<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het verplaatsen van lasten met behulp van een mobiel platform
De uitvinding heeft betrekking op inrichting voor het verplaatsen van lasten, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een mobiel platform, en een door dat platform gedragen telescooparm voor een werktuig, dat loskoppelbaar aan het vrije einde daarvan te bevestigen
EMI1.1
is.
Een dergelijke inrichting is bekend uit US 4 159 059 A.
De beoogde inrichting wordt gewoonlijk gebruikt voor grondverzetdoeleinden respectievelijk lastenverplaatsing, waartoe de telescooparm wordt voorzien van een verwisselbaar werktuig. Een dergelijk voertuig heeft in het vakgebied ook wel een "verreiker". Deze machine wordt daartoe van een aantal passende werktuigen voorzien, bijvoorbeeld een graaf- of grijpwerktuig, vorken voor gebruik bij pallets, en een takel voor hijsdoeleinden.
Voorts kan een hefplatform worden aangebracht voor het heffen van arbeiders, zoals schilders en dergelijke.
De uitvinding beoogt de inrichting van het in de aanhef genoemde type zodanig te wijzigen dat deze nog universeler als hijswerktuig werkzaam kan zijn.
Daartoe onderscheidt de inrichting volgens de uitvinding zieh doordat het werktuig is gevormd door een langwerpige rechte geleider en een door middel van een aandrijfsysteem, bijvoorbeeld door een kabelaandrijving daarlangs heen en weer bewogen wagen voor een hijstakel.
Dankzij de toepassing van de rechte geleider en de daarlangs beweegbare wagen voor een hijstakel, is het mogelijk om de inrichting als torenbouwkraan te gebruiken.
Aangezien het mobiele platform meestal is uitgevoerd als een opvouwbaar respectievelijk plooibaar systeem, verdient het de voorkeur volgens de uitvinding om de rechte geleider in twee of meer langwerpige delen uit te voeren, die in elkaars verlengde vergrendelbaar
<Desc/Clms Page number 2>
zijn. De rechte geleider of giek, kan zodoende op het- zelfde mobiele platform worden opgeslagen voor transportdoeleinden.
Een eenvoudige bewerking voor het uiteennemen van de giek of rechte geleider is dat de delen ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn.
Bij voorkeur zal de rechte geleider volgens een liggende scharnieras aan het eind van de telescooparm te bevestigen zijn, omdat daarmee op eenvoudige wijze bij willekeurige neiging van de telescooparm, de rechte geleider horizontaal kan worden geplaatst.
Vanzelfsprekend kan de giek ook in het verlengde van de telescooparm worden geplaatst daarmee.
In een verdere uitvoeringsvorm is tevens de rechte geleider uitgevoerd met een staande scharnieras, waarbij bij voorkeur de scharnierassen tussen de delen daarvan parallel daaraan verlopen.
Voor een eenvoudiger uitvoeringsvorm is tussen de telescooparm en de rechte geleider een werkzaam krachtorgaan, zoals een pneumatische, hydraulische cilinder of elektrische stelmotor aangebracht, waarmee op eenvoudige wijze de giek horizontaal is te plaatsen. Door dit krachtorgaan te voeden met het normale voedingssysteem van het mobiele platform, bijvoorbeeld het hydraulische systeem, is de aankoppeling en de bediening van de rechte geleider of giek nog verder vereenvoudigd.
De uitvinding wordt nader toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont : figuur 1 een perspectivisch aanzicht van het mobiele platform in de gebruiksstand, figuren 2 en 3 telkens een perspectivisch bovenaanzicht van het platform uit figuur 1 in de transportstand, waarin alle onderdelen geplooid op het mobiele platform zijn geplaatst, respectievelijk de aanvangsstand bij het opbouwen van het hijswerktuig volgens de uitvinding,
<Desc/Clms Page number 3>
figuur 4 een met figuur 3 overeenkomend aanzicht op verkleinde schaal met de giek of rechtgeleiding volgens de uitvinding in gedemonteerde staat, figuur 5 een perspectivisch aanzicht van een detail van de koppelinrichting tussen de giek volgens de uitvinding en het eind van de telescooparm, figuren 6,7, 8 telkens een zijaanzicht van de mobiele kraan in diverse standen,
namelijk de aanvangsstand na montage, de gebruiksstand in een tussenhoogte, en de gebruiksstand in de eindhoogte, figuur 9 een met de figuren 6-8 overeenkomend zijaanzicht van een derde gebruiksstand van de inrichting volgens de uitvinding.
In figuur 1 is met het cijfer 1 het mobiele platform aangegeven, dat op willekeurige wijze kan zijn vervaardigd. Op de vier hoekpunten is het mobiele platform 1 uitgevoerd met stempels, welke op bekende wijze in- en uitstelbaar zijn teneinde het platform in de gebruikstoestand stabiel te kunnen opstellen. Op het platform 1 is een draaigestel 3 aangebracht, dat hier is uitgevoerd met een telescooparm in de vorm van een viertal in elkaar schuifbare pijpsecties 3. De mobiele arm is in opgevouwen toestand horizontaal op het draaigestel 3 neer te leggen, zie figuur 2, hetgeen hieronder nog nader wordt toegelicht. De telescooparm 4 is bij de scharnieras 5, welke zieh horizontaal uitstrekt, in opwaartse zin op te klappen, uitgaande van de opgevouwen stand uit figuur 2, hetgeen met de willekeurige middelen, bijvoorbeeld een cilinder 6 mogelijk is.
Aan het vrije einde van de telescooparm 4, dat wil zeggen het van de scharnieras 5 afgekeerde einde, is een koppelorgaan 7 aangebracht, dat normaal gesproken wordt gebruikt voor het aankoppelen van willekeurige werktuigen, bijvoorbeeld vorken voor palletgebruik, gravers voor graafdoeleinden, en andersoortige werktuigen.
Volgens de uitvinding is aan het boveneinde op hieronder nog nader toe te lichten wijze een horizontale geleiding 8 in de vorm van een vakwerkgiek aangebracht,
<Desc/Clms Page number 4>
waarlangs een wagen 9 voor een hijstakel 10 in de richting van de pijl Pl beweegbaar is. Op deze wijze ontstaat met een mobiel platform 1 en een telescooparm 4 een mobiele bouwkraan voor het verplaatsen van lasten L, welke aan de takel 10 hangt.
Figuur 2 laat het mobiele platform 1 in de transportstand zien. De stempels 2 zijn ingetrokken, terwijl de telescooparm 4 eveneens is ingetrokken en rond de scharnieras 5 in een liggende stand is gebracht ondersteund door het draaigestel 3 op het platform. De giek 8 is op hieronder nog nader toe te lichten wijze naast de telescooparm 4 in delen uiteengenomen en ondersteund op een rekvormige drager 11 terzijde van de telescooparm 4.
Figuren 3 en 4 laten de opbouw zien van de mobiele inrichting volgens de uitvinding, waartoe wordt uitgegaan van de positie zoals getoond in figuur 2. Het mobiele platform 1 wordt eerste gestabiliseerd door middel van de stempels 2, waarna de delen van de giek 8 uit de steun 11 worden gelicht, en aan de voorzijde van het mobiele platform, dat wil zeggen aan het einde van de telescooparm 4 met het koppelorgaan 7 op de grond wordt samengesteld, waartoe de delen in elkaars verlengde worden gebracht en vergrendeld.
Voor de aankoppeling van de giek 8 aan het koppelorgaan 7 van de telescooparm 4 wordt gebruik gemaakt van de bekende koppelpennen die scharnierassen vormen. Zo is in figuur 5 op grotere schaal aangegeven dat de draaipennen 15 een liggende scharnieras vormen, waarmee het mogelijk wordt om de giek 8 in horizontale positie te houden als de telescooparm 4 wordt opgericht, zie ook figuur 1.
Voor het bereiken van deze horizontale stand is een cilinder 16 aangebracht, waarvan de cilinderstang via een draaikoppeling 17 met het einde van de telescooparm 4 is verbonden. De bekrachtiging van de cilinder 16, waarvan de voeding van het normale hydraulisch voedingssysteem van het mobiele platform wordt afgenomen, verzorgt een afstandsvergroting tussen het koppelgestel 18 en het
<Desc/Clms Page number 5>
einde van de giek 8. Opgemerkt wordt dat de cilinder 16 bij 19 scharnierend met het einde van de giek 8 is ver- bonden, waardoor deze een bewegingsvrijheid verkrijgt bij het verdraaien van de giek 8 ten opzichte van de telescooparm 4, zie de schuine stand van de cilinder 16 in figuur 1.
Het koppelgestel 18 op het vrije einde van de telescooparm 4 is in twee delen opgebouwd, dat wil zeggen een vast deel 18'en een scharnierbaar deel 18". Deze zijn onderling met pennen 20 aan elkaar gekoppeld, waar- door een verticale scharnieras ontstaat. Daarmee hoeft bij het opbergen van de giek in de stand volgens figuur 2 de giek niet te worden losgemaakt van de telescooparm 4, maar kan deze door het wegzwenken na het losmaken van een der pengroepen 20 naast de telescooparm 4 worden geschar- nierd.
Bij een lange giek 8 is het verstandig om deze op te delen in twee of meer stukken, die elk bij schar- nier 21, zie figuren 3 en 4, onderling naast elkaar te plaatsen zijn in de stand volgens figuur 2 respectieve- lijk 3. Zodoende is de giek 8 op gemakkelijke wijze plooibaar en op te bergen in de transportstand van het platform 1.
De giek dient als rechte geleider voor de wagen of trolley 9, die door middel van een niet getoond kabel- systeem langs de onderliggers 22 van de giek te verrijden is. Het aandrijfsysteem door middel van kabels kan door elk ander willekeurig aandrijfsysteem worden vervangen.
Het is volgens de uitvinding echter van voordeel om de kabeltrommel 25 voor de hijskabel respectievelijk transportkabel in de giek 8 onder te brengen, zodat deze een totale eenheid zal vormen en het aankoppelen slechts beperkt wordt door de aankoppeling van de voeding voor de diverse motoren.
Hoewel in de figuren 4 en 5 is getoond dat de giek 8 een eigen koppelsysteem kan hebben, is het ook mogelijk om gebruik te maken van de bestaande koppelmiddelen 7 aan de telescooparm 4 zelf. De bruikbare toepas-
<Desc/Clms Page number 6>
sing daarvan hangt af van de grootte van de giek en de vereiste belasting daarop, die een toepassing van het bekende vorksysteem, waarop de giek wordt gestoken, toelaatbaar maakt.
Dankzij de toepassing van de horizontale scharnieras 15 tussen de giek 8 en de telescooparm 4 zijn de verschillende standen volgens figuren 6,7 en 8 te bereiken. In figuur 8 is de maximale torenkraanhoogte bereikt, waarbij de giek horizonaal ligt, terwijl figuur 9 een toepassing laat zien, waarbij de giek 8 in het verlengde van de telescooparm 4 wordt gebracht door het intrekken van de cilinder 16. De wagen 9 wordt daarbij vergrendeld in het uiteinde van de giek 8, zodat een verlengde hijskraan volgens figuur 9 tot stand wordt gebracht.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm, waarbij gedacht kan worden aan een andere opbouw van de giek, dat wil zeggen eveneens een al of niet telescopisch uitgevoerde buisvormige giek, waarlangs de wagen 9 beweegbaar is.
Anderzijds is het mogelijk om de telescooparm 4 op andere wijze uit te voeren, bijvoorbeeld een uit delen opgebouwde vakwerkarm, die met de bekende pen/gat-verbinding aan elkaar te koppelen zijn.