BE1012259A6 - Heddle for a loom - Google Patents

Heddle for a loom Download PDF

Info

Publication number
BE1012259A6
BE1012259A6 BE9800783A BE9800783A BE1012259A6 BE 1012259 A6 BE1012259 A6 BE 1012259A6 BE 9800783 A BE9800783 A BE 9800783A BE 9800783 A BE9800783 A BE 9800783A BE 1012259 A6 BE1012259 A6 BE 1012259A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
trouser
lever
lifting
lifter
metal element
Prior art date
Application number
BE9800783A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9800783A priority Critical patent/BE1012259A6/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1012259A6 publication Critical patent/BE1012259A6/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C7/00Leno or similar shedding mechanisms
    • D03C7/02Gauze healds

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

A heddle for a loom, with plastic lifting heddles (2, 3) that operate a heddle (4), having a lifting heddle (2, 3) to which a metal element (16, 17) is attached that makes contact with the heddle, while the heddle (4) is moved along with the said lifting heddle (2, 3).<IMAGE>

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Broekhevel voor een weefmachine. De uitvinding betreft een broekhevelinrichting voor een weefmachine, met in   kunststof vervaardigde hefhevels   die een broekhevel bevelen. 



  Het is gekend uit US 4967802, een kantenbinding te vormen met een 
 EMI1.1 
 broekhevelinrichting, die twee hefhevels en één bijhorende broekhevel bevat. De broekhevel bevat een draadoog, waardoorheen een eerste zelfkantdraad wordt geleid. De hefhevels bevatten elk een opening, waardoorheen respectievelijk een been van de broekhevel passeert, teneinde toe te laten de broekhevel met een hefhevel te laten bewegen. 



  Verder bevat   elke hefhevel   een magneet, die toelaat een been van de broekhevel aan te trekken, terwijl die hefhevel de broekhevel beweegt. 



  Tussen de hefhevels en buiten de omtrek van de broekhevel, wordt een tweede zelfkantdraad geleid. De hefhevels kunnen elk bewogen worden door middel van een weefkader, of door middel van een aandrijfelement dat voor   elke hefhevel   is voorzien. Door de hefhevels tegengesteld aan elkaar te laten bewegen, wordt de   broekhevel   telkens samen met een van de hefhevels bewogen. Hierdoor kan een zogenaamde broekhevelbinding of   leno-binding   gevormd worden, waarbij bij elke inslaginbreng de tweede zelfkantdraad om de eerste zelfkantdraad wordt gedraaid. 



  Teneinde de bewegende massa van de broekhevelinrichting te beperken, en zodoende toe te laten een dergelijke broekhevelinrichting aan te wenden bij een snellopende weefmachine, worden de hefhevels in kunststof vervaardigd, en wordt de broekhevel in staal vervaardigd. De kunststof kan hierbij zodanig gekozen worden, dat de wrijving van de stalen broekhevel ten opzichte van een hefhevel gering is. Dit laat toe, dat de broekhevel met een kleine kracht ten opzichte van de hefhevel kan bewogen worden. Een dergelijke hefhevel in kunststof biedt echter als nadeel, dat de broekhevel inwerkt op het bovenste gedeelte van een rand van de kunststof hefhevel, terwijl de hefhevel de broekhevel beweegt, waardoor een dergelijke hefhevel sterk aan sleet onderworpen wordt.

   Door die sleet kunnen beschadigingen aan in de hefhevel ontstaan, die het bewegen van de 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 broekhevel ten opzichte van de hefhevel kunnen verstoren, hetgeen voor gevolg kan hebben dat de zelfkantdraden, tussen twee opeenvolgende inbrengen van een inslagdraad, niet rond elkaar gedraaid kunnen worden, en er zodoende een foutieve zelfkantbinding ontstaat. Dit heeft ook tot gevolg dat de hefhevels relatief vlug dienen vervangen te worden. 



  Het doel van de uitvinding is een dergelijke broekhevelinrichting zodanig te verbeteren, dat de voornoemde sleet van de hefhevels beperkt wordt. 



  Tot dit doel, bevat de broekhevelinrichting een hefhevei waaraan een metalen element is voorzien, dat contact maakt met de broekhevel, terwijl de broekhevel mee met de voornoemde hefhevel wordt bewogen. 



  Door het voorzien van een metalen element   volgens   de uitvinding, kan de broekhevel niet nadelig inwerken op bepaalde randen van de kunststof hefhevel, terwijl de hefhevel de broekhevel beweegt, waardoor de levensduur van de kunststof hefhevel aanzienlijk verhoogd wordt. Tevens worden hierdoor foutieve zelfkantbindingen vermeden, hetgeen de weefselkwaliteit ten goede komt. 



  Volgens een uitvoeringsvorm wordt het metalen element zodanig in de broekhevelinrichting aangebracht, dat het minstens kan samenwerken met de broekhevel, nabij een plaats waar de beide benen van de broekhevel samenlopen, terwijl de broekhevel mee met de betreffende hefhevel wordt bewogen. Dit verzekert de meename van de broekhevel door de betreffende hefhevel. 



  Volgens een uitvoeringsvorm bestaat het metalen element uit een cilindervormig staafje, dat voorzien wordt in een hefhevel. Dergelijk staafje is niet alleen eenvoudig te vervaardigen en eenvoudig in de hefhevel aan te brengen, maar is door zijn geronde vorm ook voordelig voor het contact tussen de broekhevel en het staafje. Dit is voordelig voor de levensduur van het staafje. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Volgens een uitvoeringvorm wordt het cilindervormig staafje in een boring van de hefhevel gekleefd. Dit laat toe klassieke hefhevels aan te wenden, waarin vooreerst een boring wordt voorzien, waarin het staafje op een eenvoudige wijze kan gekleefd worden. 



  Volgens een uitvoeringsvorm bestaat het metalen element uit staal, en bij voorkeur uit roestvast en/of niet magnetiseerbaar staal, waardoor dit metalen element ondermeer een grote weerstand tegen sleet door inwerking van de broekhevel vertoont. 



  Teneinde de kenmerken en de verdere voordelen van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen, wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 een zijzicht van een broekhevelinrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 vergroot een doorsnede volgens lijn 11-11 in figuur 1 weergeeft ; figuur 3 in doorsnede en vergroot een gedeelte van figuur 1 weergeeft. 



  De in figuren 1 tot 3 weergegeven broekhevelinrichting 1 bevat twee in kunststof vervaardigde hefhevels 2,3, die een broekhevel 4 bevelen, die bijvoorbeeld in magnetiseerbaar staal is vervaardigd. De broekhevel 4 bevat een draadoog 5, waardoorheen een eerste zelfkantdraad 6 wordt geleid. De hefhevels 2,3 bevatten elk een sleufvormige opening 7,8, waardoorheen respectievelijk een eerste been 9 en een tweede been 10 van de broekhevel 4 passeert, teneinde toe te laten de broekhevel 4 met telkens één van de hefhevels 2 of 3 te laten bewegen. Verder is in elke hefhevel 2,3 een magneet 11,12 aangebracht, die toelaat een been 9,10 van de broekhevel 4 aan te trekken, terwijl die hefhevel 2 of 3 de broekhevel 4 beweegt. Tussen de hefhevels 2 en 3 en buiten de omtrek van de broekhevel 4, wordt een tweede zeifkantdraad 13 geleid.

   De   zelfkantdraden   6,13   zijn elk   afkomstig van een niet weergegeven draadvoorraad, en worden via een draadgeleiding 14, en de broekhevelinrichting 1 naar bijvoorbeeld een kant van het   weefsel 15 geleid.   

 <Desc/Clms Page number 4> 

 De hefhevels 2,3 kunnen door middel van niet weergegeven aandrijfelementen bevolen worden, die hevelroeden 18,19 en 20,21 bevatten, en die aangedreven worden door een aandrijfmechanisme, dat bijvoorbeeld van het type is zoals beschreven in US 5803133. Volgens een variante kunnen de hefhevels bevolen worden door de weefkaders van de weefmachine, of door eender welk ander aandrijfmechanisme om een broekhevelinrichting 1 te bevelen. 



  De broekhevelinrichting 1 volgens de uitvinding bevat twee hefhevels 2,3 waaraan telkens een metalen element 16 of 17 is voorzien, dat bedoeld is om contact te maken met de broekhevel 4, terwijl de broekhevel 4 mee met de betreffende hefhevel 2 of 3 wordt bewogen. Het metalen element 16, 17 wordt zodanig in de broekhevelinrichting 1 aangebracht, dat het element 16,17 minstens kan samenwerken met de broekhevel 4, ter hoogte van een plaats nabij de plaats waar de beide benen 9,10 van de broekhevel 4 samenlopen, terwijl de broekhevel 4 mee met de betreffende hefhevel 2,3 wordt bewogen. Hierdoor kan het betreffende element 16 en 17 onafhankelijk van de exacte positie van de broekhevel 4 in de broekhevelinrichting 1, steeds meegenomen worden door de broekhevel 4.

   Door het metalen element 16, 17 kan de broekhevel 4 niet inwerken op het bovenste gedeelte van de randen 27,28 van de hefhevels 2,3, waardoor de randen 27,28 van de hefhevels 2,3 niet kunnen beschadigd worden door de broekhevel 4. Bovendien wordt het metalen element 16,17, zoals verduidelijkt in figuur 3, zodanig in de hefhevel 2,3 van de broekhevelinrichting 1 aangebracht, dat het element 16,17 steeds contact kan maken met een been 9,10 van de broekhevel 4. Dit betekent dat elk metalen element 16,17 bij elke onderlinge positie van de hefhevels 2,3 in contact kan blijven met een been 9,10 van de broekhevel 4, zodat de broekhevel 4 geen contact kan maken met de randen 27,28 van de hefhevels 2, 3, en die randen 27, 28 niet kan beschadigen. 



  De broekhevelinrichting 1 volgens de uitvinding biedt ook als voordeel, dat In vergelijking met de sleet van de randen 27,28 bij hefhevels 2,3 volgens de stand van de techniek, het metalen element 16, 17 heel weinig kan 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 inslijten, waardoor verhinderd wordt, dat het onderste deel 29 van de broekhevel 4 tegen een rand 30 van een hefhevel 2,3 kan aanslaan. 



  Zodoende wordt verhinderd dat het onderste deel 29 van de broekhevel 4 vervormd of geplooid wordt, hetgeen aanleiding kan geven tot het inwerken van het onderste deel 29 van de broekhevel 4 in de hefhevels 2,3, het wrijven van dit onderste deel 29 in de hefhevels 2,3, het beschadigen van de hefhevels 2,3, en het vormen van een foutieve zeifkantbinding. 



  In het weergegeven voorbeeld bestaat het metalen element uit een cilindervormig staafje 16,17, dat voorzien wordt in een hefhevel 2,3. 



  Hiertoe wordt in de hefhevel 2,3 een boring 23,24 of 25,26 voorzien, en kan het cilindervormig staafje 16, 17 in dergelijke boringen 23,24 en 25,26 gekleefd worden. 



  De metalen elementen 16, 17 bestaan bij voorkeur uit staal, dat sleetvast is. 



  Hierbij kan roestvast staal aangewend worden, dat bij voorkeur niet magnetiseerbaar is. Hierdoor wordt voorkomen dat magnetische krachten kunnen ontstaan tussen de uit magnetiseerbaar staal bestaande broekhevel 4 en de metalen elementen 16,17, en er alleen magnetische krachten kunnen ontstaan tussen de broekhevel 4 en de bijhorende magneten 11 en 12. Een dergelijk roestvast staal bestaat bijvoorbeeld uit inox. 



  Het is duidelijk dat het voorzien van een metalen element 16,17 in beide hefhevels 2, 3 voordeliger is, dan het slechts voorzien van een metalen element 16,17 in één van de beide hefhevels 2,3, waardoor voorkeurdragend in beide hefhevels 2,3 een metalen element 16,17 volgens de uitvinding wordt voorzien. 



  De broekhevelinrichting volgens de uitvinding beperkt zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven, en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  Trouser lever for a weaving machine. The invention relates to a trouser lever device for a weaving machine, with lifting levers manufactured in plastic which recommend a trouser lever.



  It is known from US 4967802 to form a lace binding with a
 EMI1.1
 trouser lifter device, which contains two lifting levers and one associated trouser lifter. The pant lifter contains a wire eye through which a first selvedge thread is guided. The lifting levers each have an opening through which, respectively, a leg of the pant lever passes, in order to allow the pant lever to move with a lifting lever.



  Furthermore, each lifting siphon contains a magnet, which allows to pull one leg of the trouser siphon while the lifting siphon moves the trouser siphon.



  A second selvedge thread is guided between the lifting levers and outside the circumference of the pant lifter. The lifting levers can each be moved by means of a weaving frame, or by means of a drive element provided for each lifting lever. By making the lifting levers move in opposite directions, the pant lever is moved together with one of the lifting levers. As a result, a so-called trouser lever binding or leno binding can be formed, whereby the second selvedge thread is rotated around the first selvedge thread with each weft insertion.



  In order to limit the moving mass of the pant lifter, and thus allow the use of such a pant lifter in a high-speed weaving machine, the lifting levers are manufactured in plastic, and the pant lifter is manufactured in steel. The plastic can be selected in such a way that the friction of the steel trouser lever with respect to a lifting lever is low. This allows the trouser siphon to be moved with a small force relative to the lifting siphon. Such a plastic lifting siphon, however, has the drawback that the trouser siphon acts on the upper part of an edge of the plastic lifting siphon, while the lifting siphon moves the trouser siphon, as a result of which such a lifting siphon is subjected to wear.

   As a result of this wear, damage can be caused to the lifting lever, which can cause the movement of the

 <Desc / Clms Page number 2>

 may interfere with the trouser siphon relative to the lift siphon, which may result in the selvedge threads not being able to be twisted around each other between two successive insertions of a weft thread, resulting in an incorrect selvedge binding. This also means that the lifting levers have to be replaced relatively quickly.



  The object of the invention is to improve such a trouser lifter device in such a way that the aforementioned wear of the lifting levers is limited.



  For this purpose, the trouser lifter includes a lifting handle having a metal element which contacts the trouser lifter while the trouser lifter is moved with the aforementioned lifting lifter.



  By providing a metal element according to the invention, the trouser siphon cannot adversely affect certain edges of the plastic lifting siphon, while the lifting siphon moves the trouser siphon, whereby the lifespan of the plastic lifting siphon is considerably increased. It also avoids false selvedge bonds, which improves the fabric quality.



  According to an embodiment, the metal element is arranged in the trouser siphon device in such a way that it can at least cooperate with the trouser siphon, near a place where both legs of the trouser siphon coincide, while the trouser siphon is moved with the respective lifting siphon. This ensures that the trouser lever is carried along by the respective lifting lever.



  According to an embodiment, the metal element consists of a cylindrical rod, which is provided with a lifting lever. Such a bar is not only easy to manufacture and easy to install in the lifting lever, but is also advantageous for the contact between the pant lever and the bar due to its rounded shape. This is advantageous for the life of the rod.

 <Desc / Clms Page number 3>

 According to an embodiment, the cylindrical rod is glued into a bore of the lifting lever. This makes it possible to use classic lifting levers, in which a bore is first provided, in which the rod can be glued in a simple manner.



  According to an embodiment, the metal element consists of steel, and preferably of stainless and / or non-magnetizable steel, as a result of which this metal element exhibits a high resistance to wear due to the action of the trouser lever.



  In order to more clearly illustrate the features and further advantages of the invention, the invention is explained in more detail below with reference to drawings with exemplary embodiments, in which: figure 1 shows a side view of a trouser lifter device according to the invention; figure 2 shows an enlarged section according to line 11-11 in figure 1; figure 3 is a cross-section and enlarged part of figure 1.



  The trouser lifter device 1 shown in Figures 1 to 3 comprises two lifting levers 2,3 made of plastic, which command a trouser lifter 4, which is manufactured, for example, in magnetizable steel. The pant lifter 4 contains a wire eye 5, through which a first selvedge thread 6 is passed. The lifting levers 2,3 each have a slit-shaped opening 7,8, through which a first leg 9 and a second leg 10 of the trouser lever 4 respectively pass, in order to allow the trouser lever 4 to move with one of the lifting levers 2 or 3 . Furthermore, a magnet 11,12 is arranged in each lifting lever 2,3, which allows to attract a leg 9,10 of the pant lever 4, while that lifting lever 2 or 3 moves the pant lever 4. A second sieve wire 13 is guided between the lifting levers 2 and 3 and outside the circumference of the trouser lever 4.

   The selvedge threads 6,13 each originate from a thread stock not shown, and are guided via, for example, a thread guide 14, and the trouser lifter device 1 to one side of the fabric 15.

 <Desc / Clms Page number 4>

 The lifting levers 2,3 can be ordered by means of drive elements (not shown) which contain lever rods 18,19 and 20,21 and which are driven by a drive mechanism, for example of the type described in US 5803133. According to a variant the lifting levers are ordered by the weaving frames of the weaving machine, or by any other driving mechanism to command a trouser lifter 1.



  The trouser lifter device 1 according to the invention comprises two lifting levers 2, 3, each of which is provided with a metal element 16 or 17, which is intended to make contact with the trouser lifter 4, while the trouser lifter 4 is moved with the respective lifter 2 or 3. The metal element 16, 17 is arranged in the trouser lifter device 1 such that the element 16,17 can at least cooperate with the trouser lifter 4, at a location near the location where both legs 9,10 of the trouser lifter 4 meet, while the trouser lever 4 is moved along with the respective lifting lever 2,3. The relevant element 16 and 17 can hereby always be carried along by the pant lever 4, irrespective of the exact position of the pant lever 4 in the pant lever device 1.

   The metal element 16, 17 prevents the trouser lever 4 from acting on the upper part of the edges 27,28 of the lifting levers 2,3, so that the edges 27,28 of the lifting levers 2,3 cannot be damaged by the trouser lever 4 In addition, as illustrated in Figure 3, the metal element 16,17 is arranged in the lifting lever 2,3 of the trouser lever device 1 such that the element 16,17 can always make contact with a leg 9,10 of the trouser lever 4. This means that each metal element 16,17 can remain in contact with a leg 9,10 of the trouser lever 4 at any mutual position of the lifting levers 2,3, so that the trouser lifter 4 cannot contact the edges 27,28 of the lifting levers 2, 3, and which cannot damage the edges 27, 28.



  The trouser lifter device 1 according to the invention also offers the advantage that, compared to the wear of the edges 27,28 with lifting levers 2,3 according to the prior art, the metal element 16, 17 can do very little

 <Desc / Clms Page number 5>

 wear, which prevents the bottom part 29 of the trouser lever 4 from striking against an edge 30 of a lifting lever 2,3.



  Thus, the bottom part 29 of the trouser lever 4 is prevented from being deformed or folded, which may give rise to the effect of the bottom part 29 of the trouser lever 4 in the lifting levers 2,3, rubbing this lower part 29 in the lifting levers 2,3, damaging the lifting levers 2,3, and forming an incorrect sieve binding.



  In the example shown, the metal element consists of a cylindrical rod 16,17, which is provided with a lifting lever 2,3.



  For this purpose, a bore 23.24 or 25.26 is provided in the lifting lever 2.3, and the cylindrical rod 16, 17 can be glued into such bores 23.24 and 25.26.



  The metal elements 16, 17 preferably consist of steel, which is wear-resistant.



  Stainless steel can be used here, which is preferably not magnetisable. This prevents magnetic forces from occurring between the trouser lever 4 consisting of magnetizable steel and the metal elements 16, 17, and only magnetic forces can arise between the trouser lever 4 and the associated magnets 11 and 12. Such a stainless steel consists, for example, of stainless steel.



  It is clear that the provision of a metal element 16.17 in both lifting levers 2, 3 is more advantageous than simply providing a metal element 16.17 in one of the two lifting levers 2,3, so that it is preferable in both lifting levers 2, 3 a metal element 16,17 according to the invention is provided.



  The trouser lifter device according to the invention is of course not limited to the embodiments described by way of example and shown in the figures, but can be designed according to different variants within the scope of the invention.


    

Claims (8)

Conclusies.Conclusions. 1. Broekhevelinrichting voor een weefmachine, met in kunststof vervaardigde hefhevels (2, 3) die een broekhevel (4) bevelen, daardoor gekenmerkt dat de broekhevelinrichting (1) een hefhevel (2, 3) bevat waaraan een metalen element (16, 17) is voorzien, dat contact maakt met de broekhevel (4), terwijl de broekhevel (4) mee met de voornoemde hefhevel (2, 3) wordt bewogen. Weaving machine trouser lever device, with lifting levers (2, 3) made of plastic, which recommend a trouser lever (4), characterized in that the trouser lever device (1) contains a lifting lever (2, 3) to which a metal element (16, 17) is provided, which makes contact with the trouser lever (4), while the trouser lifter (4) is moved with the aforementioned lifting lever (2, 3). 2. Broekhevelinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het metalen element (16, 17) zodanig in de broekhevelinrichting (1) wordt aangebracht, dat het minstens kan samenwerken met de broekhevel (4), nabij een plaats waar de beide benen (9, 10) van de broekhevel (4) sameniopen, terwijl de broekhevel (4) mee met de betreffende hefhevel (2, 3) wordt bewogen. Trouser lifter device according to claim 1, characterized in that the metal element (16, 17) is arranged in the trouser lifter device (1) in such a way that it can interact at least with the trouser lifter (4), near a location where both legs (9, 10) of the trouser lifter (4) together, while the trouser lifter (4) is moved with the respective lifting lifter (2, 3). 3. Broekhevelinrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het metalen element bestaat uit een cilindervormig staafje (16, 17), dat voorzien wordt in een hefhevel (2, 3). Trouser lever device according to claim 1 or 2, characterized in that the metal element consists of a cylindrical rod (16, 17), which is provided in a lifting lever (2, 3). 4. Broekhevelinrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het cilindervormig staafje (16, 17) in een boring (23, 24 ; 25, 26) van de hefhevel (2, 3) wordt gekleefd. Trouser lever device according to claim 3, characterized in that the cylindrical rod (16, 17) is glued into a bore (23, 24; 25, 26) of the lifting lever (2, 3). 5. Broekhevelinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de beide hefhevels (2, 3) van de broekhevelinrichting (1) een metalen element (16, 17) bevatten, dat contact maakt met de broekhevel (4), terwijl de broekhevel (4) mee met de betreffende hefhevel (2, 3) wordt bewogen. Trouser lifter device according to any one of claims 1 to 4, characterized in that the two lifting levers (2, 3) of the trouser lifter device (1) comprise a metal element (16, 17) which contacts the trouser lifter (4), while the trouser lever (4) is moved along with the respective lifting lever (2, 3). 6. Broekhevelinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het metalen element (16, 17), zodanig in de hefhevel (2, 3) is aangebracht, dat het element (16, 17) steeds contact kan maken met een been (9, 10) van de broekhevel (4). <Desc/Clms Page number 7> Trouser lever device according to one of claims 1 to 5, characterized in that the metal element (16, 17) is arranged in the lifting lever (2, 3) in such a way that the element (16, 17) can always make contact with a leg (9, 10) of the trouser handle (4).  <Desc / Clms Page number 7>   7. Broekhevelinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het metalen element (16, 17) bestaat uit staal,Trouser lifter device according to any one of claims 1 to 6, characterized in that the metal element (16, 17) consists of steel, 8. Broekhevelinrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het staal roestvast en/of niet magnetiseerbaar is. Trouser lifter device according to claim 7, characterized in that the steel is stainless and / or cannot be magnetised.
BE9800783A 1998-10-30 1998-10-30 Heddle for a loom BE1012259A6 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800783A BE1012259A6 (en) 1998-10-30 1998-10-30 Heddle for a loom

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800783A BE1012259A6 (en) 1998-10-30 1998-10-30 Heddle for a loom

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012259A6 true BE1012259A6 (en) 2000-08-01

Family

ID=3891496

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800783A BE1012259A6 (en) 1998-10-30 1998-10-30 Heddle for a loom

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1012259A6 (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3499473A (en) Jacquard machine with electromagnetically controlled healds
BE1000369A4 (en) Method for ordering a cutting device for impact on wires looms and cutting device used for this purpose.
BE1012259A6 (en) Heddle for a loom
BE1016032A6 (en) Method and apparatus for weaving fabrics with pool distance holder and double holder elements.
BE1007003A3 (en) A weaving machine provided with LANS AND GUIDANCE RESOURCES.
US3796235A (en) Harness arrangement for a loom
BE1005399A3 (en) METHOD FOR WEAVING AND DEVICE FOR POWER OF harnesses USED FOR THIS PURPOSE.
BE1012258A3 (en) Heddle device for a loom
BE1018732A3 (en) THREE-DIMENSIONAL LEVEL.
DE4404451C2 (en) Leno device
BE1025414B1 (en) GAAP FORMAT FOR A WEAVING MACHINE
EP0330624A2 (en) Double-doffing weaving machine provided with improved lifter driving devices
NL9002631A (en) Device for weaving the side edge of a fabric in a loom.
CN1724732B (en) Shedding mechanism, three-position shedding mechanism and loom with such a mechanism
BE1003654A3 (en) DEVICE FOR STRETCH WEAVE in a weaving machine.
BE1016891A6 (en) PANEL LEVEL DEVICE FOR A WEAVING MACHINE.
US6386241B1 (en) Leno weaving
BE1017202A3 (en) A KEY-RESISTANT DEVICE FOR FORMING A LENO BINDING.
US3493013A (en) Manufacture of a leno interlacing
US1037151A (en) Harness for cross-weaving.
BE906126A (en) Method and device for guiding the weft threads at weaving machines.
BE1007287A3 (en) Edge thread mechanism for looms
BE1017022A4 (en) A LEVEL FOR A WEAVING MACHINE, A WEAVING MACHINE FITTED WITH ONE OR MULTIPLE SUCH HILLS AND A METHOD FOR MANUFACTURING SUCH A LEVEL.
BE1012206A3 (en) Loom AND METHOD FOR MANUFACTURING OF CELLS WITH FIGURE forming weft threads, SUCH kelim or GOBELIN-TISSUE.
BE1001885A3 (en) Device for forming self sides of fabrics.

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *PICANOL N.V.

Effective date: 20041030