (1) te maken die in twee richtingen werkt. Daartoe heeft de opvangbak (6) een symmetrische vormzodanig dat de transportbandinrichting (1) links en rechts evenveel transportband (4) kan opvangen en in beide richtingen dezelfde opslagcapaciteit heeft, en bijgevolg in twee richtingen kan werken. In dit geval moeten ook enkele geleidingsrollen verplaatst worden.
<Desc / Clms Page number 1>
TRANSPORT TIRE DEVICE The invention relates to a conveyor device, comprising a fixed and a movable part with an endless conveyor between them, a variable part of which is stored in said fixed part of the transport device as a function of the distance to the movable part.
U. S. 5. 685. 416 discloses an extendable conveyor for transporting material to be loaded or unloaded from a trailer, comprising a telescopic arm that supports the endless conveyor belt for rotation around the telescopic arm to any length of extension. Externally opposite the telescopic arm, a storage location for conveyor belt is provided for releasing or receiving an excess of conveyor belt in accordance with the movement of the telescopic arm. Furthermore, a tensioner of the conveyor belt is provided, comprising a control circuit and an extension sensor to coordinate the releasing or receiving of the excess conveyor belt in accordance with the movement of the telescopic arm while maintaining the conveyor belt at a desired belt tension.
The extendable conveyor belt is hinged to adapt to varying heights of the trailer and various loading conditions.
US 2 576 217 discusses a conveying device comprising a fixed base portion, a relatively long, extendable and retractable additional portion connected via the inner end to said base portion, means for supporting the outer end of said additional portion in various extensible and retractable positions relative to the base portion, an infinite conveyor belt, means to support the upper range of said conveyor belt so that it could operate over the top of said base and supplementary portion, means carried by said supplementary portion for supporting the lower portion range of said conveyor belt,
a pair of conveyor belt rollers carried by said
<Desc / Clms Page number 2>
base portion and arranged so as to connect opposing surfaces of the lower range of the conveyor belt, and a collection tray extending at a lower height than said conveyor control rollers and comprising wall portions intended to guide and limit slack-hanging folds of said conveyor belt in mutually sliding contact with each other when the additional part. is in a withdrawn and partially extended position.
The disadvantage of these systems is that a fixed connection is always required between the fixed and the movable part, with the exception of the conveyor belt itself, so that the movable part is not compact in the collapsed state.
The object of the invention is to provide a conveyor belt device which does not have the above-mentioned drawback.
This object is achieved by providing a conveyor device comprising a fixed and a movable part with an endless conveyor between them, a variable part of which is stored in said fixed part of the transport device as a function of the movable part, said fixed part being provided with drive means, comprising a first and a second drive element, for said conveyor belt, and wherein said movable portion is separate from said fixed portion, wherein when moving said movable portion, the tension and speed of the conveyor belt is controlled by the difference in speed and torque between said first and second drive element.
In a preferred embodiment of a conveyor device according to the invention, the movable part comprises successive support means which are automatically placed successively underneath the conveyor belt when moving said movable part in a direction away from the fixed part over a predetermined distance.
<Desc / Clms Page number 3>
In a specific preferred embodiment of a conveyor device according to the invention, said supporting means are automatically intercepted by and stored in said displaceable part when moving in the direction of the fixed part.
In a preferred embodiment of a conveyor device according to the invention, the fixed part further comprises: - a space through which the conveyor belt runs, wherein the conveyor belt is led into the space on one side and guided out of the space on the other side; - a receptacle in that space, in which the intermediate part of the conveyor belt that is introduced into the space and is led out of the space can be stored as a function of the difference in speed between said first and second drive element, and - guide rollers for guiding the conveyor belt through said space and said collecting bin.
Preferably, said movable portion comprises two rollers and a guide provided at the farthest point of the conveyor belt farthest from said fixed portion, such that the conveyor belt is guided directly relative to said fixed portion along the top and bottom of said stored support means is going to be.
In a preferred conveyor device according to the invention, it comprises means for disconnecting the drive from the movable part and means for stopping said second drive element, such that, by giving the first drive element a higher speed, the movable part towards the fixed part can be moved.
In a preferred embodiment of a conveyor device according to the device, said collecting bin (6) in the conveyor device (1) has a symmetrical
<Desc / Clms Page number 4>
shape such that the conveyor belt device (1) is provided to receive the same number of conveyor belts (4) on the left and right and is therefore provided to work in two directions.
This invention is further clarified in the following non-limiting description of a preferred embodiment of a conveyor device according to the invention.
In this description reference is made by reference numerals to the figures appended here, wherein: figure 1 is a schematic cross-section of a conveyor device according to the invention, wherein the conveyor device is in the pushed-together state; figure 2a is a schematic cross-section of the fixed part of a conveyor device according to the invention; figure 2b is a schematic cross-section of the movable part of a conveyor device according to the invention; figure 3 is a schematic cross-section of a conveyor device according to the invention, wherein the fixed and the movable part are spaced apart and support points are deposited under the conveyor belt for a number of meters;
figure 4 is a perspective view of a detail of the hinge system on which the guide rollers of the movable part of a conveyor device according to the invention are mounted.
The conveyor device according to the invention is mainly used for harvesting vegetables and fruit. As shown in Figures 1, 2a and 2b, the conveyor device (1) consists of a fixed portion (2), as shown in Figure 2a, and a movable portion (3), as shown in Figure (2b).
Between the fixed (2) and the movable part (3) there is an endless conveyor belt (4).
<Desc / Clms Page number 5>
In the fixed part (2) of the conveyor device (1), as shown in Fig. 2a, there is a space (5) through which the conveyor belt (4) runs, with the conveyor belt (4) along one side in the space (5) is led in and is led out of the room (5) on the other side. A receptacle (6) is provided in the space (5) in which the intermediate part of the conveyor belt (4) which is introduced into the space (5) and is discharged out of the space (5) is stored.
In the movable part (3) of the conveyor device (1), as shown in Figure 2b, successive support means in the form of removable and recountable support points (7) are provided. These support points (7) are used to support the conveyor belt (4) if it starts to sag too much and possibly drags over the ground.
The conveyor belt (4) is advanced through the conveyor belt device (1) by means of drive means in the form of guide rollers. In the collapsed state, as shown in Figure 1, the conveyor belt (4) runs over guide rollers a and b. Under conveyor roller b, another conveyor belt is mounted transversely, which further transports the goods to any location. The conveyor belt (4) continues via guide rollers c and d under this transversely mounted conveyor belt via rollers e, f, g and h to a first drive roller i. The conveyor belt is pressed against the first drive roller i with a guide roller j mounted on springs. Below these two rollers i and j, the conveyor belt is collected in a hollow-bottom receptacle (6).
The second drive roller 1 pulls the conveyor belt back from the receiving tray (6) along guide roller k. Here too, the conveyor belt is pressed against drive roller 1 with a guide roller m mounted on springs. Subsequently, the conveyor belt is guided via guide rollers n and o to the movable part (3). The rollers i and 1 are each driven separately by a motor.
<Desc / Clms Page number 6>
On the movable part, the conveyor belt (4) is guided over the underside of the stacked support points (7) to two rollers (8a, 8b) and between a guide (8c) mounted on a pivot point (9). The guide (8c) consists of two bars (11, 12) between which the conveyor belt (4) is guided. The guide (8c) together with the shaft (9) on which this whole hinges ensures that the conveyor belt (4) is led directly back to the center of the rollers (8a, 8b) and the guide (8c) with the slightest deviation. whereby the conveyor belt (4) is always guided straight to the fixed part (2) of the conveyor belt device, even if the movable part is moving obliquely. The conveyor belt (4) then runs over the top of the support points (7) back to the guide roller a in it
EMI6.1
part (2) of the conveyor device (1).
If harvesting is required, the conveyor device (1) is placed at a fixed point in a field or in a greenhouse in a collapsed state. In the collapsed state, the movable part (3) is partially within the space of the fixed part (2), such that the conveyor device (1) is easily movable. The vast majority of the conveyor belt (4) is then located in the receptacle (6) of the fixed section (2). When the movable part (3) now moves away from the fixed part (2), guide roller 1 automatically starts to rotate faster, so that the tension in the conveyor belt (4) remains identical. When the movable portion (2) stops, guide roller 1 rotates back to the preset speed.
The speed and tension (tensile force) of the conveyor belt (4) is controlled by changing the difference in speed and torque between drive rollers i and 1.
When the movable portion (3) has traveled a certain distance X, as shown in Figure 3, the movable portion (3) automatically deposits one of the support points (7) to support the belt. The distance X at which this occurs is preset and depends on the weight of the material to be transported and the deflection of the conveyor belt (4). When the movable part (3) has again covered the determined distance X, again a
<Desc / Clms Page number 7>
support (7). The number of support points (7) that are carried in the movable part (3) thus depends on the maximum distance that the movable part (3) must be able to travel, and also depends on the weight of the material to be transported.
When the movable part (3) has reached the end of a row to be harvested, all support points (7) are normally deposited and the conveyor belt (4) in the collection bin (6) of the fixed part (2) is almost used up. The movable part (3) will now be moved in a direction towards the fixed part (2). This movement occurs as follows: the drive of the movable part (3) is disconnected, the guide roller 1 stops rotating and the guide roller i starts to rotate at a higher speed. It is the conveyor belt itself that brings the movable part (3) back to the fixed part (2).
During the movement of the movable part (3) in the direction of the fixed part (2), the support points (7) are picked up and stacked up again, so that when the movable part (3) reaches the collapsed state again, all support points are back in the movable part part (3) have been collected.
The fixed (2) and movable part (3) are coupled together and the conveyor device (1) is ready to be moved to the next row to be harvested.
Depending on the application, the machine can be built to bring the goods to the fixed part (2) or to bring the goods from the fixed part (2) to the movable part (3) (in the reverse direction of rotation).
In such an embodiment, the conveyor device (1) is from about 1.5 meters (in the collapsed state) to more than 100 meters. In principle, the extended length is unlimited and only depends on the length of the conveyor belt (4) that is provided in the conveyor belt device (1).
<Desc / Clms Page number 8>
It is even possible to make a conveyor belt device (1) that works in two directions. To this end, the collection tray (6) has a symmetrical shape such that the conveyor device (1) can receive the same amount of conveyor belt (4) on the left and right and has the same storage capacity in both directions, and can therefore work in two directions. In this case, some guide rollers must also be moved.