BE1003803A3 - Werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, en inrichting die deze werkwijze toepast. - Google Patents

Werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, en inrichting die deze werkwijze toepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1003803A3
BE1003803A3 BE8800477A BE8800477A BE1003803A3 BE 1003803 A3 BE1003803 A3 BE 1003803A3 BE 8800477 A BE8800477 A BE 8800477A BE 8800477 A BE8800477 A BE 8800477A BE 1003803 A3 BE1003803 A3 BE 1003803A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
brush
brush bodies
bodies
transport device
brush body
Prior art date
Application number
BE8800477A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Boucherie Nv G B
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Boucherie Nv G B filed Critical Boucherie Nv G B
Priority to BE8800477A priority Critical patent/BE1003803A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1003803A3 publication Critical patent/BE1003803A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G43/00Control devices, e.g. for safety, warning or fault-correcting
    • B65G43/10Sequence control of conveyors operating in combination
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46DMANUFACTURE OF BRUSHES
    • A46D3/00Preparing, i.e. Manufacturing brush bodies
    • A46D3/08Parts of brush-making machines

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Control Of Conveyors (AREA)

Abstract

Wekwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de kombinatie van het door middel van eerste middelen (5) één na één uit een voorraad borstellichamen (4) afzonderen van borstellichamen (2); het afleveren van de borstellichamen (2) aan tweede middelen (6, 7); en het door middel van deze tweede middelen transporteren en op positieve wijze aan de borstellichaamhouders (3) van de borstelvervaardigingsmachine toevoeren van de borstellichamen (2) waarbij de borstellichamen (2) gedurende hun transport allen hetzelfde worden georiënteerd en waarbij de eerste en tweede middelen onafhankelijk van elkaar bestuurbare aandrijvingen (8,9) bezitten.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een   borstelvervaardigingsmachi-   ne, en inrichting die deze werkwijze toepast. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, meer speciaal vanaf de plaats waar de borstellichamen los in een vergaarbak zijn aangebracht tot op de plaats waar deze borstellichamen worden vastgegrepen-om er de bundels vezels in aan te brengen. 



  Men weet dat bij de bestaande borstelvervaardigingsmachines, meer speciaal in het geval van tandenborstels, de borstellichamen los in een bak worden aangebracht van waaruit deze lichamen door een zogenaamde vertikaal op en neer bewegende trapschuif een na   een   worden afgezonderd om te worden toegevoerd aan een transportbaan langs dewelke de stand van de borstellichamen wordt gekontroleerd en 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 eventueel gekorrigeerd om te bekomen dat deze borstellichamen allen op   een   en dezelfde wijze zijn gerangschikt,   m. a. w.   met de zijde waarin de openingen voor de   vezels zijn aangebracht   bijvoorbeeld allen naar boven en met dezelfde uiteinden naar dezelfde zijde van de geleiding waarop zij zieh bevinden. 



  Bij de bekende borstelvervaardigingsmachines gebeuren de aandrijvingen van respektievelijk de trapschuif en de transportbaan synchroon. Men weet ook dat een trapschuif niet bij elke cyclus een borstellichaam uit de vergaarbak haalt en dat zodoende de borstellichamen op de transportbaan elkaar niet steeds kontinu opvolgen. Om dan toch permanent gerangschikte borstellichamen ter beschikking te hebben aan de toevoer van de borstellichaamhouders, die bijvoorbeeld op een bewerkingstrommel zijn aangebracht, wordt bij de bekende machines na de voornoemde transportbaan een glijbaan of een transportband voorzien via dewelke de borstellichamen in een klein voorraadmagazijn, hetwelke de funktie van een buffer vervult, terechtkomen. 



  Het gebruik van dergelijk buffermagazijn vertoont verscheidene nadelen. Een ervan is dat zieh gemakkelijk storingen kunnen voordoen door borstellichamen die zieh op de voornoemde glijbaan of transportband of bij het in het 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 voorraadmagazijn vallen schuin plaatsen of omdraaien, met alle nadelige gevolgen vandien. Een ander nadeel bestaat erin dat een dergelijke konstruktie met een glijbaan en een buffermagazijn relatief veel plaats inneemt. 



  De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op een werkwijze voor het behandelen van borstellichamen, meer speciaal voor het toevoeren ervan aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, waarbij de voornoemde nadelen zijn uitgesloten. Tot dit doel bestaat de werkwijze-volgens de uitvinding in de kombinatie van het door middel van eerste middelen   een   
 EMI3.1 
 na uit een voorraad borstellichamen afzonderen van na e    eenborstellichamen ;   het afleveren van de borstellichamen aan tweede middelen ;

   en het door middel van deze tweede middelen transporteren en op positieve wijze aan de borstellichaamhouders van de borstelvervaardigingsmachine toevoeren van de borstellichamen, waarbij de borstellichamen gedurende hun transport allen hetzelfde worden   georienteerd   en waarbij de eerste en tweede middelen onafhankelijk van elkaar bestuurbare aandrijvingen bezitten. 



  Volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt voor de eerste middelen gebruik gemaakt van een in een vergaarbak aangebrachte trapschuif, terwijl voor de voornoemde tweede 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 middelen gebruik wordt gemaakt van, enerzijds, een achter de trapschuif geplaatste transportinrichting die de borstellichamen op gelijke onderlinge afstanden verplaatst, en anderzijds, een inrichting die de borstellichamen aan het uiteinde van de transportinrichting   een   na een vastneemt en op een positieve wijze in de borstellichaamhouders van de eigenlijke borstelvervaardigingsmachine plaatst. De borstellichamen worden gedurende hun transport stapsgewijze verplaatst en de aandrijving van de trapschuif wordt zodanig bevolen dat bij elke stap een borstellichaam aan de ingang van de transportinrichting aanwezig is. 



  Het is duidelijk dat volgens de werkwijze van de uitvinding vermeden wordt dat leemten in de transportinrichting ontstaan. Indien de trapschuif bij een cyclus geen borstellichaam aflevert, kan men immers nog tijdig de snelheid van de trapschuif verhogen, zodanig dat zij alvorens een borstellichaam aan de ingang van de transportinrichting noodzakelijk is,   een   of meerdere bijkomende cyclussen uitvoert, waardoor dan met volstrekte zekerheid een borstellichaam wordt afgeleverd. Doordat de borstellichamen aan het uiteinde van de transportinrichting een na een beschikbaar zijn zonder dat leemten optreden, ontstaat het grote voordeel dat de 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 voornoemde glijbaan en het buffermagazijn overbodig worden. De mogelijkheid van de voornoemde storingen is dan ook uitgesloten. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de borstellichamen in de transportinrichting stapsgewijze verplaatst aan een welbepaald ritme, waarbij zij tijdens hun verplaatsing elk positief geleid worden door middel van een cyclisch bewegend aandrijfelement, terwijl zij gedurende hun stilstanden ter plaatse worden ingeklemd gehouden. Hierdoor wordt het de borstellichamen onmogelijk gemaakt om zich scheef te zetten tijdens hun transport. 



  Langs de baan van de transportinrichting wordt   op bekende   wijze een inrichting geplaatst voor het kontroleren en eventueel korrigeren van de ligging van de borstellichamen om te bekomen dat zij allen hetzelfde gerangschikt zijn. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op inrichtingen die de werkwijze volgens de uitvinding toepassen. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, worden hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 uitvoeringsvormen van de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur-1 schematisch een borstelvervaardigingsmachine weergeeft die de inrichting volgens de uitvinding toepast ; figuren 2 tot 4 op een grotere schaal en voor ver- schillende standen de transportinrichting die in fi- guur   l   voorkomt, weergeven ; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in   figuur l ;    figuur 6 een variante weergeeft van een gedeelte van de machine volgens figuur 1. 



  In figuur   l   is met referentie   l   een inrichting volgens de uitvinding aangeduid, waarmee overeenkomstig aan de in de inleiding beschreven werkwijze borst-ellichamen 2 aan de borstellichaamhouders 3 van een borstelvervaardigingsmachine kunnen worden toegevoerd.

   In de figuur 1 is'als voorbeeld een borstelvervaardigingsmachine weergegeven die op bekende wijze gebruik maakt van een bewerkingstrommel 3A die langs haar omtrek van meerdere borstellichaamhouders 3 is voorzien. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 De inrichting 1 bestaat volgens de uitvinding hoofdzakelijk in de kombinatie van eerste middelen om een na   een   borstellichamen 2 uit een voorraad 4 af te zonderen, die bij voorkeur gevormd worden door een in een vergaarbak aangebrachte en met de voorraad 4 samenwerkende trapschuif 5 ;

   tweede middelen voor het transporteren en op positieve wijze aan de borstellichaamhouders 3 toevoeren van de borstellichamen 2, die hoofdzakelijk worden gevormd door, enerzijds, een transportinrichting 6 voor het op vaste afstanden van elkaar verplaatsen van de uit de voorraad 4 gehaalde borstellichamen 2, en anderzijds, een inrichting 7 om de borstellichamen opeenvolgend een na   een   aan het uiteinde van de transportinrichting 6 weg te nemen en in de borstellichaamhouders 3 van de borstelvervaardigingsmachine te plaatsen ; afzonderlijke aandrijvingen 8 en 9 voor minstens, enerzijds, de trapschuif 5 en, anderzijds, de transportinrichting 6 ;

   detektiemiddelen 10 die de aanwezigheid van een borstellichaam 2 aan het begin van de voornoemde transportinrichting 6   detekteren   en een stuureenheid 11 die in de regeling van de aandrijving 8 van de trapschuif 5 voorziet, zodanig dat de kontinulteit waarmee de borstellichamen 2 elkaar in de transportinrichting 6 opvolgen automatisch gewaarborgd wordt. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  De trapschuif 5 bestaat zoals klassiek uit een aantal opeenvolgend steeds vernauwende trappen met schuine bovenvlakken 12, waarbij deze trappen afwisselend deel uitmaken van, enerzijds, een vast gedeelte 13 en anderzijds een op en neer bewegende schuif 14 die bijvoorbeeld aangedreven wordt door middel van een nok 15. 



  Door de op en neergaande beweging van de schuif 14 worden de borstellichamen 2 een na een aan het bovenste uiteinde 16 van de trapschuif 5 afgeleverd. Dergelijke trapschuif is   o. a.   bekend uit het Belgisch oktrooi nr 894. 577 van aanvraagster. 



  De transportinrichting 6 bestaat hoofdzakelijk uit vaste geleidingen 17 die een horizontale verschuiving-van de tandenborstellichamen 2 toelaten en een cyclisch bewegend aandrijfelement 18 dat gedurende een gedeelte van zijn cyclus met de borstellichamen 2 samenwerkt, zodanig dat deze stapsgewijs tussen de geleidingen 17 verder geschoven worden. Het element 18 is hoofdzakelijk uitgevoerd in de vorm van evenwijdige latten die aan hun bovenzijden van op gelijke onderlinge afstanden aangebrachte uitsparingen zijn voorzien. Dit element 18 voert een lusvormige beweging uit, bijvoorbeeld zoals aangeduid door middel van pijl 19. De aandrijving 9 van de transportinrichting 6 bestaat in de weergegeven uitvoeringsvorm uit een elektrische motor die via een geschikt bewegingsmechanisme 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 20 in de beweging van het aandrijfelement voorziet. 



  Hiertoe wordt gebruik gemaakt van minstens een nok 21 die via nokvolgers 22 en 23 in een op en neergaande en heen en weer bewegende verplaatsing van het aandrijfelement 18 voorziet. 



  De aandrijving 9 kan gemeenschappelijk zijn voor nog een aantal andere onderdelen van de borstelvervaardigingsmachine, en voorziet bijvoorbeeld ook in de aandrijving van de voornoemde inrichting 7, de stapsgewijze verplaatsing van de borstellichaamhouders 3 door de verdraaiing van de bewerkingstrommel 3A en de aandrijving van de bewerkingsgereedschappen 24, zoals het vulapparaat en dergelijke. 



  Het is echter duidelijk dat de aandrijving 9 van de transportinrichting 6 ook op een willekeurig andere wijze kan gebeuren, bijvoorbeeld door middel van pneumatische cylinders die respektievelijk in een vertikale en horizontale beweging van het element 18 voorzien. De aandrijving van de voornoemde overige machineonderdelen dient dan op afzonderlijke wijze te gebeuren. 



  Figuren 2 t. e. m. 4 geven nog enkele verschillende standen van een gedeelte van de transportinrichting 6 weer. Het is duidelijk dat door de beweging van het aandrijfelement 18 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 de borstellichamen 2 elk afzonderlijk in de opeenvolgende uitsparingen 25 worden opgenomen en over een afstand D worden verdergebracht. Deze werkwijze en inrichting voor het transport van de borstellichamen 2 biedt het voordeel dat gedurende de verplaatsing van deze laatste steeds in een positieve geleiding wordt voorzien, waardoor het zieh scheef zetten of omdraaien van de borstellichamen onmogelijk wordt gemaakt. 



  De inrichting 7 kan uit eender welk mechanisme bestaan waarmee de borstellichamen   een   na een aan het uiteinde 26 van de transportinrichting 6 kunnen vastgenomen worden en in de borstellichaamhouders 3 van de borstelvervaardigingsmachine kunnen worden geplaatst. 



  Volgens figuur l wordt hiertoe gebruik gemaakt van een grijper 27 die op het uiteinde van een wentelbare arm 28 is gemonteerd. Gelijkaardige mechanismen die in een positieve inleg van de borstellichamen kunnen voorzien, zijn ook bekend uit het Belgisch oktrooi nr 901. 453 van aanvraagster. 



  De voornoemde detektiemiddelen 10 staan aan de ingang 29 van de transportinrichting 6 opgesteld om de aanwezigheid van een borstellichaam 2 aldaar waar te nemen. De stuureenheid 11 is met deze detektiemiddelen 10 gekoppeld 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 en voorziet bijvoorbeeld in de snelheidsregeling van de aandrijving 8 van de trapschuif 5. 



  Verder wordt volgens de uitvinding bij voorkeur ook gebruik gemaakt van aandrukmiddelen 30 die met de transportinrichting 6 samenwerken, een en ander zodanig dat de borstellichamen 2 gedurende stilstand op hun plaats worden ingeklemd gehouden, zodanig dat verschuiving door trillingen of dergelijke onmogelijk wordt gemaakt. De aandrukmiddelen 30 kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een plaat die aan haar onderzijde voorzien is van een aantal zittingen 31 om de borstellichamen 2 positief ingeklemd te houden. 



  Bovendien worden langs de baan van de transportinrichting 6 ori nteringsmiddelen 32 geplaatst, dewelke slechts schematisch zijn aangeduid. Dergelijke ori nteringsmiddelen laten toe de borstellichamen 2 elk volgens dezelfde richting te rangschikken. Een voorbeeld van dergelijke ori nteringsmiddelen 32 is bekend uit het Belgisch oktrooi nr 890. 970 van aanvraagster. 



  Zoals schematisch is weergegeven in figuur 5 zijn de ori nteringsmiddelen 32 uitgerust met een detektiemiddelen 33 om de ligging van de borstellichamen 2 te kontroleren. 



  Wanneer een borstellichaam 2 door de trapschuif wordt 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 afgeleerd, kan de borstelkop 34 ofwel naar links, ofwel naar rechts en/of kan het gatenpatroon 35 naar boven of naar onder gericht zijn. De detektiemiddelen 33 om dit waar te nemen, kunnen bestaan uit mechanische pennen die de vorm van het borstellichaam 2 aftasten en die bijhorende elektrische kontakten sluiten. Volgens andere mogelijkheden kan gebruik gemaakt worden van nabijheidsschakelaars van het inductief, optisch, of kapacitief type die met de voornoemde mechanische pennen samenwerken. 



  De detektiemiddelen 33 kunnen ook volledig opto-elektronisch zijn, waarbij dus geen mechanisch kontakt meer plaats vindt tussen de borstellichamen en de detektors. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de reflektie van lichtstralen, de onderbreking van lichtstralen, lasersensors en dergelijke. 



  Een andere mogelijkheid van detekteren bestaat erin de ligging van de borstellichamen 2 pneumatisch te kontroleren. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van detektiemiddelen 33 waarmee lucht op het daaronder gelegen uiteinde van het borstellichaam 2 wordt geblazen. Het geluid dat daarbij wordt voortgebracht, wordt door middel van een ultrasone detektie en een stuureenheid verder verwerkt. Wanneer geblazen wordt op het gatenpatroon 35 of 

 <Desc/Clms Page number 13> 

   op   de rug van het borstellichaam worden immers verschillende geluidsfrekwenties gegenereerd, waardoor een onderscheid mogelijk is. Daar ook de borstelkop 34 en het steeluiteinde 36 een verschillende vorm vertonen, is de voornoemde werkwijze ook geschikt om hiertussen het onderscheid te bepalen en om vast te stellen hoe het borstellichaam 2 gericht is. 



  Een ander voorbeeld van detektie zonder mechanisch kontakt is het gebruik van een camera die een beeld maakt van het borstellichaam 2, waarna dit beeld wordt gedigitaliseerd zodat een signaal voor verdere verwerking ontstaat, waaruit de ligging van het borstellichaam 2 kan worden afgeleid. 



  Het gebruik van detektiemiddelen 33 die geen mechanisch kontakt maken met de borstellichamen. biedt het voordeel dat geen beschadigingen door krassen of dergelijke kunnen ontstaan. 



  Bij een verkeerde   ori ntatie   van de borstellichamen 2 worden deze automatisch juist gelegd door middel van de voornoemde   orienteringsmiddelen   32. 



  De werking van de inrichting kan eenvoudig uit figuren 1   t. e. m.   5 worden afgeleid. Het bijzondere van de uitvinding 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 bestaat erin dat de aandrijving 8 van de trapschuif 5 onafhankelijk van de overige aandrijvingen gebeurt en gestuurd wordt in funktie van de detektie aan de ingang 29 van de transportinrichting 6. Zodoende kan wanneer bij een beweging van de trapschuif geen borstellichaam 2 wordt afgeleverd, de aandrijving 8 versneld worden, zodanig dat nog tijdig voordat de stapsgewijze verplaatsing van de borstellichamen 2 in de transportinrichting 6 plaatsvindt, toch nog een borstellichaam aan de ingang 29 wordt toegevoerd.

   Een belangrijk voordeel hierbij is dat de transportinrichting 6 zonder leemten in de toevoer van de borstellichamen 2 kan voorzien waardoor het in de inleiding genoemde buffermagazijn, zoals dit gebruikelijk is bij de bestaande inrichtingen, wordt uitgesloten. 



  Bovendien biedt de positieve geleiding die in de transportinrichting 6 plaatsvindt het voordeel dat de borstellichamen 2 feilloos verplaatst worden. 



  In figuur 6 wordt voor een variante van de uitvinding nog een gedeelte uit figuur l weergegeven. Het bijzondere bestaat erin dat aan de ingang 29 van de transportinrichting 6 een klein borstellichaammagazijn 37 is aangebracht waarin een beperkt aantal borstellichamen zieh naast elkaar kunnen neerleggen. Het voordeel hiervan bestaat erin dat de maximum snelheid waaraan de trapschuif 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 5 moet kunnen werken geringer hoeft te zijn dan in de uitvoeringsvorm volgens figuur l. Het mag hierbij ook gebeuren dat bij verscheidene opeenvolgende bewegingen van de schuif 14 geen borstellichaam 2 wordt afgeleverd, daar 
 EMI15.1 
 het magazijn wordt de aandrijving 8 aan maximum snelheid ingeschakeld zodanig dat het magazijn 37 zo vlug mogelijk bijgevuld wordt.

   Door de kleine omvang van het magazijn 37 en het feit dat de borstellichamen naast elkaar toegevoerd worden, doen de problemen van de bestaande buffermagazijnen zieh in dit geval niet voor. 



  Het is duidelijk dat het gebruik van de onafhankelijke aandrijvingen 8 en 9 ook toelaat dat de aandrijving 9 van de tweede middelen,   t. t. z.   van de transportinrichting 6 en eventueel ook van de voornoemde inrichting 7, zodanig kunnen bevolen worden dat aan de uitgang van de tweede middelen steeds een borstellichaam 2 aanwezig is, bijvoorbeeld door in het geval van een leemte de aandrijving 9 tijdelijk te versnellen. Hierbij kan de aanwezigheid van de borstellichamen 2 aan de uitgang van de voornoemde tweede middelen 6-7 worden gedetekteerd, waarbij de aandrijving 9 dan gestuurd wordt in funktie van het resultaat van deze detektie. De detektie kan zowel plaats vinden aan het uiteinde van de inrichting 6 als aan de inrichting 7. 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 



  De huidige   uitvinding is geenszins beperkt   tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, en de inrichtingen die deze werkwijze toepassen, kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Conclusies. EMI17.1 ----------- 1. - Werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de kombinatie van het door middel van eerste middelen (5) een na een uit een voorraad borstellichamen (4) afzonderen van borstellichamen (2) ; het afleveren van de borstellichamen (2) aan tweede middelen (6, 7) ; en het door middel van deze tweede middelen transporteren en op positieve wijze aan de borstellichaamhouders (3) van de borstelvervaardigingsmachine toevoeren van de borstellichamen (2), waarbij de borstellichamen (2) gedurende hun transport allen hetzelfde worden georienteerd en waarbij de eerste-en tweede middelen onafhankelijk van elkaar bestuurbare aandrijvingen (8, 9) bezitten.
    2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het een na een uit de voorraad (4) afzonderen van de borstellichamen (2) gebeurt door middel van een trapschuif (5). <Desc/Clms Page number 18>
    3.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de borstellichamen (2) gedurende hun transport stapsgewijze worden verplaatst en dat de aandrijving (8) van de eerste middelen (5) zodanig wordt bevolen dat bij elke stap een borstellichaam (2) aan de ingang van de voornoemde tweede middelen (6, 7) aanwezig EMI18.1 is. 4.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de borstellichamen (2) gedurende hun transport stapsgewijze worden verplaatst en dat de aandrijving (9) van de tweede middelen (6, 7) zodanig wordt bevolen dat aan de uitgang van deze tweede middelen (6, 7) steeds een borstellichaam (2) aanwezig is.
    5.-Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat aan de ingang van de voornoemde tweede middelen (6, 7) de aanwezigheid van de borstellichamen (2) wordt gedetekteerd, en dat de aandrijving van de trapschuif (5) in funktie van het resultaat van deze detektie wordt gestuurd.
    6.-Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat aan de uitgang van de voornoemde tweede middelen (6, 7) de aanwezigheid van de borstellichamen wordt gedetekteerd, en dat de aandrijving van deze tweede middelen (6, 7) in <Desc/Clms Page number 19> funktie van het resultaat van deze detektie wordt gestuurd.
    7.-Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de borstellichamen (2) tijdens hun verplaatsing elk positief geleid worden door middel van een cyclisch bewegend aandrijfelement (18), terwijl zij gedurende hun stilstand op hun plaats en in hun positie gehouden worden.
    8.-Inrichting die de werkwijze volgens een der conclusies 1 tot 7 toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van eerste middelen, om een na een borstellichamen (2) uit een voorraad (4) af te zonderen die gevormd zijn uit een in een vergaarbak geplaatste trapschuif (5) ; tweede middelen voor het transporteren en op positieve-wijze aan de borstellichaamhouders (3) van een borstelvervaardigingsmachine toevoeren van de borstellichamen (2), die hoofdzakelijk bestaan uit, enerzijds, een achter de trapschuif (5) geplaatste transportinrichting (6) en, anderzijds, een inrichting (7) die de borstellichamen (2) aan het uiteinde (26) van de transportinrichting (6) een na een vastneemt en op een positieve wijze in de voornoemde borstellichaamhouders (3) aanbrengt ;
    afzonderlijke aandrijvingen (8, 9) voor, enerzijds, de <Desc/Clms Page number 20> trapschuif (5) en, anderzijds, minstens de transportinrichting (6) ; detektiemiddelen (10) die de aanwezigheid van een borstellichaam (2) aan de ingang (29) of de uitgang van de transportinrichting (6) waarnemen ; en een stuureenheid (11) die minstens met de voornoemde detektiemiddelen (10) en met minstens een van de aandrijvingen (8, 9) van de trapschuif (5), respektievelijk van de transportinrichting (6), is gekoppeld, die in de regeling van minstens een van deze aandrijvingen voorziet, zodanig dat de kontinuiteit waarmee de borstellichamen (2) elkaar aan de ingang en/of aan de uitgang van de transportinrichting (6) opvolgen, automatisch gewaarborgd blijft. EMI20.1
    J 9. volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de transportinrichting (6) bestaat uit geleidingen (17) die een horizontale verplaatsing van de borstellichamen (2) toelaten en een cyclisch bewegend aandrijfelement (18) dat gedurende een gedeelte van zijn beweging met elk van de zich tussen de geleidingen (17) bevindende borstellichamen (2) samenwerkt en deze over een bepaalde afstand (D) voortbeweegt.
    10. - Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het cyclisch beweegbaar aandrijfelement (18) de vorm van een lat vertoont, die voorzien is van uitsparingen <Desc/Clms Page number 21> (25) die met de zieh tussen de geleidingen (17) bevindende borstellichamen (2) kunnen samenwerken.
    11.-Inrichting volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de transportinrichting (6) middelen (30) bevat die gedurende de stilstand van de borstellichamen (2) in de transportinrichting (6), deze borstellichamen (2) positief in hun korrekte positie houden.
    12.-Inrichting volgens een der conclusies 8 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de transportinrichting (6) is uitgerust met oriënteringsmidde1en (32) om indien nodig de ligging van de borstellichamen (2) te korrigeren.
    13.-Inrichting volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de oriënteringsmidde1en (32) zijn uitgerust met detektiemiddelen (33) om de ligging van de borstellichamen (2) te kontroleren, waarbij deze detektiemiddelen (33) voorzien in lucht dewelke op een gedeelte van het te kontroleren borstellichaam (2) wordt geblazen, waarbij de hierdoor gegenereerde geluidsfrekwentie wordt waargenomen en geinterpreteerd.
    14.-Inrichting volgens een der conclusies 8 tot 13, daardoor gekenmerkt dat tussen het uiteinde van de trapschuif (5) en de ingang (29) van de <Desc/Clms Page number 22> transportinrichting (6) een klein borstellichaammagazijn (37) is aangebracht, hetwelke de vorming van een beperkte voorraad aan borstellichamen die naast elkaar zijn gesitueerd, toelaat.
BE8800477A 1988-04-27 1988-04-27 Werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, en inrichting die deze werkwijze toepast. BE1003803A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800477A BE1003803A3 (nl) 1988-04-27 1988-04-27 Werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, en inrichting die deze werkwijze toepast.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800477A BE1003803A3 (nl) 1988-04-27 1988-04-27 Werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, en inrichting die deze werkwijze toepast.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1003803A3 true BE1003803A3 (nl) 1992-06-16

Family

ID=3883379

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8800477A BE1003803A3 (nl) 1988-04-27 1988-04-27 Werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, en inrichting die deze werkwijze toepast.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1003803A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0982247A1 (en) 1998-08-24 2000-03-01 Firma G.B. BOUCHERIE, naamloze vennootschap Method and device for arranging toothbrush bodies and machine equipped with such device

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2554572A1 (de) * 1975-12-04 1977-06-08 Ind Planungs Ges Mbh Fahrschlitten, insbesondere fuer holzstapelanlagen
FR2335176A1 (fr) * 1975-12-17 1977-07-15 Zahoransky Anton Fa Dispositif auxiliaire pour la fabrication de brosses, en particulier pour la fabrication de brosses a dents
BE890970A (nl) * 1981-11-04 1982-05-04 Boucherie Nv G B Inrichting voor het orienteren van werkstukken meer speciaal borstellichamen
BE894577A (nl) * 1982-10-04 1983-04-05 Boucherie Nv G B Inrichting voor het een na een uit een voorraad nemen van borstellichamen
DE3422001A1 (de) * 1983-06-15 1984-12-20 Gen Electric Verfahren und vorrichtung zum sammeln und uebergeben von gegenstaenden
BE901453A (nl) * 1985-01-07 1985-05-02 Boucherie Nv G B Inleginrichting om borstellichamen vanuit een voorraad in een borstellichaamhouder te plaatsen.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2554572A1 (de) * 1975-12-04 1977-06-08 Ind Planungs Ges Mbh Fahrschlitten, insbesondere fuer holzstapelanlagen
FR2335176A1 (fr) * 1975-12-17 1977-07-15 Zahoransky Anton Fa Dispositif auxiliaire pour la fabrication de brosses, en particulier pour la fabrication de brosses a dents
BE890970A (nl) * 1981-11-04 1982-05-04 Boucherie Nv G B Inrichting voor het orienteren van werkstukken meer speciaal borstellichamen
BE894577A (nl) * 1982-10-04 1983-04-05 Boucherie Nv G B Inrichting voor het een na een uit een voorraad nemen van borstellichamen
DE3422001A1 (de) * 1983-06-15 1984-12-20 Gen Electric Verfahren und vorrichtung zum sammeln und uebergeben von gegenstaenden
BE901453A (nl) * 1985-01-07 1985-05-02 Boucherie Nv G B Inleginrichting om borstellichamen vanuit een voorraad in een borstellichaamhouder te plaatsen.

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0982247A1 (en) 1998-08-24 2000-03-01 Firma G.B. BOUCHERIE, naamloze vennootschap Method and device for arranging toothbrush bodies and machine equipped with such device
BE1013005A3 (nl) 1998-08-24 2001-07-03 Boucherie Nv G B Werkwijze en inrichting voor het ordenen van tandenborstellichamen en machine die met zulke inrichting is uitgerust.
EP0982247B1 (en) * 1998-08-24 2002-11-06 Firma G.B. BOUCHERIE, naamloze vennootschap Method and device for arranging toothbrush bodies and machine equipped with such device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100853340B1 (ko) 궐련 포장 공정을 시각적으로 검사하기 위한 장치 및 방법
NL1004095C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het aanvoeren en plaatsen van componenten.
US4678901A (en) Optical sensor for monitoring cigarette groups
US5844593A (en) Digital compact disc sleeving and disc and sleeve serializing method and apparatus
EP1674395A1 (en) A device for transferring and inspecting groups of cigarettes
JP5903489B2 (ja) 自動保管設備に保管するばら売り商品の分離装置
US5803446A (en) Method and apparatus for singling loose sheet material
US6698158B2 (en) Machine for producing packets of cigarettes, wherein the number of members of each conveyor is coordinated with the number of members of the adjacent conveyors
US5165615A (en) Take-up package doffing apparatus for textile yarn processing machine
BE1003803A3 (nl) Werkwijze voor het toevoeren van borstellichamen aan de borstellichaamhouders van een borstelvervaardigingsmachine, en inrichting die deze werkwijze toepast.
CN110421982A (zh) 打印封装一体机
US4515172A (en) Coin stacking apparatus for a coin packaging machine or the like
US3771279A (en) Feed rate control device of cigarette packaging machine
US6578614B1 (en) Conveyor for combining two-component items
NL8800217A (nl) Werkwijze en inrichting voor het volautomatisch inleggen van voorwerpen, in het bijzonder bonbons, in een verpakkingseenheid.
US3709328A (en) Fastener sorting apparatus
CN111661637A (zh) 抓持装置、分离装置及抓持物体的方法和抓持装置的用途
NL8901626A (nl) Inrichting voor het uitstoten van verkeerd geoerienteerde deksels uit een continue stroom.
EP1099631A2 (en) Method and apparatus for turning eggs
JP3595742B2 (ja) 部品供給装置
BE1005763A3 (nl) Machine voor de vervaardiging van borstels.
JP2979668B2 (ja) 移送部品の姿勢判別方法
EP1065143A1 (en) Cigarette packing machine
JP2007535453A (ja) 特定された包装ユニットを輸送するための方法と装置
EP0876980B1 (en) Apparatus of feeding and sorting objects