NL9301263A - Anti-(na) druppelinrichting. - Google Patents

Anti-(na) druppelinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9301263A
NL9301263A NL9301263A NL9301263A NL9301263A NL 9301263 A NL9301263 A NL 9301263A NL 9301263 A NL9301263 A NL 9301263A NL 9301263 A NL9301263 A NL 9301263A NL 9301263 A NL9301263 A NL 9301263A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
run
spray nozzle
interruption
section
liquid
Prior art date
Application number
NL9301263A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sara Lee De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sara Lee De Nv filed Critical Sara Lee De Nv
Priority to NL9301263A priority Critical patent/NL9301263A/nl
Priority to DE1994602263 priority patent/DE69402263T2/de
Priority to DK94202100T priority patent/DK0635454T3/da
Priority to EP19940202100 priority patent/EP0635454B1/en
Priority to ES94202100T priority patent/ES2102765T3/es
Publication of NL9301263A publication Critical patent/NL9301263A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/12Flow or pressure control devices or systems, e.g. valves, gas pressure control, level control in storage containers
    • B67D1/1256Anti-dripping devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/16Devices for collecting spilled beverages

Landscapes

  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)
  • Filling Of Jars Or Cans And Processes For Cleaning And Sealing Jars (AREA)

Description

Titel: Anti-(na)druppelinrichting
De uitvinding heeft betrekking op een anti-(na)druppelinrichting bij de uitstroompijp van een doseerinrichting, in het bijzonder een drankautomaat.
Bij dergelijke apparaten en ook bij vulinrichtingen voor flessen en dergelijke, treedt aan het einde van elke dosering enigerlei vorm van langdurig nadruppelen op, waarvan een aantal nadelen kan worden genoemd. Bij een drankautomaat met onder de uitlaatopening van de uitstroompijp te plaatsen bekers zal veelal een beker reeds worden weggenomen voordat de dosering geheel is voltooid. Nadruppelende drank kan daarbij op de buitenzijde van de beker of op het standvlak van de beker vallen. Beide verschijnselen hebben een ongewenst vervuilend effect.
Uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage nr. 82 03763 is het bekend bij een doseerinrichting van de genoemde soort nadruppelen te vermijden door afzuiging van druppels die langs de uitlaatopening van de uitstroompijp na het beëindigen van de dosering naar buiten treden. Daartoe is een afzuigkanaal nodig dat zijn ingang heeft bij of nabij de genoemde uitlaatopening, alsmede een vacuümpomp.
Uit het Duitse "Offenlegungsschrift" nr 2064456 is een doseerinrichting bekend waarbij de uitstroompijp afsluitbaar is door een klep die gestuurd kan worden door een om een horizontale as kantelbare uitloopgoot met een gesloten einde en een open uitloopeinde. In de ene kanteleindstand van de uitloopgoot, waarbij de goot in de richting van het gesloten einde omlaag helt, wordt de klep door veervoorspanning in de uitstroompijp in de gesloten stand gehouden. Eventueel nadruppelende vloeistof van een vorige dosering valt in de uitloopgoot en wordt in het gesloten einde daarvan verzameld. Door het omlaag kantelen van het open uitloopeinde van de goot wordt de klep tegen de veervoorspanning in naar de open stand bewogen en loopt een bepaalde hoeveelheid vloeistof via de uitloopgoot uit in een gereedgehouden beker of dergelijke opvanghouder. Na beëindiging van de dosering wordt de klep weer gesloten en wordt nadruppelende restvloeistof weer in het gesloten einde van de uitloopgoot verzameld.
Een verzwenkbare uitloopgoot waarmee druppels opzij van een beker-opstelplaats kunnen worden afgeleid, is eveneens beschreven in het Duitse octrooischrift 3742930.
In het bijzonder bij compacte bouw van drankautomaten vormen extra pompen, afsluiters, zwenkgoten en dergelijke een probleem.
De uitvinding beoogt een voorziening om nadruppelen bij de uitstroompijp van een doseerinrichting, in het bijzonder nadruppelen op de bekeropstelplaats bij een drankautomaat te voorkomen, waarbij de genoemde nadelen van bekende voorstellen zijn vermeden.
Hiertoe is volgens de uitvinding in een eerste uitloop-traject van de uitstroompijp een aftakking aangebracht voor een tweede uitlooptrajeet dat een van het eerste uitlooptraject verschillende en omlaag hellende richting heeft, welke aftakking bij betrekkelijk hoge stroomsnelheid door de vloeistof kan worden overbrugd, zodat de vloeistofstroom het eerste uitlooptraject volgt, terwijl bij afnemende stroomsnelheid de restvloeistof via de aftakking het tweede uitlooptraject volgt.
In een praktische, constructief eenvoudige uitvoeringsvorm is het uitlooptraject van de afvoerpijp onderbroken in een onderbreking, waarbij een aanvoerdeel van het eerste uitlooptraject stroomopwaarts van de onderbreking is gelegen en een uitloopdeel van het eerste uitlooptraject stroomafwaarts van de onderbreking is gelegen.
Tijdens het afgeven van een portie vloeistof zal het grootste deel met een relatief hoge snelheid uitstromen zodat de onderbreking in het eerste uitlooptraject van de afvoerpijp door de stromende vloeistof zal worden overbrugd. Tegen het einde van de afgifte van de gedoseerde hoeveelheid neemt de snelheid af, waardoor restvloeistof het stroomafwaarts van de onderbreking gelegen deel van het eerste uitlooptraject niet meer kan bereiken en binnen het apparaat kan worden afgeleid via het tweede uitlooptraject naar een lekbak of dergelijk verzamelreservoir.
Bij de inrichting volgens de uitvinding is derhalve gewaarborgd dat een bekeropstelplaats schoon kan blijven zonder dat daartoe veel plaats innemende en kostprijs verhogende kleppen, afvoergoten en dergelijke behoeven te worden ingezet.
Bovendien is de inrichting volgens de uitvinding bij uitstek geschikt voor toepassing bij een compact ontwerp drankautomaat, waarbij het gunstig is indien de afvoerpijp voor het transporteren van vloeistof van een bereidingseenheid of een voorraadhouder naar de opstelplaats van een beker of andere opvanghouder, althans nagenoeg horizontaal kan verlopen en eindigen in een 90° uitloop omlaag naar de bekeropstelplaats. Juist bij een dergelijk ontwerp is het verval van de uitloopleiding gering en derhalve aan het einde van een dosering de vloeistofsnelheid laag. Daardoor kan langdurig nadruppelen optreden en is er een grote kans op vervuiling van de beker en/of van de bekeropstelplaats doordat een beker te vroeg wordt weggenomen. De inrichting volgens de uitvinding zal dit langdurige nadruppelen echter tot een minimum beperken .
In nadere uitwerking van de uitvinding kan ter plaatse van de onderbreking in het eerste uitlooptraject een koppelmof zijn aangebracht die een verzamelkamer omsluit met een afvoerkanaal voor restvloeistof.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren waarin: figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een anti-(na)druppelinrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft; en figuur 2 een tweede uitvoeringsvorm van een antifa) druppelinrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft.
Figuur 1 toont een schematisch langsdoorsnede-aanzicht van de inrichting, waarbij met 1 het hellende laatste uitloop- traject van een afvoerpijp van een drankautomaat of dergelijke verder niet afgeheelde doseerinrichting is weergeven.
Het eerste uitlooptraject 1 omvat een aanvoerdeel 2 dat stroomopwaarts is gelegen van een onderbreking 3 en een uit-loopdeel 4 met een uitstroomopening 5 dat stroomafwaarts van de onderbreking 3 is gelegen.
In de afgebeelde uitvoeringsvorm heeft het stroomopwaart-se aanvoerdeel 2 een binnendiameter & en heeft het stroomafwaartse uitloopdeel 4 een binnendiameter b, waarbij b bij voorkeur groter is dan
Het aanvoerdeel 2 eindigt bij de onderbreking 3 in een spuitmondstuk 6 dat in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld een binnendiameter a' heeft. Een bovenzijde 7 van het spuitmondstuk 6 is bij voorkeur in stroomafwaartse richting verlengd uitgevoerd ten opzichte van een benedenzijde 8 van het spuitmondstuk 5. Het spuitmondstuk 6 omvat derhalve in dit uitvoeringsvoorbeeld een afgeschuind uitgangseinde 9 dat in stroomopwaartse richting naar beneden toe afloopt.
Het stroomopwaarts gelegen ingangseinde 10 van het af-voerdeel 4 maakt deel uit van een ingangsmondstuk 11 dat een binnendiameter b’ heeft die groter is dan . Bij voorkeur heeft het ingangsmondstuk 11 een niet afgeschuind ingangseinde 10, dat wil zeggen een rand 12 van het ingangsmondstuk 11 ligt in een vlak dat althans nagenoeg loodrecht staat op de lengte richting van het aanvoerdeel 2.
De inrichting is verder voorzien van ten minste een tweede uitlooptraject 13 welke zijn oorsprong vindt in de onderbreking 3. Het tweede uitlooptraject 13 is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld schuin naar beneden gericht maar kan eveneens dusdanig worden uitgevoerd dat het tweede uitlooptraject 13 loodrecht naar beneden is gericht. Bij voorkeur zal het tweede uitlooptraject 13 zijn oorsprong vinden in een deel van de onderbreking 3 dat beneden het spuitmondstuk 6 is gelegen.
Zolang de stroomsnelheid van de gedoseerde vloeistof nog voldoende hoog is zal de onderbreking 3 worden overbrugd.
Zodra echter de stroomsnelheid van de vloeistof onder een bepaalde waarde daalt, veelal aan het einde van een doseer-cyclus, zal restvloeistof het ingangsmondstuk 11 van het uitloopdeel 4 niet meer bereiken. Deze restvloeistof verlaat de afvoerpijp dus niet via de uitstroomopening 5, die veelal boven een opstelplaats 14 voor een beker 15 of dergelijke is opgesteld, zodat de opstelplaats 14 schoon blijft.
De restvloeistof kan volgens de uitvinding via het tweede uitlooptraject 13 worden afgevoerd. In dit geval omvat de inrichting hiertoe een verzamelkamer 16 en een afvoerkanaal 17. De restvloeistof wordt veelal in de vorm van druppels opgevangen in de verzamelkamer 16 welke zich bevindt in een koppelmof 18 die het uitlooptraject 1 ter plaatse van de onderbreking 3 omsluit. Vervolgens zal restvloeistof via afvoerkanaal 17 naar een geschikte plaats worden afgevoerd.
Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm is de inrichting nog voorzien van tenminste een beluchtingskanaal 19 welke zijn oorsprong vindt aan een bovenzijde van de onderbreking 3. In figuur 1 bevindt het beluchtingskanaal 19 zich stroomafwaarts van de bovenzijde 7 van het spuitmondstuk 6, meer in het bijzonder in het verlengde van het afvoerkanaal 17. Het is echter eveneens mogelijk het beluchtingskanaal 19 dusdanig uit te voeren dat deze zijn oorsprong vindt in de onderbreking 3 op een meer stroomopwaarts of stroomafwaarts gelegen positie. Het beluchtingskanaal 19 heeft als voordeel dat de genoemde restvloeistof bijzonder gemakkelijk via het tweede uitlooptraject 13 kan worden afgevoerd zonder dat een deel van deze restvloeistof alsnog in de vorm van druppels door de uitstroomopening 5 wordt afgevoerd. Het tijdsverloop waarin het nadruppelen vanuit de uitstroomopening 5 geheel wordt beëindigd wanneer de vloeistoftoevoer naar het aanvoerdeel 2 wordt afgesloten, zal dankzij het beluchtingskanaal 19 verder worden verkort. De reactietijd waarin het afgeven van vloeistof vanuit de uitstroomopening 5 geheel kan worden beëindigd, wordt derhalve verbeterd.
In figuur 2 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting overeenkomstig de uitvinding weergegeven. Hierbij zijn met elkaar corresponderende onderdelen in figuur 1 en 2 met gelijke verwijzingscijfers weergegeven.
In figuur 2 is het eerste uitlooptrajeet 1 althans nagenoeg horizontaal uitgevoerd. Meer in het bijzonder lopen het aanvoerdeel 2 en het stroomopwaarts gelegen deel 20 van het uitloopdeel 4 horizontaal waarbij het stroomafwaarts gelegen deel 21 van het uitloopdeel 4 over een hoek van ongeveer 90° naar beneden toe afbuigt. Het tweede uitlooptraject 13, in het bijzonder het afvoerkanaal 17 verloopt althans nagenoeg verticaal. De inrichting van figuur 2 kent als voordeel dat deze bijzonder compact kan worden uitgevoerd.
De binnendiameter &' van het spuitmondstuk 6 ligt voor beide uitvoeringsvormen bij voorkeur tussen de 3,5 mm (millimeter) en 5 mm. Hierbij ligt de binnendiameter b' van het ingangsmondstuk 11 bij voorkeur tussen de 6 mm en 15 mm.
De afstand d tussen de bovenzijde 7 van het spuitmondstuk 6 en het ingangseinde 9 van het ingangsmondstuk 11 zal bij voorkeur tussen de 0,5 mm en 2 mm liggen.
De binnendiameter van het ontluchtingskanaal 19 is niet kritisch en kan bijvoorbeeld gelijk aan 2 mm worden gekozen. Andere diameters zijn echter eveneens mogelijk. Evenzo is de binnendiameter van het afvoerkanaal 17 niet kritisch en kan bijvoorbeeld in de orde van grootte van de binnendiameter of b' worden gekozen.
Indien aan een inrichting volgens de uitvinding 125 cc vloeistof wordt toegevoerd voor het vullen van bijvoorbeeld de beker 15 zal slechts maximaal 2,5 cc restvloeistof via het tweede uitlooptraject worden afgevoerd. Bovendien is genoemde reactietijd hierbij aanzienlijk verbeterd ten opzichte van conventionele systemen.
Het afvoerkanaal 17 en het beluchtingskanaal 19 zijn zowel in figuur 1 als in figuur 2 in de koppelmof 18 aangebracht. Het zal echter duidelijk zijn dat aanvoerdeel 2, uitloopdeel 4, spuitmondstuk 6, ingangsmondstuk 11, afvoer- kanaal 17 en beluchtingskanaal 19 eveneens uit een stuk kunnen zijn vervaardigd.

Claims (11)

1. Anti-(na)druppelinrichting bij de uitstroompijp van een doseerinrichting, in het bijzonder een drankautomaat, met het kenmerk, dat in een eerste uitlooptraject (1) van de uitstroompijp een aftakking (3,-16) is aangebracht voor een tweede uitlooptraject (13) dat een van het eerste uitlooptraject verschillende en omlaag hellende richting heeft, welke aftakking bij betrekkelijk hoge stroomsnelheid door de vloeistof kan worden overbrugd, zodat de vloeistofstroom het eerste uitlooptraject (1) volgt, terwijl bij afnemende stroomsnelheid de restvloeistof via de aftakking (3, 16) het tweede uitlooptraject (13) volgt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uitlooptraject (1) van de afvoerpijp is onderbroken in een onderbreking (3), waarbij een aanvoerdeel (2) van het eerste uitlooptraject (1) stroomopwaarts van de onderbreking (3) is gelegen en een uitloopdeel (4) van het eerste uitlooptraject (1) stroomafwaarts van de onderbreking (3) is gelegen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het aanvoerdeel (2) stroomafwaarts eindigt in een spuitmondstuk (6) en het uitloopdeel (4) stroomopwaarts begint in een ingangseinde (10) dat een grotere binnendiameter heeft dan het spuitmondstuk (6).
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat ter plaatse van de onderbreking (3) in het eerste uitlooptraject (1) een koppelmof (18) is aangebracht die een verzamelkamer (16) omsluit met een afvoerkanaal (17) voor de restvloeistof.
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ingangseinde (10) van het uitloopdeel (4) deel uitmaakt van een ingangsmondstuk (11).
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van een beluch-
7. Inrichting volgens conclusies 3 en 6, met het kenmerk, dat het beluchtingskanaal (19) zijn oorsprong vindt in een deel van de onderbreking (3), dat boven het spuitmondstuk (6) is gelegen.
8. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het spuitmondstuk (6) een afgeschuind uitgangseinde (9) omvat dat in stroomopwaartse richting naar beneden toe afloopt.
9. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat genoemde binnendiameter van het spuitmondstuk (6) tussen 3,5 mm en 5 mm ligt, en genoemde binnendiameter van het in-gangseinde (10) tussen 6 mm en 15 mm ligt.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de afstand tussen een bovenzijde (7) van het spuitmondstuk (6) en het ingangseinde (9) van het uitloopdeel (4) tussen 0,5 mm en 2 mm ligt.
11. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het tweede uitlooptraject zijn oorsprong vindt in een deel van de onderbreking (3) dat beneden het spuitmondstuk (6) is gelegen.
NL9301263A 1993-07-19 1993-07-19 Anti-(na) druppelinrichting. NL9301263A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9301263A NL9301263A (nl) 1993-07-19 1993-07-19 Anti-(na) druppelinrichting.
DE1994602263 DE69402263T2 (de) 1993-07-19 1994-07-18 Vorrichtung gegen Nach-Tropfen
DK94202100T DK0635454T3 (da) 1993-07-19 1994-07-18 Dryphindrende indretning.
EP19940202100 EP0635454B1 (en) 1993-07-19 1994-07-18 Anti-drip device
ES94202100T ES2102765T3 (es) 1993-07-19 1994-07-18 Dispositivo anti-goteo.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9301263A NL9301263A (nl) 1993-07-19 1993-07-19 Anti-(na) druppelinrichting.
NL9301263 1993-07-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9301263A true NL9301263A (nl) 1995-02-16

Family

ID=19862673

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9301263A NL9301263A (nl) 1993-07-19 1993-07-19 Anti-(na) druppelinrichting.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0635454B1 (nl)
DE (1) DE69402263T2 (nl)
DK (1) DK0635454T3 (nl)
ES (1) ES2102765T3 (nl)
NL (1) NL9301263A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE50104295D1 (de) * 2001-06-02 2004-12-02 Cognis Iberia Sl Wässrige Rohstoffzusammensetzungen für keramische Werkstoffe
GB2448703A (en) * 2007-04-24 2008-10-29 Imi Cornelius Self-draining dispenser nozzle
CN104771075B (zh) * 2015-03-17 2017-09-26 宁波全景电器技术有限公司 咖啡机的防滴漏结构及应用有该防滴漏结构的咖啡机

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE589168C (de) * 1933-12-05 Max Feig Ausgusstuelle fuer Schankgefaesse
DE2064456A1 (de) * 1970-12-30 1972-07-20 Siemens Elektrogeraete Gmbh Elektrische Kaffeemaschine
NL8203763A (nl) * 1982-09-29 1984-04-16 Stork Bepak Bv Vulventiel voor een doseer- of vulinrichting.
DE3602665A1 (de) * 1986-01-29 1987-08-06 Wmf Wuerttemberg Metallwaren Kaffeemaschine
DE3742930C1 (en) * 1987-11-18 1988-10-06 Cafina Ag Coffee machine

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE589168C (de) * 1933-12-05 Max Feig Ausgusstuelle fuer Schankgefaesse
DE2064456A1 (de) * 1970-12-30 1972-07-20 Siemens Elektrogeraete Gmbh Elektrische Kaffeemaschine
NL8203763A (nl) * 1982-09-29 1984-04-16 Stork Bepak Bv Vulventiel voor een doseer- of vulinrichting.
DE3602665A1 (de) * 1986-01-29 1987-08-06 Wmf Wuerttemberg Metallwaren Kaffeemaschine
DE3742930C1 (en) * 1987-11-18 1988-10-06 Cafina Ag Coffee machine

Also Published As

Publication number Publication date
ES2102765T3 (es) 1997-08-01
DE69402263D1 (de) 1997-04-30
EP0635454B1 (en) 1997-03-26
DK0635454T3 (da) 1997-10-13
EP0635454A1 (en) 1995-01-25
DE69402263T2 (de) 1997-08-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4648421A (en) Valve device for controlling liquid flow
US5289953A (en) Beverage service pitcher
NL1020836C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bereiden van koffie met een fijnbellige schuimlaag, in het bijzonder cappuccino.
NZ225490A (en) Dry detergent dispenser with horizontal water jet solvation
RU2019113743A (ru) Устройство для выдачи жидкости с ограничителем капель
NL9002072A (nl) Werkwijze en inrichting voor het zetten van koffie met behulp van een filterpan en een filterpatroon.
NL1003761C2 (nl) Doseerinrichting voor eieren of dergelijke in hoofdzaak ronde voorwerpen.
US5443139A (en) Bicycle chain lubrication
NL1013270C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een fijnbellige schuimlaag.
CA1218338A (en) Method and an apparatus for the production and dispensing in portions of still mixed drinks from fruit syrup or concentrates and water
NL9301263A (nl) Anti-(na) druppelinrichting.
US20120037662A1 (en) Method and apparatus for a sanitizable mixing nozzle
NL1007168C2 (nl) Pomp en uitlaatmondstuk van pomp.
GB1566046A (en) Method and apparatus for filling containers with liquid
AU769662B2 (en) Coin handling mechanism
US9399198B2 (en) Venturi ejector for a chemical dispenser
NL9500291A (nl) Machine voor het afgeven van voor consumptie geschikte warme dranken.
RU2291102C2 (ru) Устройство для розлива жидких продуктов в разливочных машинах
JP3258555B2 (ja) 液体注入装置
US20230068805A1 (en) Seed Treatment Chamber with Unapplied Liquid Treatment Capture Device and Methods of Use
EP3448789A1 (fr) Dispositif de distribution regulee de composants
KR102126024B1 (ko) 스파우트 세정 구조가 구비된 스파우트 파우치용 액체 충진 장치
BE1008854A3 (nl) Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust.
FR2615502A1 (fr) Pistolet de distribution automatique pour le tuyau distributeur de carburant d'un distributeur d'essence
NL8802192A (nl) Inrichting voor het toedienen van voer aan dieren.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed