BE1012559A3 - Inslagdraadrem voor een weefmachine. - Google Patents

Inslagdraadrem voor een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1012559A3
BE1012559A3 BE9900187A BE9900187A BE1012559A3 BE 1012559 A3 BE1012559 A3 BE 1012559A3 BE 9900187 A BE9900187 A BE 9900187A BE 9900187 A BE9900187 A BE 9900187A BE 1012559 A3 BE1012559 A3 BE 1012559A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
weft thread
weft
range
thread brake
brake according
Prior art date
Application number
BE9900187A
Other languages
English (en)
Inventor
Johnny Debaes
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE9900187A priority Critical patent/BE1012559A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1012559A3 publication Critical patent/BE1012559A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H59/00Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators
    • B65H59/10Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by devices acting on running material and not associated with supply or take-up devices
    • B65H59/20Co-operating surfaces mounted for relative movement
    • B65H59/22Co-operating surfaces mounted for relative movement and arranged to apply pressure to material
    • B65H59/24Surfaces movable automatically to compensate for variation in tension
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/31Textiles threads or artificial strands of filaments

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Een inslagdraadrem voor het gestuurd weerhouden en vrij doorlaten van een zich binnen haar bereik bevindende inslagdraad op een weefmachine, dewelke voorzien is om de genoemde inslagdraad binnen het genoemde bereik te houden als deze vrij doorgelaten wordt en niet strak gehouden is. Hierdoor kan ook een inslagdraad die vrij doorgelaten wordt in alle omstandigheden binnen het bereik van de inslagdraadrem gehouden worden, zelfs als deze inslagdraad niet strak gehouden wordt. Door deze inrichting kan men, zonder gevaar voor inslagverlies, de inslagdraad telkens gedurende het inbrengen van de inslagdraad vrij doorlaten en deze enkel op het einde van de inbrengfase weerhouden. Hierdoor wordt de wrijvingsweerstand die de inslagdraad gedurende het aanvoeren ondervindt sterk gereduceerd. Het weven, in het bijzonder het weven met grove inslagdraden, zoals het weven van tapijten, verloopt hierdoor sneller.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  INSLAGDRAADREM VOOR EEN WEEFMACHINE -------------------------------------------------------------------- Deze uitvinding betreft een inslagdraadrem voorzien voor het gestuurd weerhouden en vrij doorlaten van een zich binnen haar bereik bevindende inslagdraad op een weefmachine. 



  Deze uitvinding betreft tevens een weefmachine omvattende middelen voor het in opeenvolgende inslaginbrengcycli inbrengen van inslagdraden tussen kettingdraden, en een als hierboven omschreven inslagdraadrem. 



  Op een weefmachine wordt in   opeenvolgende   inslaginbrengcycli telkens een zekere lengte van een inslagdraad-voorraad in het weefsel gebracht door een inslaginbrengmiddel. De inslagdraad wordt daarbij geleidelijk naar het inslaginbrengmiddel toe voortbewogen. Bij spoelloze weefmachines moet het uiteinde van de inslagdraad aan het inslaginbrengmiddel aangereikt worden bij het begin van elke inslaginbrengcyclus. De voortbewegende inslagdraad kan niet altijd op correcte wijze aan het inslaginbrengmiddel aangereikt worden met inslagdraadverlies in een vanglint als gevolg. 



  Om dit inslagdraadverlies bij het weven op spoelloze weefmachines te beperken is het gebruikelijk om een zogenaamde inslagdraadrem te voorzien op de weefmachine. Deze inrichting is voorzien om de voortbewegende inslagdraad af te remmen en op het einde van elke inslaginbrengcyclus te stoppen. 



  Een gekende inslagdraadrem werd omschreven in DE-OS-3415162. Deze inrichting omvat klemmiddelen die in een gesloten en een open stand kunnen geplaatst worden om een inslagdraad in te klemmen en dus te weerhouden, respectievelijk vrij door te laten. Deze inrichting heeft als nadeel dat ze een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 mechanische sturing vereist en bijgevolg niet op eenvoudige wijze kan gestuurd worden. 



  Een andere gekende inslagdraadrem wordt beschreven in GB-PA-2132236. Deze inrichting omvat eveneens klemmiddelen. De sturing is pneumatisch en kan dus op vrij eenvoudige wijze, via een elektrische sturing van een persluchtklep, door de weefmachine-stuurmiddelen gebeuren. 



  De klemmiddelen worden gedurende het inbrengen van een inslagdraad in een gesloten positie geplaatst, teneinde de tussen de klemmiddelen voortbewegende inslagdraad af remmen en uiteindelijk te stoppen op het einde van elke inslaginbrengcyclus. Bij het weven met grove inslagdraden, in het bijzonder bij het weven van tapijt, veroorzaakt dit echter aanzienlijke problemen. 



  Voor het weven van tapijt worden namelijk vrij dikke jute-garens als inslagdraden gebruikt. Deze garens kunnen bijvoorbeeld een garennummerbereik hebben tussen   2 I 0   tex en 2x840 tex. Dergelijke garens zijn niet zo buigzaam en veroorzaken een aanzienlijke wrijving bij elk contact tussen de voortbewegende inslagdraad en een vast onderdeel van de weefmachine. Bij weefmachines met hoge weefsnelheden en dus met een hoge aanvoersnelheid van de inslagdraad, is deze wrijvingsweerstand nog aanzienlijker. Deze hoge wrijvingsweerstand moet overwonnen worden door de inslaginbrengmiddelen. Dit is nadelig zowel voor de goede werking van de weefmachine als voor de weefsnelheid. 



  Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een inslagdraadrem die een minimale wrijvingsweerstand voor de inslagdraad waarborgt. 



  Om de wrijvingsweerstand die grove inslagdraden ondervinden bij gebruik van de gekende inslagdraadremmen enigszins te beperken kan men volgens deze 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 uitvinding een werkwijze toepassen waarbij men deze klemmiddelen in een open positie plaatst gedurende de inbreng van de inslagdraad en pas op het einde van de inbrengcyclus in de gesloten stand plaatst om de inslagdraad klaar te houden voor een volgende inslaginbrengcyclus. Hierdoor vermijdt men de nadelige wrijving van de inslagdraad tegen de klemmiddelen gedurende bijna de volledige inbrengcyclus. 



  Bij gebruik van de gekende inslagdraadremmen stuit men echter op een nieuw probleem. Gedurende het inbrengen van de inslagdraad gebeurt het namelijk dat de inslagdraad gedurende korte tijd niet strak gehouden wordt. Als de klemmiddelen dan in de open stand staan kan de inslagdraad tijdelijk buiten het bereik van de inslagdraadrem komen, en als de klemmiddelen op dat ogenblik worden gesloten kan de inslagdraad niet gegrepen worden. Dit heeft inslagdraadverlies en bijgevolg onderbreking van het weefprocédé als gevolg. 



  Een bijkomend doel van deze uitvinding is te voorzien in een inslagdraadrem waarmee het risico op inslagdraadverlies zo goed als onbestaande iso De hierboven aangeduide doelstellingen worden bereikt door volgens deze uitvinding te voorzien in een inslagdraadrem met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving aangeduide kenmerken, dewelke voorzien is om de genoemde inslagdraad binnen haar bereik te houden als deze inslagdraad vrij doorgelaten wordt en niet strak gehouden is. 



  Met een dergelijke inslagdraadrem is het mogelijk om enerzijds de inslagdraad vrij door te laten en dus met een zeer geringe wrijvingsweerstand te werken, en wordt anderzijds elk risico op inslagdraadverlies vermeden doordat de inslagdraad in alle omstandigheden, zelfs als deze niet strak gehouden is, binnen het bereik van de rem wordt gehouden. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 In een zeer doeltreffende uitvoeringsvorm omvat de inrichting minstens één houdelement, voorzien om een zieh binnen het genoemde bereik bevindend gedeelte van een vrij doorgelaten inslagdraad binnen dit bereik te houden. Doordat het houdelement precies dat deel van de inslagdraad tegenhoudt dat zieh binnen het bereik van de rem bevindt, kan dit deel onmogelijk buiten het bereik van de rem komen. Deze uitvoeringsvorm garandeert dus een onfeilbare werking zonder inslagdraadverlies. 



  In het bijzonder kan elk houdmiddel een binnen het genoemde bereik gelegen begrenzing vormen van de bewegingsruimte van een vrij doorgelaten inslagdraad. 



  Bij voorkeur is er onder de doorvoerbaan van de inslagdraad een dergelijk houdelement opgesteld, zodat een niet strak gehouden inslagdraad op dit houdelement neervalt en op het houdelement liggend nog steeds binnen het bereik van de inslagdraadrem gehouden is. 



  Voorts geniet het de voorkeur om zowel boven als onder de doorvoerbaan van de inslagdraad een dergelijk houdelement te voorzien.   Zö   kan een niet strak gehouden inslagdraad noch in opwaartse richting, noch in neerwaartse richting buiten het bereik van de inslagdraadrem geraken. De inslagdraadrem is bij voorkeur ook zó geconstrueerd dat deze bewegingsruimte ook zijdelings aan weerszijden van deze doorvoerbaan begrensd is, bijvoorbeeld door klemmiddelen. 



  De inslagdraadrem omvat in een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm twee klemmiddelen waarvan er minstens een beweegbaar is zodat de klemmiddelen in een gesloten stand en in een open stand kunnen geplaatst worden om de inslagdraad tussen de klemmiddelen te weerhouden, respectievelijk vrij door te laten tussen deze klemmiddelen, waarbij de inslagdraadrem minstens   een   houdmiddel omvat hetwelk zó opgesteld is dat 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 het zieh tussen deze klemmiddelen uitstrekt als deze in de open stand geplaatst zijn. 



  Elk houdmiddel kan zieh daarbij bijvoorbeeld doorheen tegenoverliggende boringen in de respectievelijke klemmiddelen uitstrekken. Op die manier kunnen de klemmiddelen tussen de open en de gesloten positie bewegen terwijl de houdelementen vast opgesteld kunnen worden. In een uitvoeringsvorm waar slechts   een   van de klemmiddelen beweegbaar opgesteld is terwijl het andere klemmiddel vast opgesteld is moet uiteraard enkel in het beweegbaar opgestelde klemmiddel een boring voorzien zijn om het houdelement door te laten. 



  De inslagdraadrem omvat bij voorkeur ook een opspanvoorziening om de inslagdraad toch enigszins onder spanning te houden terwijl hij vrij doorgelaten wordt door de inslagdraadrem. 



  Bij voorkeur zijn er ook twee geleidingsogen voorzien, dewelke zó opgesteld zijn dat ze de inslagdraad   voor,   respectievelijk nà het doorlopen van het bereik van de rem kunnen geleiden. Hiermee kan men de doorvoerbaan van de inslagdraad door de inslagdraadrem   vastleggen   en ervoor zorgen dat deze doorvoerbaan het genoemde bereik van de inslagdraadrem volgens het meest geschikte traject dwarst. 



  Om de wrijvingsweerstand te beperken moet het aantal geleidingsogen beperkt blijven. Als er een opspaninrichting voorzien is wordt deze bij voorkeur nabij de inslagdraadrem of op het gestel van de inslagdraadrem geplaatst om een vast doorvoeroog van deze opspanvoorziening als een van beide geleidingsogen, bij voorkeur het aan de uitgang van de inslagdraadrem geplaatste geleidingsoog, te gebruiken. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Als er een inslagdraadsensor of inslagwachter voorzien wordt, wordt deze om dezelfde reden nabij de inslagdraadrem of op het gestel van de inslagdraadrem geplaatst om het doorvoeroog ervan als één van beide geleidingsogen, bij voorkeur het aan de ingang geplaatste geleidingsoog, te gebruiken. 



    Zö   wordt het aantal doorvoerogen en geleidingsogen, en dus ook de wrijvingsweerstand die de inslagdraad ondervindt, tot een absoluut minimum herleidt. 



  Bij de inbreng van grove inslagdraden komt er vrij veel stof vrij. Dit stof kan de goede werking van de inslagdraadrem in gevaar brengen. Om dit te vermijden wordt de inslagdraadrem   zó   uitgevoerd dat de zieh onder de doorvoerbaan van de inslagdraad bevindende constructie hoofdzakelijk open is. Het van het garen afkomstige stof kan door de open constructie naar beneden vallen en kan zieh dus onmogelijk ophopen op of in een onderdeel van de inslagdraadrem. 



  De inslagdraadrem wordt in een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm voorzien om zó in synchronisatie met de inslaginbrengcycli van een weefmachine te werken dat de inslagdraad gedurende het inbrengen van de inslagdraad vrij doorgelaten wordt en telkens op het einde van de inbrengfase weerhouden wordt. Dit garandeert een minimale wrijvingsweerstand. 



  Volgens deze uitvinding wordt tevens een weefmachine voorzien, dewelke middelen omvat voor het in opeenvolgende inslaginbrengcycli inbrengen van inslagdraden tussen kettingdraden, en een inslagdraadrem omvat dewelke voorzien is voor het gestuurd weerhouden en vrij   door ! aten van   een zieh binnen haar bereik bevindende inslagdraad, waarvan de inslagdraadrem voorzien is om de genoemde inslagdraad binnen haar bereik te houden, als deze inslagdraad vrij doorgelaten wordt en niet strak gehouden is. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 De nadelen van de weefmachines met gekende inslagdraadremmen, en de manier waarop aan deze   nadelen   wordt verholpen met een weefmachine volgens deze uitvinding blijkt duidelijk uit hetgeen voorafgaat. 



  Voorts wordt volgens deze uitvinding ook voorzien in een weefmachine waarvan de inslagdraadrem   een   of meerdere van de hoger aangeduide kenmerken van de inslagdraadrem volgens deze uitvinding heeft. 



  Ter verduidelijking van deze uitvinding en om verdere kenmerken en bijzonderheden ervan aan te duiden wordt in hetgeen   volgt een   meer gedetailleerde beschrijving gegeven van een mogelijke uitvoeringsvorm van een inslagdraadrem volgens deze uitvinding. Aangezien de beschreven uitvoeringsvorm niets meer is dan een voorbeeld dat de uitvinding illustreert kan geen enkel deel van de   hierna   volgende beschrijving geïnterpreteerd worden als een beperking van de draagwijdte van de bescherming zoals in de hierbij gevoegde conclusies werd bepaald. 



  In deze beschrijving wordt door middel van   referentiecijfers   verwezen naar de hierbij gevoegde figuren 1, 2 en 3 waarop telkens dezelfde inslagdraadrem met een erdoor lopende inslagdraad in perspectief wordt voorgesteld, respectievelijk gezien vanuit drie verschillende posities. 



  De op de figuren voorgestelde inslagdraadrem (1) omvat een draagconstructie (2) met een basis (3) waarin een nagenoeg rechthoekige opening voorzien is zodat de draagconstructie bijna volledig open is langs de onderzijde (zie fig. 2). De basis (3) vertoont een voorste (4) en een achterste horizontaal deel (5) waarop onderdelen van de inslagdraadrem (zie verder) bevestigd zijn. Aansluitend op de tegenoverliggende zijdelingse randen van de basis (3) zijn twee parallelle opstaande wanden (6), (7) voorzien. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 Tussen de genoemde opstaande wanden (6), (7) zijn twee buigzame klemplaten (8),(9) opgesteld, respectievelijk bevestigd aan een op het achterste horizontaal deel (5) van de basis (3) bevestigde opstaande   staaf (10), (11).   



  De klemplaten (8), (9) lopen vanaf de respectievelijke staven (10), (1 I) naar elkaar toe en hebben respectievelijke voorste randgedeelten (12), (13) die zieh nagenoeg evenwijdig aan elkaar uitstrekken. De klemplaten zijn zo opgesteld dat er tussen de   randgedeeIten (12), ( I 3) voldoende plaats   is om een grove inslagdraad (14) vrij door te laten. Dit is de open stand van deze klemplaten. 



  Op de naar de klemplaten (8), (9) gerichte zijden van de opstaande wanden (6), (7) zijn respectievelijke kleine   persluchtcilinders (15), (16)   bevestigd. Elke persluchtcilinder heeft een door perslucht   verplaatsbaar   gedeelte (17), (18) dat een respectievelijke klemplaat (8), (9) kan verplaatsen tot de klemplaten (8), (9) voldoende dicht van elkaar komen dat ze de zich ertussen uitstrekkende inslagdraad (14) kunnen inklemmen om deze af te remmen en te stoppen. Dit is de gesloten stand van deze klemplaten. 



  Elke persluchtcilinder (15), (16) is aangesloten op een persluchtleiding (19), (20). Door regeling van de persluchttoevoer kunnen de persluchtcilinders (15), (16) gestuurd worden om de klemplaten (9), (10) in een gesloten of een open stand te plaatsen. De persluchttoevoer wordt geregeld door middel van een niet op de figuren voorgestelde persluchtklep met elektrische   stuum1iddelen,   dewelke door de weefmachinesturing gestuurd worden in synchronisatie met de inslaginbreng. 



  Twee geleidingsstaafjes (21), (22) lopen, respectievelijk boven en onder de doorvoerbaan van de inslagdraad (14) tussen de opstaande wanden (6), (7) van de draagconstructie (2) en zijn op tegenoverliggende plaatsen aan deze wanden bevestigd. Deze geleidingsstaafjes strekken zich uit doorheen respectievelijke boringen in elke klemplaat (8), (9). Doordat deze geleidingsstaafjes (21), (22) 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 zieh in de ruimte tussen de klemplaten uitstrekken en daar een bovenste en een onderste begrenzing van de bewegingsruimte van de inslagdraad (14) vormen kan de inslagdraad   (14)   de ruimte tussen de klemplaten niet verlaten. Als de inslagdraad (14) ingebracht wordt terwijl de klemplaten (8), (9) in de open stand staan, wordt deze steeds, en zelfs als de inslagdraad (14) niet strak gehouden is, tussen de geopende klemmiddelen (8), (9) gehouden.

   Hierdoor kan men de inslagdraad (14) zonder gevaar voor inslagdraadverlies met geopende klemplaten (8), (9) inbrengen, zodat kan geweven worden met een minimale wrijvingsweerstand. Op figuur 3 is het zieh boven de inslagdraad (14) uitstrekkende geleidingsstaafje   (21)   weggelaten. 



  De opstaande wanden (6), (7) hebben achteraan respectievelijke omgebogen vleugels (23), (32). Op een van die vleugels (23) is een inslagdraadsensor (24) in een zodanige positie bevestigd dat zijn doorvoeroog (25) kan gebruikt worden als een eerste geleidingsoog voor de inslagdraad (14) bij de ingang van de inslagdraadrem (1). 



  Op een naar voor toe uitstekend gedeelte van het voorste horizontaal deel (4) van de basis (3) is een zogenaamde recuperatiehefboom (26) opgesteld om de inslagdraad (14) toch onder een zekere spanning te kunnen houden als de klemplaten (9), (10) geopend zijn. 



  Deze recuperatiehefboom (26) is verdraaibaar om een vertikale as die met de basis (3) verbonden is, en omvat een zieh in radiale richting uitstrekkende draaiarm (27) die op het uiteinde een trekarm (28) draagt, dewelke zieh horizontaal naar voor toe uitstrekt, en nagenoeg loodrecht staat op de langsrichting van de draaiarm (27). De draaiarm (27) is schamierbaar verbonden aan een draaias. Op deze draaias is een vaste doorvoeroog (29) voorzien. Op het uiteinde van de trekarm (28) is een ander doorvocroog (30) voor de inslagdraad (14) voorzien. Dit doorvoeroog (30) is verplaatsbaar door rotatie van de draaiarm (27). Aan de draaiarm (27) is het ene uiteinde 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 bevestigd van een trekveer (31) waarvan het andere uiteinde bevestigd is aan   een   van de hoger genoemde vleugels (32). 



  Het vast doorvoeroog (29) op de draaias van de recuperatiehefboom (26) wordt gebruikt als een tweede geleidingsoog voor de inslagdraad (14) bij de uitgang van de inslagdraadrem (1), en bepaalt, samen met het eerste geleidingsoog (25) bij de ingang, de doorvoerbaan van de inslagdraad   (14).   



  De draaiarm (27) is solidair met een zieh in een tegenovergestelde radiale richting uitstrekkende blokkeerarm (33), die voorzien is om in een bepaalde positie tegen de draagconstructie (2) te stoten en de verdere verdraaiing (tegen de veerkracht van de trekveer in) onmogelijk te maken. 



  De inslagdraad   (14)   wordt ook door het beweegbaar doorvoeroog (30) gevoerd, en wordt onder spanning gebracht doordat dit doorvoeroog (30) van de doorvoerbaan weg getrokken wordt door de trekveer   (31). De   veerkracht die door de trekveer wordt uitgeoefend is instelbaar. 



  De inslagdraadrem (1) omvat voorts ook van schroefdraad voorziene staven (34), (35) voor de bevestiging op een weefmachine.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES l. Inslagdraadrem ( !) voorzien voor het gestuurd weerhouden en vrij doorlaten van een zieh binnen haar bereik bevindende inslagdraad (14) op een weefmachine met het kenmerk dat deze voorzien is om de inslagdraad (14) binnen het genoemde bereik te houden als hij vrij doorgelaten wordt en niet strak gehouden is.
    2. Inslagdraadrem volgens conclusie 1 met het kenmerk dat deze minstens een houdelement (21), (22) omvat, voorzien om een zieh binnen het genoemde bereik bevindend gedeelte van een vrij doorgelaten inslagdraad (14) binnen dit bereik te houden.
    3. Inslagdraadrem volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat elk houdmiddel (21), (22) een binnen het genoemde bereik gelegen begrenzing vormt van de bewegingsruimte van een vrij doorgelaten inslagdraad (14).
    4. Inslagdraadrem volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat deze twee klemmiddelen (8), (9) omvat waarvan er minstens een beweegbaar is zodat de klemmiddelen in een gesloten stand en in een open stand kunnen geplaatst worden, waarbij de inslagdraad (14) tussen de klemmiddelen wordt weerhouden, respectievelijk vrij doorgelaten wordt tussen deze klemmiddelen, en dat de inslagdraadrem minstens een houdmiddel (21), (22) omvat hetwelk zó opgesteld is dat het zieh tussen deze klemmiddelen (8), (9) uitstrekt als deze in de open stand geplaatst zijn.
    5. Inslagdraadrem volgens conclusie 4 met het kenmerk dat elk houdmiddel (21), (22) zieh doorheen tegenoverliggende boringen in de respectievelijke klemmiddelen (8), (9) uitstrekt. <Desc/Clms Page number 12>
    6. Inslagdraadrem volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat deze een opspanvoorziening (26) voor de inslagdraad (14) omvat.
    7. Inslagdraadrem volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat deze twee geleidingsogen (25), (29) omvat, dewelke zó opgesteld zijn dat ze de inslagdraad (14) voor, respectievelijk nà het doorlopen van het genoemde bereik kunnen geleiden.
    8. Inslagdraadrem volgens conclusies 6 en 7 met het kenmerk dat een van de twee geleidingsogen (25), (29) een vast doorvoeroog (29) van de opspanvoorziening is.
    9. Inslagdraadrem volgens conclusie 7 of 8 met het kenmerk dat een van de twee geleidingsogen (25), (29) het doorvoeroog (25) van een inslagdraadsensor is.
    10. Inslagdraadrem volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de zieh onder de doorvoerbaan van de inslagdraad (14) bevindende constructie (3) hoofdzakelijk open is.
    I I. Inslagdraadrem volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat deze voorzien is om zó in synchronisatie met de ins ! aginbrengcyc) i van een weefmachine te werken dat de inslagdraad (14) gedurende het inbrengen van de inslagdraad (14) vrij doorgelaten wordt en telkens op het einde van de inbrengfase weerhouden wordt.
    12. Weefmachine, omvattende middelen voor het in opeenvolgende inslaginbrengeycli inbrengen van inslagdraden tussen kettingdraden, en een inslagdraadrem (I) voorzien voor het gestuurd weerhouden en <Desc/Clms Page number 13> vrij doorlaten van een zieh binnen haar bereik bevindende inslagdraad, met het kenmerk dat de inslagdraadrem (I) voorzien is om de genoemde inslagdraad (14) binnen haar bereik te houden als deze inslagdraad (14) vrij doorgelaten wordt en niet strak gehouden is.
BE9900187A 1999-03-17 1999-03-17 Inslagdraadrem voor een weefmachine. BE1012559A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900187A BE1012559A3 (nl) 1999-03-17 1999-03-17 Inslagdraadrem voor een weefmachine.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900187A BE1012559A3 (nl) 1999-03-17 1999-03-17 Inslagdraadrem voor een weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012559A3 true BE1012559A3 (nl) 2000-12-05

Family

ID=3891822

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9900187A BE1012559A3 (nl) 1999-03-17 1999-03-17 Inslagdraadrem voor een weefmachine.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1012559A3 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3181569A (en) * 1964-02-06 1965-05-04 Beacon Mfg Co Filling yarn control means
DE3446567C1 (de) * 1984-12-20 1986-05-07 Lindauer Dornier Gmbh, 8990 Lindau Schussfadenbremse mit stufenweise steuerbarer Bremswirkung
EP0242103A2 (en) * 1986-04-07 1987-10-21 E.I. Du Pont De Nemours And Company Fabric made from flat thermoplastic melt impregnated tow
EP0597239A1 (de) * 1992-11-09 1994-05-18 SOBREVIN Société de brevets industriels-Etablissement Fadenbremse
WO1997012084A1 (en) * 1995-09-27 1997-04-03 Nuova Roj Electrotex S.R.L. Device to block the weft yarn during cutting thereof, to be associated to measuring weft feeders

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3181569A (en) * 1964-02-06 1965-05-04 Beacon Mfg Co Filling yarn control means
DE3446567C1 (de) * 1984-12-20 1986-05-07 Lindauer Dornier Gmbh, 8990 Lindau Schussfadenbremse mit stufenweise steuerbarer Bremswirkung
EP0242103A2 (en) * 1986-04-07 1987-10-21 E.I. Du Pont De Nemours And Company Fabric made from flat thermoplastic melt impregnated tow
EP0597239A1 (de) * 1992-11-09 1994-05-18 SOBREVIN Société de brevets industriels-Etablissement Fadenbremse
WO1997012084A1 (en) * 1995-09-27 1997-04-03 Nuova Roj Electrotex S.R.L. Device to block the weft yarn during cutting thereof, to be associated to measuring weft feeders

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4417606A (en) Weft propelling grippers for textile looms
BE1019614A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vangen en strekken van inslagdraden bij weefmachines.
US7128098B2 (en) Transfer gripper for a rapier weaving loom
BE1012559A3 (nl) Inslagdraadrem voor een weefmachine.
BE1026412B1 (nl) Gevergrijperkop
BE1001508A3 (nl) Werkwijze voor het uit de gaap verwijderen van een foutief inslagdraadgedeelte bij weefmachines.
JP7017991B2 (ja) グリッパ織機における疑似耳部の無い緯糸操作装置
NL8602192A (nl) Werkwijze voor het herstellen van een kettingbreuk bij weefmachines en herbedradingsinrichtingen hierbij aangewend.
BE1020533A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vangen en strekken van een inslagdraad.
BE1016753A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een leno-weefsel bij een weefmachine.
US4540028A (en) Shuttleless weaving machine with gripper systems for the filling yarn insertion into and retraction from the shed
RU2501893C2 (ru) Головка рапиры для ткацкой машины
US4598184A (en) Thread tension monitoring and clamping apparatus
BE1011089A3 (nl) Draadrem met twee remelementen.
US4062382A (en) Extending carrier for looms with removal of the filling yarn from stationary bobbins
US4949762A (en) Weft gripper for shuttleless loom
BE1008376A3 (nl) Weefmachine met afvallint.
US5355566A (en) Machine for the automatic drawing-in of warp threads
BE906126A (nl) Werkwijze en inrichting voor het geleiden van de inslagdraden bij weefmachines.
BE1013285A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het steunen van een schaar kettingdraden bij een weefmachine.
US4014083A (en) Draw-in gripper assembly for drawing-in warp threads
BE1012676A3 (nl) Inrichting voor inslagannulatie op een weefmachine.
JPH0397938A (ja) 無ひ織機用よこ入れ具支持案内システム
BE1024912A1 (nl) Zelfkantinrichting
US3299909A (en) Selective weft presenting device

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: N.V. MICHEL VAN DE WIELE

Effective date: 20010331