BE1010290A3

BE1010290A3 - Weefsel-morcellator.

Info

Publication number: BE1010290A3
Application number: BE9600421A
Authority: BE
Inventors: Philippe Robert Marie Koninckx
Original assignee: Saturnus Ag
Priority date: 1996-05-10
Filing date: 1996-05-10
Publication date: 1998-05-05
Also published as: EP0806183A1

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een weefsel-morcellator, omvattende een buis die aan einde is voorzien van roteerbare snijmiddelen, die tenminste ten dele radiaal ten opzichte van de buis vrijliggen, waarin bij voorkeur de snijmiddelen onder een hoek staan van 10-90 graden, bij voorkeur 20-80 graden, ten opzichte van de buisaslijn.

Description

WEEFSEL-MORCELLATOR 5
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een weefsel-morcellator, met name op een endoscopische weefsel-morcellator die kan worden gebruikt voor het afsnijden en verwijderen van weefsel.

De bekende weefsel-morcellators hebben bijvoorbeeld de vorm van een rechte hol cilindrische buis, waarvan het vrije einde is voorzien van een vertanding, zodat door het roteren van deze buis een cilinder weefsel kan worden uitgeboord.

Volgens een meer uitgewerkte vorm van deze morcellator, is de cilinder die aan zijn einde is voorzien van een vertanding voor het afsnijden van weefsel opgenomen in een buitenbuis die stationair is, terwijl de binnenbuis wordt aangedreven, wederom voor het verwijderen van een cilindervormig stuk weefsel.

Deze bekende morcellators hebben het nadeel dat de snijmiddelen slechts werken in axiale richting, waardoor cilinders weefsel louter worden uitgeboord. Dit uitboren heeft als nadeel dat niet kan worden vastgesteld tot hoever kan worden uitgeboord, waardoor het risico ontstaat achterliggend weefsel dat niet moet worden verwijderd, wordt beschadigd, bloedvaten kunnen worden geraakt, en dat veelvuldig uitboren nodig is om een relatief groot orgaan, zoals een uterus te verwijderen. Een verder nadeel is dat alvorens weefsel kan worden verwijderd met deze morcellator het bewuste orgaan zoveel mogelijk moet zijn vrij geprepareerd. Een laatste nadeel is dat deze morcellators niet kunnen worden gebruikt om het volume van een te verwijderen orgaan aan het begin van de chirurgische ingreep te verminderen.

De onderhavige uitvinding beoogt deze bekende morcellators in die zin te veranderen, dat het thans mogelijk is met deze morcellator weefsel te verwijderen door de morcellator te bewegen in een richting die scheef staat op de

axiale richting, dan wel loodrecht daarop, dat wil zeggen de radiale richting.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een weefsel-morcellator die omvat een buis die aan een einde is voorzien van roteerbare snijmiddelen, die tenminste ten dele radiaal ten opzichte van de buis vrijliggen. Aldus is het mogelijk door de buis zijdelings en eventueel in geringe mate axiaal te richten voortdurend stroken weefsel te verwijderen zonder dat daarbij tot grotere diepte weefsel wordt afgesneden. Aldus wordt het weefsel verwijderd door louter zig-zag bewegingen over gering toenemende diepte uit te voeren. Aldus worden de hiervoor beschreven nadelen in hoofdzaak vermeden.

Afhankelijk van de te gebruiken chirurgische ingreep en afhankelijk van het te verwijderen orgaan heeft het verder voorkeur dat de snijmiddelen onder een hoek staan van 10-900, bij voorkeur 20-800, ten opzichte van de buisaslijn. Aldus is het mogelijk de uitsnijdiepte te kiezen. Een meer universeel toepasbare weefsel-morcellator wordt verkregen indien verder bij voorkeur de hoek ten opzichte van de buisaslijn instelbaar is.

Teneinde de-weefsel-morcellator rigide te kunnen uitvoeren, gemakkelijk te kunnen steriliseren en handzaam te kunnen gebruiken, heeft het verder voorkeur dat de snijmiddelen en de daarmee verbonden aandrijfmiddelen zijn gemonteerd in een in de morcellatorbuis opgenomen binnenbuis.

Indien de binnenbuis in hoofdzaak vrij is, is het mogelijk het afgesneden weefsel dat kan worden uitgesneden in de vorm van een gebogen cilinder als een dergelijke cilinder af te voeren waardoor later microscopische onderzoeken zeer goed mogelijk zijn.

De afvoer van weefsel kan verder verbeterd worden indien verder bij voorkeur in de binnenbuis afvoermiddelen zijn opgenomen voor het afvoeren van afgesneden weefsel.

Voorbeelden van dergelijke afvoermiddelen omvatten een zogenaamde schroef van Archimedes en uitspoelmiddelen.

Volgens een ander uitvoeringsvoorbeeld zijn de snijmiddelen met lagermiddelen gelagerd aan een buitenbuis en aandrijfbaar met een in de buitenbuis opgenomen binnenbuis.

Aldus wordt een morcellator verschaft waarvan de binnenbuis in hoofdzaak geheel vrij is en indien een ringvormig mes wordt gebruikt ook een maximale entree-opening aanwezig is.

Indien verder bij voorkeur de lagermiddelen van de snijmiddelen zijn verbonden met een aan de buitenbuis losmaakbaar bevestigde bevestigingsring, is het mogelijk om de snijmiddelen snel en eenvoudig uit te wisselen, hetgeen een voordeel betekent in het geval de snijmiddelen en ook de resterende delen van de morcellator separaat steriliseerbaar moeten zijn. Bovendien is het mogelijk om bij dezelfde morcellator indien gewenst afhankelijk van de bewerking verschillende typen snijmiddelen gemakkelijk uitwisselbaar te kunnen toepassen.

Indien verder bij voorkeur de lagermiddelen via scharniermiddelen en via een scharnierorgaan zijn verbonden met de buitenbuis, is het mogelijk om naar wens de snijstand van de snijmiddelen ten opzichte van de morcellator aslijn in te stellen. Deze instelbaarheid kan op eenvoudige en adequate wijze gerealiseerd worden indien verder bij voorkeur het scharnierorgaan een van verwarmingsmiddelen voorzien en geheugenmetaal bevattend orgaan is.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding zeker niet beperkt is tot het afvoeren van weefselstroken die zijn verwijderd door het zijdelings bewegen van de morcellator door het weefsel, maar dat ook snijmiddelen kunnen worden toegepast waarmee het weefsel reeds bij het uitsnijden in meer of mindere mate wordt verkleind.

Genoemde en andere kenmerken van de weefsel-morcellator overeenkomstig de uitvinding zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden die slechts bij wijze van voorbeeld worden gegeven zonder dat daartoe de uitvinding wordt geacht beperkt te zijn.

In de tekening is : figuur 1 een schematisch aanzicht van een endoscopische, chirurgische ingreep voor het met behulp van een morcellator overeenkomstig de uitvinding verwijderen van tenminste een deel van de uterus ;

figuur 2 een deels weggebroken aanzicht van detail II uit figuur 1 ; figuur 3 op grotere schaal schematisch een variant van de snijmiddelen getoond met detail III uit figuur 2 ; figuur 4 een andere variant ; figuur 5 een met figuur 1 overeenkomend schematisch aanzicht van een andere morcellator overeenkomstig de uitvinding ; figuur 6 een variant van detail XI uit figuur 5 ; figuur 7 een andere met figuur 6 overeenkomende variant ;

figuur 8 een aanzicht vanuit een andere gezichtshoek van de morcellator die is getoond in figuur 7 ; en figuur 9 en 10 elk nog een andere variant.

Figuur 1 toont een endoscopisch-chirurgische ingreep, waarbij in een buikholte 1 met een morcellator overeenkomstig de uitvinding tenminste een deel van de uterus wordt verwijderd, waarbij de operatie wordt gadegeslagen via een endoscoop 3.

Figuur 2 toont meer in detail de weefsel-morcellator 2 volgens de uitvinding. Deze omvat een buis 4 die tot in de buikholte wordt gebracht, en een in deze buis 4 opgenomen binnenbuis die axiaal verschuifbaar en roteerbaar is opgenomen in de buis 4. Het ondereinde 6 van de binnenbuis 5 is voorzien van snijmiddelen 7 die aan dit ondereinde 6 radiaal vrijliggen ten opzichte van de buizen 4 en 5. Weefsel 10 dat is afgesneden met de snijmiddelen 7 wordt via de binnenbuis 5 afgevoerd via de afvoer 9.

De snijmiddelen 7 omvatten een ringvormig mes 11 dat aan zijn achtereinde en zijde is voorzien van een tandkrans 12 die in aangrijping staat met een kegeltandwiel 13 dat met behulp van aandrijfmiddelen 14 wordt aangedreven via de as 15. Het ringvormige mes 11 is voorzien van een asstomp 16 die roteerbaar en uitneembaar snappend is opgenomen in een steunstuk 17. (Dat verder in detail wordt besproken in figuur 3. ) Het zal duidelijk zijn dat indien de as 15 is gemonteerd nabij de wand van de binnenbuis 5 de binnenbuis in hoofdzaak vrij is en een strook afgesneden weefsel 10 als geheel kan worden afgevoerd via de buis en de uitlaat 9. Verder kan

indien gebruik wordt gemaakt van een flexibele as via de buis met behulp van een klem op af te scheiden weefsel tractie worden uitgeoefend waardoor dit weefsel gemakkelijk kan worden verwijderd.

Een andere variant wordt getoont in figuur 3, waarbij thans de snijmiddelen 7 de vorm hebben van een mesblad 18 dat is gemonteerd op de tandkrans 12. Duidelijk is te zien dat het steunstuk 17 met behulp van vleugels 29 is bevestigd aan de binnenbuis 5. Met behulp van de morcellator die is getoond in figuur 3 zal het weefsel in kleinere stukken worden fijn gemaakt en naar boven kunnen worden getransporteerd door uitspoelen dan wel door in de binnenbuis 5 een bekende schroef van Archimedes op te nemen.

Figuur 4 toont een andere morcellator 19 volgens de uitvinding, waarbij aan het ondereinde van de buizen 4 en 5 de snijmiddelen in hoofdzaak de vorm hebben van een snijbol 20 die is opgebouwd uit twee schijven 21,22 die zijn voorzien van mesbogen 23. De schijven 21,22 zijn gelagerd aan een lagerstuk 24 dat via een vleugel 25 is verbonden met de binnenbuis 5. De schijven 21,22 worden aangedreven met een aandrijfas 26 die eindigt in een worm 27 die in aandrijvend contact staat met de vertandingen 28 van de beide schijven 21,22.

Het zal duidelijk zijn dat met de morcellator 19 volgens de uitvinding in alle radiale richtingen kan worden gesneden doordat deze snijmiddelen 7 thans alzijdig radiaal vrijliggen ten opzichte van de buizen 4 en 5.

Figuur 5 toont een morcellator 30 volgens de uitvinding die omvat een morcellator-buitenbuis 31, en een roteerbaar, coaxiaal daarin opgenomen binnenbuis 32. De buitenbuis 31 is aan zijn onderzijde voorzien van een als ring 33 uitgevoerde lagermiddelen 34, waarin roteerbaar gelagerd is een ringvormig mes 35 dat aan een einde is voorzien van een ringvormige snijrand 36 en aan zijn andere zijde voorzien van een vertanding 37. Deze vertanding 37 kamt met een vertanding 38 aan het vrije einde 39 van de binnenbuis 32. Aldus is het mes 35 gelagerd aan en aandrijfbaar met de buitenbuis die voor het overige volledig vrij is voor het afvoeren van met het mes 35 afgesneden weefsel 40.

Figuur 6 toont een morcellator 41 volgens de uitvinding die in hoofdzaak overeenkomt met de morcellator uit figuur 5.

In dit geval is de lagerring 33 voor het mes 35 bevestigd aan een bevestigingsring 42 die vormsluitend geklikt kan worden op een uitsparing 43 van het vrije einde 44 van de buitenbuis 31 waardoor uitwisselbaarheid van het mes 35 met een bevestiging 42 is gerealiseerd.

Figuur 7 en 8 tonen een andere morcellator 45 volgens de uitvinding. In dit geval is de lagerring 33 via scharniermiddelen 46 verbonden met de buitenbuis 31. De scharniermiddelen 46 omvatten twee met de ring 33 verbonden scharnierbenen 47 en 48 die zodanig zijn opgesteld dat een scharnieras 49 tussen de scharnierbenen gaat door de positie alwaar de vertandingen 37 en 38 met elkaar kammen. De scharnierbenen 47 en 48 zijn via respectieve scharnierbenen 49 en 50 verbonden met de buitenbuis 31.

De ring 33 is anderzijds via een scharnierorgaan 51 verbonden met de buitenbuis 31 teneinde de hoek tussen de morcellator-aslijn 53 en de mes-aslijn in te stellen. Het scharnierorgaan is in dit geval uitgevoerd van geheugenmetaal en kan verschillende scharnierstanden innemen afhankelijk van verwarming met behulp van in de buitenbuis 31 opgenomen verwarmingsmiddelen 55. Het zal echter duidelijk zijn dat andere typen van scharnierorganen mogelijk zijn, bijvoorbeeld mechanische scharnierorganen die bedienbaar zijn van buiten de buikholte.

Verder wordt opgemerkt dat de vertandingen 37 en 38 zodanig zijn uitgevoerd dat een adequate aandrijving van het mes 35 mogelijk is ongeacht de ingestelde hoek 52.

Figuur 9 toont een morcellator 41 volgens de uitvinding die is voorzien van een buitenbuis 42 met een kromteinde 43 zodanig dat een opening 44 zijdelings gericht is. In de buitenbuis 42 is roteerbaar opgenomen een binnenbuis 45 die met de ringvormige snijmiddelen 46 is verbonden via een spiraalveer 47. Door middel van de spiraalveer 47 wordt de rotatie van de binnenbuis 45 overgebracht op de snijmiddelen 46 die daartoe zijn gelagerd en gedrukt in een lager 48.

Figuur 10 toont een morcellator 49 die omvat een buitenbuis 50 en een daarin roteerbare binnenbuis 51. De

binnenbuis is onder tussenkomst van een spiraalveer 52 verbonden met een ring 53 die via scharniermiddelen 54 is verbonden met de buitenbuis 51. In de ring 53 is gelagerd een binnenring 55 die draagt een snijmes 56. Het longitudinaal naar beneden toe verplaatsen van de binnenbuis 51 leidt tot het uitklappen van de ring 53 terwijl daarin nog steeds roteert het mes 56. Aldus is het mogelijk een zijdelingse snijbeweging uit te voeren met de morcellator 49.

Tenslotte wordt met betrekking tot figuur 9 en 10 opgemerkt dat eventueel de gehele binnenbuis 45 respectievelijk 51 kan zijn uitgevoerd als een relatief stijve maar roteerbare spiraalveer.

De stand van het mes is zodanig dat in horizontale richting (zijdelings) kan worden gesneden, de meshoek bedraagt dan bijvoorbeeld ongeveer 450.

*****

Claims

CONCLUSIES 1. Weefsel-morcellator, cmvattende een buis die aan een einde is voorzien van roteerbare snijmiddelen, die tenminste ten dele radiaal ten opzichte van de buis vrijliggen.
2. Morcellator volgens conclusie 1, waarin de snijmiddelen onder een hoek staan van 10-900, bij voorkeur 20-800, ten opzichte van de buisaslijn.
3. Morcellator volgens conclusie 2, waarin de hoek ten opzichte van de buisaslijn instelbaar is.
4. Morcellator volgens conclusie 1-3, waarin de snijmiddelen en de daarmee verbonden aandrijfmiddelen zijn gemonteerd in een in de morcellatorbuis opgenomen binnenbuis.
5. Morcellator volgens conclusie 4, waarin de binnenbuis in hoofdzaak vrij is.
6. Morcellator volgens conclusie 4 of 5, waarin de binnenbuis is ingevoerd als of is verbonden met de snijmiddelen via een spiraalveer.
7. Morcellator volgens conclusie 4-6, waarin in de binnenbuis afvoermiddelen zijn opgenomen voor het afvoeren van afgesneden weefsel.
8. Morcellator volgens conclusie 1-7, waarin de snijmiddelen met lagermiddelen zijn gelagerd aan een buitenbuis en aandrijfbaar met een in de buitenbuis opgenomen binnenbuis.
9. Morcellator volgens conclusie 8, waarin de lagermiddelen van de snijmiddelen zijn verbonden met een aan de buitenbuis losmaakbaar bevestigde bevestigingsring.
10. Morcellator volgens conclusie 8 of 9, waarin de lagermiddelen via scharniermiddelen en via een scharnierorgaan zijn verbonden met de buitenbuis.
11. Morcellator volgens conclusie 10, waarin het scharnierorgaan een van verwarmingsmiddelen voorzien en geheugenmetaal bevattend orgaan is.