BE1008125A3 - Overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem naar een ander over te dragen en werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan. - Google Patents

Overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem naar een ander over te dragen en werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan. Download PDF

Info

Publication number
BE1008125A3
BE1008125A3 BE9400252A BE9400252A BE1008125A3 BE 1008125 A3 BE1008125 A3 BE 1008125A3 BE 9400252 A BE9400252 A BE 9400252A BE 9400252 A BE9400252 A BE 9400252A BE 1008125 A3 BE1008125 A3 BE 1008125A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
floor
chain
transfer system
floor chain
speed
Prior art date
Application number
BE9400252A
Other languages
English (en)
Inventor
Lierde Carlos Van
Original Assignee
Egemin Elekt Goeder Marine Ind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Egemin Elekt Goeder Marine Ind filed Critical Egemin Elekt Goeder Marine Ind
Priority to BE9400252A priority Critical patent/BE1008125A3/nl
Priority to DE0671305T priority patent/DE671305T1/de
Priority to DE69502424T priority patent/DE69502424T2/de
Priority to ES95200462T priority patent/ES2079339T1/es
Priority to AT95200462T priority patent/ATE166034T1/de
Priority to EP95200462A priority patent/EP0671305B1/en
Priority to CZ95553A priority patent/CZ55395A3/cs
Priority to AU13589/95A priority patent/AU1358995A/en
Priority to US08/399,467 priority patent/US5676060A/en
Priority to PL95307555A priority patent/PL176685B1/pl
Priority to JP7047212A priority patent/JPH07285656A/ja
Priority to HU9500699A priority patent/HUT72997A/hu
Application granted granted Critical
Publication of BE1008125A3 publication Critical patent/BE1008125A3/nl
Priority to GR950300075T priority patent/GR950300075T1/el

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61BRAILWAY SYSTEMS; EQUIPMENT THEREFOR NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B61B10/00Power and free systems
    • B61B10/04Power and free systems with vehicles rolling trackless on the ground

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)
  • Intermediate Stations On Conveyors (AREA)
  • Escalators And Moving Walkways (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Devices For Conveying Motion By Means Of Endless Flexible Members (AREA)
  • Automatic Assembly (AREA)
  • Transmissions By Endless Flexible Members (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)

Abstract

Het overdrachtsysteem (5) bevat twee in tegengestelde zin draaiende horizontale kettingwielen (12 en 15) waarover twee vloerkettingen (9 en 13) lopen die uitstekende meeneemelementen (10 en 14) voor pennen (17) van de transporteenheden dragen, en die zo gelegen zijn dat een pen (17) meegenomen door een meeneemelement (10) van het ene vloerkettingsysteem (2) ter plaatse van de kettingwielen (12 en 15) loskomt van dit meeneemelement (10) en meegenomen wordt door een meeneemelement (14) van het andere vloerkettingsysteem (4) daardoor gekenmerkt dat de theoretische omtrekslijn (25) die alle meeneemelementen (10) van het ene vloerkettingsysteem (2) omschrijft de theoretische omtrekslijn (26) die alle meeneemelementen (14) van het andere vloerkettingsysteem (4) omschrijft, ter plaatse van de theoretische verbindingslijn (20) tussen de assen (18 en 19) van de twee kettingwielen (12 en 15) op een afstand van elkaar zijn gelegen tussen nul en de dikte van de pennen (17) in de richting van voornoemde verbindingslijn (20), terwijl het overdrachtsysteem (5) een kinematische verbinding (21-22) met konstante verhouding bevat tussen de twee kettingwielen (12 en 15).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem naar een ander over te dragen en werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan. 



  De uitvinding heeft betrekking op een overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem naar een ander over te dragen, welk overdrachtsysteem twee in tegengestelde zin draaiende horizontale kettingwielen bevat waarover twee   vloerkettingen   lopen die uitstekende meeneemelementen voor pennen van de transporteenheden dragen, en die zo gelegen zijn dat een pen meegenomen door een meeneemelement van het ene vloerkettingsysteem ter plaatse van de kettingwielen loskomt van dit meeneemelement en meegenomen wordt door een meeneemelement van het andere vloerkettingsysteem. 



  Bij bekende overdrachtsystemen van deze soort overlappen de banen van de meeneemelementen van de twee vloerkettingsystemen ter plaatse van voornoemde kettingwielen, daar waar de eigenlijke overdracht plaatsvindt, over een bepaalde afstand. Dit wil zeggen dat een theoretisch lijn die al de meeneemelementen van het ene vloerkettingsysteem omschrijft de theoretische lijn die al de meeneemelementen van het andere vloerkettingsysteem omschrijft elkaar snijden of kruisen ter plaatse van de overlapping. 



  Dit heeft voor gevolg dat de verhouding tussen de snelheid van de meeneemelementen van het ene vloerkettingsysteem en de snelheid van de meeneemelementen van het andere vloerkettingsysteem moet gelijk zijn aan 1 of hoogstens kan gelijk zijn aan 1/2 of 2/1. Bij andere verhoudingen is het gevaar zeer groot dat vroeg of laat ter plaatse van de 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 overlapping een pen geklemd geraakt tussen een meeneemelement van het ene vloerkettingsysteem en een meeneemelement van het andere vloerkettingsysteem en het overdrachtsysteem geblokkeerd wordt. Bij verschillende snelheden worden de vloerkettingsystemen afzonderlijk gedreven wat het volledige systeem duur maakt terwijl de drijfinrichtingen veel plaats innemen, vooral in verband met de inbouwdiepte. 



  De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en een overdrachtsysteem om transporteenheden van een   vloerkettingsysteem naar   een ander over te dragen, te verschaffen dat relatief goedkoop is, relatief weinig plaats inneemt en praktisch eender welke overbrengingsverhouding tussen beide vloerkettingsystemen zonder gevaar van blokkeren mogelijk maakt. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de theoretische omtrekslijn die alle meeneemelementen van het ene vloerkettingsysteem omschrijft de theoretische omtrekslijn die alle meeneemelementen van het andere vloerkettingsysteem omschrijft, ter plaatse van de theoretische verbindingslijn tussen de assen van de twee kettingwielen op een afstand van elkaar zijn gelegen tussen nul en de dikte van de pennen in de richting van voornoemde verbindingslijn, terwijl het overdrachtsysteem een kinematische verbinding met konstante verhouding bevat tussen de twee kettingwielen. 



  Voornoemde omtrekslijnen snijden of kruisen elkaar niet maar raken elkaar juist of bijna. Daardoor wordt blokkeren vermeden ook bij verschillende snelheden van de twee vloerkettingsystemen en/of wanneer de steek tussen de meeneemelementen van het ene verschilt van de steek tussen de meeneemelementen van het andere vloerkettingsysteem. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Door de tandwielen volstaat het een van de vloerkettingensystemen te drijven. 



  Doelmatig bevat de kinematische verbinding twee in elkaar grijpende tandwielen die respektievelijk co-axiaal met de twee kettingwielen zijn verbonden. 



  Indien de pennen rond zijn is voornoemde afstand tussen de omtrekslijnen doelmatig kleiner dan 3/4 van de diameter van de pennen en bij voorkeur kleiner dan 1/2 van deze diameter. In de meest voorkeurhebbende uitvoeringsvorm is deze afstand nul en raken voornoemde omtrekslijnen elkaar. 



  De twee tandwielen kunnen zowel een overbrengingsverhouding van 1/1 hebben als een andere zoals bijvoorbeeld 2/1,3/1, 3/2,4/1, 4/3,5/2, 5/3,5/4, M/N waarbij M en N gehele positieve getallen zijn waarvan M en N de kleinste gemeenschappelijke delers zijn. 



  Voor verschillende overbrengingsverhoudingen kan het volstaan in eenzelfde overdrachtsysteem andere tandwielen te plaatsen. Dit laat standaardisatie toe. 



  Voor een goede werking moet ervoor worden gezorgd dat tenminste   een   meeneemelement van het ene vloerkettingsysteem overeenkomt met tenminste   een   meeneemelement van het andere vloerkettingsysteem en zo dat als dit ene meeneemelement op de verbindingslijn staat tussen de twee assen van de kettingwielen of op het raakpunt van de twee omschreven omtrekslijnen van de meeneemelementen, het andere meeneenelement met een afstand naijlt of iets nakomt.

   Deze afstand mag niet meer zijn dan een waarde Q die bijvoorkeur kleiner is dan tweemaal de diameter van een pen en bij verdere voorkeur kleiner is dan 3/4 van de diameter van de pen. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Bij een overbrengingsverhouding tussen de tandwielen van M/N = VN/VM, waarbij VM de rotatiesnelheid is van het snelste kettingwiel en VN de rotatiesnelheid van het traagste kettingwiel is, en met een steek P tussen de meeneenelementen op beide vloerkettingsystemen, moet de diameter van de pen vermeerderd met Q en met een kleine speling bijvoorkeur kleiner zijn dan P/M (M en N zijn de kleinste gemeenschappelijke delers). 



  In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding kan Pl/P2 = VN/VM = N/M, waarbij Pl de steek is van het ene, snelste, vloerkettigsysteem met een snelheid VM, en P2 de steek is van het ander, traagste, vloerkettingsysteem met een snelheid VN. 



  In een daaropvolgende merkwaardige uitvoeringsvorm kan deze konstante verhouding worden veranderd met (M. Y)/ (X. N), waarbij Y en X de kleinste gemeenschappelijke delers zijn en waarbij een veelvoud van M. Y de rotatiesnelheid is van het snelste kettingwiel en een zelfde veelvoud van   X. N   de rotatiesnelheid is van het traagste kettingwiel. Daarbij moet de diameter van een pen vermeerderd met Q en vermeerderd met een kleine speling bijvoorkeur kleiner zijn dan P2/Y. 



  In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het overdrachtsysteem een verende pal die, in de bewegingszin van de pennen gezien, in hoofzaak voor het punt gelegen is waar de omtrekslijnen het dichtst bij elkaar zijn gelegen en die door een verend element in de baan van de pennen wordt gebracht zo dat een pen die naar het voornoemd punt beweegt deze pal verend weg moet duwen en door de pal niet meer terug kan. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  De pal remt de pennen enigszins af men zorgt ervoor dat de pennen aansluiten op het meeneemelement, maar belet vooral dat de transporteenheid in tegengestelde zin als haar normale verplaatsingszin zou worden verplaatst op een ogenblik dat tijdens de overdracht het meeneemelement van het ene vloerkettingsysteem de pen al losgelaten heeft en nog geen meeneemelement van het andere vloerkettingsysteem zieh achter de pen bevindt. 



  De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan waarbij men doelmatig gebruik maakt van een overdrachtsysteem volgens een van de vorige uitvoeringsvormen. 



  De uitvinding heeft aldus betrekking op een werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan die een vloerkettingsysteem vormt naar een zijkettingbaan die een ander vloerkettingsysteem vormt, waarbij een aftakking die een nog ander vloerkettingsysteem vormt aanwezig is die enerzijds via een wissel aansluit op de hoofdkettingbaan en anderzijds via een overdrachtsysteem aansluit op de zijkettingbaan en waarbij zowel de aftakking als de hoofdkettingbaan en de zijkettingbaan zijn gevormd door   afzonderlj k aandrij fbare vloerkettingen   zonder einde die meeneemelementen dragen die samenwerken met pennen van de transporteenheden om deze laatste mee te nemen en waarbij men bij het versluizen de   vloerketting   van de aftakking met een hogere gemiddelde snelheid drijft dan de   vloerketting   van de 

  zijkettingbaan. 



  De zijkettingbaan wordt veelal gebruikt voor het rangeren van transporteenheden die achteraf van de zijkettingbaan worden losgekoppeld en eventueel terug met de hoofdkettingbaan verbonden. De zijkettingbaan wordt meestal 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 diskontinu gedreven. Telkens een nieuwe transporteenheid via de aftakking wordt versluisd, schuiven de gerangeerde transporteenheden een plaats op. 



  De verschillende snelheid tussen de vloerkettingen heeft tot doel het versluizen zo snel mogelijk te laten geschieden en, in het geval transporteenheden op de zijkettingbaan worden gerangeerd, deze transporteenheden zo dicht mogelijk bij elkaar te kunnen rangeren zonder botsen. 



  Men kan evenwel de snelheid van de   vloerketting   van de aftakking niet veel'groter nemen dan de snelheid van de   vloerketting   van de hoofdkettingbaan aangezien de versnelling op het ogenblik van de overname van de transporteenheid door de   vloerketting   van de aftakking te groot zou zijn. 



  De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en een werkwijze te verschaffen waarmee het versluizen relatief snel maar toch soepel kan plaatsvinden. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat men bij het begin van het versluizen van een transporteenheid de   vloerketting   van de aftakking met een snelheid drijft die ongeveer gelijk is aan deze van de   vloerketting   van de hoofdkettingbaan en pas daarna de   vloerketting   van de aftakking versnelt tot een maximale snelheid die hoger is en die men aanhoudt nagenoeg tot de transporteenheid ter plaatse van het overdrachtsysteem is, waarna men de   vloerketting   van de aftakking terug afremt. 



  In een merkwaardige uitvoeringsvorm drijft men de   vloerketting   van de aftakking diskontinu, en versnelt men 
 EMI6.1 
 deze vloerketting reeds van stilstand tot een snelheid die nagenoeg gelijk is aan de snelheid van de vloerketting van 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 de hoofdkettingbaan vooraleer de transporteenheid overgedragen is aan de   vloerketting   van de aftakking. 



  Doelmatig gebruikt men als overdrachtsysteem een overdrachtsysteem volgens een van hiervoor beschreven uitvoeringsvormen. 



  In deze uitvoeringsvorm wordt ook de   vloerketting   van de zijkettingbaan diskontinu gedreven. 



  Bij voorkeur is daarbij de gemiddelde snelheid van de   vloerketting   van de zijkettingbaan wanneer hij gedreven is kleiner dan de snelheid van de   vloerketting   van de hoofdkettingbaan. 



  Wanneer de zijkettingbaan een rangeerbaan is met stopplaatsen voor de transporteenheden, wordt de gemiddelde 
 EMI7.1 
 snelheid van de vloerketting van de aftakking en de gemiddelde snelheid van de vloerketting van de zijkettingbaan zo gekozen dat een transporteenheid de weg tussen de wissel en het overdrachtsysteem aflegt in nagenoeg dezelfde tijd als een transporteenheid van de ene stopplaats tot de volgende wordt verplaatst. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een overdrachtsysteem om transporteenheden van een   vloerketting   naar een andere over te dragen en van een werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan, beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 figuur 1 op schematische wijze twee vloerkettingsystemen weergeeft met een overdrachtsysteem volgens de uitvinding ; figuur 2 op schematisch wijze en op grotere schaal het overdrachtsysteem weergeeft uit het vloerketting- systeem van figuur   1 ;   figuur 3 het detail weergeeft aangeduid door F3 in figuur 2, op nog grotere schaal ;

   figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens de lijn IV-IV uit figuur   2 ;   figuur 5 en doorsnede weergeeft volgens de   lijn V-V   uit figuur   4 ;   figuur 6 een diagramma weergeeft met de snelheid van een gedeelte van het vloerkettingsysteem in funktie van de tijd. 



  Het transportsysteem weergegeven in de figuur 1 bevat een hoofdkettingbaan 1 dat een eerste vloerkettingsysteem vormt, een schuin daarvan weglopende aftakking 2 die een tweede vloerkettingsysteem vormt en die ter plaatse van een wissel 3 op de hoofdkettingbaan 1 aansluit en een zijkettingbaan 4 die een derde vloerkettingsysteem vormt en enerzijds door middel van een overdrachtsysteem 5 met de aftakking 2 is verbonden en anderzijds, aansluit op een aandrijving 6. 



  De hoofdkettingbaan 1 bevat een   vloerketting   7 zonder einde die een aantal meeneemelementen 8 draagt en die kontinu wordt gedreven door een niet weergegeven aandrijving. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  De aftakking 2 is eveneens gevormd door een   vloerketting   9 zonder einde die meeneemelementen 10 draagt en die loopt over twee kettingwielen 11 en 12 waarvan het ene nabij de wissel 3 is gelegen en het andere deel uitmaakt van het overdrachtsysteem 5. 



  De zijkettingbaan 4 vormt in feite een rangeerbaan en is eveneens gevormd uit een   vloerketting   13 zonder einde die meeneemelementen 14 draagt en die loopt over twee kettingwielen 15 en 16. Het kettingwiel 15 maakt deel uit van het overdrachtsysteem 5 terwijl het kettingwiel 16 diskontinu gedreven wordt door de aandrijving 6. 



  De vloerkettingen 7, 9 en 13 zijn in de vloer ingewerkt en de meeneemelementen 10 en 14 steken zijdelings, horizontaal uit. De meeneemelementen 8 van de   vloerketting   7 kunnen bovenaan de   vloerketting   8 (blokketting) of zijdelings aan de vloerketting 8 (zijvingerketting) zijn geplaatst. Deze meeneemelementen werken samen met de vertikale meestal ronde pennen 17 van transporteenheden die eenvoudigheidshalve in de figuur 1 niet zijn weergegeven. 



  Deze transporteenheden kunnen wagentjes zijn, paletdragers enz. die van wielen zijn voorzien waarmee ze over de vloer rijden wanneer hun pen 17 meegenomen wordt door een meeneemelement 8, 10 of 14. 



  De wissel 3 is van een op zichzelf bekende konstruktie en wordt niet in detail beschreven. In een stand laat hij de pennen 17 door terwijl in een andere stand hij de pennen afleid naar de aftakking zodat ze door een meeneemelement 10 kunnen worden meegenomen. 



  Zoals in het bijzonder is weergegeven in de figuren 2 tot 5, zijn de twee kettingwielen 12 en 15 draaibaar rond vertikale assen 18 en 19 gemonteerd in een kast 30. De 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 theoretische verbindingslijn 20 tussen deze assen 18 en 19, maakt een hoek met de langsrichting van de aktieve gedeelten van de vloerkettingen 9 en 13 ter plaatse van het overdrachtsysteem 5. 



  Deze aktieve kettinggedeelten worden in dezelfde zin verplaatst doordat de kettingwielen 12 en 15 in tegengestelde zin draaien doordat op hun assen 18 en 19 in elkaar grijpende tandwielen 21 en 22 zijn bevestigd. De rotatiezin van de kettingwielen 12 en 15 is in de figuren 2 en 3 door pijlen 23 aangeduid terwijl de verplaatsingsrichting van de gebruikte delen van de vloerkettingen 9 en 13 door pijlen 24 zijn aangeduid. 



  Kenmerkend voor de uitvinding is het feit dat de theoretische omtrekslijn 25 die de meeneemelementen 10 van de aftakking 2 omschrijft en de theoretische omtrekslijn 26 die de meeneemelementen 14 van de zijkettingbaan 4 omschrijft elkaar niet kruisen of snijden maar juist raken op voornoemde verbindingslijn 20. In plaats van te raken zouden deze lijnen op een kleine afstand van elkaar kunnen gelegen zijn, welke afstand evenwel zeker kleiner moet zijn dan de diameter van de pennen 17 en in de praktijk zelfs kleiner dan 3/4 en bij voorkeur zelfs 1/2 van deze diameter. 



  De werking van het overdrachtsysteem 5 is als volgt : De   vloerketting   13 wordt gedreven door de aandrijving 6. Via de tandwielen 22 en 21 wordt het kettingwiel 12 gedreven met een grotere snelheid in de verhouding m/n, waarbij m de rotatiesnelheid is van het tandwiel 21 en in de rotatiesnelheid van het aandrijvende tandwiel 22. De snelheid van de vloerkettingen 9 en 13 is in dezelfde verhouding. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  Wanneer een pen 17 en dus een transporteenheid door een meeneemelement 10 van de aftakking 2 wordt meegenomen, komt juist voorbij voornoemde verbindingslijn 20 deze pen 17 volledig vrij van het meeneemelement 10, waarna ze in dezelfde zin verder wordt meegenomen door   een   meeneemelement 14 van de zijkettingbaan 4. In de figuren 2 en 3 is eenvoudigheidshalve slechts   een   pen 17 weergegeven met in streeplijn deze pen 17 wanneer ze praktisch vrij is van het meeneemelement 10. 



  Opdat deze pen 17 zou kunnen worden meegenomen door een meeneemelement 14 dient de diameter van de pen 17 verhoogd met een waarde Q en met kleine veiligheidsmarge kleiner te zijn dan P/M, waarbij P de steek is, dit is de afstand tussen de meeneemelementen 10 of 14 die in het gegeven voorbeeld konstant is en waarbij Q het naijlen is van het meeneemelement 14 ten opzichte van het meeneemelement 10 op het ogenblik dat het meeneemelement 14 op de verbindingslijn 20 is gelegen. 



  Voor een goede werking moet ervoor worden gezorgd dat tenminste   n meeneemelement 10 van het ene vloerkettingsysteem 2 overeenkomt met tenminste     n   meeneemelement 14 van het andere vloerkettingsysteem 4 en zo dat als dit ene meeneemelement 10 op de verbindingslijn 20 staat tussen de twee assen 18 en 19 van de kettingwielen 12 en 15 of op het raakpunt van de twee omschreven omtrekslijnen 25 en 26 van de meeneemelementen 10 en 14, het andere meeneenelement 14 met een afstand naijlt of iets nakomt.

   Deze afstand mag niet meer zijn dan een waarde Q die bijvoorkeur kleiner is dan tweemaal de diameter van een pen 17 en bij verdere voorkeur kleiner is dan 3/4 van de diameter van de pen 17. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 De overbrengingsverhouding M/N kan uiteenlopende waarden aannemen zoals 1/1,2/1, 3/2,4/1, 4/3,5/2, 5/3,5/4 enz. zonder gevaar dat de pen 17 het overdrachtsysteem 5 blokkeert. 



  De steek P van de aftakking 2 kan eventueel verschillend zijn van de steek P van de zijkettingbaan 4. 



  Aangezien op het ogenblik dat een pen 17 is losgelaten door een meeneemelement 10 er nog niet noodzakelijk een meeneemelement 14 zich reeds achter deze pen 17 bevindt zou de transporteenheid met deze pen 17 achteruit kunnen worden geduwd. Om dit te beletten bevat het overdrachtsysteem een pal 27 die scharnierend rond een as 28 is gemonteerd en in hoofdzaak voor de verbindingslijn 20 is gelegen. Door een veer 29 wordt deze pal   27   in de stand getrokken die in figuur 2 in streeplijn is weergegeven en waarbij het einde van deze pal 27 op de baan van de pennen 17 is gelegen. 



  Deze pal 27 wordt verend weggeduwd door een pen 17 die in de zin van de pijl 24 wordt meegenomen. Daarbij wordt deze pen enigszins afgeremd. Een beweging van de pen in de tegengestelde zin wordt door de pal 27 belet. 



  Het hiervoor beschreven overdrachtsysteem 5 laat de snelheid van de aftakking 2 verschillend te maken van de snelheid van de zijkettingbaan 4, wanneer beide in beweging zijn. Door het vervangen van de tandwielen 21 en 22 kan dit verschil gemakkelijk gewijzigd worden en dit met eenzelfde overdrachtsysteem. 



  De snelheid van de aftakking 2 kan men daarenboven laten vari ren in de tijd, hetgeen bijzondere voordelen biedt, waarbij de snelheid van de zijkettingbaan 4 evenredig mee varieert. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 In figuur 6 is een diagramma weergegeven met de snelheid van de aftakking 2 in funktie van de tijd. 



  Zoals daaruit kan worden gezien varieert men volgens de uitvinding de snelheid van de   vloerketting   9 van de aftakking 2. 



  Men versnelt eerst van nul tot een tussenwaarde A die nagenoeg gelijk is aan de snelheid van de hoofdkettingbaan 1 en dit vooraleer de pen 17 van een transporteenheid de wissel 3 bereikt. 



  Op het moment van de overname   t1   van deze pen door de   vloerketting   9 verplaatst deze zieh reeds met nagenoeg dezelfde snelheid als de   vloerketting   7, waardoor deze overname zeer zacht en soepel kan gebeuren. 



  Deze snelheid wordt een tijd aangehouden en op het ogenblik   t2,   waarbij de pen de positie X weergegeven in figuur 1 bereikt heeft, versnelt men de   vloerketting   9 tot een snelheid B die merkelijk groter is. Deze snelheid, bereikt op t3, houdt men een tijd aan tot aan t4 waarbij de pen 17 het overdrachtsysteem 5 bereikt of bijna bereikt of bereikt heeft. 



  Daarna remt men de   vloerketting   9 af tot stilstand. 



  Men kiest de maximale snelheid B zo dat de pen 17 de lengte L heeft afgelegd vooraleer zieh een nieuwe pen 17 heeft aangemeld aan de wissel 11. Dit betekent dat de pen 17 in dezelfde tijd de afstand tussen twee stopplaatsen in het kettingsysteem moet kunnen afleggen. 



  De overdracht kan gebeuren bij maximale snelheid, bij vertraging of bij versnelling. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 



  De gemiddelde snelheid van de ketting zonder einde 13 van de zijkettingbaan kan op deze manier vrij worden gekozen, Bijvoorkeur kiest men deze snelheid kleiner dan de snelheid van de hoofdkettingbaan 1. 



  Het is duidelijk dat de snelheid van de   vloerketting   13 van de zijkettingbaan 4 door de vaste overbrengingsverhouding van de tandwielen 21 en 22 van het overdrachtsysteem 5 samen zal   vari ren   met de snelheid van de   vloerketting   9. 



  Het versluizen kan op deze manier zeer snel maar soepel en zonder plotse schokken plaatsvinden. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk overdrachtsysteem of dergelijke werkwijze voor het versluizen kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (16)

  1. Konklusies. l.-Overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem (2) naar een ander (4) over te dragen, welk overdrachtsysteem (5) twee in tegengestelde zin draaiende horizontale kettingwielen (12 en 15) bevat waarover twee vloerkettingen (9 en 13) lopen die uitstekende meeneemelementen (10 en 14) voor pennen (17) van de transporteenheden dragen, en die zo gelegen zijn dat een pen (17) meegenomen door een meeneemelement (10) van het ene vloerkettingsysteem (2) ter plaatse van de kettingwielen (12 en 15) loskomt van dit meeneemelement (10) en meegenomen wordt door een meeneemelement (14) van het andere vloerkettingsysteem (4), daardoor gekenmerkt dat de theoretische omtrekslijn (25) die alle meeneemelementen (10) van het ene vloerkettingsysteem (2) omschrijft de theoretische omtrekslijn (26) die alle meeneemelementen (14)
    van het andere vloerkettingsysteem (4) omschrijft, ter plaatse van de theoretische verbindingslijn (20) tussen de assen (18 en 19) van de twee kettingwielen (12 en 15) op een afstand van elkaar zijn gelegen tussen nul en de dikte van de pennen (17) in de richting van voornoemde verbindingslijn (20), terwijl het overdrachtsysteem (5) een kinematische verbinding (21-22) met konstante verhouding bevat tussen de twee kettingwielen (12 en 15).
  2. 2. - Overdrachtsysteem volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de kinematische verbinding (21-22) twee in elkaar grijpende tandwielen (21 en 22) bevat die respektievelijk co-axiaal met de twee kettingwielen (12 en 15) zijn verbonden. <Desc/Clms Page number 16>
  3. 3. - Overdrachtsysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de pennen (17) rond zijn en voornoemde afstand tussen de omtrekslijnen (25 en 26) kleiner is dan 3/4 van de diameter van de pennen (17).
  4. 4. - Overdrachtsysteem volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat voornoemde afstand tussen de omtrekslijnen (25 en 26) kleiner is dan 1/2 van de diameter van de pennen (17).
  5. 5. - Overdrachtsysteem volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat voornoemde afstand tussen de omtrekslijnen (25 en 26) nul is en deze omtrekslijnen elkaar raken.
  6. 6. - Overdrachtsysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat tenminste één meeneemelement (10) van het ene vloerkettingsysteem (2) overeenkomt met tenminste een meeneemelement (14) van het andere vloerkettingsysteem (4) en zo dat als dit ene meeneemelement (10) op de verbindingslijn (20) staat tussen de twee assen (18 en 19) van de kettingwielen (12 en 15) of op het raakpunt van de twee omschreven omtrekslijnen (25 en 26) van de meeneemelementen (10 en 14), het andere meeneenelement (14) met een afstand naijlt of iets nakomt, waarbij deze afstand niet meer is dan een waarde Q die bijvoorkeur kleiner is dan tweemaal de diameter van een pen (17) en bij verdere voorkeur kleiner is dan 3/4 van de diameter van de pen (17).
  7. 7. - Overdrachtsysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de kinematische overbrenging tussen de kettingwielen (12 en 15) een verhouding bezit die verschilt van 1. <Desc/Clms Page number 17>
  8. 8. - Overdrachtsysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat voor overbrengingsverhouding van de kinematische overbrenging tussen de kettingwielen (12 en 15) M/N = VM/VN, waarbij VM de rotatiesnelheid is van het snelste kettingwiel (12) en VM de rotatiesnelheid van het traagste kettingwiel (15) is, en met een steek P tussen de meeneemelementen (10 of 14) op beide vloerkettingsystemen (2 en 4), de diameter van een pen (17) vermeerderd met de waarde Q en een kleine speling kleiner is dan P/M.
  9. 9. - Overdrachtsysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat P1/P2 = VN/VM = N/M, waarbij P1 de steek is van het ene, snelste, vloerkettigsysteem (2) met een snelheid VM, en P2 de steek is van het andere, traagste, vloerkettingsysteem (4) met een snelheid VN.
  10. 10. - Overdrachtsysteem volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat deze konstante verhouding P1/P2 kan worden veranderd met (M. Y)/ (X. N), waarbij Y en X de kleinste gemeenschappelijke delers zijn en waarbij een veelvoud van M. Y de rotatiesnelheid is van het snelste kettingwiel (12) en een zelfde veelvoud van X. N de rotatiesnelheid is van het traagste kettingwiel (15), waarbij de diameter van een pen (17) vermeerderd met Q en vermeerderd met een kleine speling bijvoorkeur kleiner moet zijn dan P2/Y.
  11. 11. - Overdrachtsysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat het een verende pal (27) bevat die, in de bewegingszin van de pennen (17) gezien, in hoofzaak voor het punt gelegen is waar de omtrekslijnen (25 en 26) het dichtst bij elkaar zijn gelegen en die door een verend element (29) in de baan van de pennen (17) wordt gebracht zo dat een pen (17) die naar het voornoemd punt beweegt deze pal (27) verend weg moet duwen en door de pal niet meer terug kan. <Desc/Clms Page number 18>
  12. 12.- Werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan (1) die een vloerkettingsysteem vormt naar een zijkettingbaan (4) die een ander vloerkettingsysteem vormt, waarbij een aftakking (2) die een nog ander vloerkettingsysteem vormt, aanwezig is die enerzijds, via een wissel (3) aansluit op de hoofkettingbaan (1) en, anderzijds, via een overdrachtsysteem (5) aansluit op de zijkettingbaan (4) en EMI18.1 waarbij zowel de aftakking (2) als de hoofdkettingbaan (1) en de zijkettingbaan (4) zijn gevormd door afzonderljk aandrijfbare eindloze vloerkettingen (9-7-13) die meeneemelementen (ìO-S-14) dragen die samenwerken met pennen (17) van de transporteenheden om deze laatste mee te nemen en waarbij men bij het versluizen de vloerketting (9) van de aftakking (2)
    met een hogere gemiddelde snelheid drijft dan de vloerketting (13) van de zijkettingbaan (4), daardoor gekenmerkt dat men bij het begin van het versluizen van een transporteenheid de vloerketting (9) van de aftakking (2) met een snelheid (A) drijft die ongeveer gelijk is aan deze van de vloerketting (7) van de hoofdkettingbaan (1) en pas daarna de vloerketting (9) van de aftakking (2) versnelt tot een maximale snelheid (B) die hoger is en die men aanhoudt nagenoeg tot de transporteenheid ter plaatse van het overdrachtsysteem (5) is, waarna men de vloerketting (9) van de aftakking (2) terug afremt.
  13. 13.-Werkwijze volgens vorige konklusie, daaroor gekenmerkt dat men de vloerketting (9) van de aftakking (2) diskontinu drijft, en men deze vloerketting (9) reeds versnelt van stilstand tot een snelheid (A) die nagenoeg gelijk is aan EMI18.2 de snelheid van de vloerketting (7) van de hoofdkettingbaan (1) vooraleer de transporteenheid overgedragen is aan de vloerketting (9) van de aftakking (2). <Desc/Clms Page number 19>
  14. 14.-Werkwijze volgens een van de konklusies 12 en 13, daardoor gekenmerkt dat men als overdrachtsysteem (5) een overdrachtsysteem volgens een van de konklusies 1 tot 11 gebruikt.
  15. 15.-Werkwijze volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat men de vloerketting (9) van de zijkettingbaan (4) met een kleinere gemiddelde snelheid drijft dan de snelheid van de vloerketting (7) van de hoofdkettingbaan (1).
  16. 16.-Werkwijze volgens een van de konklusies 12 tot 15, daardoor gekenmerkt dat met een zijkettingbaan (4) die een rangeerbaan is met stopplaatsen voor de transporteenheden, men de grootste snelheid (B) van de vloerketting (9) van de aftakking (2) en de gemiddelde snelheid van de vloerketting (13) van de zijkettingbaan (4) zo kiest dat een transporteenheid de weg tussen de wissel (3) en het overdrachtsysteem (5) aflegt in nagenoeg dezelde tijd als een transporteenheid van de ene stopplaats tot de volgende wordt verplaatst.
BE9400252A 1994-03-08 1994-03-08 Overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem naar een ander over te dragen en werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan. BE1008125A3 (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400252A BE1008125A3 (nl) 1994-03-08 1994-03-08 Overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem naar een ander over te dragen en werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan.
DE69502424T DE69502424T2 (de) 1994-03-08 1995-02-24 Übertragungssystem zur Überführung von Fördereinheiten von einem Flurförderer auf einen anderen und Verfahren zum Holen einer Fördereinheit von einer Haupt- auf eine Nebenkettenstrasse
ES95200462T ES2079339T1 (es) 1994-03-08 1995-02-24 Sistema de transmision para unidades transportadoras de transferencia por sistema de cadena, desde un piso a otro, y metodo para el arrastre de una unidad transportadora, de un recorrido de la cadena principal a un recorrido de la cadena secundaria.
AT95200462T ATE166034T1 (de) 1994-03-08 1995-02-24 Übertragungssystem zur überführung von fördereinheiten von einem flurförderer auf einen anderen und verfahren zum holen einer fördereinheit von einer haupt- auf eine nebenkettenstrasse
EP95200462A EP0671305B1 (en) 1994-03-08 1995-02-24 Transmission system to transfer conveyor units from one floor chain system to another and method for hauling a conveyor unit from a main chain path to a side chain path
DE0671305T DE671305T1 (de) 1994-03-08 1995-02-24 Übertragungssystem zur Überführung von Fördereinheiten von einem Flurförderer auf einen anderen und Verfahren zum Holen einer Fördereinheit von einer Haupt- auf eine Nebenkettenstrasse.
CZ95553A CZ55395A3 (en) 1994-03-08 1995-03-02 Transferring device for handing-over transport units from one system with a floor chain to another one and method of transferring the transport unit
AU13589/95A AU1358995A (en) 1994-03-08 1995-03-02 Transmission system to transfer conveyor units from one floor chain system to another and method for hauling a conveyor unit from a main chain path to a side chain path
US08/399,467 US5676060A (en) 1994-03-08 1995-03-07 Floor chain transfer system
PL95307555A PL176685B1 (pl) 1994-03-08 1995-03-07 Układ przenoszący do przenoszenia jednostek przenośnika z jednego poziomowego układu łańcuchowego do innego, oraz sposób przeciągania jednostki przenośnika z głównego ciągu łańcuchowego do bocznego ciągu łańcuchowego
JP7047212A JPH07285656A (ja) 1994-03-08 1995-03-07 コンベヤユニットを一方のフロアチェイン系から他のフロアチェイン系に移し換える転送システム、およびコンベヤユニットを主チェイン行路からサイドチェイン行路に分岐移し換えする転送方法
HU9500699A HUT72997A (en) 1994-03-08 1995-03-08 Transmission system and method to transfer conveyor units from one chain to another
GR950300075T GR950300075T1 (en) 1994-03-08 1996-01-31 Transmission system to transfer conveyor units from one floor chain system to another and method for hauling a conveyor unit from a main chain path to a side chain path.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400252A BE1008125A3 (nl) 1994-03-08 1994-03-08 Overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem naar een ander over te dragen en werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1008125A3 true BE1008125A3 (nl) 1996-01-23

Family

ID=3888017

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9400252A BE1008125A3 (nl) 1994-03-08 1994-03-08 Overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem naar een ander over te dragen en werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US5676060A (nl)
EP (1) EP0671305B1 (nl)
JP (1) JPH07285656A (nl)
AT (1) ATE166034T1 (nl)
AU (1) AU1358995A (nl)
BE (1) BE1008125A3 (nl)
CZ (1) CZ55395A3 (nl)
DE (2) DE671305T1 (nl)
ES (1) ES2079339T1 (nl)
GR (1) GR950300075T1 (nl)
HU (1) HUT72997A (nl)
PL (1) PL176685B1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7537423B1 (en) 2007-08-28 2009-05-26 Ancra International, Llc. Chain tiedown for transportation vehicle
US7476070B1 (en) 2007-08-28 2009-01-13 Ancra International, Llc Chain tiedown for transportation vehicle

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB964022A (en) * 1961-07-12 1964-07-15 Sovex Ltd Improvements relating to underfloor towing-chain conveyers
US3407751A (en) * 1965-04-27 1968-10-29 Fisher & Ludlow Ltd Floor conveyors
GB1166694A (en) * 1966-08-22 1969-10-08 Sanki Eng Co Ltd Cable Tow Conveyor for Propelling Floor Trucks
US3648618A (en) * 1970-03-09 1972-03-14 Cutler Hammer Inc Subfloor conveyor system and dolly therefor
US3714903A (en) * 1970-12-31 1973-02-06 Fmc Corp Takeup apparatus for truck tow conveyor system
FR2659946A1 (fr) * 1990-03-23 1991-09-27 Couedic Madore Equipement Sarl Installation de convoyage par crochets mobiles sur un chemin de roulement aerien.
DE9204632U1 (de) * 1992-04-06 1992-06-04 FTF-Fördertechnik GmbH & Co KG, 63486 Bruchköbel Endloshängeförderer

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3044415A (en) * 1960-07-27 1962-07-17 Webb Co Jervis B Mechanism for propelling a load carrying vehicle between main and branch lines of a material handling system
US3048126A (en) * 1961-03-20 1962-08-07 Cons Freightways Corp Of Delaw Conveyor installation for wheeled carts
US3771464A (en) * 1971-10-05 1973-11-13 Fromme Foerderanlagen Gmbh Tow truck system
FR2417450A1 (fr) * 1978-02-17 1979-09-14 Granet Alfred Dispositif de transferts de chariot dans un convoyeur aerien a derivations
SU919946A1 (ru) * 1979-10-19 1982-04-15 За витель М. Л. Гинчерман.,,. ; , , Щелевой напольный толкающий конвейер
BE1008124A3 (nl) * 1994-03-08 1996-01-23 Egemin Elekt Goeder Marine Ind Werkwijze voor het uitsluizen van transporteenheden van een hoofdspoor naar een rangeerspoor in een vloerkettingtransportsysteem.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB964022A (en) * 1961-07-12 1964-07-15 Sovex Ltd Improvements relating to underfloor towing-chain conveyers
US3407751A (en) * 1965-04-27 1968-10-29 Fisher & Ludlow Ltd Floor conveyors
GB1166694A (en) * 1966-08-22 1969-10-08 Sanki Eng Co Ltd Cable Tow Conveyor for Propelling Floor Trucks
US3648618A (en) * 1970-03-09 1972-03-14 Cutler Hammer Inc Subfloor conveyor system and dolly therefor
US3714903A (en) * 1970-12-31 1973-02-06 Fmc Corp Takeup apparatus for truck tow conveyor system
FR2659946A1 (fr) * 1990-03-23 1991-09-27 Couedic Madore Equipement Sarl Installation de convoyage par crochets mobiles sur un chemin de roulement aerien.
DE9204632U1 (de) * 1992-04-06 1992-06-04 FTF-Fördertechnik GmbH & Co KG, 63486 Bruchköbel Endloshängeförderer

Also Published As

Publication number Publication date
ES2079339T1 (es) 1996-01-16
DE671305T1 (de) 1996-05-02
CZ55395A3 (en) 1996-03-13
GR950300075T1 (en) 1996-01-31
PL176685B1 (pl) 1999-07-30
ATE166034T1 (de) 1998-05-15
DE69502424D1 (de) 1998-06-18
HUT72997A (en) 1996-06-28
AU1358995A (en) 1995-09-14
JPH07285656A (ja) 1995-10-31
US5676060A (en) 1997-10-14
HU9500699D0 (en) 1995-04-28
PL307555A1 (en) 1995-09-18
DE69502424T2 (de) 1998-12-10
EP0671305A1 (en) 1995-09-13
EP0671305B1 (en) 1998-05-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU733626B2 (en) Conveyor belt for persons
RU2135381C1 (ru) Грузовая платформа для сыпучих грузов
US7191896B2 (en) Spiral accumulator apparatus
US6595349B2 (en) Article transferring device
JPS5929557A (ja) 床形複式トロリ・コンベヤにおける合流装置
US3912071A (en) Conveyor system having selective lateral delivery
US6907983B2 (en) Conveying device for conveying stock on pallets or the like with change of direction
AT394530B (de) Schuettgutverladewagen
US3929079A (en) Transport system
US3374878A (en) Roller conveyor system
US3429417A (en) Motorized flow diverter
BE1008125A3 (nl) Overdrachtsysteem om transporteenheden van een vloerkettingsysteem naar een ander over te dragen en werkwijze voor het versluizen van een transporteenheid van een hoofdkettingbaan naar een zijkettingbaan.
CN1849252B (zh) 形成堆垛的装置
US4957188A (en) Conveyor system with stabilized conveyor basket
EP0608103B1 (en) Packaging machine with flight bar carton conveying system
US3289817A (en) Movable bed for belt conveyor
JPS58220077A (ja) 曲線エスカレ−タ
BE1008124A3 (nl) Werkwijze voor het uitsluizen van transporteenheden van een hoofdspoor naar een rangeerspoor in een vloerkettingtransportsysteem.
NL192383C (nl) Transportsamenstel zoals voor personen, alsmede overbruggingsinrichting hierbij.
JPH0637249B2 (ja) 幅寄せコンベヤ−
US3854414A (en) Power merge-synchronous
CN101124145A (zh) 乘客输送机
BE1012714A3 (nl) Inrichting voor het koppelen, respectievelijk ontkoppelen, van tranportelementen ten opzichte van de aandrijfinrichting voor zulke transportelementen.
JPH065285Y2 (ja) 物品選別装置
NL1009076C2 (nl) Vervoersysteem.

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: ELEKTRICITEIT VOOR GOEDERENBEHANDELING MARINE EN I

Effective date: 20140308