BE1004064A3 - Weefmachine met vergrendeling. - Google Patents

Weefmachine met vergrendeling. Download PDF

Info

Publication number
BE1004064A3
BE1004064A3 BE8900716A BE8900716A BE1004064A3 BE 1004064 A3 BE1004064 A3 BE 1004064A3 BE 8900716 A BE8900716 A BE 8900716A BE 8900716 A BE8900716 A BE 8900716A BE 1004064 A3 BE1004064 A3 BE 1004064A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
lock
weaving machine
handwheel
machine according
locking element
Prior art date
Application number
BE8900716A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE8900716A priority Critical patent/BE1004064A3/nl
Priority to EP90870090A priority patent/EP0406207A1/en
Priority to US07/545,825 priority patent/US5046534A/en
Priority to JP2172571A priority patent/JPH0340842A/ja
Application granted granted Critical
Publication of BE1004064A3 publication Critical patent/BE1004064A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/005Independent drive motors
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/02General arrangements of driving mechanism

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Braking Arrangements (AREA)

Abstract

Weefmachine met vergrendeling, van het type waarbij de hoofdas is voorzien van een door middel van een elektrische bekrachtiging inschakelbare elektromagnetische team rem, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine een vergrendeling (41) bezit waarmee de hoofdas (12) tegen verdraaiing kan worden vergrendeld, die bestaat uit een vergrendelingselement (44) dat in een met de hoofdas (12) gekoppeld wiel (42), voorzien van een vertanding (43) kan ingrijpen.

Description

Weefraacnine met vergrendeling.
Deze uitvinding heeft betrekking op een weefmachine, meer speciaal een weefmachine met een vergrendeling.
Het is bekend dat bij weefmachines de kaderbeweging kan worden verkregen doof middel van een positieve of negatieve aandrijving. Bij een negatieve aandrijving worden de weefkaders in de ene zin bewogen via nokken en in de andere zin via veren die het kontakt met de nokken verzekeren. De kaderaandrijving is gekoppeld met de hoofdas van de weefmachine.
Het is eveneens bekend dat de hoofdas van de weefmachine kan zijn uitgerust met een elektromagnetische rem, dewelke bij zijn elektrische bekrachtiging wordt ingeschakeld. Wanneer de weefmachine wordt gestopt, wordt deze rem bekrachtigd. In het geval van weefmachines met een negatieve kaderaandrijving is het duidelijk dat de rem ook bij stilstand een koppel dient op te vangen, namelijk het koppel dat door de veren van de leefkaders op de kaderaand r i jv ing en dus ook op de hoofdas wordt uitgeoefend. De grootte van dit koppel alsmede de zin zijn uiteraard afhankelijk van de positie van de hoofdas en de positie van de verschillende kaders.
Indien zich bij een dergelijke weefmachine een spanningsstoring in de voeding van de elektromagnetische rem voordoet, valt het remkoppei weg en worden de weefkaders verplaatst door de voornoemde veren tot zich een evenwichtspositie heeft ingesteld. Ook de hoofdas en de lade worden hierdoor bewogen. Het is duidelijk dat dit een ernstig gevaar vormt voor een wever die aan het werk is aan de weefmachine, in het bijzonder bij het doorhalen van een nieuwe kettingdraad doorheen het riet en doorheen de kaders, bij het herstellen van een mslagdraad in de gaap en bij het regelen van de grijper koer 3 bij grijperweefmachines.
Om het voornoemde risiko te verminderen, zijn de voorgenoemde weefmachines doorgaans uitgerust met kondensatoren die na het uitvalien van de netspanning de bekrachtiging van de elektromagnetische rem nog gedurende een bepaalde tijd verzekeren. Deze tijd is meestal onvoldoende om een normale herstelling aan een inslagdraad of kettingdraad uit te voeren.
Bij andere herstellingen die lang kunnen duren, bijvoorbeeld het onderhoud van de weefmachine, wordt de rem voorafgaandelijk ontkoppeld zodat zich een evenwichtspositie insteit. Dit heeft echter als nadeel dat bij de start van de weef mach ine de verschillende weefmachine-onderdelen niet meer in de meest optimale positie staan om aanzetstrepen en dergelijke te vermijden.
Volgens een andere mogelijkheid kan men bij een langere stilstand van de weefmachine ook de veren van de weefkaders loskoppelen, hetgeen echter relatief veel werk vraagt.
Volgens nog een bekende mogelijkheid wordt gebruik gemaakt van een elektromagnetische rem, waarbij de renkracht wordt verkregen onder invloed van een veerkracht, en waarbij het uitschakelen van deze rem gebeurt door de elektromagneet te bekrachtigen, zodanig dat de rem tegen de veerkracht in, wordt geopend. Deze rem heeft als nadeel dat een grote hoeveelheid energie nodig is gedurende de normale werking van de weefmachine. Dergelijke rem heeft eveneens als nadeel dat tijdens een machinestop de weefmachine volledig geblokkeerd is en een verdraaiing door middel van het handwiel niet meer mogelijk is, tenzij een speciale inrichting is voorzien on deze rem manueel uit te schakelen.
Opgemerkt wordt dat bij weefmachines met een positieve kaderaandrijving het voornoemde probleem minder voorkomt. Bij een dergelijke positieve kaderaandrijving wordt de beweging van de weefkaders in be ide richtingen uitsluitend verkregen door nokgeleidingen. Bij het stilzetten van de weefmachine kan zich een merkelijk koppel voordoen wanneer het grootste aantal kaders in zijn hoogste positie staat, terwijl slechts enkele weefkaders in hun laagste positie staan. In dat geval is het immers mogelijk dat de weefmachine in beweging komt ten gevolge van het gewicht van de omhoog geplaatste weefkaders of ten gevolge van de aanwezige spanning in de kettingdraden.
Het voornoemde probleem kan zich evenwel ook in andere gevallen voordoen dan bij een negatieve kade raand ir.i j v ing , bijvoorbeeld bij weefmachines waarbij de lade of een ander weefmachineonderdeel in zijn teruggetrokken stand door veren wordt belast.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een weefmachine waarbij een oplossing aan het voornoemde probleem wordt geboden, zonder dat zich evenwel de voorgenoende nadelen van de bekende inrichtingen voordoen.
Tot dit doel betreft de uitvinding een weefraachine, van het type waarbij de hoofdas is voorzien van een door middel van een elektrische bekrachtiging inschakeibare elektromagnetische rem, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine naast de voornoemde rem een vergrendeling bezit waarmee de hoofdas rechtstreeks of onrechtstreeks tegen verdraaiing kan worden vergrendeld, die bestaat uit een vergrendelingselement dat in een met de hoofdas gekoppeld wiel dat voorzien is van een vertanding kan ingrijpen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont de weefmachine eveneens middelen die de vergrendeling automat isch inschakelen bij het uitvallen van de voedingsspanning van de weefmachine.
Volgens een variante vertoont de weefmachine volgens de uitvinding eveneens een handwiel, alsmede middelen die toelaten dat de voornoemde vergrendeling wordt verbroken bij de bediening van dit handwiel.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een weefmachine volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 op grotere schaal en gedeeltelijk in doorsnede een zicht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 1 met F2 is aangeduid; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in f iguur 2 ; figuur 4 een variante weergeeft van het gedeelte dat in figuur 2 is afgebeeld, in het bijzonder waarbij gebruik gemaakt wordt van een handwiel; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5; figuren 7 en 8 verschillende standen weergeven van het gedeelte dat in figuur 5 is afgebeeld; figuur 9 een doorsnede weergeeft volgens lijn IX-IX in figuur 8.
Ter verduidelijking is in figuur 1 schematisch een weefmachine weergegeven met als bijzonderste onderdelen de kettingboom 1, de ketting 2, het gevormde doek 3, de doekboom 4, de weefkaders 5, de door de weefkaders gevormde gaap 6, de lade 7 met het riet 8 en toevoermiddelen 9 voor de toevoer van inslagdraden 10. De aandrijving van de weefmachine gebeurt door middel van de hoofdaandrijfmotor 11 die kan worden gekoppeld met de hoofdas 12 en op zijn beurt via een nokaandrij ving 13 in de beweging van de- lade 7 voorziet. De hoofdas 12 is, bijvoorbeeld via tandwielen 14 en 15 en een tussentandwiel 16, gekoppeld met de aandrijfas 17 van het kaderaandrijfmechanisme 18, hetgeen een op zichzelf bekend nokkenmec'nanisme vertoont, waarvan de beweging via overbrengingsmiddelen 19, zoals kabels, op de weefkaders 5 wordt overgebracht. In de’ weergegeven uitvoeringsvorm wordt de opgaande beweging verkregen door middel van het kaderaandrijfmechanisme 18, terwijl de kracht voor het naar beneden verplaatsen van de weefkaders 5 wordt geleverd door middel van veren 20.
De hoof daandri j fmotor 11 kan met de hoofdas 12 worden gekoppeld door middel van een eenheid 21 die, zoals weergegeven in figuur 2, bestaat uit een overbrenging 22, bijvoorbeeld een riemoverbrenging; een vliegwiel 23 dat door de overbrenging 22 wordt aangedreven; een elektromagnetische koppeling 24 die toelaat de hoofdas 12 met het vliegwiel 23 te koppelen en een elektromagnetische rem 25 die toeiaat de hoofdas 12 te remmen. Hierbij wordt gebruik gemaakt, van bijvoorbeeld een met de hoofdas 12 draaibare en axiaal verplaatsbare koppel schijf 2 6 die, enerzijds, kan samenwerken met een met het vliegwiel 23 verdraaibare koppelschijf 27 of, anderzijds, net een vaste remschijf 28. De koppeling en de rem kunnen respektievelijk worden bekrachtigd door middel van wikkelingen 29 en 30.
De aandrijfas 17 is met het tandwiel 15 gekoppeld door middel van een schotzoekkoppeiing 31, bijvoorbeeld van het type zoals beschreven in het Amerikaanse olctrooi nr. 4.592.392 van aanvraagster. Deze schotzoekkoppeling 31 bestaat hoofdzake1 ijk uit een centraal koppelgedeelte 32 dat vast verbonden is met de -aandrijfas 17; een koppeigedeelte 33 dat verdraaibaar is met de ingaande as 34; en een koppe lgede el t e 35 dat kan worden aangedreven door middei van een traagloopmotor 36. De koppelgedee1ten 33 en 35 kunnen axiaal worden verplaatst, door middei van elektromagneten 37 en 38, alsmede veren 39 en 40, een en ander zodanig dat zij naar keuze met het centrale koppelgedeelte 32 kunnen worden gekoppeld. In rusttoestand is het koppeigedeelte 33 steeds gekoppeld net het centrale koppelgedeelte 32, zulks door middel van de veren 39 waardoor in rusttoestand de hoofdas 12 eveneens gekoppeld is met de aandrijfas 17
Het is duidelijk dat de hoofdaandrijfaotor 11, het kaderaandrijfmechanisme 13, de eenheid 21, de schotsoekkoppeiing 31 en de traagloopmotor 36 vast staan opgesteid, met andere woorden aan het frame van de weefnachine zijn verbonden.
Bij het stoppen van de weefmachine wordt de koppeling 24 ontkoppeld en de rem 25 ingeschakeld door de elekt romagneet 30 te bekrachtigèn. Het is duidelijk dat wanneer deze bekrachtiging uitvalt, de weefkaders 5 worden verplaatst tot een door de veren 20 bepaalde evenwichtstoestand is ingesteld.
Om deze beweging te verhinderen, is de weefmachine volgens de huidige uitvinding uitgerust met een vergrendeling 41 waarmee de hoofdas 12 en oolc de met de hoofdas 12 gekoppelde aandrijfas 17 van het kaderaandrijfmechanisme 18 tegen verdraaiing kunnen worden vergrendeld. Bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, is deze vergrendeling 41 zoals weergegeven in de figuren 1 en 3 op het voornoemde tussentandwiel 16 gemonteerd. Hiertoe is, zoals weergegeven in figuur 3, tegen het tussentandwiel 16 een wiel 42 met een rechthoekige vertanding 43 aangebracht. Naast het wiel 42 is een vergrendel ingselement 44 gemonteerd dat in de vertanding 43 kan ingrijpen, dat bij voorkeur deel uitmaakt van een hefboom 45 die verdraaibaar is rond een spil 46.
In de niet vergrendelde toestand wordt de hefboom, zoals aangeduid met referentie 45A, vastgehouden door een permanente magneet 47 of enig 'ander houdmechanisme. De vergrendeling kan ingeschakeld worden door de hefboom 45 van de permanente magneet 47 los te maken. Volgens figuur 3 wordt dit verkregen door een solenoïde 48 te bekrachtigen die het magneetveld van de permanente magneet 47 opheft, zodanig dat de hefboom 45, en meer speciaal het vergrende 1 ingselement 44, door middel van een veer 49 of andere elastische middelen tegen het wiel 42 wordt getrokken en in de vertanding 43 ingrijpt. Ket is duidelijk dat ook andere middelen voor het inschakelen van de vergrendeling kunnen worden aangewend, of dat het inschakelen van de vergrendeling ook kan gebeuren onder invloed -van het eigen gewicht van de vergrendeling. Dergelijke vergrendelingen bieden het voordeel dat deze zonder bijzondere voorzieningen ingeschakeld blijven tot het ogenblik dat de. vergrendeling uit geschakeld wordt.
Het lichten van de vergrendeling kan op verschillende wijzen gebeuren. Volgens een eerste mogelijkheid kan dit manueel, bijvoorbeeld door middel van een handgreep 50 aan < da hefboom 45. Volgens een andere mogelijkheid kan de hefboom 45 ook verbonden zijn met. een voe t bed iening.
Volgens nog een variante kan de vergrendeling worden verbroken door middel van het in scha kelen van een elektromagnetisch of pneumatisch bedieningsmechanisme 51 dat op het onderste uiteinde van de hefboom 45 inwerkt.
Volgens nog een variante kunnen het elektromagnetische bedieningsmechanisme 51, de permanente magneet 47 en de soienoxde 48 in een eenheid geïntegreerd worden. De werking is analoog zoals voornoemd en bestaat erin dat in niet vergrendelde toestand de hefboom 45 wordt vastgehouden door de permanente magneet 47, de vergrendeling wordt ingeschakeld door de soleaoïde 48 te bekrachtigen zodanig dat die het magneetveld van de permanente magneet 47 opneft waardoor de hefboom 45 door middel van een veer 49 tegen het wiel 42 wordt getrokken en de vergrendeling wordt uit geschakeld door de polariteit van de spanning aan de solenoïde 43 om te wisselen zodanig dat het magneetveld van de solenoïde 48 het magneetveld van de permanente magneet 47 versterkt en de hefboom 45 tegen de kracht van de veer 49 in tegen de permanente magneet 47 wordt getrokken. Het is duidelijk dat in dit geval de nodige middelen zullen worden voorzien om de polariteit van de spanning aan de solenoide om te wisselen.
Doordat na het uitvallen van de elektromagnetische rem 25 het wiel 42 ten gevolge van het aanwezige koppel een welbepaalde kracht op het vergrende1ingselement 44 uitoefent, zit dit laatste doorgaans zodanig geklemd dat een grote kracht nodig is voor het lostrekken hiervan. Hiertoe kan om dit te verhelpen de weefmachine iets verdraaid worden, hetzij manueel door de handbediening of hetzij automatisch door het inschakelen van de t ra ag i o opmo t o r 36 tot liet ve rgr end e 1 ings e lement 44 uit de vertanding 43 loskomt.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont de weefmachine eveneens middelen die de .vergrendeling 41 automatisch inschakelen 'bij het . uitvallen van de netspanning, alsmede middelen die, wanneer de weefmachine nog draaiende is, eerst in een automatische 'afremming voorzien voordat het vergrendelingselement 44 wordt ingeschakeld. Volgens figuur 2 bestaan al deze middelen uit een op de elektrische netlijn 52 aangesloten spanningsdetektor 53 en kondensatorvoeding 54, een detektor 55 voor het waarnemen van de verdraaiing van de hoofdas 12, . schakeImidde1en 56 tussen de kondensatorvoeding 54 en de wikkelingen 30 van de rem 25, schakelmiddelen 5 7 tussen de kondensatorvoeding 54 en de voo rnoemde solenoïde 4S of dergelijke en een eenheid 5 3 die deel kan uitmaken van de algemene sturing 59 van de weefmachine die de voornoemde onderdelen met elkaar koppelt en beveelt. In de plaats van de kondensatorvoeding 54 kan uiteraard eender welke afzonderlijke voedingsbron worden aangewend.
De werking kan eenvoudig uit de figuur worden afgeleid. '•Janneer de elektrische spanning aan de netlijn 52 uitvalt, wordt dit waargenomen door de spanningsdetektor 53. Wanneer de weefmachine nog draaiende is, wordt dit vastgesteid door detektor 55, ten gevolge waarvan de eenheid 53 eerst het schakelelement 56 inschakelt zodat de elektro-magnetische rem 25 wordt bekrachtigd vanaf de geladen kondensatorvoeding 54. Vanaf het ogenblik dat de detektor 55 geen verdraaiing van de hoofdas 12 meer waarneemt, wordt eveneens het. schakelelement 57 gesloten, zodanig dat door middel van een signaal A de solenoïde 48 wordt bekrachtigd, het magneetveld van de permanente magneet 47 wordt opgeheven en de vergrendeling 41 wordt ingeschakeld, waarna de wever veilig aan de weefmachine kan werken.
Het is duidelijk dat de vergrendeling 41 ook automatisch kan worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld doordat het bedieningsmechanisme 51 met de sturing 59 is gekoppeld zodanig dat het bedieningsinechanisme 51 bij het starten van de weefmachine automatisch wordt .bekrachtigd door middel van een signaal B.
Zoals weergegeven in figuur 4 kunnen in de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm het handwiel 60 van de weefmachine en de voornoemde vergrendeling 41 met elkaar samenwerken, waarbij middelen 61 zijn voorzien die toeiaten dat de vergrendeling 41 kan worden in- en uitgeschakeld door middel van het handwiel. Zoals weergegeven in figuur 5 wordt hiertoe gebruik gemaakt van, enerzijds, middelen 62 voor het koppelen en ontkoppelen van het handwiel 60 met de weefmachine en, anderzijds, middelen 63 die de vergrendeling 41 kunnen verbreken, waarbij deze middelen 62 en 63 zodanig met elkaar samenwerken dat de vergrendeling 41 bij het inschakelen van het handwiel automatisch wordt losgemaakt.
Bij voorkeur zijn de voornoemde middelen zodanig uitgevoerd dat het handwiel 60 in drie standen kan worden gebracht, een en ander zoals verder beschreven aan de hand van figuren 5 tot 9.'
De middelen 62 voor het koppelen en ontkoppelen van het handwiel 60 bestaan hoofdzakelijk uit een as 64 met een gegroefd uiteinde 65 dat verschuifbaar is in een konisch tandwiel 66, een hiermee samenwerkend tweede konisch tandwiel 67, hetwelke op zijn beurt met een daarin verschuifbare gegroefde as 68 samenwerkt, een vast op de as 5S geplaatst tandwiel 69 dat door de axiale verschuiving van de as 68 in een tandwiel kan ingrijpen dat met de hoofdas is gekoppeld, bij voorkeur in het voornoemde tussentandwiel 16, en een verplaatsingsmechanisme om bij het inschakelen van het handviel 60 de as 68 te verschuiven. Dit verplaatsingsmechanisme voorziet er hoofdzakelijk in dat het handwiel 60 met de as 64 axiaal, tegen de kracht van een veer 70 in, kan worden verplaatst, waarbij een koniscne geleiding 71, verbonden met de as 64, op het uiteinde 72 van de voornoerade as 68 inwerkt. Een veer 73 verzekert hierbij het permanente kontakt tussen het uiteinde 72 en de koniscne geleiding 71.
De middelen 63 die de vergrendeling 41 kunnen verbreken, bestaan hoofdzakelijk uit een verwijdend, bij voorkeur konisch element 74 dat tegen de kracht van een drukveer 75 in, verschuifbaar is over de as 63 en dat door zijn verschuiving, zoals weergegeven in figuur 6, met zijn zijwand in kontakt komt met de. hefboom 45 zodanig dat deze uit zijn vergrendelde positie kan worden gedrukt.
De werking van deze inrichting kan eenvoudig uit figuren 5 tot 9 worden afgeleid. In figuren 5 en 6 is een stand weergegeven waarbij het handwiel 60 is uitgeschakeld. Het konisch element 74 wordt hierbij tegen een aanslag 76 gedrukt.
Bij het gebruik van het aandwiel 60 kan dit, zoals weergegeven in figuur 7, tot in een eerste stand worden ingedrukt. Hierbij grijpt het tandwiel 69 in het tussentandwiel 16 in. Doordat het vergrende1ingselement 44 en het wiel 42 het op de weefmachine uitgeoefende koppel opvangen, zit dit vergrendelingselement 44 in het wiel 42 vastgeklemd, met als gevolg dat het konische element 74 door de hefboom 45 wordt tegengehouden.
Vanaf het ogenblik dat het handwiel 60. een weinig wordt verdraaid en het koppel hierdoor wordt opgevangen, komt het vergrende1ingselement 44 los te zitten en wordt het element 74 door middel van de veer 75 verplaatst, tot in een positie zoals weergegeven in figuur 3, meer speciaal tot tegen de aanslag 76. Be hefboom 45 neemt hierbij een positie in zoals weergegeven in volle lijn in figuur 9, waarbij hij nog niet door de permanente magneet 47 wordt aangetrokken. Dit betekent dat wanneer het handwiel terug wordt losgelaten, het geheel terug een stand inneemt zoals weergegeven in figuur 7. Wanneer evenwel het handwiel -60 verder wordt ingedrukt, tot in stand III, komt de hefboom 45 in kontakt met de permanente magneet 47, met als gevolg dat de vergrendeling 41 definitief verbroken blijft tot de soleno’ide 48 terug wordt bekrachtigd.
Het geheel kan zijn uitgerust met verscheidene detektie-elementen, zoals nabij heidsschakelaars 77 tot 80 verbonden met de algemene sturing 59, zulks voor het uitvoeren van verschillende kontrolef unlct ies. De nabijheidsschakelaar 77 laat bijvoorbeeld toe de indrukking van het handwiel 60 waar te nemen zodanig dat wanneer de weefmacnine in dat geval nog draait, zij automatisch wordt stil gezet. De nabijheidsschakelaar 78 neemt de indrukking van de as 54 waar en zorgt ervoor dat de elektromagnetische rem 25 wordt ontkoppeld zodanig dat de verdraaiing van de machine door middel van het handwiel 5 0 moge lijk wordt.
De nabijheidsschakelaars 79 en 80 voeren respektieve1ijk een kontrole uit op de positie van het element 74 en van de hefboom 45.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de ais voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergeiijke weefmachine en in het bijzonder de voornoemde vergrendeling kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

1. Weefmachine met vergrendeling, van het type waarbij de hoofdas is voorzien van een door middel van een elektrische bekrachtiging insc’nakelbare elektromagnetische rem, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine een vergrendeling (41) bezit waarmee de hoofdas (12) tegen verdraaiing kan worden vergrendeld, die bestaat uit een vergrendelingselement (44) dat in een met de hoofdas (12) gekoppeld wiel (42), voorzien van een vertanding (43), kan ingrijpen.
2. Weefmachine volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het vergrendelingselement (44) deel uitmaakt van een hefboom (45), zodanig dat het vergrendelingselement (44) in- en uitgeschakeld kan worden door deze hefboom (45) te wentelen.
3. Weefmachine volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat zij middelen bezit die de vergrendeling (41) automatisch inschakelen bij het uitvallen van de ne t spanning.
4. Weefmachine volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de middelen die de vergrendeling automatisch inschakelen bij het uitvallen van de netspanning hoofdzakelijk bestaan uit een spanningsdetektor (53); een detektor (55) voor het waarnemen van de verdraaiing van de hoofdas (12); een stuureenheid (58) die toelaat dat de vergrendeling (41) wordt gekoppeld uitsluitend wanneer de spanningsdetektor (53) geen spanning waarneemt en wanneer de detektor (55) geen verdraaiing meer waarneemt; en een afzonderlijke voedingsbron (54) die minstens in de bekrachtiging van de vergrendeling (41) voorziet.
5. Weefmachine volgens één der konklusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de vergrendeling (41) hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een verplaatsbaar vergrendelingselement (44) dat met de hoofdas (12) kan samenwerken; een permanente magneet (47) die het verplaatsbare vergrendelingselement (44) in ontgrendelde toestand kan vasthouden; elastische middelen (49) die een kracht op het vergrende 1 ingselement (44) uitoefenen naar zijn vergrendelingspositie toe; middelen voor het tegen de kracht van de permanente magneet (47) in inschakeien van het vergrendelingselement (44) zodanig dat dit door de elastische middelen in vergrendelde toestand wordt gehouden; en middelen voor het uitschakelen van de vergrendeling.
6. Ueefmachine volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het inschakelen van de vergrendeling (41) hoofdzakelijk bestaan uit een soleno'ide (48) die door haar bekrachtiging het magnetische veld van de permanente magneet (47) tegenwerkt.
7. Weefmachine volgens konklusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het uitschakelen van de verg rendeling (41) hoofdzakelijk bestaan uit een handgreep (50) waarmee het vergrendelingselement (44) kan worden losgetrokken.
3. Weefmachine volgens één der konklusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het uitschakelen van de vergrendeling (41) minstens bestaan uit een door middel van de sturing (59) van de weefmachine inschakelbaar bedieningsmechanisme (51).
9, Weefmachine volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het uitschakelen van de vergrendeling (41) tevens gevormd worden door de voornoemde solenoïde (43) die zodanig bekrachtigd wordt dat het magneetveld van de solenoïde (48) het magneetveld van de permanente magneet (47) versterkt.
10. Weefmachine volgens één der konklusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat zij een handwiel (60) vertoont, alsmede middelen (61) die toeiaten dat de vergrendeling (41) minstens kan worden uit geschakeld door middel van de bediening van liet handwiel (60). 11. ïïeefmachine volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat het handwiei (60) is uitgerust met middelen (62) voor het koppelen en ontkoppelen van dit handwiei (60) met de weefmachine, alsmede middelen (63) die de vergrendeling (41) kunnen verbreken, waarbij de laatstgenoemde middelen (63) zodanig met de eerstgenoemde middelen (62) samenwerken dat de voornoemde vergrendeling (41) bij het inschakelen van het handwiei (60) automatisch wordt uitgeschakeld. 12. i-Jeefmachine volgens konklusie 11, daardoor gekenmerkt dat de middelen (62) voor het koppelen en ontkoppelen van het handwiel (60) met de weefmachine en. de middelen (63) die de vergrendeling (41) kunnen verbreken door middel van de bediening van het handwiel (60), in een drie standen regeling voorzien, re spektieve1ijk een eerste stand waarbij het handwiel (60) is ontkoppeld van de weefmachine; een tweede stand waarbij het handwiel (60) is gekoppeld met de weefmachine en waarbij de vergrendeling (41), wanneer deze ingeschakeld was, wordt iosgemaakt en in een stand wordt gebracht zodat de vergrendeling (41) bij het ontkoppelen van het handwiel (60) automatisch terug wordt ingeschakeld; en een derde stand waarbij het handwiel (60) met de weefmachine wordt gekoppeld en de vergrendeling (41) in een uitgeschakeide toestand wordt gebracht die geen automatische inschakeling van de vergrendeling (41) bij het ontkoppelen van het handwiel (60) toelaat. 13. ïïeefmachine volgens konklusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de middelen (62) voor het koppelen en ontkoppelen van het handwiel (60) met de weefmachine hoofdzakelijk bestaan in een handwiel (60) dat axiaal verplaatsbaar is, en een tandwiel (69) dat met het handwiel (60) verdraaibaar is en dat door de axiale verplaatsing van het handwiel (60) in een tandwiel (16) kan ingrijpen dat met de hoofdas (12) van de weefmachine is gekoppeld. 14. ïïeefmachine volgens konklusie 13, daardoor gekenmerkt dat de middelen (63) die de vergrendeling kunnen verbreken, hoofdzakelijk bestaan in een met de axiale verplaatsing van het handwiel (60) verplaatsbaar element (74), dat door zijn verplaatsing het vergrendelingselement (44) van de vergrendeling (41) uit zijn vergrendelde positie kan drukken.
15. Weefmachine volgens konklusie 14, daardoor gekenmerkt dat het element (74) voor het uitschakelen van de vergrendeling (41) bestaat uit een konisch element dat verschuifbaar is over een door middel van het hand wiel (60) axiaal verplaatsbare as (68), waarbij dit konisch element (74) naar voor wordt gedwongen door middel van een veer (75), zodanig dat dit uitsluitend het vergrende1ingseiement (44) losmaakt wanneer dit vrij kan bewegen.
16. Heefraach ine volgens konltlusie 15, daardoor gekenmerkt dat de axiaal verplaatsbare as (68) een aanslag (76) vertoont die de verplaatsing van het konisch element (74) begrenst, zodanig dat het konisch element (74) in de ontkoppelde stand van het handwiel (60) niet kan samenwerken met het vergrende1ingselemenL (44).
17. Weefmachine volgens konklusie 16, daardoor gekenmerkt dat de vergrendeling -(41) gebruik maakt van een vergrendelingselement (44) dat in een ontgrendelde toestand door middel van een houdmechanisme (47) wordt vastgehouden en dat de aanslag (76) zodanig op de as (68) is gepositioneerd dat bij het verplaatsen van het handwiel tot in een positie dat dit juist gekoppeld is met de weefmachine, het element (74) een uiterste positie kan innemen waarbij de vergrendeling (41) is uitgeschakeld doch het vergrendelingselement (44) zich nog buiten het bereik van het houdmechanisme (47) bevindt, terwijl in een verder verplaatste stand van het handwiel (60) deze aanslag (76) toelaat dat het konische element (74) het vergrendelingselement (44) in kontakt brengt met het houdmechanisme (47).
BE8900716A 1989-06-29 1989-06-29 Weefmachine met vergrendeling. BE1004064A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8900716A BE1004064A3 (nl) 1989-06-29 1989-06-29 Weefmachine met vergrendeling.
EP90870090A EP0406207A1 (en) 1989-06-29 1990-06-13 Weaving machine with lock
US07/545,825 US5046534A (en) 1989-06-29 1990-06-29 Weaving machine with main shaft lock
JP2172571A JPH0340842A (ja) 1989-06-29 1990-06-29 ロック付き織機

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8900716 1989-06-29
BE8900716A BE1004064A3 (nl) 1989-06-29 1989-06-29 Weefmachine met vergrendeling.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1004064A3 true BE1004064A3 (nl) 1992-09-15

Family

ID=3884231

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8900716A BE1004064A3 (nl) 1989-06-29 1989-06-29 Weefmachine met vergrendeling.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5046534A (nl)
EP (1) EP0406207A1 (nl)
JP (1) JPH0340842A (nl)
BE (1) BE1004064A3 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3704759B2 (ja) * 1995-08-23 2005-10-12 株式会社豊田自動織機 織機の開口装置における綜絖枠高さ位置保持方法及び装置
DE19813521A1 (de) * 1998-03-26 1999-09-30 Bauer Spezialtiefbau Drehkranzbremse
DE60136686D1 (de) * 2001-03-29 2009-01-08 Promatech Spa Multipositionskupplung mit Blockiereinrichtung des beweglichen Elementes in einer Webmaschinenantriebsvorrichtung
DE102006031508A1 (de) * 2006-07-07 2008-01-17 Robert Bosch Gmbh Elektromechanisch schaltbarer, formschlüssiger Freilauf, elektromechanische Bremse für ein Kraftfahrzeug mit einem solchen Freilauf und Verfahren zur Lüftspieleinstellung einer solchen Bremse
US8684145B2 (en) * 2010-04-07 2014-04-01 Alcon Research, Ltd. Systems and methods for console braking
ES2536966T3 (es) 2010-04-07 2015-06-01 Alcon Research, Ltd. Sistemas y procedimientos para la gestión de obstáculos mediante ruedas
JP2020165509A (ja) * 2019-03-29 2020-10-08 本田技研工業株式会社 回転軸停止用ロック機構
CN114382805B (zh) * 2022-01-10 2022-11-22 珠海格力电器股份有限公司 主轴刹车***
EP4242365B1 (en) * 2022-03-08 2024-08-14 Picanol Drive system for a weaving machine

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2706646A1 (de) * 1977-02-17 1978-08-31 Jean Guesken Gmbh & Co Kg Fa Verfahren und vorrichtung zum stillsetzen von webmaschinen
US4592392A (en) * 1984-04-06 1986-06-03 N.V. Weefautomaten Picanol Shot seeking mechanism for weaving looms

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2707977A (en) * 1953-02-11 1955-05-10 Draper Corp Loom stop motion
CH629547A5 (de) * 1978-06-13 1982-04-30 Sulzer Ag Bremsvorrichtung fuer eine webmaschine.
CH663971A5 (de) * 1983-10-06 1988-01-29 Sulzer Ag Bremsvorrichtung fuer eine webmaschine.
US4576261A (en) * 1984-03-02 1986-03-18 William A. Barr Memorial Trust Safety parking brake for automatic transmissions

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2706646A1 (de) * 1977-02-17 1978-08-31 Jean Guesken Gmbh & Co Kg Fa Verfahren und vorrichtung zum stillsetzen von webmaschinen
US4592392A (en) * 1984-04-06 1986-06-03 N.V. Weefautomaten Picanol Shot seeking mechanism for weaving looms

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0340842A (ja) 1991-02-21
EP0406207A1 (en) 1991-01-02
US5046534A (en) 1991-09-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1004064A3 (nl) Weefmachine met vergrendeling.
US4592392A (en) Shot seeking mechanism for weaving looms
JPH08232142A (ja) 織機の駆動装置
US5313988A (en) Method and device for driving a weaving machine during slow motion
BE1001919A3 (nl) Luchtweefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.
JPH073580A (ja) 織機のたくし込み耳形成装置の制御装置
US3941161A (en) Jacquard reversing mechanism for looms
US6293314B1 (en) Pile yarn selection system for gripper axminster weaving machines
US4351370A (en) Yarn brake for a textile machine
JPS58132144A (ja) ドビ−および他の製織システムと関連したヒ口位置決め装置の改良
ITMI982132A1 (it) Macchina per maglieria e platina di comando prevista per essa
US4458725A (en) Apparatus for coupling a weaving machine and shed-forming machine for effecting pick finding and slow speed operation
BE1009096A3 (nl) Weefmachine voorzien op luchtdempers.
AT387797B (de) Schussfadenwaechter fuer eine rundwebmaschine
EP0724032B1 (en) Thread selecting device for weaving machine
US5676179A (en) Electronically controlled shedding mechanism
BE1007125A3 (nl) Inrichting voor het afwisselend in- en uitschakelen van de aandrijvingen van minstens twee inslaginrichtingen op een weefmachine.
US2091333A (en) Starting and stopping mechanism for circular looms
RU1794116C (ru) Ткацкий станок
US3410238A (en) Needle bar and presser foot control device for automatic sewing and embroidering machines
CN113186630B (zh) 一种织机的动力装置
HU195984B (en) Motion changing device for gripper loom
JPH0621390B2 (ja) 経糸の開口制御方法
DE647718C (de) Steuerung fuer elektrische Antriebe von Webstuehlen
BE1003195A3 (nl) Werkwijze voor het in werking stellen van een weefmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19930630