BE1006608A6 - Dispersie- en maaltoestel van het diskontinu te laden type. - Google Patents

Abstract

Dispersie- en maaltoestel van het diskontinu te laden type, daardoor gekenmerkt dat dit bestaat uit een vat (6) dat bedoeld is omtijdens het gebruik van het toestel een te behandelen materiaal te bevatten; een in het vat (6) aangebrchte mand (9,24) die een ringvormig kompartiment (16) heeft dat bedoeld is om tijdens het gebruik van het toestel een dispersiemdium (8) te bevatten, waarbij een opening (13a) aanwezig is in het center van het ringvormig kompartiment (16) en waarbij het ringvormig kompartiment (16) perforaties vertoont die toelaten dat het materiaal,doch niet het dispersiemedium (8) hier doorheen kan stromen; eerste roermiddelen die zich doorheen de opening (13a) in het center van het ringvormig kompartiment (16) in het vat (6) uitstrekken om het materiaal te roeren ten einde het materiaal rond te voeren in het vat (6) en de instroming van het materiaal in de mand (9,24) te bekomen; een tweede roermiddelen die zich in het ringvormig kompartiment uitstrekken om het dispersiemiddelen en materiaal te roeren, ten einde het dispergeren en het malen van het materiaal in de mand te bekomen, als ook te bekomen dat het materiaal doorheen de perforaties...

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Dispersie- en maaltoestel van het diskontinu te laden type. 



  ACHTERGROND VAN DE UITVINDING De huidige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een toestel voor het dispergeren en het malen van materiaal door middel van een dispersiemedium, zoals kogels, korrels of andere deeltjes, en meer speciaal op een dispersie-en maaltoestel van het diskontinu te laden type waarbij het te behandelen materiaal ten einde dit materiaal te dispergeren en te malen, wordt rondgevoerd in een mand welke het dispersiemedium bevat. 



  In het algemeen worden in konventionele dispersie-en maaltoestellen een te behandelen materiaal en een dispersiemedium bij elkaar gemengd en rondgeroerd in een vat, waarbij het materiaal fijn wordt gemalen en gedispergeerd wordt door de afschuifkrachten die tussen het materiaal en het maalmedium ontstaan. Er bestaan twee basistypes van zulke dispersie-en maaltoestellen, waarvan het ene een kontinu systeem is waarbij het in behandeling zijnde materiaal kontinu wordt toegevoerd aan en afgevoerd van de toestellen, en waarvan het andere een diskontinu te laden systeem is waarbij een welbepaalde hoeveelheid materiaal ter verwerking in het toestel wordt gebracht. 



  Als een dispersie-en maaltoestel van het diskontinu te laden type zijn toestellen bekend welke een vat bezitten waarin een mand is aangebracht die het dispersiemedium bevat. Het te behandelen materiaal wordt in het vat aangebracht en in de mand rondgevoerd door middel van een blad voor het roeren van het materiaal. Terwijl het materiaal doorheen de mand stroomt, wordt het 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 dispersiemedium geroerd en dooreenbewogen in de mand door middel van een blad dat speciaal bedoeld is voor het roeren van het medium. Voorbeelden van zulke dispersie-en maaltoestellen van het diskontinu te laden type zijn beschreven in de Japanse oktrooipublikatie nr. 174230/1983, die werd gepubliceerd op 13 oktober, 1983, en de Japanse oktrooipublikatie nr. 210020/1989, die werd gepubliceerd op 23 augustus, 1989. 



  Bij de toestellen die bekend zijn uit deze referenties strekt zich een roeras naar beneden in het vat uit, welke roterend wordt aangedreven door middel van een motor. De roeras strekt zich naar beneden doorheen de mand uit en wordt ondersteund door een lagering die in het onderste gedeelte van de mand is aangebracht. Het blad voor het roeren van het medium is in de mand aan de roeras verbonden, en het blad om het materiaal te roeren is aan het onderste gedeelte van de roeras dat doorheen de lagering steekt, verbonden en is onder de mand aangebracht. 



  Bij het gebruik wordt een hoeveelheid te behandelen materiaal in het vat geladen en wordt de roeras roterend aangedreven om het materiaal in het vat om te roeren en rond te voeren, waarbij het materiaal gedwongen wordt in de mand te stromen. De rotatie van het blad voor het roeren van het medium zorgt ervoor dat het materiaal dat in de mand stroomt tesamen met het dispersiemedium wordt geroerd, waarbij het materiaal wordt gedispergeerd en gemalen en waarbij het gedwongen wordt uit de mand terug in het vat te stromen. De cirkulatie van het materiaal in het vat en doorheen de mand, waar het door middel van het dispersiemedium onderworpen wordt aan afschuiving, resulteert in de dispersie en het malen van het materiaal. 



  Een nadeel van de konventionele dispersie-en maaltoestellen van het diskontinu te laden type bestaat 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 erin dat de roeras, die zieh uitstrekt doorheen de lagering die in het onderste gedeelte van de mand is aangebracht de neiging vertoont te worden afgeschuurd en afgesleten in de omgeving van de lagering, of de lagering zelf wordt afgeschuurd en afgesleten. De deeltjes van het dispersiemedium kunnen dan in de ruimte tussen de lagering en de roeras komen, waar, door de rotatie van de as, het blootgestelde oppervlak van de lagering en de as wordt afgeschuurd door het dispersiemedium.

   Bij het zieh verder ontwikkelen van de afschuring, wordt de ruimte tussen de roeras en de lagering groter, wat ertoe leidt dat deeltjes van het dispersiemedium zieh verzamelen in de ruimte en de rotatie van de roeras verhinderen of uit de mand in het vat stromen waar zij vermengd raken met het in behandeling zijnde materiaal. 



  Een ander nadeel van de konventionele dispersie-en maaltoestellen van het diskontinu te laden type bestaat erin dat, daar het blad voor het roeren van het materiaal en het blad voor het roeren van het medium beide verbonden zijn aan en aangedreven worden door dezelfde roeras, het niet mogelijk is om afzonderlijk de cirkulatie van het materiaal en de roerbeweging van het dispersiemedium te kontroleren, waarbij het moeilijk wordt om verscheidene materialen te behandelen welke een verschillende viskositeit vertonen. 



  Verder is een ander dispersie-en maaltoestel van het diskontinu te laden type bekend, waarbij de roeras in het vat, doch buiten de mand, is aangebracht en het blad om het materiaal te roeren aan het onderste uiteinde van de as is aangebracht om alzo het te behandelen materiaal in het vat rond te voeren. Daar in dit type van toestel het blad dat bedoeld is om het materiaal te roeren uit het center is gepositioneerd, aan   een   zijde ten opzichte van de centrale 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 as van het vat, stroomt het materiaal excentrisch in het vat rond en stroomt niet gelijkmatig in de mand. Als een gevolg hiervan is de doeltreffendheid van de dispersie van zulk toestel duidelijk inferieur aan die van de dispersieen maaltoestellen van het diskontinu te laden type waarin het blad voor het roeren van het materiaal in het center van het vat is aangebracht. 



  SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Een eerste doel van de huidige uitvinding bestaat erin te voorzien in een dispersie-en maaltoestel dat de voornoemde nadelen van de bekende toestellen niet vertoont. 



  Een ander doel van de huidige uitvinding bestaat erin te voorzien in een dispersie-en maaltoestel waarbij zieh een roeras doorheen een mand in een vat uitstrekt zonder in kontakt te komen met het dispersiemedium dat in de mand aanwezig is, zodanig dat onderling kontakt wordt vermeden bij de rotatie van de as, alsook vermeden wordt dat dispersiemedium uit de mand in het vat stroomt. 



  Een verder doel van de huidige uitvinding bestaat erin een dispersie-en maaltoestel te bieden dat eenvoudig kan worden gefabriceerd, kan worden samengesteld en eenvoudig te bedienen is, en wat een duurzame konstruktie vertoont en gemakkelijk te onderhouden is. 



  Een ander doel van de huidige uitvinding bestaat erin een dispersie-en maaltoestel te bieden dat een blad voor het roeren van het materiaal en een blad voor het roeren van het medium vertoont welke individueel worden gestuurd en onafhankelijk worden rondbewogen, ten einde een meer doeltreffende dispersie en een grotere veelzijdigheid te bekomen, zulks om toe te laten dat het toestel kan worden 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 gebruikt cm verscheidene materialen met verschillende viskositeiten te verwerken. 



  De bovengenoemde en andere doelen van de huidige uitvinding kunnen worden tot stand gebracht door middel van een dispersie-en maaltoestel dat een in een vat geplaatste mand bevat, waarbij de mand een ringvormige vorm heeft met een opening in het center waardoorheen een roeras zieh uitstrekt. Aan de roeras zijn één of meer bladen voor het roeren van het medium bevestigd welke zieh naar onder in de ringvormige mand uitstrekken om alzo het dispersiemedium dat in de mand aanwezig is om te roeren. Aan het onderste uiteinde van de roeras en beneden de mand zijn één of meer bladen voor het roeren van het materiaal bevestigd om alzo het te behandelen materiaal dat in het vat wordt aangebracht, rond te voeren.

   De roeras strekt zieh vrij uit doorheen de opening in het center van de ringvormige mand en wordt dus buiten het bereik gehouden van de deeltjes dispersiemedium die in de mand aanwezig zijn. 



  Volgens een alternatieve schikking worden de bladen voor het roeren van het materiaal en de bladen voor het roeren van het medium aan afzonderlijke assen bevestigd, welke zieh co-axiaal ten opzichte van elkaar uitstrekken, en worden de afzonderlijke assen afzonderlijk draaiend aangedreven. Dit laat toe dat de twee sets bladen aan verschillende snelheden kunnen worden aangedreven, in ofwel dezelfde, ofwel tegengestelde richtingen, wat de veelzijdigheid van het toestel vergroot en wat toelaat dat materialen van verschillende viskositeit kunnen worden verwerkt met een hoge dispersiedoeltreffendheid. 



  Volgens een andere alternatieve uitvoeringsvorm kan een schraper aan de roeras worden verbonden ten einde samen hiermee te verdraaien om alzo materiaal van het 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 binnenoppervlak van het vat te verwijderen, waarbij geholpen wordt in het rondvoeren van het materiaal en waarbij de gelijkmatigheid van de dispersie wordt verbeterd. 



  KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 
Figuur 1 is een zij zicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een uitvoeringsvorm van een dispersie-en maaltoestel volgens de huidige uitvinding ; figuur 2 is een perspektiefzicht van een mand die aangewend wordt in het dispersie-en maaltoestel dat is weergegeven in figuur   1 ;   figuur 3 is een zijzicht in doorsnede van een gedeelte van een vat van een andere uitvoeringsvorm van een dispersie-en maaltoestel volgens de huidige uitvinding ; en figuur 4 is een zijzicht in doorsnede van een gedeelte van een vat van een verdere uitvoeringsvorm van een dispersie-en maaltoestel volgens de huidige uitvinding. 



  BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURDRAGENDE UITVOERINGSVORMEN In figuur 1 wordt een uitvoeringsvorm van een dispersie-en maaltoestel van het diskontinu te laden type volgens de uitvinding weergegeven. Het toestel bezit een basislichaam 1 dat een beweegbare roerkop 3 ondersteunt welke op en neer kan worden bewogen door middel van een hydraulische cilinder 2. De roerkop 3 is zodanig gemonteerd dat hij vertikaal kan worden verplaatst en is voorzien van een koppel draaimotoren 4, 5 om de respektieve roerassen draaiend aan te drijven, zoals hierna wordt beschreven. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Onder de roerkop 3 kan een vat 6 worden gepositioneerd dat bedoeld is om het te behandelen materiaal te bevatten. Om toe te laten dat het vat 6 onder de roerkop 3 wordt gepositioneerd, wordt de kop omhoog gebracht en het vat 6 dan verplaatst tot in een positie onder de kop.

   Tot dit doel kan het vat 6 gedragen worden door een steun die gemonteerd is op zwenkwielen of dergelijke. 



  Aan de onderzijde van de roerkop 3 is een geperforeerde mand 9 bevestigd, welke van daaraf naar beneden in het vat 6 hangt. De mand 9 bevat een dispersiemedium 8 dat bestaat uit, bijvoorbeeld, kogels, korrels of andere deeltjes die bruikbaar zijn voor het dispergeren en malen. De perforaties in de wanden van de mand 9 vertonen zulke afmetingen dat zij toelaten dat het in behandeling zijnde materiaal erdoorheen kan stromen, zodanig dat de cirkulatie van het materiaal mogelijk wordt gemaakt, terwijl de doorgang erdoorheen van de deeltjes dispersiemedium wordt verhinderd, zodanig dat het dispersiemedium in de mand wordt gehouden. 



  Om het in behandeling zijnde materiaal om te roeren en het materiaal rond te voeren doorheen de mand 9 worden middelen voor het roeren van het materiaal voorzien. De middelen voor het roeren van het materiaal bestaan uit een set van   één   of meer bladen 7 voor het roeren van het materiaal die verbonden zijn aan het onderste uiteinde van een roeras 11, waarbij de bladen zieh bij voorkeur van de as 11 radiaal naar buiten uitstrekken. De roeras 11 strekt zieh vanaf de roerkop 3 doorheen een opening in de mand 9 naar beneden in het vat 6 uit. De draaimotor 4 is met de roeras 11 gekoppeld door middel van een riem-en schijfoverbrenging of andere gelijkaardige middelen om de roeras 11 draaiend aan te drijven. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 Tevens zijn middelen voor het roeren van het medium voorzien om het dispersiemedium en het materiaal in de mand 9 om te roeren.

   De middelen voor het roeren van het medium 
 EMI8.1 
 bestaan uit een set van één of meer bladen 10 voor het roeren van het medium die verbonden zijn aan het onderste uiteinde van een andere roeras 12. De roeras 12 strekt zieh vanaf de roerkop 3 naar beneden uit in het bovenste gedeelte van het vat 6. De draaimotor 5 is met de roeras 12 gekoppeld door middel van een riem-en schijfoverbrenging of andere gelijkaardige middelen om de roeras 12 draaiend aan te drijven. 



  De konstruktie van de geperforeerde mand 9 wordt in figuur 2 meer in detail weergegeven. De mand 9 vertoont een ringvormige vorm die bepaald wordt door een binnenwand 13 en een buitenwand 14, welke onderling verbonden zijn door middel van een bodemwand 15. In de specifiek in de tekeningen weergegeven konfiguratie, hebben de binnen-en buitenwanden 13, 14 een cilindrische vorm zodat hiertussen een ringvormig kompartiment 16 dat bedoeld is het dispersiemedium 8 te bevatten, wordt gedefinieerd. De cilindrische binnenwand 13 voorziet in een centrale cilindrische opening 13a waardoorheen de roeras 11 zieh uitstrekt. De binnendiameter van de binnenwand 13 is bijvoorkeur een weinig groter dan de diameter van de roeras 11, zodanig dat ervoor gezorgd wordt dat het buitenoppervlak van de binnenwand 13 geen kontakt maakt met het tegenoverliggende buitenoppervlak van de as 11. 



  Hierdoor wordt verzekerd dat de as 11 vrij kan roteren zonder enige interferentie met de mand 9. Het buitenoppervlak van de binnenwand 13 mag nochtans licht in kontakt komen met het oppervlak van de roeras 11, op voorwaarde dat zulk kontakt de draaivrijheid van de as niet beperkt. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Volgens de uitvinding is minstens een gedeelte van de binnenwand 13, de buitenwand 14 en de bodemwand 15 geperforeerd, ofwel kunnen alle wanden van mand 9 geperforeerd zijn. De mand 9 kan vervaardigd zijn uit een scherm, zoals een metalen net, een geperforeerde metalen plaat of dergelijke. De perforaties zijn zodanig gedimensioneerd dat de doorgang erdoorheen van het maalmedium 8 wordt vermeden, doch dat zij van voldoende afmeting zijn om de cirkulatie van het in behandeling zijnde materiaal erdoorheen toe te laten. Alhoewel in de tekeningen binnen-en buitenwanden 13, 14 van cilindrische vorm worden weergegeven, kan de ringvormige mand een   omgekeerd   konische vorm, een rechthoekig cilindrische vorm (dit betekent een rechthoekige vorm in dwarsdoorsnede), een vorm met een polygonale dwarsdoorsnede, enz. bezitten.

   De bodemwand 15 is weergegeven als integraal gevormd met de binnenwand 13 en de buitenwand 14, doch deze bodemwand 15 kan ook uitgevoerd worden als een afzonderlijk bevestigbaar element, dat losmaakbaar kan worden gemonteerd aan de wanden 13, 14 ter plaatse van de onderzijde van de wand of wentelbaar kan worden gemonteerd om alzo de bodem van de wand te openen of te sluiten. Indien gewenst kan de bodemwand 15 een gebogen vorm bezitten. 



  In de uitvoeringsvorm die in figuren 1-2 is weergegeven, is de mand 9 door middel van steunelementen 17 aan de onderzijde van de roerkop 3 bevestigd. De steunelementen 17 staan verdeeld langs de omtrek van de mand 9 opgesteld en ondersteunen de mand vanaf de onderzijde van de roerkop 3. Als een variante, die hierna wordt besproken aan de hand van figuur 4, kan de mand verdraaibaar aan de roerkop 3 worden bevestigd. 



  In het dispersie-en maaltoestel van het diskontinu te laden type dat is weergegeven in figuur   1,   strekt de roeras 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 11 zieh vrij uit door de cilindrische opening 13a die gevormd is in het center van de ringvormige mand 9 en kan de as 11 vrij worden verdraaid zonder enige interferentie of kontakt met de binnenwand 13 van de mand 9. Daar de twee roerassen 11 en 12 afzonderlijk en onafhankelijk kunnen worden aangedreven, kunnen de bladen 7 voor het roeren van het materiaal en de bladen 10 voor het roeren van het medium draaiend worden aangedreven aan verschillende snelheden.

   Door bijvoorbeeld de bladen 7 voor het roeren van het materiaal op een relatief hoge snelheid rond te draaien, wordt het te behandelen materiaal gelijkmatig door de bladen 7 van het onderste gedeelte naar het bovenste gedeelte van het vat 6 rondgevoerd, waarbij het materiaal gedwongen wordt in het open bovenste einde van de geperforeerde mand 9 te stromen. Het materiaal dat in de mand 9 komt wordt fijn gemalen en gedispergeerd door middel van het dispersiemedium 8, wat door middel van de bladen 10 voor het roeren van het medium die verbonden zijn aan de roeras 12 op een relatief lage snelheid gemengd wordt met het materiaal, waarna het materiaal in het vat 6 wegstroomt doorheen de perforaties van de mand 9.

   De ononderbroken cirkulatie van het materiaal in de mand 9, waarbij het materiaal door het omgeroerde en in beweging gebrachte dispersiemedium 8 onderworpen wordt aan afschuifkrachten, bewerkstelligt het grondig malen en dispergeren van het materiaal. De rotatiesnelheden van de bladen 7 voor het roeren van het materiaal en de bladen 10 voor het roeren van het medium worden afzonderlijk geregeld ten einde het materiaal aan optimale condities en met een optimale dispersiedoeltreffendheid te verwerken in afhankelijk van de kenmerken van het in behandeling zijnde materiaal. 



  In figuur 3 wordt een andere uitvoering van de huidige uitvinding weergegeven, waarbij de bladen voor het roeren 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 van het medium en de bladen voor het roeren van het materiaal als een draaibaar geheel aan een gemeenschappelijke roeras zijn verbonden. In deze uitvoeringsvorm zijn   één   of meer bladen 18 voor het roeren van het medium aan een roeras 19 verbonden, en zijn één of meer bladen 20 voor het roeren van het materiaal eveneens aan de roeras 19 verbonden. De mand 9 is aan de onderzijde van de roerkop 3 bevestigd, terwijl verder de konstruktie van het toestel hoofdzakelijk dezelfde is als deze weergegeven in figuur 1. 



  In de uitvoering van figuur 3 is slechts één aandrijfmotor nodig om de roeras 19 aan te drijven en bijgevolg ook de bladen 18 voor het roeren van het medium en de bladen 20 voor het roeren van het materiaal roterend aan te drijven. Deze uitvoering vertoont een vereenvoudigde struktuur en wordt bij voorkeur aangewend om materialen met een geringe viskositeit en dergelijke te behandelen. 



  Figuur 4 geeft een andere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding weer, waarbij de geperforeerde ringvormige mand roteerbaar gemonteerd is. In deze uitvoering zijn   één   of meer bladen 21 voor het roeren van het medium en één of meer bladen 23 voor het roeren van het materiaal aan een gemeenschappelijke roeras 22 verbonden, analoog als in de uitvoeringsvorm van figuur 3. De bladen 21 voor het roeren van het medium strekken zieh naar beneden uit in een geperforeerde ringvormige mand 24, en de bladen 23 voor het roeren van het materiaal zijn op een plaats onder de mand 24 aan het onderste uiteinde van de roeras 22 bevestigd. In deze uitvoering is de mand 24 door middel van een steunelement bevestigd aan een draai-as 25 die verdraaibaar is aangebracht over de verdraaibare roeras 22. 



  De draai-as 25 is door middel van een geschikte transmissie met een aandrijfmotor verbonden, zodanig dat de as 25 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 afzonderlijk en onafhankelijk van de roeras 22 kan worden verdraaid. Zo kunnen bijvoorbeeld, zoals het geval is bij de uitvoering van figuur   1,   afzonderlijke aandrijfmotoren en transmissies op de roerkop 3 worden gemonteerd. 



  Bijkomend zijn schraapmiddelen 26 aan de draai-as 25 verbonden, teneinde samen hiermee te verdraaien. De schraapmiddelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een schraapblad 26 met een zodanige vorm dat het zieh uitstrekt langs de binnenwand van het vat 6. Zoals weergegeven in figuur 4 kan het schraapblad 26 een gelijkaardig profiel vertonen als dat van de binnenwand van het vat 6, zodanig dat, wanneer het blad roteert, het alle materiaal in de omgeving van het binnenoppervlak van het vat   wegschrapt,   waarbij een vluggere gelijkmatige dispersie van het materiaal wordt bevorderd, terwijl het ontstaan van lokale gebieden waar een stagnatie van het materiaal in het vat plaatsvindt, vermeden wordt. 



  Tijdens de werking van het toestel dat in figuur 4 is weergegeven, kan de roeras 22 aan hoge snelheid in   één   richting verdraaid worden, terwijl de draai-as 25 in tegengestelde richting aan een lagere snelheid verdraaid wordt. Op deze wijze wordt de mand 24 in tegenstroomrichting verdraaid ten opzichte van de hoofdrichting van de materiaalstroom die veroorzaakt wordt door de bladen 23 voor het roeren van het materiaal aan hoge snelheid te roteren.

   Als een gevolg hiervan worden frequenter afschuifkrachten op het materiaal uitgeoefend door het in de mand 24 aanwezige dispersiemedium 8 dan in het geval dat de mand stationair is, zodat het mogelijk gemaakt wordt om vlugger tot een gelijkmatig behandeld materiaal te komen. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 Daar verder het effektieve oppervlak van de opening van de perforaties relatief toeneemt ingevolge de verdraaiing van de mand 24, neemt de hoeveelheid materiaal die in en uit de mand stroomt ook toe, waardoor de tijd wordt gereduceerd voor het gelijkmatig dispergeren en malen van het materiaal. De dispersietijd kan dus korter worden gemaakt zonder verlies voor wat betreft de doeltreffendheid van de dispersie. 



  Bovendien worden de voorgaande verdiensten van de uitvoering van figuur 4 verder versterkt door gebruik te maken van het roterende schraapblad 26, dat ertoe bijdraagt dat het materiaal naar de bladen 23 voor het roeren van het materiaal wordt bewogen, waarbij de instroming van het materiaal in de mand 24 wordt begunstigd. Het feit dat een schraapblad 26 wordt voorzien, maakt het verder mogelijk dat materialen met een hoge viskositeit worden verwerkt, daar het roterende schraapblad 26 het ontstaan van gebieden met gestagneerd materiaal voorkomt en het gelijkmatig mengen van het materiaal in het vat 6 verzekerd. 



  In het dispersie en maaltoestel van het diskontinu te laden type volgens de huidige uitvinding kan de roeras die de bladen voor het roeren van het materiaal draagt vrij worden verdraaid zonder te interfereren met de mand die het dispersiemedium bevat. Door de bladen voor het roeren van het medium en de bladen voor het roeren van het materiaal op afzonderlijk draaibaar aangedreven assen te monteren, kunnen de twee sets bladen op verschillende snelheden worden aangedreven, waardoor het mogelijk wordt gemaakt om verschillende materialen met verschillende viskositeiten te behandelen.

   Ten einde de tijd nodig voor het dispergeren en malen van het materiaal te verkorten, kan de mand die het dispersiemedium bevat, worden verdraaid in de tegengestelde 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 richting dan de draairichting van de bladen voor het roeren van het materiaal, en een schraapblad kan met de mand worden verdraaid ten einde het materiaal uit de omgeving van de binnenwand van het vat weg te schrapen, cm alzo ook het gelijkmatig mengen van het materiaal in het vat te begunstigen.

Claims (1)

1. Konklusies.

   1. - Dispersie- en maal toestel van het diskontinu te laden type, daardoor gekenmerkt dat dit bestaat uit een vat (6) dat bedoeld is om tijdens het gebruik van het toestel een te behandelen materiaal te bevatten ; een in het vat (6) aangebrachte mand (9, 24) die een ringvormig kompartiment (16) heeft dat bedoeld is om tijdens het gebruik van het toestel een dispersiemedium (8) te bevatten, waarbij een opening (13a) aanwezig is in het center van het ringvormig kompartiment (16) en waarbij het ringvormig kompartiment (16) perforaties vertoont die toelaten dat het materiaal, doch niet het dispersiemedium (8) hier doorheen kan stromen ;

   eerste roermiddelen die zieh doorheen de opening (13a) in het center van het ringvormig kompartiment (16) in het vat (6) uitstrekken om het materiaal te roeren ten einde het materiaal rond te voeren in het vat (6) en de instroming van het materiaal in de mand (9, 24) te bekomen ; en tweede roermiddelen die zieh in het ringvormig kompartiment uitstrekken om het dispersiemedium en materiaal te roeren, ten einde het dispergeren en het malen van het materiaal in de mand te bekomen, als ook te bekomen dat het materiaal doorheen de perforaties vanuit de mand (9, 24) in het vat (6) stroomt.

   2.-Toestel volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste roermiddelen een draaibaar aangedreven as (11, 19, 22) die zieh doorheen de opening (13a) in het center van het ringvormig kompartiment (16) uitstrekt en een set bladen (7, 20, 23) voor het roeren van het materiaal die verbonden zijn aan het onderste gedeelte van de as (11, 19, 22) en die aangebracht zijn onder de bodem van de mand (9, 24), bevatten. <Desc/Clms Page number 16>

   3.-Toestel volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de tweede roermiddelen een set bladen (10, 18, 21) voor het roeren van het medium (8) bevatten die zich naar beneden in het ringvormig kompartiment (16) uitstrekken, als ook middelen (5) voor het draaiend aandrijven van deze set bladen (10, 18, 21).

   4.-Toestel volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het draaiend aandrijven bestaan uit een draaiend aangedreven as (19, 22), waarbij zowel de bladen (18, 21) voor het roeren van het medium (8) als de bladen (20, 23) voor het roeren van het materiaal verbonden zijn aan deze draaiend aangedreven as (19, 22) ten einde samen hiermee te verdraaien.

   5.-Toestel volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van middelen om de mand (24) draaibaar in het vat (6) te monteren, en middelen om de mand (24) te verdraaien in een richting tegengesteld aan die van de bladen (23) om het materiaal te roeren.

   6.-Toestel volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van in het vat (6) aangebrachte verdraaibare schraapmiddelen (26) om het materiaal uit de omgeving van de binnenwand van het vat (6) weg te schrapen teneinde het mengen van het materiaal in het vat (6) te bevorderen.

   7.-Toestel volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de schraapmiddelen een zieh langs de binnenwand van het vat (6) uitstrekkend schraapblad (26) bezitten dat nagenoeg hetzelfde profiel vertoont als dat van de binnenwand van het vat (6). <Desc/Clms Page number 17> 8.-Toestel volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat het middelen bevat om de roteerbare schraapmiddelen (26) te verdraaien.

   9.-Toestel volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat het middelen bevat om de roteerbare schraapmiddelen (26) tesamen met de mand (24) te verdraaien.

   10.-Toestel volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het draaibaar aandrijven bestaan uit een andere draaibaar aangedreven as (12) waaraan de set bladen (10) voor het roeren van het medium (8) is verbonden ten einde samen hiermee te verdraaien.

   11.-Toestel volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat de twee roterend aangedreven assen (11, 12) verdraaibaar in elkaar zijn gemonteerd ten einde hun onafhankelijke rotatie mogelijk te maken, en dat middelen zijn voorzien voor het onafhankelijk roteerbaar aandrijven van de twee assen (11, 12) op verschillende snelheden ten einde de bladen (7) voor het roeren van het materiaal en de bladen (10) voor het roeren van het medium (8) aan verschillende snelheden te kunnen aandrijven.

   12.-Toestel volgens konklusie 11, daardoor gekenmerkt dat de mand (9) zieh op een afstand van elkaar bevindende binnen-en buitenwanden (13, 14) heeft, die tesamen het ringvormig kompartiment (16) definiëren, waarbij minstens een gedeelte van binnen-en buitenwanden (13, 14) perforaties heeft.

   13.-Toestel volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat de binnen-en buitenwanden (13, 14), in dwarsdoorsnede een geometrische vorm vertonen. <Desc/Clms Page number 18>

   14.-Toestel volgens konklusie 13, daardoor gekenmerkt dat de binnen-en buitenwanden (13, 14) een cirkelvormige dwarsdoorsnede vertonen.

   15.-Toestel volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat de mand (9) een bodemwand (15) vertoont die verbonden is met de binnenwand (13) en buitenwand (14).

   16.-Toestel volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat de binnen-en buitenwanden (13, 14) een cilindrische vorm vertonen waarbij de cilindrische binnenwand (13) een centrale cilindrische opening (13a) definiëert waardoorheen de roteerbaar aangedreven as (11) van de eerste roermiddelen zieh verdraaibaar uitstrekt.

   17.-Toestel volgens konklusie 16, daardoor gekenmerkt dat de roteerbaar aangedreven as (11) zieh op een afstand bevindt, en buiten kontakt bevindt met het tegenoverliggende hiernaartoe gerichte oppervlak van de cilindrische binnenwand (13).

   18.-Toestel volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de mand (9, 24) op een afstand van elkaar gelegen binnen-en buitenwanden (13, 14) heeft, die tesamen het ringvormig kompartiment (16) definiëren, waarbij minstens een gedeelte van de binnen-en buitenwanden perforaties heeft.

   19.-Toestel volgens konklusie 18, daardoor gekenmerkt dat de binnen-en buitenwanden (13, 14) een cilindrische vorm vertonen en dat de cilindrische binnenwand (13) een centrale cilindrische opening (13a) definiëert waardoorheen de eerste roermiddelen zieh uitstrekken. <Desc/Clms Page number 19> 20.-Toestel volgens konklusie 19, daardoor gekenmerkt dat de eerste roermiddelen op een afstand van en buiten kontakt met de cilindrische binnenwand (13) zijn gelokaliseerd.