<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze voor het uit het weefsel vrijmaken van een fouticvp inslagdraad bij weefmachiD6s en inrichting die zulke uerkwijze toepast.
Dezeuitvindingbeeftbetrekkingopeenwerkvijzevoorhet vrijmaken van een foutieve inslagdraad bij weefmachines pn inrichting die zulke werkwijze toepast, teneinde te bekomen
EMI1.1
dan inslagdraad op eenvoudige wijze uit de gaap kan worden 1. reeds verscheidene uitvoeringen die bedoeld zijn on zulkezulke inslagdraad vrij te maken.
Een eerste uitvoeringsvorm wordt bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse oktrooiaanvrage nr 82 02215 waaruit bekend is de foutieve inslagdraad los te maken door een haakvormig element tot in de nabijheid van de doeklijn over het weefsel te laten glijden waarbij de aangeslagen, doch nog niet ingebonden. foutieve. inslagdraad wordt los getrokken en tot in het midden
<Desc/Clms Page number 2>
van de gaap gebracht. Deze inrichting biedt geen enkele zekerheid omtrent het effektief vrij maken van de foutieve inslagdraad.
Inderdaad wanneer deze laatste te stevig is vastgeklemd tussen de kettingdraden zal het haakvormig element ovpr de foutieve inslagdraad heen glijden zonder deze laatste mee te nemen.
Een andere bekende uitvoering is bijvoorbeeld beschreven in de Kederlandse oktrooiaanvrage nr 82 04665 waarin eveneens middelen zijn voorzien voor het uit het weefvak verwijderen van foutieve inslagdraden. Deze middelen worden in dit geval gevormd door een doorheen de gaap heen en wepr beweegbaar element dat tussen de doeklijn van het weefsel en de te verwijdereninslagdraadkanbewogenworden. DiEelement vertoont het nadeel dat het bij zijn verplaatsing längs de kettingdraden in deze laatste kan vasthaken en deze beschadigen.
Een ander nadeel hierbij is dat deze inrichting enkel geschikt is om een draadgedeelte los te maken dat zich aan de inbrengzijde van de inslag.. bevindt zodat bij een gebroken'
EMI2.1
inslagdraad Uiteindelijk het een inrichting die zeer ornvangrijk is.
Nog een andere uitvoering wordt beschreven in het EP 200.
<Desc/Clms Page number 3>
Deze octrooiaanvrage beoogt een inrichting voor het
EMI3.1
verwijderen van een fout inbrengzijde de ins uit de gaap te trekken.
Het verwijderen C > ieve iiislagdraad door deza aa n d eslechts geschieden wanneer de fout wordt vastgestpld vooraleer de laatste inslag is aangeslagen. llet verwijderen van fcn foutieve reeds aangeslagen inslag is met deze inrichting nipt mogelijk.
Tevens laat deze inrichting niet toe de twee p delen van pen gebroken inslagdraad te verwijderen.
Kog andere inrichtingen voor het verwijderen van een foutieve inslagdraad worden beschreven in de Japanse oktrooiaanvragen nr 59 21695S en nr 59 223340, waarin gebruik wordt gemankt van borstels of dergelijke die als het warf de foutieve inslagdraad uit het weefsel moeten borstelen.
Hot is duidelijk dat zulke inrichtingèn zonder enig effekt blijven wanneer een inslagdraad moet losgemaakt Horden die reeds is aangeslagen.,.
Uiteindelijk zijn nog uitvoeringen voorgesteld waarbij, enerzijds, de defekte inslagdraad uit de gaap wordt verwijderd door middel van een nieuwe inslagdraad, en anderzijds, inrichtingen waarbij zieh tussen de te verwijderen foutieve
<Desc/Clms Page number 4>
inslagdraad en het weefsel vingers plaatsen die de foutieve inslagdraad losmaken.
Alhoewel deze laatste inrichtingen zeer doelmatig werkfn is gebleken dat in bepaalde omstandigheden een inrichting volgens de uitvinding de voorkeur geniet.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze alsmede op een inrichting die deze werkwijze toepast voor het losmaken van een foutieve inslagdraad die zeer eenvoudig is en die toplaat de voornoemde en andere nadelen van de bekende uitvoeringen systematisch uit te sluiten.
Tot dit doel bestaat deze inrichting in het opheffen, in voorkomend geval, van de binding tussen de foutieve inslagdraad en de kettingdraden en het vervolgens verplaatsen, in de nabijheid van de foutieve inslagdraad en volgens de lengterichting ervan, van minstens een vinger, respektievelijk minstens een wieltje, die respektievelijk het wpefspl plaatselijk vervormt in een zin loodrecht of nagenoeg loodrecht gericht op het weefselvlak, teneinde de foutieve inslagdraad te verwijderen ten opzichte van de doeklijn van het weefsel.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend
<Desc/Clms Page number 5>
karakterenkelevoorkeurdragendeuitvoeringsvormenbeschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur I op zeer schematische wijze de werkwijze, respektievelijk inrichting die deze werkwijze toepast,weergeeft ; figuur 2 op groter schaal een schematisch zicht urergepft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 een schematisch zicht van een inrichting die de werkwijze volgens de uitvinding toepast ; figuur 4 op groter schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 door F4 is aangeduid ; figuren 5, 6,7, 8 en 9 zichten zijn gelijkaardig aan dit van figuur 4 doch voor uitvopringsvariantcn.
In figuur 1 is een weefsel 1 weergegeven dat in hoofdzaak gevormd wordt door bovenste kettingdraden 2, onderste kettingdraden 3 en inslagdraden 4. De bovenste en onderste kettingdraden 2 en 3 bepalen de gaap 5 en de doellijn is aangeduid door 6.
In deze figuur 1 is een foutieve inslagdraad 7 aangeduid die kan bestaan uit één geheel, hetzij uit twee gedeelten wanneer men te maken heeft met een gebroken inslagdraad.
<Desc/Clms Page number 6>
Volgens de huidige uitvinding is, ter plaatse van de doeklijn
6, boven het weefsel 1 een element 8 aangebracht dat als taak heeft een laatste inslagdraad,. meer speciaal. een. foutief ingebrachte inslagdraad of delen inslagdraad, zoals schematisch weergegeven door 7 vrij te maken van het weefsel, met andere woorden te vervijderen van de doeklijn 6, één en ander zodanig dat zulke vrijgemaakte inslagdraad op éénvoudige wijze door middel van een niet in de tekeningen getoonde grijper of dergelijke uit de gaap kan verwijderd worden.
In de meest eenvoudige vorm bestaat het element 8 uit een vinger die op geschikte wijze, volgens de lengte van de vrij te maken inslagdraad, kan verplaatst worden en tijdens deze verplaatsing op het weefsel een in dit geval neerwaartse druk uitoefent.
In zijn meest eenvoudige vorm kan deze vinger 8 onderaan enigzins afgerond zijn.
In figuur 2 is op groter schaal weergegeven dat door het uitoefenen van een in dit geval neerwaartse druk op o. a. de laatste nog niet ingebonden inslagdraad 7, deze laatste als het ware van tussen de kettingdraden 2 en 3, volgens pijl. P, wordt weggeduwd en aldus vrijgemaakt om op geschikte trijze gegrepen te kunnen worden door een grijper of dergelijke, om
<Desc/Clms Page number 7>
hem, bijvoorbeeld volgens zijn lengterichting, uit de gaap te verwijderen.
Het is hierbij zonder enig belang vanwaar de vrijmaak- bewerking wordt aangevangen. Inderdaad kan deze zowel vanaf het ene uiteinde als vanaf het andere uiteinde worden uitgevoerd of vanaf een tussen de uiteinden gelegen plaats worden aangevangen.
In figuur 3 is een schematische uitvoering weergegeven van pen
EMI7.1
voorkeurdragende een inrichting volgens de uitvinding. of verschuifbaar verplaatsbaar, waarbij 1J opgehangen.
De zuigerstang 14 van deze. is onderaan voorzien van een dwarselement 15 waaronder een vinger 8 of dergelijke is bevestigd. In de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in figuur 3 is deze vinger 8 gevormd door een wieltje 16 dat vrij draaibaar bevestigd is op een as 17.
<Desc/Clms Page number 8>
Op het dwarselement 15 is tenslotte nog een geleidingsstang 18 aangebracht die passeert doorheen uitsteekspls, respektievelijk 19 en 20 die tot dit doel zijn. aangebracht op het lichaam van de drukcylinder 13 en waarbij op deze stang l8, tussen de uitsteeksels 19 en 20, een regelbare aanslag 21 is voorzien.
EMI8.1
De werking van de inrichting zoals weergegeven in figuur 3 is zeer eenvoudig en als volgt.
Wanneer de inrichting volgens de uitvinding een signaal ontvangt dat een foutieve inslag 7 moet vrij gelegd worden, wordt de cylinder 13 bekrachtigd om te bekomen dat de vinger 8, respektievelijk wieltje 16, met een geschikte kracht op het weefsel komt : drukken waarbij de maximale indrukking van het weefsel wordt bepaald door de plaats van de aanslag 21.
Vervolgens zal men de steun 10 verplaatsen volgens de lengterichting van de geleiding 9 om te bekomen dat de vinger 8, respektievelijk het wieltje 16, zodanig inwerkt op het weefsel l, respektievelijk de kettingdraden 2, dat de foutieve inslagdraad of gedeelte intslag. draad wordt vrij gemaakt voissens pijl P.
De instelling van de drukcylinder 13 t. o. v. de opstaande wand 11 van de sten 10 kan, hetzij vast ingesteld Horden, hetzij
<Desc/Clms Page number 9>
voorzien worden van om het even welk regelmechanisme met de bedoeling de hoek van de aslijn van de cylinder 13 t. o. v. dp vertikale te kunnen aanpassen om het maximaal-vrijmaakeffekt van de inslag 7 te bekomen, waarbij deze hoekinstelling
EMI9.1
afhankelijk het soort garen dat verweven wordt. cl
Door de aanwezighpid van de geleiding 18 bekomt men dat, tijdens de translatie beweging van de vinger 8, respektievelijk wieltje 16, dit niet kan verdraaien rond de aandrijfstang 14.
In de figuren 4 tot 9 is aangeduid dat een vinger 8, respektievelijk een wieltje 16, op verschillende manieren kan geprofileerd worden, wat bij voorkeur proefondervindelijk zal vastgesteld worden, om te verkrijgen dat voor een bepaalde soort inslag en een bepaalde soort weefsel een maximaal vrijmaakeffekt van een foutieve inslagdraad 7 zal bekomen worden.
Eveneens heeft men ondervonden dat de plaats van de vinger 8, ;, respektievelijk het wieltje 16, proefondervindelijk dient vastgesteld te worden om een maximaal effekt te bekomen.
Inderdaad kunnen zowel maximale vrijmaakeffekten bekomen worden door rechtstreeks op de vrij te maken draad in te werken danwel, door naast deze draad op het weefsel een druk uit te oefenen, en dit, hetzij op het weefsel, hetzij op de
<Desc/Clms Page number 10>
niet ingeweven kettingdraden. Eveneens is dit vrijmaakeffeht afhankelijk van het feit of zieh onder het weefsel 1 ail dan niet een aanslag 22 bevindt. voor het weefsel.
Het : is duidelijk dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de hiervoor beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringen.
Inderdaad, zou de verplaatsing van een vinger 8, respektievelijk een wieltje 16, bijvoorbeeld in tweemaal kunnen geschieden, aarbij de tweede doorgang over een geringe afstand verplaatst is ten opzichte van de eerste doorgang en
EMI10.1
wel van het Praktisch zouden hiertoe bijvoorbeeld respektievelijk volgens uitvinding, 2itten, een é twee milineter, bekomen dat de draad door het eerste wordt vrijgemaakt en door een tweede wieltje verder wordt vrijgelegd.
Eveneens kunnen alle andere middelen voorzien worden die. een eerste vinger 8, respektievelijk wieltje 16 volgen, met de bedoeling de vrijgemaakte inslagdraad nog verder van de
<Desc/Clms Page number 11>
doeklijn te verwijderen. Zulke middelen kunnen gevormd worden door borstels kamelementen, blaaspijpen of dergelijke.
In een bijzondere uitvoering zou de vinger 8, respektievelijk het wieltje 16, kunnen voorafgegaan worden door een blaaspijp die de vrij te maken respektievelijk te verwijderen inslagdraad konditioneert sooraleer deze door : een vinger 8. respektievelijk wieltje 16, wordt vrijgemaakt. Hierbij kan natuurlijk na een vinger 8 of wieltje 16 een blaaspijp
EMI11.1
voorzien worden die de vrijgemaakte draad loslegt bijvoorbeeld over 3 Het de te heeft ats vezels, door inwerking de draad leggen, m. a. w. de draad vrijmaken van t
<Desc / Clms Page number 1>
A method for releasing an error weft thread from the fabric in weaving machines and apparatus employing such a method.
This invention relates to a work tool for releasing an incorrect weft thread in weaving machines and apparatus employing such a method in order to obtain
EMI1.1
then weft thread can be easily removed from the shed 1. already several embodiments which are intended to release such weft thread.
A first embodiment is described, for example, in Dutch patent application no. 82 02215, from which it is known to release the faulty weft thread by sliding a hook-shaped element in the vicinity of the cloth line over the fabric, whereby the struck, but not yet bound. erroneous. weft thread is pulled loose and to the center
<Desc / Clms Page number 2>
shaken. This device does not offer any certainty regarding the effective release of the incorrect weft thread.
Indeed, when the latter is clamped too tightly between the warp threads, the hook-shaped element will slip over the faulty weft thread without taking the latter along.
Another known embodiment is described, for example, in Kederlandse patent application no. 82 04665, in which means are also provided for removing incorrect weft threads from the weaving compartment. In this case, these means are formed by an element movable through the shed which can be moved between the fabric cloth line and the weft thread to be removed. This element has the drawback that when it is moved along the warp threads it can catch in the latter and damage it.
Another drawback here is that this device is only suitable for loosening a thread portion which is located on the insertion side of the weft so that in the event of a broken
EMI2.1
weft thread Ultimately it is a device that is very important.
Yet another embodiment is described in EP 200.
<Desc / Clms Page number 3>
This patent application contemplates an apparatus for the
EMI3.1
removing an incorrect insertion side to pull the ins out of the shed.
Removal C> wii weft thread by this will only be done if the fault is fixed before the last weft has struck. Removing fcn erroneous already excited weft is hardly possible with this device.
Also, this device does not allow to remove the two p parts of the pin broken weft thread.
Other devices for removing an erroneous weft thread are described in Japanese Patent Applications No. 59 21695S and No. 59 223340, which discloses use of brushes or the like for brushing the erroneous weft thread from the fabric.
It is clear that such devices remain devoid of any effect when a weft thread has to be loosened already wound.
Finally, embodiments have been proposed in which, on the one hand, the defective weft thread is removed from the shed by means of a new weft thread, and on the other hand, devices in which the faulty to be removed
<Desc / Clms Page number 4>
weft thread and the fabric insert fingers that loosen the wrong weft thread.
Although the latter devices have proved to be very efficient, it has been found that in certain circumstances an device according to the invention is preferred.
The present invention relates to a method as well as to an apparatus applying this method for loosening a faulty weft thread which is very simple and which allows to systematically eliminate the aforementioned and other disadvantages of the known embodiments.
For this purpose, this device consists in lifting, where appropriate, the bond between the faulty weft thread and the warp threads and then moving, in the vicinity of the faulty weft thread and along its length, at least one finger or at least one finger wheel, which locally deforms the wpefspl, respectively, in a sense perpendicular or substantially perpendicular to the fabric plane, to remove the erroneous weft thread from the fabric fabric line.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, the following are exemplary without any limitation
<Desc / Clms Page number 5>
Character certain preferred embodiments described with reference to the accompanying drawings, in which: Figure I very schematically illustrates the method and apparatus employing this method; figure 2 shows a schematic view on a larger scale according to line II-II in figure 1; figure 3 shows a schematic view of an apparatus applying the method according to the invention; figure 4 shows on a larger scale the part indicated by F4 in figure 3; Figures 5, 6, 7, 8 and 9 are views similar to that of Figure 4 but for variance variants.
Figure 1 shows a fabric 1 which is mainly formed by upper warp threads 2, lower warp threads 3 and weft threads 4. The top and bottom warp threads 2 and 3 define the shed 5 and the target line is indicated by 6.
In this figure 1 an incorrect weft thread 7 is indicated, which can consist of one piece or two parts when dealing with a broken weft thread.
<Desc / Clms Page number 6>
According to the present invention, is at the cloth line
6, an element 8, which has the task of a last weft thread, is arranged above the fabric 1. more special. a. incorrectly inserted weft thread or parts of weft thread, as schematically shown by releasing 7 from the fabric, in other words removing from the cloth line 6, in such a way that such released weft thread is made in a simple manner by means of a gripper not shown in the drawings or the like can be removed from the shed.
In its simplest form, the element 8 consists of a finger which can be moved appropriately, according to the length of the weft thread to be released, and exerts downward pressure on the fabric during this movement.
In its simplest form, this finger 8 may be slightly rounded at the bottom.
Figure 2 shows on a larger scale that by exerting a downward pressure on, among others, a. The last weft thread not yet bound, the latter as it were between the warp threads 2 and 3, according to arrow. P, is pushed away and thus released so that it can be grabbed appropriately by a gripper or the like in order to
<Desc / Clms Page number 7>
to remove it from the shed, for example according to its length.
It is irrelevant from this where the release operation is initiated. Indeed, it can be carried out from one end as well as from the other end, or can be started from a place located between the ends.
Figure 3 shows a schematic version of the pen
EMI7.1
preferably a device according to the invention. or movable displaceable, with 1J suspended.
The piston rod 14 of this. is provided at the bottom with a transverse element 15 under which a finger 8 or the like is attached. In the embodiment as shown in figure 3, this finger 8 is formed by a wheel 16 which is freely rotatably mounted on a shaft 17.
<Desc / Clms Page number 8>
Finally, on the transverse element 15, a guide rod 18 is provided which passes through protruding spls 19 and 20, respectively, which are for this purpose. arranged on the body of the pressure cylinder 13 and wherein an adjustable stop 21 is provided on this rod 18, between the projections 19 and 20.
EMI8.1
The operation of the device as shown in figure 3 is very simple and as follows.
When the device according to the invention receives a signal that an erroneous weft 7 has to be exposed, the cylinder 13 is energized to ensure that the finger 8 and the wheel 16, respectively, hit the tissue with a suitable force: pressing the maximum compression of the fabric is determined by the location of the stop 21.
Subsequently, the support 10 will be displaced along the longitudinal direction of the guide 9 in order to ensure that the finger 8 and the wheel 16, respectively, act on the fabric 1 and the warp threads 2 in such a way that the incorrect weft thread or part weft. wire is cleared voisens arrow P.
The setting of the pressure cylinder 13 t. o. the upright wall 11 of the stones 10 can either be fixedly positioned or
<Desc / Clms Page number 9>
be provided with any control mechanism with the intention of defining the angle of the axis of the cylinder 13 t. o. v. dp can be adjusted vertically to obtain the maximum release effect of the weft 7, whereby this angle setting
EMI9.1
depending on the type of yarn that is woven. cl
The presence of the guide 18 ensures that, during the translation movement of the finger 8 and the wheel 16, respectively, it cannot rotate around the drive rod 14.
Figures 4 to 9 indicate that a finger 8 and a wheel 16, respectively, can be profiled in different ways, which will preferably be determined experimentally, in order to obtain a maximum release effect for a certain type of weft and a certain type of fabric. an incorrect weft thread 7 will be obtained.
It has also been found that the location of the finger 8 and the wheel 16, respectively, must be determined experimentally in order to obtain a maximum effect.
Indeed, maximum release effects can be achieved either by acting directly on the thread to be released or by applying pressure to the fabric adjacent to this thread, either on the fabric or on the fabric.
<Desc / Clms Page number 10>
warp threads not woven in. This release effect also depends on whether or not there is a stop 22 under the fabric 1. for the fabric.
It is clear that the present invention is not limited to the embodiments described above and shown in the accompanying drawings.
Indeed, the displacement of a finger 8 and a wheel 16, for example, could take place twice, the second passage being displaced a short distance from the first passage and
EMI10.1
For practical purposes, for example, according to the invention, two, one and two millimeters, would result in the wire being released by the first and further released by a second wheel.
Likewise, all other means can be provided that. follow a first finger 8 and wheel 16, respectively, with the intention of moving the weft thread released further from the
<Desc / Clms Page number 11>
cloth line. Such means may be brushes, comb elements, blowpipes or the like.
In a special embodiment, the finger 8 and the wheel 16, respectively, could be preceded by a blowpipe which conditions the weft thread to be released or to be removed, before it is released by: a finger 8. and the wheel 16, respectively. A blow pipe can of course be done after a finger 8 or wheel 16
EMI11.1
which loosens the released wire, for example about 3 The fibers have te te ats, by applying the wire, m. a. w. free the thread from t