NL9401549A - Werkwijze en inrichting voor het maken van een opening in een onder druk verkerende buisleiding. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het maken van een opening in een onder druk verkerende buisleiding. Download PDF

Info

Publication number
NL9401549A
NL9401549A NL9401549A NL9401549A NL9401549A NL 9401549 A NL9401549 A NL 9401549A NL 9401549 A NL9401549 A NL 9401549A NL 9401549 A NL9401549 A NL 9401549A NL 9401549 A NL9401549 A NL 9401549A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
auxiliary tool
saddle
opening
channel
tool
Prior art date
Application number
NL9401549A
Other languages
English (en)
Inventor
Rene Van Bremen
Andries Martens
Original Assignee
Wavin Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wavin Bv filed Critical Wavin Bv
Priority to NL9401549A priority Critical patent/NL9401549A/nl
Publication of NL9401549A publication Critical patent/NL9401549A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L41/00Branching pipes; Joining pipes to walls
    • F16L41/04Tapping pipe walls, i.e. making connections through the walls of pipes while they are carrying fluids; Fittings therefor
    • F16L41/06Tapping pipe walls, i.e. making connections through the walls of pipes while they are carrying fluids; Fittings therefor making use of attaching means embracing the pipe

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Pipe Accessories (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het maken van een opening in een onder druk verkerende buisleiding.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke werkwijze is bijvoorbeeld bekend uit EP-B-0 336 931. Bij deze bekende werkwijze wordt een zadel van een speciaal voor het uitvoeren van de werkwijze geschikte uitvoeringsvorm om een buisleiding aangebracht. Vervolgens wordt met behulp van een boor- of snijwerktuig een opening in de leiding aangebracht, waarbij het werktuig door het kanaal in het zadel wordt gestoken. Om te voorkomen dat na het terugtrekken van het werktuig bijvoorbeeld gas uit de leiding ontsnapt is het zadel voorzien van een klep die het kanaal automatisch afsluit.
Bij de bekende werkwijze kunnen na het aanbrengen van het zadel en het maken van de opening in de leiding werkzaamheden worden uitgevoerd, zoals het plaatsen van een ballonafsluiting in de leiding. Na het beëindigen van de werkzaamheden wordt het kanaal van het zadel betrouwbaar afgesloten met behulp van een afsluitplug.
Bovengenoemde bekende werkwijze kent als belangrijk nadeel dat een speciaal uitgevoerd zadel vereist is, namelijk een van een klep voorzien zadel. Gebruikelijk worden echter op dit vakgebied als spuitgietonderdelen vervaardigde kunststof zadels toegepast, waarvan de bovenste helft een spruit heeft met een doorgaand kanaal en een om het kanaal liggende kraagrand. In het zadel is rond het kanaal in het zadel een rubberen afdicht-ring aanwezig die tegen de buisleiding aan komt te liggen. Verder is dit zadel voorzien van rondom het kanaal gelegen binnen-schroefdraad voor het daarin schroeven van een kunststof afsluitplug waarmee het kanaal kan worden afgesloten. Een klep binnen in het kanaal ontbreekt.
De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen die het toelaat een goedkoop te vervaardigen, niet van een klep voorzien zadel te gebruiken terwijl het tegelijkertijd mogelijk blijft om het ongewenst ontsnappen van gas tijdens de werkzaamheden te voorkomen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een werkwijze te verschaffen die het toelaat gebruik te maken van het hierboven beschreven, reeds bestaande zadel.
Hiertoe is de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt door de na het om de leiding aanbrengen van het zadel volgende stappen van: het afdichtend met de kraagrand van het zadel verbinden van een verbindingshulpwerktuig, waarbij het verbindingshulpwerk-tuig tenminste omvat: een lichaam met een doorgangskanaal dat zich in de met het zadel verbonden toestand van het verbindingshulpwerktuig uitstrekt in het verlengde van het kanaal in het zadel en daarop aansluit, en een klep voor het afsluiten van het doorgangskanaal, - het sluiten van de klep, - het afdichtend met het verbindingshulpwerktuig verbinden van een aansluithulpwerktuig, waarbij het aansluithulp-werktuig tenminste omvat: een lichaam met een doorgangskanaal dat zich in de met het verbindingshulpwerktuig verbonden toestand uit strekt in het verlengde van het kanaal in het verbindingshulpwerktuig en daarop aansluit, en afdichtingsmiddelen die werkzaam zijn tussen het in het doorgangskanaal te steken werktuig en het lichaam, - het in het doorgangskanaal van het aansluithulpwerktuig steken van het werktuig, - het openen van de klep en het door de aaneensluitende doorgangskanalen tot aan de leiding steken van het werktuig, het met het werktuig aanbrengen van een opening in de wand van de leiding, het uitvoeren van werkzaamheden met gebruikmaking van de opening in de leiding, waarbij: het verbindingshulpwerktuig op het zadel blijft, en hulpwerktuigen worden toegepast die afdichtend op het verbindingshulpwerktuig aansluitbaar zijn, - het afdichtend met het verbindingshulpwerktuig verbinden van een plugaanbrenghulpwerktuig, waarbij het plugaan-brenghulpwerktuig omvat: - een aansluithulpwerktuig, tenminste omvattende: - een lichaam met een doorgangskanaal dat zich in de met het verbindingshulpwerktuig verbonden toestand uitstrekt in het verlengde van het kanaal in het verbindingshulpwerktuig en daarop aansluit, en - af dicht ingsmiddelen die werkzaam zijn tussen het in het doorgangskanaal te steken werktuig en het lichaam; en - een staaf die verschuifbaar is door het doorgangskanaal van het aansluithulpwerktuig en die losmakelijk verbonden is met de afsluitplug, - het openen van de klep en het door de aansluitende doorgangs-kanalen steken van de staaf tot de afsluitplug aan het zadel is bevestigd en daarbij het kanaal van het zadel afsluit, en - het van het zadel verwijderen van het verbindingshulpwerktuig.
Belangrijk bij de werkwijze volgens de uitvinding is de toepassing van het verbindingshulpwerktuig in de hierboven in hoofdlijnen beschreven uitvoeringsvorm. Dit werktuig kan op een zadel zonder klep worden geplaatst en heeft een doorgangskanaal dat dan met het kanaal in het zadel een naar buiten toe af gedicht geheel vormt. In dit verbindingshulpwerktuig is verder een klep aanwezig waarmee het kanaal kan worden afgesloten. Bij de werkwijze blijft het verbindingshulpwerktuig voortdurend op het zadel geplaatst, beginnend vanaf het moment dat het zadel op de dan nog dichte buisleiding is geplaatst totdat de afsluitplug in het zadel is aangebracht. Doordat tevens gebruik wordt gemaakt van hulpwerktuigen, die in samenwerking met een aansluithulpwerktuig telkens een afdichting naar de omgeving van de aaneensluitende doorgangskanalen waarborgen, wordt elke mogelijkheid van het ongewenst ontsnappen van gas of een ander medium uit de leiding vermeden. Verder is voordelig dat het verbindingshulpwerktuig na afsluiting van de werkzaamheden niet op de buisleiding achterblijft waardoor een compacte bouwwijze verschaft wordt en de kans op beschadigingen van de leiding kleiner is. Daarbij kan het verbindingshulpwerktuig als gereedschap vele malen gebruikt worden.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, die betrekking hebben op in de praktijk veel voorkomende werkzaamheden worden beschreven in de conclusies 2-5.
Tevens heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een hulpinrichting voor het maken van een opening in een buisleiding, geschikt voor de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, omvattende bovengenoemd verbindingshulpwerktuig waar het bovengenoemde aansluithulpwerktuig afdichtend mee is verbonden en een staaf die door de aaneensluitende kanalen verschuifbaar is een aan zijn vrije uiteinde voorzien is van een ring met zaagtanden.
Nadere voorkeursuitvoeringsvormen van hulpinrichtingen volgens de onderhavige uitvinding worden genoemd in de conclusies 7-9.
In het navolgende zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin: figuur 1 schematisch een dwarsdoorsnede van een buisleiding toont met een daaromheen aangebracht kunststof zadel en een daarop geplaatst verbindingshulpwerktuig alsmede een aansluithulpwerktuig en een boorwerktuig; figuur 2 schematisch een doorsnede overeenkomstig figuur 1 toont, waarbij het verbindingshulpwerktuig is gekoppeld met een vertakkingsaansluithulpwerktuig; en figuur 3 een hulpwerktuig volgens de uitvinding toont voor het plaatsen van een ballonafsluiting in een leiding.
In fig. 1 is een kunststof buisleiding l getoond waar gas, bijvoorbeeld aardgas, doorheen stroomt dat onder een geringe druk verkeert. Om bepaalde werkzaamheden aan de buisleiding uit te voeren, bijvoorbeeld het repareren van defecten aan de buisleiding, het koppelen van de buisleiding met een andere leiding of het aanbrengen van een T-stuk, is het in de praktijk gebruikelijk een deel van de buisleiding af te sluiten en vrij te maken van gas. Hiertoe wordt de buisleiding 1 op twee plaatsen afgesloten door het inbrengen van een opblaasbaar ballonelement om vervolgens aan het tussen de beide afsluitingen gelegen leidingdeel werkzaamheden uit te voeren. Om de gasstroom door de buisleiding 1 niet geheel te hoeven onderbreken tijdens de werkzaamheden, is het bekend tijdelijk een omloopleiding aan te brengen, die het gas om het afgesloten deel van de buisleiding 1 heen leidt.
In fig. 1 is te herkennen dat om de buisleiding 1 een zadel is aangebracht. Het zadel omvat een bovenste zadelhelft 2 en een onderste zadelhelft 3 die elk tegen de buisleiding 1 worden geplaatst en vervolgens met elkaar worden verbonden door middel van twee klemwiggen 4. Het zadel omvat een spruitgedeelte met een doorgaand kanaal 5 en een daaromheen liggende kraagrand 6. Het kanaal 5 is aan de binnenzijde voorzien van een gedeelte 7 met binnenschroef draad. De binnenschroef draad kan dienen om na het beëindigen van de werkzaamheden een afsluitplug in het zadel te schroeven om het kanaal 5 en dus de opening in de wand van de buisleiding 1 af te sluiten. Het zadel is tevens voorzien van een afdichtingsring 8, die tussen de binnenzijde van het zadel en de buitenzijde van de buisleiding 1 ligt. Aldus kan na het aanbrengen van een opening in de buisleiding 1 geen gas tussen het zadel en de buisleiding 1 ontsnappen. Een zadel van de hier beschreven uitvoeringsvorm is reeds bekend en wordt door aanvraagster als standaard onderdeel op de markt gebracht.
Bij de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt afdichtend met de kraagrand 6 van het zadel een verbindings-hulpwerktuig 10 verbonden. Het verbindingshulpwerktuig 10 omvat een in hoofdzaak cilindrisch metalen lichaam 13 met een doorgangskanaal 14 dat zich uitstrekt in het verlengde van het kanaal 5 van het zadel als het lichaam 13 op het zadel is geplaatst. Belangrijk is dat het verbindingshulpwerktuig 10 een zelfsluitende metalen klep 15 omvat, waarmee het doorgangskanaal 14 aan de bovenzijde kan worden afgesloten (weergegeven met streeplijn in fig. 1 en 2) . Het verbindingshulpwerktuig sluit via een rubberen afdichtingsring 11 aan op de buitenzijde van de kraagrand 6 van het zadel. Verder bewerkstelligt een bevestigingsorgaan 12 in de vorm van een flexibele spanband dat het verbindingshulpwerktuig 10 op zijn plaats op het zadel blijft tijdens de werkzaamheden.
Bovenop het verbindingshulpwerktuig 10 is een aansluithulp-werktuig 16 bevestigd, dat een in hoofdzaak cilindrisch metalen lichaam 17 met een doorgangskanaal 18 omvat. Het doorgangskanaal 18 strekt zich in de met het verbindingshulpwerktuig 10 verbonden toestand in het verlengde van het doorgangskanaal van het zadel 5 en het doorgangskanaal van het verbindingshulpwerktuig 14 uit. Het aansluithulpwerktuig 16 omvat een afdichtingsring 19 en een afdichtingsring 20, waarbij laatstgenoemde werkzaam is tussen een in het doorgangskanaal 18 te steken werktuig 22 (in fig. 1 een boorwerktuig) en het lichaam 17.
Om uitgaande van de in fig. 1 getoonde situatie in de buisleiding 1 een opening aan te brengen wordt het boorwerktuig 22 door de aaneensluitende doorgangskanalen 18, 14 en 5 gestoken totdat de punt van het boorwerktuig tegen de leiding l aan komt. Zoals in fig. 1 is getoond wordt de al dan niet met behulp van gasdruk zelfsluitende klep 15 opengedrukt door het boorwerktuig 22. In een niet getoonde uitvoeringsvorm van het verbindingshulpwerktuig 10 kan de klep 15 zijn voorzien van een handbediening. Met behulp van het om zijn as roteerbare boorwerktuig 22 wordt vervolgens een opening in de buisleiding 1 gemaakt. Naast de toepassing van een boorwerktuig voor het aanbrengen van een opening in de buisleiding 1 behoort ook de toepassing van bijvoorbeeld een snijwerktuig of een andere werktuig tot de mogelijkheden.
Nadat de opening in de buisleiding 1 is gemaakt wordt het boorwerktuig 22 teruggetrokken, waarbij de klep 15 vanzelf volledig sluit als het boorwerktuig 22 tot voorbij de klepzitting van de klep 15 is teruggetrokken. Het is duidelijk dat nu het boorwerktuig uit het doorgangskanaal 18 kan worden verwijderd zonder dat gas uit de leiding 1 kan stromen.
De opening in de wand van de buisleiding 1, die verkregen is met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding en de hulpwerktuigen volgens de uitvinding, kan voor het uitvoeren van diverse werkzaamheden worden gebruikt. Zo is het mogelijk de opening te gebruiken om in de buisleiding 1 een afsluiting te plaatsen met een of meer expandeerbare ballonelementen zoals uit de eerder beschreven stand van de techniek reeds bekend is. Belangrijk daarbij is dat tijdens het uitvoeren van deze werkzaamheden het verbindingshulpwerktuig 10 met de daarin opgenomen klep 15 op het zadel geplaatst blijft. Verder dient elk hulpwerktuig dat bij deze werkzaamheden wordt gebruikt zodanig te zijn uitgevoerd dat het ongewenst uitstromen van gas bij een geopende klep 15 wordt voorkomen.
Een andere veel voorkomende toepassing van de in de buisleiding 1 gemaakte opening is het tijdelijk daarop aansluiten van een aftakleiding, in het bijzonder om een omloopleiding te verschaffen rond een afgesloten deel van de buisleiding 1 zoals eveneens uit de eerder beschreven stand van de techniek algemeen bekend is. Hiertoe kan voordelig gebruik worden gemaakt van de volgens de uitvinding verschafte hulpwerktuigen die zijn getoond in f ig. 2.
Figuur 2 toont een doorsnede overeenkomstig figuur 1, waarbij na het maken van de opening in de buisleiding 1 volgens de wijze beschreven aan de hand van fig. 1 op het verbindingshulpwerktuig 10 een vertakkingsaansluithulpwerktuig is aangebracht. Het vertakkingshulpwerktuig omvat een aansluithulpwerktuig 16 (dat identiek is aan het in fig. 1 getoonde aansluithulpwerktuig) en een buisdeel 23 dat verschuifbaar en draaibaar is geleid in het aansluithulpwerktuig 16. Hierbij bewerkstelligt de afdichtingsring 20 de noodzakelijke afdichting naar de omgeving. Het buisdeel 23 is in hoofdzaak een hol cilindrisch metalen buisdeel, waarvan het naar de buisleiding 1 gekeerde einde is afgesloten. Nabij dit einde is een zijopening 24 aanwezig. Verder is het buisdeel 23 aan dit einde voorzien van een opsteekdeel voor een afsluitplug 25. Aan het andere uiteinde van het buisdeel 23 is een aansluitdeel voor het op het buisdeel 23 aansluiten van een leiding aanwezig. Nabij dit uiteinde bevindt zich een klep 26 voor het afsluiten van het buisdeel 23.
Uit fig. 2 blijkt dat de klep 15 wordt geopend door het buisdeel 23 dat tot in het kanaal 14 wordt gestoken. Hierdoor kan het gas vanuit de onder druk verkerende leiding 1 door het kanaal 5 en het kanaal 14 en vervolgens via de zijopening 24 in het buisdeel 23 stromen. Bij het openen van de klep 26 kan het gas dan in de op het buisdeel 23 aangesloten leiding stromen.
Wanneer het aftakken of omleiding van de gasstroom niet langer vereist is, kan het kanaal 5 van het zadel betrouwbaar worden afgesloten door het buisdeel 23 te ontkoppelen van de daarop aangesloten leiding en vervolgens verder naar beneden te steken tot de afsluitplug 25 in aanraking komt met de kraagrand 6 van het zadel. Door het buisdeel 23 en daardoor de afsluitplug 25 te draaien kan de van buitenschroefdraad voorziene afsluitplug 25 in het zadel worden vastgeschroefd zodat het kanaal 5 wordt afgesloten.
Het is duidelijk dat voor het aanbrengen van de afsluitplug 25 in het zadel ook een hulpwerktuig kan worden gebruikt dat in tegenstelling tot de in fig. 2 getoonde variant niet tevens geschikt is voor het doorleiden van het gas. Hierbij kan dan een massieve cilindrische staaf worden gebruikt in plaats van het buisdeel 23.
Opgemerkt wordt dat het verbindingshulpwerktuig 10 bij de werkwijze volgens de uitvinding pas van het zadel wordt verwijderd als de afsluitplug 25 in het zadel is geschroefd. Daarom is het van belang dat de door de klep 15 af te sluiten opening in het lichaam 13 van het verbindingshulpwerktuig zo groot is dat de afsluitplug 25 door deze opening kan passeren. Tevens is van belang dat het verbindingshulpwerktuig 10 zodanig is uitgevoerd dat dit op het zadel kan aansluiten zonder de toegang tot het kanaal 5 in het zadel te belemmeren.
Figuur 3 toont een hulpwerktuig volgens de uitvinding voor het plaatsen van een ballonafsluiting in een leiding, in het bijzonder geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Het in fig. 3 getoonde hulpwerktuig kan op een om een buisleiding aangebracht zadel worden geplaatst, waarna met dit hulpwerktuig een opening in de buisleiding kan worden gemaakt en vervolgens een ballonafsluiting met twee ballonnen in de leiding kan worden geplaatst. Het werktuig omvat het verbindingshulpwerktuig 10 en daarmee gekoppeld aansluithulp-werktuig 16, die aan de hand van de figuren 1 en 2 zijn beschreven, en een gecombineerd boor- en ballonplaatstwerktuig 27. Het werktuig 27 omvat een holle cilindrische metalen buis 28 die aan de beide uiteinden is afgesloten. Aan zijn in de buisleiding te steken uiteinde is de buis 28 voorzien van een uitstekende ring met zaagtanden 29. Verder is de buis 28 voorzien van een zijopening 30. Binnen in de buis 28 bevinden zich twee niet-geëxpandeerde ballonelementen 31, die zijn aangebracht aan een relatief dunne en buigzame staaf 32. De staaf 32 steekt door een afdichting 33 aan de bovenzijde uit de buis 28.
Het in fig. 3 getoonde hulpwerktuig wordt als volgt toegepast bij de werkwijze volgens de uitvinding.
Het werktuig wordt op een om een buisleiding aangebracht zadel geplaatst. Vervolgens wordt de buis 28 naar binnen gestoken totdat de zaagtanden 29 tegen de wand van de buisleiding komen. Door dan de buis te draaien maken de zaagtanden 29 een opening in de buisleiding, waarbij het uitgesneden schijf vormige deel van de wand van de buisleiding in de zaagtandenring geklemd blijft. Hierna wordt de buis 28 in de buisleiding gestoken. Door nu op de staaf 32 te duwen, beweegt het uiteinde daarvan langs een in de buis 28 aangebrachte helling 34 naar buiten. Indien beide ballonnen zich in de buisleiding bevinden kunnen zij worden opgeblazen door een gas, bijvoorbeeld lucht, onder druk toe te voeren via de hol uitgevoerde staaf 32. Uiteindelijk sluiten de ballonnen de buisleiding af.
De beschreven hulpwerktuigen kunnen ook op andere manieren en in andere toepassingen gebruikt worden.
Wanneer de werkzaamheden aan de buisleiding 1 zijn voltooid en laatstgenoemde niet meer afgesloten hoeft te zijn kunnen de ballonelementen met behulp van de buigzame staaf 32 uit de buisleiding 1 worden getrokken. De toepassing van de inrichting volgens figuur 3 maakt het mogelijk om in een handeling een opening in een buisleiding aan te brengen en deze met behulp van een ballonelement af te sluiten. Dat wat gewoonlijk in twee handelingen werd uitgevoerd, kan nu in slechts een handeling plaatsvinden, hetgeen de bedrijfszekerheid van de werkwijze vergroot.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het maken van een opening in een onder druk verkerende buisleiding, het uitvoeren van werkzaamheden met gebruikmaking van de opening en het afsluiten van de opening, tenminste omvattende de stappen van: - het aanbrengen van een zadel om de leiding, waarbij het zadel omvat: - een doorgaand kanaal met een om het kanaal liggende kraag-rand, waarbij het kanaal met de kraagrand naar buiten steken en waarbij rond de opening van het kanaal in het zadel tussen de binnenzijde van het zadel en de buitenzijde van de leiding een afdichtingselement aanwezig is; en - bevestigingsmiddelen voor een afsluitplug bestemd voor het afsluiten van het kanaal, het met behulp van een door het kanaal in het zadel te steken werktuig aanbrengen van een opening in de leiding; - het uitvoeren van werkzaamheden met gebruikmaking van de opening; en - het afsluiten van het kanaal met de afsluitplug, gekenmerkt door de na het om de leiding aanbrengen van het zadel volgende stappen van: het afdichtend met de kraagrand van het zadel verbinden van een verbindingshulpwerktuig, waarbij het verbindingshulpwerk-tuig tenminste omvat: een lichaam met een doorgangskanaal dat zich in de met het zadel verbonden toestand van het verbindingshulpwerktuig uitstrekt in het verlengde van het kanaal in het zadel en daarop aansluit, en - een klep voor het afsluiten van het doorgangskanaal, het sluiten van de klep, - het afdichtend met het verbindingshulpwerktuig verbinden van een aansluithulpwerktuig, waarbij het aansluithulp-werktuig tenminste omvat: - een lichaam met een doorgangskanaal dat zich in de met het verbindingshulpwerktuig verbonden toestand uit strekt in het verlengde van het kanaal in het verbindingshulp-werktuig en daarop aansluit, en - afdichtingsmiddelen die werkzaam zijn tussen het in het doorgangskanaal te steken werktuig en het lichaam, - het in het doorgangskanaal van het aansluithulpwerktuig steken van het werktuig, - het openen van de klep en het door de aaneensluitende doorgangskanalen tot aan de leiding steken van het werktuig, - het met het werktuig aanbrengen van een opening in de wand van de leiding, - het uitvoeren van werkzaamheden met gebruikmaking van de opening in de leiding, waarbij: - het verbindingshulpwerktuig op het zadel blijft, en hulpwerktuigen worden toegepast die afdichtend op het verbindingshulpwerktuig aansluitbaar zijn, - het afdichtend met het verbindingshulpwerktuig verbinden van een plugaanbrenghulpwerktuig, waarbij het plugaan-brenghulpwerktuig omvat: een aansluithulpwerktuig, tenminste omvattende: - een lichaam met een doorgangskanaal dat zich in de met het verbindingshulpwerktuig verbonden toestand uitstrekt in het verlengde van het kanaal in het verbindingshulpwerktuig en daarop aansluit, en - afdichtingsmiddelen die werkzaam zijn tussen het in het doorgangskanaal te steken werktuig en het lichaam; en een staaf die verschuifbaar is door het doorgangskanaal van het aansluithulpwerktuig en die losmakelijk verbonden is met de afsluitplug, - het openen van de klep en het door de aansluitende doorgangskanalen steken van de staaf tot de afsluitplug aan het zadel is bevestigd en daarbij het kanaal van het zadel afsluit, en - het van het zadel verwijderen van het verbindingshulpwerktuig .
2. Werkwijze volgens conclusie 1, ast het kenmerk, dat nadat de opening in de wand van de leiding is gemaakt het werktuig tot voorbij de klep wordt teruggetrokken en de klep wordt gesloten, waarna de werkzaamheden met gebruikmaking van de opening in de leiding worden uitgevoerd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat nadat de opening in de wand van de leiding is gemaakt een of meer opblaasbare ballonelementen in de buisleiding worden gebracht.
4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 3, met het kenmerk, dat het werktuig voor het aanbrengen van een opening in de buisleiding tevens is ingericht voor het in de buisleiding brengen van één of meer opblaasbare ballonlichamen voor het afsluiten van de buisleiding.
5. Werkwijze voor het maken van een vertakking aan een buisleiding, met het kenmerk, dat de werkwijze volgens conclusie 2 wordt toegepast, waarbij de werkzaamheden met gebruikmaking van de opening in de leiding de stappen omvatten van: het afdichtend met het verbindingshulpwerktuig verbinden van een vertakkingsaansluithulpwerktuig, waarbij het vertakkingsaansluithulpwerktuig omvat: een aansluithulpwerktuig, tenminste omvattende: - een lichaam met een doorgangskanaal dat zich in de met het verbindingshulpwerktuig verbonden toestand uitstrekt in het verlengde van het kanaal in het verbindingshulpwerktuig en daarop aansluit, en - een buisdeel dat deel uit kan maken van een ver takkingsleiding en dat verschuifbaar is door het doorgangskanaal van het aansluithulpwerktuig; en - het openen van de klep en het tot in het kanaal van het verbindingshulpwerktuig steken van het buisdeel.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het buisdeel aan het uiteinde losmakelijk verbonden is met een afsluitplug, waarbij ter afsluiting van het kanaal van het zadel de buis verder in het doorgangskanaal wordt gestoken tot de afsluitplug aan het zadel is bevestigd en daarbij het kanaal van het zadel afsluit.
7. Hulpinrichting voor het maken van een opening in een buis-leiding, geschikt voor de werkwijze volgens conclusie 1, omvattende het verbindingshulpwerktuig volgens conclusie 1 waar het aansluithulpwerktuig volgens conclusie 1 afdichtend mee is verbonden en een staaf die door de aaneensluitende kanalen verschuifbaar is en aan zijn vrije uiteinde voorzien is van een ring met zaagtanden.
8. Hulpinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de staaf hol is en nabij zijn vrije uiteinde een zijopening omvat, waarbij tenminste één in de holte aanwezige niet-ge-expandeerde ballon die aan een buigzame staaf is bevestigd door de opening in de buisleiding gebracht kan worden.
9. Hulpinrichting voor het maken van een vertakking in een buisleiding, geschikt voor de werkwijze volgens conclusie 5, omvattende het verbindingshulpwerktuig volgens conclusie 1 waarmee het vertakkingsaansluithulpwerktuig volgens conclusie 5 afdichtend verbonden is, waarbij het buisdeel dat deel uit kan maken van een vertakkingsleiding verschuifbaar is door de aaneensluitende kanalen.
10. Hulpinrichting volgens conclusie 9, waarbij het buisdeel een holle buis omvat die aan zijn vrije uiteinde losmakelijk verbonden is met een afsluitplug en nabij zijn vrije uiteinde voorzien is van een zijopening.
11. Verbindingshulpwerktuig, geschikt voor de werkwijze volgens een of meer van de conclusies 1-6 en de hulpinrichting volgens een of meer van de conclusies 7-10, tenminste omvattende een lichaam met een doorgangskanaal, waarbij de onderzijde van het lichaam verbindbaar is met de kraagrand van een zadel en waarbij aan de bovenzijde een klep aanwezig is voor het afsluiten van het doorgangskanaal, waarbij de binnendiameter van de doorlaatopening van de klep groter is dan de buitendiameter van de afsluitplug.
NL9401549A 1994-09-23 1994-09-23 Werkwijze en inrichting voor het maken van een opening in een onder druk verkerende buisleiding. NL9401549A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401549A NL9401549A (nl) 1994-09-23 1994-09-23 Werkwijze en inrichting voor het maken van een opening in een onder druk verkerende buisleiding.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401549A NL9401549A (nl) 1994-09-23 1994-09-23 Werkwijze en inrichting voor het maken van een opening in een onder druk verkerende buisleiding.
NL9401549 1994-09-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401549A true NL9401549A (nl) 1996-05-01

Family

ID=19864689

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401549A NL9401549A (nl) 1994-09-23 1994-09-23 Werkwijze en inrichting voor het maken van een opening in een onder druk verkerende buisleiding.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9401549A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999050584A1 (de) * 1998-03-31 1999-10-07 Ewald Beninga Vorrichtung zum nachträglichen einbau eines fluidzählers in eine rohrleitung

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1188387B (de) * 1962-02-17 1965-03-04 Bopp & Reuther Gmbh Ventilanbohrschelle fuer unter Druck stehende Rohrleitungen mit einem Haupt- und einem Hilfsventil
FR2283382A2 (fr) * 1974-08-27 1976-03-26 Gachot Jean Dispositif pour etablir une derivation sur une conduite et procede s'y rapportant
DE2652518A1 (de) * 1976-11-18 1978-05-24 Kemp & Co Pty Ltd Geraet und verfahren zum bohren eines loches in einen unter druck stehenden behaelter
WO1988004386A1 (en) * 1986-12-04 1988-06-16 Kai Heed Method and device for mounting a body for use as a sensor or as a blocking device in a conduit containing fluid
EP0393560A2 (de) * 1989-04-18 1990-10-24 Ludwig Frischhut Gmbh Anbohrarmatur

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1188387B (de) * 1962-02-17 1965-03-04 Bopp & Reuther Gmbh Ventilanbohrschelle fuer unter Druck stehende Rohrleitungen mit einem Haupt- und einem Hilfsventil
FR2283382A2 (fr) * 1974-08-27 1976-03-26 Gachot Jean Dispositif pour etablir une derivation sur une conduite et procede s'y rapportant
DE2652518A1 (de) * 1976-11-18 1978-05-24 Kemp & Co Pty Ltd Geraet und verfahren zum bohren eines loches in einen unter druck stehenden behaelter
WO1988004386A1 (en) * 1986-12-04 1988-06-16 Kai Heed Method and device for mounting a body for use as a sensor or as a blocking device in a conduit containing fluid
EP0393560A2 (de) * 1989-04-18 1990-10-24 Ludwig Frischhut Gmbh Anbohrarmatur

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999050584A1 (de) * 1998-03-31 1999-10-07 Ewald Beninga Vorrichtung zum nachträglichen einbau eines fluidzählers in eine rohrleitung
US6341619B1 (en) 1998-03-31 2002-01-29 Ewald Beninga Device for subsequently installing a fluid meter in a pipeline

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4351349A (en) Pipe repair kit apparatus and method
US5778919A (en) Pipeline flow stopper with dual shafts
US4949744A (en) Method and device for mounting a body in a conduit containing fluid
US5101545A (en) Method of reforming existing gas pipe by repairing joint portions thereof
EP0676578B1 (en) Device for blocking the flow in pipes
US4756338A (en) Pipe repair assemblies to repair pipe when fluids therein are under high pressure
US4119115A (en) Stopping fluid flow in pipes
ATE463276T1 (de) Vorrichtung und verfahren für eine kontaminierungsfreie und/oder sterile abdichtung zwischen mindestens zwei verbindbaren verbindungsmitteln
JPH04262184A (ja) 流体搬送用本管の取替え方法、取替えに使用するヘッド及び取替え用本管
US5285806A (en) Method and apparatus for temporarily sealing off pipelines
US5967191A (en) Method for servicing a live pipeline
US5419377A (en) Air transfer tire inflater
EP0596693A1 (en) Method and apparatus for reparing a transport pipe
NL9401549A (nl) Werkwijze en inrichting voor het maken van een opening in een onder druk verkerende buisleiding.
US6553842B1 (en) Pressurization test adapter
JPH0875077A (ja) 配管の補修工法
GB2051991A (en) Method of and apparatus for making a connection to a pipe
US20030201011A1 (en) Service tools for pipelines containing conduit or cable
WO1996011765A1 (en) Device for use in joining pipes in a butt-welded joint
CZ293142B6 (cs) Zařízení pro uzavírání potrubí
CN104989701B (zh) 一种超高压挤压式伺服***的试验装置
JPH0949596A (ja) ガス管の修理方法と該方法で用いるサドル及び穿孔具
US5358010A (en) Dual purpose pipe stopper mechanism
EP1198683B1 (en) A method of closing a pipe
GB1572694A (en) Method of and apparatus for sealing joints in pressurised conduits

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed