NL9401933A - Documentensorteersysteem voor het sorteren van voor hercirculatie geschikte documenten, in het bijzonder bankbiljetten. - Google Patents

Description

Documentensorteersysteen voor het sorteren van voor hercirculatiegeschikte documenten, in het bijzonder bankbiljetten.

De uitvinding heeft betrekking op een documentensorteersysteem voorhet sorteren van voor hercirculatie geschikte documenten, in het bij¬zonder bankbiljetten, omvattende een lichtbron voorzien van een optischsysteem voor het focusseren van het van de lichtbron afkomstige licht opeen document, een detectie-eenheid, die uit een eerste detectorinrichtingvoor het detecteren van het door het document diffuus gereflecteerdelicht en een tweede detectorinrichting voor het detecteren van de trans¬missie door het document bestaat en een evaluatieinrichting voor hetbepalen van de geschiktheid van het document op grond van de gemetendiffuse reflectie en transmissie.

Een dergelijk systeem is bekend uit de ter inzage gelegde Duitseoctrooiaanvrage DE-A-3 0^3 675.

Bij dit bekende systeem worden de documenten langs de detectie-eenheid getransporteerd, waarbij de diffuse reflectie aan de voorzijdevan het biljet en de transmissie van het biljet worden gemeten. Naversterking worden de meetsignalen over de oppervlakte van het biljetgeïntegreerd door drie integratoren en vervolgens gesommeerd. Het door desommator afgegeven signaal wordt vervolgens vergeleken met eenreferentie-signaal, waarna beslist kan worden over de schoon/vuilconditie van het biljet.

Teneinde een beter onderscheid tussen schone en vuile biljetten tekunnen maken, is in de hierboven genoemde Duitse octrooiaanvrage voorge-steld om bovendien aan de achterzijde van het biljet de diffuse reflectiete meten. Een relatief dik, maar schoon biljet, dat andere op grond vaneen te geringe transmissie zal worden af gekeurd, wordt in de beschreveninrichting goedgekeurd vanwege de hoge diffuse reflectie aan zowel devoor- als achterzijde van het biljet. Evenzeer wordt een schoon biljet,dat echter vet is bedrukt, goedgekeurd vanwege de hoge transmissie. Denadruk wordt erop gevestigd dat het hier niet gaat om een zuiveretransmissiemeting maar om een traneluecentiemeting, zodat het niet moge¬lijk is om gaten en beschadigingen in het biljet te detecteren.

Het bekende systeem heeft verder nog het nadeel, dat een schoon,maar dik biljet, met vette bedrukking, ten onrechte als vuil zal wordenaangemerkt.

Hoewel de toegepaste Integratie van de detectiesignalen over hetgehele oppervlak van het biljet een eenvoudige methode is, zal dezemethode beslist niet kunnen leiden tot een voldoende onderscheid in deconditie van de biljetten. De aanwezigheid van bijvoorbeeld plaatselijkevlekken, schrift, ezelsoren, gaten en tape kunnen dan niet goed wordengeconstateerd.

Het is voorts principiëel niet in te zien hoe de conditie van eenbiljet kan worden bepaald door integratie over het oppervlak, daar varia¬ties in inktdensiteit en vuil niet kunnen worden gescheiden.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een documentensorteer-systeem van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de hierboven genoemdenadelen en problemen worden vermeden en waarbij een zo goed en correctmogelijke beoordeling van de conditie van documenten of bankbiljettenwordt bereikt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat dedetectieeenheid is voorzien van een derde detectorinrichting voor hetdetecteren van het speculair gereflecteerde licht, waarvan het detectie-resultaat wordt toegevoerd aan de evaluatieinrichting.

Opgemerkt wordt dat uit het Canadese octrooischrift CA-C-1 168 467op zichzelf een inrichting bekend is voor het automatisch detecteren enevalueren van de eigenschappen van een bedrukking van documenten. Dezeinrichting omvat een lichtbron en een optisch systeem voor het focusserenvan het van de lichtbron afkomstige licht op een te onderzoeken documentvoorzien van een bedrukking, terwijl een detectorinrichting aanwezig isvoor het detecteren van het speculair gereflecteerde licht. Dezeinrichting dient slechts voor het vergelijken van verkregen data van debedrukking met een standaardbedrukking.

Weliswaar wordt een detectorinrichting voorgesteld voor het metenvan de diffuse lichtreflectie van het document, echter wordt deze metinguitsluitend gebruikt voor het detecteren van een bedrukkingsrand van hetdocument.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat pas doorgelijktijdige toepassing van detectie van het diffuus gereflecteerdelicht, van het speculair gereflecteerde licht en de transmissie, eencorrecte beoordeling van de conditie van het document kan worden bereikt.Gevonden is dat een meting van de spiegelende reflectie op het documenttenslotte noodzakelijk is voor het detecteren en beoordelen van spiege¬lende gebieden op het document (window thread, "zonnetje"), en het detec¬teren van de kreukeligheid van het document en de aanwezigheid van tape.

De bepaling van de mate van kreukeligheid is van belang, omdat deze doorgeroutineerde sorteerders als een vervuilingskenmerk bij de beoordelingworden betrokken. Het is gebleken en gebruikelijk dat bij visueelsorteren schone maar sterk gekreukelde bankbiljetten aan de circulatieworden onttrokken.

De detectie-eenheid volgens de uitvinding is bij voorkeur zodanigingericht, dat de hoek, ingesloten door de optische as van de derdedetectorinrichting en de normaal op het document, in absolute waardegelijk maar tegengesteld van teken is aan de corresponderende hoek van deoptische as van de lichtbron en dat de optische assen van de lichtbron envan de tweede detectorinrichting in eikaars verlengde liggen.

Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de evaluatie*inrichting een inspectiemoduul, met een eerste groep ingangen waaraan deuitgangen van de detectorinrichting zijn gekoppeld, waarbij aan eenandere groep ingangen van de inspectiemoduul sorteercriterla wordentoegevoerd.

Bij voorkeur wordt het document door middel van een lijnvormigelichtvlek afgetast, waarbij de sorteercriteria afhankelijk zijn van deaftastplaats op het document.

De beoordeling van de schoon/vuiltoestand kan alleen correctworden verricht, wanneer geen totale integratie van de meting over hetgehele document wordt toegepast, zodat de lijnaftasting de voorkeur ver¬dient. Eventueel kan deelintegratie over een onbedrukt gedeelte van eenbankbiljet (souche) worden uitgevoerd. Variaties in dikte ten gevolge vanbijvoorbeeld het watermerk kunnen worden gedetecteerd omdat het watermerkin doorzicht een beeld geeft dat negatief is aan dat van het watermerk indiffuse reflectie. De detectiesignalen van een watermerk in diffusereflectie en die in transmissie zullen dus in de souche een tegengesteldetendens hebben. Vervuiling zal daarentegen in zowel diffuse reflectie alsin transmissie resulteren in een verlaging van het detectiesignaal.

Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de evaluatie-inrichting voorts voorzien van een leermoduul, waaraan de door middel vanmanueel en visueel sorteren als geschikt gekwalificeerde en ongeschiktgekwalificeerde documenten in afzonderlijke stromen worden toegevoerd,welke leermoduul een detectie-eenheid bevat voor het meten van de specu-laire en diffuse reflectie en transmissie van de aan de leermoduul toege¬voerde documenten. In de leermoduul aanwezige selectiemiddelen bepalenwelke van de uit de detectie-eenheid afkomstige meetgegevens en/of kombi- naties daarvan als optimale sorteercriteria kunnen worden beschouwd,welke sorteercriteria dan worden toegevoerd aan de inspectie-moduul.

Voor het bepalen van de optimale sorteercriteria wordt het documentbij voorkeur in een aantal gebieden met gelijksoortige aftastwaarden vooralle voor circulatie geschikte documenten ingedeeld, waarbij de selectie¬middelen zijn ingericht voor het gebiedsgewijze bepalen van de optimalesorteercriteria.

Bij een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt eengedeelte van de machinaal als geschikt gekwalificeerde documenten uit deinspectiemoduul naar een eerste visuele herbeoordelingplaats toegevoerd,waar deze documenten opnieuw worden beoordeeld op geschiktheid, De herbe-oordeelde geschikte documenten worden gescheiden van de ongeschikteherbeoordeelde documenten aan de leermoduul toegevoerd. De in de leermo¬duul aanwezige detectie-eenheid meet de speculaire en diffuse reflectieen transmissie van de aan de leermoduul toegevoerde documenten, waarna deselectiemiddelen de optimale sorteercriteria bepalen, die aan deinspectiemoduul worden toegevoerd.

Bij een verdere uitwerking van de uitvinding wordt het hierbovengenoemde proces ook uitgevoerd voor een gedeelte van de machinaal alsongeschikt gekwalificeerde documenten uit de inspectiemoduul.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van detekeningen. In de tekeningen tonen:

Fig. 1 schematisch een uitvoeringsvorm van een detectie-eenheidvolgens de uitvinding;

Fig. 2 een schematisch diagram van het sorteerproces.

In het verleden werden bij de Nederlandsche Bank tot ongeveer 1964bankbiljetten met de hand gesorteerd. Ook nu gebeurt deze manuelesortering nog bij vele centrale banken in diverse landen. Men moet zichdaarbij zalen vol mensen voorstellen, die dag in dag uit de bankbiljettenverdelen in twee stapeltjes, één voor gave, als geschikt voor circulatiegekwalificeerde biljetten en één voor defecte biljetten die vernietigdmoeten worden. Het is echter niet met zekerheid aan te geven waarop dooreen sorteerder precies wordt gelet bij het onderscheiden tussen gave endefecte biljetten.

Bij het onderscheid zouden de volgende variabelen een rol kunnenspelen: - de optische densiteit gemiddeld over het gehele oppervlak; - de aanwezigheid van lokale vlekken of schrift; - de aanwezigheid van scheuren en gaten; - de aanwezigheid van ezelsoren; - de aanwezigheid van plakband.

Voorts lijkt het erop dat ook de gekreuktheid van het papier hetwenselijk oordeel beïnvloedt.

Het ligt voor de hand dat hoe hoger de gemiddelde optische densi¬teit, hoe meer vlekken en schrift, hoe meer scheuren, gaten en ezelsorenen hoe meer kreukels, hoe groter de kans is dat een mens het biljet alsongeschikt of defect beoordeelt. Het is echter tot nu toe onmogelijkgebleken de invloed van deze kenmerken op het menselijk oordeel tekwantificeren. Het grote probleem is dat de grootheden of kenmerken nooitonafhankelijk van elkaar lijken te zijn. Slechts over één kenmerk, nl.de aanwezigheid van plakband bestaat geen twijfel, omdat alle biljettenmet plakband moeten afgekeurd.

Het documentensorteersysteem volgens de uitvinding voor het sorter¬en van voor hercirculatie geschikte documenten, in het bijzonder bank¬biljetten, omvat een detectie-eenheid waarvan een bij voorkeur toe tepassen uitvoeringsvorm in fig. 1 is getoond. Een gefocusseerdelichtbundel afkomstig van de lichtbron met daarbij behorend optischesysteem L wordt gericht op het oppervlak van getransporteerde documenten,hierna bankbiljetten genoemd, waarvan het zijaanzicht in fig. 1 isgetoond en is aangeduid met het verwijzingsteken B. De detectie-eenheidbestaat uit de detectorinrichtingen Dl, D2 en D3« waarvan de uitgangssig¬nalen worden toegevoerd aan de evaluatie-inrichting E.

De uit de lichtbron L afkomstige lichtbundel valt onder eeninvalshoek ten opzichte van de normaal op het bankbiljet B in, die groteris dan 0°. De detectorinrichting Dl, waarvan de optische as een hoekmaakt ten opzichte van de normaal, die ongelijk is aan de corresponderen¬de hoek van de optische as van de detectorinrichting D3 en bij voorkeurloodrecht staat op het biljetvlak B, detecteert het door het bankbiljetdiffuus gereflecteerde licht d. De detectorinrichting D3, waarvan deoptische as een hoek met de normaal op het bankbiljetvlak B insluit, diein absolute waarde gelijk is aan de corresponderende hoek van delichtbundel uit de lichtbron L, echter met tegengesteld teken, detecteertof meet het specülair gereflecteerde licht r. De detectorinrichting D2dient voor het ontvangen van het door het bankbiljet doorgelaten trans-missielicht t, waarbij de optische as van deze detectorinrichting in hetverlengde ligt van de optische as van de uit de lichtbron L afkomstigelichtbundel 1. De detectie-eenheid detecteert dus gelijktijdig de diffusereflectie d, de speculaire reflectie r en de transmissie t en de door middel van de detectorinrichtingen gemeten waarden worden toegevoerd aande evaluatieinrichting E die is ingericht voor het bepalen van degeschiktheid van het document, teneinde voor hercirculatie geschiktebiljetten te kunnen sorteren uit de langsgevoerde bankbiljetten.

Gebleken is dat door gebruikmaking van de drie metingen, speculairereflectie, diffuse reflectie en transmissie, een beeld van bankbiljettenkan worden verkregen, dat voldoende is om een goed onderscheid te kunnenmaken tussen geschikte en ongeschikte bankbiljetten.

Bij de implementatie van de evaluatie-inrichting E moet een verderbelangrijk probleem worden opgelost, nl. welke waarden van en welkespecifieke relaties tussen de meetgrootheden r, d en t relevant zijn voorde beslissing met betrekking tot de geschiktheid van de bankbiljetten.Bovendien is bij onderzoek gebleken, dat de meetgrootheden r, d en tzullen afhangen van het specifieke deel van het onderzochte bankbiljet.De inspectie van hetzij het watermerkgebied of het gebied dat vanplaatdruk is voorzien, levert zelfs bij nieuwe biljetten sterkuiteenlopende waarden van en relaties tussen meetgrootheden op. Het isvoorts gebleken, dat de door middel van de detectie-eenheid verkregenmeetgrootheden onvoldoende zijn, zodat een intelligente methode voor hetkombineren daarvan ook vereist is. Aangezien de beschikbare meetgroothe¬den en de relevante kombinaties niet vooraf bekend zijn, is volgens deuitvinding voorzien in een sorteersysteem met een uitgebreid leerproces,waardoor alle redelijke kombinaties van meetgrootheden in aanmerkingkunnen worden genomen, die worden vergeleken met het gewenste sorteerre-sultaat. Het proces zal hierna aan de hand vein fig. 2 worden beschreven.

De biljetten worden ingelezen in elementen van bijvoorbeeld 2x2mm. Elk gebruikelijk biljet omvat dan ongeveer 3*000 elementen. Hiertoeworden de biljetten in een transportinrichting lineair en in lengterich¬ting getransporteerd. Elk biljet wordt met een lijnvormige bundel vanaféén zijde verlicht door de lichtbron (L in fig. 1). Synchroon met hettransport worden door middel van drie detectoren de diffuse reflectie, despeculaire reflectie en de transmissie gemeten.

Het verband tussen de hierbovengenoemde drie meetgrootheden kanworden vastgelegd volgens de relatie l = r + d+ t + a, waarin 1 deaangeboden lichtintensiteit, r de speculaire reflectie-intensiteit, d dediffusielichtintensiteit, t de transmissielichtintensiteit en a deabsorptie van het bankbiljet voorstellen. Uiteraard zijn in de formulegeometrische overdrachtsfactoren van belang (niet aangegeven), omdat de detectorinrichtingen slechts esn deel meten uit dè bol van diffuus lichten transmissie.

Voor elk element van een bankbiljet zijn de waarden van r, d en tdoor inlezing door middel van de detectie-eenheden D3, Dl en D2 vastge¬steld. Omdat deze grootheden onderling zijn gerelateerd kan hieruit despecifieke eigenschap van een element worden vastgesteld. Hierbij kunnenook relaties van r, d en t, zoals lineaire kombinaties en quotiënten,bepaalde eigenschappen nadrukkelijk profileren. Specifieke eigenschappenzijn o.a.: wit papier (watermerkgebied), diverse drukinkten, planchettesin het papier, veiligheidsdraden, metaalfolie. Eigenschappen die tot dekwalificatie ongeschikt kunnen leiden zijn o.a.: gaten, scheuren, ezels¬oren, schrift (met name in het watermerkgebied), sterke kreukels en vuil-aanslag. Voor elk element kunnen dus experimenteel de sorteercriteriaworden bepaald.

In fig. 2 is met C de circulatie van bankbiljetten in het dagelijk¬se biljettenverkeer schematisch aangegeven. Deze circulatie is ongecon¬troleerd, omdat o.a. bankbiljetten vervuild raken, gekreukt raken,beschadigd worden, vervalst worden en verloren gaan. De mate daarvan kanin de tijd veranderen. Aan de circulatie worden nieuwe bankbiljetten nbtoegevoegd, terwijl door de Centrale Bank terugontvangen bankbiljettenworden gesorteerd en gekwalificeerd voor hercirculatie, waarna de alsgeschikt voor hercirculatie gekwalificeerde documenten Q weer in de cir¬culatie worden opgenomen.

De uit de circulatie C ontvangen bankbiljetten worden toegevoerdaan een detectie-eenheid DE, door middel waarvan de speculaire reflectie,de diffuse reflectie en de transmissie van elk bankbiljet op bijvoorbeeldde hierboven beschreven wijze worden gemeten. De gemeten waarden wordentoegevoerd aan een inspectiemoduul I, waaraan tevens sorteercriteria scworden aangeboden.

De inspectiemoduul I heeft de funktie te beslissen of bankbiljettenal dan niet geschikt zijn voor hercirculatie op basis van de sorteercri-teria, die zoals hierboven is vermeld, experimenteel kunnen wordenvastgelegd.

Bij voorkeur worden de sorteercriteria door middel van de leermo¬duul LM bepaald. Hiertoe bestaat deze leermoduul LM uit een inspectie¬systeem met speciale software voor de evaluatie. De funktie van deleermoduul is tweevoudig: 1) Het produceren van statistieken van alle gemeten grootheden ende kombinaties daarvan. Deze parameters worden afgeleid doorafzonderlijke metingen van bankbiljetten, hetzij als geschikt voorhercirculatie gekwalificeerd of als niet geschikt voor hercirculatiegekwalificeerd. Dit onderscheid tussen geschikt en niet geschikt voorhercirculatie wordt uitgevoerd door sorteerders door middel van visueelsorteren. Hiertoe wordt een gedeelte van de uit de circulatie C ontvangenbiljetten ret toegevoerd aan een visuele sorteerplaats VI, waarsorteerders door middel van visueel sorteren een onderscheid maken tussenvoor hercirculatie geschikte en niet-geschikte bankbiljetten. De voorhercirculatie geschikte en niet-geschikte documenten Q resp. U worden inafzonderlijke stromen toegevoerd aan de leermoduul LM. Deze leermoduul isvoorzien van een detectie-eenheid voor het meten van de speculaire endiffuse reflectie, alsmede transmissie van de toegevoerde documenten.

2) Het onderzoek en de selectie van te meten grootheden en dekombinaties daarvan die gedifferentieerd naar de diverse gebieden op eenbepaald document, de beste discriminatie tussen voor hercirculatiegeschikte en niet-geschikte bankbiljetten opleveren. Hiertoe is de leer¬moduul voorzien van selectiemiddelen die uit de door de detectie-eenheidgemeten waarden en kombinaties daarvan de optimale sorteercriteriabepalen. Deze sorteercriteria worden daarna aan de inspectiemoduul 1toegevoerd.

Bij voorkeur wordt bij het sorteerproces het document ingedeeld ingebieden.

Na het inlezen van een groot aantal biljetten door de leermoduul,wordt met behulp van statische methoden onderzocht welke elementen bijelkaar gegroepeerd kunnen worden. Hierbij wordt nagegaan of meetgroothe-den of kombinaties daarvan over meerdere (aaneengesloten) elementen enmin of meer consequent over alle (visueel als geschikt voor hercirculatiegekwalificeerde en visueel als niet geschikt voor hercirculatie gekwali¬ficeerde) biljetten gelijksoortige uitkomsten geven.

Het doel van deze indeling is om in de verschillende gebieden doorhet inspectiesysteem bijbehorende inspecties te laten verrichten. Ditwordt met het volgende voorbeeld geïllustreerd. In het gebied waar debarcode is gedrukt, zal er o.a. een lage transmissie optreden door dezwarte inkt die koolstof bevat. Voor een gekwalificeerd biljet is hetvereist dat deze lage transmissie in dit gebied wordt waargenomen.Potloodschrift (waarin eveneens koolstof) in het watermerkgebied zal eveneens elementen met een lage transmissie geven. In dit gebied geeftdat juist aanleiding om een biljet ongeschikt te verklaren.

Dit voorbeeld geeft aan dat een bepaald verschijnsel in het enegebied mag of moet optreden, terwijl eenzelfde verschijnsel in een andergebied juist tot afkeur dient te leiden. De lokatie van een elementspeelt dus bij de beoordeling van een biljet een belangrijke rol.

Bij de indeling van het biljet zouden eventueel de volgendegebieden kunnen worden onderscheiden: watermerk, zone met planchettes,veiligheidsdraad, diverse (speciale) inkten, metaalfolie, enz. De selec¬tiemiddelen van de leermoduul LM moeten dus zijn ingericht voor hetgebiedsgewijze bepalen van de sorteercriteria. Voor de verschillendegebieden worden de variabelen aan een groot aantal biljetten gemeten.Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen visueel als geschikt gekwalifi¬ceerde en visueel als ongeschikt gekwalificeerde biljetten. Voor elkgebied zullen de meetgrootheden r, d en t en hiervan afgeleide nieuwegrootheden (zoals lineaire kombinaties en quotiënten) het mogelijk makenom geschikt van ongeschikt te kunnen onderscheiden. Het toewijzen van eenbiljet aan de klassen geschikt of ongeschikt geschiedt aan de hand vaneen met statistische methoden op te stellen maat, die aangeeft wat dewaarschijnlijkheden zijn dat een biljet tot de tweede klasse behoort. Metdeze maat wordt een sorteercriterium opgesteld, dat ervoor zorgt dat eenéénduidige uitspraak wordt gedaan voor de klassificatie in geschikt ofongeschikt voor hercirculatie.

Uit fig. 2 blijkt, dat het sorteerproces bestaat uit een hoofdcir-culatieproces HCP en een initiëel sorteerproces 1SP (visuele sortering).

Teneinde het leerproces te verbeteren, wordt een herbeoordelings-proces HBP toegepast, zoals in fig. 2 met de pijl HBP is aangegeven. Voorhet uitvoeren van dit herbeoordelingsproces wordt een eerste en eentweede visuele herbeoordelingsplaats V2 resp. V3 toegepast. Een gedeeltevan de machinaal als geschikt gekwalificeerde documenten uit deinspectiemoduul wordt naar de eerste visuele herbeoordelingsplaats V2toegevoerd. De op deze plaats visueel als geschikt en visueel als onge¬schikt herbeoordeelde documenten worden in afzonderlijke stromen Q/Qresp. Q/U aan de leermoduul LM toegevoerd. De detectie-eenheid van deleermoduul LM meet de speculaire en diffuse reflectie, alsmede detransmissie van de door deze herbeoordelingsplaats V2 toegevoerdedocumenten, terwijl de selectiemiddelen van de leermoduul bepalen welkemeetgrootheden en/of kombinaties van alle door de detectie-eenheid van deleermoduul LM verkregen grootheden de optimale sorteercriteria zijn.

(meetgrootheden en kombinaties van meetgrootheden uit de stromen Q, U,Q/U en Q/Q).

Teneinde een nog verder geavanceerd leerproces te bereiken, wordteen gedeelte van de machinaal als ongeschikt gekwalificeerde documentenuit de inspectiemoduul naar een tweede visuele herbeoordelingsplaats V3toegevoerd. De aldaar visueel als geschikt en visueel als ongeschiktherbeoordeelde documenten worden in afzonderlijke stromen U/Q en U/U aande leermoduul toegevoerd. Hetzelfde proces wordt door de leermoduul LMuitgevoerd als voor de als geschikt gekwalificeerd documenten uit deinspectiemoduul I.

Zoals in fig. 2 nog is aangegeven, worden de door deinspectiemoduul I als ongeschikt gekwalificeerde documenten ten deletoegevoerd aan een destructieplaats DP.

Het in fig. 2 getoonde totale sorteerproces is een volledigbestuurd proces. Een bestuurde en een aanpasbare terugkoppeling wordttoegepast. Het is duidelijk dat wanneer het proces met een nieuwbankbiljet wordt gestart, de sorteerkwaliteit aanvankelijk laag zal zijnals gevolg van de te verwachten kleine consistentie van het initiëlesorteerproces. Telkens wanneer het herbeoordelingsproces wordt uitge¬voerd, zal echter de sorteerkwaliteit toenemen, omdat de professionelebeoordeling door de sorteerder aan het proces wordt toegevoegd. Het isduidelijk dat het sorteerproces uiteindelijk zal convergeren tot eensortering van optimale kwaliteit.

Door de toepassing van het herbeoordelingsproces kunnen desorteerkarakteristieken worden gewijzigd conform een zogenaamd"management policy" (MP). Juist door het wijzigen van het sorteren bij devisuele herbeoordeling zal de leermoduul LM correcte sorteercriteriagenereren, hetgeen weer resulteert in de gewenste sorteerkarakteristiekenvan het sorteersysteem.

Opgemerkt wordt dat geen optische kennis van eigenschappen vanbankbiljetten vereist is om de sorteerkwaliteit in te stellen of te wij¬zigen. Het daarvoor benodigde uitgebreide onderzoek wordt uitgevoerd doorde leermoduul LM, die uiteindelijk de optimale criteria voor de gewenstesorteerkarakteristieken zal vinden.

Claims (8)

1. Documentensorteersysteem voor het sorteren van voor hercirculatiegeschikte documenten, in het bijzonder bankbiljetten, omvattende eenlichtbron voorzien van een optisch systeem voor het focusseren van hetvan de lichtbron afkomstige licht op een document, een detectleeenheid,die uit een eerste detectorinrichting voor het detecteren van het doorhet document diffuus gereflecteerde licht en een tweede detectorinrich¬ting voor het detecteren van de transmissie door het document bestaat eneen evaluatieinrichting voor het bepalen van de geschiktheid van hetdocument op grond van de gemeten diffuse reflectie en transmissie, methet kenmerk, dat de detectie-eenheid is voorzien van een derde detector¬inrichting voor het detecteren van het speculair gereflecteerde licht,waarvan het detectieresultaat wordt toegevoerd aan de evaluatieinrich¬ting.

2. Documentensorteersysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de hoek, ingesloten door de optische as van de derde detectorinrich¬ting en de normaal op het document, in absolute waarde gelijk maar tegen¬gesteld van teken is aan de corresponderende hoek van de optische as vande lichtbron en dat de optische assen van de lichtbron en van de tweededetectorinrichting in eikaars verlengde liggen.

3. Documentensorteersys teem volgens conclusie 1 of 2, met het ken¬merk, dat de evaluatieinrichting een inspectiemoduul bevat, met eeneerste groep ingangen waaraan de uitgangen van de detectorinrichtingenzijn gekoppeld en dat aan een andere groep ingangen van de inspectiemo¬duul sorteercriteria worden toegevoerd.

4. Documentensorteersysteem volgens conclusie 1 of 2 en 3. net hetkenmerk, dat het optische systeem van de lichtbron is ingericht voor hetop het document voortbrengen van een lijnvormige lichtvlek, door middelwaarvan het document wordt afgetast en dat de sorteercriteria afhankelijkzijn van de aftastplaats op het document.

5· Documentensorteersyteem volgens conclusie 3 of 4, met het ken¬merk, dat een leermoduul aanwezig is, waaraan de door middel van manueelen visueel sorteren als geschikt gekwalificeerde en niet geschikt gekwa¬lificeerde documenten in afzonderlijke stromen worden toegevoerd en datde leermoduul is voorzien van een detectleeenheid voor het meten van despeculaire en diffuse reflectie en transmissie van de aan de leermoduultoegevoerde documenten en van selectiemiddelen die bepalen welke meetge- gevens en/of combinaties daarvan optimale sorteercriteria zijn, die aande inspectiemoduul worden toegevoerd.

6. Documentensorteersysteem volgens conclusie 5» met het kenmerk,dat het document in een aantal gebieden met gelijksoortige aftastwaardenvoor alle voor circulatie geschikte documenten wordt ingedeeld, waarbijde selectiemiddelen zijn ingericht voor het gebiedsgewijze bepalen van desorteercri teria.

7. Documentensorteersysteem volgens conclusie 3. 5 of 6, met hetkenmerk, dat een gedeelte van de machinaal als geschikt gekwalificeerdedocumenten uit de inspectiemoduul naar een eerste visuele herbeoorde-lingsplaats wordt toegevoerd, dat de aldaar visueel als geschikt envisueel als ongeschikt herbeoordeelde documenten in afzonderlijke stromenaan de leermoduul worden toegevoerd, en dat de leermoduul is voorzien vaneen detectieeenheid voor het meten van de speculaire en diffuse reflectieen transmissie van de aan de leermoduul toegevoerde documenten en vanselectiemiddelen die bepalen welke meetgegevens en/of combinaties daarvanoptimale sorteercriteria zijn, die aan de inspectiemoduul worden toege¬voerd .

8. Documentensorteersysteem volgens conclusie 3. 5t 6 of 7. methet kenmerk, dat een gedeelte van de machinaal als ongeschikt gekwalifi¬ceerde documenten uit de inspectiemoduul naar een tweede visuele herbe-oordelingsplaats wordt toegevoerd, dat de aldaar visueel als geschikt envisueel als ongeschikt herbeoordeelde documenten in afzonderlijke stromenaan de leermoduul worden toegevoerd en dat de leermoduul is voorzien vaneen detectieeenheid voor het meten van de speculaire en diffuse reflectieen transmissie van de aan de leermoduul toegevoerde documenten en vanselectiemiddelen die bepalen welke meetgegevens en/of combinaties daarvanoptimale sorteercriteria zijn, die aan de inspectiemoduul worden toege¬voerd.