NL9500179A - Gymnastisch hulpmiddel omvattende een bal en een daarmede verbonden elastische band. - Google Patents

Description

GYMNASTISCH HULPMIDDEL OMVATTENDE EEN BAL EN EEN DAARMEDE VERBONDEN ELASTISCHE BAND

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gymnastisch hulpmiddel voor het verbeteren van de functie van spieren, en/of gewrichten, omvattende een ruimtelijk voorwerp, zoals een bal.

De uitvinding betreft tevens een produktset omvattende een dergelijk gymnastisch hulpmiddel.

Gymnastische hulpmiddelen variëren van toestellen, zoals fitnessapparatuur tot kleinere instrumenten, zoals hoepels, kegels of ballen, welke alle van algemene bekendheid zijn. In het algemeen wordt bijvoorbeeld de bal gebruikt om deze bij individuele oefeningen of trainingen over of onder het lichaam te rollen, in de hand te houden, te stuiteren, of bijvoorbeeld bij statische krachtoefeningen tussen armen of benen te klemmen. Naast een veelvuldig gebruik van de bal bij het spelen van veelal collectieve balspelen zijn er tot nu toe naast de bekende springballen, weinig mogelijkheden om daarmee op individuele basis meerdere soorten oefeningen, met name dynamische krachtoefeningen te doen.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel om een gymnastisch hulpmiddel te verschaffen, dat een scala aan mogelijkheden biedt aan het individu om zowel statische als dynamische oefeningen te verrichten op een wijze waarop, in het bijzonder meerdere verschillende, spiergroepen simultaan kunnen worden getraind.

Daartoe bezit het gymnastisch hulpmiddel overeenkomstig de uitvinding het kenmerk dat het ruimtelijk voorwerp is voorzien van ten minste één verbindingspunt, waarmede ten minste één band, riem, touw, draad, lint of dergelijke is gekoppeld .

De via het verbindingspunt met het ruimtelijke voorwerp, zoals de bal, gekoppelde, dan wel te koppelen band biedt diverse mogelijkheden om, bij het steken van bijvoorbeeld de armen, benen, nek, taille of het hoofd in de band, bewegingen te verrichten, in het bijzonder kleine bewegingen, zoals bijvoorbeeld bij aerobics of callanetics. De bewegingen worden beperkt, enerzijds door de bal tijdens het uitoefenen van drukkrachten daarop met bijvoorbeeld de benen, en anderzijds door de band bij het uiteen gaan van de benen. Telkens worden dan bij een oefening veelal meerdere spiergroepen gebruikt, waardoor de conditie van grotere groepen spieren simultaan verbetert c.q. op peil wordt gehouden, en worden tegelijkertijd toch de gewrichten ontzien.

Bijvoorbeeld kan tijdens het vastklemmen van de bal met een of twee handen, een voet in de band worden gehaakt en tegelijkertijd met het been of de benen worden bewogen binnen de band of daarop krachten worden uitgeoefend. Door de bal tussen de knieën te knijpen komen vanzelf de rug en het bekken in de goede stand bij buikspieroefeningen, waardoor rugklachten door een verkeerde houding worden tegengegaan. Voor postnatale gymnastiek is het gymnastische hulpmiddel overeenkomstig de uitvinding een uitkomst, omdat bij bijna alle been-, buik-, en biloefeningen de bal tussen de knieën geknepen wordt, waardoor de bekkenbodemspieren (sluitspier) constant getraind wordt, hetgeen ook incontinentieproblemen kan voorkomen of verminderen.

Verder zijn er ook oefeningen mogelijk die in het bijzonder geschikt zijn als bijvoorbeeld skigymnastiek, of als oefening in het kader van fysiotherapie vanwege de versterkende werking op de kniebanden en beenspieren.

Door hen die minder goed ter been zijn kunnen de oefeningen op een stoel worden uitgevoerd en kan tevens de stoel als hulpmiddel worden gebruikt.

Tevens is het gymnastische hulpmiddel overeenkomstig de uitvinding zeer geschikt om oefeningen in water, bijvoorbeeld bij water-aerobics te doen. Dan kan bij een veelheid aan oefeningen namelijk ook nog gebruik gemaakt worden van de opwaartse kracht die de een drijfvermogen bezittende bal op de band uitoefent, terwijl anderzijds door bijvoorbeeld een tussen de bal en de band gestoken been een tegengestelde kracht ter oefening kan worden uitgeoefend. Zeer geschikt is het gymnastische hulpmiddel overeenkomstig de uitvinding bij strekoefeningen of bij rugmassage als in het bijzonder de rollende eigenschap van het zich tussen de rug en de muur bevindende al of niet symmetrische ruimtelijke voorwerp wordt benut. Het is tevens geschikt als nek-, hoofd- of rugsteun.

In een uitvoeringsvorm van het gymnastische hulpmiddel overeenkomstig de uitvinding bezit dit het kenmerk dat het hulpmiddel is voorzien tenminste van een tweede band, welke nog extra variaties en mogelijkheden biedt om de gewenste oefeningen te verrichten.

In een uitvoeringsvorm, waarin de ene band strak aanligt tegen althans een gedeelte van de omtrek van het ruimtelijke voorwerp en de tweede band tussen de ene strak aanliggende band en het omtreksgedeelte in ligt, bezit het gymnastische hulpmiddel overeenkomstig de uitvinding mogelijkheden om de tweede band ten minste gedeeltelijk verschuifbaar te laten doen zijn tussen de eerste band en de omtrek van het ruimtelijke voorwerp, zodat de gewenste oefeningen van de banden om de bal aangepast kunnen worden aan bijvoorbeeld de individuele wensen of de soort oefening die verricht wordt.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin de figuren 1-5 elk verschillende mogelijke uitvoeringsvormen tonen van het gymnastische hulpmiddel overeenkomstig de uitvinding.

Figuur 1 toont een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een gymnastisch hulpmiddel 1 in de vorm van een ruimtelijk voorwerp, uitgevoerd als bijvoorbeeld een ellipsoïde of een weergegeven bal 2, welke van een handgreep, ring, oog of lus 3 is voorzien. Desgewenst kan de lus 3 integraal, zogezegd meegevormd zijn, uit het materiaal waaruit de bal 2 is vervaardigd. De lus 3 vormt het verbindingspunt van een touw, riem, draad, lint, ceintuur of band 4. De band 4 kan vast met het verbindingspunt 3 of verschuifbaar binnen het verbindingspunt 3 zijn. De band 4 is evenals de bal 2 bij voorkeur uit een elastisch materiaal, zoals leer of kunststof vervaardigd. De band 4 is dan veerkrachtig in de richtingen, welke schematisch door middel van pijlen in de verschillende figuren zijn aangegeven. Het oppervlak van de bal 2 is bij voorkeur uit een materiaal vervaardigd dat een stroef buitenoppervlak bezit. Ook kan een veelal elastische ceintuur, waarvan de gesp bijvoorbeeld een handvat vormt strak om het voorwerp 2 worden aangebracht waarbij het voorwerp dan elastisch vervormt tot een soort ingesnoerde ellipsoïde, vervormde bol of rol. Het voorwerp kan massief, doch veelal licht in gewicht zijn en dan bijvoorbeeld uit een sponsachtig materiaal zijn vervaardigd.

De bal 2 is soms voorzien van een vul-/ontlaadopening 5, via welke opening desgewenst lucht, zand, stenen of water, als voor de oefeningen een groter gewicht gewenst wordt, in of uit de bal 2 kan worden gelaten om hem op de gewenste spanning, de gewenste hardheid en/of het gewenste gewicht te brengen. Desgewenst kan de bal 2 in ineengevouwen en nog niet opgeblazen toestand, tezamen met de band 4 in een niet getoonde houder, bijvoorbeeld een etui, zijn opgenomen en is zodoende uitgevoerd als een voor verkoop geschikt zijnde produktset, welke daarmede eenvoudig is mee te nemen, en welke licht in gewicht zal zijn. Desgewenst kunnen meerdere ballen in lege toestand en/of banden in het etui zijn opgenomen. Voorts kan ook een ineengevouwen bal zelf het etui vormen, waarin dan de overige ruimtelijke voorwerpen 2 en de band(en) op passende wijze zijn verpakt.

In de figuren 2, 3 en 4 zijn verdere mogelijke uitvoeringsvormen van het gymnastische hulpmiddel 1 getoond, waarin de bal 2 van meerdere verbindingspunten 3 is voorzien. De fi- guren 2 en 3 tonen uitvoeringsvormen van het hulpmiddel 1, waarin de bal is voorzien van een tweede band 6, welke al of niet door de verbindingspunten 3 kan lopen en welke althans gedeeltelijk aan ligt tegen de omtrek van de bal 2. Met het hulpmiddel 1 van figuur 2 is het bijvoorbeeld mogelijk om het voorste einde van de voet door de lus te halen die gevormd kan worden tussen de tweede band 6 en de omtrek van de bal 2, terwijl desgewenst in de richting van de pijlen met behulp van de handen kan worden getrokken.

Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van het hulpmiddel 1, waarin het kruispunt 7 tussen de banden 4 en 6 in principe over het oppervlak van de bal 2 verschuifbaar is, waardoor nog meer mogelijkheden ontstaan bij het doen van de verschillende soorten oefeningen.

Figuur 4 toont een volgende uitvoeringsvorm met een band 4 die in de richtingen van de pijlen beweegbaar is. De band 4 loopt door een drietal verbindingspunten 3, waardoor de band 4 desgewenst verschuifbaar is.

Figuur 5 toont een van deze uitvoeringsvormen, waarin het voorwerp 2 van een als losneembare ceintuur met gesp 8 uitgevoerde band 6 is voorzien, welke band 6 zelf van handgrepen 9 is voorzien. Het verbindingspunt met het voorwerp 2 is dan eigenlijk een verbindingsvlak.

Vanzelfsprekend kunnen meerdere bevestigingspunten, bijvoorbeeld vier of meer, aan het voorwerp 2 of de band(en) 4 zijn bevestigd.

Het (mede) met de eerdergenoemde materialen vullen van het voorwerp 2 heeft tot gevolg dat het gewicht in tegenstelling tot normale (hef-)gewichten op het lichaamsdeel waarop het rust niet een puntbelasting uitoefent, doch dat hetzelfde gewicht wordt verspreid over het lichaamsdeel. Dit verkleint de kans op blessures of ongelukken bijvoorbeeld bij het laten vallen van dat gewicht. Bovendien kan het betreffende vulmateriaal binnen het holle voorwerp bewegen, wat een gunstige uitwerking blijkt te hebben op de spierimpulsen bij het verrichten van oefeningen, zoals bijvoorbeeld bij hydrobics. Bij voorkeur wordt het symmetrische hulpmiddel 1 gebruikt in de privé sfeer, in gymzalen bij bijvoorbeeld circuittrainingen of in fitness/aerobics- en dergelijke centra.

Claims (15)

1. Gymnastisch hulpmiddel voor het verbeteren van de functie van spieren en/of gewrichten, omvattende een ruimtelijk voorwerp, zoals een ellipsoïde of een bal, met het kenmerk dat het ruimtelijke voorwerp is voorzien van ten minste één verbindingspunt, waarmede ten minste één band, riem, touw, draad, lint, ceintuur of dergelijke is gekoppeld, dan wel koppelbaar is.

2. Gymnastisch hulpmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het ruimtelijke voorwerp is voorzien van twee of meer verbindingspunten, welke met de ten minste ene band zijn gekoppeld.

3. Gymnastisch hulpmiddel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de ene band strak aan ligt tegen althans een gedeelte van de omtrek van het ruimtelijke voorwerp.

4. Gymnastisch hulpmiddel volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat het hulpmiddel is voorzien van tenminste een tweede band.

5. Gymnastisch hulpmiddel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de tweede band ten minste met één verbindingspunt is gekoppeld.

6. Gymnastisch hulpmiddel volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de tweede band tussen de ene strak aanliggende band en het omtreksgedeelte van het ruimtelijke voorwerp in ligt.

7. Gymnastisch hulpmiddel volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk dat ten minste een van de banden verschuifbaar met het ten minste ene verbindingspunt is gekoppeld.

8. Gymnastisch hulpmiddel volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk dat het verbindingspunt een lus, oog, ring, handgreep of dergelijke is.

9. Gymnastisch hulpmiddel volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk dat het verbindingspunt integraal deel uitmaakt van het materiaal van het voorwerp.

10. Gymnastisch hulpmiddel volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk dat het ruimtelijke voorwerp is voorzien van een vul-/ontlaadopening voor het tenminste gedeeltelijk vullen van het voorwerp met lucht, water, zand, stenen of dergelijke.

11. Gymnastisch hulpmiddel volgens een van de conclusies 1-10, met het kenmerk dat het oppervlak van het ruimtelijke voorwerp en/of de band(en) stroef is.

12. Gymnastisch hulpmiddel volgens een van de conclusies 1-11, met het kenmerk dat het ruimtelijke voorwerp en/of de band(en) uit een elastisch materiaal is/zijn vervaardigd.

13. Gymnastisch hulpmiddel volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het elastische materiaal leer en/of een kunststof bevat.

14. Produktset, omvattende een houder, zoals een etui, met het kenmerk dat de houder ten minste één ineengevouwen vulbaar ruimtelijk voorwerp en ten minste één met het voorwerp gekoppelde elastische band bevat.

15. Produktset volgens conclusie 14, met het kenmerk dat het ruimtelijk voorwerp een ellipsoïde of een bal of dergelijke is.