<Desc/Clms Page number 1>
VERWARMINGSTOESTEL VOOR EETWAREN.
De uitvinding heeft betrekking op een verwarmingstoestel voor eetwaren.
De termen "verwarming" en "verwarmen" wijzen in wat volgt op het warm maken van eetwaren voor een maaltijd en kan zowel opwarmen, bakken, braden, grillen, ... betekenen.
De term "eetwaren" wijst in wat volgt op bijna alle verwarmbare eetwaren zoals frites, croquettes, chips, brood, vlees, vis, pizza's...
Er wordt er wel op gewezen dat de uitvinding betrekking heeft op een zogenaamde "droge" methode om eetwaren te verwarmen : De eetwaren worden in geen bad van olie of vet ondergedompeld. Neen, ze zijn desgevallend voorzien van een laagje vet of zijn reeds een keer op voorhand gebakken en worden overeenkomstig de uitvinding verwarmd met behulp van infrarood en/of hete lucht.
Uit octrooiaanvraag WO-A-89/10085 (aanvraagnummer PCT/BE89/00017) is een verwarmingstoestel bekend dat de droge methode toepast. Een recipient waarop de voedingswaren terecht komen, draait om een schuine as. De bodem van de recipiënt is voorzien van oneffenheden die zorgen voor de continue beweging van de voedingwaren. Het vullen van de inrichting gebeurt vrij eenvoudig via een trechter en een afsluitbare schuif. Deze trechter en schuif situeren zich boven de schuin ingestelde recipiënt. Dit verhoogt de afstand tussen de verwarmingselementen en de voedingswaren en komt het thermisch rendement van de inrichting niet ten goede. Voor het ledigen van de reci- pilent is anderzijds nog steeds een vrij grote rotatie
<Desc/Clms Page number 2>
van de recipiënt nodig.
Verder is deze rotatie slechts mogelijk bij een beperkte afmeting van de recipiënt. Is de recipiënt groter, dan moet die eerst een neerwaartse beweging maken vooraleer de rotatie kan starten. Dit compliceert het vereiste mechanisme en schaadt de compactheid. Een ander nadeel is dat wanneer de recipiënt na het ledigen terug in de bakstand komt, de wanden van de recipiënt een goede afsluiting moeten vormen met de klok anders gaat hete lucht tijdens het bakken of verwarmen verloren. Een dergelijke afsluiting is echter niet altijd gemakkelijk te verwezenlijken.
Een ander belangrijk nadeel van het toestel uit octrooiaanvraag WO-A-89/10085 is dat het enkel geschikt is voor eetwaren die uit ten opzichte van elkaar losse deeltjes bestaan zoals frites, aardappelschijfjes en croquettes.
De uitvinding heeft tot doel een toestel te verschaffen die de nadelen van de stand van de techniek vermijdt en toelaat dat het toestel op een eenvoudige wijze kan gevuld en geledigd worden.
Een ander doel van de uitvinding is een toestel te verschaffen met een beter thermisch rendement.
Een derde doel van de uitvinding is een toestel te verschaffen dat de eetwaren zo homogeen mogelijk opwarmt.
Nog een doel van de uitvinding is een toestel te verschaffen dat vele soorten eetwaren kan verwarmen.
De uitvinding verschaft een verwarmingstoestel voor eetwaren omvattende een recipiënt waarop de te verwarmen eetwaren worden gebracht en die tijdens het verwarmen kan roteren rond een eerste as, en een
<Desc/Clms Page number 3>
overkapping die met de recipiënt een nagenoeg gesloten ruimte vormt tijdens het verwarmen. Het toestel is daardoor gekenmerkt dat de eerste as een instelbare, eerste hoek met een verticale kan vormen en dat het middelen omvat zodanig dat de overkapping relatief ten opzichte van de recipiënt kan roteren over een tweede hoek die kleiner is dan 60 om het verwarmingstoestel te kunnen vullen of ledigen met eetwaren.
De (eerste) hoek die de eerste as met de verticale maakt, is afhankelijk van de aard van de eetwaren : - ongeveer 450 voor frites - ongeveer 300 voor croquetten - ongeveer 00 (dus ongeveer verticaal) voor pizza's, broden, vleeswaren, vis, kant-en-klaargerechten,...
Ingeval van eetwaren die uit ten opzichte van elkaar losse deeltjes bestaan, is de bodem van de recipiënt voorzien van oneffenheden die zorgen voor een con- tinuë beweging van de eetwaren tijdens de rotatie van de recipiënt.
Bij voorkeur heeft de overkapping nagenoeg de vorm van een halve bol. Een dergelijke uitvoering komt het thermische rendement van het toestel ten goede, aangezien een halve bol weinig oppervlakte heeft voor een relatief groot volume en aangezien een halve bol het best de infraroodstralen en/of de warme lucht terugkaatst op de eetwaren.
Bij voorkeur heeft de bodem van de recipient een gaasvormige structuur waarvan de openingen kleiner zijn dan de te verwarmen eetwaren. Desgevallend is de bodem voorzien van uitstulpingen die de eetwaren aan
<Desc/Clms Page number 4>
een continue beweging onderwerpen tijdens de rotatie van de recipiënt. Het voordeel van een dergelijke gaasvormige structuur is dat de warme lucht ook langs onderen de eetwaren kan verwarmen, iets wat eveneens het thermische rendement ten goede komt.
Een voorbeeld van een dergelijke recipiënt is een vlak metaalgaas of een mandje uit een metaalgaas waarin de eetwaren gemakkelijk kunnen gebracht worden.
De recipiënt kan-of die nu een mandje is of nieteveneens in verschillende vakken of segmenten verdeeld worden. Dit heeft als voordeel dat er in het toestel afzonderlijke porties kunnen behandeld worden als ook een verschillend aantal porties, gaande van een tot en met het maximum aantal porties.
Overeenkomstig een voorkeursuitvoering van de uitvinding gebeurt de relatieve rotatie van de overkapping ten opzichte van de recipiënt om een as die nagenoeg een raaklijn vormt met de recipiënt. Zoals hierna zal blijken, heeft een dergelijke uitvoering het voordeel dat de verwarmingselementen dichter bij de eetwaren kunnen opgesteld worden.
Overeenkomstig een andere uitvoering van de uitvinding heeft de overkapping tenminste in de nabijheid van de bodem over een bepaalde hoogte de vorm van een bolschil, en gebeurt de relatieve rotatie tussen de recipiënt en de overkapping om een tweede as die in een vlak ligt dat evenwijdig is met het vlak van de bodem. Het middelpunt van de bolschil ligt op deze tweede as en de bepaalde hoogte correspondeert met de tweede hoek waarover de rotatie
<Desc/Clms Page number 5>
gebeurt.
Zoals hierna zal blijken, heeft een dergelijke uitvoering het voordeel dat het gemakkelijk kan ingebouwd worden in een automaat.
De uitvinding wordt nu nader uiteengezet met verwijzing naar de figuren waarbij
FIGUUR 1 een zijaanzicht voorstelt van een uitvoering overeenkomstig de uitvinding ;
EMI5.1
FIGUUR 2 een doorsnede voorstelt volgens het vlak II-II in FIGUUR 1 FIGUUR 3 een zijaanzicht voorstelt van een voorkeursuitvoering van een toestel volgens de uitvinding ;
FIGUUR 4 toont een deel van een bodem van een recipiënt die gemaakt is uit een metaalgaas ;
FIGUUR 5 toont een schematische voorstelling van een recipiënt die niet in vakken is verdeeld en een recipiënt die wel in vakken is verdeeld.
Verwijzend naar FIGUUR 1 en FIGUUR 2 stelt l een inrichting voor voor het verwarmen van eetwaren. De inrichting 1 is op een voetstuk 22 gemonteerd.
Tijdens het verwarmen bevinden de eetwaren zich op de vlakke recipiënt 4. De recipiënt 4 draait tijdens het bakken om een centrale, schuin instelbare as 24.
Bestaan de eetwaren uit ten opzichte van elkaar losse deeltjes, dan nemen oneffenheden 41 de eetwaren tijdens de rotatie van de recipiënt 4 mee zodanig dat de voedingswaren aan een continue beweging onderworpen zijn en over hun hele oppervlak gelijkmatig opgewarmd of gebakken worden. De recipiënt 4 is draaibaar gemonteerd boven op een horizontale as 36.
<Desc/Clms Page number 6>
Een elektrische motor 24 drijft de recipiënt 4 aan.
Tussen de motor 24 en de recipiënt 4 bevindt zieh wel een thermische isolatie 38 aangezien de temperatuur van de recipiënt tijdens het bakken of verwarmen wel 2500 C kan bedragen.
De aandrijving kan eveneens door middel van een tandwielsysteem gebeuren via de zijkant van het toestel.
Een overkapping 6 vormt met de recipiënt 4 tijdens het bakken of verwarmen een nagenoeg gesloten ruimte.
Deze overkapping 6 roteert niet tijdens het bakken of verwarmen. Binnen deze gesloten ruimte bevinden zieh elektrische verwarmingselementen 14 en een ventilator 16 die voor de circulatie van de hete lucht zorgt. De
EMI6.1
ventilator wordt aangedreven door een elektrische motor 19.
De hoek die de as 24 met de verticale vormt, kan worden veranderd door middel van een schroef 42 in de gleuf 44. Hierdoor veranderen de overkapping 6 en de horizontale as 36 - en derhalve ook de recipiënt 4gelijktijdig van schuinte.
Voor het vullen van de eetwaren roteert de horizontale as 36 samen met de recipiënt 4 tot in de stand die op FIGUUR 1 in stippellijntjes voorgesteld wordt (4'). Dit roteren kan gebeuren door de verstelknop 46 uit te trekken. Door middel van een veer 50 wordt een pin uit gat 48 vrijgegeven en kan die in gat 48'gebracht worden. Aangezien de overkapping 6 de vorm heeft van een bolschil waarvan het middelpunt op de as 36 ligt, raakt de recipiënt 4 nergens de overkapping tijdens deze rotatie. Aan de kant van het hoogst gelegen deel van de recipiënt 4'ontstaat tussen het gedeelte van de overkapping 6'dat tot onder
<Desc/Clms Page number 7>
de recipiënt 4 reikt en de recipiënt in stand 4'een opening voor het vullen van de voedingswaren.
Op analoge wijze kan de recipiënt 4 roteren tot de stand die of FIGUUR 1 eveneens met stippellijntjes is voorgesteld (4") om de eetwaren na het verwarmen of bakken te ledigen in een schotel 34. Dit gebeurt eveneens door verstelknop 46 uit te trekken en de pin nu in gat 48" te brengen. Aan de kant van het laagst gelegen deel van de recipiënt 4" ontstaat tussen het gedeelte van de overkapping 6" dat tot onder de recipiënt 4 reikt en de recipiënt in stand 4" een opening voor het ledigen van de eetwaren.
Meer verwijzend naar FIGUUR 2 bevinden zich tussen het voetstuk 22 en de overkapping 6 aan de uiteinden van de horizontale as 36 stukken isolerend materiaal 40. Door middel van schroeven 401 houden deze stukken 40 de overkapping in balans. Na verwijdering van de schroeven 401 kan de installatie 1 in drie grote delen uit elkaar worden genomen voor reiniging en onderhoud : het voetstuk 22, de horizontale as 36 met de roteerbare recipiënt 4 en de overkapping met de ventilator en de verwarmingselementen. De montage van deze onderdelen is eveneens eenvoudig. Een aantal onderdelen zijn standaard-onderdelen die in de handel verkrijgbaar zijn (zoals de elektrische motoren 18 en 19 en de ventilator 16) en de andere onderdelen zijn eenvoudig en gemakkelijk te produceren door een massaproduktieproces.
De uitvoering zoals beschreven in FIGUREN 1 en 2 kan gebruikt worden in een automaat aangezien het vullen en ledigen van het toestel en de relatieve rotatie
<Desc/Clms Page number 8>
van de recipiënt ten opzichte van de overkapping, gemakkelijk kan geautomatiseerd worden.
In FIGUUR 3 is een voorkeursuitvoering van de uitvinding voorgesteld. De as 24 is er verticaal, bij voorbeeld voor het bakken van pizza's, maar de as kan zoals in FIGUUR 1 schuin ingesteld worden. De middelen daartoe zijn echter omwille van de duidelijkheid van de tekening niet voorgesteld.
De as 36 waarrond de relatieve rotatie van de overkapping 6 ten opzichte van de recipiënt 4 gebeurt, bevindt zieh aan de zijkant van het toestel, ter hoogte van een raaklijn aan het vlak van de bodem van de recipiënt. Een dergelijke plaatsing van de as 36 heeft als voordeel dat de overkapping slechts over een beperkte hoek moet roteren om het toestel te vullen of te ledigen met eetwaren : Dit wordt voorgesteld op FIGUUR 3 (b). Deze hoek kan gerust kleiner zijn dan 45 , en is bij voorbeeld 40 .
De verwarmingselementen 14, de ventilator 16 en de motor 19 voor de ventilator kunnen vast verbonden worden aan de overkapping 6 en bewegen derhalve mee met de overkapping. Dit heeft als voordeel dat de verwarmingselementen 14 vrij dicht bij de recipiënt 4 kunnen opgesteld worden zonder de rotatie van de overkapping 6 ten opzichte van de recipiënt 4 te hinderen. Dit komt het thermische rendement van het toestel eveneens ten goede.
Ingeval van FIGUUR 3 bestaat de recipiënt 4 uit een mandje in metaalgaas, dat met behulp van een speciale vork 400 in het toestel kan geplaatst worden en uit het toestel genomen worden.
Het toestel kan geopend worden met behulp van een
<Desc/Clms Page number 9>
handvat 62, en een staafje 64 kan ervoor zorgen dat het toestel in de geopende stand kan blijven.
FIGUUR 4 stelt een deel voor van een metaalgaas 401 dat uit langs- en dwarsdraden 402 bestaat en de bodem vormt van de recipiënt 4. Voor het behandelen van etenswaren die uit ten opzichte van elkaar losse deeltjes bestaan, is de bodem 401 bij voorkeur voorzien van uitstulpingen 406 die voor de continue beweging van de voedingswaren moeten voorzien tijdens het roteren van de recipiënt 4 wanneer de recipiënt in een schuine stand staat.
De inrichting is geschikt voor huishoudelijk gebruik en voor gebruik in een restaurant.
Als toestel voor huishoudelijk gebruik kan de inrichting bij voorbeeld 500 g frites bakken in ongeveer 150 seconden bij een verwarmingsvermogen van 1800 W.
Een dergelijke huishoudelijke inrichting neemt heel weinig plaats in : bij voorbeeld 300x300x275 mm. Is, zoals voorgesteld in FIGUUR 5 (b) de recipiënt 4 in vier verschillende vakken 408 verdeeld, dan kunnen ongeveer 125 g, 250 g, 375 g of 500 g tegelijkertijd gebakken worden.
Indien de recipiënt 4 in verschillende vakken 408 verdeeld is en er wordt een grote hoeveelheid frites tegelijkertijd gebakken, dan heeft de portionering in verschillende vakken het voordeel dat de frites gelijkmatig over de vakken verdeeld blijven en zich niet ophopen-omwille van de schuine stand van de as - op een bepaalde plaats. Portionering komt derhalve de gelijkmatige en homogene opwarming ten goede. Dit blijkt uit de vergelijking van FIGUUR 5 (b) met FIGUUR 5 (a), waar een recipiënt 4 is voorgesteld die niet in
<Desc/Clms Page number 10>
verschillende vakken is verdeeld.
Als toestel voor gebruik in een restaurant kan de inrichting bij voorbeeld 1 kg frites bakken in 180 seconden bij een vermogen van 2800 W. De afmeting van een dergelijk toestel voor gebruik in een restaurant zijn bij voorbeeld 450x450x350 mm.