<Desc/Clms Page number 1>
Interactieve beeldweergave inrichting met cursorbesturing
De uitvinding heeft betrekking op een interactieve beeldweergaveinrichting voorzien van een weergave scherm en cursor besturingsmiddelen voor het besturen van een beweging van een cursor op het scherm.
Zo een inrichting is bekend uit het amerikaanse octrooischrift US 4, 764, 763. De besturingsmiddelen die in deze publicatie beschreven worden bevatten twee draaibare knoppen, een voor het besturen van horizontale cursor bewegingen en een voor het besturen van verticale cursor bewegingen. Daarnaast zijn er ook inrichtingen bekend waarin de cursor met een muis bestuurd wordt. In dit geval worden twee-dimensionale bewegingen van de muis omgezet in twee dimensionale bewegingen van de cursor.
Interactieve beeldweergave inrichtingen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden in een auto voor het aangeven van locaties op een kaart die op het scherm getoond wordt. De bestuurder van de auto geeft een locatie op deze kaart aan door de cursor naar de corresponderende locatie op het scherm te brengen.
De bekende besturingsmiddelen hebben twee instelvrijheden nodig (twee knoppen in het geval van de genoemde publicatie of een twee dimensionaal beweegbare muis). In allerlei toepassingen, zoals bijvoorbeeld bij toepassing in een auto, is het echter wenselijk een twee dimensionale besturing van de cursor te realiseren waarbij zo min mogelijk instelvrijheden vereist zijn.
Het is onder meer een doel van de uitvinding te voorzien in een interactieve beeldweergave inrichting onder vermindering van het aantal benodigde instelvrijheden dat nodig is voor besturing van cursor bewegingen in twee dimensies.
De interactieve beeldweergave-inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de cursor besturingsmiddelen zijn ingericht om, naar gelang een
<Desc/Clms Page number 2>
instellingsverandering van een bedieningsmiddel een eerste of daaraan tegengestelde tweede richting heeft, de beweging van de cursor uit te voeren in een richting van een eerste, respectievelijk een tweede coordinaatas op het scherm. Op deze wijze is de cursor positie op een twee dimensionaal deel van het scherm instelbaar bij gebruik van slechts een instelvrjheid in de bedieningsmiddelen.
Een uitvoeringsvorm van de beeldweergave-inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de richtingen van de eerste en tweede coordinaatas elkaar nagenoeg onder negentig graden snijden. Deze cursor bewegingen zijn eenvoudig uitvoerbaar en overzichtelijk voor de gebruiker. Het daarbij mogelijk dat voor verschillende locaties op het scherm verschillende richtingen voor de coordinaatassen gebruikt worden.
Een uitvoeringsvorm van de beeldweergave-inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het bedieningsmiddel een draaibare knop bevat die voor de instelling in onderling tegengestelde richtingen verdraaibaar is. Een draaibare knop is bij uitstek geschikt voor bediening met slechts een instelvrijheid.
Bij gebruik van de beeldweergave-inrichting volgens de uitvinding is alleen dat deel van het scherm dat zieh tussen de richtingen van de eerste en tweede coordinaatassen bevindt rechtstreeks toegankelijk.
Een uitvoeringsvorm van de beeldweergave-inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat gezien vanuit de normale gebruikspositie, draaiingen van de knop naar links en naar rechts respectievelijk corresponderen met bewegingen van de cursor omlaag en naar rechts. Bij deze keuze is het gebied rechtsonder de cursor direct toegankelijk. Dit is het gebied waarin in westerse schriften het volgende te lezen deel van een tekst staat, en is daarom de plaats waar de gebruiker intuitief het eerste een nieuwe cursor locatie opzoekt.
Een uitvoeringsvorm van de beeldweergave-inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat deze is ingericht om, wanneer de cursor door de beweging een eerste snijpunt met een eerste grens van een voorafbepaald gebied op het scherm bereikt, de cursor te verplaatsen naar een tweede, ander snijpunt op een tegenoverliggende tweede grens. Zodoende kan men na doorbewegen van de bedieningsmiddelen meer delen van het scherm bereiken.
Een verdere uitvoeringsvorm van de beeldweergave-inrichting volgens de
EMI2.1
uitvinding heeft het kenmerk, dat het tweede snijpunt zo is gekozen dat de beweging 0
<Desc/Clms Page number 3>
van de cursor cyclisch is. Zodoende verandert dat deel van de positionering van de cursor dat niet verandert zolang men binnen het gebied blijft ook niet bij het overschrijden van de grens.
Een verdere uitvoeringsvorm van de beeldweergave-inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de cursor besturingsmiddelen zijn ingericht om de cursor als een paar snijdende haarlijnen weer te geven, waarbij de haarlijnen langs respectieve banen lopen die de cursor bij voortgezette verandering van de instelling met respectievelijk het eerste en tweede teken volgt. Zodoende dienen de haarlijnen van de cursor tevens voor het aangeven van de locaties die met instellingsveranderingen in een richting bereikbaar zijn.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren waarvan figuur 1 een interactieve beeldweergave inrichting toont figuur 2 een flowchart toont voor het besturen van een interactieve beeldweergave inrichting volgens de uitvinding figuur 3 richtingen van cursor bewegingen op een beeldscherm toont figuur 4 de correspondentie illustreert tussen bewegingen van een draaibare knop en bewegingen van de cursor.
Figuur 1 toont een interactieve beeldweergave inrichting. Deze bevat een bedienings middel 10, gesymboliseerd als een instelpotentiometer, cursor besturingsmiddelen 12 en een weergave scherm 14. Verder toont de figuur beeldgeneratiemiddelen 18. Het bedieningsmiddel 10, is aan een ingang van de cursor besturingsmiddelen 12 gekoppeld. De uitgang van de cursor besturingsmiddelen 12 is aan een ingang van het weergave scherm 14 gekoppeld.
Op het weergave scherm 14 is een cursor 15 getoond, die bestaat uit twee haarlijnen. Verder zijn op het scherm twee richtingen 16,17 aangegeven die een hoek a van ongeveer 90 graden met elkaar maken.
De interactieve beeldweergave inrichting kan bijvoorbeeld als personal computer dienen, waarbij op het scherm allerhande gegevens bijvoorbeeld als tekst
<Desc/Clms Page number 4>
gerangschikt weergegeven worden, of een route planner, in welk geval op het scherm een kaart getoond kan worden. Op precisie functie die de inrichting verder heeft zal niet worden ingegaan.
In gebruik zorgen de cursor besturingsmiddelen 12 ervoor dat op het scherm 14 een beeld dat door de beeldgeneratiemiddelen 18 is gegenereerd samen met de cursor 15 wordt weergegeven. De cursor kan met haarlijnen weergegeven worden, of bijvoorbeeld met een pijltje of enigerlei ander symbool dat een locatie aangeeft. De locatie van de cursor 15 op het scherm 14 wordt bestuurd aan de hand van de instelling van het bedieningsmiddel 10. De gebruiker kan de instelling van dit bedieningsmiddel 10 veranderen. Laat de instelling weergegeven worden door een getal N (in het geval dat het bedieningsmiddel 10 een draaipotentiometer is kan het getal N bijvoorbeeld het aantal graden zijn waarover de draaipotentiometer verdraaid is). Wanneer de cursor besturingsmiddelen 12 detecteren dat het getal N toeneemt verplaatsen zij de cursor in een eerste richting 16 op het scherm.
Wordt een afname van het getal N gedetecteerd dan wordt de cursor in een tweede richting 17 verplaatst. Wanneer de gebruiker zodoende de cursor op een gewenste locatie heeft gebracht kan hij de cursor locatie bekrachtigen, bijvoorbeeld door een daartoe aangebrachte schakelaar te sluiten. Deze schakelaar kan bijvoorbeeld op de draaiknop aangebracht zijn, voor het detecteren van uittrekking of indrukking van de draaiknop dwars op de draairichting. De gebruiker kan dan de bekrachtiging uitvoeren door de draaiknop in te drukken of uit te trekken.
De essentie van de uitvinding is dat de cursor bewegingen onomkeerbaar zijn in de volgende zin. Als men de instelling van het bedieningsmiddel eerst met een eerste teken verandert dan volgt de cursor een eerste pad. Wanneer men vervolgens de instelling van het bedieningsmiddel met een tegengesteld teken verandert, dan volgt de cursor een tweede pad. Het tweede pad is geen omkering van het eerste pad : de cursor doet langs het tweede pad locaties aan die niet tot het eerste pad horen. Door combinaties van verandering van instellingsveranderingen van het bedieningsmiddel kan de cursor locatie zo over een twee dimensionaal gebied verplaatst worden.
Figuur 2 toont een flowchart die deze cursor besturing verduidelijkt. Bij gebruik van deze flowchart wordt aangenomen dat de variabele N de instelling van het instelmiddel 10 bevat, en dat met de variabelen X en Y de locatie van de cursor 15 op het scherm 14 bestuurd wordt. De variabele S bevat een eerdere instelling van het instelmiddel 10. In een eerste stap 20 na de start ST in de flowchart wordt het verschil
<Desc/Clms Page number 5>
N-S tussen de huidige instelling en de eerdere instelling bepaald en aan de variabele D toegekend. De huidige instelling wordt vervolgens in de variabele S bewaard. In een volgende stap 22 wordt een test 22 uitgevoerd, aan de hand van het teken van D. Als D > 0 dan wordt de variabele X opgehoogd 24 met de waarde van D, waardoor de cursor naar rechts verplaatst wordt.
Als D < 0 dan wordt de variabele Y verlaagd 26 door er D bij op te tellen D, waardoor de cursor naar beneden verplaatst wordt.
Vervolgens is er een test 28, op bekrachtiging van de aangewezen XY waarden, bijvoorbeeld door te testen of een schakelaar ter bekrachtiging gesloten is. In dat geval wordt het programma via een exit 29 be indigd en worden aangewezen XY waarden voor verdere verwerking in de inrichting doorgegeven. Als de XY waarde niet bekrachtigd wordt, herhaalt het hele proces zieh om volgende verplaatsingen van de cursor 15 te besturen.
Figuur 3 toont schematisch het scherm 30 en daarop de richtingen 33, 34 van cursor bewegingen. Zoals boven beschreven zijn alleen bewegingen naar rechts 32 en beneden 33 mogelijk. Zodoende zijn vanuit een initi le cursor locatie 31 Xo, Yo alleen de locaties X, Y (X > Xo of X=Xo en Y < Yo of Y < Yo) in het gebied 34 rechtsonder de initi le locatie bereikbaar. Bij voorkeur wordt de cursor locatie bij aanvang van het gebruik geinitialiseerd op de linker bovenhoek, zodat het hele scherm bereikbaar is. Na enkele cursor bewegingen is dan echter ook nog slechts een deelgebied 34 bereikbaar.
Om ook andere locaties op het scherm bereikbaar te maken verdient het aanbeveling om de cursor "rond te koppelen" : wanneer de cursor een "verdwijnpunt" 37 (coÌrdinaten M, Yo) op de rand van het scherm (of van een deelgebied van het scherm) bereikt, wordt de cursor verplaatst naar een tegenover liggend"verschijnpunt"35 (coÌrdinaten 0, Yo). Vandaaruit kan men de cursor weer verder naar rechts en beneden bewegen zodat dan het gehele onderste deel van het scherm 30 toegankelijk is. Bij voorkeur wordt het verschijnpunt 35 waarnaar de cursor verplaatst wordt zo gekozen dat vandaaruit het verdwijnpunt 37 weer bereikbaar is door de instelling N van het instelmiddel 10 met hetzelfde teken te blijven veranderen (in het voorbeeld doordat het verschijnpunt 35 dezelfde Y coÌrdinaat heeft als het verdwijnpunt 37).
Eenzelfde rondkoppeling van een verdwijnpunt 38 naar een tegenoverliggend verschijnpunt 36 kan men bij bewegingen in de andere richting 38 toepassen.
Figuur 4 illustreert een voordelige correspondentie tussen bewegingen van
<Desc/Clms Page number 6>
een draaibare knop 40 en bewegingsrichtingen 16,17 van de cursor. Voor het instelmiddel 10 gebruikt men bij voorkeur een draaibare knop 40 zonder eindstop, dat wil zeggen een knop die men een onbeperkt aantal omwentelingen naar links en rechts kan omdraaien. Dit voorkomt dat de cursor ergens op het scherm kan vastlopen doordat de draaibare knop tegen een eindstop oploopt. De as van de knop staat bij voorkeur loodrecht op het scherm. De bewegingsrichtingen 16,17 op het scherm corresponderen vanuit de waamemingspositie van de bediener met de bewegingsrichtingen 43,45 van twee punten 42,44 op de draaibare knop 40. Dit geeft de gebruiker het gevoel alsof de draaibare knop 40 rechtsonder de cursor staat en de cursor in zijn rotatie meeneemt.
De uitvinding is bruikbaar voor allerhande cursorbesturingstoepassingen, bijvoorbeeld voor effectief continue besturingsproblemen, zoals voor het aanwijzen van een positie op een landkaart. In een ander voorbeeld kan men de uitvinding toepassen op besturing van discrete cursorlocaties, zoals bij het kiezen van een optie uit een tweedimensionaal menu, zoals het volgende
EMI6.1
<tb>
<tb> Q <SEP> w <SEP> E <SEP> R
<tb> A <SEP> S <SEP> D <SEP> F
<tb> Z <SEP> X <SEP> C <SEP> V <SEP>
<tb>
De verandering van de cursor locatie is in dit geval niet continu, maar sprongsgewijs : de inrichting verandert de cursor locatie naar de locatie van een volgende menuoptie wanneer de verdraaiing D van de knop een drempel overschrijdt. De sprong richting (horizontaal of verticaal) is afhankelijk van het teken van de verandering van de verdraaiing.
In het voorafgaande is de uitvinding uitgelegd aan de hand van bewegingen naar rechts en beneden. Voor de westerse lezer, die van links naar rechts leest en van boven naar beneden is dit de meest intu tief aansprekende richting om de cursor te verplaatsen. Andere combinaties van verplaatsingsrichtingen zijn echter ook mogelijk, bijvoorbeeld naar boven en links of naar beneden en naar links (met name voor culturen die een andere schrift-richting kennen). Ook combinaties van richtingen die geen hoek van negentig graden met elkaar maken zijn mogelijk. In het laatste geval verdient het aanbeveling ook de haarlijnen van de cursor onder deze hoek te tonen, op
<Desc/Clms Page number 7>
zo'n manier dat ze de gebruiker laten zien welke locaties met verandering in een richting van de instelling van het bedieningsmiddel 10 bereikbaar zijn.
Verder is het ook mogelijk de richting afhankelijk te maken van de grootte van de instellingsverandering.
Essentieel is alleen dat tenminste voor sommige elkaar opheffende veranderingen van de instelling van het bedieningsmiddel de resulterende cursor bewegingen niet elkaars omgekeerde zijn.
Verder is de uitvinding ook niet beperkt tot bewegingen van de cursor die op alle plaatsen van het scherm in dezelfde richting gaan. Bij gebruik van poolcoÌrdinaten, bijvoorbeeld, kan verandering van de instelling van de draaiknop in een richting leiden tot een cirkel beweging rond een middelpunt, en verandering van de instelling in een andere richting voor radie le bewegingen naar of vanuit het middelpunt.
Voor het bedieningsmiddel 10 gebruikt men bij voorkeur een draaibare knop zonder eindstop. Als opnemer kan een potentiometer dienen, maar ook mechanismen die geen absolute rotatie meting doen maar alleen de verandering van de instellingshoek meten zijn bruikbaar ; in dat geval is de variabele "D" aan de uitgang van het bedieningsmiddel beschikbaar.
Ook een drie standen knop is bruikbaar als bedieningsmiddel. De extreme standen dienen dan bijvoorbeeld voor het starten van een beweging, respectievelijk omlaag en naar rechts, die blijft voortduren (met eenparige snelheid of versnellen) totdat de knop in de middenstand gebracht wordt, die als ruststand dient.