NL9400155A

NL9400155A - Inrichting met aanduidingsorgaan.

Info

Publication number: NL9400155A
Application number: NL9400155A
Authority: NL
Inventors: Catharinus Marcus Pi Rozendaal
Original assignee: Rozen Catharinus M P
Priority date: 1994-02-01
Filing date: 1994-02-01
Publication date: 1995-09-01

Description

INRICHTING HET AANDUIDINGSORGAAN

Aanduidingsorganen zoals horloges, maar ook temperatuur-, barometers en dergelijke, zijn in toenemende mate onderhevig aan de invloed van de mode.

Veel individuen hebben heden ten dage meer dan één horloge in hun bezit, die al naar gelang kleding en gelegenheid worden gedragen. Ook zijn reeds horloges bekend die om de nek worden gedragen. Voorts is er een toenemende behoefte aan relatiegeschenken die op originele wijze afwijken van bestaande produkten.

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting, omvattende: - een buitenomhulling die de afmetingen van een inwendige ruimte daarin bepaalt en die tenminste twee omhullingsdelen omvat, die ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn vanuit een gesloten stand naar een geopende stand, waarin de omhullingsdelen een min of meer bek-achtige vorm verschaffen, en vice versa; - vergrendelingsmiddelen voor het in de gesloten toestand houden van de omhullingsdelen; en - een aanduidingsorgaan dat op zodanige wijze in de inwendige ruimte in de omhulling is aangebracht, dat bij het ontgrendelen van de vergrendelingsmiddelen en het openen van de omhullingsdelen dit aanduidingsorgaan in de min of meer bek-achtige vorm tevoorschijn komt en afleesbaar is.

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting betreft bijvoorbeeld een balletje, bijvoorbeeld met de putjes en het uiterlijk van een golfbal, dat in een broekzak gedragen kan worden, zodat een bezitter daarvan, in of buiten zijn broekzak daarmede kan spelen en zonodig de tijd daarop kan aflezen. Vele andere uitvoeringsvormen zijn echter denkbaar. In een ander formaat kan gedacht worden aan een bal, kubus of dergelijke vorm die op een kantoorbureau kan worden geplaatst. Vanzelfsprekend zijn behalve het uiterlijk van golfballen, tennisballen, rugbyballen en voetballen zovele uitvoeringsvormen denkbaar, dat een opsomming thans nimmer uitputtend kan zijn, noch voor wat betreft uiterlijk, noch voor wat betreft grootte van die vorm.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin tonen; fig. 1 een gedeeltelijk weggebroken aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, in gesloten stand; fig. 2 een aanzicht in doorsnede van de inrichting uit fig. 1 in gesloten stand; en fig. 3 een aanzicht in doorsnede van de inrichting uit fig. 1 in geopende stand.

Een eerste gerealiseerde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding betreft een golfballetje van metaal met kleinere afmetingen dan die van een werkelijke golfbal, bijvoorbeeld met een diameter van ongeveer 30 mm en een gewicht van 25 gram. De hieronder beschreven uitvoeringsvorm zal in kunststof worden gerealiseerd, met ongeveer dezelfde afmetingen en het zelfde gewicht. Door het geringe aantal onderdelen en de mogelijkheden van spuitgieten en dergelijke, is naar verwachting een lagere kostprijs in kunststof te realiseren, dan in metaal.

Deze voorkeursuitvoeringsvorm 1 (fig. 1) omvat twee omhullingsdelen 2, respectievelijk 3 die tezamen de buitenomhulling in de vorm van een golfbal vormen. De omhullingsdelen zijn, om een bepaald gewicht dat voelbaar in de hand is bij de relatief kleine buitenafmetingen, bij voorkeur vervaardigd uit een zogenoemde zware kunststof, zoals die bekend is en waarin bijvoorbeeld bariumsulfaat is opgenomen. In de respectievelijke omhullingsdelen 2, 3 worden eerste en tweede binnenwerkdelen 4, respectievelijk 5 vastgeklikt, die bijvoorbeeld uit een technische kunststof (POM) zijn vervaardigd die weinig kruip vertoont.

De eerste en tweede binnenwerkdelen zijn ten opzichte van elkaar scharnierbaar verbonden door middel van scharnierdelen 6 en 7, die respectievelijk zijn meegevormd met de binnenwerkdelen 4, 5. In het tweede binnenwerkdeel 5 is een as 8 gestoken waarmede een uurwerk 9, in dit uitvoeringsvoorbeeld van geringe afmetingen, aan het tweede binnenwerkdeel 5 scharnierbaar bevestigd is. Het uurwerk 9 is tevens met een torsieveerelement 11 met het tweede binnenwerkdeel 5 verbonden.

Aan het tweede binnenwerkdeel 5 is tevens via een door middel van een verzwakking 12 verende arm 13 een vergrendelhaakelement 14 meegevormd waaraan tevens een bedieningsknop 15 uit één stuk is gevormd. Het eerste binnenwerkdeel 4 is voorzien van een opening 16, waarin het haakelement 14 aangrijpt. Het eerste binnenwerkdeel 4 is eveneens voorzien van twee verende vingerelementen 17, respectievelijk 18.

Bij bediening van de drukknop 15 in gesloten stand van de uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding (fig.

2) dringen de vingerelementen 17 en 18 de omhullingsdelen 2 en 3 (en de daarin vastgeklikte binnenwerkdelen 4 respectievelijk 5) naar een geopende stand (fig. 3), waarvan de eindstand wordt bepaald door aanslagvlakken van de omhullingsdelen nabij scharnierdelen 6 en 7. Tegelijkertijd wordt door het torsieveerelement het horloge of uurwerk in een naar buiten gedraaide stand gedrongen in de ruimte van de door de bek-achtige geopende vorm van de omhullingsdelen.

Bij het terugbrengen in de gesloten stand, wordt door de gebruiker het uurwerk 9 binnenwaarts gedraaid en worden de omhullingsdelen 2, 3 op elkaar vergrendeld door het haakelement 14 dat door het verende deel vanzelf in zijn vergrendelstand geraakt.

Bij voorkeur is de bovenbeschreven en in de fig. 1-3 getoonde uitvoeringsvorm zodanig geassembleerd, dat bij een onverhoopte botsing tegen een hard voorwerp, bijvoorbeeld tegen de bodem bij het laten vallen daarvan, dit niet tot een beschadiging van de onderdelen leidt, maar tot het van elkaar losraken van die onderdelen, die dan door de gebruiker zelf weer in elkaar kunnen worden gezet, bijvoorbeeld doordat de scharnierelementen 6 en in het bijzonder 7 van het binnenwerk enigszins verend zijn uitgevoerd en door de gebruiker weer in de geassembleerde toestand kunnen worden gebracht. Hetzelfde geldt voor het vastklikken van de binnenwerkdelen en de omhullingsdelen.

Het moge duidelijk zijn dat de gevraagde rechten geenszins worden beperkt tot de getoonde en beschreven uitvoeringsvorm. Binnen de navolgende conclusies zijn velerlei variaties mogelijk waarvan een aantal niet uitputtende reeds hierboven zijn aangeduid. De in de navolgende conclusies gebruikte woorden dienen in hun ruimst mogelijke zin te worden begrepen.

Claims

1. Inrichting, omvattende: - een buitenomhulling die de afmetingen van een inwendige ruimte daarin bepaalt en die tenminste twee omhullingsdelen omvat, die ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn vanuit een gesloten stand naar een geopende stand, waarin de omhullingsdelen een min of meer bek-achtige vorm verschaffen, en vice versa; - vergrendelingsmiddelen voor het in de gesloten toestand houden van de omhullingsdelen; en - een aanduidingsorgaan dat op zodanige wijze in de inwendige ruimte in de omhulling is aangebracht, dat bij het ontgrendelen van de vergrendelingsmiddelen en het openen van de omhullingsdelen dit aanduidingsorgaan in de min of meer bek-achtige vorm tevoorschijn komt en afleesbaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de vergrendelingsmiddelen zijn voorzien van een bedieningsorgaan aan de buitenzijde van tenminste één van de omhullingsdelen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, voorzien van veermiddelen voor het na ontgrendeling van de omhullingsdelen in geopende stand dringen daarvan.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de omhullingsdelen tenminste enigszins bolvormig zijn.

5. Inrichting volgens één van de conclusies 1-4, waarbij het aanduidingsorgaan een klok voor het aanduiden van de tijd is.

6. Inrichting volgens één van de conclusies 1-5, waarbij tenminste één van de omhullingsdelen uit metaal is vervaardigd.

7. Inrichting volgens één van de conclusies 1-6, waarbij tenminste één van de omhullingsdelen uit kunststof is vervaardigd.

8. Inrichting volgens conclusie 7, omvattende twee omhullingsdelen uit relatief zware kunststof en twee binnenwerkdelen uit kunststof die in de omhullingsdelen bevestigbaar zijn en die een scharnier voor de omhullingsdelen en de vergrendelingsmiddelen omvatten.