NL9301143A - Drainerend bodembedekkingselement, werkwijze voor de vervaardiging ervan en met het element vervaardigde bodembedekking. - Google Patents

Drainerend bodembedekkingselement, werkwijze voor de vervaardiging ervan en met het element vervaardigde bodembedekking. Download PDF

Info

Publication number
NL9301143A
NL9301143A NL9301143A NL9301143A NL9301143A NL 9301143 A NL9301143 A NL 9301143A NL 9301143 A NL9301143 A NL 9301143A NL 9301143 A NL9301143 A NL 9301143A NL 9301143 A NL9301143 A NL 9301143A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
liquid
ground cover
cover element
tight
Prior art date
Application number
NL9301143A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Drs Harm Willem Holman
Terra Ijssel Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Drs Harm Willem Holman, Terra Ijssel Bv filed Critical Drs Harm Willem Holman
Priority to NL9301143A priority Critical patent/NL9301143A/nl
Priority to US08/266,550 priority patent/US5487620A/en
Priority to JP6146540A priority patent/JPH07207604A/ja
Priority to AT94201867T priority patent/ATE180528T1/de
Priority to DE69418653T priority patent/DE69418653T2/de
Priority to EP94201867A priority patent/EP0633357B1/en
Publication of NL9301143A publication Critical patent/NL9301143A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C11/00Details of pavings
    • E01C11/22Gutters; Kerbs ; Surface drainage of streets, roads or like traffic areas
    • E01C11/224Surface drainage of streets
    • E01C11/225Paving specially adapted for through-the-surfacing drainage, e.g. perforated, porous; Preformed paving elements comprising, or adapted to form, passageways for carrying off drainage
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C5/00Pavings made of prefabricated single units
    • E01C5/003Pavings made of prefabricated single units characterised by material or composition used for beds or joints; characterised by the way of laying

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)
  • Sink And Installation For Waste Water (AREA)
  • Pit Excavations, Shoring, Fill Or Stabilisation Of Slopes (AREA)

Description

Drainerend bodembedekkingselement, werkwijze voor de vervaardiging ervan en met het element vervaardigde bodem-bedekking.
De uitvinding betreft het probleem een bodembedekkingslaag aan te brengen, die met een hoge graad van veiligheid voorkomt dat daarop gemorste verontreinigende vloeistoffen, zoals aardolie produkten, chemische produkten, gifstoffen enz. de bodem eronder kunnen bereiken, waarbij bovendien een relatief hoge afvoer van vloeistof, bijvoorbeeld hemelwater, mogelijk is.
In de Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-7213263 is een zelf drainerende laag beschreven alsmede een werkwijze voor de vervaardiging daarvan. Deze laag bestaat uit een bovenste laag van poreus materiaal en een daaronder liggende vloeistoffen niet doorlatende laag. Tussen de beide lagen kunnen drainagebuizen worden aangebracht om vloeistof die op de onderste laag blijft staan, af te kunnen voeren. Het gaat er om, dat ongewenste stoffen, zoals brandstofolie, licht ontvlambare vloeistof, vergiftigde vloeistof, bijtende vloeistof en/of schadelijke vloeistoffen, die gemorst zijn, opgevangen kunnen worden zonder dat zij in de bodem dringen. Een andere belangrijke eigenschap is de mogelijkheid water van door voertuigen of vliegtuigen te berijden oppervlakken vrij te houden en aquaplaning te voorkomen. Een moeilijkheid van een dergelijke bodembedekking is, dat de verschillende lagen verdicht moeten worden, hetgeen veelal onmogelijk is. Ook is het bij het storten van de materialen met de bindmiddelen niet altijd mogelijk een voldoende omhulling van de materiaaldeeltjes door het bindmiddel te verkrijgen bij vervaardiging van de laag in situ.
Belemmeringen, waardoor het vervaardigen en verdichten van hele lagen moeilijk mogelijk is, zijn bijvoorbeeld autobrandstof pompen in de directe omgeving, het aanbrengen van de verplichte opvang onder tanks voor verontreinigende vloeistoffen en het aanbrengen van een dergelijke afslui tende laag in gebouwen, in het bijzonder op een etage daarvan.
De uitvinding beoogt deze nadelen op te heffen.
Daarenboven beoogt zij zowel een vloeistof doorlatende als een vloeistof-dichte laag te maken met minder bindmiddel.
De bovengenoemde doeleinden worden bereikt door te voorzien in een klinker of tegel, die aan de gestelde eisen voldoet.
Een bodembedekkingselement zoals een klinker of tegel, die voorzien is van een bovenvlak, daaronder tenminste twee lagen en een benedenvlak is op zichzelf bekend uit onder meer de Nederlandse octrooiaanvragen NL-A-8402658 en NL-A-8200289, terwijl ook de Europese octrooiaanvrage EP-A-0.053.092 een dergelijk bodembedekkingselement toont. Deze bodembedekkingselementen geven echter geen van alle een mogelijkheid het boven geschetste probleem op te lossen.
De Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-8200289 beschrijft een tegel, waarvan de onderlaag nagenoeg de samenstelling van een gebruikelijke betontegel heeft, terwijl de bovenlaag korrelvormig mineraalmateriaal bevat, hetgeen de mogelijkheid geeft van een kleuraanpassing.
De Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-8402658 toont een grondbedekkingselement in de vorm van een veelhoekige bestratingstegel van beton, waaraan een voldoende hoeveelheid kunsthars is toegevoegd om de tegel op zich vloeistofdicht te maken. Door deze tegel heen is evenwel geen vloeistof af voer mogelijk, wel kan een bol oppervlak voor af voer naar de voeg tussen twee tegels zorgen.
De genoemde Europese octrooiaanvrage EP-A-0.053.092 toont een tegel met aan de bovenzijde een laag van natuursteen. Ook hiermede is geen afwatering of opvang van vloeistoffen door de tegel heen te verkrijgen.
De uitvinding voorziet in een bodembedekkingselement zoals een klinker of tegel, die voorzien is van een bovenvlak, waaronder zich tenminste twee lagen en een benedenvlak bevinden, dat de eerste laag onder het bovenvlak vloeistof-doorlatend is, dat daaronder een tweede vloeistof-dichte laag ligt en dat ter hoogte van de vloeistof-dichte laag middelen aanwezig zijn om deze laag van een bodembedekkingselement en de vloeistof-dichte laag van een aangrenzend bodembedekkingselement vocht-afsluitend te verbinden.
De genoemde middelen kunnen op uiteenlopende manieren zijn uitgevoerd, zoals een bij voorkeur enigszins elastische uitstekende ribbe, een om één of meer elementen passende manchet en/of het vol gieten van de voeg tussen twee elementen .
Volgens een voorkeursuitvoering, die gemakkelijke uit een vorm kan worden genomen, wordt er in voorzien, dat ter hoogte van de vloeistof-dichte laag een uitbreiding van het element aanwezig is. Gebleken is dat hierdoor een zeer goede afdichting van de vloeistof-dichte lagen van verschillende bodembedekkingselementen kan worden verkregen, wanneer de voeg, althans ter hoogte van de vloeistof-dichte laag of direct daarop gevuld wordt met een vloeistof-dichte kunststof, die dan bij voorkeur dezelfde is als het bindmiddel voor de deeltjes waaruit de vloeistof-dichte laag bestaat, of daarmede compatibel is. Dit laatste is op zich bekend uit NL-A-8402658.
Voor een voldoende poreusheid van de bovenlaag wordt er bij voorkeur in voorzien, dat deze tenminste 15 vol.% bedraagt. In de praktijk zijn evenwel poreusheden van 20 tot 40 % mogelijk. Daardoor wordt een zeer goede drainage verkregen, ook bij betrekkelijk dunne poreuze lagen.
Teneinde een hoge poreusheid te verkrijgen wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van deeltjes, waarvan de afmetingen onderling weinig verschillen. Daarbij kan veelal nog een hogere poreusheid worden verkregen, wanneer er in wordt voorzien, dat de deeltjes onregelmatig gevormd zijn, waarbij de grootste afmeting gemiddeld meer dan tweemaal de kleinste afmeting bedraagt. Een goed voorbeeld hiervan vormen schilfers, waarvan de hoofdvlakken niet evenwijdig zijn, bijvoorbeeld door ongelijke dikten.
Teneinde een mechanisch sterke vloeistof-dichte laag te verkrijgen, die betrekkelijk weinig bindmiddel bevat kan er in worden voorzien, dat deze laag deeltjes bevat met sterk uiteenlopende grootte, die een vulgraad van meer dan 90% geven. Dit wordt bereikt door een aantal fracties van verschillende deeltjesgrootte zodanig te mengen, dat een optimale vulgraad verkregen wordt. Een dergelijke laag kan, in het bijzonder wanneer bij de vervaardiging getrild wordt en het bindmiddel de deeltjes gemakkelijk omhult, verkregen worden doordat de tussenruimten tussen de deeltjes alle met bindmiddel gevuld zijn.
Aangezien bij verschillende toepassingen van het bodembe-dekkingselement volgens de uitvinding bestendigheid tegen onder andere aardolieprodukten gewenst is, wordt er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien, dat het gebruikte bindmiddel deze bestendigheid toont.
Een verder probleem van een dergelijke enerzijds vloeistofdichte en anderzijds vloeistof afvoerende tegel of dergelijke is, dat de vloeistof-dichtheid verbroken kan worden wanneer de tegel los raakt, bijvoorbeeld wordt los gereden. Gebleken is, dat de kans daarop in zeer sterke mate afhankelijk is van het gewicht van de tegel of dergelijke. Waarschijnlijk is het zo, dat wanneer eenmaal beweging ontstaat en een gedeelte van de tegel wordt opgetild deze beweging bij rijden over de tegel versterkt kan worden. Blijft evenwel het begin van beweging uit, dan blijft het geheel ook stabiel.
Dienovereenkomstig wordt er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien, dat beneden de vloeistofdichte laag een verdere laag aanwezig is, die een hoog soortelijk gewicht heeft. Op deze wijze wordt niet alleen een stabilisering verkregen, maar kan bovendien zwaar, eventueel vervuild afvalmateriaal verwerkt worden, in het bijzonder wanneer het in de verdere laag wordt opgesloten door een niet uitlogende kunststof. Bij voorkeur wordt er bij deze laag van hoog soortelijk gewicht in voorzien, dat een hoge vullingsgraad gecombineerd wordt met een hoog soortelijk gewicht van de deeltjes.
Een bindmiddel, dat niet uitlogend is, noch voor water noch voor eventuele andere stoffen, heeft steeds het voordeel, dat deeltjes gebruikt kunnen worden, die op zichzelf stoffen bevatten, die niet in de bodem mogen komen.
De uitvinding omvat eveneens een met de elementen volgens de uitvinding gelegde vloer.
De uitvinding omvat eveneens een werkwijze voor de vervaardiging van het bodemelement volgens de uitvinding. De vervaardiging in vormen, waarbij getrild kan worden, is het veel beter mogelijk dan bij vervaardiging in situ er voor te zorgen, dat hoge dichtheden bereikt worden, zoals door middel van trillen. Ook is het bij bewerking in een vorm makkelijker mogelijk deeltjes van de poreuze laag met een dunne laag bindmiddel te omhullen onder het vrij houden van de ruimte tussen deze deeltjes. Wanneer dergelijke deeltjes niet rond zijn, maar bijvoorbeeld vlakke schilfers vormen en bij het trillen de schilfers niet evenwijdig komen te liggen ontstaat dan een zowel zeer hecht als zeer poreus geheel.
De uitvinding verschaft niet alleen het voordeel, dat de elementen in een vorm vervaardigd kunnen worden, die getrild kan worden en/of op een gewenste temperatuur gebracht, maar bovendien dat elk van de lagen in een eigen vorm vervaardigd kan worden, dus onder de voor die laag gunstigste omstandigheden. Daarna kunnen de lagen met elkaar verbonden worden, bij voorkeur door hen op elkaar te leggen en/of te persen vóór hun bindmiddel is uitgehard.
Daarbij dient er uiteraard voor gezorgd te worden, dat de voor de verschillende lagen gebruikte bindmiddelen met elkaar polymeriseren.
De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van een bodembedekkingselement volgens de uitvinding en een gedeelte van een daaraan grenzende bodemelement zijn weergegeven.
In de tekening is met 1 een poreuze toplaag aangegeven.
Deze kan bestaan uit betrekkelijk grote deeltjes van ongeveer dezelfde grootte en bij voorkeur een van de bolvorm afwijkende vorm. Wanneer dergelijke deeltjes omhuld zijn met een bindmiddel en dit bindmiddel uitgehard is zullen zij een stabiele structuur vormen. Wanneer zo weinig mogelijk bindmiddel is gebruikt zijn de poriën nog open, waarbij deze poriën met elkaar in verbinding staan, zodat een vlotte afvoer van op de bovenzijde 2 tegel vallende vloeistof direct doorzakt en door de laag 1 heen gaat. Beneden de laag l bevindt zich een vloeistof-dichte laag 3, die bij voorkeur uit een aantal fracties van deeltjes bestaat, die elk een andere grootte hebben, waarbij in het bijzonder bij voorkeur de afmeting van de kleinste deeltjes zeer klein is in vergelijking met die van de grotere of grootste. Een dergelijk geheel geeft een hoge vulgraad, hetgeen betekent, dat het volume van de deeltjes in belangrijke mate het totale volume van de laag benadert. In de praktijk is het niet moeilijk tot een vulgraad tot 92% te komen en zelfs hoger is mogelijk. Wanneer het bindmiddel, bijvoorbeeld een kunsthars, die gezamenlijk met een hardingsmiddel is toegevoerd, in de poriën dringt en dan uithardt ontstaat een geheel, dat volledig vloeistofdicht is en slechts betrekkelijk weinig kunststof nodig heeft. Om de verdichting van in het bijzonder de vloeistof-dichte laag te bevorderen heeft vervaardiging in de vorm van elementen het voordeel, dat getrild en/of verwarmd kan worden.
De onderste laag 4 heeft bij voorkeur een hoog soortelijk gewicht, doordat de daarin verwerkte deeltjes een hoog soortelijk gewicht hebben, waarbij het mogelijk is, dat zij metalen of metaalverbindingen, dan wel ongewenste stoffen, bevatten. Ook deze deeltjes kunnen met een kunststof gebonden zijn, die dezelfde of een andere kan zijn als gebruikt voor de laag 3 of de laag 1, die elk ook weer een andere kunststof als bindmiddel kunnen hebben, maar wanneer de deeltjes uit de laag 4 stoffen bevatten, die niet naar de bodem mogen uitlogen, is het nodig dat het bindmiddel van de laag 4 uitloging op afdoende wijze tegengaat. De laag 3 kan niet uitlogen omdat zij volledig vloeistofdicht is, maar uitloging in de laag 2 is in vele toepassingsgevallen niet volledig ontoelaatbaar, bijvoorbeeld wanneer het water of de andere vloeistoffen, die door de laag 1 percoleren worden opgevangen en verwerkt.
De laag 4 ligt tegenover een laag 4' van een aangrenzend bodembedekkingselement en kan daar in de praktijk zeer dicht bij liggen. Het uitstekende deel 5 van de laag 3 ligt eveneens zeer dicht bij het uitstekende deel 5' van de laag 3 van het aangrenzende bodembedekkingselement. In al deze gevallen is het in principe mogelijk, dat vanuit de laag 1, de vloeistof aan de buitenzijde langs de laag 3 gaat en dan door de spleet tussen de lagen 4 en 4' naar beneden zou dringen. Om dit te voorkomen is een vulling van vloeistofdichte kunststof 6 aangebracht ter hoogte van of direct rustend op de laag 3. De getekende uitbreidingen 5 en 5' kunnen moeilijk te realiseren zijn. In dat geval kunnen tussen de elementen voegen worden vrij gelaten dan wel er voor te zorgen, dat de lagen 3 en 3' iets uitspringen ten opzichte van de lagen 1. Wanneer de kunststof 6 volkomen hecht aan het bindmiddel van de laag 3 wordt hier een zeer goede afdichting verkregen. Een kleine verticale of horizontale verschuiving tussen de beide bodembedekkingselemen-ten wordt door de elasticiteit van de afdichtingsmassa 6 opgevangen, zodat de afdichting in hoge mate gewaarborgd kan worden.
·»
Uiteraard kan bij de grens van een met de getekende bodeme- lementen gelegd plateau een afvoergoot worden aangebracht, die aansluit op de bovenzijde van de laag 3. Wanneer nu vloeistoffen zoals aardolie produkten op de bodembedek-kingselementen zijn gemorst en eventueel daar later nog door middel van regen zijn doorgespoeld, is het zeer wel mogelijk de uiteraard kleine resten van verontreinigende vloeistoffen op te vangen en onschadelijk te maken met op zichzelf bekende middelen, zoals bijvoorbeeld een opvang-putje met een afvoer onder de vloeistofspiegel voor het opvangen van vloeibare verontreinigingen met een soortelijk gewicht dat lager is dan dat van water.
De poreuze bovenlaag 2 kan kleurstofdeeltjes of fluorescente/ fosforescente deeltjes bevatten, die bijvoorbeeld voor de volledige uitharding worden opgebracht en in het oppervlak geperst. Dit laatste geeft een zeer goede realisering van het nood- en markeringsverlichtingsstelsel volgens PCT/NL86/00035.

Claims (22)

1. Bodembedekkingselement zoals een klinker of een tegel, voorzien van een bovenvlak, daaronder tenminste twee lagen en een benedenvlak, met het kenmerk, dat de eerste laag (2) onder het bovenvlak vloeistof-doorlatend is, dat daaronder een tweede vloeistof-dichte laag (3) ligt en dat ter hoogte van de vloeistof-dichte laag middelen (5,5') aanwezig zijn om deze laag (3) van een bodembedekkingselement en de vloeistof-dichte laag (3') van een aangrenzend bodembedekkingselement vocht-afsluitend te verbinden.
2. Bodembedekkingselement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde middelen een uitbreiding (5,5’) van de vloeistof-dichte ten opzichte van de vloeistof doorlatende laag bevatten.
3. Bodembedekkingselement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ter hoogte van de vloeistof-dichte laag een ribbe uitsteekt.
4. Bodembedekkingselement volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de uitbreiding of de ribbe enigszins elastisch is.
5. Bodembedekkingselement volgens één of meer van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de bovenste laag een poreusheid heeft van tenminste 15%.
6. Bodembedekkingselement volgens één of meer van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de bovenste laag uit deeltjes bestaat, waarvan de afmetingen onderling weinig verschillen en die met een bindmiddel aaneen gekit zijn.
7. Bodembedekkingselement volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de deeltjes onregelmatig gevormd zijn, waarbij de grootste afmeting gemiddeld meer dan tweemaal de kleinste afmeting bedraagt.
8. Bodembedekkingselement volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistofdichte laag deeltjes bevat met sterk uiteenlopende grootte, die een vulgraad van meer dan 90% geven.
9. Bodembedekkingselement volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat in de vloeistof-dichte laag de tussenruimten tussen de deeltjes met bindmiddel gevuld zijn.
10. Bodembedekkingselement volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bindmiddel of de bindmiddelen een kunststof is of zijn, die bestendig is of zijn tegen aardolieprodukten.
11. Bodembedekkingselement volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat beneden de vloeistof -dichte laag een verdere laag aanwezig is, die een hoog soortelijk gewicht heeft.
12. Bodembedekkingselement volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat in de verdere laag deeltjes van één of meer materialen van hoog soortelijk gewicht, bij voorkeur met een verdeling van de deeltjes grootte, die een hoge vulgraad geeft, met een bindmiddel aaneen zijn gehecht.
13. Bodembedekkingselement volgens één of meer van de conclusies 6-12, met het kenmerk, dat het bindmiddel in althans de vloeistof-dichte laag een niet uitlogende kunststof is in voldoende hoeveelheid om de deeltjes te omhullen.
14. Vloer van bodembedekkingselementen volgens conclusie 2 en eventueel één of meer van de overige voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitbreidingen van aangrenzende bodembedekkingselementen tegen elkaar liggen en dat een bindmiddel de voeg boven de verbredingen althans aan de beneden zijde vult.
15. Vloer volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het bindmiddel enigszins elastisch is.
16. Vloer van bodembedekkingselementen volgens één of meer van de conclusies 1-13, met het kenmerk, dat een afdicht-manchet aanwezig is tussen de vloeistof-dichte lagen (3,3') van aangrenzende bodembedekkingselementen.
17. Werkwijze voor het vervaardigen van een element volgens één of meer van de conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de verschillende lagen in eigen vormen vervaardigd worden en aan elkaar gehecht.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de hechting uitgevoerd wordt door de lagen, vóór dat hun bindmiddel volledig is uitgehard, op elkaar te leggen en door polymerisatie met elkaar te verbinden.
19. Werkwijze voor het vervaardigen van een bodembedek-kingselement volgens één of meer van de conclusies 1-13, met het kenmerk, dat in een vorm als materiaal voor de vloeistof-dichte laag een laag deeltjes van sterk uiteenlopende deeltjes grootte samen met een niet uitgeharde kunsthars en een uithardingsmiddel wordt getrild, waarbij voor, gelijktijdig met of na het trillen het materiaal voor de poreuze laag wordt aangebracht met deeltjes, die onderling weinig in afmeting verschillen, aan welk materiaal voor de poreuze laag niet uitgehard bindmiddel en een uithardingsmiddel is toegevoerd in aanmerkelijk geringere mate dan met opvulling van de poriën in deze poreuze laag zou overeenkomen .
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat, voorafgaande aan het aanbrengen van het materiaal van de vloeistof-dichte laag, materiaal van de laag van hoog soortelijk gewicht wordt aangebracht.
21. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 17-20, met het kenmerk, dat de materialen in de vorm worden getrild en/of geperst.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de materialen voor de vloeistof-dichte laag en de laag van hoog soortelijk gewicht, zo de laatste aanwezig is, worden getrild en/of geperst, waarna het materiaal voor de poreuze laag wordt toegevoegd.
NL9301143A 1993-06-30 1993-06-30 Drainerend bodembedekkingselement, werkwijze voor de vervaardiging ervan en met het element vervaardigde bodembedekking. NL9301143A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9301143A NL9301143A (nl) 1993-06-30 1993-06-30 Drainerend bodembedekkingselement, werkwijze voor de vervaardiging ervan en met het element vervaardigde bodembedekking.
US08/266,550 US5487620A (en) 1993-06-30 1994-06-28 Draining pavement element, method for manufacturing it and pavement made with it
JP6146540A JPH07207604A (ja) 1993-06-30 1994-06-28 舗道部材、その製造方法および該舗道部材で形成した舗道
AT94201867T ATE180528T1 (de) 1993-06-30 1994-06-29 Drän-belagelement, verfahren zu seiner herstellung und mit ihm hergestellter belag
DE69418653T DE69418653T2 (de) 1993-06-30 1994-06-29 Drän-Belagelement, Verfahren zu seiner Herstellung und mit ihm hergestellter Belag
EP94201867A EP0633357B1 (en) 1993-06-30 1994-06-29 Draining pavement element, method for manufacturing it and pavement made with it

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9301143 1993-06-30
NL9301143A NL9301143A (nl) 1993-06-30 1993-06-30 Drainerend bodembedekkingselement, werkwijze voor de vervaardiging ervan en met het element vervaardigde bodembedekking.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9301143A true NL9301143A (nl) 1995-01-16

Family

ID=19862603

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9301143A NL9301143A (nl) 1993-06-30 1993-06-30 Drainerend bodembedekkingselement, werkwijze voor de vervaardiging ervan en met het element vervaardigde bodembedekking.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US5487620A (nl)
EP (1) EP0633357B1 (nl)
JP (1) JPH07207604A (nl)
AT (1) ATE180528T1 (nl)
DE (1) DE69418653T2 (nl)
NL (1) NL9301143A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1010563C2 (nl) 1998-11-16 2000-05-17 Hck Holding Bv Betratingselement alsmede straat voorzien van een reeks van dergelijke bestratingselementen.

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20012785U1 (de) * 2000-07-21 2001-11-22 Zenk Hannelore Markierender Pflasterstein
US8162563B2 (en) * 2006-07-19 2012-04-24 Oceansafe Llc Aquifer replenishment system with filter
US7351004B2 (en) * 2006-07-19 2008-04-01 Shaw & Sons, Inc. Aquifer replenishment system
FR2910182A1 (fr) * 2006-12-18 2008-06-20 Thomson Licensing Sas Perfectionnement aux antennes planaires a fente rayonnante
CN102094375B (zh) * 2011-02-25 2012-07-04 大连市市政设计研究院有限责任公司 一种具有排水功能的沥青路面的设计方法
CN107117894A (zh) * 2017-04-13 2017-09-01 越艳 含有建筑垃圾砖瓦类细骨料的透水路面砖及其制备方法

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3687021A (en) * 1970-02-24 1972-08-29 Billy R Hensley Vertically draining flat structures
US3801421A (en) * 1970-11-09 1974-04-02 Minnesota Mining & Mfg Resilient composite useful as surfacing for athletics
NL7213263A (en) * 1972-09-29 1974-04-02 High friction self-draining structure - having solid base layer and resin bonded particulate upper layer
US3910710A (en) * 1974-04-22 1975-10-07 Phillips Petroleum Co Free-draining granular base for prepared ground surface
DE2436081A1 (de) * 1974-07-26 1976-02-05 Possehl Gmbh Verkehrsflaechen fuer ruhenden und rollenden verkehr aus einem poroesen deckenbelag
CH649736A5 (de) * 1980-11-24 1985-06-14 Steiner Silidur Ag Verfahren zur herstellung selbsttragender platten, platte, hergestellt nach dem verfahren und verwendung derselben.
NL8200289A (nl) * 1982-01-27 1983-08-16 Lourens Jan Blok Een een geheel vormend voorwerp, in het bijzonder plaveisel, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk voorwerp.
US4662778A (en) * 1983-03-31 1987-05-05 Monsanto Company Drainage mat
US4572700A (en) * 1983-03-31 1986-02-25 Monsanto Company Elongated bendable drainage mat
NL8402658A (nl) * 1984-08-31 1986-03-17 Shell Nederland Verkoopmaatsch Bestratingstegel en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
JPH01242449A (ja) * 1988-03-23 1989-09-27 Saburo Takahashi 透水性天燃色平板とその製造方法
DE3933413A1 (de) * 1989-10-06 1991-04-11 Sf Vollverbundstein Pflasterstein, verfahren zu dessen herstellung und fertigungsanlage zur durchfuehrung des verfahrens, vorzugsweise ein betonpflasterstein, insbesondere zur pflasterung einer strasse
DE9106183U1 (de) * 1991-05-18 1991-10-24 Sf-Kooperation Gmbh Beton-Konzepte, 28717 Bremen Plattenförmiger Beton-Formstein für Erdreichabdeckungen
DE9201491U1 (de) * 1992-02-06 1992-06-17 Dr. Barth GmbH, 7582 Bühlertal Flüssigkeitsdichter Bodenbelag aus Betonsteinen

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1010563C2 (nl) 1998-11-16 2000-05-17 Hck Holding Bv Betratingselement alsmede straat voorzien van een reeks van dergelijke bestratingselementen.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0633357A3 (en) 1995-05-31
EP0633357B1 (en) 1999-05-26
JPH07207604A (ja) 1995-08-08
EP0633357A2 (en) 1995-01-11
US5487620A (en) 1996-01-30
DE69418653T2 (de) 1999-12-30
DE69418653D1 (de) 1999-07-01
ATE180528T1 (de) 1999-06-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9790645B2 (en) Structural underlayment support system and panel for use with paving and flooring elements
US3690227A (en) Frictional self-draining structure
KR100939237B1 (ko) 투수성 노면 포장재와 이를 이용한 노면 포장방법
NL9301143A (nl) Drainerend bodembedekkingselement, werkwijze voor de vervaardiging ervan en met het element vervaardigde bodembedekking.
US6379079B1 (en) Ecotechnical cooperating separation layer for a pavement and its manufacturing process
NL2015687B1 (nl) Vloeistofdichte vloervoorziening met koppelbare vloerpanelen voorzien van een geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem evenals een dergelijk vloerpaneel.
EP2445692B2 (en) Materials
EP0540940A1 (en) Method of paving roads
EA012317B1 (ru) Проезжая часть и дорожное покрытие для проезжей части
JP2007277899A (ja) 透水性の弾性舗装材
DE202010007977U1 (de) Verlegeplatte für Nutzflächen
CN206784100U (zh) 一种沥青路面层间结构
EP0456035A3 (en) Roadsurfacing for traffic area
SK26799A3 (en) Filter element
KR0134989B1 (ko) 세립도 투수 콘크리트의 박층 포장방법
JP2530645B2 (ja) 透水性舗装用ブロツク並びにその製造方法並びにこれを用いた透水性舗装方法
JPH0949202A (ja) 化粧板
EP1229168A1 (en) Road surface and method for its construction
JP3009872U (ja) 砂利敷き込み構造
JP2023016121A (ja) アスファルト舗装構造物およびアスファルト補強材
CN107059533A (zh) 一种沥青路面层间结构
JP2024084983A (ja) 舗装方法及び舗装構造
EP1352130A1 (en) A paving of elements with cast paving stones and mould and method for manufacturing such an element
NL1028501C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een kunstgrasveld en vervaardigd kunstgrasveld.
RU18401U1 (ru) Дорожный элемент (варианты)

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed