BE1014495A6

BE1014495A6 - Inrichting en werkwijze voor het detecteren en identificeren van een overbeladingstoestand van een rijdend voertuig.

Info

Publication number: BE1014495A6
Application number: BE2001/0769A
Authority: BE
Inventors: Michel Niezen; Den Bosch Hans Van
Original assignee: Michel Niezen
Priority date: 2001-11-27
Filing date: 2001-11-27
Publication date: 2003-11-04

Abstract

De uitvinding geeft betrekking op een werkwijze voor het detecteren en identificeren van rijdende voertuigen in overbeladen toestand omvattende de stappen van : -het detecteren van het type voertuig van het rijdende voertuig: -het detecteren van het totale gewicht van het rijdende voertuig ; -het vergelijken van het totale gewicht van het rijdende voertuig met het totaal toegelaten gewicht voor het type voertuig; en het identificeren van een overbeladingstoestand van het rijdende voertuig wanneer het totale gewicht van het rijdende voertuig groter is dan het totaal toegelaten gewicht voor dit type voertuig. De uitvinding betreft eveneens een inrichting voor het detecteren en identificeren van rijdende voertuigen, een computerprogramme geschikt voor het opmeten van het totale geiwht van een voertuig in rijdende toestand en een nummerplaat voorzien van een afleesbare code.

Description

Inrichting en werkwijze voor het detecteren en identificeren van een overbeladingstoestand van een rijdend voertuig
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het detecteren en identificeren van een overbeladingstoestand van een rijdend voertuig. De overbeladingstoestand van een voertuig is een toestand, waarin het maximale gewicht toegelaten op de openbare weg voor een bepaald type voertuig is overschreden.

Voertuigen welke in een overbeladen toestand over de openbare weg rijden, hebben een aanzienlijke wrijving op het wegdek tot gevolg verantwoordelijk voor slijtage van het wegdek. De aangelegde wegen zijn berekend op een bepaalde tonnenmaat per oppervlak.

Overschrijding van de ingestelde maat voor een wegdek is niet tolereerbaar. Door de samendrukking vindt er bandenspoorvorming plaats, welke eveneens nadelig is voor de verkeersveiligheid. Verdere slijtage leidt tot afbrokkeling van het wegdek. Niet alleen uit het oogpunt van de verkeersveiligheid, maar ook voor de inschatting van de structuurvereisten van de aangelegde wegdekken is het noodzakelijk overbeladingstoestanden te vermijden.

Overheden proberen dit in een verkeersreglement te doen gelden, waarbij aan een overbeladingstoestand veelal boetes zijn verbonden. Het detecteren van overbeladen voertuigen is echter geen senicure.

Gebruikelijkerwijs worden voertuigen, waarvan men denkt dat deze in overbeladen toestand rijden tot stilstand gebracht, waarna zij vervolgens geëscorteerd worden door de bevoegde overheden naar een weegbrug. Op de weegbrug wordt het voertuig dan gewogen, waarna een vaststelling van de overbeladingstoestand kan worden opgemaakt. Veelal beschikt de overtreder over de optie om een deel van de lading uit te halen en in een geschikte beladingstoestand verder te rijden en de daarbij horende boete te vereffenen.

Het hiervoor benodigde personeel is echter onvoldoende aanwezig, waardoor slechts een fractie van de overbeladen voertuigen wordt gedetecteerd. Bovendien neemt het afleiden van deze voertuigen naar een weegbrug een aanzienlijke tijd in beslag.

Aldus wordt er gestreefd naar een werkwijze en een inrichting, welke voertuigen in een rijdende toestand kunnen detecteren of het gaat om een overbelast voertuig of niet.

Op zich zijn dergelijke apparaten reeds bekend, onder meer uit US 5, 002, 141 waarbij een weegbrug voor rijdende voertuigen wordt weergegeven. Eveneens zijn overlangse weegstrippen bekend, welke een indrukkracht per as van een voertuig kunnen opmeten. Dergelijke overlangse meetstrips worden gebruikt om een totaal gewicht van een rijdend

voertuig, welke op een wegdek inwerken, te kunnen berekenen. In het algemeen wordt dit gedaan voor statistische doeleinden.

Het is duidelijk dat een oplossing voor de identificatie en detectie van overbeladen voertuigen gewenst is, welke in een rijdende toestand kunnen worden toegepast. Aldus dienen deze voertuigen niet te worden afgeleid, noch enige ander hinder te ondervinden enerzijds en anderzijds kunnen alle voertuigen gewogen worden. Op zich kunnen verkeersovertredingen worden gedetecteerd via sensoren, welke gelinked zijn aan een identificatie-apparaat, zoals een fotografisch apparaat, welke een foto neemt van de nummerplaat.

De uitvinding beoogt althans een deel van de hierboven genoemde nadelen op te heffen en verschaft daartoe een inrichting en een werkwijze voor het detecteren en identificeren van rijdende voertuigen in overbeladen toestand, waarbij deze werkwijze de volgende stappen omvat : - het detecteren van het type voertuig van het rijdende voertuig ; - het detecteren van het totale gewicht van het rijdende voertuig ; - het vergelijken van het totale gewicht van het rijdende voertuig met het totaal toegelaten gewicht voor hett type voertuig ; en - het identificeren van een overbeladingstoestand van het rijdende voertuig wanneer het totale gewicht van het rijdende voertuig groter is dan het totaal toegelaten gewicht voor dit type voertuig.

Een dergelijke werkwijze maakt het mogelijk om momentaan het voertuig in de overbeladen toestand te detecteren en te identificeren, waarna automatisch een beboeting volgt. Dit kan via de gebruikelijke procedures gekend voor een snelheidsovertreding. Onder de term rijdende voertuigen worden dus niet alleen personen-, bestel- en vrachtwagens al dan niet met aanhangwagen bedoeld, maar ook alle andere voertuigen of aanhangwagens welke op het openbare wegdek verplaatsbaar zijn. Aldus komen ook aanhangwagens en caravans in aanmerking om gedetecteerd en geïdentificeerd te worden in een overbeladen toestand.

Elk rijdend voertuig mag een bepaald maximaal gewicht niet overschrijden, waarbij dit gewicht plus het gewicht van het onbeladen voertuig het totale gewicht vormt van het rijdende voertuig. Door middel van herkenning van het rijdende voertuig kan een correlatie worden gelegd tot het maximaal toegelaten gewicht voor dit type voertuig.

Een bepaald maximaal gewicht, dit wil zeggen een gewicht dat door geen enkel rijdend voertuig mag worden overschreden, kan worden ingesteld. Dit maximale gewicht zal

dan overeenkomen met een bepaald maximum gewicht voor een type voertuig, namelijk de grootste vrachtwagens.

In het algemeen kan men het type voertuig opdelen in vrachtwagen, personenwagens en bestelwagens, waarbij er nog vele opdelingen kunnen worden gemaakt aan de hand van het toegelaten gewicht. Aan het rijdende voertuig wordt aldus een totaal niet te overschrijden gewicht toegekend overeenkomend voor dit type. Daarna wordt vergeleken of het totale gewicht van het rijdende voertuig het totale voorgeschreven gewicht voor het type voertuig niet overschrijdt. Wanneer dit echter wel het geval is, zal een identificatie van het voertuig en de latere gevolgmaatregelen, zoals het uitschrijven van een boete plaatsvinden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de identificatie uitgevoerd aan de hand van de identificatie van d. e nummerplaat van het overbeladen rijdende voertuig. Eveneens kan deze identificatie gebruikt worden voor het correleren aan het type voertuig.

Het detecteren van het type voertuig van het rijdende voertuig is een belangrijk onderdeel van de werkwijze volgens de uitvinding. Het is namelijk zo dat het onvoldoende is het totale gewicht van het rijdende voertuig te berekenen en te detecteren, doch zal er een correlatie dienen plaats te vinden of het dergelijk gedetecteerde gewicht in overtreding is met een toegelaten gewicht. De toegelaten beladingsgewichten zijn afhankelijk van het type voertuig. Het spreekt voor zich dat de tonnenmaat van grotere vrachtwagens aanzienlijk groter is dan het beladingsgewicht van een bestelwagen of een aanhangwagen. Aldus zal er eveneens een detectie van het type voertuig van het rijdende voertuig dienen te gebeuren.

Het correleren van een voorbijrijdend voertuig aan een type voertuig met een eigen maximaal beiadingsgewicht kan op verschillende manieren gebeuren. Een mogelijke uitvoering is dat een vergelijking wordt gemaakt van gemaakte foto's, video's of andere beelden van het voorbijrijdende voertuig met een databank waarin verscheidene types voertuigen voorradig zijn. Dit kan op een automatische wijze via computers en andere herkenningsapparaten of eventueel via een visuele correlatie van beschikbare controlepersoneel. In een andere uitvoering kan een afleesbare code worden voorzien op een weibepaalde positie op het rijdende voertuig. Dit zal in het algemeen een verplichting vormen voor toekomstige voertuigen.

Deze afleesbare code zal dan bijvoorbeeld een optisch of elektronisch afleesbare code zijn welke informatie bevat omtrent het type voertuig, zoals bijvoorbeeld het maximale beiadingsgewicht en het totale toegelaten gewicht voor het voertuig in beladen toestand. In een voorkeursuitvoeringsvorm zal deze afleesbare code voorzien zijn op een weibepaaide positie zodanig dat de detectiemiddelen gericht kunnen worden naar deze positie. In een voorkeursuitvoeringsvorm zal deze afleesbare code voorzien zijn op of net naast de

nummerplaat van. het rijdende voertuig. De detectie van het overgewicht zal dan onmiddellijk gekoppeld zijn aan die identificatie van de eigenaar van het voertuig via de detectie van de nummerplaat.

Een ander aspect van de onderhavige uitvinding is aldus het verschaffen van een nummerplaat gekoppeld aan een afleesbare code welke code informatie bevat omtrent het beladingsgewicht van het voertuig. Een mogelijkheid bestaat erin om elektronische schakeling of optische codes te voorzien op de bestaande nummerplaten of deze schakelingen of codes te voorzien als een bijkomend separaat deel welke links of rechts boven of onder de nummerplaat dient te worden aangebracht op een maximale positie van de nummerplaat waardoor de mogelijkheden voor het aanbrengen van dergelijke codes enigszins beperkt worden. Dit alles om de detectie van het type voertuig te vergemakkelijken.

Verkeersoverheidswezens brengen in het algemeen nummerplaten uit voor een voertuig, welk voertuig eenduidig overeenkomt met een bepaald type voertuig, waaraan een maximaal gewicht kan worden toegekend. Dit is een tweede correleringsmogelijkheid.

In een uitvoeringsvorm wordt de identificatie uitgevoerd door het nemen van een foto van de nummerplaat van het overbeladen rijdende voertuig. Dit heeft tot effect dat de eigenaar van het voertuig eenduidig kan worden opgespoord.

De identificatie door het nemen van een foto of een beeld kan op velerlei wijze gebeuren door middel van digitale of analoge beelden, foto's, video's en dergelijke.

In een uitvoeringsvorm wordt de detectie van het totale gewicht van het rijdende voertuig opgemeten middels partiële gewichten van het rijdende voertuig, waarbij de partiële gewichten worden gecorreleerd om het totale gewicht van het rijdende voertuig te berekenen.

In het algemeen is het eenvoudiger om overlangse weegstrippen op het wegdek te voorzien om bepaalde indrukkrachten te correleren aan gewichten en een aantal indrukkingen, namelijk het aantal assen per voertuig wordt dan via computermiddelen omgerekend tot het totale gewicht van het voertuig. Bredere of langere stroken als weegbruggen zijn eveneens mogelijk. Deze weegstroken zijn echter omvangrijker waardoor de totale inrichting normaliter duurder wordt.

In een tweede aspect heeft de uitvinding eveneens betrekking op een inrichting voor het detecteren en identificeren van rijdende voertuigen in overbeladen toestand omvattende : - detectiemiddelen voor het detecteren van het type voertuig van het rijdende voertuig ; - detectiemiddelen voor het detecteren van het totale gewicht van het rijdende voertuig ; - vergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van het totale gewicht van het rijdende voertuig met het totaal toegelaten gewicht voor het type voertuig ; en

- identificatiemiddelen voor het identificeren van een overbeladingstoestand van het rijdende voertuig wanneer het totale gewicht van het rijdende voertuig groter is dan het totaal toegelaten gewicht voor dit type voertuig.

In een derde aspect heeft de uitvinding betrekking op een computerprogramma geschikt voor het opmeten van het totale gewicht van een voertuig in rijdende toestand, waarbij het gewicht van het voertuig in partiële delen wordt opgemeten en nadien gecorreleerd wordt om het totale gewicht van het voertuig aan te leveren en eveneens gecorreleerd wordt aan een toegelaten totaal gewicht voor het type voertuig.

De uitvinding wordt hieronder toegelicht aan de hand van een schematisch aanzicht van een voorkeursinrichting van de uitvinding.

In figuur 1 wordt in bovenaanzicht een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding toegelicht. De inrichting 1 is geschikt voor het meten, namelijk door het detecteren en het identificeren, van rijdende voertuigen 2 in overbeladen toestand. De inrichting 1 omvat detectiemiddelen die als weegstrips 6 overlangs in het wegdek 3 zijn aangebracht. De weegstrips 6 kunnen eventueel in meerdere sets van meerdere weegstrips 7, bijvoorbeeld tweemaal drie, in het wegdek 3 worden aangebracht.

Dergelijke weegstrips 6 zijn in het algemeen bekend en kunnen bijvoorbeeld door middel van piëzo-drukelementen de indrukking, welke een as van een voertuig teweegbrengt op de weegstrip meten. Aldus kan het gewicht per as van een rijdend voertuig worden bepaald. Het aantal assen behorende bij een voertuig kan dan worden gecorreleerd tot een totaal gewicht van het rijdende voertuig. Om fouten uit te sluiten kan een set van weegstrips 7, bijvoorbeeld uit drie overlangse weegstrips 6 worden toegepast. Veronderstel dat het voertuig 2 drie assen 8 omvat welke alledrie een bepaalde indrukking op de weegstrip 6 veroorzaken.

Computermiddelen 9 kunnen dan het totale gewicht van het voertuig 2 meten.

De uitvinding omvat eveneens detectiemiddelen voor het detecteren van het type voertuig. Dit kan aan de hand van een camera 4 gebeuren, welke het type voertuig detecteert alsook aan de hand van een camera, welke de nummerplaat identificeert waarna via bekende databestanden de nummerplaat overeenkomt met een type voertuig, waaraan een totaal maximaal gewicht is toegekend. Vervolgens zal het berekende totale gewicht vergeleken worden met het totale toegelaten gewicht van dit type voertuig. Wanneer het rijdende voertuig zwaarder weegt dan het maximaal toegelaten gewicht voor het type voertuig, kan dan via camera 4 een foto worden genomen van de nummerplaat waarna via de bestaande kanalen voor een beboeting of een andere strafmaatregel kan worden gezorgd.

EMI6.1

Het spreekt voor zieh, dat de camera 4 en detectiemiddelen zijn voor het simultaan opmeten van de snelheid van het voertuig of een andere overtreding, zoals bijvoorbeeld het of voorbij rijden van een voorganger. Hiervoor kunnen camera's 4 op een arm 5 worden gemonteerd.

Het gebruik van meerdere strips welke kunnen worden, bijvoorbeeld drie strips tweemaal, maakt het ook mogelijk om afstandsmeting en snelheidsmeting te doen. In het algemeen dienen vrachtwagens een bepaalde tussenafstand te respecteren, bijvoorbeeld 50 meter, of in het onderhavige geval 20 meter. Wanneer deze afstand niet gerespecteerd wordt, kan de inrichting volgens de uitvinding simultaan deze overtreding vaststellen en eventueel beboeten.

Het spreekt voor zieh, dat zowel de detectie- de identificatiemiddelen andere middelen kunnen zijn dan degene die in figuur 1 zijn weergegeven. Computer 9 is een belangrijk onderdel van de inrichting, daar in de computer 9 niet alleen het totale gewicht wordt gemeten, maar ook een correlatie wordt gelegd tussen het totale gewicht en het toegelaten gewicht alsook een één-op-één verband wordt gelegd tussen het rijdende voertuig en het type voertuig, waardoor het totale gewicht kan worden gedetermineerd.

In figuur 1 is een veelvoud van weegstrips 6 aangebracht, welke via de lussen aan een computer 9 voor een verbeterde meting van het gewicht zorgen. Het spreekt voor zieh dat de uitvinding eveneens toepasbaar is op enkelvoudige weegstrips zonder dat enige herhaling of iteratie dient plaats te vinden.

Figuur 2 toont twee voorbeelden omtrent het gebruik van een code-element, welke wordt aangebracht in of nabij de nummerplaat en welke informatie verschaft over een gewichtsmaat van het voertuig waarop de nummerplaat 10 is aangebracht.

De nummerplaat 10 is voorzien van een gebruikelijke 11 en bijkomend van een code-element 12, welke als een elektronische is voorzien in de rechter benedenhoek. Een andere uitvoering is het code-element 13, welke een afleesbare streepjescode is voorzien nabij de nummerplaat 10. Het inventieve idee ligt hem in het feit deze codes 12 en 13 te voorzien van afleesbare informatie, welke de gewichtsmaat, bijvoorbeeld bruto tarre, eventueel maximale beladingsgraad (leeg en vol) aangeeft. Wanneer dan een beeld wordt genomen van de nummerplaat wordt automatisch informatie afgelezen omtrent de gewichtsmaat, waardoor de identificering van het type voertuig en de identificering van het vermeende inbreukmakende voertuig met een te hoge gewichtsmaat automatisch kan worden bekomen door een enkele opname zij het een video of een fotobeeld, of analoog.

Het spreekt voor zieh dat andere code-elementen kunnen worden voorzien op een

daartoe uniforme voorziene positie. De positie nabij de nummerplaat is echter wel voordelig daar dit reeds een gebruikelijke positie inneemt op het voertuig.

Claims

Conclusies 1. Werkwijze voor het detecteren en identificeren van rijdende voertuigen in overbeladen toestand omvattende de stappen van : - het detecteren van het type voertuig van het rijdende voertuig ; - het detecteren van het totale gewicht van het rijdende voertuig ; - het vergelijken van het totale gewicht van het rijdende voertuig met het totaal toegelaten gewicht voor hett type voertuig ; en - het identificeren van een overbeladingstoestand van het rijdende voertuig wanneer het totale gewicht van het rijdende voertuig groter is dan het totaal toegelaten gewicht voor dit type voertuig.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het identificeren gebeurt aan de hand van een identificatie van de nummerplaat van het overbeladen rijdende voertuig.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het identificeren wordt uitgevoerd door het nemen van een foto van de nummerplaat van het overbeladen rijdende voertuig.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het detecteren van het totale gewicht van het rijdende voertuig wordt uitgevoerd middels het opmeten van partiële gewichten van het rijdende voertuig, waarbij de partiële gewichten worden gecorreleerd om het totale gewicht van het rijdende voertuig te berekenen.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een partieel gewicht wordt opgemeten door het wegen van de indrukking van een as van het rijdende voertuig.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het gewicht van het voertuig wordt gemeten door een indrukking op een overlangse meetstrip, welke in het wegdek is aangebracht.

9. Inrichting voor het detecteren en identificeren van rijdende voertuigen in overbeladen toestand omvattende : - detectiemiddelen voor het detecteren van het type voertuig van het rijdende voertuig ; - detectiemiddelen voor het detecteren van het totale gewicht van het rijdende voertuig ; <Desc/Clms Page number 9> - vergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van het totale gewicht van het rijdende voertuig met het totaal toegelaten gewicht voor het type voertuig ; en - identificatiemiddelen voor het identificeren van een overbeladingstoestand van het rijdende voertuig wanneer het totale gewicht van het rijdende voertuig groter is dan het totaal toegelaten gewicht voor dit type voertuig.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de het identificeren gebeurt aan de hand van een identificatie van de nummerplaat van het overbeladen rijdende voertuig.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de identificatiemiddelen een fototoestel omvatten gericht naar de nummerplaat van het overbeladen rijdende voertuig.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 9-11, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen voor het totale gewicht van het rijdende voertuig opmeetmiddelen omvat voor het opmeten van partiële gewichten van het rijdende voertuig, waarbij de partiële gewichten worden gecorreleerd om het totale gewicht van het rijdende voertuig te berekenen.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat een partieel gewicht een gewicht per as van het rijdende voertuig is.

14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 9-13 omvattende overlangse in het wegdek aangebrachte indrukstrips, waarvan de indrukking een maat is voor het gewicht per as van het hierover rijdend voertuig.

15. Computerprogramma geschikt voor het opmeten van het totale gewicht van een voertuig in rijdende toestand, waarbij het gewicht van het voertuig in partiële delen wordt opgemeten en nadien gecorreleerd wordt om het totale gewicht van het voertuig aan te leveren en eveneens gecorreleerd wordt aan een toegelaten totaal gewicht voor het type voertuig.

16. Nummerplaat voorzien van een afleesbare code, waarbij de code wordt gekarakteriseerd door een gewichtmaat, welke het toegelaten maximale gewicht is van het beladen voertuig.