NL9500106A - Lift folding door. - Google Patents

Abstract

The invention concerns a lifting folding door (3), containing: two primarily vertically extending rails (4), arranged each on one side of the opening (2) to be closed by the door (3); a number of panels (8) hinged together, each of them guided by both rails; guiding means (6) connected at the top of each of the rails for guiding the panels such that, when moving upward, they are folded together in zigzag fashion by means of their hinge connections (12, 13) in primarily horizontal direction above the rails; operating means for driving at least one of the panels in vertical direction, in which the guiding means are designed for gradually deflecting the panels in horizontal direction, starting from the vertical movement. As a result of these steps, a purely vertical movement is gradually converted into a movement of a horizontal component, so that the dynamic forces acting on the respective elements are less, and therefore the speed can be significantly increased.

Description

HEFVOÜWDBURFORKLIFT

De uitvinding heeft betrekking op een hefvouwdeur, omvattende twee, elk aan een zijde van de door de deur af te sluiten opening aangebrachte, hoofdzakelijk vertikaal uitstrekkende rails, een aantal, elk door beide rails geleide, onderling scharnierbaar verbonden panelen, op de bovenzijde van elk van de rails aansluitende geleidemidde-len voor het zodanig geleiden van de panelen, dat ze bij het naar boven bewegen boven de rails door middel van hun scharnierverbindingen in hoofdzakelijk horizontale richting zig-zaggewijs worden samengevouwen, en bedieningsmid-delen voor het in vertikale richting aandrijven van tenminste één van de panelen.The invention relates to a folding folding door comprising two rails, each arranged on one side of the opening to be closed by the door and extending substantially vertically, a number of panels, each hingedly connected by both rails, connected to the top of each guiding means adjoining the rails for guiding the panels such that when they move upwards above the rails they are folded together in zig-zag manner in substantially horizontal direction by means of their hinge connections, and actuating means for driving in vertical direction of at least one of the panels.

Een dergelijke hefdeur is bekend uit de internationale octrooiaanvrage WO90/13727.Such a lifting door is known from international patent application WO90 / 13727.

Bij deze bekende inrichting vindt het samenvouwen van de panelen plotseling plaats. Dit wil zeggen, dat de panelen bij het naar boven bewegen plotseling worden afgebogen en worden samengevouwen. Om de bij deze beweging opgewekte dynamische krachten tot een redelijke waarde te kunnen beperken, is de snelheid van een dergelijke deur dan ook gering. Alhoewel het in sommige toepassingen bezwaar is, bestaat er bij andere toepassingen behoefte aan een deur die sneller kan bewegen. Hierbij wordt gedacht aan deuren die een afsluiting verzorgen tussen verschillende fabriekshallen, waarbij door de deur regelmatig materiaaltransport, bijvoorbeeld door middel van vorkheftrucks, plaats moet vinden. Uiteraard doet dit probleem zich ook voor bij deuren die een afsluiting vormen tussen een verwarmde of gekoelde ruimte en de omgeving; om warmte-uitwisseling te voorkomen moet de deur zo kort mogelijk geopend blijven en moet het open- en sluitproces zo kort mogelijk duren.In this known device, the panels are collapsed suddenly. That is to say, when the panels move upwards, they are suddenly bent and folded together. In order to be able to limit the dynamic forces generated during this movement to a reasonable value, the speed of such a door is therefore low. Although it is objectionable in some applications, in others there is a need for a door that can move faster. This includes doors that provide a barrier between different factory halls, whereby through the door regular material transport, for example by means of forklift trucks, must take place. Naturally, this problem also occurs with doors that form a barrier between a heated or cooled room and the environment; to prevent heat exchange, the door must be opened as short as possible and the opening and closing process should be as short as possible.

Uiteraard is het mogelijk voor dergelijke deuren gebruik te maken van hefdeuren die zich niet samenvouwen en die in hun volle lengte horizontaal bewegen. Dit ver eist echter een grote vrije oppervlakte aan het plafond of aan de bovenzijde van de deur, die veelal niet beschikbaar is.It is of course possible to use lifting doors that do not collapse and that move horizontally in their full length for such doors. However, this requires a large free area on the ceiling or at the top of the door, which is often not available.

Het doel van de uitvinding is dan ook het verschaffen van een dergelijke vouwdeur, waarvan de inbouwhoogte gering is, zodat hij samenvouwt, en waarbij de snelheid van een dergelijke deur bij de open- en sluitbeweging aanzienlijk verhoogd kan worden ten opzichte van die bij de uit de stand van de techniek bekende deur.The object of the invention is therefore to provide such a folding door, the built-in height of which is small so that it collapses, and wherein the speed of such a door can be considerably increased in the opening and closing movement compared to that in the opening door known in the art.

Dit doel wordt bereikt, doordat de geleidemiddelen zijn ingericht voor het uitgaande van de vertikale beweging geleidelijk in horizontale richting afbuigen van de panelen.This object is achieved in that the guide means are adapted to gradually deflect the panels horizontally, starting from the vertical movement.

Als gevolg van deze maatregelen vindt de omzetting van een zuiver vertikale beweging naar een beweging van een horizontale component geleidelijk plaats, zodat de dynamische krachten die op de desbetreffende onderdelen werken geringer zijn, zodat de snelheid aanzienlijk kan worden verhoogd. Er wordt bij een dergelijke toepassing rekening gehouden met een snelheid in de grootteorde van enkele seconden voor het openen of sluiten van een dergelijke deur.As a result of these measures, the conversion from a purely vertical movement to a movement of a horizontal component takes place gradually, so that the dynamic forces acting on the respective parts are less, so that the speed can be increased considerably. In such an application, a speed of the order of several seconds is taken into account for opening or closing such a door.

Dit effect wordt nog verbeterd, wanneer de geleidemiddelen zijn ingericht voor het bij een openende beweging van de hefvouwdeur doen aanvangen van het vouwen van een paar scharnieren, voordat het in de bewegingsrichting voorgaande paar scharnieren volledig is samengevouwen. De beweging wordt hierdoor nog geleidelijker.This effect is further enhanced when the guide means are adapted to initiate folding of a pair of hinges with an opening movement of the lifting folding door before the pair of hinges preceding in the direction of movement has been fully collapsed. This makes the movement even more gradual.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is met elk tweede scharnier aan beide zijden een geleide-element verbonden, dat ingericht is om te worden geleid door de rails en door de geleidemiddelen, en zijn de geleidemiddelen voorzien van een op de rails aansluitend hoofdspoor, van het hoofdspoor aftakkende, elk door een geleide-element te doorlopen zijsporen, en van elk van de zijsporen met het hoofdspoor verbindende selectiemiddelen voor het selecteren van de door de geleidemiddelen af te buigen geleide-elementen. Als gevolg van deze maatregelen kunnen de vereiste geleidelijke omzetting van een vertikale beweging naar een beweging met een horizontale component plaatsvinden.According to a preferred embodiment, a guiding element, which is adapted to be guided by the rails and by the guiding means, is connected to each second hinge on both sides and the guiding means are provided with a main track connecting to the rails, branching from the main track, each side track to be traversed by a guide element, and selection means of each of the side tracks connecting to the main track for selecting the guide elements to be deflected by the guide means. As a result of these measures, the required gradual conversion from a vertical movement to a movement with a horizontal component can take place.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarin voorstellen: figuur l: een schematisch perspectivisch aanzicht van een hefvouwdeur volgens de onderhavige uitvinding, en in het bijzonder tijdens de montage daarvan; figuur 2: een doorsnede-aanzicht van de in figuur l afgeheelde vouwdeur, waarbij de aan één zijde aangebrachte rail en de daarboven aangebrachte geleidemiddelen zijn weergegeven in zijaanzicht; figuur 3: een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2; figuur 4: een met figuur 2 overeenkomend aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een hefdeur; figuur 5: een perspectivisch detailaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een hefvouwdeur volgens de uitvinding; figuur 6: een met de figuren 2 en 4 overeenkomend detailaanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 7: een doorsnede-aanzicht volgens de lijn VII-VII in figuur 6; figuur 8: een doorsnede-aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 9: een detailaanzicht van de in figuur 8 afgebeelde uitvoeringsvorm; figuur 10: een doorsnede-aanzicht van een zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 11: een doorsnede-aanzicht van een variant van een in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm; figuur 12: een gedeeltelijk weggebroken detailaanzicht van de in figuur 11 weergegeven variant; figuur 13: een gedeeltelijk weggebroken aanzicht van de in figuur 11 en 12 weergegeven variant; en figuur 14: een detailaanzicht van de in figuur 11 weergegeven uitvoeringsvorm; figuur 15: een detailaanzicht van maatregelen tr voorkoming van schranken; figuur 16: een variant van een vanuit een de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm; en figuur 17: een variant van de in figuur 5 weergegeven uitvoeringsvorm.The present invention will be elucidated hereinbelow with reference to the annexed figures, in which: figure 1 shows a schematic perspective view of a lifting folding door according to the present invention, and in particular during its assembly; figure 2 is a cross-sectional view of the folding door as shown in figure 1, wherein the rail arranged on one side and the guide means arranged above it are shown in side view; figure 3: a section according to the line III-III in figure 2; figure 4 is a view corresponding with figure 2 of a second embodiment of a lifting door; figure 5 is a perspective detail view of a third embodiment of a folding folding door according to the invention; figure 6 is a detail view corresponding with figures 2 and 4 of a fourth embodiment of the invention; figure 7 is a sectional view along the line VII-VII in figure 6; figure 8 is a cross-sectional view of a fifth embodiment of the invention; figure 9 is a detail view of the embodiment shown in figure 8; figure 10 is a cross-sectional view of a sixth embodiment of the invention; figure 11 is a cross-sectional view of a variant of an embodiment shown in figure 4; figure 12 is a partly broken away detail view of the variant shown in figure 11; figure 13 is a partly broken away view of the variant shown in figures 11 and 12; and figure 14 is a detail view of the embodiment shown in figure 11; figure 15: a detail view of measures to prevent skids; figure 16: a variant of an embodiment shown in figure 4; and figure 17: a variant of the embodiment shown in figure 5.

In figuur 1 is een wand 1 getoond, waarin een opening 2 is aangebracht, die moet worden afgesloten door een hefvouwdeur volgens de onderhavige uitvinding. De hefvouw-deur wordt in zijn geheel met 3 aangeduid. De hefvouwdeur omvat twee elk aan één zijde van de opening 2 aangebrachte rails 4,5, waarbij aan de bovenzijde van elk van de rails 4,5 geleidemiddelen 6, respectievelijk 7 zijn aangebracht in de vorm van platen, waarin desbetreffende groeven zijn aangebracht. De hefvouwdeur omvat verder in figuur 1 met streeplijnen weergegeven panelen 8, die in de geopende toestand van de deur zijn samengevouwen tussen de geleidemiddelen 6,7 zoals in figuur 1 is weergegeven.In figure 1 a wall 1 is shown, in which an opening 2 is arranged, which must be closed by a folding folding door according to the present invention. The lift folding door is indicated in its entirety by 3. The folding folding door comprises two rails 4,5 each arranged on one side of the opening 2, guide means 6 and 7 respectively being arranged on the top side of each of the rails 4,5 in the form of plates, in which respective grooves are arranged. The lifting folding door further comprises panels 8 shown in dashed lines in Figure 1, which are folded together in the open position of the door between the guide means 6,7 as shown in Figure 1.

Voor het beschermen van de samengevouwen panelen zijn de geleidemiddelen 6,7 samengebouwd in een montage-eenheid 9, die eveneens met streeplijnen is getekend. Deze montage-eenheid is door middel van wangen 10 aan de muur 1 bevestigd. Verder toont figuur l hoe een dergelijke eenheid wordt gemonteerd. Dit zal later in de beschrijving worden verklaard.To protect the collapsed panels, the guide means 6,7 are assembled in a mounting unit 9, which is also drawn in broken lines. This mounting unit is attached to wall 1 by means of cheeks 10. Figure 1 further shows how such a unit is mounted. This will be explained later in the description.

Vervolgens zal aan de hand van figuur 2 een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding nader worden toegelicht.A first embodiment of the invention will now be explained in more detail with reference to Figure 2.

In figuur 2 is, gezien vanuit de opening 2, de rail 4 weergegeven, tezamen met het daarboven aangebrachte geleide-element 6. In de rail 4 is een spoor aangebracht in de vorm van een groef 11. In de groef 11 worden pennen geleid, die verbonden zijn met de panelen 8.In Fig. 2, viewed from the opening 2, the rail 4 is shown, together with the guide element 6 arranged above it. In the rail 4 a track is arranged in the form of a groove 11. Pins are guided in the groove 11, connected to the panels 8.

Bij de desbetreffende uitvoeringsvorm omvat de deur zes panelen 8, die elk zig-zaggewijs kunnen worden samen gevouwen, die elk aan één zijde voorzien zijn van een buitenschamier 12, en aan de binnenzijde elk verbonden zijn met een binnenscharnier 13. De plaatsing van de binnen- en buitenscharnieren 12,13 is zodanig, dat bij het samenvouwen van de deur de buitenscharnieren aan de buitenzijde van de deur blijven en de binnenscharnieren aan de binnenzijde van de deur komen. De buitenscharnieren 12 zijn elk verbonden met een pen, die geleid wordt door groef 11. Uiteraard is elk van de buitenscharnieren 12 aan zijn andere zijde voorzien van een overeenkomstige pen, die geleid wordt door de aan de andere zijde van deuropening aanwezige rail, waarin een overeenkomstige groef is aangebracht.In the particular embodiment, the door comprises six panels 8, each of which can be folded together in zig-zag fashion, each of which is provided on one side with an outer hinge 12, and which are each connected on the inside with an inner hinge 13. The placement of the inner - and external hinges 12,13 is such that when the door is folded the outer hinges remain on the outside of the door and the inner hinges come on the inside of the door. The outer hinges 12 are each connected to a pin, which is guided by groove 11. Of course, each of the outer hinges 12 on its other side is provided with a corresponding pin, which is guided by the rail present on the other side of the door opening, in which a corresponding groove is provided.

Het is uiteraard mogelijk de uitvinding toe te passen bij deuren met een ander, even aantal panelen, bijvoorbeeld 4, 8, 10 of 12. Het is zelfs mogelijk de uitvinding toe te passen bij een oneven aantal panelen, bijvoorbeeld 5 of 7. In dit geval moeten echter wel geleidingsvoorzleningen voor het eerstvolgende, grotere even aantal panelen worden getroffen.It is of course possible to apply the invention to doors with a different, even number of panels, for example 4, 8, 10 or 12. It is even possible to apply the invention to an odd number of panels, for example 5 or 7. In this however, conductivity provisions for the next larger even number of panels must be made.

Verder is van elk paar door middel van een binnenscharnier 13 met elkaar verbonden panelen 8, het bovenste paneel 8 voorzien van een geleidepen 18,19,20 zich eveneens uitstrekt in de groef 11. Bij het naar boven bewegen van de panelen, moeten de desbetreffende pennen 18,19,20 worden afgebogen om een goede vouwwerking te waarborgen. Hiertoe zijn de geleidemiddelen 6, die uitgevoerd zijn in de vorm van een plaat, voorzien van afbuigsporen in de vorm van groeven 15,16,17. Nu bestaat uiteraard het gevaar, dat bij het naar boven bewegen de met de buiten-scharaieren 12 verbonden pennen terecht zullen komen in de afbuigende groeven 15,16,17, dat de geleidepennen 18,19,20 het hoofdspoor in de vorm van het verlengde van de groef 11 blijven volgen, of dat zij in de verkeerde afbuigende groef terechtkomen.Furthermore, the top panel 8 of each pair of panels 8 connected to each other by means of an inner hinge 13 is provided with a guide pin 18, 19, 20 also extending in the groove 11. When the panels are moved upwards, the respective pins 18, 19, 20 are deflected to ensure good folding action. For this purpose, the guide means 6, which are designed in the form of a plate, are provided with deflection tracks in the form of grooves 15,16,17. Now there is of course the danger that when moving upwards the pins connected to the outer hinges 12 will end up in the deflecting grooves 15,16,17, that the guide pins 18,19,20 will extend the main track in the form of the extended the groove 11 or that they end up in the wrong deflecting groove.

Hiertoe is de groef 11, dat wil zeggen het hoofdspoor, breed uitgevoerd, evenals de pennen die aan de buitenscharnieren 12 zijn bevestigd. De afbuigende groeven 15,16,17 zijn smaller uitgevoerd, zodat voorkomen wordt, dat de brede pennen in de afbuigende groeven terecht komen. Een en ander is zichtbaar in figuur 3. Ook de hier afbuigende groeven 15,16,17 zijn smaller uitgevoerd dan de groef 11. Hetzelfde geldt voor de pennen 18,19 en 20. De pennen 18,19,20 zijn smaller dan de geleidepennen die verbonden zijn met de buitenscharnieren 12. Verder zijn de afbuigende groeven 15,16,17 dieper dan de groef 11 ter plaatse van de geleidemiddelen. De groef 11 in de rails 3, 4 is uiteraard wel even diep als groef 17, omdat de desbetreffende pen ook door deze groef moet worden geleid. Door de verschillende diepte wordt een zodanige werking verkregen, dat de pen 18 geleid wordt in het kanaal 17 bij het naar boven bewegen, en evenzeer vervolgens de pen 19 in het kanaal 16 en pen 20 in het kanaal 15 waardoor de vereiste werking wordt verkregen.For this purpose the groove 11, that is to say the main track, is wide, as are the pins which are attached to the outer hinges 12. The deflecting grooves 15,16,17 are made narrower, so that the wide pins are prevented from getting into the deflecting grooves. All this is visible in figure 3. The grooves 15,16,17 here, too, are made narrower than the groove 11. The same applies to the pins 18,19 and 20. The pins 18,19,20 are narrower than the guide pins. connected to the outer hinges 12. Furthermore, the deflecting grooves 15,16,17 are deeper than the groove 11 at the location of the guide means. The groove 11 in rails 3, 4 is of course as deep as groove 17, because the pin in question must also be guided through this groove. Due to the different depth, an operation is obtained such that the pin 18 is guided in the channel 17 when moving upwards, and then the pin 19 in the channel 16 and pin 20 in the channel 15 as well, whereby the required action is obtained.

Het zal duidelijk zijn, dat na het afbuigen van het spoor 15, hetgeen het diepste is, alleen de diepere pen wordt meegenomen, omdat het vervolg van het kanaal 11 minder diep is dan het kanaal 15. Een soortgelijke situatie geldt voor de andere afbuigende sporen. Verder is van belang voor de uitvinding, dat de afbuiging van de afbuigende kanalen 15,16,17 geleidelijk is, zodat ook bij hoge bewegingssnelheden de dynamische afbuigkrachten gering zijn, zodat de inrichting geschikt is voor hoge snelheden.It will be clear that after the deflection of track 15, which is the deepest, only the deeper pin is taken, because the continuation of channel 11 is less deep than channel 15. A similar situation applies to the other deflecting tracks . It is also important for the invention that the deflection of the deflecting channels 15, 16, 17 is gradual, so that the dynamic deflection forces are small even at high moving speeds, so that the device is suitable for high speeds.

Bij het hier getekende uitvoeringsvoorbeeld zijn de pennen 18,19,20 aan de panelen 8 aangebracht. Het is uiteraard evenzeer mogelijk de pennen te bevestigen aan de binnenste scharnieren 13. Verder is het mogelijk de betreffende inrichting negatief uit te voeren. Dat wil zeggen, dat de pennen verbonden met de binnenscharnieren 12 en de geleidepennen 18,19,20 kunnen worden vervangen door vorkachtige constructies, die langs geleidebanen worden geleid. Ook hier is het mogelijk met verschillende dikten en/of diepten te werken.In the exemplary embodiment drawn here, the pins 18, 19, 20 are arranged on the panels 8. It is of course also possible to attach the pins to the inner hinges 13. Furthermore, it is possible to design the device in question in a negative manner. That is, the pins connected to the inner hinges 12 and the guide pins 18, 19, 20 can be replaced by fork-like structures guided along guideways. Here too it is possible to work with different thicknesses and / or depths.

Bij de bovenstaande uitvoeringsvorm zijn de pennen 18,19,20 steeds aan de bovenste panelen van elk paar aangebracht. Het is uiteraard evenzeer mogelijk de pennen aan de onderste panelen te bevestigen, of aan de binnen-scharnieren 13 te bevestigen. Dit geldt ook voor de overige uitvoeringsvormen.In the above embodiment, the pins 18, 19, 20 are always mounted on the top panels of each pair. It is of course also possible to attach the pins to the lower panels, or to attach them to the inner hinges 13. This also applies to the other embodiments.

Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm, die in het bijzonder geschikt is voor hogere snelheden; elk van de pennen heeft hierbij immers een eigen geleidebaan. De binnenscharnieren 13 zijn bij deze uitvoeringsvorm elk verbonden met de pennen 20, respectievelijk 19, respectievelijk 18, en elk van de pennen doorloopt een afzonderlijke groef 21, respectievelijk 22, respectievelijk 23, die zodanig gevormd is, dat de vereiste werking wordt verkregen. Ook hierbij is het van belang, dat de afbuiging van de groeven 21,22,23 geleidelijk is, zodat de bewegings-snelheid van de deur zo hoog mogelijk kan zijn. Bij figuur 4 hebben de panelen paarsgewijs een verschillende breedte; het is uiteraard mogelijk panelen met gelijke breedte toe te passen. Bij de in figuur 4 toegepaste plaatsing van de geleiders zullen de geleidepennen bevestigd moeten worden aan de panelen.Figure 4 shows an embodiment which is particularly suitable for higher speeds; after all, each of the pins has its own guideway. The inner hinges 13 in this embodiment are each connected to the pins 20, 19, 18, respectively, and each of the pins extends through a separate groove 21, 22, 23, respectively, which is formed to provide the required action. It is also important here that the deflection of the grooves 21, 22, 23 is gradual, so that the speed of movement of the door can be as high as possible. In Figure 4, the panels have different widths in pairs; it is of course possible to use panels of equal width. When the guides are used in figure 4, the guide pins will have to be attached to the panels.

Verder zijn bij de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm de groeven 21,22 en 23 aan hun onderzijde naar buiten gericht om de panelen 8 in hun gesloten positie naar buiten tegen een niet in de tekening weergegeven afdichting te dringen.Furthermore, in the embodiment shown in Figure 4, the grooves 21, 22 and 23 are directed outwardly at their underside to urge the panels 8 in their closed position against a seal not shown in the drawing.

In figuur 5 is een inrichting getoond, waarbij de selectie van de pennen plaatsvindt door middel van "wissels" in de vorm van schakelelementen. Zo omvat de betreffende uitvoeringsvorm een spoor in de vorm van een groef 24, dat uitsluitend geschikt is voor het geleiden van de met de panelen 8, casu quo binnenscharnieren 13 verbonden pennen 18,19,20. De met de buitenscharnieren 12 verbonden pennen bewegen zich langs een in de onderhavige figuur niet-getekende groef. Ook hier is sprake van afbuigende sporen in de vorm van afbuigende groeven 25, respectievelijk 26 en 27. Op de positie waar de afbuigende groef 25 aftakt van de hoofdgroef 24 is een schakelelement 28 aangebracht. Door het schakelelement vast te houden in de getekende positie zal de bewegende pen het hoofdkanaal volgen, terwijl in met het afbuigelement 28 in de andere positie, zoals bij het afbuigende kanaal 26 is weergegeven, de pen het afbuigende kanaal zal volgen. Bij het bedienen wordt gebruik gemaakt van een mechanisme dat gevormd wordt door een nok 30, die in het boven het betreffende afbuigkanaal geplaatste afbuigingskanaal aanwezig is, die door middel van een hefbomenstelsel 31 verbonden is met het afbuigingselement 28. Om normaliter het afbuigelement 28 in zijn getekende positie te houden, is een veer 32 aanwezig. Dit betekent dat, wanneer de desbetreffende pen een afbuigend kanaal doorloopt, de desbetreffende nok bediend wordt, waardoor het afbuigelement van het daaronder gelegen kanaal in de afbuigende positie wordt geplaatst. Alhoewel bij dit uitvoeringsvoorbeeld een vrij plotselinge afbuiging is getekend, zal het duidelijk zijn, dat een en ander in overeenstemming met de uitvinding weer vloeiender zal moeten worden gevormd; de schets betreft slechts een schematische weergave om het principe aan te duiden.Figure 5 shows a device in which the selection of the pins takes place by means of "switches" in the form of switching elements. The relevant embodiment thus comprises a track in the form of a groove 24, which is only suitable for guiding the pins 18, 19, 20 connected to the panels 8, in this case inner hinges 13. The pins connected to the outer hinges 12 move along a groove, not shown in the present figure. Here too there are deflecting tracks in the form of deflecting grooves 25, 26 and 27, respectively. At the position where the deflecting groove 25 branches off from the main groove 24, a switching element 28 is arranged. By holding the switching element in the drawn position, the moving pin will follow the main channel, while in with the deflector 28 in the other position, as shown with the deflecting channel 26, the pin will follow the deflecting channel. When operating, use is made of a mechanism formed by a cam 30, which is present in the deflection channel placed above the respective deflection channel, which is connected by means of a lever system 31 to the deflection element 28. In order to normally use the deflection element 28 in in the drawn position, a spring 32 is provided. This means that when the pin in question passes through a deflecting channel, the respective cam is actuated, whereby the deflecting element of the channel below is placed in the deflecting position. Although a fairly sudden deflection has been drawn in this exemplary embodiment, it will be clear that all this will have to be shaped more smoothly again in accordance with the invention; the sketch is only a schematic representation to indicate the principle.

Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm, waarbij het selectiemiddel gevormd wordt door dikte van de pennen. Elk van de afbuigende kanalen heeft een afzonderlijke dikte, zodat aldus de desbetreffende pennen worden geleid. In dit geval worden, evenals bij de uitvoeringsvorm van figuur 2, de pennen aan de zijde van de binnenscharnieren 12 geleid door groef 11, met een grote diepte. De met het bovenste paneel 8 verbonden pen 18 heeft een grotere dikte dan de met de binnenste scharnieren 12 verbonden pennen, en evenzeer een geringere diepte, evenals het hierbij behorende afbuigende kanaal 17. Eenzelfde overweging geldt voor de geleidepen 19, die breder en minder diep is dan de pen 18, evenals het bijbehorende kanaal 16, dat breder en minder diep is dan het kanaal 17. Het zal nu duidelijk zijn, dat de pen 20 het breedst is, evenals het kanaal 15, en dat zij beide het minst diep zijn. Ook dit leidt de gewenste selectie van de pennen en het geleiden. Hierbij wordt er op gewezen, dat in plaats van pennen met verschillende dikte gebruik gemaakt kan worden van dunne pennen, waaromheen rollen of ringen kunnen zijn aangebracht, zoals in figuur 7 is weergegeven. Hierbij is het gecombineerde kanaal 33, dat voor elk van de geleidepannen geschikt is, duidelijk afgeheeld, zodat de getrapte verdieping daarvan goed zichtbaar is.Figure 6 shows an embodiment in which the selection means is formed by the thickness of the pins. Each of the deflecting channels has a separate thickness, so that the respective pins are guided. In this case, as in the embodiment of Figure 2, the pins on the side of the inner hinges 12 are guided through groove 11, with a great depth. The pin 18 connected to the top panel 8 has a greater thickness than the pins connected to the inner hinges 12, and also a smaller depth, as does the associated deflecting channel 17. The same consideration applies to the guide pin 19, which is wider and less deep. is then the pin 18, as is the associated channel 16, which is wider and less deep than the channel 17. It will now be apparent that the pin 20 is widest, as is the channel 15, and that they are both the least deep . This also leads to the desired selection of the pins and guiding. It is pointed out here that instead of pins of different thickness, use can be made of thin pins, around which rollers or rings can be arranged, as shown in figure 7. The combined channel 33, which is suitable for each of the guide pans, is hereby clearly inclined, so that the stepped recess thereof is clearly visible.

Bij de in figuur 8 afgeheelde, vijfde uitvoeringsvorm is sprake van een anderssoortig selectiemechanisme. De groef 11 is hierbij niet van aftakkingen voorzien, en er zijn geen afzonderlijke geleide-elementen aanwezig voor de binnenste scharnieren, of in de nabijheid van de binnenste scharnieren 13 met de panelen 8 verbonden geleidepennen.In the fifth embodiment, shown in figure 8, there is a different selection mechanism. The groove 11 is not tapped here, and there are no separate guide elements for the inner hinges, or guide pins connected to the panels 8 in the vicinity of the inner hinges.

In plaats daarvan is het bovenste deel van de groef 11 van verbredingen 37 voorzien, terwijl van elk paar panelen 8 het bovenste paneel ter plaatse van de buitenscharnieren 12 verbonden is met een nok 38. Dat wil zeggen dat de nok 38 voor draaiing om de scharnier 12 star verbonden is met het onderste paneel 8 van het paar panelen dat het buitenste scharnier 12 is verbonden.Instead, the top part of the groove 11 is provided with widenings 37, while the top panel of each pair of panels 8 is connected at the location of the outer hinges 12 to a cam 38. That is, the cam 38 for rotation about the hinge 12 is rigidly connected to the bottom panel 8 of the pair of panels that the outer hinge 12 is connected to.

Verder is tussen elk willekeurig paar panelen 8 een trekveer aangebracht die in de tekeningen schematisch is weergegeven met het referentiecijfer 39.Furthermore, a tension spring is arranged between any pair of panels 8, which is schematically shown in the drawings with reference numeral 39.

De desbetreffende nokconstructie is meer in detail weergegeven in figuur 9. Hieruit blijkt dat de nok 38 aan zijn kopse einden van afrondingen 40 is voorzien, terwijl de verbreding 37 eveneens van afrondingen 41 voorzien is. Deze afrondingen 40 en 41 dienen er voor het draaien van de nok 38 in de verbreding 37 te vergemakkelijken.The respective ridge construction is shown in more detail in figure 9. This shows that the ridge 38 is provided with roundings 40 at its end ends, while the widening 37 is also provided with rounds 41. These roundings 40 and 41 serve to facilitate rotation of the cam 38 in the widening 37.

Verder is bij deze uitvoeringsvorm een hefmechanisme aanwezig in de vorm van een koord 42 dat aan de onderzijde verbonden is met de onderzijde van het onderste paneel 8, dat over een geleidepoelie 43 boven de positie van het bovenste paneel 8 geleid wordt en dat opwikkelbaar is op een wikkeltrommel 44, die bijvoorbeeld door middel van een elektromotor 45 wordt aangedreven. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijk hefmechanisme eveneens aanwezig moet zijn bij de voorgaand toeglichte uitvoeringsvormen. In plaats daarvan is het uiteraard mogelijk andere hefmecha-nismen toe te passen, bijvoorbeeld met behulp van een rondlopende ketting of een bijvoorbeeld met de hand bediend hefmechanisme. Dit geldt uiteraard voor alle uitvoe-ringsvoorbeelden.Furthermore, in this embodiment, there is a lifting mechanism in the form of a cord 42 which is connected at the bottom to the bottom of the bottom panel 8, which is guided over a guide pulley 43 above the position of the top panel 8 and which can be wound up on a winding drum 44, which is driven, for example, by an electric motor 45. It will be clear that such a lifting mechanism must also be present in the embodiments explained above. Instead, it is of course possible to use other lifting mechanisms, for example with the aid of a revolving chain or, for example, a manually operated lifting mechanism. This of course applies to all embodiments.

Bij de in figuur 8 afgebeelde uitvoeringsvorm is het koord 42 verder niet verbonden met de scharnieren. Het is echter mogelijk het koord 42 zig-zaggewijs rondom de scharnieren 13 èn 12 te geleiden, zodat het koord de betreffende vouwkrachten uitoefent. Het is dan mogelijk de trekveren 39 te laten vervallen.In the embodiment shown in Figure 8, the cord 42 is otherwise not connected to the hinges. However, it is possible to guide the cord 42 in a zig-zag manner around the hinges 13 and 12, so that the cord exerts the relevant folding forces. It is then possible to drop the extension springs 39.

Bij het naar boven bewegen van de onderzijde van het koord 42 zal de onderzijde van het onderste paneel 8 naar boven worden getrokken, waarbij de overige panelen, in het onderhavige geval 8, zullen volgen. Vanwege het feit dat de nokken 38 zijn opgesloten in de groef 11, en zij dus niet kunnen draaien, kan het onderste drie paar panelen niet worden samengevouwen, zodat gedwongen het bovenste paar panelen 8 wordt samengevouwen.When the underside of the cord 42 is moved upwards, the underside of the lower panel 8 will be pulled upwards, the other panels, in the present case 8, following. Due to the fact that the cams 38 are enclosed in the groove 11, and thus cannot rotate, the bottom three pairs of panels cannot be collapsed, so that the top pair of panels 8 are forced to collapse.

Dit proces zet zich voort, totdat het bovenste paar panelen voldoende is samengevouwen, en de bovenste nok 38 in de bovenste verbreding 37 is aangekomen, zoals in figuur 8 is weergegeven. Dan biedt zich de mogelijkheid dat het op één na bovenste paar panelen 8 wordt samengevouwen, hetgeen dan ook de enige mogelijkheid is, waarna het op één na bovenste nok 38 in een verbreding terechtkomt en het volgende paar panelen wordt samengevouwen. Dit proces zet zich in afhankelijkheid van het aantal toegepaste panelen uiteraard voort, totdat alle panelen zijn samengevouwen, en de situatie is verkregen die in figuur 8 is weergegeven.This process continues until the top pair of panels has collapsed sufficiently, and the top cam 38 has arrived in the top widening 37, as shown in Figure 8. Then there is the possibility that the second top pair of panels 8 is collapsed, which is the only possibility, after which the second top cam 38 ends up in a widening and the next pair of panels is folded together. This process continues, of course, depending on the number of panels used, until all panels are collapsed, and the situation shown in Figure 8 is obtained.

Om de vouwhandeling te bevorderen zijn tussen elk paar panelen trekveren 39 aangebracht. Uiteraard is het mogelijk van elk stel veren 39 aldus één paar weg te laten.In order to facilitate the folding operation, tension springs 39 are arranged between each pair of panels. It is of course possible to omit one pair from each set of springs 39.

Het is uiteraard mogelijk het aan de hand van de figuren 8 en 9 toegepaste principe van de verbrede nokken combineren van de overige uitvoeringsvormen. Als gevolg van deze maatregelen wordt voorkomen dat de buitenzijde van de panelen naar beneden zakken en in de geleiders zullen gaan schranken.It is of course possible to combine the principle of the widened cams applied with reference to Figures 8 and 9 of the other embodiments. As a result of these measures, the outside of the panels is prevented from sinking down and start to skid in the guides.

Het is zelfs mogelijk bij een van de voorgaande uitvoeringsvormen een dergelijke zig-zaggeleiding van het koord toe te passen.It is even possible to use such a zig-zag guide of the cord in one of the preceding embodiments.

De in figuur 10 getoonde uitvoeringsvorm komt hoofdzakelijk overeen met de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm. De in figuur 10 getoonde uitvoeringsvorm wijkt af, doordat op de plaats, waar de afbuigende groeven afbuigen van de groef 11, de groef 11 voorzien is van verbredingen die aangeduid zijn met 48. Deze verbredingen hebben tot doel het afbuigen van de pennen, en daarmee van de panelen, geleidelijker te laten plaatsvinden dan bij de eerdere, aan de hand van figuur 2 besproken uitvoeringsvorm.The embodiment shown in Figure 10 mainly corresponds to the embodiment shown in Figure 2. The embodiment shown in figure 10 differs in that, at the location where the deflecting grooves deflect from the groove 11, the groove 11 is provided with widenings indicated by 48. These widenings are intended to deflect the pins, and thereby of the panels to take place more gradually than in the previous embodiment discussed with reference to Figure 2.

Bij deze uitvoeringsvorm is tussen elk paar panelen een trekveer 39 aangebracht om er aan bij te dragen dat de pennen, en daarmee de panelen, het afbuigende spoor volgen en samenklappen. Om bij deze naar de afbuigende groeven gerichte krachten de pennen in de goede sporen te leiden is de diepte van de betreffende groeven omgekeerd; zo is aldus bij de uitvoeringsvorm van figuur 10 de groef 15 het minst diep, is groef 16 iets dieper dan groef 15, en is groef 17 de diepste. Uiteraard is de hoofdgroef 11 de allerdiepste om te voorkomen dat de met de buitenscharnie-ren 12 verbonden pennen de afbuigende groeven in bewegen. Het is eveneens mogelijk, evenals bij de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm, de desbetreffende pennen dikker uit te voeren.In this embodiment, a tension spring 39 is provided between each pair of panels to help the pins, and thus the panels, follow and collapse the deflecting track. In order to guide the pins in the right direction with these forces directed towards the deflecting grooves, the depth of the grooves concerned has been reversed; thus, in the embodiment of Figure 10, the groove 15 is the least deep, the groove 16 is slightly deeper than the groove 15, and the groove 17 is the deepest. Of course, the main groove 11 is the deepest to prevent the pins connected to the outer hinges 12 from moving into the deflecting grooves. It is also possible, as in the embodiment shown in figure 2, to make the relevant pins thicker.

Het is echter eveneens mogelijk dat de met de buiten-scharnieren verbonden pennen in een afzonderlijke rail worden geleid. Dan wordt een configuratie verkregen die overeenkomt met die van figuur 4, met dien verstande dat de groeven 21,22 en 23 zijn samengevoegd.However, it is also possible that the pins connected to the outer hinges are guided in a separate rail. Then, a configuration corresponding to that of Figure 4 is obtained, with the proviso that grooves 21, 22 and 23 are joined together.

De in figuur 11 afgeheelde uitvoeringsvorm komt in grote lijnen overeen met de in figuur 4 afgeheelde uitvoeringsvorm, maar wijkt af door het feit dat de geleidepen-nen 18,19,20 voorzien zijn van geleidevielen 48, respectievelijk 49 en 50. Bovendien zijn de geleidepennen met de panelen 8 verbonden door middel van armen 51,52, respectievelijk 53. De geleidewielen dragen zorg voor een hetere geleiding in de afzonderlijke sporen 21,22, respectievelijk 23, zodat de beweging met minder wrijving plaatsvindt. Ook de aan de buitenzijde aangebrachte geleidepennen 12 zijn van geleidewielen 54 voorzien. De uitvoeringsvorm wijkt verder af door het feit dat een oneven aantal panelen 8 is aangebracht, waarbij de bovenzijde van het bovenste paneel naar binnen toe wordt gevouwen.The embodiment shown in Figure 11 broadly corresponds to the embodiment shown in Figure 4, but differs in that the guide pins 18, 19, 20 are provided with guide traps 48, 49 and 50, respectively. In addition, the guide pins are connected to the panels 8 by means of arms 51, 52 and 53 respectively. The guide wheels ensure a hotter guiding in the individual tracks 21, 22 and 23, respectively, so that the movement takes place with less friction. The guide pins 12 arranged on the outside are also provided with guide wheels 54. The embodiment further deviates from the fact that an odd number of panels 8 is provided, the top of the top panel being folded inward.

In figuur 12 is de constructie van de panelen meer in detail weergegeven. Elk van de panelen 8 wordt gevormd door een sandwich-constructie met een binnenwand 55 en een buitenwand 56, waartussen vulmateriaal 57 in de vorm van een kunststofschuim is aangebracht. Aan de onderzijde is het paneel afgesloten door een profiel 58 en is, zoals in de tekening is getoond, als één geheel uitgevoerd met de binnenwand 55 en de buitenwand 56, doch het is evenzeer mogelijk het profiel te bevestigen aan de wanden door middel van bijvoorbeeld popnagels, schroefverbinding, of door middel van lassen of lijmen. Elk paneel is aan zijn bovenzijde afgesloten door een overeenkomstig profiel 58. Aldus is het volgens een uitvoeringsvorm mogelijk de panelen in hun geheel te vormen door middel van extrusie. Dit is echter voor de toepassing van de uitvinding geenszins noodzakelijk. Na het extruderen moeten de panelen uiteraard gevuld worden met schuim. Voor een goede afsluiting tussen de panelen bij de gesloten deur wordt gebruik gemaakt van een rubberen profiel 59 dat van een uitstulping 60 is voorzien dat precies past in elk van de profielen 58. De profielen 58 zijn daartoe van een instulping 61 voorzien. Aldus is het mogelijk het profiel 59 ook anders om toe te passen. Het profiel 59 kan wederom bijvoorbeeld door middel van vulcaniseren of lijmen verbonden worden met een van de profielen 58. In de gesloten toestand wordt aldus een goede afdichting verkregen.Figure 12 shows the construction of the panels in more detail. Each of the panels 8 is formed by a sandwich construction with an inner wall 55 and an outer wall 56, between which filling material 57 in the form of a plastic foam is arranged. At the bottom, the panel is closed by a profile 58 and, as shown in the drawing, is integrally formed with the inner wall 55 and the outer wall 56, but it is also possible to attach the profile to the walls by means of, for example pop rivets, screw connection, or by welding or gluing. Each panel is closed at its top by a corresponding profile 58. Thus, according to one embodiment, it is possible to form the panels as a whole by means of extrusion. However, this is by no means necessary for the application of the invention. After extruding, the panels must of course be filled with foam. For a good seal between the panels at the closed door, use is made of a rubber profile 59 which is provided with a protrusion 60 that fits exactly into each of the profiles 58. The profiles 58 are provided for this purpose with a protrusion 61. It is thus possible to also use the profile 59 differently. The profile 59 can again be connected, for example by means of vulcanization or gluing, to one of the profiles 58. In the closed condition, a good sealing is thus obtained.

Voor het onderling verbinden van de panelen wordt gebruik gemaakt van scharnieren 62, waarvan de bladen door middel van schroeven 63 met de profielen 58 zijn verbonden. Ter plaatse van de scharnieren is het profiel 59 gedeeltelijk weggesneden. Hierdoor wordt gewaarborgd dat geen extra ruimte voor de scharnieren noodzakelijk is, terwijl door het gedeeltelijk handhaven van een rand 64 van het afsluitprofiel een goede afdichting wordt verzekerd.Hinges 62 are used for interconnecting the panels, the blades of which are connected to the profiles 58 by means of screws 63. The profile 59 is partially cut away at the hinges. This ensures that no extra space is required for the hinges, while a good sealing is ensured by partially maintaining an edge 64 of the closing profile.

De inrichting volgens bovengenoemde uitvoeringsvorm is aan zijn buitenzijde getoond in figuur 13. Hieruit volgt dat bij deze uitvoeringsvorm een even aantal panelen toegepast is, doch het is zodanig geconstrueerd, dat de bovenzijde van het bovenste paneel naar binnen vouwt, evenals de onderzijde van het onderste paneel. Hiertoe is een extra, zich volledig naar beneden toe uitstrekkende geleiderail 65 aangebracht. Een en ander is meer in detail weergegeven in figuur 14. Verder is uiteraard een extra arm 66 aangebracht met daarop een extra geleidepen 67.The device according to the above embodiment is shown on its outside in figure 13. It follows that in this embodiment an even number of panels is used, but it is constructed such that the top of the top panel folds inward, as does the bottom of the bottom panel. An additional guide rail 65, which extends completely downwards, is provided for this purpose. All this is shown in more detail in figure 14. Furthermore, an extra arm 66 is of course provided with an extra guide pin 67 thereon.

Volgens een niet in de tekening weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld worden de geleidewielen 48,49,50 vervangen door kogels. Dit heeft tot voordeel dat zij naar alle zijden draaien, zodat de wrijving met zowel de zijden als de bodem van de rail zo gering mogelijk is. Uiteraard is het moeilijk een kogel te lageren. Het is dan ook in principe mogelijk een V-vormige rail toe te passen, waarbij de kogel steeds op twee posities aanloopt. Dit vereenvoudigt het lageringsprobleem van de kogel.According to an exemplary embodiment not shown in the drawing, the guide wheels 48, 49, 50 are replaced by balls. This has the advantage that they turn to all sides, so that the friction with both the sides and the bottom of the rail is as low as possible. Of course it is difficult to bear a ball. It is therefore possible in principle to use a V-shaped rail, whereby the ball always runs in two positions. This simplifies the ball bearing problem.

In figuur 15 is een detailaanzicht getoond van een inrichting voor het voorkomen van schranken van de panelen van de hefvouwdeur. Deze inrichting wordt gevormd door een arm 68, die door middel van een scharnier 69 scharnierbaar verbonden is met één van de panelen 8. Aan de arm is een bus 70 bevestigd, waarin een pen 71 in de axiale richting verend is bevestigd. De pen 71 is verbonden met een vork 72, door de uiteinden waarvan een as 73 is aangebracht, waarin een wiel 74 is gelagerd. Het wiel 74 draait tegen de kopwand van één van de groeven 21, 22 of 23, of zelfs in de hoofdgroef 11. Het is mogelijk elk van de panelen 8 op elk van zijn hoekpunten van een dergelijke inrichting te voorzien. Het is echter tevens mogelijk en, gezien de onderlinge verbinding van de panelen, vermoedelijk slechte noodzakelijk twee van dergelijke inrichtingen bij elk van de panelen aan te brengen. Het is tevens mogelijk de arm 68 star met het paneel 8 te verbinden, of deze te combineren met één van de armen 51, 52 of 53.Figure 15 shows a detail view of a device for preventing skidding of the panels of the lifting folding door. This device is formed by an arm 68, which is hingedly connected to one of the panels 8 by means of a hinge 69. A sleeve 70 is mounted on the arm, in which a pin 71 is resiliently mounted in the axial direction. The pin 71 is connected to a fork 72, through the ends of which a shaft 73 is mounted, in which a wheel 74 is mounted. The wheel 74 rotates against the head wall of one of the grooves 21, 22 or 23, or even in the main groove 11. It is possible to provide each of the panels 8 at each of its vertices with such a device. However, it is also possible and, given the interconnection of the panels, presumably only necessary to provide two such devices with each of the panels. It is also possible to rigidly connect the arm 68 to the panel 8, or to combine it with one of the arms 51, 52 or 53.

Hierbij wordt opgemerkt, dat de kogels, waarvan sprake is in bovenstaande alinea, eenzelfde functie vervullen.It is noted here that the bullets referred to in the above paragraph perform the same function.

Verder toont figuur 16 een andere variant, waarbij, om te voorkomen, dat bij de samengevouwen elementen de buitenzijde van de elementen naar beneden beweegt, steunen zijn aangebracht in de vorm van U-vormige elementen 75. In deze elementen 75 is een holte 76 aangebracht, die aan zijn onderzijde naar buiten toe is afgerond. Voor aangrij-ping in de holten is op de kopzijde van van bovenaf gerekend, elk oneven element een pen 77 aangebracht, die in de holte grijpt, en die daar in essentie voorkomt, dat de voorzijde van de panelen naar beneden toe bewegen. Verder vervullen zijn een zekere geleidingsfunctie. Uiteraard zijn ter plaatse van de pennen 77 in de daarboven geplaatste panelen overeenkomstige uitsparingen aangebracht.Furthermore, figure 16 shows another variant, in which, in order to prevent the outer side of the elements from moving downwards with the collapsed elements, supports are arranged in the form of U-shaped elements 75. A cavity 76 is arranged in these elements 75 , which is rounded outwards at the bottom. For engagement in the cavities, counted on the head side from above, each odd element is provided with a pin 77 which engages the cavity and essentially prevents the front of the panels from moving downward there. Furthermore, it fulfills a certain guiding function. Naturally, corresponding recesses are provided at the location of the pins 77 in the panels placed above it.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt de werking verbeterd, wanneer een zekere klemmende werking van de pennen 77 in de holte 76 ontstaat. Deze wordt bijvoorbeeld gevormd door het bekleden van de holte 76 met materiaal met een grote wrijvingscoëfficiênt, bijvoorbeeld met rubber. Verder is het van belang dat de pennen 77 en de elementen 75 van elk van de panelen op verschillende afstanden van de randen van de deuropening zijn geplaatst om te voorkomen dat de pennen van verschillende panelen gehinderd worden door de elementen 75 van bij andere panelen behorende pennen.In this embodiment, the operation is improved when a certain clamping action of the pins 77 in the cavity 76 occurs. It is formed, for example, by coating the cavity 76 with a material with a high coefficient of friction, for example, with rubber. Furthermore, it is important that the pins 77 and the elements 75 of each of the panels are placed at different distances from the edges of the door opening to prevent the pins of different panels from being hindered by the elements 75 of pins belonging to other panels .

Bij de in figuur 17 getoonde variant is in het bovenste deel 24 van het kanaal een slof 78 aangebracht die als afsluitorgaan of verplaatsbare wissel fungeert. De slof 78 is in hoogte verstelbaar en levert in verschillende posities aansluitingen op verschillende afbuigende sporen.In the variant shown in figure 17, a slipper 78 is arranged in the upper part 24 of the channel, which function as a closing member or movable switch. The slipper 78 is adjustable in height and provides connections in different positions on different deflecting tracks.

Het zal duidelijk zijn, dat nog diverse andere selectiemechanismen mogelijk zijn; zo is het bijvoorbeeld mogelijk de afbuigelementen 28, 29 van de in figuur 5 afgeheelde uitvoeringsvorm elektronisch te besturen. Dit heeft het voordeel, dat dezelfde geleiderail 24 gebruikt kan worden voor het geleiden van de aan de buitenscharnie-ren aangebrachte pennen. Van belang blijft echter, dat de afbuigende sporen geleidelijk afbuigen om een zo goed mogelijke werking te veroorzaken. Hierbij zij opgemerkt dat het selectiemechanisme ook een vasthoudfunctie heeft.It will be clear that several other selection mechanisms are possible; for example, it is possible to electronically control the deflection elements 28, 29 of the embodiment shown in Figure 5. This has the advantage that the same guide rail 24 can be used to guide the pins arranged on the outer hinges. It remains important, however, that the deflecting tracks gradually deflect to produce the best possible effect. It should be noted here that the selection mechanism also has a holding function.

Het is bovendien mogelijk de selectiefunctie van de selectiemiddelen te scheiden van de geleidefunctie ervan. Zo kunnen bijvoorbeeld stuurwieltjes worden toegepast die de geleidemiddelen in de vorm van pennen zodanig sturen, dat deze het juiste afbuigende spoor kiezen.Moreover, it is possible to separate the selection function of the selection means from their guiding function. For example, steering wheels can be used which steer the guide means in the form of pins such that they select the correct deflecting track.

Bij de hierboven beschreven uitvoeringsvormen is de aandrijving nauwelijks aan de orde geweest; aandrijving is mogelijk door middel van kabels die bijvoorbeeld aan het onderste paneel zijn bevestigd. Hierbij is aan weerszijden van de afgesloten opening een kabel aan het paneel bevestigd. Het is echter ook mogelijk bijvoorbeeld gebruik te maken van vier kabels die paarsgewijs aan weerszijden van de af te sluiten opening aan het onderste paneel zijn bevestigd; van elk paar is dan één kabel bevestigd aan de buitenzijde van het paneel en de andere kabel aan de binnenzijde van het paneel. De kabels zijn dan verbonden met de bovenliggende panelen. Deze bevestiging is zodanig, dat de aan de binnenzijde zich uitstrekkende kabels bevestigd zijn aan de scharnieren die naar binnen moeten vouwen, en dat de aan de buitenzijde zich uitstrekkende kabels verbonden zijn net de scharnieren die naar buiten noeten vouwen. Aldus vormen deze kabels eveneens een selectiemechanisne.In the above-described embodiments, the drive has hardly been discussed; drive is possible by means of cables, for example, attached to the bottom panel. A cable is attached to the panel on either side of the closed opening. However, it is also possible, for example, to use four cables which are attached in pairs on either side of the opening to be closed to the bottom panel; of each pair, one cable is then attached to the outside of the panel and the other cable to the inside of the panel. The cables are then connected to the upper panels. This fastening is such that the internally extending cables are attached to the hinges that are to fold inward, and the externally extending cables are connected to the hinges which are to fold outward. These cables thus also form a selection mechanism.

Tenslotte wordt, wederom aan de hand van figuur 1, ingegaan op de montage van een hefvouwdeur volgens de onderhavige uitvinding. Hiertoe wordt een montage-eenheid 9 toegevoerd op een bijvoorbeeld een vrachtwagen 35, die voorzien is van een hefbaar en draaibaar platform 36. Op het hefbare en draaibare platform 36 is de reeds genoemde montage-eenheid 9 geplaatst, waarbij de vrachtwagen 35 in de af te sluiten opening wordt gereden, het platform 36 naar boven wordt bewogen en gedraaid wordt totdat de daarop aanwezige montage-eenheid 9 de juiste positie bereikt heeft, en deze door middel van de wangen 10 en een geschikt bevestigingsmateriaal op zijn plaats wordt bevestigd. Vervolgens kunnen de los toegevoerde rails 4, 5 worden aangebracht en bevestigd, waarna, uiteraard na het aanbrengen van de diverse bedieningselementen het aansluiten van de energievoorziening en dergelijke een en ander in bedrijf kan worden gesteld. Vervolgens kan uiteraard de vrachtwagen 35 worden verwijderd.Finally, referring again to Figure 1, the assembly of a folding folding door according to the present invention is discussed. For this purpose, a mounting unit 9 is supplied to, for example, a truck 35, which is provided with a liftable and rotatable platform 36. The aforementioned mounting unit 9 is placed on the liftable and rotatable platform 36, the truck 35 being placed in the opening to be closed is driven, the platform 36 is moved upwards and rotated until the mounting unit 9 thereon has reached the correct position, and it is fixed in place by means of the cheeks 10 and a suitable fastening material. Then the loosely supplied rails 4, 5 can be fitted and fixed, after which the connection of the energy supply and the like can of course be put into operation after the various operating elements have been fitted. Then, of course, the truck 35 can be removed.

Het zal duidelijk zijn, dat dit tot een bijzonder aantrekkelijke, gemakkelijke bevestiging leidt omdat de zware elementen door middel van het hefbare platform op hun plaats worden gebracht.It will be clear that this leads to a particularly attractive, easy mounting because the heavy elements are brought into place by means of the liftable platform.

Claims (26)

1. Hefvouwdeur, omvattende: - twee, elk aan een zijde van de door de deur af te sluiten opening aangebrachte, zich hoofdzakelijk vertikaal uitstrekkende rails; - een aantal, elk door beide rails geleide, onderling scharnierbaar verbonden panelen; - op de bovenzijde van elk de de rails aansluitende geleidemiddelen voor het zodanig geleiden van de panelen, dat zij bij het naar boven bewegen boven de rails door middel van hun scharnierverbindingen in hoofdzakelijk horizontale richting zigzaggewijs worden samengevouwen; - bedieningsmiddelen voor het in vertikale richting aandrijven van tenminste een van de panelen, met het kenmerk, dat de geleidemiddelen zijn ingericht voor het uitgaande van de vertikale beweging geleidelijk in horizontale richting afbuigen van de panelen.Lift-folding door, comprising: - two, each of which is arranged on one side of the opening to be closed by the door and which extends mainly vertically; a number of panels, each hingedly connected by both rails, connected to one another; - on the top side of each of the guide means connecting to the rails for guiding the panels such that when they move upwards above the rails, they are folded together in zigzag fashion in a substantially horizontal direction by means of their hinge connections; operating means for driving at least one of the panels in the vertical direction, characterized in that the guide means are designed for gradually deflecting the panels in horizontal direction, starting from the vertical movement. 2. Hefvouwdeur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidemiddelen zijn ingericht voor het bij een openende beweging van de hefvouwdeur doen aanvangen van het vouwen van een paar scharnieren, voordat het in de bewegingsrichting voorgaande paar scharnieren volledig is samengevouwen.Lift-folding door according to claim 1, characterized in that the guide means are arranged for initiating folding of a pair of hinges when the lifting folding door opens, before the pair of hinges in the direction of movement has been completely folded together. 3. Hefvouwdeur volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat met elk tweede scharnier aan beide zijden een geleide-element verbonden is dat ingericht is om te worden geleid door de rails en door de geleidemiddelen, en dat de geleidemiddelen zijn voorzien van een op de rails aansluitend hoofdspoor, van van het hoofdspoor aftakkende elk door een geleide-element te doorlopen zijspoor en van elk van de zijsporen met het hoofdspoor verbindende selectiemiddelen voor het selecteren van de door de geleidemiddelen af te buigen geleide-elementen.Lift-folding door according to claim 1 or 2, characterized in that a second guiding element is connected to each second hinge and is arranged to be guided by the rails and by the guiding means, and that the guiding means are provided with a main track adjoining the rails, of each side track branching from the main track and passing through a guide element and of each of the side tracks connecting to the main track for selecting the guide elements to be deflected by the guide means. 4. Hefvouwdeur volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rails zijn ingericht voor het langs een spoor geleiden van de geleide-elementen, en dat de selectiemiddelen de zijsporen met het hoofdspoor verbindende, scha-kelbare wissels omvatten voor het selecteren van de geleide-elementen.Lift folding door according to claim 3, characterized in that the rails are arranged for guiding the guide elements along a track, and in that the selection means comprise the side rails connecting switchable switches connecting the main track to select the guide elements. 5. Hefvouwdeur volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de schakelbare wissels zijn ingericht voor bediening door een elektronische besturingsinrichting.Lift folding door according to claim 4, characterized in that the switchable switches are arranged for operation by an electronic control device. 6. Hefvouwdeur volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de schakelbare wissels zijn ingericht voor besturing door in het zijspoor van het hoger geplaatste wissel aanwezige, mechanische besturingselementen.Lift folding door according to claim 4, characterized in that the switchable switches are arranged for control by mechanical control elements present in the side track of the higher placed switch. 7. Hefvouwdeur volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de wissels gevormd worden door een in hoogte verstelbare afbuigelementen.Lift folding door according to claim 4, characterized in that the switches are formed by a height-adjustable deflection elements. 8. Hefvouwdeur volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rails en de geleidemiddelen voorzien zijn van een met het aantal geleide-elementen overeenkomend aantal naast elkaar gelegen sporen, die ter plaatse van de geleidemiddelen divergeren in de afbuigende sporen.Lift folding door according to claim 3, characterized in that the rails and the guide means are provided with a number of adjacent tracks corresponding to the number of guide elements, which diverge at the location of the guide means in the deflecting tracks. 9. Hefvouwdeur volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de geleidemiddelen door zich vanaf de panelen hoofdzakelijk in de richting loodrecht op de panelen uitstrekkende armen met de panelen zijn verbonden.Lifting folding door according to claim 8, characterized in that the guide means are connected to the panels by arms extending from the panels substantially in the direction perpendicular to the panels. 10. Hefvouwdeur volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rails en de geleidemiddelen voorzien zijn van een met het aantal geleide-elementen overeenkomend aantal verdiept achter elkaar gelegen sporen, die in dezelfde uitsparing in de rails zijn aangebracht.Lift-folding door according to claim 3, characterized in that the rails and the guide means are provided with a number of recessed tracks corresponding to the number of guiding elements, which are arranged in the same recess in the rails. 11. Hefvouwdeur volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat op de plaatsen van de afbuigende sporen vast-houdelementen zijn aangebracht voor het in het hoofdspoor geleiden van niet naar het betreffende afbuigende sporen.Lift-folding door according to claim 10, characterized in that retaining elements are arranged at the locations of the deflecting tracks for guiding not into the respective deflecting tracks. 12. Hefvouwdeur volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de geleide-elementen een onderling verschillende dikte hebben, dat de geleidemiddelen voorzien zijn van sporen met verschillende breedten voor de geleide-elementen met verschillende dikte.Lift folding door according to claim 3, characterized in that the guide elements have a mutually different thickness, that the guide means are provided with tracks of different widths for the guide elements of different thickness. 13. Hefvouwdeur volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de sporen met verschillende breedten op verschillende diepten zijn gelegen.Lift folding door according to claim 12, characterized in that the tracks of different widths are located at different depths. 14. Hefvouwdeur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het spoor van lokale verbindingen is voorzien, en dat van elk paar panelen één paneel verbonden is met een in het spoor geleide nok, die slechts ter plaatse van de verbindingen in het spoor draaibaar is.Lift-folding door according to any one of the preceding claims, characterized in that the track is provided with local connections, and that one panel of each pair of panels is connected to a rail guided in the track, which only at the location of the connections in the track track is rotatable. 15. Hefvouwdeur volgens een van de voorafgaande conclusies, omvattende een hefinrichting, die een langwerpig flexibel trekelement omvat, dat zig-zaggend om de scharnieren tussen de panelen is geleid.Lift-folding door according to one of the preceding claims, comprising a lifting device, which comprises an elongated flexible pulling element, which is guided zig-zag around the hinges between the panels. 16. Hefvouwdeur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de panelen scharnieren met draaipunt afwisselen aan de binnenzijde en de buitenzijde zijn aangebracht.Lift-folding door according to one of the preceding claims, characterized in that hinges with pivot points are arranged alternately on the inside and the outside between the panels. 17. Hefvouwdeur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aan weerszijden gelegen geleidemiddelen onderling zijn verbonden, en dat in de aldus gevormde montage-eenheid de samengevouwen panelen fixeerbaar zijn, en dat de rails losmaakbaar met de montage-eenheid verbindbaar zijn.Lift-folding door according to one of the preceding claims, characterized in that the guide means located on either side are mutually connected, and that the folded panels can be fixed in the mounting unit thus formed, and that the rails can be connected releasably to the mounting unit. to be. 18. Werkwijze voor het monteren van een hefvouwdeur volgens conclusie 17, gekenmerkt door de volgende stappen: het toevoeren van de montage-eenheid op een transportmiddel dat van een hefbaar platform voorzien is, het plaatsen van de montage-eenheid op het platform, het heffen van het platform tot op de montagehoogte van de montage-eenheid, het positioneren van de montage-eenheid, het bevestigen van de montage-eenheid, het monteren van de rails en het monteren en aansluiten van hulpapparatuur.Method for mounting a lifting folding door according to claim 17, characterized by the following steps: feeding the mounting unit to a means of transport provided with a liftable platform, placing the mounting unit on the platform, lifting from the platform to the mounting height of the mounting unit, positioning the mounting unit, mounting the mounting unit, mounting the rails and mounting and connecting auxiliary equipment. 19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het platform draaibaar is, en dat de montage-eenheid bij het positioneren wordt gedraaid.Method according to claim 18, characterized in that the platform is rotatable, and that the mounting unit is rotated during positioning. 20. Hefvouwdeur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de panelen door een sandwichconstructie worden gevormd die aan hun scharnier-zijden worden afgesloten door profielen, en dat de profielen aan weerszijden van het scharnier gelijk zijn.Lift-folding door according to one of the preceding claims, characterized in that the panels are formed by a sandwich construction, which are closed on their hinge sides by profiles, and that the profiles are the same on both sides of the hinge. 21. Hefvouwdeur volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat tussen de bij een scharnier aangebrachte profielen in tenminste een van de profielen passende, van meegevend materiaal bijvoorbeeld van rubber vervaardigde profielen zijn aangebracht.Lift-folding door according to claim 20, characterized in that between the profiles arranged at a hinge in at least one of the profiles are suitable mating profiles made of yielding material, for example made of rubber. 22. Hefvouwdeur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de van meegevend materiaal vervaardigde profielen lokaal onderbroken zijn om plaats te bieden aan de starre profielen met elkaar verbindende scharnieren.Lift-folding door according to claim 21, characterized in that the profiles made of compliant material are locally interrupted to accommodate the rigid profiles connecting hinges. 23. Hefvouwdeur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidemiddelen zijn voorzien van contactelementen die met de geleiders in verbinding staan en die draaibaar zijn om tenminste een zich loodrecht op het paneel uitstrekkende as.Lift folding door according to one of the preceding claims, characterized in that the guide means are provided with contact elements which communicate with the guides and which are rotatable about at least one axis extending perpendicular to the panel. 24. Hefvouwdeur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidemiddelen zijn ingericht voor het in de gesloten toestand van de hefvouwdeur naar de buitenzijde dringen van de panelen.Lift-folding door according to one of the preceding claims, characterized in that the guide means are designed for urging the panels to the outside in the closed position of the lifting folding door. 25. Hefvouwdeur volgens conclusie 24, waarbij de geleidemiddelen sporen omvatten, met het kenmerk, dat de sporen aan hun onderzijde naar buiten zijn gericht.Lift-folding door according to claim 24, wherein the guide means comprise rails, characterized in that the rails are directed outwards at their underside. 26. Hefvouwdeur volgens conclusie 24 of 25, met het kenmerk, dat de geleidemiddelen zijn ingericht voor het naar afdichtingsmiddelen toe dringen van de panelen.26. Lift-folding door according to claim 24 or 25, characterized in that the guide means are arranged for urging the panels towards sealing means.