BE1000992A4 - Werkwijze voor het verder weven, na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad en weefmachine die deze werkwijze toepast. - Google Patents

Werkwijze voor het verder weven, na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad en weefmachine die deze werkwijze toepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1000992A4
BE1000992A4 BE8701156A BE8701156A BE1000992A4 BE 1000992 A4 BE1000992 A4 BE 1000992A4 BE 8701156 A BE8701156 A BE 8701156A BE 8701156 A BE8701156 A BE 8701156A BE 1000992 A4 BE1000992 A4 BE 1000992A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
thread
tension
wire
separate
weaving machine
Prior art date
Application number
BE8701156A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE8701156A priority Critical patent/BE1000992A4/nl
Priority to EP19880202182 priority patent/EP0311206B1/en
Priority to DE19883873676 priority patent/DE3873676T2/de
Priority to JP25574388A priority patent/JPH01124661A/ja
Application granted granted Critical
Publication of BE1000992A4 publication Critical patent/BE1000992A4/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/004Detection and repair of broken warp yarns

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Auxiliary Weaving Apparatuses, Weavers' Tools, And Shuttles (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het verder weven, na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het verbinden van het draadeinde (17) van de gebroken kettingdraad (18) dat nog vasthangt aan het weefsel (8) met een draad (11) afkomstig van een afzonderlijke draadvoorraad (12), waardoor een nieuwe kettingdraad wordt gevormd en het herstarten van de weefmachine terwijl de betreffende kettingdraad nog vanaf de afzonderlijke draadvoorraad (12) wordt aangevoerd, waarbij de hierbij gebruikte draad (11) onder spanning gehouden wordt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het verder weven, na een kettingbreuk, vanaf 
 EMI1.1 
 een afzonderlijke draadvoorraad en weefmachine die deze werkwijze toepast. werkwijze Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 
Eoepast.verder weven, na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad. De uitvinding betreft eveneens een weefmachine die deze werkwijze toepast. 



  De uitvinding heeft een werkwijze als doel waarbij het weefproces, nadat dit onderbroken is ten gevolge van een breuk in een kettingdraad, in zeer korte tijd terug kan hervat worden. 



  Hiertoe bestaat de voornoemde werkwijze dan ook hoofdzakelijk in het verbinden van het draadeinde van de gebroken kettingdraad, dat nog vasthangt aan het weefsel, met een draad afkomstig van een afzonderlijke draadvoorraad, waardoor een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 nieuwe kettingdraad wordt gevormd ; en het herstarten van de weefmachine terwijl de betreffende kettingdraad nog vanaf de afzonderlijke draadvoorraad wordt aangevoerd, waarbij deze nieuwe kettingdraad gespannen gehouden wordt. Bij voorkeur wordt voor de afzonderlijke draadvoorraad een voorraadspoel aangewend, terwijl deze draad gespannen gehouden wordt met een spanning die hoofdzakelijk overeenstemt met de spanning in de overige kettingdraden. 



  Het is duidelijk dat volgens de werkwijze van de uitvinding reeds na het aanknopen van de voornoemde draad verder kan geweven worden zonder dat de breuk volledig hersteld is, 
 EMI2.1 
 waardoor vordt een grote tijdswinst ontstaat. Terwijl verder gewevendraadeinde, dat aan de kettingboom vasthangt, al dan niet gelokaliseerd worden en vervolgens eventueel aan de draad afkomstig van de afzonderlijke draadvoorraad verbonden worden. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen   Morde' ; hierna,   als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, net verwijzing naar de bijgaande tekeningen,   waarin   : figuren 1   t. e. m.   3 de verschillende stappen van de werkwijze volgens de uitvinding weergeven ; 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuren 4   t. e. m.   10 middelen weergeven om de spanning in de draad afkomstig van de afzonderlijke draadvoor- raad te regelen. 



  In de figuren 1 t. e. m. 3 is schematisch een weefmachine weergegeven,   waarin   de klassieke onderdelen zijn aangeduid, zoals de kettingboom   l,   de ketting 2, de kettingwachter 3 die gevormd wordt door verschillende rijen kettingwachterlamellen 4, het weefvak 5, de kaders 6, het riet   7,   het doek of het weefsel 8, de doekboom 9, en schematisch weergegeven, de aandrijving 10 van de weefmachine. 



  Volgens de huidige uitvinding wordt tevens gebruik gemaakt van een draad 11 afkomstig van een afzonderlijke draadvoorraad 12, die bijvoorbeeld bestaat uit een bobijn die op het freem van de weefmachine is bevestigd ; draadspanmiddelen 13 om bij het   afwikkelen   van de draad 11 een bepaalde spanning in deze laatste te verwezenlijken ; een inrichting 14 voor het verbinden van draden ; middelen 15 om het ten gevolge van een draadbreuk 16 gevormde eerste draadeinde 17 van de gebroken   kettingdraad 18, m. a. w. het draadeinde   dat nog vasthangt aan het   weefsel 8, te lokaliseren en/of vast te nemen ; eén of   meer klemmen 19 die met de draad 11 van de afzonderlijke draadvoorraad 12 kunnen samenwerken ;

   en tenslotte nog een stuureenheid 20 om in de gepaste sturing van de voornoemde onderdelen te voorzien. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 De inrichting 14 voor het verbinden van draden kan van willekeurige aard zijn en wordt bijvoorbeeld gevormd door een apparaat voor het vormen van een splitslas of nog door een automatisch verplaatsbaar knoopapparaat van het type zoals beschreven in het Duits oktrooi nr 599. 681. De voornoemde middelen 15 bestaan bijvoorbeeld uit een reeks van zuigmonden 21 waarmee het eerste draadeinde 17 vanaf de gevallen kettingwachterlamel 4A uit de ketting 2 kan opgenomen worden, meer speciaal zoals beschreven in de Belgische oktrooiaanvrage nr 8700254 van aanvraagster.

   Daar zowel de inrichting 14 als de middelen 15 van willekeurige aard kunnen   zijn, en   zij op zichzelf voldoende bekend zijn, worden zij niet verder gedetailleerd beschreven. 



  De werking van de inrichting, respektievelijk de weefmachine, en   m. a. w.   ook de werkwijze volgens de uitvinding, kan eenvoudig worden afgeleid uit de figuren 1   t. e. m.   3. 



  In figuur 1 is een gebroken kettingdraad 18 weergegeven ten gevolge waarvan de bijhorende kettingwachterlamel 4A naar beneden gevallen is en zodoende op bekende wijze een elektrisch kontakt aan bijvoorbeeld een elektrode 4B sluit. Het hieruit ontstane signaal heeft tot gevolg dat de weefmachine stilgezet wordt, terwijl de stuureenheid 20 in de start van de hierna beschreven cyclus voorziet. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Zoals nog weergegeven in figuur 1 kan de draad 11 bijvoorbeeld op voorhand klaargehouden worden in de inrichting 14 voor het verbinden van de draden, waardoor tijd gespaard wordt. 



  Zoals weergegeven in figuur 2 is het eerste draadeinde 17 door de middelen 15 vastgenomen, waarbij door de gepaste situering van deze middelen 15, de klem 19 en de inrichting 14 voor het verbinden van de draden, beide draden met elkaar kunnen verbonden worden. Bij voorkeur worden het eerste draadeinde 17 en de draad 11 onder spanning met elkaar verbonden. 



  In de toestand volgens figuur 3 is de verbinding 22 gerealiseerd, terwijl het tweede draadeinde 23 van de gebroken kettingdraad 18 nog in de ketting 2 vasthangt. 



  Volgens de uitvinding wordt de weefmachine reeds vanaf dit moment terug opgestart zonder dat de volledige herstelling van de gebroken draad 18 wordt afgewacht. Gezien het gebruik van draadspanmiddelen 13, die er zorg voor dragen dat de spanning in de draad 11 nagenoeg gelijk is aan de spanning in de overige kettingdraden, kan immers   probleemloos   gestart en verder geweven worden. Terwijl verder geweven wordt met de draad 11 van de afzonderlijke draadvoorraad 12 kan dan het tweede draadeinde 23 opgezocht worden of nagegaan worden of er nog een draadeinde 23 bestaat, waarna al dan niet, naargelang de omstandigheden, de weefmachine terug kan stilgelegd worden 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 om het inmiddels gepresenteerde tweede draadeinde 23 aan de draad 11 te verbinden, zodanig dat de afzonderlijke draadvoorraad 12 terug kan losgemaakt worden.

   Dit   laatste   valt echter buiten het kader van de   huidige   uitvinding en wordt dan ook niet verder in detail besproken. 



  Het is duidelijk dat de draadspanmiddelen 13 van verschillende aard kunnen zijn. Enkele voorbeelden worden hierna dan ook aan de hand van figuren 4   t. e. m.   10 beschreven. 



  Volgens figuur 4 bestaan de draadspanmiddelen 13 uit een draadklem 24 waarvan de klemkracht op de draad 11 aan een regelmechanisme 25 d. m. v. een regelschroef 26 kan ingesteld worden.   Teneinde   de draad 11 steeds onder spanning te houden, kan bovendien nog gebruik gemaakt worden van een draadkompensator 27, waarbij een draadgeleiding 28   d. m. v.   elastische middelen 29 een lichte dwarskracht op de draad 11 uitoefent. 



  In figuur 5 wordt er nog een variante weergegeven, waarbij het instelmechanisme 25 bijvoorbeeld bestaat uit een drukveer 30 die de draadklem 24 samenwerkt en waarvan   d. m. v.   de regelschroef 26 de spanning kan ingesteld worden. 



  Volgens figuur 6 wordt de draad 11 gedurende het aftrekken van de draadvoorraad 12 langs de omtrek van een rolletje 31 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 geleid, dat door de beweging van de   draad 11 een rotatie zal     uitvoeren, waarbij tit rolletje   31 d. m. v. een rem 32 in zijn beweging kan afgeremd worden, en zodoende ook een   remwerking   op de draad 11 uitoefent.   Het 1S duidelijk   dat de rem 32 zodanig ingesteld wordt dat de spanning in de draad 11 hoofdzakelijk gelijk is aan de spanning in de overige kettingdraden van de ketting 2. 



  Indien de afzonderlijke draadvoorraad 12 bestaat uit een bobijn 33 kunnen, zoals weergegeven in figuren 7 en 8, de voornoemde draadspanmiddelen 13 ook samenwerken met de bobijnstand 34. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een remschijf 35 die samen met de bobijn 33 verdraait en een remschoen 36 die met de remschijf 35 kan samenwerken, waarbij de remkracht van de remschoen 36 bepaald wordt   d. m. v.   een instelmechanisme 37. Ten einde een gelijkmatige afwikkeling van de bobijn 33 te bekomen, wordt de draad 11 langs een draadoog 38 omgebogen hetwelke op het uiteinde van een elastische arm 39 is bevestigd die op zijn beurt gemonteerd is op de scharnierbare remschoen 36. De werking van deze draadspanmiddelen 13 kan eenvoudig uit figuren 7 en 8 worden afgeleid. 



  Volgens een variante van de uitvinding wordt de draadspanning in de toegevoerde draad 11 konstant gemeten en d. m. v. een terugkoppeling automatisch rond een ingestelde waarde 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 geregeld. Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 9 bestaan de draadspanmiddelen 13 hiertoe hoofdzakelijk uit een garenaftrekrol 40 die met dc voornoemde draad 11 van de afzonderlijke draadvoorraad 12 samenwerkt, een elektrische motor 41 om de garenaftrekrol 40 aan te drijven, een meetelement 42 om de spanning in de draad 11 voorbij de garenaftrekrol 40 te meten en een stuureenheid 43 die in een terugkoppeling voorziet zodanig dat door de regeling van de motor 41 de spanning in de draad 11 naar een vooropgestelde konstante waarde geregeld wordt.

   Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat na het vormen van de knoop of verbinding 22 en voor het terug starten van de weefmachine de garenaftrekrol 40 kan teruggedraaid worden indien geen voldoende spanning in de draad 11   aanwezig   is, en dit tot de juiste spanning bereikt   is.   



  Volgens nog een variante wordt de spanning in de draad 11 die aan de afzonderlijke draadvoorraad 12 wordt ontnomen zodanig geregeld dat deze gelijk of nagenoeg gelijk gehouden wordt aan de spanning in de overige kettingdraden. Volgens figuur 10 wordt hiertoe met een tweede meetelement 44 ook de spanning in de draden van de ketting 2 gemeten. De motor 41, het meetelement 42 om de spanning in de draad 11 te meten en het voornoemd meeteJement 44 zijn   d. m. v.   een gepaste stuureeuheid 45 met elkaar   gekoppeld.     een   en ander zodanig dat de snelheid 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 van de garenaftrekrol 40 geregeld wordt in funktie van het verschil in spanning gemeten san de meetelementen 42 en 44. 



  Bij het weven vanaf de afzonderlijke draadvoorraad 12 kan de weefmachine automatisch worden gestart, meer speciaal door in een automaat met twee voorwaardelijke funkties te voorzien, nl. dat, enerzijds, de verbinding 22 is uitgevoerd, en anderzijds, de voorheen gevallen kettingwachterlamel 4A geen kontakt meer maakt met haar elektrode 4B. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen. De werkwijze voor het verder weven na een kettingbreuk vanaf een aparte draadvoorraad en de weefmachines die deze werkwijze   toepassen,   kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (14)

  1. Conclusies. EMI10.1 ----------- 1. - Werkwijze voor het verder weven. na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het verbinden van het draadeinde (17) van de gebroken kettingdraad (18) dat nog vasthangt aan het weefsel (8) met een draad (11) afkomstig van een afzonderlijke draadvoorraad (12), waardoor een nieuwe kettingdraad wordt gevormd ; en het herstarten van de weefmachine terwijl de betreffende kettingdraad nog vanaf de afzonderlijke draadvoorraad (12) wordt aangevoerd, waarbij de hierbij gebruikte draad (11) onder spanning gehouden wordt.
  2. 2. - Werkwijze volgens conclusie l, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde draad (11) zodanig onder spanning gehouden wordt dat de grootte van de spanning hoofdzakelijk overeenstemt met de grootte van de spanning in de overige kettingdraden van de ketting (2).
  3. 3. - Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de spanning wordt ingesteld door een konstante remkracht op de voornoemde draad (11) uit te oefenen. <Desc/Clms Page number 11>
  4. 4.-Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de spanning in de draad (11) van de afzonderlijke draadvoorraad (12) gemeten wordt, v'aarbij de spanning in de betreffende EMI11.1 draad (11) d. een terugkoppeling geregeld.
  5. 5.-Werkwijze 4, daardoor gekenmerkt dat de spanning in de overige kettingdraden van de ketting (2) wordt gemeten, alsook de spanning in de draad (11) die vanaf de afzonderlijke draadvoorraad (12) wordt toegevoerd, waarbij de spanning in deze draad (11) geregeld wordt in funktie van het verschil tussen de twee gemeten waarden en aangepast wordt tot zij gelijk is aan de spanning in de kettingdraden van de ketting (2).
  6. 6.-Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine automatisch terug gestart wordt indien aan de twee voorwaarden voldaan is dat, de verbinding (22) tussen het met het weefsel (8) verbonden draadeinde (17) en de draad (11) van de afzonderlijke draadvoorraad (12) gerealiseerd is, en dat de ten gevolge van de herstelde breuk (16) gevallen kettingwachterlamel (4A) geen kontakt meer maakt met de elektrode (4B) waarmee ze samenwerkt.
  7. 7.-Weefmachine die de werkwijze volgens conclusie 1 toepast, daardoor gekenmerkt dat zij voorzicn is van een inrichting bestaande uit de kombinatie van een afzonderlijke <Desc/Clms Page number 12> draadvoorraad (12), draadspanmiddelen (13) die met de draad (11) van deze draadvoorraad (12) kunnen samenwerken ; een inrichting (14) voor het verbinden van draden ; middelen (15) om het ten gevolge van een kettingdraadbreuk (16) ontstane eerste draadeinde (17) dat aan het weefsel (8) hangt te lokaliseren en/of vast te nemen en een stuureenheid (20) om de verschillende komponenten passend te bevelen.
  8. 8.-Weefmachine volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde draadspanmiddelen (13) hoofdzakelijk bestaan uit een instelbare draadrem (24).
  9. 9.-Weefmachine volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde draadspanmiddelen (13) hoofdzakelijk bestaan uit een rolletje (31), waarbij de draad (11) van de afzonderlijke draadvoorraad (12) langs de omtrek van dit rolletje (31) wordt geleid, en een instelbare rem (32) om de rotatie van het rolletje (31) af te remmen.
  10. 10.-Weefmachine volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de draadspanmiddelen (13) tevens een draadkompensator (27) bezitten.
  11. 11.-Weefmachine volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de afzonderlijke draadvoorraad (12) bestaat uit een bobijn (33), terwijl de draadspanmiddelen (13) gevormd worden door <Desc/Clms Page number 13> een met de bobijn (33) samenwerkende remschijf (35) die voorzien is van een remschoen (36) en een instelmechanisme (37) om de remkracht in te stellen.
  12. 12. - Weefmachine volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de remschoen (36) scharnierbaar is opgesteld en aan zijn uiteinde een elastisch verbuigbare arm (39) draagt die op zijn beurt aan zijn uiteinde een draadoog (38) vertoont, waarlangs de draad (11) van de afzonderlijke draadvoorraad (12) wordt afgevoerd.
  13. 13.-Weefmachine volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de draadspanmiddelen (13). hoofdzakelijk bestaan in de kombinatie van een garenaftrekrol (40) die met de draad (11) van de afzonderlijke draadvoorraad (12) samenwerkt ; een elektrische motor (41) die de garenaftrekrol (40) aandrijft ; een meettoestel (42) om de spanning in de voornoemde draad (11) te meten, in het bijzonder tussen de garenaftrekrol (40) en de kettingwachter (3) ; en een stuureenheid (43) die in funktie van de waarde gemeten aan het voornoemd meetelement (42) de motor (41) stuurt, zodanig dat de spanning in de toegevoerde draad (11) naar een vooropgestelde waarde geregeld wordt.
  14. 14.-Weefmachine volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aanspanmiddelen (13) hoofdzakelijk bestaan in de <Desc/Clms Page number 14> kombinatie van een garenaftrekrol (40) die kan samenwerken met de draad (11) van de afzonderlijke draadvoorraad (12) ; een elektrische motor (41) oe de garenaftrekrol (40) aan te drijven ; een meetelement (42) dat de spanning in de voornoemde draad (11) meet, in het bijzonder tussen de garenaftrekrol (40) en de kettingwachter (3) ; een tweede meetelement (44) dat de spanning in de overige kettingdraden van de ketting (2) meet ;
    en een stuureenheid (45) die de motor (41) stuurt in funktie van de waarden gemeten aan de voornoemde meetelementen (42, 44), zodanig dat de spanning in de afzonderlijke toegevoerde draad (11) hoofdzakelijk gelijk is aan de spanning in de overige kettingdraden van de ketting (2).
BE8701156A 1987-10-09 1987-10-09 Werkwijze voor het verder weven, na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad en weefmachine die deze werkwijze toepast. BE1000992A4 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701156A BE1000992A4 (nl) 1987-10-09 1987-10-09 Werkwijze voor het verder weven, na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad en weefmachine die deze werkwijze toepast.
EP19880202182 EP0311206B1 (en) 1987-10-09 1988-10-03 Method for carrying on weaving from a separate thread supply after a warp break, and a weaving machine which uses this method
DE19883873676 DE3873676T2 (de) 1987-10-09 1988-10-03 Verfahren zum weiterweben aus einem speziellen fadenvorrat nach einem kettenbruch und webmaschine zur durchfuehrung dieses verfahrens.
JP25574388A JPH01124661A (ja) 1987-10-09 1988-10-11 たて糸切断後、別個の糸供給装置から製織を継続する方法及びその方法を用いる織機

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701156A BE1000992A4 (nl) 1987-10-09 1987-10-09 Werkwijze voor het verder weven, na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad en weefmachine die deze werkwijze toepast.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000992A4 true BE1000992A4 (nl) 1989-05-30

Family

ID=3882916

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8701156A BE1000992A4 (nl) 1987-10-09 1987-10-09 Werkwijze voor het verder weven, na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad en weefmachine die deze werkwijze toepast.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0311206B1 (nl)
JP (1) JPH01124661A (nl)
BE (1) BE1000992A4 (nl)
DE (1) DE3873676T2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2665918B2 (ja) * 1988-01-26 1997-10-22 津田駒工業株式会社 たて糸自動補修方法およびその装置
GB2216908B (en) * 1988-03-30 1991-10-30 Murata Machinery Ltd Yarn splicing system for warp in a loom

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH276690A (fr) * 1947-06-17 1951-07-31 Koninkl Tricotfabriek G J Will Dispositif d'arrêt d'une machine à travailler une nappe de fils.
GB1148169A (en) * 1965-08-26 1969-04-10 Walter Reiners Device for the joining together of thread ends on a bobbin creel for textile machines

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH276690A (fr) * 1947-06-17 1951-07-31 Koninkl Tricotfabriek G J Will Dispositif d'arrêt d'une machine à travailler une nappe de fils.
GB1148169A (en) * 1965-08-26 1969-04-10 Walter Reiners Device for the joining together of thread ends on a bobbin creel for textile machines

Also Published As

Publication number Publication date
EP0311206B1 (en) 1992-08-12
DE3873676T2 (de) 1993-01-21
JPH01124661A (ja) 1989-05-17
EP0311206A1 (en) 1989-04-12
DE3873676D1 (de) 1992-09-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1000369A4 (nl) Werkwijze voor het bevelen van een snijinrichting voor inslagdraden bij weefmachines en snijinrichting hiertoe aangewend.
BE1001819A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor de toevoer van inslagdraden bij weefmachines.
BE1002819A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een weefsel met een weefselpatroon, en weefmachines die deze werkwijze toepassen.
US4314437A (en) Splicing device
US4832091A (en) Method and mechanism for repairing the weft supply on weaving machines in case of an interruption between the supply package and the weft accumulator
BE1004150A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van inslaggaren aan de gaap bij een weefmachine.
BE1000992A4 (nl) Werkwijze voor het verder weven, na een kettingbreuk, vanaf een afzonderlijke draadvoorraad en weefmachine die deze werkwijze toepast.
US2764367A (en) Tension and let-off device and method
BE1001508A3 (nl) Werkwijze voor het uit de gaap verwijderen van een foutief inslagdraadgedeelte bij weefmachines.
JP2003183949A (ja) 織機の織り糸貯蔵装置と糸貯蔵器との間に配置されたよこ糸ブレーキの糸制動力の制御方法および制御装置
JP3401100B2 (ja) たて糸ストリップの巻き取り装置及びその方法
BE1000599A4 (nl) Werkwijze om te weven en weefmachine die deze werkwijze toepast.
US5878787A (en) Ribbon loom with separate guide eye
BE1002532A4 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen en geleiden van inslagdraad bij weefmachines.
ITMI941404A1 (it) Metodo per la regolazione automatica della tensione del filo in una unita&#39; di roccatura
US6997215B2 (en) Method for weaving low flaw cloths by means of the elimination of weft thread sections which have irregularities
BE1008376A3 (nl) Weefmachine met afvallint.
BE1011603A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het controleren van een inslaginbreng bij een weefmachine.
DE1535615C3 (de) Schußfadenwächter für Greiferschützenwebmaschine
BE1000991A3 (nl) Werkwijze voor het herstellen van een gebroken kettingdraad en weefmachine die deze werkwijze toepast.
BE1000598A4 (nl) Werkwijze voor de herstelling van een inslagdraad in een weefmachine, en weefmachine die deze werkwijze toepast.
US4551995A (en) Regulating device for the warp and thermo-fixing yarns of ribbons with self-gripping loops, capable of being adapted to a knitting machine
JP2575113B2 (ja) 織機における機仕掛け方法
BE1006952A6 (nl) Werkwijze en inrichting voor het doortrekken van knopen.
JP2503641B2 (ja) 織機における機仕掛け準備用受け台

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19941031