BE1010727A6

BE1010727A6 - Stelling, alsmede schraag en hulpelementen voor het samenstellen van zulke stelling.

Info

Publication number: BE1010727A6
Application number: BE9600925A
Authority: BE
Original assignee: Bouwbedrijf Marchetta Besloten
Priority date: 1996-10-31
Filing date: 1996-10-31
Publication date: 1998-12-01

Abstract

Stelling, daardoor gekenmerkt dat zij één of meer rechtopstaande delen (2) vertoont die gevormd zijn door op elkaar gestapelde schragen (3).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Stelling, alsmede schraag en hulpelementen voor het samenstellen van zulke stelling. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een stelling, alsmede op een schraag en hulpelementen voor het samenstellen van zulke stelling. 



  In de eerste plaats beoogt de uitvinding hierbij een stelling die bijzonder geschikt is voor aanwending in de bouwsector, bijvoorbeeld door metsers, doch meer algemeen ook kan worden aangewend voor eender welke andere doeleinden. 



  De uitvinding beoogt een stelling die bijzonder eenvoudig te monteren is en bovendien verschillende andere voordelen in haar gebruik vertoont. 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een stelling daardoor gekenmerkt dat zij   één   of meer rechtopstaande delen vertoont die gevormd zijn door op elkaar gestapelde schragen. 



  De schragen werken bij voorkeur met elkaar samen door middel van koppelmiddelen, die in de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm gevormd worden door koppeldelen die aan de schragen zelf zijn aangebracht, zodanig dat zulke schragen eenvoudig op elkaar kunnen worden getast en bij voorkeur ook aan elkaar kunnen worden vastgemaakt. 



  Het is duidelijk dat hierdoor een geheel wordt verkregen waarvan de belangrijkste onderdelen, namelijk de schragen, ook afzonderlijk kunnen worden aangewend, zodanig dat zowel voor lage stellingen als voor hoge stellingen geen 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 afzonderlijke elementen meer hoeven te worden voorzien. Lage stellingen kunnen immers uitsluitend worden gevormd door twee schragen op een afstand van elkaar te plaatsen en hierop loopplanken aan te brengen, terwijl hoge stellingen met dezelfde schragen kunnen worden opgebouwd door deze op elkaar aan te brengen en een aantal verbindingen ter versteviging te voorzien. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enekele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een stelling volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een schraag uit de stelling van figuur 1 weergeeft ; figuur 3 op een grotere schaal een gedeeltelijke doorsnede weergeeft volgens lijn   111-111   in figuur   1 ;   figuur 4 op een grotere schaal de verbindingslijst weergeeft die in figuur 1 met pijl F4 is aangeduid ; figuur 5 op een grotere schaal en gedeeltelijk in doorsnede het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met pijl F5 is aangeduid ; figuur 6 een koppelstuk weergeeft dat toelaat om met meerdere schragen een stelling volgens de uitvinding op te bouwen. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een stelling 1 die rechtopstaande delen 2 vertoont die gevormd zijn door op elkaar gestapelde schragen 3. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  De schragen 3 kunnen van verschillende vorm zijn. Bij voorkeur echter betreft het schragen 3 die, zoals weergegeven in figuur 2, bestaan uit steunen 4-5 die ieder gevormd zijn uit een verticaal profiel 6 en twee schuin gerichte poten 7-8 die op een afstand boven de onderzijde verbonden zijn door middel van een dwarsprofiel 9, waarbij het voornoemde verticale profiel 6 reikt tot op het dwarsprofiel   9 ;   een op de steunen 4-5 aangebrachte draagbalk   10 ;   en een aantal tussen de steunen 4-5 aangebrachte dwarsverbindingen 11. 



  De schragen 3 zijn bij voorkeur in de hoogte uitschuifbaar, bijvoorbeeld doordat, zoals weergegeven in figuur 2, de profielen 6 telescopisch uitschuifbaar zijn, waarbij het uitschuifbare gedeelte 12 ten opzichte van het vaste gedeelte 13 kan worden vergrendeld door middel van pennen 14 of dergelijke die in daartoe voorziene gaten 15 passen. 



  De schragen 3 bestaan bij voorkeur uit metaal, meer speciaal staal. 



  De schragen 3 werken met elkaar samen door middel van koppelmiddelen die in de uitvoeringsvorm van figuren 1 tot 3 bestaan uit koppeldelen 16 die aan de schragen 3 bevestigd zijn. 



  Zoals weergegeven, bestaan deze koppeldelen 16 bij voorkeur uit zittingvormende elementen die onderaan aan de schragen 3 zijn aangebracht, waarmee zulke schraag 3 op de draagbalk 10 van een daaronder geplaatste schraag 3 kan worden aangebracht. In het weergegeven voorbeeld wordt hiertoe gebruik gemaakt van omgekeerd U-vormige profielen die onder de dwarsprofielen 9 zijn vastgelast, meer speciaal in het verlengde van de verticale profielen 6. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  De koppelmiddelen zijn voorzien van borg-en of vergrendelingselementen, bijvoorbeeld in de vorm van pennen 17 die doorheen daartoe aangebrachte gaten in de respectievelijke onderdelen kunnen worden gestoken, enerzijds, gaten 18 in de koppeldelen 16 en, anderzijds, gaten 19 in de draagbalken 10. 



  De verschillende rechtopstaande delen 2 worden onderling verbonden door middel van verbindingslijsten 20 die aan hun uiteinden voorzien zijn van zittingen   21-22,   bij voorkeur omgekeerd U-vormige gedeelten, waarmee zij over de dwarsverbindingen 11 van de schragen 3 kunnen worden vastgehaakt. Deze verbindingslijsten 20 zijn uitschuifbaar en zijn voorzien van klem-of blokkeermiddelen 23 waarmee zij op de gewenste lengte kunnen worden ingesteld. 



  Het is duidelijk dat eventueel ook zittingen 21-22 kunnen worden voorzien die ook over de draagbalken 10 passen. 



  De zittingen 21-22 kunnen zodanig worden uitgevoerd dat zij klemmend over de draagbalken 10 en/of dwarsverbindingen 11 passen, of kunnen van klem-of vergrendelingsmiddelen worden voorzien waarmee zij aan de draagbalken en/of dwarsverbindingen kunnen worden vastgemaakt. 



  Deze verbindingslijsten 20 vertonen bij voorkeur zodanige afmetingen en zijn over een zodanige lengte uitschuifbaar dat met gelijkaardige verbindingslijsten 20 zowel een horizontale verbinding tussen twee schragen 3 kan worden gemaakt als een schuine verbinding tussen een schraag 3 aan één zijde van de stelling 1 en een op een hoger niveau geplaatste schraag 3 aan de andere zijde van de stelling 1. 



  In figuur 1 zijn zulke horizontale en schuine verbinding respectievelijk aangeduid met A en B. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Het is duidelijk dat op de gewenste hoogte van de stelling 1 de nodige loopplanken 24 worden aangebracht. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 kan de stelling 1 worden uitgerust met een leuning 25 die bij voorkeur is gevormd uit profielen 26 die aan hun onderste uiteinde voorzien zijn van een koppelstuk 27 waarmee zij op de draagbalk 10 van een schraag 3 kunnen worden bevestigd, en een verbindingslijst 20 die de bovenste uiteinden van de voornoemde profielen 26 verbindt. De montage hiervan is in figuur 5 meer in detail weergegeven. Voor de bevestiging kunnen dezelfde gaten 19 en pennen 17 worden aangewend. In de koppelstukken 27 zijn overeenstemmende gaten 28 aangebracht. 



  De wijze waarop de stelling dient te worden gemonteerd, kan eenvoudig uit de figuren 1, 3 en 5 worden afgeleid. 



  Opgemerkt wordt dat de pennen 17 aan de schragen 3 kunnen vastgemaakt worden door kettingen 29-30 of dergelijke. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een stelling 1 die is opgebouwd uit opeengestapelde schragen 3 die door afzonderlijke koppelstukken met elkaar verbonden zijn. 



  Zoals weergegeven in het voorbeeld van figuur 7 zijn zulke koppelstukken 31 bij voorkeur voorzien van, enerzijds, een zitting 32 waarmee de koppelstukken 31 over een onderste schraag 3 kunnen worden aangebracht en, anderzijds, een zitting 33 waarin een daarop te stapelen schraag 3 kan worden geplaatst. Hierbij kunnen de nodige bevestigingen worden verwezenlijkt door middel van pennen 34-35 die daartoe doorheen gaten 36-37-38-39 in de betreffende onderdelen kunnen worden gestoken. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  De huidige uitvinding is geenzins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke stelling 1 kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 



  Zo bijvoorbeeld kunnen de voornoemde koppelmiddelen gevormd worden door aan de onderzijde van de schragen aangebrachte naar onderen uitstekende pennen die in gaten kunnen worden geschoven die zich bijvoorbeeld in de draagbalk van een daaronder aanwezige schraag bevinden.

Claims

Conclusies. 1.-Stelling, daardoor gekenmerkt dat zij één of meer rechtopstaande delen (2) vertoont die gevormd zijn door op elkaar gestapelde schragen (3).
2.-Stelling volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de op elkaar gestapelde schragen (3) met elkaar samenwerken door middel van koppelmiddelen.
3.-Stelling volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen bestaan uit koppeldelen (16) die aan de schragen (3) bevestigd zijn.
4.-Stelling volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de koppeldelen (16) bestaan uit zittingen die onderaan aan de schragen (3) zijn aangebracht, waarmee zulke schragen (3) op de draagbalk (10) van een daaronder geplaatste schraag (3) kunnen worden aangebracht, waarbij deze zittingen bij voorkeur bestaan uit omgekeerd U-vormige profielen.
5.-Stelling volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de betreffende schragen (3) steunen (4-5) vertonen die gevormd zijn uit een verticaal profiel (6) en twee schuingerichte poten (7-8) die op een afstand boven de onderzijde verbonden zijn door middel van een dwarsprofiel (9), waarbij het voornoemde verticale profiel (6) reikt tot op het dwarsprofiel (9), en dat de koppeldelen (16) zich bevinden in het verlengde van ieder verticaal profiel (6).
6.-Stelling volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen bestaan uit afzonderlijke koppelstukken <Desc/Clms Page number 8> (27) die toelaten dat twee schragen (3) op elkaar kunnen worden geplaatst, waarbij deze koppelstukken (27), enerzijds, zijn voorzien van een zitting (32) waarmee de koppelstukken (27) over een onderste schraag (3) kunnen worden aangebracht en, anderzijds, zijn voorzien van een zitting (33) waarin een daarop te stapelen schraag (3) kan worden geplaatst.
7.-Stelling volgens één van de conclusies 2 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen zijn voorzien van borgelementen in de vorm van pennen (17-34-35) die doorheen daartoe aangebrachte gaten (18-19-36-37-38-39) in de EMI8.1 respectievelijke onderdelen kunnen worden gestoken.
8.-Stelling volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verschillende rechtopstaande delen (2) onderling verbonden zijn door middel van verbindingslijsten (20) die aan hun uiteinden voorzien zijn van zittingen (21-22), bij voorkeur omgekeerd U-vormige gedeelten, waarmee zij over de draagbalken (10) of andere dwarsverbindingen (11) van de schragen (3) kunnen worden vastgehaakt.
9.-Stelling volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de verbindingslijsten (20) uitschuifbaar zijn en voorzien zijn van klem- of blokkeermiddelen (23) waarmee zij op de EMI8.2 gewenste lengte kunnen worden ingesteld.
10.-Stelling volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van een leuning (25), gevormd uit profielen (26) die aan hun onderste uiteinde voorzien zijn van een koppelstuk (27) waarmee zij op de draagbalk (10) van een schraag (3) kunnen worden <Desc/Clms Page number 9> bevestigd, en een verbindingslijst (20) die de bovenste uiteinden van de voornoemde profielen (26) verbindt.
11.-Stelling volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de schragen (3) in de hoogte uitschuifbaar zijn.
12.-Schraag voor het verwezenlijken van een stelling volgens één van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van hieraan bevestigde koppeldelen (16) waarmee meerdere van dergelijke schragen (3) op elkaar kunnen worden gestapeld.
13.-Schraag volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de koppeldelen (16) een of meer kenmerken vertonen zoals beschreven in één van de conclusies 4,5 of 7.
14.-Hulpelement voor het verwezenlijken van een stelling volgens één van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat dit bestaat uit een verbindingslijst (20) zoals beschreven in conclusie 8 en/of 9.