<Desc/Clms Page number 1>
Door een scharnierverbinding verbonden onderdelen en daarbij gebruikte schroef. Deze uitvinding heeft betrekking op door een scharnierverbinding verbonden onderdelen, waarvan er een vast is en een wentelbaar en waarbij de scharnierverbinding minstens een scharnier bevat met ten minste twee door een scharnieras verbonden scharnierbladen die door schroeven respectievelijk aan het vaste onderdeel en aan het wentelbare onderdeel vastgemaakt zijn.
Deze uitvinding heeft meer in het bijzonder betrekking op een scharnier voor een deur of voor een raam.
Een scharnierblad is door twee of meer schroeven bevestigd aan de smalle zijrand van het wentelbare vleugeldeel en een of twee scharnierbladen zijn door twee of meer schroeven bevestigd aan de smalle binnenrand van het kaderdeel, waarbij de scharnieras buiten het vlak van het vleugeldeel gelegen is.
Dit betekent dat inbrekers hetzij de scharnieras kunnen verwijderen, hetzij het vleugeldeel kunnen oplichten.
Het is bekend om het ongewenst openen van het vleugeldeel te beletten wanneer de scharnieras verwijderd of gebroken werd of wanneer het vleugeldeel werd opgelicht, een of meer zogenoemde dievenklauwen aan te brengen.
Een dievenklauw bestaat uit een pen die op de smalle zijrand van het vleugeldeel bevestigd wordt en een opening in de zijrand van het kaderdeel, zodat bij het sluiten van
<Desc/Clms Page number 2>
de deur of van het raam de pen automatisch in de opening binnendringt.
Het aanbrengen van een of meer van deze dievenklauwen is relatief duur, niet enkel door de kostprijs van de tweedelige dievenklauw zelf, maar vooral doordat het tijdrovend is de opening en de pen van de dievenklauw aan te brengen.
De uitvinding heeft een scharnierverbinding als doel die deze en ander nadelen vermijdt en die een analoge beveiliging als met een dievenklauw biedt maar op een eenvoudigere en goedkopere manier.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat minstens één van de schroeven waarmee een scharnierblad aan een onderdeel vastgemaakt is van een buiten het scharnierblad uitstekende kop voorzien is, terwijl het geheel, gevormd door het andere onderdeel en het erop bevestigde scharnierblad, van een opening is voorzien waarin bij dichtgewentelde onderdelen de kop van de schroef binnendringt.
Normaal zijn de koppen van de schroeven waarmee de scharnierbladen bevestigd worden, verzonken. Volgens de uitvinding bezitten dus één of meer van deze schroeven een kop die niet verzonken is maar daarentegen uitsteekt en de pen van een dievenklauw vormt. Er is dus geen aparte pen meer nodig die afzonderlijk moet aangebracht worden maar een of meer van de schroeven die toch'moet of moeten aangebracht worden voor het bevestigen van een scharnierblad vormt terzelfder tijd de pen.
<Desc/Clms Page number 3>
Het scharnier kan van het type zijn waarbij in dichtgewentelde stand het scharnierblad dat op het ene onderdeel vastgemaakt is tegenover een gedeelte van het andere scharnierblad gelegen is. In dit geval kan de opening voor de kop van de schroef met uitstekende kop zich ook in een scharnierblad uitstrekken.
Bij voorkeur bevestigt de schroef met uitstekende kop een scharnierblad aan het beweegbare onderdeel, terwijl de opening in het geheel gevormd door het vaste onderdeel en het erop bevestigde scharnierblad aangebracht is.
De vaste en wentelbare onderdelen kunnen een gedeelte, in het bijzonder een profiellijst vormen van respectievelijk het vaste kader en de wentelbare vleugel van een deur of raam.
In dit laatste geval waarbij de onderdelen profiellijsten zijn, zijn de schroeven voor het bevestigen en dus ook de schroef met een uitstekende kop minstens in een binnenin een van de profiellijsten aangebracht stuk geschroefd dat een moerfunctie vervult.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de schroef met uitstekende kop een kop die aan de zijde van de scharnieras afgeschuind is.
Vooral indien de scharnieras op relatief grote afstand ligt van het scharnierblad, zoals bijvoorbeeld bij scharnieren voor oplegdeuren, laat deze afschuining het gebruik van een diep in de opening binnendringende en brede kop toe. Bij het dichtwentelen beschrijft de kop van de schroef immers een cirkelboogvormige baan waarvan het centrum met de scharnieras samenvalt.
<Desc/Clms Page number 4>
Aangezien de afschuining noodzakelijkerwijze aan de kant van de scharnieras moet gelegen zijn en dit bij een schroef uit een stuk niet altijd gewaarborgd is, kan de schroef met uistekende kop uit twee delen bestaan, namelijk een eerste deel en een kop die op een instelbare manier aan het eerste deel bevestigd is.
De uitvinding heeft ook betrekking op een schroef met speciale kop voor de beveiliging die kennelijk bestemd is om gebruikt te worden in de door een scharnierverbinding verbonden onderdelen volgens een van de vorige uitvoeringsvormen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van door een scharnierverbinding verbonden onderdelen en van een daarbij gebruikte schroef volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 een zieht in perspectief weergeeft van door een scharnierverbinding verbonden onderdelen volgens de uitvinding, met het wentelbare onderdeel in open stand ; figuur 2 een horizontale doorsnede weergeeft van de onderdelen en de scharnierverbinding van figuur 1 ; figuur 3 een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 2, maar met het wentelbare onderdeel in gesloten stand ;
figuur 4 een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 3, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de scharnierverbinding ;
<Desc/Clms Page number 5>
figuur 5 een gedeelte van een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 4, maar op grotere schaal en met betrekking tot een nog andere uitvoeringsvorm van de scharnierverbinding.
In de figuren 1 tot 3 zijn een vast onderdeel 1 dat bestaat uit een opstaande profiellijst van een vast kader en een wentelbaar onderdeel 2 dat bestaat uit een opstaande profiellijst van het kader van een wentelbare vleugel weergegeven die met elkaar scharnierend verbonden zijn met scharnieren 3 waarvan er in de figuren een is weergegeven.
Dit scharnier 3 is van een op zich bekend type waarbij de scharnieras 4 omringd is door drie boven elkaar gelegen kokers 5, 6 en 7 met ertussen kunststofringen 8.
De onderste koker 5 en de bovenste koker 7 vormen een geheel met een eerste relatief lang scharnierblad 9 dat door middel van twee schroeven 10 vastgemaakt is aan het vaste onderdeel 1.
Deze schroeven 10 zijn inbusschroeven die, om een stevige bevestiging te verkrijgen geschroefd zijn in een metalen stuk 11 dat door een gedeelte van een metalen profiellijst of lat gevormd is en dat zich binnenin de holle profiellijst bevindt. De profiellijst die het onderdeel 1 vormt is immers een holle aluminium profiellijst waarvan de wanddikte te klein is om een goede schroefbevestiging toe te laten.
De middelste koker 5 vormt een geheel met een kleiner scharnierblad 12 dat door schroeven 13 aan het wentelbare onderdeel 2 bevestigd is.
<Desc/Clms Page number 6>
Ook deze schroeven 13 zijn geschroefd in een metalen stuk 14 dat een gedeelte van een lat of profiellijst vormt en dat zich binnenin de holle profiellijst bevindt die het onderdeel 2 vormt.
De schroeven 13 verschillen evenwel van de schroeven 10 doordat ze een uitstekende kop 15 bezitten, dit is een kop 15 die ook wanneer de schroeven 13 volledig ingeschroefd zijn, merkelijk buiten het scharnierblad 12 uitsteekt en bij gesloten toestand van het scharnier 3 in een opening 16 steekt die zich doorheen het andere scharnierblad 9, de wand van de profiellijst van het onderdeel 1 en het stuk 11 uitstrekt, zoals weergegeven in figuur 3.
Deze opening 16 is dus samengesteld uit een opening 17 in het scharnierblad 9, een opening 18 in het onderdeel 1 en een opening 19 in het stuk 11.
Doordat in deze gesloten stand de scharnierbladen 9 en 12 praktisch tegen elkaar gelegen zijn, zijn de normale schroeven die voor het bevestigen van het scharnierblad 12 gebruikt worden met hun conische kop verzonken in dit scharnierblad 12.
Om ook deze normale schroeven te kunnen gebruiken, indien gewenst, is de opening 20 die voor een schroef 13 in het scharnierblad 12 aangebracht is aan de buitenkant van een trechtervormig uiteinde voorzien.
Een schroef 13 bezit dan ook een gedeelte 21 dat de vorm heeft van de klassieke schroef met een conische kop, waarbij de kop 15 op deze conische kop aansluit en zelf een weining conisch is naar zijn vrije uiteinde toe.
<Desc/Clms Page number 7>
Om de schroef 13 te kunnen inschroeven, is in dit uiteinde een zeskantige holte 22 aanwezig zodat de schroef 13 een inbusschroef vormt.
Wanneer de onderdelen 1 en 2 en dus ook het scharnier 3 dichtgewendeld worden vanuit de in de figuren 1 en 2 weergegeven opengewentelde stand, zal de kop 15 van elke schroef 13 binnendringen in de opening 16 en dus de functie van een dievenklauw vervullen.
Het openbreken door de wentelbare vleugel op te lichten of door de scharnieras 4 uit de kokers 5,6 en 7 te kloppen, is daardoor niet meer mogelijk.
In de figuren zijn de twee bevestigingsschroeven waarmee het scharnierblad 12 aan het onderdeel 2 vastgemaakt is gevormd door schroeven 13 met een uitstekende kop 15.
Het is duidelijk dat als inbraakbeveiliging een dergelijke schroef 13 kan volstaan. De andere schroef van het scharnier en de schroeven waarmee het scharnierblad van de andere scharnieren vastgemaakt zijn, kunnen klassieke schroeven met een verzonken kop zijn.
De scharnierbladen 9 kunnen standaard van twee openingen 17 voorzien zijn zodat eenzelfde scharnier kan gebruikt worden zowel met als zonder een of twee schroeven 13 met uitstekende kop 15.
Het is duidelijk dat de profiellijsten die de onderdelen 1 en 2 vormen uiteenlopende vormen kunnen aannemen.
Zo kan de profiellijst die het onderdeel 2 vormt deel uitmaken van het kader van een zogenoemde oplegdeur,
<Desc/Clms Page number 8>
waarbij dus in gesloten stand een rand van deze profiellijst de profiellijst van het vaste kader en dus het onderdeel l overlapt, zoals weergegeven in figuur 4.
Hieruit vloeit voort dat de scharnieras 4 tot naast de overlappende rand verschoven wordt en hierdoor zal bij het dichtwentelen van het onderdeel 2 de kop 15 kleiner of de opening 16 groter moeten zijn opdat de kop 15 in de opening 16 zou kunnen dringen. Dit zou voor gevolg hebben dat in sluitstand de kop 15 met een relatief grote speling in de opening 16 zit, hetgeen de beveiliging nadelig beïnvloedt.
Om dit te vermijden is in de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 de kop 15 aan de zijde van de scharnieras 4 afgeschuind.
Om zeker te zijn dat de afschuining aan de zijde van de scharnieras 4 gelegen is bij het vastschroeven van het scharnierblad 12, bestaat de schroef 13 uit twee ten opzichte van elkaar instelbare delen, namelijk het deel dat door de kop 15 gevormd is en een deel 23 dat een inbusschroef vormt.
Dit deel 23 bezit een uiteinde 24 dat van rechtste schroefdraad is voorzien en zoals het hoger genoemde gedeelte 21 in het stuk 14 geschroefd is, en een uiteinde 25 met met linkse schroefdraad, waarop de kop 15 geschroefd
EMI8.1
is.
Het laatstgenoemde uiteinde 25 is voorzien van een zeskantopening 26 terwijl de kop 15 uitwendig ook zeskantig is.
<Desc/Clms Page number 9>
Voor het bevestigen van het scharnierblad 12 wordt eerst het deel 23 met zijn uiteinde 24 met rechtse schroefdraad in het stuk 14 geschroefd, zonder evenwel aan te spannen.
Daarna wordt de kop 15 op het uiteinde 25 geschroefd, eveneens zonder aan te spannen.
De kop 15 wordt in de juiste stand geplaatst, met de afschuining aan de zijde van de scharnieras 4 en, terwijl deze kop 15 met een moersleutel of tang vastgehouden wordt, wordt het deel 23 met een stift aangespannen. Hierbij zal ook de kop 15 ten opzichte van het deel 23 geblokkeerd worden.
De uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 5 verschilt van de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 doordat de kop 15 niet op het deel 23 geschroefd is maar dit deel 23 een conisch kopje 27 met inbusopening bevat waarmee het de kop 15 tegen het scharnierblad 12 duwt.
De kop 15, die uitwendig eveneens zeskantig is, is van een opening 28 voorzien waardoorheen het deel 23 met uitzondering van het kopje 27 los steekt en een daarop aansluitende grotere opening 29 waarin dit kopje 27 gelegen is.
Om het scharnierblad 12 te bevestigen, wordt het deel 23 doorheen de openingen 28 en 29 aangebracht en in het stuk 14 geschroefd zonder aan te spannen. De kop 15 wordt in de juiste stand gebracht en in deze stand, door een moersleutel of tang vastgehouden, wordt het deel 23 aangespannen.
<Desc/Clms Page number 10>
De schroeven 13 moeten niet noodzakelijk gebruikt worden om het scharnierblad 12 aan het wentelbare onderdeel 2 te bevestigen. Derglijke schroef 13 kan ook het scharnierblad 9 aan het vaste onderdeel 1 vastmaken, waarbij dan uiteraard een overeenstemmende opening 16 in het wentelbare onderdeel 2 of een erop bevestigd stuk zoals het scharnierblad 12 en/of het stuk 14 aangebracht is.
De scharnieren 3 van de scharnierverbinding kunnen ook van een ander type zijn, bijvoorbeeld met slechts twee kokers.
Bij dergelijke scharnieren zullen in sluitstand de scharnierbladen meestal niet tegenover elkaar gelegen zijn.
De opening 16 voor de kop 15 van een schroef 13 zal dus niet mede in een scharnierblad aangebracht zijn maar enkel in de profiellijst en eventueel in een binnen deze profiellijst gelegen stuk 11 of 14 dat door de schroeven voor het bevestigen van een scharnierblad vastgemaakt is aan de profiellijst.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke scharnierverbinding en schroef kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Parts connected by a hinge connection and screw used. This invention relates to hinged joint parts, one of which is fixed and rotatable, the hinge joint comprising at least one hinge having at least two hinge blades connected by a pivot shaft which are attached by screws to the fixed part and to the rotatable part to be.
More particularly, this invention relates to a hinge for a door or for a window.
A hinge leaf is attached to the narrow side edge of the revolving wing part by two or more screws, and one or two hinge leaves are attached to the narrow inner edge of the frame part by two or more screws, the hinge axis being located outside the plane of the wing part.
This means that burglars can either remove the hinge pin or lift the vent.
It is known to prevent the undesired opening of the wing part when the hinge shaft is removed or broken or when the wing part is lifted, to provide one or more so-called thief claws.
A thieves claw consists of a pin that is attached to the narrow side edge of the wing part and an opening in the side edge of the frame part, so that when closing
<Desc / Clms Page number 2>
the door or window automatically penetrates the pin into the opening.
The fitting of one or more of these thief claws is relatively expensive, not only because of the cost of the two-piece thief claw itself, but mainly because it is time-consuming to fit the opening and the pin of the thief claw.
The object of the invention is a hinge connection which avoids these and other disadvantages and which offers an analog security as with a thief claw but in a simpler and cheaper way.
This object is achieved according to the invention in that at least one of the screws securing a hinge leaf to a part is provided with a head protruding outside the hinge leaf, while the whole, formed by the other part and the hinge leaf attached thereto, has an opening provided where the head of the screw penetrates for parts that have been rolled up.
Normally, the heads of the screws securing the hinge blades are countersunk. Thus, according to the invention, one or more of these screws have a head that is not countersunk but, on the other hand, protrudes and forms the pin of a thief claw. Thus, there is no longer a need for a separate pin that has to be fitted separately, but one or more of the screws that must or must be fitted for attaching a hinge leaf at the same time forms the pin.
<Desc / Clms Page number 3>
The hinge may be of the type in which the hinge leaf which is fastened on one part is located opposite a part of the other hinge leaf in the closed position. In this case, the opening for the head of the protruding screw can also extend into a hinge blade.
Preferably, the protruding head screw attaches a hinge blade to the movable member, while the opening formed in its entirety by the fixed member and the hinge blade attached thereto is provided.
The fixed and revolving parts can form a part, in particular a profile frame, of the fixed frame and the revolving wing of a door or window, respectively.
In the latter case where the parts are profile strips, the screws for fastening and thus also the screw with a protruding head are screwed at least into an inner part of one of the profile strips which performs a nut function.
In a special embodiment of the invention, the protruding screw has a head that is chamfered on the side of the pivot shaft.
Especially if the hinge axis is at a relatively large distance from the hinge leaf, such as, for example, with hinges for overlay doors, this bevel allows the use of a wide head penetrating deep into the opening. After all, the head of the screw describes a circular arcuate path, the center of which coincides with the pivot axis when it is closed.
<Desc / Clms Page number 4>
Since the chamfer must necessarily be on the side of the pivot shaft and this is not always guaranteed with a one-piece screw, the protruding screw head can consist of two parts, namely a first part and a head that can be adjusted in an adjustable manner. the first part is confirmed.
The invention also relates to a screw with special security head which is evidently intended to be used in the hinged joint parts according to any of the previous embodiments.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, hereinafter, as an example without any limitation, some preferred embodiments of components connected by a hinge connection and of a screw according to the invention used therewith are described with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a perspective view of parts according to the invention connected by a hinge connection, with the rotatable part in open position; figure 2 shows a horizontal section of the parts and the hinge connection of figure 1; figure 3 represents a cross-section analogous to that of figure 2, but with the rotating part in closed position;
figure 4 represents a cross-section analogous to that of figure 3, but with regard to another embodiment of the hinge connection;
<Desc / Clms Page number 5>
figure 5 represents a part of a cross-section analogous to that of figure 4, but on a larger scale and with regard to yet another embodiment of the hinge connection.
Figures 1 to 3 show a fixed part 1 consisting of an upright profile frame of a fixed frame and a revolving part 2 consisting of an upright profile frame of a frame of a revolving wing hingedly connected with hinges 3 of which one is shown in the figures.
This hinge 3 is of a type known per se, in which the hinge axis 4 is surrounded by three tubes 5, 6 and 7, one above the other, with plastic rings 8 in between.
The lower tube 5 and the upper tube 7 form a whole with a first relatively long hinge leaf 9 which is fixed to the fixed part 1 by means of two screws 10.
These screws 10 are hexagon socket screws which, in order to obtain a firm attachment, are screwed into a metal piece 11 which is formed by a part of a metal profile strip or slat and which is located inside the hollow profile strip. After all, the profile frame that forms part 1 is a hollow aluminum profile frame, the wall thickness of which is too small to allow a good screw fixing.
The central tube 5 forms a whole with a smaller hinge blade 12 which is attached to the rotatable part 2 by screws 13.
<Desc / Clms Page number 6>
These screws 13 are also screwed into a metal piece 14 which forms part of a slat or profile frame and which is located inside the hollow profile frame which forms part 2.
However, the screws 13 differ from the screws 10 in that they have a protruding head 15, this is a head 15 which, when the screws 13 are fully screwed in, protrudes noticeably outside the hinge leaf 12 and when the hinge 3 is closed in an opening 16 which extends through the other hinge leaf 9, the wall of the profile strip of the part 1 and the piece 11, as shown in figure 3.
This opening 16 is thus composed of an opening 17 in the hinge leaf 9, an opening 18 in the part 1 and an opening 19 in the part 11.
Because in this closed position the hinge blades 9 and 12 are practically placed against each other, the normal screws used for attaching the hinge blade 12 are countersunk with this conical head 12 in this hinge blade 12.
In order to also be able to use these normal screws, if desired, the opening 20 provided for a screw 13 in the hinge leaf 12 is provided with a funnel-shaped end on the outside.
A screw 13 therefore has a part 21 which has the shape of the classic screw with a conical head, the head 15 connecting to this conical head and itself being slightly conical towards its free end.
<Desc / Clms Page number 7>
In order to be able to screw in the screw 13, a hexagonal cavity 22 is present in this end, so that the screw 13 forms an Allen screw.
When the parts 1 and 2 and thus also the hinge 3 are turned closed from the open-turned position shown in Figures 1 and 2, the head 15 of each screw 13 will penetrate into the opening 16 and thus fulfill the function of a thieves claw.
It is therefore no longer possible to break open by lifting the revolving wing or by knocking the hinge shaft 4 out of the tubes 5,6 and 7.
In the figures, the two fastening screws securing the hinge leaf 12 to the part 2 are formed by screws 13 with a protruding head 15.
It is clear that such a screw 13 can suffice as burglary protection. The other screw of the hinge and the screws securing the hinge leaf of the other hinges can be classic countersunk screws.
The hinge leaves 9 can be provided with two openings 17 as standard, so that the same hinge can be used both with and without one or two screws 13 with protruding head 15.
It is clear that the profile strips that form parts 1 and 2 can take various forms.
For example, the profile strip that forms part 2 can form part of the framework of a so-called support door,
<Desc / Clms Page number 8>
where in closed position an edge of this profile frame overlaps the profile frame of the fixed frame and thus the part 1, as shown in figure 4.
It follows from this that the pivot shaft 4 is displaced next to the overlapping edge, and as a result, when the part 2 is closed, the head 15 will have to be smaller or the opening 16 larger so that the head 15 can penetrate into the opening 16. This would result in the head 15 being in the opening 16 with a relatively large play in the closed position, which adversely affects the safety.
In order to avoid this, in the embodiment according to figure 4, the head 15 is chamfered on the side of the pivot shaft 4.
In order to ensure that the bevel is on the side of the hinge shaft 4 when the hinge leaf 12 is screwed on, the screw 13 consists of two parts which can be adjusted relative to each other, namely the part formed by the head 15 and a part 23 that forms a socket head screw.
This part 23 has an end 24 which is provided with the straightest screw thread and, like the above-mentioned part 21, is screwed into the piece 14, and an end 25 with a left-hand screw thread, on which the head 15 is screwed
EMI8.1
is.
The latter end 25 is provided with a hexagonal opening 26, while the head 15 is also hexagonal on the outside.
<Desc / Clms Page number 9>
To fasten the hinge leaf 12, the part 23 with its right-hand threaded end 24 is first screwed into the piece 14, without however tightening.
The head 15 is then screwed onto the end 25, also without tightening.
The head 15 is placed in the correct position, with the bevel on the side of the pivot shaft 4 and, while this head 15 is held with a wrench or pliers, the part 23 is tightened with a pin. The head 15 will also be blocked with respect to the part 23.
The embodiment shown in Figure 5 differs from the embodiment according to Figure 4 in that the head 15 is not screwed onto the part 23, but this part 23 contains a conical head 27 with socket opening with which it pushes the head 15 against the hinge leaf 12.
The head 15, which is also hexagonal externally, is provided with an opening 28 through which part 23 with the exception of the cup 27 protrudes, and a subsequent larger opening 29 in which this cup 27 is located.
To attach the hinge leaf 12, the part 23 is inserted through the openings 28 and 29 and screwed into the piece 14 without tightening. The head 15 is brought into the correct position and in this position, held by a wrench or pliers, the part 23 is tightened.
<Desc / Clms Page number 10>
The screws 13 do not necessarily have to be used to fix the hinge leaf 12 to the rotating part 2. Such a screw 13 can also fasten the hinge leaf 9 to the fixed part 1, in which case of course a corresponding opening 16 is provided in the rotatable part 2 or a piece mounted thereon, such as the hinge leaf 12 and / or the piece 14.
The hinges 3 of the hinge connection can also be of a different type, for instance with only two sleeves.
In such hinges, the hinge leaves will usually not be opposite each other in the closed position.
The opening 16 for the head 15 of a screw 13 will therefore not also be arranged in a hinge leaf, but only in the profile frame and possibly in a piece 11 or 14 situated within this profile frame, which is fastened to the hinge leaf by the screws the profile list.
The invention is in no way limited to the embodiments described above and shown in the figures, but such hinge connection and screw can be realized in different variants without departing from the scope of the invention.